64 Slagen in Cultuur

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 21 juni 2012 over het advies "Slagen in Cultuur – culturele basisinfrastructuur 2013–2016" van de Raad voor Cultuur.

Mevrouw Klijnsma (PvdA):

Voorzitter. Ik vervang vanavond mijn collega Myrthe Hilkens en wil graag een motie indienen over de cultuurkaart, omdat we die zo graag overeind willen houden.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet het ondernemerschap in de cultuursector wil stimuleren;

overwegende dat de cultuurkaart een belangrijk instrument is om jongeren kennis bij te brengen over cultuur;

constaterende dat CJP erin geslaagd is de financiering voor het volgend schooljaar voor het grootste gedeelte rond te krijgen;

verzoekt de regering om dit culturele ondernemerschap te honoreren door eenmalig zes ton bij te dragen en daarvoor dekking te vinden in de Voorjaarsnota en/of de middelen voor frictiekosten en/of de middelen voor het internationaal cultuurbeleid, op voorwaarde dat CJP de rest van de kosten volledig bijeenbrengt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Klijnsma en Van der Werf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 211 (33000-VIII).

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Ik heb drie punten. Om te beginnen twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de cultuursector is verdeeld in deelnemers en niet-deelnemers aan de charitatieve sector via de Bankgiro Loterij;

voorts overwegende dat de charitatieve sector voor deze regering tot een belangrijke bron van cultureel ondernemerschap behoort;

verzoekt de regering om in samenspraak met de Postcodeloterij te komen tot een vierde pijler die middels een daartoe te creëren particulier fonds een substantiële charitatieve bijdrage levert aan het ondernemerschap in de cultuursector,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Ham. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 212 (33000-VIII).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Raad van Cultuur op verzoek van de regering in de nabije toekomst advies zal uitbrengen over de herijking van het Nederlandse museumbestel;

verzoekt de regering, de musea waar mogelijk op wordt gekort, volledig onderdeel te laten zijn van de herijking van het Nederlandse museumbestel,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Ham en Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 213 (33000-VIII).

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Ten slotte het volgende. Dit is waarschijnlijk mijn laatste debatje in dit huis. Ik neem een politieke sabbatical en ik wil graag één ding doen hier, heel kort. Ik ben altijd gefascineerd door de boeken die binnen handbereik van de voorzitter staan. Dat zijn allerlei wetboeken, het Reglement van Orde van de Kamer, maar ook een aantal inspirerende boeken, waaronder de Koran, maar ook de Bijbel, in twee exemplaren zelfs. Dat is natuurlijk prachtig. Die boeken hebt u in de loop van de tijd gekregen, maar het is vreemd dat nog nooit iemand uit meer seculiere hoek u een boek ter inspiratie heeft aangeboden dat dan binnen uw en daarmee ons aller handbereik valt. En dat terwijl de Nederlandse geschiedenis zo veel mooie inspiratiebronnen heeft. Daarom bied ik u graag deze mooie uitgave aan van Spinoza, theologisch-politiek traktaat, dat mij, maar denkelijk ook anderen, heeft geïnspireerd. Ik hoop dat uw boekenplank in de plenaire zaal daarmee nog evenwichtiger wordt.

Ik sluit dit VAO af met een prachtig citaat uit dat traktaat, namelijk: het doel van de Staat is de vrijheid.

(geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

En dat binnen de twee minuten. Ontzettend bedankt. Dat is echt heel mooi, want het vult het bestaande rijtje mooi aan. Daar staat ook de Dikke Van Dale nog bij. Echt mooi, dank je wel. Het is ter beschikking van alle Kamerleden tijdens debatten, mocht een van u hier iets willen zeggen wat u thuis nog niet had bedacht.

De heer De Liefde (VVD):

Voorzitter. De VVD wil de Raad voor Cultuur bedanken voor zijn advies. Hiermee zetten wij een eerste van vele stappen naar een professionele cultuursector. Ik heb vele fracties vanavond gehoord – na mij zal nog een fractie het woord voeren – die een aantal culturele instellingen willen bedienen, die de spelregels tijdens de wedstrijd willen veranderen om een doelgroep of regio te plezieren. En dat terwijl wij nota bene vorig jaar hebben afgesproken dat de wedstrijd nog in volle gang is. Deze fracties wekken valse verwachtingen, creëren onrust en helpen de cultuursector allerminst. De VVD-fractie zal geen enkele motie steunen. Ik vraag mijn collega's eigenlijk om hun moties in te trekken of ze niet in te dienen. Zij hebben namelijk veel weg van boterbriefjes, openbare liefdesverklaringen en loze campagnebeloften. In deze fase past het de Kamer terughoudend te zijn en niet als een grote regio-olifant door de culturele porseleinkast te denderen.

Het advies maakt duidelijk dat de hervorming van het cultuurbeleid voor velen in de sector een ontdekkingsreis is in de wereld van publieksbereik, marketing, eigen inkomsten en ondernemerschap. De raad constateert een gebrek aan ondernemerschap bij vele culturele instellingen en adviseert terecht professionalisering van management en bestuur. Wat voor de sector geldt, geldt volgens de VVD-fractie ook voor de Raad voor Cultuur zelf. Ik roep de raad daarom op de eigen werkwijze en samenstelling te professionaliseren. Het moet en kan nog beter.

De VVD streeft naar een cultuursector die nauwelijks nog belastinggeld nodig heeft en stevig op eigen benen staat. Dat kan, want als je om cultuur geeft dan geef je zelf aan cultuur.

Mevrouw Van der Werf (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie heeft nog een vraag aan de staatssecretaris, namelijk of hij inmiddels kan zeggen of de Rijksacademie de gelden die bij de Mondriaan Stichting liggen, zou kunnen benutten. Daarnaast kan de CDA-fractie zich voor een groot deel vinden in de woorden van de VVD-fractie. Wij vinden ook dat de uitgangspunten waarmee wij zijn begonnen tot uiting moeten komen in de uiteindelijke beschikkingen. Wij zijn enigszins beducht dat dit niet gaat gelden voor de regionale spreiding, zoals is afgesproken in het regeerakkoord. Ik dien daar een motie over in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het advies Slagen voor Cultuur het criterium "regionale spreiding" niet per instelling is toegepast waardoor alle andere criteria bovengeschikt zijn aan dit criterium;

constaterende dat de regionale spreiding van cultuur in ons land nu in gedrang komt;

verzoekt de regering om in de beschikkingen aan culturele instellingen het beleidsuitgangspunt "handhaven hoogwaardige aanbod in de regio" herkenbaar tot uiting te laten komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Werf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 214 (33000-VIII).

Mevrouw Van der Werf (CDA):

Ik heb nog één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat als gevolg van de bezuinigingen een aantal instituten, waaronder het Nederlands Theaterinstituut, het Nederlands Muziek Instituut en het NiNsee, het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden, hun deuren moeten sluiten;

constaterende dat hierdoor belangwekkend cultuurgoed teloor dreigt te gaan, overwegende, dat dit weliswaar geen rijkscollecties zijn, maar wel kennis en goederen betreft die mede met rijksgeld zijn opgebouwd;

verzoekt de regering, het cultuurgoed van genoemde instellingen zorgvuldig te borgen en, indien nodig, onder andere de eigen bestemmingsreserves hiervoor aan te wenden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Werf en Klijnsma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 215 (33000-VIII).

Wij wachten even tot de staatssecretaris beschikt over de teksten van de moties, waarna wij gaan luisteren naar zijn antwoord. Ik heet de minister van Defensie al welkom. Het is mooi dat u er al bent voor het volgende onderwerp, minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Staatssecretaris Zijlstra:

Voorzitter. Voordat ik de moties behandel, beantwoord ik de vraag van het CDA over de Rijksacademie en het Mondriaan Fonds. Via het Mondriaan Fonds wordt 2,5 mln. beschikbaar gesteld voor kunstenaars, opdat zij aan postacademische instellingen kunnen studeren. Het Mondriaan Fonds is nu bezig met de uitwerking van een regeling om dat vorm te geven. Die regeling zal inhouden dat ook de Rijksacademie daar significant van kan profiteren. Voor zover ik dat kan overzien, zal dat betekenen dat er op dat punt bij de Rijksacademie licht aan het einde van de tunnel zou moeten gloren, aangezien ze conform het advies van de Raad voor Cultuur samen met de ateliers zouden moeten fuseren. We moeten het in de uitwerking verder afwachten, maar dit is de stand van zaken. Het Mondriaan Fonds is met de verdere uitwerking bezig. We wachten een en ander in spanning af.

Ik kom op de motie-Klijnsma/Van der Werf op stuk nr. 211. Daarin staat meermaals "en/of" in het kader van een dekking; zo kan ik het ook. Het kabinet is helder in wat het doet. Als de Kamer moties indient, moet zij helder zijn over de dekking. Zij moet echter niet zeggen: we vissen uit een aantal potjes, want we komen er zelf niet helemaal uit. Ik noem de potjes die aangedragen worden. De Voorjaarsnota is heel breed. Als de Kamer het uit de Voorjaarsnota wil halen, zal zij duidelijk moeten maken om welke specifieke posten in de Voorjaarsnota het gaat. Dan kan de regering daarop reageren. In deze context ontraad ik de motie.

Verder worden in de motie de frictiekosten genoemd. Wij weten niet of we geld voor de frictiekosten over hebben. Ik kan geen geld uitgeven als ik niet weet of ik het heb. Ook op dat punt ontraad ik de motie.

Verder wordt gesproken van een internationaal cultuurbeleid. Vorig jaar is via de cultuurbrief gemeld via welke posten we een en ander willen gaan doen. De Kamer moet dan ook bijvoorbeeld de keuze maken dat het programma Dutch Design, Fashion and Architecture niet wordt gedaan. Ook dat lijkt mij niet verstandig.

Ik ontraad de motie dus om twee redenen. Inhoudelijk gezien zijn de posten niet goed. Er is ook een procedurele reden: als de Kamer wil schuiven met geld, moet zij ook exact zeggen op welke wijze dat moet worden gedaan.

De voorzitter:

Dat zegt u nu voor de tweede keer, maar dat staat nergens. Het is een goed gebruik, maar nergens staat dat het moet.

Staatssecretaris Zijlstra:

Voorzitter, u zegt dat dit een goed gebruik is. De regering verdedigt het beleid dat zij heeft ingebracht. Als de Kamer daar een wijziging in wil aanbrengen, moet de Kamer zeggen op welke wijze dat dient te geschieden. Als de Kamer de regering verzoekt om zelf een keuze te maken, kan de regering het overnemen. Dat is de regering op dit punt niet van plan, ook omdat de keuze voor de posten inhoudelijk niet voldoende is onderbouwd. Sterker nog, de argumenten zijn niet substantieel.

De voorzitter:

U gaat uitgebreider op mijn opmerking in dan de bedoeling is. Ik sta namelijk niet op de sprekerslijst. Er staat echter nergens dat de Kamer verplicht is om iets te doen. Wij controleren namelijk u en niet andersom. U vervolgt uw betoog.

Staatssecretaris Zijlstra:

Dat is waar.

Ik kom op de motie-Van der Ham op stuk nr. 212 over de Postcodeloterij. In het AO hebben we dit punt al besproken. Met het Blockbusterfonds hebben we vanuit de Postcodeloterij een bijdrage ontvangen voor cultuur. De Nationale Postcode Loterij is onderdeel van een breder spectrum waar ook de Vriendenloterij en de BankGiro Loterij deel van uitmaken. De BankGiro Loterij betreft de poot die bedoeld is voor cultuur. Als we de Nationale Postcode Loterij een vierde poot geven, zou dat ten koste gaan van andere goede doelen die met de Nationale Postcode Loterij worden gediend. Ik noem bijvoorbeeld cultuur en ontwikkelingshulp. Ik heb mijn collega van V en J, die hier formeel over gaat, gevraagd of hij hier problemen in ziet. Hij ziet inderdaad problemen. Het kabinet kan dus niet anders dan deze motie ontraden.

Ik kom op de motie-Van der Ham/Jasper van Dijk op stuk nr. 213. Ik snap wat daarin staat. In deze motie wordt de regering verzocht de musea waar mogelijk op wordt gekort, volledig onderdeel te laten zijn van de herijking van het Nederlandse museumbestel. Als deze motie is bedoeld om de categorie 4-musea in staat te stellen om gewoon mee te doen in de herijking, dan steun ik haar. Dit staat echter niet helemaal in de motie. Als de indieners in de motie zouden schrijven dat de regering wordt verzocht om de musea waar mogelijk op wordt gekort, in staat te stellen om onderdeel te zijn van de herijking van het Nederlandse museumbestel, dan kan ik het oordeel over de motie aan de Kamer overlaten. Het is namelijk uitdrukkelijk de bedoeling om ook de categorie 4-musea de kans te geven om plannen in te dienen voor de toekomst, plannen waarmee deze musea een volwaardige plaats in het bestel zouden kunnen krijgen. Die plaats is uiteraard wel afhankelijk van de inhoud van het plan. Dat hebben die musea dus zelf in de hand. Als de indieners van de motie dit dus op die manier willen opnemen, dan laat ik het oordeel over de motie over aan de Kamer. Als de motie de huidige vorm behoudt, kan ik niet anders dan de Kamer ontraden om haar aan te nemen.

De heer Van der Ham (D66):

Ik zal de motie op die manier aanpassen. Wat de staatssecretaris schetst, is nadrukkelijk de bedoeling.

Staatssecretaris Zijlstra:

Voorzitter. Ik kom op de motie-Van der Werf op stuk nr. 214. Daarin wordt de regering verzocht, in de beschikkingen aan culturele instellingen het beleidsuitgangspunt "handhaven hoogwaardige aanbod in de regio 1" herkenbaar tot uiting te laten komen. Ik ga beschikken conform de ministeriële regeling. In die ministeriële regeling staat uitdrukkelijk ook regionale spreiding genoemd. Deze motie is dus ondersteuning van beleid. Ik laat het oordeel over de motie aan de Kamer over. Ik zeg nogmaals dat wij het gewoon doen conform de ministeriële regeling, waarin dit ook wordt genoemd.

Ik kom op de motie-Van der Werf/Klijnsma, op stuk nr. 215. Daarin wordt de regering verzocht, het cultuurgoed van genoemde instellingen zorgvuldig te borgen en, indien nodig, onder andere de eigen bestemmingsreserves hiervoor aan te wenden. In de motie wordt gedoeld op het Theater Instituut Nederland, het Nederlands Muziek Instituut en het NiNsee – Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden. Het kabinet vindt dat deze instellingen zelf primair verantwoordelijk zijn voor het goed onderbrengen van de eigen collecties. In de motie wordt gesteld dat de eigen bestemmingsreserves hiervoor eventueel aangewend kunnen worden. Om dat te onderschrijven, moet ik eerst weten of de frictiekosten voor de basisinfrastructuur voldoende zijn. Mochten er daarna bestemmingsreserves overblijven, dan zal ik die op Prinsjesdag vrijgeven. Dat heb ik al gezegd. Als dat deze instellingen kan helpen bij het borgen van de eigen collecties, dan is het mogelijk om de bestemmingsreserves daarvoor te gebruiken. Dit kan echter slechts onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat wij eerst de frictiekostenregeling volledig afwerken. Ik moet immers eerst weten of de bestemmingsreserves niet voor iets anders nodig zijn. Onder die voorwaarde kan deze motie dus gewoon worden uitgevoerd. Ik stel daarbij echter dus uitdrukkelijk deze voorwaarde. Die voorwaarde wordt niet in de motie genoemd. De motie zal op die manier moeten worden aangepast voordat ik haar kan overnemen. Als de motie niet wordt aangepast, kan ik haar alleen maar ontraden. Ik nodig de indieners dus uit om de motie aan te passen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris. Wij stemmen vanavond over de ingediende moties.

Naar boven