29 407 Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten

Nr. 142 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 maart 2012

Naar aanleiding van het verzoek van het lid Schouw tijdens de regeling van werkzaamheden van 20 maart jongstleden reageer ik hierbij, mede namens de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, op het artikel in «De Standaard» van 16 maart jongstleden, getiteld «Paria in Europa? – Stilaan is iedereen boos op Nederland».

Op een aantal punten neemt dit kabinet in EU-verband een stevige positie in. Ook is het soms nodig om – desnoods als eerste of als enige – bepaalde problemen aan de orde te stellen. We doen dat, omdat we ervan overtuigd zijn dat dat op die punten nodig is in het belang van Nederland, en uiteindelijk ook in het belang van Europa. Het kabinet spant zich op alle niveaus, zowel politiek als ambtelijk en diplomatiek, in om de Nederlandse standpunten zo goed mogelijk voor het voetlicht te brengen.

Het regeringsstandpunt inzake het meldpunt «Midden- en Oost-Europeanen» is u toegezonden in een brief van de minister-president en ondergetekende d.d. 15 maart jl. (Kamerstuk 29 407, nr. 140)

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

Naar boven