33 000 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2012

Nr. 101 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 november 2011

Naar aanleiding van de begrotingsbehandeling van Binnenlandse Zaken op 17 november 2011 is door lid van Dam (PVDA) het amendement 33 000 VII nr. 35 ingediend waarin wordt voorgesteld om € 7 mln aan te wenden ten laste van begrotingsartikel 8 «Kwaliteit Rijksdienst» voor handhaving in het kader van en bestrijding van illegale bewoning. In mijn mondelinge reactie daarop heb ik aangegeven dit amendement te ontraden, omdat het een taak betreft die uitdrukkelijk bij de gemeenten ligt en het bedrag hiertoe niet geëigend is. Ook uit het overleg daarover blijkt dat gemeenten vooral juridische ondersteuning wensen bij de problemen waar men tegenaan loopt. Ik heb aangegeven dat de voorgestelde dekking niet deugdelijk is en toegezegd daarop een nadere toelichting te geven.

Deze brief gaat in op de wijze waarop de in de begroting opgenomen budgetflexibiliteit geïnterpreteerd moet worden en wat dit specifiek voor begrotingsartikel 8 «Kwaliteit Rijksdienst» betekent.

Zoals de rijksbegrotingsvoorschriften voorschrijven, staan op alle begrotingsartikelen budgetten met een bestemming. Er zijn dus geen budgetten zonder bestemming zoals het amendement suggereert. Bij de onderbouwing van de budgettaire raming wordt – conform de rijksbegrotingsvoorschriften voor de begroting 2012 – ook aangegeven in welke mate er sprake is van budgetflexibiliteit. Daaronder wordt verstaan de mate waarin de budgetten reeds juridisch zijn verplicht ten tijde van de opstelling van de begroting. Budgetflexibiliteit is technisch gezien bedoeld om u inzicht te bieden in de mate waarin verplichtingen reeds juridisch zijn aangegaan en mag niet gezien worden als mate waarin budgetten vrij besteedbaar zijn.

Het feit dat er voor een deel van de uitgaven op begrotingsartikel 8, te weten voor Bedrijfsvoering Rijk en de bijdrage Arbeidsmarkt Communicatie nog geen juridische verplichtingen zijn aangegaan, houdt niet in dat er geen middelen nodig zijn voor de beoogde doelstellingen op deze beleidsonderdelen. Het grootste deel van de nog niet verplichte uitgaven is bestemd voor de rijksbrede bedrijfsvoering en het Uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst in het bijzonder.

Het uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst omvat zestien projecten waarmee de met dit programma beoogde besparingen (ca. € 800 mln) gerealiseerd dienen te worden ter gedeeltelijke invulling van de taakstelling voor het rijk, zoals opgenomen in het regeerakkoord.

Daarnaast zal in 2012 het functiegebouw Rijk bij alle departementen worden geïmplementeerd en zullen 20 000 uniforme digitale werkplekken (DWR cliënts) operationeel worden en zullen alle departementen overstappen op rijksportaal.

De middelen voor de Arbeidsmarkt Communicatie zullen worden aangewend voor een aantal producten die rijksbreed worden ingezet: imagocampagne van het Rijk, recruitement programma’s en de technische infrastructuur (carrièresites overheid).

Ik acht de voorgestelde dekking van het amendement op begrotingsartikel 8 daarom ondeugdelijk, omdat de voorgestelde dekking op begrotingsartikel 8 reeds een bestemming heeft en niet voor dit doel kan worden aangewend.

Hopende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Naar boven