21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 271 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 maart 2012

Tijdens het Algemeen Overleg over de voorbereiding van de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid op 15 februari jl. (Kamerstuk 21 501-31, nr. 270), heb ik u toegezegd om informatie te geven over werkloosheidsregelingen voor zelfstandigen in andere EU-lidstaten.

Blijkens informatie van de database voor Europese sociale zekerheid Missoc (www.missoc.org) kennen 12 landen een werkloosheidsregeling voor zelfstandigen in de Europese Unie (27 lidstaten). In 6 landen betreft het een verplichte verzekering op minimumniveau met daarbij in enkele gevallen de mogelijkheid zich verder aanvullend te verzekeren. In 6 andere landen is er alleen de mogelijkheid zich vrijwillig te verzekeren.

In de Scandinavische EU-lidstaten (Zweden, Denemarken en Finland) wordt geen onderscheid gemaakt in sociale bescherming tussen werknemers en zelfstandigen. In deze lidstaten hebben zelfstandigen zonder werk, naast het recht op een minimumvoorziening, recht op een inkomensgerelateerde uitkering indien men zich aanvullend extra verzekerd heeft bij een brancheorganisatie. Polen, Tsjechië en Hongarije kennen een verplichte werkloosheidsregeling voor zelfstandigen. Oostenrijk, Luxemburg, Roemenië, Slowakije, Slovenië en Spanje kennen een vrijwillige regeling voor zelfstandigen in geval van werkloosheid. Ierland en het Verenigd Koninkrijk tenslotte kennen alleen een zeer beperkte werkloosheidsregeling voor vissers (en zijn niet meegeteld bij de landen met een regeling voor zelfstandigen).

Voor verdere informatie over de regelingen verwijs ik naar de bovengenoemde Missoc-database voor Europese sociale zekerheid.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp

Naar boven