7 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de PVV-fractie benoem ik in de algemene commissie voor Immigratie en Asiel het lid Kortenoeven tot lid in de bestaande vacature.

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 2012Z06281; 2012Z06121; 31289-119; 33000-VIII-177; 26150-113; 31490-86; 31839-194; 31839-191; 31980-51; 31980-59; 32293-13; 32605-64; 32293-12; 32293-14; 21501-07-900; 32013-22; 2012Z05737; 28741-20; 29279-142; 31209-149; 2012Z05070; 21501-31-271; 2012Z04860; 29675-143; 2012Z04901; 24724-100; 31288-262; 31293-135; 32193-32; 32730-6; 32730-7; 21501-07-896; 21501-07-893; 22112-1353; 22112-1360; 22112-1375; 21501-07-895; 21501-07-891; 21501-07-894; 32440-14; 32440-20; 32440-12; 21501-20-508; 21501-08-397; 21501-20-507; 21501-20-512; 21501-20-524; 32605-76; 32605-75; 29478-9; 29237-142; 32605-62; 33104-2; 32847-9; 27926-176; 27926-178; 27926-175; 33000-XII-102; 27625-255; 33000-IXB-13; 33000-XIII-171; 32605-65; 32605-68; 32605-74; 30977-45; 30573-99; 30573-97; 29502-83; 29502-82; 29502-81; 29502-79; 29502-75; 29502-74; 30825-172; 27858-103; 30099-14; 31839-180; 32605-17; 32500-V-201; 27625-257; 32304-35; 31710-22; 27625-258; 27625-256; 29502-77; 32500-V-125; 31703-5; 32623-6; 32635-1; 21501-20-525; 21501-04-124; 32735-25; 21501-02-1104; 28638-74; 29344-84; 30573-72; 33000-VII-117; 28750-47; 21501-20-609; 27926-153; 33000-VII-101; 33000-III-3; 32500-VII-101; 27926-156; 26643-191; 32565-III-6; 32565-III-4; 32467-24; 30111-54; 32600-27; 32500-VII-63; 32500-VII-76; 32417-48; 32791-1; 25764-51; 33011-9; 32694-11; 29362-195; 29407-130; 31839-143; 29453-222; 29453-226; 29453-223; 29453-221; 29453-220; 29453-217; 29453-215; 29453-212; 32802-3; 33140-2; 28750-46; 28750-43; 30902-20; 24827-15; 24827-14; 30696-37; 28481-16; 31142-32; 22112-1257; 31142-29; 31142-30; 31142-31; 26488-262; 26488-268; 26488-271; 26488-258; 31300-23; 26488-269; 26488-272; 26488-280; 26488-278; 26488-281; 26488-275; 32598-4; 32598-9; 32598-5; 32598-8; 33000-A-45; 29628-275; 29628-291; 29628-285; 29668-34; 29628-277; 29628-293; 29628-286; 28684-343; 29628-274; 29628-272; 29628-295; 29628-297; 28684-341; 29668-33; 29628-294; 29628-270; 28684-340; 29628-292; 29628-288; 33033-4; 32739-4; 33033-3; 33033-2; 33033-1; 24515-210; 24515-208; 24515-209; 32291-53; 30573-101; 2012Z06229; 31839-193; 2012Z06105; 32739-3; 32739-2; 2012Z05295; 22112-1388; 29478-10; 2012Z04865; 32752-24; 31532-66; 31532-75; 31532-76; 32708-21; 31532-68; 31532-74; 32708-20; 31532-70; 31322-175; 29407-143; 29653-14; 31765-53; 31765-54; 31765-50; 31757-44; 31757-43; 31757-41; 30196-150; 32847-15; 33000-X-78; 29407-137; 21501-02-1134; 21501-20-626; 29407-140; 2012Z05315; 32824-2; 21501-20-599; 24077-268; 2012Z05534; 19637-1502; 29344-86; 19637-1495; 19637-1494; 19637-1491; 19637-1493; 2011Z25093; 19637-1486; 19637-1490; 29344-85; 19637-1488; 19637-1489; 30902-21; 29407-142; 33001-22 en 21501-02-1136.

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met stenografisch verslag op:

  • - maandag 4 juni 2012 van 11.00 uur tot 16.00 uur, van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie over de implementatie van een kaderbesluit van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2008 betreffende het Europees bewijsverkrijgingsbevel ter verkrijging van voorwerpen, documenten en gegevens voor gebruik in strafprocedures (32717).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO cybersecurity en veiligheid overheidswebsites, met als eerste spreker het lid Gesthuizen;

  • - het VAO walvisjacht, met als eerste spreker het lid Ouwehand;

  • - het VAO numerus fixus voor de opleiding geneeskunde, met als eerste spreker het lid Van Gerven.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Voortman.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. De heer Grashoff heeft mij gevraagd of ik een rappel wil indienen voor zijn onbeantwoorde schriftelijke vragen over het verbod op glyfosaat, ingezonden op 8 maart 2012.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Lucassen.

De heer Lucassen (PVV):

Voorzitter. Ik verzoek, morgen alsnog te stemmen over de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (33129) in verband met de tijdige behandeling ten behoeve van de invoering ervan.

Mevrouw Berndsen (D66):

Ik maak hiertegen ernstig bezwaar. Dinsdag is gevraagd om uitstel van de stemmingen. Een meerderheid van de Kamer heeft, naar ik mag aannemen bij haar volle verstand, daarmee ingestemd. Er zijn geen feiten en omstandigheden veranderd. In het Presidium hebben wij nadrukkelijk de afspraak gemaakt dat er op donderdag niet zal worden gestemd anders dan wanneer dat strikt noodzakelijk is. Die paar dagen uitstel om het wetsvoorstel naar de Eerste Kamer te geleiden is wat mijn fractie betreft geen reden om dit toe te staan.

Mevrouw Karabulut (SP):

Dit is een ongelooflijke draai van de heer Lucassen. Blijkbaar is hij onder druk gezet en moest hij zijn hok in. Feitelijk is er totaal niets veranderd. De brief van de minister zegt niets, behalve dan dat de verhuurders met verkeerde informatie over de huurders aan de slag moeten. Nu zegt de heer Lucassen dat wij zo'n haast hebben. Ik zie die haast niet. Ik ben van het behoorlijk bestuur en de zorgvuldigheid, dus ik houd vast aan mijn eerdere beslissing.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat geldt ook voor GroenLinks.

De heer Monasch (PvdA):

Er zijn geen omstandigheden gewijzigd sinds afgelopen dinsdag. Het lijkt mij dus verstandig om vast te houden aan stemming op dinsdag.

Mevrouw De Boer (VVD):

Wij zouden er gisteren al over stemmen. Door omstandigheden wordt dat nu morgen. Wij vinden het een prima idee om er morgen over te stemmen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Gisteren is om uitstel van de stemmingen gevraagd. De omstandigheid die volgens mij veranderd is, is dat de gevraagde brief gekomen is. Gelet op die brief hebben wij er geen bezwaar tegen om morgen al te stemmen.

De heer Van Bochove (CDA):

Dat is ook het standpunt van de CDA-fractie.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De meer fundamentele afspraak is dat wij niet stemmen op donderdag, tenzij dat noodzakelijk is. Dinsdag was er een meerderheid voor uitstel, dus ik ga ervan uit dat de eerstvolgende gelegenheid om te stemmen ook weer dinsdag zal zijn. Als de coalitie, inmiddels nu ook met de PVV aan boord, toch wil stemmen, vraag ik mij af waarom dat dan per se morgen moet en niet dinsdag kan.

De heer Brinkman (Brinkman):

Omdat morgen een mooie dag is. Wat mij betreft gaan wij morgen gewoon stemmen.

De voorzitter:

Er is een meerderheid voor stemmingen morgen. Soms is het de oppositie die dat wil en soms de coalitie. Wij kunnen daar heel lang en heel kort over praten en ik weet ook wat wij in het Presidium hebben afgesproken, maar soms is een meerderheid opeens van een andere samenstelling. Dat is nu het geval. Wij gaan dus gewoon morgen stemmen bij aanvang van de middagvergadering, om 12.30 uur. Dan kan iedereen daarmee rekening houden. Dit overkomt ons allemaal wel eens een keer.

Het woord is aan de heer Roemer.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Op 13 februari ben ik, onder anderen samen met de premier, op bezoek geweest bij een kweker in de buurt van Tilburg. Met de premier hebben wij daar een prachtig bezoek gebracht aan het bedrijf van de gebroeders Van Oorschot, waar heel veel mensen uit de sociale werkvoorziening werken. Gisteravond tijdens de uitzending van Nieuwsuur hebben wij helaas kunnen constateren dat vanwege het wegvallen van de begeleiding het bedrijf genoodzaakt lijkt te zijn om al die mensen uit de sociale werkvoorziening te ontslaan en te vervangen door Oost-Europese werknemers. Voor volgende week staat een behandeling hierover op de agenda. Daarom wil ik specifiek hierover een brief van de minister-president, voor morgen 12.00 uur, met daarin antwoord op de volgende vragen.

Wat komt er terecht van de gedane beloften van de minister-president dat door de Wet werken naar vermogen geen mensen met een beperking worden ontslagen?

Erkent de minister-president dat de Wet werken naar vermogen werkgevers dwingt om afscheid te nemen van mensen met een beperking vanwege het wegvallen van de broodnodige begeleiding?

Wat is de reactie van de minister-president op het feit dat de werkgevers mensen met een beperking gaan ontslaan en goedkopere arbeidskrachten uit het buitenland gaan halen?

Wat is de reactie van de minister-president op het feit dat gemeenten overwegen om hun sociale werkbedrijven failliet te laten gaan, zoals gisteren ook in de uitzending werd aangekondigd?

Ik wil graag de brief hierover morgen voor 12.00 uur ontvangen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het hoeft inderdaad niet bij een verzoek om een brief, maar ik wil toch graag uitspreken dat ik het verzoek van harte ondersteun.

De voorzitter:

Prima. Dan gaan wij het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Wolbert.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Voorzitter. Alle werkgevers in de ouderenzorg hebben een onderzoek laten doen naar de stand van zaken in de ouderenzorg en hebben bovendien een notitie het licht doen zien, getiteld Het nieuwe ouder worden. De PvdA heeft geconstateerd dat de termijn van de speciale Kamercommissie ouderenzorg, waarin de voorzitter overigens zelf nog gezeten heeft, dit jaar afloopt zonder dat de contouren van een langetermijnbeleid voor ouderenzorg in Nederland zichtbaar zijn. De PvdA vindt dit een goede gelegenheid om hierover in debat te gaan met de staatssecretaris.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Het rapport is er nog niet. Ik heb begrepen dat dat morgen pas bekend wordt gemaakt. Laten wij nu eerst dat rapport afwachten, vervolgens een reactie van de staatssecretaris vragen en dan een debat inplannen.

Mevrouw Joldersma (CDA):

Wij kunnen ons aansluiten bij de vorige spreekster. Wij hopen dat wij meer rapporten over een visie op de ouderenzorg hierbij kunnen betrekken, zoals een rapport van de CSO waaraan wordt gewerkt.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Ik steun het verzoek van de PvdA. Ik zou daarbij ook het Deltaplan Dementie willen betrekken waarover wij binnenkort meer zullen horen, naast het feit dat het nationaal ouderenplan tot dit jaar loopt en wij ook kunnen kijken hoe dit verder gaat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks steunt het verzoek van mevrouw Wolbert.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

Ik sluit mij aan bij mevrouw Gerbrands.

De heer Van Gerven (SP):

Ik sluit mij aan bij het verzoek voor een breed debat over de ouderenzorg.

De voorzitter:

Mevrouw Wolbert, u hebt op dit moment nog geen meerderheid maar wel veel steun voor een verzoek om meer informatie. Ik stel voor dat u dat afwacht. Dan zie ik u terug.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ik heb de PVV horen zeggen: eerst een brief en dan een debat. Dus volgens mij is er ook steun voor een debat.

De voorzitter:

Jawel, maar volgens mij nog geen meerderheid. Mevrouw Gerbrands wil toch eerst een reactie?

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Mijn reactie was om eerst het rapport af te wachten, dan een reactie van de staatssecretaris te vragen en daarna verder te zien.

De voorzitter:

Dan had ik het goed begrepen, maar ik sluit nooit uit dat ik me vergis. Dus ik zie u terug als de brief er is, mevrouw Wolbert. Ik zal het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Op 30 januari hebben de regeringsleiders in Europa afgesproken dat alle lidstaten een banenplan moeten opleveren. Volgende week vergadert de commissie van EL&I over de EU 2020-strategie. Hierbij het verzoek aan de minister van EL&I en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om het banenplan dat op 30 januari is toegezegd, voor het AO van volgende week naar de Kamer te sturen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Wij kunnen nu verder met de agenda. Mijn eerste ondervoorzitter, de heer Van Beek, heeft mij verteld dat wij nu toe zijn aan de bijdrage van mevrouw Karabulut in het debat over de herziening van de regels over toegelaten instellingen en instelling van een Nederlandse Autoriteit toegelaten instellingen volkshuisvesting.

Ik heet de minister opnieuw welkom.

Naar boven