29 628 Politie

Nr. 288 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 januari 2012

Hierbij doe ik mijn belofte gestand om u te informeren over het aantal aspiranten dat in 2011 bij de politie is ingestroomd. In deze brief schets ik het verloop en de resultaten van de instroom in 2011.

Om de operationele sterkte van 49 500 fte op peil te houden was in 2011 een instroom van 1 850 aspiranten vereist. In de maartcirculaire van 2011 heb ik het aantal te werven aspiranten per korps vastgesteld en de hiervoor benodigde financiële middelen ter beschikking gesteld. Nadat bleek dat in de loop van het jaar de realisatie ver achterbleef bij de vereiste instroom – bij de eerste twee instroommomenten van het politieonderwijs in januari en april 2011 waren in totaal slechts 276 aspiranten ingestroomd – heb ik maatregelen getroffen, waarover ik uw kamer heb geïnformeerd1. Om de in de eerste helft van het jaar opgelopen achterstand in de instroom in te lopen, is onder meer een extra instroommoment in december 2011 georganiseerd.

In de tweede helft van 2011 is door de korpsen en de Politieacademie een prestatie van formaat geleverd door alsnog het benodigde aantal aspiranten te werven, te selecteren en aan te stellen. Ik heb grote waardering voor de medewerkers die deze opdracht hebben geklaard. In 2011 zijn volgens opgave van de korpsen 1 890 aspiranten aangesteld, waaronder 100 recherchekundige zij-instromers. In deze 1 890 aspiranten zijn niet meegerekend 22 aspiranten die in 2011 wel waren aangesteld, maar in datzelfde jaar voortijdig de opleiding hebben verlaten. Ook niet meegerekend zijn 17 aspiranten die onder voorbehoud zijn aangesteld en op een later moment met de opleiding zullen starten. Hiermee is ruimschoots voldaan aan het benodigde aantal van 1 850 aspiranten, dat nodig was om de operationele sterkte op peil te houden.

Zoals gesteld hebben 22 aspiranten voortijdig de opleiding verlaten. Uitval tijdens het onderwijs is een bekend, maar onvermijdelijk fenomeen. Door adequate maatregelen, zoals goede voorlichting, goed onderwijs en een goede begeleiding wordt getracht het uitvalspercentage te beperken, dan wel zoveel mogelijk in het begin van de opleiding te laten plaatsvinden.

De instroom van eind 2011 en ook die van begin 2012 zal zo evenwichtig mogelijk over de instroommomenten en de zes opleidingslocaties van de Politieacademie worden verdeeld. De formatie van de Politieacademie is berekend op een gemiddelde jaarlijkse instroom van 2000 aspiranten. Dat neemt niet weg dat er in 2012 op momenten onvermijdelijk een piek zal zijn in het aantal aspiranten dat aan de Politieacademie verblijft. Dit is noodzakelijk en onvermijdelijk om de in de eerste helft van 2011 opgelopen achterstand in de instroom in te kunnen halen. In overleg tussen de korpsen en de Politieacademie is afgesproken dat tijdig in de benodigde docenten zal worden voorzien. Ik zal de uitvoering van deze afspraken nauwlettend volgen.

De kamervragen die over dit onderwerp en over de examinering zijn gesteld zal ik op korte termijn afzonderlijk beantwoorden.

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten


X Noot
1

Kamerstukken 2011–2012, 29 628, nrs. 277 en 282.

Naar boven