28 684 Naar een veiliger samenleving

29 628 Politie

Nr. 343 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 maart 2012

In deze brief ga ik in op een door de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Inspectie OOV) in 2011 uitgevoerde effectmeting over de voortgang van de verbeteracties bij het beheer van in beslag en in bewaring genomen vuurwapens en munitie door de politie. Tevens geef ik in deze brief aan welke acties de politie in 2011 heeft ondernomen om de processen inbeslagname en beheer van vuurwapens en van verdovende middelen te verbeteren en te optimaliseren.

Aanleiding

De afgelopen jaren bleek dat de politie het proces van inbeslagname en beheer van vuurwapens en munitie en van inbeslagname van verdovende middelen niet voldoende beheersbaar en controleerbaar had. Dit bleek bijvoorbeeld uit onderzoek van de Inspectie uit 2008, vuurwapens weg1, en 2011, Stand van zaken verbetermaatregelen afhandeling in beslag genomen drugs2.

Beide keren heb ik de politie verzocht deze werkprocessen uniform te regelen. Het is immers van groot belang dat de inbeslagname en beheer van vuurwapens, munitie en verdovende middelen met de grootste zorgvuldigheid geschiedt.

Inspectie OOV: effectmeting onderzoek inbeslagname en beheer van vuurwapens

Naar aanleiding van het rapport Vuurwapens Weg uit 2008 van de Inspectie OOV, heeft de Inspectie OOV in 2011, een effectmeting gehouden naar de verbeteracties bij het beheer van in beslag en in bewaring genomen vuurwapens en munitie door de politie.

Het volledige rapport van de effectmeting door de Inspectie OOV doe ik u met deze brief toekomen3.

Reactie op de uitkomsten van de effectmeting van de Inspectie OOV door Politie en OM

De effectmeting van de Inspectie OOV heb ik voorgelegd aan het OM en de politie. De politie onderschrijft in haar reactie dat het beter moet. Wel nuanceert zij de opmerking van de Inspectie OOV dat er »concrete misstanden» zijn aangetroffen met betrekking tot vuurwapens. Op het moment van de effectmeting van de IOOV gold nog de afspraak tussen politie en OM dat inbeslaggenomen vuurwapens ook ter vernietiging aangeboden mochten worden met andere dan de voorgeschreven registratiekenmerken.

Het OM benadrukt dat het zich herkent in het rapport van de Inspectie OOV en heeft op zich genomen om ook beslissingen inzake de afhandeling van bestuurlijke wapens (vuurwapens waarvoor een verlof is afgegeven) te nemen.

Beleidsreactie op het onderzoek:

De effectmeting van de Inspectie OOV heeft plaats gevonden in het tweede kwartaal van 2011. De politie stond op dat moment aan de vooravond van de implementatie van beide protocollen.

De aanbevelingen van de Inspectie OOV waren:

  • Kom op korte termijn tot een schriftelijke overeenstemming over de verantwoordelijkheid voor het proces van bestuurlijke vuurwapens en draag dit actief uit.

    • Stand van zaken 1 februari 2012:

      De politie heeft naast het protocol voor afhandelen aangetroffen vuurwapens en munitie aanvullende afspraken gemaakt met het OM in relatie tot de afhandeling van bestuurlijke wapens. Belangrijkste hierbij is de inrichting van een centraal Regionaal Bureau Wapens en Munitie (RBWM). Daarnaast is ook recht gedaan aan de aanbeveling van de Inspectie OOV om het OM verantwoordelijk te laten zijn voor de vernietiging van alle vuurwapens.

  • Zorg voor heldere en vooral begrijpelijke en concrete uitvoeringsgerichte communicatie over hoe de afhandeling van vuurwapens en munitie binnen alle geledingen van de politie moet plaatsvinden.

    • Stand van zaken 1 februari 2012:

      Met behulp van het landelijke Beslag Interventie Team is hier door de politie invulling aan gegeven.

  • Geef als OM invulling aan het voornemen om maandelijks op de beslaglocaties de beslagbeslissing te nemen.

    • Stand van zaken 1 februari 2012:

      Het OM neemt bij alle RBWM’s binnen 30 dagen een beslissing.

  • Zorg dat minimaal iedere (toekomstige) regionale politie-eenheid een RBWM heeft met voldoende capaciteit en expertise.

    • Stand van zaken 1 februari 2012:

      Dit heb ik nog strikter laten invullen door de politie. Ik heb de politie verzocht om de protocollen zo spoedig mogelijk te implementeren. Dit houdt in dat alle korpsen op dit moment een RBWM hebben. Ook in de Nationale Politie zal dit geborgd zijn. Hiermee wordt ook meteen uitvoering gegeven aan de toezegging van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie om te inventariseren in welke politieregio’s op dit moment nog geen vuurwapencentrale is en hiervoor een voorziening te treffen.

Conclusie

De uitkomsten van de effectmeting van de Inspectie OOV hebben een extra impuls gegeven aan de invoering van een eenvormige werkwijze met betrekking tot het beslag en beheer van vuurwapens en munitie en verdovende middelen door de politie. De aanbevelingen uit het rapport van de Inspectie OOV van september 2011 zijn door de politie en het OM allemaal overgenomen en geïmplementeerd.

Ik zal aan de Inspectie OOV vragen om eind 2012 een vervolgonderzoek bij de politie te houden met betrekking tot de werking van zowel het protocol afhandelen aangetroffen vuurwapens en munitie als het protocol afhandelen aangetroffen verdovende middelen.

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten


X Noot
1

Brief aan de Tweede Kamer dd 2 september 2009, Reactie op het rapport «Vuurwapens weg»van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Kamerstuk 28 684, nr. 240).

X Noot
2

Brief aan de Tweede Kamer dd 4 mei 2011, Ropport IOOV in beslag name drugs door politie (Kamerstuk 29 628, nr. 258).

X Noot
3

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven