26 488 Vervanging F-16

Nr. 272 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juni 2011

Hierbij voldoe ik aan het verzoek van de vaste commissie voor Defensie van 26 mei jl. (kenmerk 2011Z10091/2011D27688) om naast de gecombineerde beantwoording van 25 mei jl. (kenmerk BS2011017088) op vragen van het lid El Fassed en de reactie op het commissieverzoek van 17 mei jl. (Aanhangsel Handelingen II, 2010/11, nr. 2671), een afzonderlijke reactie te geven op het SAR 2010-rapport over het F-35 programma.

Het Pentagon heeft in april jl. op grond van een wettelijke verplichting de Selected Acquisition Reports van de Amerikaanse materieelprojecten over 2010 naar het Congres gezonden, waaronder het rapport over de F-35. Het Pentagon zelf heeft het rapport niet openbaar gemaakt en in de brief van 25 mei jl. is uiteengezet dat het JSF Program Office de inhoud als niet representatief beschouwt voor de stand van zaken van het F-35 programma. Ondanks dat het SAR 2010-rapport niet aan de partnerlanden is aangeboden beschikte Defensie wel over voorlopige informatie over de investeringskosten van de CTOL-versie van de F-35 waarvoor Nederland belangstelling heeft. Zoals gemeld in de brief van 12 mei jl. (Kamerstuk 26 488, nr. 269) valideert en verwerkt Defensie de beschikbare informatie. De Kamer zal binnen enkele weken over de resultaten hiervan kunnen worden geïnformeerd, met dien verstande dat – zoals uiteengezet in de brief van 25 mei jl. – deze zomer nieuwe informatie beschikbaar zal komen met inbegrip van de raming van de Director of Cost Assessment and Program Evaluation (D-CAPE) van het Pentagon.

Met betrekking tot de exploitatiekosten heeft Defensie voor het Nederlandse project Vervanging F-16 gedetailleerde informatie nodig over de CTOL-versie om de raming van de jaarrapportage over 2010 (Kamerstuk 26 488, nr. 258) te kunnen actualiseren. De daarvoor benodigde informatie komt waarschijnlijk later dit jaar beschikbaar.

Naar verwachting zal het Pentagon in juni besluiten nemen over de nieuwe planning van de ontwikkelingsfase van de F-35 (SDD-fase) en vervolgens deze zomer een nieuw SAR-rapport aanbieden aan het Congres, met inbegrip van de nieuwe kostenramingen van de D-CAPE.

Na de besluitvorming door het Pentagon zal ik de Kamer informeren over de nieuwe planning van de SDD-fase en de stand van zaken van het testprogramma van de F-35.

De minister van Defensie,

J. S. J. Hillen

Naar boven