47 Reclassering

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 13 juni 2012 over de reclassering.

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat reclasseringsbegeleiding niet alleen in het belang is van de samenleving in het kader van recidivevermindering, maar dat die tevens in het belang is van de dader;

overwegende dat niet valt in te zien waarom daders geen eigen bijdrage hoeven te betalen voor de reclasseringszorg;

verzoekt de regering, een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden van de invoering van een eigen bijdrage van daders voor de reclasseringsbegeleiding waar zij gebruik van maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Helder. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 68 (29270).

De heer Van der Steur (VVD):

Voorzitter. Wij hebben met de staatssecretaris een goed debat gehad over reclassering. Wat de VVD-fractie betreft is er een duidelijke lijn neergelegd, een lijn die wij na de verkiezingen zullen voortzetten: reclassering moet gericht zijn op het daadwerkelijk terugdringen van recidive. Criminelen moeten dankzij de reclassering niet in herhaling vallen. Daarbij is het van groot belang dat de reclasseringsorganisaties zo veel mogelijk samenwerken. Het is ook van groot belang dat de financiering van deze organisaties wordt afgemeten aan het daadwerkelijke resultaat dat ze bewerkstelligen. Wij steunen het beleid van de staatssecretaris volledig.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Wij hebben een goed debat gehad over de reclassering. Het CDA heeft hierin aangegeven dat het belangrijk is om de tijd die iemand in detentie doorbrengt, effectief te benutten. Wij hebben de staatssecretaris uitgedaagd om dit zo goed mogelijk te doen. Daarnaast blijft de regeldruk een zorg. Laat de staatssecretaris zich dan ook aangemoedigd voelen om de tijd effectief te besteden en de regeldruk te verminderen.

Staatssecretaris Teeven:

Voorzitter. De motie van mevrouw Helder gaat over de eigen bijdrage. Wij hebben hierover uitgebreid gesproken tijdens het algemeen overleg. Ik heb hierin aangegeven dat er van kale kippen niets valt te plukken. Een eigen bijdrage zal dan ook niet effectief zijn. Bovendien zal zo'n bijdrage het teruggeleiden in de samenleving eerder moeilijker dan gemakkelijker maken. Ik kan mij wel voorstellen – dit is ook een vorm van toezegging – dat voor een kleine groep gedetineerden die gebruikmaakt van de reclassering, een eigen bijdrage niet op voorhand onmogelijk is. Dat weet je al wanneer ze instromen in het gevangeniswezen. Daar kun je naar kijken. Ik hoef hiervoor geen apart onderzoek te doen, maar ik ben wel bereid om te bezien of zoiets kan worden gerealiseerd voor deze kleine groep gedetineerden. Misschien is deze toezegging voor mevrouw Helder voldoende om haar motie te heroverwegen.

Mevrouw Helder (PVV):

Dank voor de toezegging. Ik houd mijn motie graag aan.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Helder stel ik voor, haar motie (29270, nr. 68) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven