62 Mondzorg

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 28 juni 2012 over mondzorg.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Het experiment met de vrije tarieven in de mondzorg is mislukt. De prijzen stijgen enorm voor patiënten, keuzevrijheid ontbreekt en ook de kwaliteit is nog steeds onvoldoende inzichtelijk. Dat is voor mij reden om de volgende motie in te dienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de gemiddelde prijzen in de mondzorg tot onaanvaardbare hoogte zijn gestegen;

overwegende dat het experiment met vrije prijzen in de mondzorg mislukt is;

verzoekt de regering, het experiment met vrije tarieven in de mondzorg onmiddellijk stop te zetten en zo spoedig mogelijk vaste tarieven voor de mondzorg in te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kuiken, Voortman, Van Gerven, Agema en Ouwehand.

Zij krijgt nr. 68 (32620).

Mevrouw Dijkstra (D66):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het experiment met vrije prijsvorming in dc mondzorg in januari 2012 is gestart en de tarieven sindsdien zijn gestegen;

constaterende dat de gestegen prijzen, de lage contracteergraad en de beperkte mogelijkheden om een (deel)behandeling bij een andere aanbieder te laten uitvoeren erop wijzen dat vraag en aanbod in de mondzorg nog onvoldoende op elkaar zijn afgestemd en het experiment daarmee tot dusver onvoldoende resultaat laat zien;

verzoekt de regering, de mondzorgsector met klem te vragen duidelijke verbeteringen te realiseren, waar mogelijk ondersteuning te bieden en voorbereidingen te treffen om, indien de marktscan van de NZa in november geen verbeteringen laat zien op in ieder geval de ontwikkeling van de prijzen als wel de kwaliteit, het experiment met de vrije prijsvorming in de mondzorg per 1 januari 2013 te kunnen laten eindigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dijkstra, Smilde en Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 69 (32620).

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat bij de huisartsen de inschrijving op naam uitgangspunt is om te komen tot een langdurige arts-patiëntrelatie, hetgeen de kwaliteit van de hulpverlening ten goede komt;

overwegende dat voor een tandarts hetzelfde geldt;

spreekt uit dat inschrijving op naam bij de tandarts uitgangspunt van beleid dient te worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 70 (32620).

Minister Schippers:

Voorzitter. Mevrouw Kuiken overweegt in haar motie op stuk nr. 68 "dat het experiment met de vrije prijzen in de mondzorg mislukt is". Die constatering deel ik niet. De NZa, die onderzoek heeft gedaan naar de eerste drie maanden, heeft aangegeven dat haar onderzoek zo'n conclusie niet rechtvaardigt. Ik kan de conclusie van mevrouw Kuiken dan ook niet onderschrijven. De motie verzoekt de regering om het experiment onmiddellijk stop te zetten. Ik teken daarbij aan dat bij de start van het experiment partijen zes maanden de tijd hebben gehad om zich erop voor te bereiden. In februari 2011 heb ik aangekondigd dat ik in juni 2011 een definitief besluit over het experiment zou nemen. Dat is gebeurd. Ook het stoppen van het experiment kost voorbereiding. De NZa moet een nieuwe prestatielijst met maximumtarieven vaststellen. Veldpartijen, zorgaanbieders en verzekeraars moeten hun systemen aanpassen om deze nieuwe tarieven te kunnen declareren. Daarmee is minstens drie maanden gemoeid, mogelijk zelfs vier maanden. Dan spreken we over 1 november. Bovendien weten we dan niet wat er sinds maart gebeurd is met de tarieven. Ik deel dus de zorgen van de Kamer, maar dit besluit moeten we zorgvuldig nemen, op basis van meer gegevens dan die van de eerste drie maanden en met voldoende voorbereidingstijd voor partijen. Vandaar dat het mijn voorkeur heeft om een tweesporenbeleid te volgen: goed monitoren welke ontwikkelingen zich voordoen en tegelijkertijd voorbereidingen treffen om op basis van de volgende marktscan – dat is wellicht aan mijn opvolger – eventueel te besluiten om te stoppen per 1 januari. Dan verliezen we weinig tijd en nemen we een zorgvuldiger besluit op basis van meer gegevens. Ik vind dat dit experiment dat verdient. Daarom ontraad ik deze motie.

De motie-Dijkstra c.s. op stuk nr. 69 is eigenlijk ondersteuning van beleid.

In de motie op stuk nr. 70 spreekt de heer Van Gerven uit "dat inschrijving op naam bij de tandarts uitgangspunt van beleid dient te worden". Ik zie de voordelen daarvan niet in. Ik vind ook dat patiënten de keuzevrijheid moeten houden om hun deelbehandeling ergens anders te halen. Daarom ontraad ik deze motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We zijn gekomen aan het eind van dit VAO. De stemming over de moties is bij de eindstemming. Ik dank de minister voor haar beantwoording en ik zie haar vanavond.

Naar boven