32 193 Wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht en enige andere wetten in verband met de invoering van geïntegreerd toezicht en de gewijzigde rol van de Inspectie van het onderwijs bij het toezichtproces

Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 maart 2012

In mijn brief van 12 december 2011 over de opbrengstenbeoordeling in het primair onderwijs (Kamerstukken II, 2011–11, 32 193, nr. 31) heb ik aangegeven uw Kamer voor 1 maart 2012 te informeren over een verkenning. Het ging daarbij om een verkenning naar de variabele «opleiding» bij de beoordeling van de leerresultaten in het primair onderwijs door de Inspectie van het Onderwijs. In de brief heb ik aangegeven dat de inspectie met de PO-Raad overleg voert over de opzet en uitwerking van deze verkenning. Dit overleg wordt in de eerste helft van de maand maart afgerond. Hierdoor is het niet mogelijk om u voor 1 maart te informeren.

Ik kan u toezeggen dat u de toegezegde informatie over de doelstelling, opzet, inrichting en duur van de verkenning voor 1 april 2012 ontvangt. Dit met het oog op het ingeplande algemeen overleg met uw Kamer van 12 april 2012 over bovengenoemde brief.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven