44 Openbaar vervoer

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 27 juni 2012 over openbaar vervoer.

De heer De Jong (PVV):

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Trans Link Systems (TLS) jarenlang heeft aangetoond niet aan de wensen van de Kamer voor technische verbeteringen aan de ov-chipkaart te kunnen voldoen;

overwegende dat de vervoerbedrijven, waaronder de NS als grootaandeelhouder van TLS, reeds hebben aangegeven open te staan voor overname van de beheertaken van TLS;

verzoekt de regering om TLS op te heffen en voor 1 september 2012 met een voorstel te komen met als doel de technische beheertaken elders onder te brengen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Jong. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 504 (23645).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om vanuit haar regierol tegen verantwoordelijke directieleden en direct betrokkenen bij de fraudezaak GVB waar mogelijk strafrechtelijke, civielrechtelijke en/of disciplinaire maatregelen te treffen, waaronder het verhalen van schade en terugvorderen van fraudebedragen, alsmede het verlenen van onmiddellijk ontslag,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Jong en Elissen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 505 (23645).

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. Ik heb drie moties. Ze zijn alle drie mede ondertekend door mevrouw Van Gent van de GroenLinksfractie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in te veel gevallen in de openbaarvervoerssector conflicten zijn ontstaan rond de invoering van de ov-chipkaart tussen vervoerders;

constaterende dat dit niet in het belang van reizigers is of, erger, dat dit ten koste gaat van het belang van de reiziger;

overwegende dat de minister de politieke eindverantwoordelijkheid heeft voor het functioneren van het openbaar vervoer in Nederland;

overwegende dat de regering bij de stelselwijziging voor de nieuwe permanente structuur in geval van conflicten tussen verschillende vervoerders, waarbij zij er in onderling overleg niet uitkomen, knopen moet kunnen doorhakken;

verzoekt de regering, de eindverantwoordelijkheid van de ov-autoriteit formeel bij de minister te leggen en de wijziging van wetgeving die daarvoor nodig is, zo spoedig mogelijk in gang te zetten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Monasch en Van Gent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 506 (23645).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het openbaar vervoer gefinancierd wordt uit publieke middelen;

overwegende dat het stads- en streekvervoer een maatschappelijke functie vervult waarbij het voor iedereen betaalbaar moet zijn en blijven;

verzoekt de regering, in de nieuwe permanente structuur de ov-autoriteit de bevoegdheid te geven de hoogte van tarieven en mogelijke tariefstijgingen te bepalen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Monasch en Van Gent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 507 (23645).

De heer Monasch (PvdA):

De volgende motie zou weleens de laatste kunnen zijn die ik samen met mevrouw Van Gent heb ondertekend, maar je weet het maar nooit. Deze lange dag wordt volgens het schema ook steeds korter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het van het grootst mogelijk belang is dat de ov-chipkaart op zo veel mogelijk plekken gekocht en opgeladen kan worden;

constaterende dat op een aantal plaatsen de mogelijkheid voor het aanschaffen en opladen van de ov-chipkaart te wensen overlaat;

constaterende dat op veel plekken of de aanschaf of het opladen mogelijk is, wat niet klantvriendelijk is tegenover de reiziger;

verzoekt de regering, in kaart te brengen of er op alle plekken en op alle relevante tijdstippen (van de eerste tot en met de laatste trein, metro, tram of buslijn) voldoende verkoop- en oplaadpunten zijn en daarbij een vergelijking te maken met de oude situatie van voor de invoering van de ov-chipkaart,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Monasch en Van Gent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 508 (23645).

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Wij vinden de ov-chipkaart heel belangrijk, met name omdat het reizigersgemak zou geven. Het was natuurlijk ook allemaal bedacht om het de reizigers gemakkelijker te maken. Helaas moet ik vaststellen dat dit nog lang niet altijd het geval is. We gaan ook nog het papieren treinkaartje afschaffen. Daarvoor moet echter eerst een aantal zaken goed geregeld zijn. Daartoe dien ik een motie in, helaas niet samen met de heer Monasch. Het zou mooi zijn als dat ook nog kon, maar dat is helaas niet het geval. Het doet natuurlijk niets af aan de drie moties die hij zojuist, mede namens mij, heeft ingediend.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de minister als hoogste spoorbaas de eindverantwoordelijkheid heeft voor het afschaffen van het papieren treinkaartje;

spreekt uit dat het papieren treinkaartje niet eerder wordt afgeschaft dan het moment waarop:

  • - de toegankelijkheid van twintig stations met een passage gegarandeerd is voor passanten;

  • - er een klachtenloket is waar gedupeerden met al hun klachten terechtkunnen;

  • - het dubbele opstaptarief definitief van tafel is en reizigers maar één keer hoeven in- en uit te checken per treinreis;

  • - het percentage incomplete transacties van treinreizigers drastisch omlaag is gegaan;

  • - alle apparatuur goed toegankelijk is voor visueel en anders gehandicapten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 509 (23645).

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Ik begin met een motie die uiteraard door mijzelf maar ook door maar liefst vier vrouwen is ondertekend. Het is dus een bijzondere motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer de motie-Bashir (23645 nr. 459) heeft aangenomen, waarmee de regering verzocht wordt met de aandeelhouders en de bestuurders van TLS in gesprek te gaan met als doel om te komen tot een substantiële matiging van de salarissen van de bestuurders van TLS, zodat zij onder de balkenendenorm komen te vallen;

constaterende dat TLS weigert de balkenendenorm te hanteren, terwijl TLS 100% eigendom is van publieke vervoersbedrijven;

verzoekt de regering, de NS te vragen via de aandeelhoudersvergadering van TLS alsnog te komen tot een substantiële matiging van de salarissen van de bestuurders van TLS, zodat zij onder de balkenendenorm komen te vallen;

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bashir, Wiegman-van Meppelen Scheppink, Kuiken, Van Gent en Ouwehand.

Zij krijgt nr. 510 (23645).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat door de huidige opzet van TLS er nauwelijks democratische controle en regie op het ov-chipkaartbedrijf mogelijk is;

overwegende dat deze situatie ook heeft geleid tot absurde topsalarissen bij de top van TLS, terwijl topprestaties uitblijven;

constaterende dat de minister heeft aangekondigd dat zij de aandelen van TLS over wil gaan nemen;

verzoekt de regering, nadat de aandelen van TLS overgenomen zijn dit bedrijf om te vormen tot een uitvoerend agentschap, zodat democratische controle en zeggenschap maximaal mogelijk is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bashir. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 511 (23645).

De heer Haverkamp (CDA):

Voorzitter. Ik leg de Kamer de volgende moties voor.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de kwartiermaker in opdracht van de minister is gekomen tot het voorstel tot een permanente structuur;

overwegende dat de minister heeft aangeven dat zij tot een andere aansturing rondom de ov-chipkaart moet komen om een aantal moties van de Kamer uit te kunnen voeren;

verzoekt de regering om de Kamer voor 1 oktober op de hoogte te stellen of het lukt om op vrijwillige basis tot de instelling van een permanente structuur te komen en indien het "goedschiks"-scenario niet blijkt te werken, de Kamer voorstellen te doen hoe "kwaadschiks" orde op zaken gesteld kan worden en daarom parallel aan het "goedschiks"-scenario een wettelijke traject te starten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Haverkamp. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 512 (23645).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering overweegt om de aandelen TLS te verwerven om zo meer grip op TLS te krijgen;

constaterende dat onderzoek aan onder andere universiteit Nyenrode laat zien dat publiek aandeelhouderschap niet automatisch leidt tot de realisatie van publieke doelen;

overwegende dat er een onderzoek loopt naar de ordening binnen de spoorsector;

overwegende dat krachtens de Comptabiliteitswet de regering geen aandelen mag verwerven zonder voorafgaande goedkeuring van de Tweede Kamer;

verzoekt de regering om bij de toezending van het onderzoek naar de ordening binnen de spoorsector expliciet te benoemen op welke wijze middels het publiek aandeelhouderschap van NS en ProRail ingezet wordt om specifieke, meetbare en realistische publieke doelen te realiseren;

verzoekt de regering tevens om voorafgaande aan het besluit om de aandelen TLS te verwerven of op andere wijze nog niet begroot publiek geld richting TLS te laten gaan, aan de Kamer aan te geven welke publieke doelen hiermee gerealiseerd worden en de Kamer in de gelegenheid te stellen met de regering hierover in overleg te treden voordat onomkeerbare stappen gezet worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Haverkamp. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 513 (23645).

De heer Haverkamp (CDA):

Voorzitter. Dan heb ik nog wat emotie in plaats van een motie. Dit is de laatste keer dat ik hier mag staan. Ik weet dat mevrouw Dijksma iedereen straks namens ons allen zal toespreken. Ik wil echter ook van de gelegenheid gebruikmaken om iedereen, de collega's en de ondersteuning, te danken voor de tien fijne jaren die ik hier heb mogen doorbrengen.

De voorzitter:

Dat is een mooie afsluiting.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Voorzitter. Ik begin met motie-De Jong op stuk nr. 504 over het opheffen van TLS voor 1 september 2012. Die is enigszins strijdig met de motie van de heer Haverkamp waarin wordt verzocht om geen aandelen te kopen voordat ik toestemming van de Kamer heb. Laten wij daarover nu niet te diep discussiëren. Ik ontraad deze motie. Ik heb zelf ingebracht dat ik TLS graag wil overnemen. Ik hecht eraan om dan ook ruimte te hebben om dat te kunnen doen, omdat een aankoop onder druk nooit leidt tot de beste financiële deal. Het betreft een privaat bedrijf. Ik kan dus niet bepalen dat het wordt opgeheven, zoals dat in de motie is beschreven. Ik moet dan met de aandeelhouders spreken over de consequenties van de deal. Ik ontraad deze motie daarom. Ik heb echter al eerder aangegeven dat ik beleidsmatig wel bezig ben met de overname.

Dan kom ik op motie-De Jong/Elissen op stuk nr. 505, waarin wordt verzocht om de fraude bij GVB Amsterdam aan te pakken en desnoods disciplinaire straffen uit te delen. Ik dacht dat ik dat had gedaan met het aanbestedingsbeleid. Het is primair een zaak van de gemeente Amsterdam, die voor 100% aandeelhouder is van GVB. Ik heb hierin geen bevoegdheid. Dat heb ik eerder gemeld aan de Kamer. Deze motie ontraad ik dus.

De voorzitter:

Ik zie dat u wilt interrumperen, mijnheer De Jong, maar dat mag alleen als u een feitelijke en heel korte vraag hebt.

De heer De Jong (PVV):

Ik wijs de minister op het woord "regierol".

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Er staat: "waar mogelijk strafrechtelijke, civielrechtelijke en/of disciplinaire maatregelen te treffen". Ik heb een regierol op het totale ov-systeem, maar niet op het bedrijf GVB. Die rol heeft de gemeente Amsterdam, die op dit moment bezig is met dit traject.

Ik kom op de motie van de leden Monasch en Van Gent op stuk nr. 506. Daarin wordt de regering verzocht om de eindverantwoordelijkheid van de ov-autoriteit formeel bij de minister te leggen. De benodigde wetswijziging moet zo spoedig mogelijk in gang worden gezet. Ik twijfel een beetje over wat hier staat. Als gevraagd wordt om de decentralisatie terug te draaien, dan ben ik daar met een motie toe bereid. Dat moet je gewoon heel zorgvuldig bekijken. Daarvoor moet je de voor- en nadelen goed weergeven. Als de motie bedoelt dat onder mijn regie en eindverantwoordelijkheid het initiatief moet worden genomen tot een permanente structuur, dat ik nadrukkelijk kaders moet meegeven, dat ik de voorzitter benoem, dat ik het agenderingsrecht heb en dat ik te allen tijde mijn wet- en regelgevingbevoegdheid kan inzetten, dan zie ik de motie als ondersteuning van beleid.

De heer Monasch (PvdA):

Betekent dat in de visie van de minister ook dat zij knopen kan doorhakken?

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Als de heer Monasch daarmee bedoelt dat ik de bevoegdheden van de decentrale overheden naast mij kan neerleggen en zelf een besluit kan nemen, dan zeg ik dat ik dat niet kan op basis van de huidige wet- en regelgeving. Dan zouden wij de decentrale bevoegdheden ongedaan moeten maken. Als hiermee een discussie wordt beoogd, dan kan ik mij daarbij van alles voorstellen. Als de decentrale overheden niet komen met een permanente structuur en de intentie om het met elkaar te gaan regelen en zich te binden aan doorslaggevende besluiten, dan ga ik over tot het maken van wet- en regelgeving. Ik wil daar niet bij voorbaat en zeker niet in deze demissionaire periode mee akkoord gaan.

De heer Monasch (PvdA):

De minister vraagt …

De voorzitter:

U krijgt slechts het woord om uw motie in te trekken.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Ik zal de heer Monasch helpen. Als hij bedoelt dat ik de bevoegdheid van de decentrale overheden overneem op het moment dat zij er niet uitkomen, dan moet ik de motie ontraden. Dat behoort niet tot mijn mogelijkheden. Het zou een totaal nieuw wetstraject betekenen, dat ik alleen maar wil inzetten op het moment dat de decentrale overheden het niet willen doen.

Ik kom op de motie op stuk nr. 507 over een nieuwe permanente structuur en de hoogte van de tarieven. Mijn mening hierover is bekend: ik ontraad de motie. De bepaling van de tarieven is een cruciaal onderdeel van de decentralisatie. Wij wilden indertijd verschillen in regio's mogelijk maken. Ik ben niet van plan die decentralisatie terug te draaien.

Dan de motie van de leden Monasch en Van Gent op stuk nr. 508 over oplaadpunten. Ik begrijp deze sympathieke motie, maar ook dit behoort tot de decentrale bevoegdheden. Ik heb al eerder aangegeven dat er meer oplaadpunten zijn dan voorheen distributiepunten voor strippenkaarten. In sommige plaatsen is dat misschien niet het geval, maar in totaliteit wel. De ov-chipkaart kan bovendien automatisch worden opgeladen. Ik ontraad de motie.

Mevrouw Van Gent heeft op stuk nr. 509 een motie ingediend om het papieren treinkaartje aan te houden totdat een aantal elementen gerealiseerd zijn. Onlangs heb ik een brief naar de Kamer gestuurd waarin staat dat de opheffing van dat treinkaartje nog even wordt aangehouden. Met verscheidene gemeenten moet nog overlegd worden over de doorgang van passanten en andere zaken. Dat proces loopt. Ik wil het graag onderbrengen in de permanente structuur. Ik zou het een mooi onderwerp voor de permanente structuur vinden om zich op te bewijzen. Ik vraag mevrouw Van Gent om haar motie aan te houden.

Ik kom toe aan de motie op stuk nr. 510 van de heer Bashir en de vier vrouwen die hij net aanduidde. Ik vroeg me nog af wat daarmee werd bedoeld, maar goed, ik noem het maar even zo. In de motie wordt gevraagd, de bonus van de TLS-top via de NS-aandeelhoudersvergadering terug te brengen tot de Balkenendenorm. De motie vraagt mij om een privaat bedrijf onder de norm voor semipublieke bedrijven te laten vallen. Deze Kamer heeft met de minister van Financiën afgesproken wie een publiek bedrijf, en wie een semipubliek bedrijf is. Daar valt TLS niet onder. Mocht TLS in de toekomst publiek worden, dan kan en moet die norm natuurlijk wel gaan gelden. Maar op dit moment is het echt nog aan de RvC van TLS. Ik ontraad de motie zoals ze nu luidt. Het enige wat ik wil doen is NS, via collega Jan Kees de Jager, die aandeelhouder is, erop wijzen dat het bij dit soort organisaties van belang is om zoveel mogelijk een reëel salaris uit te keren, omdat het om publieke functies gaat.

In de motie op stuk nr. 511 staat dat door de huidige opzet van TLS weinig democratische controle nodig is. In de motie wordt de regering verzocht om de aandelen, nadat ze zijn overgenomen, om te vormen tot een uitvoerend agentschap. We moeten het even hebben over de volgorde der dingen: eerst moeten we kijken of we het kunnen overnemen en daarna spreken we over de vormgeving. Ik wil dat niet per se bij voorbaat in een agentschap gaan vastleggen. We moeten te zijner tijd goed kijken wat de typische publieke taken zijn die in TLS zitten, en wat niet. Het ICT-deel zou je bijvoorbeeld weer in de markt kunnen zetten, waardoor er meer partijen zijn die mee kunnen doen, waardoor we niet meer afhankelijk zijn van een leverancier. Ik ontraad daarmee deze motie.

In de motie op stuk nr. 512, van de heer Haverkamp, wordt gevraagd om voor 1 oktober te vertellen of het gelukt is met de permanente structuur. Indien het niet is gelukt, wordt gevraagd om het wettelijk traject parallel te starten. Ik denk dat dat een goede is. Ik heb al aangegeven dat ik niet schroom om wetgeving in te zetten. Ik ben voor zelfbinding, in plaats van voor dwang. Dat kan veel sneller gaan dan het doorlopen van een heel wetstraject. Kort na de zomer stuur ik de intentieverklaring naar de Kamer. De motie is dus ondersteuning van mijn beleid. Het oordeel over deze motie is wat mij betreft aan de Kamer.

In de motie op stuk nr. 513 wordt de regering verzocht om voorafgaand aan het besluit om de aandelen-TLS te verwerven, de Tweede Kamer hierover te informeren en in de gelegenheid te stellen hierover te debatteren. Dat zal ik doen. Een besluit over verwerving van TLS krijgt een voorhangprocedure. Ten aanzien van ordening en publiek aandeelhouderschap heb ik een vraag. Als het betrekking heeft op de hele spoorsector dan moet je dat volgens mij in het ordeningsonderzoek gaan doen. Als het alleen betrekking heeft op TLS, is het een andere. Ik zie dit als ondersteuning van beleid, zodat ik de motie aan het oordeel van de Kamer overlaat.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven