Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 januari 2012
Met deze brief breng ik u op de hoogte van een wijziging in het landgebonden asielbeleid
ten aanzien van Eritrea.
Deze wijziging behelst dat asielzoekers, die Eritrea op illegale wijze (zonder uitreistoestemming
van de Eritrese autoriteiten) zijn ontvlucht, nu in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning,
behalve als er sprake is van contra-indicaties. Daarnaast zal gedwongen terugkeer
naar Eritrea niet plaatsvinden omdat dit niet langer verantwoord is.
Uit het meest recente ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken van november
2011 blijkt dat asielzoekers die illegaal Eritrea zijn uitgereisd bij zelfstandige
én gedwongen terugkeer risico’s lopen op schending van artikel 3 EVRM. De Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in oktober 2011 uitspraak gedaan dat
– kort weergegeven – ook bij vreemdelingen die legaal Eritrea zijn uitgereisd niet
zonder nader onderzoek ervan kan worden uitgegaan dat zij bij gedwongen terugkeer
geen risico lopen op schending van artikel 3 EVRM. In het genoemde ambtsbericht staat
beschreven dat personen bij gedwongen terugkeer naar Eritrea kans lopen op gevangenschap
(voor onbepaalde tijd), mishandeling en foltering (soms tot de dood tot gevolg hebbend).
Volgens het ambtsbericht lopen illegaal uitgereisden ook bij vrijwillige terugkeer
risico’s. Dit is anders voor asielzoekers die legaal, met toestemming van de Eritrese
autoriteiten, zijn uitgereisd uit Eritrea. Zij kunnen volgens het ambtsbericht vrijwillig
terugkeren aangezien er voor hen niet op voorhand sprake is van een 3 EVRM-risico.
Zij zullen dan ook niet zonder meer voor toelating in aanmerking komen. Van hen wordt
verwacht dat zij zelfstandig terugkeren maar ook zij kunnen, vanwege de risico’s die
dit oplevert, niet gedwongen worden uitgezet. Overigens is de verwachting dat deze
laatste groep niet erg omvangrijk is aangezien de meeste asielzoekers verklaren dat
zij Eritrea illegaal hebben verlaten en het volgens het ambtsbericht in de praktijk
lastig is om uitreistoestemming te krijgen.
Ook onder het vigerende beleid komen asielzoekers uit Eritrea die illegaal zijn uitgereisd
al met geringe indicaties in aanmerking voor een verblijfsvergunning en de beleidsaanpassing
zal dan ook geen grote consequenties hebben voor de toelating van Eritrese asielzoekers.
Verder is al langere tijd uit ambtsberichten bekend dat ook bepaalde groepen personen,
zoals dienstweigeraars, politieke opposanten en aanhangers van bepaalde religies risico’s
lopen bij terugkeer in Eritrea.
Asielaanvragen van vreemdelingen uit Eritrea zullen nog steeds individueel worden
getoetst. Vanzelfsprekend blijft de Dublin-Verordening van toepassing op aanvragen
van Eritrese asielzoekers.
De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, G. B. M. Leers