19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 1488 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE, INTEGRATIE EN ASIEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 januari 2012

Met deze brief breng ik u op de hoogte van een wijziging in het landgebonden asielbeleid ten aanzien van Eritrea.

Deze wijziging behelst dat asielzoekers, die Eritrea op illegale wijze (zonder uitreistoestemming van de Eritrese autoriteiten) zijn ontvlucht, nu in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning, behalve als er sprake is van contra-indicaties. Daarnaast zal gedwongen terugkeer naar Eritrea niet plaatsvinden omdat dit niet langer verantwoord is.

Uit het meest recente ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken van november 2011 blijkt dat asielzoekers die illegaal Eritrea zijn uitgereisd bij zelfstandige én gedwongen terugkeer risico’s lopen op schending van artikel 3 EVRM. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in oktober 2011 uitspraak gedaan dat – kort weergegeven – ook bij vreemdelingen die legaal Eritrea zijn uitgereisd niet zonder nader onderzoek ervan kan worden uitgegaan dat zij bij gedwongen terugkeer geen risico lopen op schending van artikel 3 EVRM. In het genoemde ambtsbericht staat beschreven dat personen bij gedwongen terugkeer naar Eritrea kans lopen op gevangenschap (voor onbepaalde tijd), mishandeling en foltering (soms tot de dood tot gevolg hebbend).

Volgens het ambtsbericht lopen illegaal uitgereisden ook bij vrijwillige terugkeer risico’s. Dit is anders voor asielzoekers die legaal, met toestemming van de Eritrese autoriteiten, zijn uitgereisd uit Eritrea. Zij kunnen volgens het ambtsbericht vrijwillig terugkeren aangezien er voor hen niet op voorhand sprake is van een 3 EVRM-risico. Zij zullen dan ook niet zonder meer voor toelating in aanmerking komen. Van hen wordt verwacht dat zij zelfstandig terugkeren maar ook zij kunnen, vanwege de risico’s die dit oplevert, niet gedwongen worden uitgezet. Overigens is de verwachting dat deze laatste groep niet erg omvangrijk is aangezien de meeste asielzoekers verklaren dat zij Eritrea illegaal hebben verlaten en het volgens het ambtsbericht in de praktijk lastig is om uitreistoestemming te krijgen.

Ook onder het vigerende beleid komen asielzoekers uit Eritrea die illegaal zijn uitgereisd al met geringe indicaties in aanmerking voor een verblijfsvergunning en de beleidsaanpassing zal dan ook geen grote consequenties hebben voor de toelating van Eritrese asielzoekers. Verder is al langere tijd uit ambtsberichten bekend dat ook bepaalde groepen personen, zoals dienstweigeraars, politieke opposanten en aanhangers van bepaalde religies risico’s lopen bij terugkeer in Eritrea.

Asielaanvragen van vreemdelingen uit Eritrea zullen nog steeds individueel worden getoetst. Vanzelfsprekend blijft de Dublin-Verordening van toepassing op aanvragen van Eritrese asielzoekers.

De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, G. B. M. Leers

Naar boven