Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 36410-VII nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 36410-VII nr. 2 |
Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 11.200.030.000
Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 630.989.000
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.
Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).
Wetsartikel 2
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de in de staat opgenomen baten-lastenagentschappen voor het onderhavige jaar vastgesteld en worden de verplichtingen, ontvangsten en uitgaven van verplichtingen-kasagentschappen voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in die begrotingen opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (Begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake de agentschappen.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,H.M.de Jonge
Algemeen
Voor u ligt de begroting 2024 van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Groeiparagraaf
– De begroting 2024 bouwt voort op de ontwikkeling van de begroting 2023.
– Aan dit begrotingshoofdstuk is ten opzichte van de begroting 2023 het artikel 14 slavernijverleden opgenomen. Dit betreft de bijdragen van diverse departementen ter financiering van een pakket maatregelen in het kader van het slavernijverleden.
– Verder is aan dit begrotingshoofdstuk ten opzichte van de begroting van 2023 bijlage 9 Nationaal Groeifonds opgenomen. Deze bijlage bevat financiële informatie en een beknopte toelichting van de stand van zaken van de NGF-projecten die onder verantwoordelijkheid van BZK vallen.
– De budgetflexibiliteit is naar aanleiding van de Rijksbegrotingsvoorschriften vanaf de ontwerpbegroting 2023 gedetailleerder opgedeeld in vier categorieën: juridisch verplicht, bestuurlijk gebonden, beleidsmatig gereserveerd en nog niet ingevuld dan wel vrij te besteden.
Beleidsagenda
De beleidsagenda geeft een overzicht van de hoofdlijnen van het beleid en wordt afgesloten met de volgende vier overzichten:
– Overzichtstabel met de belangrijkste beleidsmatige mutaties;
– Openbaarheidsparagraaf;
– Strategische evaluatieagenda;
– Overzicht van risicoregelingen;
– Overzicht coronamaatregelen.
In het overzicht van risicoregelingen zijn de tabellen "Garanties‘ en ‘Achterborgstellingen‘ opgenomen. Het betreft de Rijkshypotheekgaranties, de herplaatsingsgarantie, de achterborgstellingen voor het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW).
Beleidsartikelen
In de beleidsartikelen staan de beleids- en de financiële informatie over de voorgenomen uitgaven. De begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) bevat tien beleidsartikelen:
– artikel 1. Openbaar bestuur en democratie
– artikel 2. Nationale veiligheid
– artikel 3. Woningmarkt
– artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit
– artikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet
– artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving
– artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid
– artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid
– artikel 14. Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité
Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:
A. Algemene doelstelling
B. Rol en verantwoordelijkheid
C. Beleidswijzigingen
D. Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
E. Toelichting op de instrumenten
Budgetflexibiliteit
De peildatum van de gepresenteerde budgetflexibiliteit (op basis van juridische verplichtingen) is 1 januari 2024.
Niet-beleidsartikelen
De begroting van BZK bevat drie niet-beleidsartikelen:
– artikel 11. Centraal apparaat
– artikel 12. Algemeen
– artikel 13. Nog onverdeeld
Begroting agentschappen
De begroting van BZK kent de volgende acht baten-lastenagentschappen:
– Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)
– Logius
– Organisatie & Personeel (O&P Rijk)
– Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie (RODI)
– FMHaaglanden (FMH)
– Shared Service Centrum ICT (SSC-ICT)
– Rijksvastgoedbedrijf (RVB)
– Dienst van de Huurcommissie (DHC)
– Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL)
Bijlagen
De begroting van BZK bevat tien bijlagen:
1. Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak
2. Specifieke uitkeringen
3. Verdiepingsbijlage
4. Moties en toezeggingen
5. Subsidieoverzicht
6. Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda
7. Rijksuitgaven Caribisch Nederland
8. Overzicht rijksuitgaven Wind in de Zeilen
9. Nationaal Groeifonds projecten
10. Openingsbalans Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL)
Het uitgangspunt is om in de verdiepingsbijlage de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2023 (RBV 2023) is opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:
Artikel | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
1. Openbaar bestuur en democratie | Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
2. Nationale Veiligheid | Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
3. Woningmarkt | Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 5 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln.Ontvangsten: 10 mln. |
4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving | Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 4 mln. |
11. Centraal apparaat | Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten:1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
12. Algemeen | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
13. Nog onverdeeld | Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
14. Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité | Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln. | Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln. |
BZK werkt aan de basis van Nederland en ons Koninkrijk en zet zich daarbij in voor het beschermen, onderhouden en vernieuwen van de democratische rechtsstaat. Dat is het fundament voor de wijze waarop wij in Nederland met elkaar samenleven. Zij is de basis voor de vrijheid en veiligheid van mensen om zich te ontwikkelen, om te kunnen zijn wie ze willen zijn en ze draagt bij aan de brede welvaart in Nederland. Zodat iedereen meetelt, mee kan doen en dezelfde kansen heeft. Offline en online. We maken ons sterk voor een veilige, inclusieve en kansrijke digitale samenleving in Europees Nederland, Caribisch Nederland en de Landen. Hierbij werken we vanuit de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren. Het is van groot belang dat iedereen prettig kan wonen in een fijne omgeving. Op het gebied van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening neemt BZK de regie om ervoor te zorgen dat er binnen de schaarse fysieke leefomgeving ruimte is voor onder andere woningen, natuur, landbouw en bedrijvigheid. We zetten verdere stappen, vanuit de Nationale Bouw- en Woonagenda, om ervoor te zorgen dat iedereen kan wonen in een duurzaam en betaalbaar huis.
Herstel verbinding samenleving
Elke regio telt en Regiodeals
Goed interbestuurlijk samenwerken begint met elkaar kennen, naar elkaar luisteren en van elkaar leren. Iedere regio heeft een eigen verhaal, identiteit en kracht. Die verscheidenheid aan regio’s maakt Nederland kleurrijk. Het betekent ook dat kansen en uitdagingen per regio verschillen. Het is belangrijk om daar aandacht voor te hebben en maatwerk te bieden, vooral als het een regio betreft waar de brede welvaart onder druk staat. Iedereen in Nederland moet gelijke kansen en ontwikkelingsmogelijkheden hebben, ongeacht waar iemand woont. Regiodeals zijn een belangrijk (interbestuurlijk en vanuit meerdere departementen) instrument om samen met ondernemers, kennisinstituten, culturele instellingen en maatschappelijke organisaties de kwaliteit van leven, wonen en werken in een regio te vergroten. We investeren samen met de regio's, door middel van de Regiodeals, in het versterken van brede welvaart die goed aansluit op het specifieke karakter van een regio. In 2024 wordt verdergegaan met de uitvoering van de al gesloten deals en stellen we de nieuwe mogelijkheid voor het sluiten van Regiodeals open.
Het Rijk heeft de afgelopen decennia te lang geïnvesteerd in gebieden die al sterk zijn. Dit leidde tot onwenselijke verschillen tussen regio’s en het gevoel dat de overheid er niet voor iedereen is, terwijl de kwaliteit van wonen, werken en leven het uitgangspunt moet zijn voor het handelen van de rijksoverheid in alle regio’s van Nederland. Het kabinet neemt de drie adviezen uit het rapport Elke regio telt! hierbij als vertrekpunt en gaat deze samen met inwoners, medeoverheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties uitwerken. Zo moet beleid en de manier van investeren anders worden vastgesteld. Bij het maken van nieuw beleid is het van belang om het effect op de regio te toetsen en moet het beleid beter uitvoerbaar zijn voor medeoverheden.
Om de rijksoverheid meer zichtbaar en toegankelijk voor mensen in de regio te maken, werkt het kabinet aan een betere spreiding van rijksdiensten en rijkswerkgelegenheid over het land. Een overheid die dichtbij is versterkt immers de binding met de mensen in de regio. Nieuwe inzichten in de betekenis van een nabije rijksoverheid worden vertaald naar beleidsvorming, dienstverlening, uitvoering en hoe er met de regio wordt samengewerkt. Het gaat daarbij om meer dan alleen een fysieke aanwezigheid. Het gaat er ook om hoe de taken van een rijksdienst zich tot een regio verhouden en het vormen van duurzame samenwerkingsverbanden tussen de rijksoverheid en regio’s. Door de aanwezigheid van rijksdiensten die aansluiten bij de kernkwaliteiten van een regio, kunnen de rijksoverheid en regio's elkaar vooruitbrengen.
Slavernijverleden
Op 19 december 2022 heeft de Staat excuses aangeboden voor de rol van diens bestuurlijke, historische voorgangers bij het slavernijverleden. De erkenning van het grote historische leed van tot slaaf gemaakten, en postuum van hun nazaten, draagt bij aan de maatschappelijke verwerking van dit verleden en de bestrijding van discriminatie en racisme vandaag de dag. Wij coördineren de opvolging van deze excuses. We werken de toezeggingen uit die het kabinet heeft gedaan in reactie op het rapport van de Dialooggroep Slavernijverleden en zetten een structurele dialoog op met nazaten en andere betrokkenen in het gehele Koninkrijk, het Caribisch deel en Suriname. Ook werken we aan een fonds dat twee doelen zal hebben: een subsidieregeling voor maatschappelijke initiatieven en het uitvoeren van maatregelen voor kennis en bewustwording, erkenning en herdenken en doorwerking en verwerking.
Antidiscriminatie
Met de rijksbrede aanpak van discriminatie wil het kabinet ervoor zorgen dat mensen in waardigheid vrij, veilig en gezond kunnen samenleven en de groep die discriminatie ervaart, 12,1% van de 15-plussers zoals de factsheet Brede Welvaart laat zien, verder afneemt. In 2024 zal daarom uitvoering worden gegeven aan het Nationaal programma tegen discriminatie en racisme.
Een overheid die responsief, dienstbaar en dichtbij is
Een responsieve overheid luistert goed naar wat er leeft en zorgt ervoor dat wetgeving, beleid en uitvoering meer één geheel vormen. Hierbij is het belangrijk dat signalen uit de uitvoering ook tijdig bij de beleidsmakers terugkomen. Een dienstbare overheid let niet alleen op de regels, maar kijkt ook hoe haar handelen voor mensen uitpakt. Een realistische overheid belooft niet meer dan ze waar kan maken. Een overheid die werkt vanuit deze waarden is noodzakelijk voor de stabiliteit van onze democratische rechtsstaat. Ook dit levert een belangrijke bijdrage aan brede welvaart en het effectief handelen van de overheid. Gemeenten spelen hierbij een cruciale rol. Zij zijn namelijk in de meeste gevallen het eerste contact met de overheid. Er zijn verschillende wetsvoorstellen in voorbereiding met als doel gemeenten te ondersteunen bij deze dienstverlenende rol en samen op te trekken bij de uitwerking. Ook zetten we in op innovatie en het ophalen van signalen uit de praktijk die als input dienen voor departementen ter versterking van de effectiviteit van beleid. Met het wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Algemene wet bestuursrecht wordt ingezet op het bevorderen van persoonlijk contact en wordt een dienstbaarheidsbeginsel geïntroduceerd.
Democratische vernieuwing
Te veel mensen in Nederland hebben het gevoel dat zij onvoldoende een stem hebben in de besluiten die hen raken. Wij zorgen er daarom voor dat inwoners, ook om de brede welvaart te verhogen, meer betrokken worden en waar mogelijk inspraak krijgen bij keuzes en vragen rond urgente maatschappelijke transities. Zo kunnen we onze representatieve democratie versterken. We verkennen op nationaal niveau hoe gelote burgerfora en digitale vormen van participatie de zeggenschap van mensen bij grote opgaven kan vergroten. Op lokaal niveau stimuleren we de vernieuwing van de democratie met het wetsvoorstel Versterking participatie op decentraal niveau.
Betrouwbare informatie en maatschappelijke stabiliteit
Desinformatie, die wordt verspreid om het publieke debat te beïnvloeden, kan ernstige gevolgen hebben: ze kan de democratie ondermijnen, het vertrouwen in de democratische rechtsstaat verminderen, polarisatie aanwakkeren en het verloop van vrije en eerlijke verkiezingen verstoren. Daarom moeten we optreden tegen de verspreiding van desinformatie. We werken samen met andere betrokken partijen om de invloed van desinformatie te verminderen. Hierbij richten we ons op maatregelen afhankelijk van de inhoud van desinformatie, de producent of verspreider, de verantwoordelijkheden van traditionele en sociale media en op kennisontwikkeling.
Fundament
Grondrechten / constitutionele toetsing
We gaan verder met de uitwerking van een voorstel dat ertoe strekt toetsing door de rechter van wetten aan verschillende grondrechten mogelijk te maken: constitutionele toetsing. Het streven is om eind 2023 een voorstel tot wijziging van Grondwet in consultatie te brengen. Dit voorstel zal in 2024 verder in procedure worden gebracht. Grondrechten blijven ook in verschillende andere trajecten de aandacht van het kabinet houden.
De democratische rechtsstaat vraagt ook om vernieuwing van het democratisch stelsel om ervoor te zorgen dat mensen zich vertegenwoordigd (blijven) voelen. De door het kabinet aan de Raad van State en de Kamers voorgelegde voorstellen ter uitvoering van de Staatscommissie Parlementair stelsel (commissie-Remkes) worden (verder) in behandeling genomen. Daarnaast bezinnen wij ons op het Nederlandse systeem van geschilbeslechting in het verkiezingsproces.
Weerbaarheid en betrokkenheid bij democratie
Weerbaarheid politieke ambtsdragers en aantrekkelijkheid politieke ambt
Politieke ambtsdragers en ambtenaren moeten zonder oneigenlijke druk van buitenaf hun ambt kunnen vervullen. Overheidsorganisaties hebben echter helaas steeds vaker te maken met agressie, intimidatie en andere ondermijnende invloeden. We zetten daarom met het Netwerk Weerbaar Bestuur in op meer weerbaarheid en veiligheid van decentrale politieke ambtsdragers en de ambtelijke organisaties. Hierbij richten we ons op het verhogen van de bewustwording van de risico’s, onder meer door het (door middel van onderzoek) in beeld brengen van de kwetsbaarheden van gemeentelijke processen die vatbaar kunnen zijn voor ondermijning. Ook bieden we meer maatwerk bij de (preventieve) beveiligingsadviezen voor de woningen van decentrale bestuurders. Daarnaast wordt de aantrekkelijkheid van politieke ambten binnen gemeente- en provinciebesturen bevorderd door in te zetten op adequate ondersteuning van de volksvertegenwoordingen zoals de griffie(r) en door te stimuleren dat politieke ambtsdragers gebruikmaken van de bestaande scholings- en opleidingsmogelijkheden.
Wet politieke partijen en integriteit
Betrouwbaar bestuur is het fundament onder onze democratische rechtsstaat. Daarom is het van groot belang dat individuele bestuurders en het bestuur als geheel integer opereren. Om de bestuurlijke integriteit te bevorderen richten wij ons in 2024 op preventieve maatregelen, zoals de screening van kandidaat-bestuurders op decentraal niveau. Op nationaal niveau gaat het daarnaast om maatregelen tijdens en na het ambt. Verschillende voorstellen zijn over deze onderwerpen in voorbereiding of worden verder gebracht. Ook stimuleert het kabinet gesprekken en trainingen over integriteit, zowel tussen bestuurders als tussen ambtenaren, en volgt het ook zelf een training over dit onderwerp.
Politieke partijen vormen de brug tussen de samenleving en publieke besluitvorming. Deze publieke functie maakt het ook noodzakelijk dat politieke partijen transparant zijn over hun organisatie en financiering, zodat kiezers een vrije, goed geïnformeerde keus kunnen maken. Dit vraagt om nadere regels. Daarom is eind 2022 de Wet op de politieke partijen (Wpp) in consultatie gegaan. Door middel van het voorstel tot de Wpp beoogt het kabinet de positie van politieke partijen en onze democratie te versterken, en wordt het risico op ongewenste beïnvloeding verkleind.
Nationale veiligheid en grenzen stellen
Dreiging
De Nederlandse overheid heeft de grondwettelijke plicht onze open en vrije samenleving en de democratische rechtsorde te beschermen en de internationale rechtsorde te bevorderen. Het belang van het werk van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) hierbij is de afgelopen jaren toegenomen vanwege de groeiende hoeveelheid en verscheidenheid aan dreigingen. Het is de taak van de AIVD om de nationale veiligheid te beschermen. De afgelopen jaren komen dreigingen zowel vanuit terroristische, criminele en extremistische groeperingen, als vanuit statelijke actoren die door middel van offensieve cyberprogramma’s, spionage, heimelijke beïnvloeding en inmenging een dreiging vormen voor de (economische) veiligheid van Nederland. Deze optelsom van dreigingen maakt dat de nationale veiligheid en democratische rechtsorde onder druk staat.
Anti-institutioneel extremisme
De AIVD draagt vanuit haar wettelijke taken bij aan het verhogen van de weerbaarheid tegen bedreigingen op het gebied van cyber, economische veiligheid, vitale sectoren en tegen (nieuwe) vormen van extremisme, waaronder het anti-institutioneel extremisme. De ontwikkelingen die de AIVD schetst op dit laatste terrein geven reden tot zorg gezien de lange termijn dreiging voor de democratie en de rechtsstaat. Vanuit de overheid en de gehele samenleving is een brede inzet op de versterking van de weerbaarheid van de democratische rechtsorde nodig, zoals aangekondigd in de brief die in het najaar van 2023 aan de Kamer wordt verzonden.
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv)
Om Nederland en Europa te kunnen beschermen doen de diensten in opdracht van de regering onderzoek naar de dreigingen en de personen, organisaties en landen die daarbij betrokken zijn. De Wiv 2017 stelt de diensten daar voor een belangrijk deel toe in staat om dit op een goede manier te doen, maar zowel de commissie Jones – Bos als de Algemene Rekenkamer concludeerden in 2021 al dat de Wiv 2017 op punten tekortschiet en tot knelpunten in de uitvoering leidt. Daarom is er een herziening van de Wiv 2017 in voorbereiding. Echter, een aantal van deze knelpunten moet middels een Tijdelijke wet versneld worden verholpen, vanwege de grote dreiging van statelijke actoren met een offensieve campagne gericht op Nederland en Nederlandse belangen. Met deze wet kunnen de AIVD en de MIVD effectiever, sneller en wendbaarder optreden tegen cyberdreigingen. Gezien de urgentie daarvan is het van belang dat de reeds aan de Tweede Kamer aangeboden Tijdelijke wet zo spoedig mogelijk in werking kan treden. Deze Tijdelijke wet komt na de herziening van de Wiv 2017 weer te vervallen.
Tools en bijdrage aan keten
Zoals opgenomen in het regeerakkoord investeert het kabinet in de operationele slagkracht van de AIVD. Hierbij worden de aanbevelingen die de Algemene Rekenkamer heeft gedaan nauw betrokken. Er wordt geïnvesteerd in de gerichte transformatie en innovatie naar een datagedreven en technisch toekomstbestendige dienst. De AIVD zet in 2024 in op een gecombineerde aanpak van detectie van digitale aanvallen en advies aan overheden, universiteiten en vitale bedrijven over het vergroten van de digitale weerbaarheid. Daarnaast draagt de AIVD bij aan het stelstel dat onder meer politici, bewindspersonen en diplomatieke objecten bewaakt en beveiligt.
Overbruggen regionale verschillen
Versterking decentraal bestuur en Actieagenda Sterk Bestuur
Om de maatschappelijke opgaven effectief op te kunnen pakken wordt veel gevraagd van ons openbaar bestuur. Een goede interbestuurlijke samenwerking en samenwerking met maatschappelijke partners en inwoners zijn een randvoorwaarde om resultaten te boeken.
De Actieagenda Sterk Bestuur richt zich op versterking van de slagkracht van het bestuur onder meer door de uitvoerbaarheid van het beleid te versterken. Er wordt geïnvesteerd in onderlinge samenwerking en goede ondersteuning van provincies, gemeenten en waterschappen. Ook richt de agenda zich op concrete acties waarmee bijgedragen wordt aan een passende verdeling van taken en bevoegdheden over de verschillende overheden en een goede balans tussen ambities, taken, middelen en uitvoering. In 2024 richten wij ons op de uitwerking van het beleidskader decentraal bestuur en de toepassing van de Uitvoerbaarheidstoets Decentrale Overheden (UDO) die per januari 2023 van kracht is.
Het decentraal bestuur op hoofdlijnen pakt haar taken en verantwoordelijkheden goed op en presteert in internationaal opzicht goed. In de trendrapportage «Staat van het Bestuur 2022» komt echter wel naar voren dat het decentraal bestuur ook onder druk staat en kwetsbaarheden toont. Samen met de beroeps- en belangenverenigingen van het decentraal bestuur zetten we ons daarom in om de kwaliteit en het functioneren van het decentraal bestuur en de decentrale volksvertegenwoordigingen te versterken. Zo wordt er geïnvesteerd in toereikende en adequate ondersteuning van raden en staten.
De trend om medeoverheden te bekostigen via geoormerkte specifieke uitkeringen gaat ten koste van hun autonomie. Daarom passen we het uitkeringsstelsel aan. De bestaande uitkeringsvormen moeten in aangepaste vorm ook geschikt zijn voor de bekostiging van interbestuurlijke samenwerking.
Volkshuisvesting is een belangrijke zorgtaak voor de rijksoverheid die grondwettelijk is vastgelegd en daarmee een prioriteit is van dit kabinet. Te lang is gedacht dat de optelsom van alle gedecentraliseerde keuzes zou leiden tot de oplossing en te lang dachten we dat de markt vanzelf vraag en aanbod in evenwicht zou brengen. Dit heeft er toe geleid dat iedereen wel iemand kent die moeite heeft om een passende en betaalbare woning te vinden. We hernemen daarom de regie op volkshuisvesting. In 2024 werken we verder aan de programma’s uit de nationale Woon- en Bouwagenda om de problemen aan te pakken.
Woningbouw
Het woningtekort is afgelopen jaar opgelopen tot 4,8% en de bevolking blijft naar verwachting de komende jaren snel groeien. Daarom zijn er veel extra woningen nodig: van 2022 tot en met 2030 gaat het om 981.000 extra woningen waarvan tweederde betaalbaar. In 2022 zijn er reeds 90.208 woningen van deze opgave gerealiseerd.
Terwijl de vraag naar huisvesting, mede door migratie, sterker stijgt dan verwacht zijn de financieel-economische omstandigheden (gestegen bouwkosten en rente) moeilijker geworden. Ook het voortduren van de oorlog in Oekraïne zorgt, door een toenemend aantal Oekraïense ontheemden dat (langdurig) in Nederland verblijft, voor extra druk op de al krappe woningmarkt. We zetten ons er voor in om de dip in de woningbouwproductie in 2024 zoveel mogelijk te beperken en hier zo snel mogelijk van te herstellen. Locaties die inmiddels vergund zijn moeten zo snel mogelijk starten met de bouw en de locaties die snel kunnen starten met de bouw moeten zo snel mogelijk vergund worden.
Onze inzet voor de woningbouw is om met meer regie en meer tempo, meer betaalbare woningen te bouwen:
– Met het afsluiten van de woondeals, de nationale prestatieafspraken met woningcorporaties en het volkshuisvestingsprogramma in de Wet regie Volkshuisvesting is duidelijk waar, voor wie en hoeveel er wordt gebouwd;
– Via de regionale versnellingstafels en de landelijke versnellingstafel gaan we knelpunten bij de uitvoering van de woondeals identificeren en aanpakken. We moeten daarbij alle kansrijke locaties benutten, binnenstedelijk en buitenstedelijk. Voor locaties die vertragen, moeten alternatieve locaties worden gezocht of moeten bestaande locaties worden versneld.
– Voor grootschalige woningbouwlocaties zijn in het BO MIRT van najaar 2022 met de regio wederzijds bindende afspraken gemaakt over het ontsluiten en bereikbaar maken van 400.000 nieuwe woningen tot en met 2030. We gaan samen met de regio’s kijken welke plekken nog meer geschikt zijn om grootschalig te ontwikkelen. Oosterwold en de Gnephoek zijn daar voorbeelden van.
– Met een start-bouwimpuls willen we woningbouwprojecten die nu vastlopen alsnog snel van start laten gaan.
– We stimuleren de bouw van flexwoningen verder voor onder andere statushouders en Oekraïnse ontheemden.
– Om vertraging bij nieuwbouwprojecten door regulering van de (aanvangs)huurprijzen via de wet betaalbare huur te voorkomen wordt er een tijdelijke prijsopslag geïntroduceerd voor nieuwbouwprojecten die worden opgeleverd ná 1 januari 2024 en waarvan de bouw vóór 1 januari 2025 is gestart. Voordat de wet naar de TK gaat wordt bezien of het percentage van de nieuwbouwopslag voldoende is en mogelijk moet worden aangepast om vertraging van nieuwbouwprojecten te voorkomen. Tevens zal dan ook worden bekeken of de periode waarvoor gestart moet zijn met de bouw, moet worden verlengd.
– In 2024 start een zesde tranche van de woningbouwimpuls en vergroten we de capaciteit bij medeoverheden via de flexpoolregeling.
– Door versnelling van processen en procedures gaan we sneller van initiatief naar realisatie.
– We zetten in op het beter benutten van de bestaande voorraad door splitsen en optoppen, transformatie, woningdelen en doorstroming.
– We zetten in op modernisering van het grondbeleid om veranderingen in het grondbeleid te laten bijdragen aan het realiseren van extra woningen.
– Met de vervolgaanpak vakantieparken zetten we in op extra op de transformatie van vakantieparken naar woningen.
– Voorts werken we aan duurzame oplossingen op belangrijke randvoorwaarden voor de bouw, zoals stikstof, water en bodem en geluid.
– Door standaardisatie van eisen komen er meer kansen voor fabrieksmatig bouwen.
Betaalbaar Wonen
Een betaalbaar huis werd de afgelopen jaren voor steeds minder mensen vanzelfsprekend. Een deel van de huurders heeft moeite om iedere maand de woonlasten op te brengen. Anderen kunnen geen geschikte woning vinden die past bij hun wensen of levensfase. Dit geldt met name voor mensen met een middeninkomen. Dat willen we veranderen met drie actielijnen: we zorgen voor meer betaalbare woningen voor mensen met een middeninkomen, we pakken te hoge woonlasten aan voor huurders met een laag inkomen en we zorgen voor een betere bescherming van huurders en kopers.
Voor middeninkomens reguleren we de (aanvangs)huurprijzen en met de wet betaalbare huur maken we het woningwaarderingsstelsel dwingend. Zo verlagen we de huren met gemiddeld € 190 per maand van ongeveer 300.000 woningen. Op de koopwoningmarkt stellen we een fonds in gebruik voor de bouw van betaalbare koopwoningen voor een groep van minimaal vijfduizend starters. We beschermen de huurder tegen malafide verhuurders door gemeenten de mogelijkheid te geven om een verhuurvergunning te introduceren. Voor oud-studenten wordt vanaf 1 januari 2024 de actuele stand van hun studieschuld leidend bij het aanvragen van hun hypotheek. De leenruimte zal met name toenemen voor oud-studenten die tussentijds extra hebben afgelost. Hiermee komen er meer huurwoningen beschikbaar voor mensen met een middeninkomen en verbeteren we de positie van deze groep ten opzichte van beleggers.
In 2024 vereenvoudigen we de huurtoeslag en zorgen we ervoor dat er meer huurders met een laag inkomen, maar een te hoge huur in aanmerking komen voor deze ondersteuning in woonlasten. Met de voorgestelde maatregelen zijn er vanaf 2024 minder voorwaarden voor recht op huurtoeslag (afschaffen maximum huurgrenzen als voorwaarde), hoeven er minder gegevens aangeleverd te worden (afschaffen subsidiëring van servicekosten) en worden grenzen geharmoniseerd met de grenzen van andere regelingen (verlaging leeftijdsgrens voor jongeren van 23 naar 21 jaar). Hiermee gaan 117.000 van de meest kwetsbare huurders er gemiddeld € 172 per maand op vooruit.
Een thuis voor iedereen
Een aantal mensen heeft het extra moeilijk om passende huisvesting te vinden, omdat ze zich in een kwetsbare positie bevinden of omdat zij een specifieke woonbehoefte hebben. Het gaat om dak- en thuisloze mensen, uitstromers uit een intramurale voorziening, statushouders, mensen met een sociale en/of medische urgentie, arbeidsmigranten, woonwagenbewoners en studenten. Het programma ´Een thuis voor iedereen´ heeft als doel te zorgen voor voldoende betaalbare woningen voor deze aandachtsgroepen met een evenwichtige verdeling over gemeenten en met de juiste zorg, ondersteuning en begeleiding.
De woondeals hebben de basis gelegd voor meer sociale huurwoningen en een betere balans in de woonvoorraad. Met de woondeals is de tot en met 2030 geplande nieuwbouw van sociale huurwoningen verhoogd van 250.000 tot 290.000. Ruim 30% van de geplande nieuwbouw bestaat uit sociale huurwoningen. In 2024 spannen we ons in om de dip in de nieuwbouw te beperken en te zorgen dat de woningbouw na herstel weer opveert en stellen we opnieuw middelen beschikbaar voor de Regeling huisvesting aandachtsgroepen en de Regeling grote gezinnen. In de woondeals is afgesproken dat er regionaal afgestemde woonzorgvisies komen voor alle aandachtsgroepen. De zes koploperregio´s ronden in 2024 hun woonzorgvisies af. De overige regio´s werken in 2024 verder aan hun woonzorgvisies. De woondeals worden vanaf 2024 geactualiseerd met de huisvestingsopgave voor aandachtsgroepen die volgt uit de woonzorgvisies. De in 2023 opgezette brede ondersteuningsstructuur blijft provincies, gemeenten en woningcorporaties in 2024 ondersteuning bieden bij het opstellen van de woonzorgvisies en andere acties uit het programma. In de schaarste aan woningen moeten we ervoor zorgen dat de meest kwetsbare mensen extra beschermd worden. Het wetsvoorstel Versterking regie op de volkshuisvesting voorziet er daarom in dat alle gemeenten vanaf 2024 aan de slag gaan met het maken van een huisvestingsverordening met daarin een urgentieregeling voor specifiek in de wet aangeduide aandachtsgroepen.
Wonen en zorg voor ouderen
Om in vergrijzend Nederland ouderen met plezier en passend te laten wonen, werken we langs drie actielijnen binnen het programma Wonen en Zorg voor Ouderen. De eerste actielijn is gericht op het stimuleren van de bouw van woningen die aansluiten bij de wensen van ouderen. We streven naar minstens 290.000 woningen bouwen voor ouderen. Daarbij maken we onderscheid tussen 40.000 zorggeschikte woningen, 80.000 woningen in een geclusterde woonvorm en 170.000 nultredenwoningen. In 2024 ondersteunen we gemeenten en provincies bij het verder uitwerken van woningbouwplannen voor ouderen. Ook kunnen er aanvragen worden ingediend voor een stimuleringsregeling voor ontmoetingsruimten. De tweede actielijn is gericht op het stimuleren van doorstroming van ouderen naar een passende woning. In 2024 richten we ons op zowel de ouderen zelf als de gemeenten en corporaties om doorstroming te bevorderen. De derde actielijn gaat over de leefomgeving. We stimuleren gemeenten en ontwikkelaars om aandacht te besteden aan de leefomgeving waarin ouderen (komen te) wonen, zodat mensen langer zelfstandig kunnen blijven wonen.
Verduurzaming gebouwde omgeving
In 2030 moeten miljoenen woningen en gebouwen zijn verduurzaamd. Een duurzaam verwarmd en goed geïsoleerd huis of gebouw is niet alleen comfortabeler, het is ook goed voor het klimaat én de portemonnee. Door uitvoering te geven aan de vijf actielijnen uit het beleidsprogramma versnelling verduurzaming gebouwde omgeving (gebiedsgerichte aanpak warmtetransitie, individuele aanpak woningen, aanpak utiliteitsbouw, bronnen en infrastructuur, en innovatie in de bouw) brengen we de klimaatdoelstellingen voor de gebouwde omgeving binnen bereik. We geven daarbij prioriteit aan de huizen en gebouwen met de slechtste energielabels (E, F en G). Kwetsbare huishoudens worden extra ondersteund via het Nationaal Isolatieprogramma. Via het Warmtefonds zijn er renteloze leningen beschikbaar voor lage inkomens en middeninkomens. De inkomensgrens voor deze nul procent leningen wordt verhoogd. Voor VvE’s komt er een rentekorting bij het Warmtefonds en meer budget voor ontzorging. Huurwoningen met een EFG-label dienen de komende jaren versneld verduurzaamd te worden. Deze woningen mogen vanaf 2029 niet meer verhuurd worden als zij niet minimaal label D zijn. Ook hebben we met de sociale huursector in de nationale prestatieafspraken afgesproken dat uiterlijk in 2030 675.000 woningen toekomstklaar zijn geïsoleerd en 450.000 woningen aardgasvrij zijn gemaakt. Daarnaast wordt extra geïnvesteerd in de verduurzaming van kwetsbare wijken en dorpen die te maken hebben met een hoog aandeel energiearmoede. Voor de sector utiliteit werken we aan de uitfasering van de gebouwen met de slechtste energieprestaties en wordt de derde tranche van de subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed geopend. Voor de sector utiliteit werken we aan de uitfasering van de gebouwen met de slechtste energieprestaties en wordt de derde tranche van de subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed geopend.
Leefbaarheid en veiligheid
In twintig stedelijke focusgebieden staat de leefbaarheid en veiligheid onder druk. Om de leefsituatie en het perspectief van de 1,3 miljoen inwoners van deze gebieden te verbeteren pakken we de fysieke leefomgeving aan. We zetten in op onderwijs, werk, gezondheid, de aanpak van schulden en armoede, en investeren we in de preventie van jeugdcriminaliteit en de weerbaarheid van jongeren. Het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid en de hierin opgenomen actielijnen vergen een langjarige inzet. Na het afronden van de lokale gebiedsplannen ligt het accent in 2024 op de uitvoering. De fysieke interventies gaan daarbij hand in hand met de sociale. In overleg met de partners in het stedelijk focusgebied stemmen we de rijksinzet daarop af. We werken toe naar een meer integrale financiering vanuit het Rijk en reduceren zo veel mogelijk de administratieve lasten voor gemeenten wat betreft aanvraag, monitoring en verantwoording met daarbij aandacht voor knelpunten in wet- en regelgeving.
Caribisch Nederland
Op Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn er te weinig betaalbare woningen. In de gezamenlijke Beleidsagenda Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voor Caribisch Nederland (Kamerstukken II 2022/22, 36200 VII, nr. 148) presenteren we maatregelen binnen de vier actielijnen: Basis op orde brengen, woningvoorraad vergroten, betaalbaar wonen bevorderen en ruimtelijke koers uitzetten. We richten ons op de versnelde bouw van 465 sociale huurwoningen en vijftig betaalbare koopwoningen. Daarnaast nemen we maatregelen om onder andere huren betaalbaar te houden (via een vorm van huurtoeslag) en pakken we energiearmoede aan. Ook gaan we woondeals sluiten voor toekomstige woningbouwprojecten tot 2030 en zetten we ons in om de leefomgeving te beschermen.
Toezegging WGO 12 juni 2023
Tijdens het Wetgevingsoverleg van 12 juni 2023 heeft de minister toegezegd om de meetbare doelen uit de zes beleidsprogramma’s in de begroting 2024 op te nemen. Door deze op te nemen in de begroting is het mogelijk om in het jaarverslag te rapporteren over de voortgang op de doelen.
In de Staat van Volkshuisvesting is hiervoor een consistente set van kernindicatoren ontwikkeld die de voortgang op de Nationale Woon- en Bouwagenda en de zes programma’s op wonen, bouwen en verduurzamen weergeven. Omdat er samenhang is tussen de programma’s zijn deze gerangschikt naar de belangrijkste doelen uit de Nationale Woon en bouwagenda. Het overkoepelende doel is het bevorderen van de beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van het woningaanbod in Nederland:
– Beschikbaarheid: mensen zijn onvoldoende in staat om snel een woning te vinden die bij hen past. We willen daarom zorgen dat 981.000 nieuwe woningen tot en met 2030 worden gerealiseerd, waarvan tweederde betaalbaar is en er ook voldoende betaalbare woningen zullen zijn voor aandachtsgroepen en ouderen.
– Betaalbaarheid: veel mensen hebben moeite met hun woonlasten of kunnen geen voor hen betaalbare woning vinden. Daarom is een belangrijk doel om woonlasten beter aan te laten sluiten bij het inkomen en dat er meer betaalbare woningen zijn.
– Kwaliteit: veel woningen passen niet bij de levensfase of woonbeheofte, zijn niet duurzaam of slecht onderhouden. Of ze staan in een wijk waar de leefomgeving onder druk staat. We willen de duurzaamheid, leefbaarheid en veiligheid verbeteren. Dit omvat het stapsgewijs verminderen van CO2 in de gebouwde omgeving (een reductie van 55% ten opzichte van 1990 in 2030), het realiseren van kwalitatief goede en duurzame woningen die voor iedereen bereikbaar zijn en het verbeteren van het perspectief voor kwetsbare gebieden.
In onderstaande tabel zijn de kernindicatoren opgenomen die horen bij deze doelen. Daarbij is ook rekening gehouden met de beschikbaarheid van gegevens. Het is de bedoeling om de voortgang van het beleid met deze set kernindicatoren consistent in de tijd te volgen en hierover te rapporteren in de Staat van de Volkshuisvesting en het jaarverslag. De voortgang op de doelen zijn echter niet altijd rechtsreeks toe te wijzen aan de instrumenten op de begroting. Door eenzelfde set aan indicatoren te gebruiken ontstaat ook een consistent beeld over de voortgang. Voor een deel van de doelen is de monitoring nog in ontwikkeling en zijn nog geen goede data beschikbaar. Wanneer deze wijzigen in de komende publicaties van de Staat van de Volkshuisvesting, worden deze ook in de begroting aangepast. De gegevens worden ook op datawonen.nl beschikbaar gesteld.
Hoofddoel | Doel | Kernindicator | Stand (Staat 2022) |
---|---|---|---|
Beschikbaarheid | Toewerken naar de realisatie van 981.000 woningen tot en met 2030 | Aantal gerealiseerde woningen (nieuwbouw en overige toevoegingen minus onttrekkingen) cumulatief | 90.208* (per eind 2022) |
Bouw van 300.000 woningen door corporaties | Aantal gerealiseerde woningen door corporaties: cumulatief | 13.100 (2021) | |
Voldoende plancapaciteit, 130%, voor de resterende bouwopgave (2023 t/m 2030) | Aantal woningen in de plannen (netto plancapaciteit 2023 tot en met 2030 in absoluut aantal van de resterende bouwopgave) | 996.100** 126%** | |
Voldoende betaalbare woningen voor alle aandachtsgroepen met een evenwichtige verdeling over gemeenten. | Sociale huurvoorraad (van corporaties) t.o.v. woningvoorraad | 26% (2021) | |
Doorstroming van ouderen verbeteren | Aandeel verhuisde ouderen (65+) | 4,84% (2021) | |
Betaalbaarheid | Te hoge woonlasten aanpakken voor mensen met een laag inkomen | Aandeel hurende huishoudens met te hoge woonlasten (boven indicatieve huurquote) | 9,1% (282.000) (2021) |
Meer betaalbare woningen | Aantal woningen betaalbaar voor lage en middeninkomens | 5.155.900 (2021) | |
Kwaliteit | Verbeteren van de fysieke leefomgeving en Vergroten van de veiligheid | Gemiddelde score leefbaarheid in Nederland | 4,1 (= label goed, 2020) |
Verminderen CO2-uitstoot door de gebouwde omgeving | CO2-uitstoot door de gebouwde omgeving (temperatuurgecorrigeerd) | 23,2 MT (2021) | |
Verlagen van het gasgebruik | Gasverbruik woningen (temperatuurgecorrigeerd) | 296 PJ (2021) | |
Isoleren van 2,5 miljoen woningen met nadruk op uitfaseren slechte labels (E, F en G) | Aantal woningen met slechte labels (E, F of G | 1,5 miljoen (2022) | |
Meer woningen aardgasvrij | Aandeel aardgasvrije woningen | 7,3% (2021) |
*Dit cijfer is niet afkomstig uit de Staat, maar is het actuele voorlopige CBS-cijfer. In de voortgangsrapportage Programma Woningbouw werd ook een voorlopig CBS-cijfer genoemd dat destijds 90.127 bedroeg.**Ook deze beide cijfers komen niet uit de Staat, maar zijn gebaseerd op de ABF-rapportage Inventarisatie Plancapaciteit voorjaar 2023 en het voorlopige CBS aantal gerealiseerde woningen.
De huidige ruimtelijke opgaven zijn groot, terwijl de fysieke ruimte in Nederland schaars is. Denk aan de opgaven rond klimaat, energie, water en bodem, woningbouw en het landelijk gebied. De aanpak hiervan zal consequenties hebben voor hoe landschappen, steden en dorpen worden (her)ingericht. Dit vraagt om het hernemen van de regie door het Rijk in het ruimtelijk domein.
De programma’s NOVEX en Mooi Nederland leiden samen met andere nationale programma’s over de fysieke leefomgeving tot de nieuwe Nota Ruimte; een samenhangende visie op de leefomgeving. De nieuwe Nota Ruimte zal de huidige Nationale Omgevingsvisie (NOVI, 2020) vervangen. In het programma NOVEX werken we aan gebiedsgerichte inpassing van ruimtelijke opgaven. Alle provincies dienen gedurende 2023 ruimtelijke voorstellen in waarin de nationale ruimtelijke opgaven, samen met de provinciale opgaven worden ingepast. In 2024 maken Rijk en provincies afspraken over de uitvoering van de voorstellen in zogenoemde ruimtelijke arrangementen. Met het programma ‘Mooi Nederland’ werken we aan een gedeeld beeld van de ruimtelijke toekomst van Nederland. We werken nieuwe concepten uit voor de inrichting van gebieden waarbij we laten zien hoe we ons land kunnen inrichten met toevoeging van ruimtelijke kwaliteit. In 2024 komen we met gedragen en gedeelde integrale toekomstbeelden voor 2030 en verder over het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit. Ook werken we aan concrete handreikingen om de komende jaren de ruimtelijke kwaliteit in project- en gebiedsontwikkelingen beter te verankeren. Daarbij doen we ook voorstellen om de inzet van ruimtelijk ontwerp als instrument bij publieke en private opdrachtgevers beter te verankeren.
Gelijktijdig werken diverse ministeries opgaven verder uit in nationale programma’s, zoals het programma Woningbouw, het Nationaal Programma Landelijk gebied, het programma Water en Bodem Sturend en het Programma Energiehoofdstructuur. De keuzes uit de nationale programma’s en de uitkomsten uit de programma’s NOVEX en Mooi Nederland komen in 2024 samen in de nieuwe Nota Ruimte. Gelijktijdig met de nieuwe Nota Ruimte zal een milieueffectrapportage worden opgeleverd. Gedurende het hele jaar zal ook een participatietraject plaatsvinden om zo medeoverheden, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en inwoners van Nederland te betrekken bij de ruimtelijke overwegingen. Op deze manier werken we aan een toekomstbestendige ruimtelijke inrichting van Nederland.
Omgevingswet
De Eerste en Tweede Kamer hebben begin 2023 ingestemd met inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024. De Omgevingswet zorgt voor een meer samenhangende aanpak van de leefomgeving. De wet leidt tot het eerder betrekken van inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden bij besluitvorming over de leefomgeving. De wet biedt ook handvatten voor overheden tot het nemen van regie bij het maken van (beleids)keuzes over de inrichting van ons land. De wetgeving over de leefomgeving is daarmee niet af, continu aanpassing aan de actualiteit is voorzien. De Omgevingswet draagt als nieuw stelsel voor de wetgeving van de leefomgeving bij aan het bieden van oplossingen en aanpakken van de opgaven waar ons land voor staat in de leefomgeving en ruimtelijke inrichting.
De wijziging naar het nieuwe stelsel van de Omgevingswet is niet enkel het werken met nieuwe procedures en het gaan werken met andere software en systemen. Het gaat om een andere werkwijze voor inwoners, bedrijven, medeoverheden en het Rijk bij wijzigingen in de leefomgeving. Inwoners en bedrijven kunnen wijzigingen – plannen en vergunningen – op één plek doorgeven. Zij krijgen meer te maken met één overheid. Medeoverheden, het Rijk en partners werken aan een zorgvuldige invoering en het aanpassen van eigen processen aan de nieuwe werkwijze. Daarbij worden steeds (vervolg) stappen gezet op basis van de leerervaringen. Het nieuwe digitale stelsel Omgevingswet wordt samen met de medeoverheden en softwareleveranciers aangepast op basis van de gebruikerservaringen.
Werken aan een overheid die betrouwbaar, dienstbaar en rechtvaardig is
De samenleving vraagt om een overheid die betrouwbaar, dienstbaar en rechtvaardig is. Dat betekent dat we als rijksdienst in verbinding moeten staan met de samenleving, politiek, beleid en de organisaties in de uitvoering.
De focus op efficiëntie en doelmatigheid is een filosofie die door veel landen, ook in ons land, is geadopteerd in de tweede helft van de vorige eeuw toen de overheidsuitgaven sterk stegen. Toentertijd is gekozen voor een meer bedrijfsmatige aanpak in de besteding van publieke middelen om de overheidsfinanciën op orde te brengen. Dit gebeurde vanuit een sturingsfilosofie (‘New Public Management'), waar waarden als efficiëntie en doelmatigheid dominant zijn. Hoewel efficiëntie en doelmatigheid van de overheid als geheel onverminderd nastrevenswaardig blijven, is het van belang om niet langer uit te gaan van New Public Management waarbij de focus is gericht op verkokerde sturing en de prestaties van de eigen organisatie, maar te werken vanuit het toevoegen van publieke waarde («public value»). De maatschappelijke opgave en de dienende functie van de overheid ten opzichte van de samenleving zijn de uitgangspunten. Hierbij luistert de overheid naar wat er leeft, zorgt dat signalen over wat er wel of niet goed gaat haar bereiken en zorgt dat er ruimte is om in de gevallen waarin beleid en wetgeving niet heeft voorzien of onbedoelde onevenredige uitkomsten heeft, oplossingen kunnen worden geboden. De overheden werken daarbij samen, over grenzen van organisaties heen.
In 2024 zullen bij de verdere ontwikkeling van een nieuwe sturingsfilosofie voor de (centrale) overheid nieuwe vormen van sturing en verantwoorden worden ontwikkeld, waarbij de maatschappelijke opgave en het realiseren van waarden die we als samenleving zinvol vinden, centraal staan. Daar waar de kaders voor de verschillende organisatievormen de gewenste sturing en verantwoording niet ondersteunen of zelfs belemmeren, wordt die kaderstelling aangepast of worden voorstellen daartoe voorbereid. Begin 2024 wordt een voorstel voor een Kaderwet op de rijksinspecties in procedure gebracht waarbij de onafhankelijkheid van rijksinspecties wordt bevestigd en daartoe algemene beginselen worden vastgestelde ten aanzien van de werkwijze en bevoegdheden van deze diensten.
Verschillende rijksbrede initiatieven bieden ondersteuning aan de nieuwe manier van werken, zoals een gewijzigde ambtseed, een gids Ambtelijk Vakmanschap waarin de gezamenlijke basisprincipes en waarden voor ons werk zijn beschreven, het Beleidskompas en dialoogvoering over ethische en morele vraagstukken op de werkvloer. Daarnaast wordt blijvend geïnvesteerd in gedrags- en cultuurverandering, waarbij het werken in het algemeen belang van de samenleving steviger tot uitdrukking is gebracht.
De afgelopen jaren is rijksbreed veel in gang gezet voor meer samenwerking, ontwikkeling van ons vakmanschap of verbetering van de dienstverlening. De door de Secretarissen Generaal vastgestelde Ontwikkelagenda Versterking Rijksdienst brengt deze programma’s en projecten in beeld, zorgt voor meer samenhang en maakt zichtbaar waar nog stappen moeten worden gezet. De Staat van de Uitvoering brengt slepende problematiek in de beleidsuitvoering aan het daglicht. In 2024 zal meer dan voorheen ook aandacht worden besteed aan de publieke dienstverlening op decentraal niveau.
Om kwalitatief goede mensen te werven en te behouden dient de rijksoverheid een aantrekkelijk werkgever te zijn en te blijven. Dat vergt een brede aanpak. In 2024 zetten we, ondersteund door onze uitvoerende organisaties, onder meer in op het verhogen van de vitaliteit van medewerkers, het beter benutten en flexibeler inzetten van aanwezig talent, het bevorderen van de wendbaarheid voor een betere match tussen medewerker en werk en het bevorderen van een veilige en inclusieve werkcultuur. Met de positionering van de rijksdienst als één werkgever willen we effectiever worden op de krappe arbeidsmarkt.
Integriteit
Integriteit is essentieel voor het professioneel handelen van medewerkers van het Rijk. Het is verbonden met het vertrouwen dat de samenleving in de overheid heeft. In 2024 bouwen we hier verder aan. Zo wordt gewerkt aan de professionalisering van vertrouwenspersonen en komt er een rijksbrede klachtenregeling voor ongewenste omgangsvormen met als inzet het creëren van een sociaal veilige werkomgeving. Ook gaat begin 2024 de nieuwe ambtseed in voor alle rijksambtenaren. De Gedragscode Integriteit Rijk (GIR) wordt geactualiseerd. Uit onderzoek weten we dat 1 op de 3 medewerkers die met inwoners werken, te maken heeft met agressie, intimidatie en andere ondermijnende invloeden. De norm «Stop agressie samen» wordt in het kader van de Veilige Publieke Dienstverlening geïmplementeerd binnen het openbaar bestuur. Daarnaast is aandacht voor het vergroten van meldingsbereidheid en het beter registreren van incidenten binnen het openbaar bestuur.
Een inclusieve rijksdienst
Voor het goed functioneren van de overheid is de samenkomst van verschillende perspectieven, achtergronden, oriëntaties en kennis een belangrijke voorwaarde. Het Rijk streeft dan ook naar een inclusieve overheidsorganisatie met divers samengestelde teams. In 2024 zetten we onder meer in op trainingen voor inclusief werven en selecteren en het voorkomen van biases, een coaching programma ter verbetering van (culturele) diversiteit en dialogen over diversiteit en inclusie binnen de rijksdienst. Daarnaast ontwikkelen we een inclusiemonitor. Het inclusieve werkgeverschap ziet ook op het plaatsen van mensen uit de doelgroep Banenafspraak in passende functies en rollen en te zorgen voor adequate begeleiding waar nodig. In 2024 worden de inspanningen daartoe gecontinueerd.
Belangrijke aanvullingen op het beleid ten aanzien van diversiteit en inclusie zijn de interdepartementale inspanningen om discriminatie en racisme binnen de rijksoverheid te bestrijden. Voor een effectieve aanpak hierop is een heldere, stevige en gezamenlijke normstelling cruciaal, met name van de kant van leidinggevenden. Daarom zetten we hier op in. Door middel van (vervolg)onderzoek zal worden gemonitord in hoeverre er discriminatie en racisme wordt ervaren op de werkvloer en in hoeverre extra inzet nodig is.
Een duurzame en hybride rijksdienst
Een duurzame bedrijfsvoering en hybride werken zijn de uitgangspunten voor het werken bij de rijksdienst. Voor de verduurzaming heeft de rijksdienst het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen (MVOI) ondertekend. De rijksbrede strategie Inkopen met Impact wordt daarvoor geactualiseerd. Het hybride werken brengt veranderingen mee voor gebruik, inrichting en bezetting van de rijkspanden. Deze leiden in 2024 tot verdere aanpassingen in de bedrijfsvoeringkaders. In 2024 worden de masterplannen voor de rijkskantoorhuisvesting voor de periode 2024-2028 vastgesteld, waarbij veranderingen voor het hybride werken worden meegenomen en de aandacht voor duurzaamheid onverminderd blijft.
Digitalisering heeft een duidelijke impact op onze samenleving. Het is een verrijking voor onze maatschappij en heeft ons leven aangenamer en makkelijk gemaakt. Tegelijkertijd zorgt het voor een digitale kloof, groeiende ongelijkheid en staan waarden als privacy en zelfbeschikking onder druk.
Waardengedreven Digitalisering in Nederland, Europa en Internationaal
Vanuit de Werkagenda Waardengedreven Digitalisering (verder: WWD) zet BZK, samen met medeoverheden, verder in op het verzilveren van de kansen en het tegengaan van negatieve kanten van digitalisering. De WWD richt zich op het mogelijk maken dat iedereen mee kan doen, regie kan nemen over zijn (digitale) leven en de digitale wereld kan vertrouwen. Daarnaast bouwen we aan een waardengedreven digitale overheid en versterken wij zowel de digitale overheid als digitale samenleving in Caribisch Nederland. Deze beleidsagenda wordt geconcretiseerd in de update van de WWD die najaar 2023 naar de Tweede Kamer wordt gestuurd.
Vanuit de vijf lijnen van de WWD werkt BZK in 2024 in Nederland, in Europa en internationaal aan de volgende zaken:
1. Het mogelijk maken dat iedereen mee kan doen in het digitale tijdperk door de publieke dienstverlening zo in te richten dat deze meer recht doet aan de persoonlijke omstandigheden van mensen. We realiseren digitale en fysieke overheidsbrede loketten (o.a. Informatiepunten Digitale overheid), we bieden steeds meer informatie over publieke producten en diensten in samenhang en via één platform aan, we vergroten de toegankelijkheid van overheidswebsites en apps en borgen het naleven van de doelen uit de Code of Practice Desinformatie.
2. Omdat het belangrijk is dat iedereen de digitale wereld kan vertrouwen, implementeren we in 2024 de Digital Services Act. Voor het versterken van kinderrechten worden een Kinderrechten Impact Assessment, Gamewijzer en Code Kinderrechten Online (door)ontwikkeld. Daarnaast blijven we in gesprek met de grote internationale social media platformen over hun apps (incl. het gebruik hiervan op devices van ambtenaren). De Nederlandse aanpak richting internationale Big-Tech bedrijven, onder andere gebaseerd op het inzetten van Data Protection en Human Rights Impact Assessments, krijgt ondertussen internationaal bijval en zetten we voort. Het kabinet geeft in 2024, mede in het licht van de AI-act, concreet uitvoering aan een visie en strategie voor de omgang met Generatieve AI.
3. Om mensen de regie over hun eigen digitale leven te geven, verlenen wij burgers het recht om overheidsgegevens digitaal te ontvangen en stimuleren wij overheden om aan te sluiten op het gebruik van de Europese Digitale Identiteit en wallet. Daarnaast versterken we de rol en slagkracht van de algoritmetoezichthouder en wordt het algoritmeregister verder gevuld.
4. Een waardengedreven digitale (rijks)overheid zorgt dat haar informatiehuishouding beveiligd, open en op orde is. Hiervoor verbeteren we de informatievoorziening voor een (meer proactieve) dienstverlening aan burgers en ondernemers en wordt verder gewerkt aan het versterken van de informatiebeveiliging.
5. We bouwen verder aan de fysieke en digitale overheidsdienstverlening en digitale samenleving in Caribisch Nederland. Vanaf 2024 stellen we een Burger Service Nummer beschikbaar aan Caribische studenten voordat ze naar Nederland komen. Hiervoor starten we in 2024 projecten rondom het verbeteren van de toegang tot internet, digitale vaardigheden en digitale inclusie.
Digitale samenleving
In de zomer van 2023 is de agenda «Coalities voor de Digitale Samenleving» gepubliceerd. Deze bouwt voort op de WWD en is bedoeld om actief interbestuurlijk samen te werken op digitaliseringsthema’s binnen maatschappelijke opgaven zoals armoedebestrijding, zorg, woningbouw of klimaat. In 2024 richt BZK zich, samen met haar partners, op het gezamenlijk optrekken in coalitieverband rondom de domeinen «Ethiek» (waardengedreven), «AI in actie» (datagedreven), «Verantwoord datagebruik» (datagedreven) en «Duurzaamheid en digitalisering» (duurzaamheidsgedreven).
Digitale overheid
De overheid moet als digitale partner het goede voorbeeld geven. Daarom werken we aan toegankelijke, hoogwaardige, inclusieve en overheidsbrede dienstverlening die recht doet aan persoonlijke omstandigheden van burgers en ondernemers in Europees en Caribisch Nederland.
Hiervoor bouwen we verder aan een moderne IT-architectuur en het inrichten van publieke dienstverlening die inspeelt op levensgebeurtenissen. Speerpunten voor 2024 zijn o.a. het verminderen van het niet-gebruik van regelingen door mensen proactief en gericht dienstverlening aan te bieden en het makkelijker maken om te gaan studeren of een bedrijf te starten in een ander EU-land.
Dit doen we door de verdere ontwikkeling van:
1. de Generieke Digitale Infrastructuur en bouwblokken zoals DigiD en Mijn Overheid waardoor we een veilige digitale basis voor uitvoeringsorganisaties creëren.
2. het Federatief Datastelsel dat bijdraagt aan een verantwoorde wijze van data delen.
3. het Stelsel Toegang waardoor een burger zich voor zichzelf, voor een ander of voor een bedrijf digitaal kan identificeren en authentiseren bij overheidsinstanties met goedgekeurde publieke of private inlogmiddelen.
4. een landelijke generieke applicatie die burgers/ ondernemers helpt om snel te vinden waar zij recht op hebben en hen helpt een aanvraag in te dienen.
5. de Single Digital Gateway verordening om (in EU verband) grensoverstijgende digitale dienstverlening mogelijk maken.
6. een Nederlandse publieke open source wallet
Om te zorgen dat iedereen gebruik kan maken van publieke dienstverlening zorgen we voor lokale structuren zoals de Informatiepunten Digitale Overheid, waar mensen in persoon worden geholpen. In Caribisch Nederland is veel vanzelfsprekende overheidsdienstverlening nog niet geregeld. In 2024 wordt de invoering van het BSN en DigiD voorbereid.
Digitale Rijksoverheid
In 2024 wordt verder uitvoering gegeven aan de realisatie van de I-strategie 2021-2025. De focus ligt op het verder professionaliseren van de informatiehuishouding en het digitaal vakmanschap en het scherper meenemen van security-by-design en securitystandaarden bij inkooptrajecten. We verhogen de digitale weerbaarheid voor (publieke) bestuurders in het kader van de toenemende dreigingen en versterken de weerbaarheid verder door dit te borgen in de vernieuwde Rijksbrede architectuur en via red-teaming.
Art. | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 9.254.465 | 8.044.593 | 7.749.123 | 7.802.478 | 7.859.957 | 0 | |
Mutatie nota van wijziging 20231 | 32.425 | 4.022 | 6.758 | 6.989 | 6.460 | 0 | |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 (incl. nota van wijziging )2 | 1.035.870 | 753.143 | 434.026 | 259.854 | 383.582 | 446.286 | |
Mutatie extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 8.024.996 | |
Belangrijkste mutaties | 112.325 | 2.398.272 | 2.089.588 | 1.369.580 | 1.143.199 | 1.090.601 | |
1) Nationaal programma leefbaarheid en veiligheid (NPLV) | 1 | 42.760 | 92.002 | 88.285 | 0 | 0 | 0 |
2) Woningbouwimpuls 6e tranche | 3 | 26 | 223.885 | 67.214 | 0 | 0 | 5.400 |
3) Financiele herplaatsingsgarantie - Kasschuif | 3 | 71.500 | ‒ 14.300 | ‒ 14.300 | ‒ 14.300 | ‒ 14.300 | ‒ 14.300 |
4) Financiele herplaatsingsgarantie - Overboeking AP | 3 | 14.300 | 14.300 | 14.300 | 14.300 | 14.300 | 14.300 |
5) Fysieke herplaatsingsgarantie - Kasschuif | 3 | ‒ 39.800 | 39.800 | 0 | 0 | 0 | 0 |
6) Woningbouwimpuls - Kasschuif | 3 | ‒ 3.501 | 76.115 | ‒ 67.214 | 0 | 0 | ‒ 5.400 |
7) Grootschalige woningbouw - Kasschuif | 3 | ‒ 70.500 | 62.500 | 8.000 | 0 | 0 | 0 |
8) Koopstartfonds - kasschuif | 3 | ‒ 40.000 | 40.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
9) Ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting - kasschuif | 3 | ‒ 31.484 | 20.091 | 8.489 | 1.404 | 1.500 | 0 |
10) Stimuleringsmiddelen wooncooperaties | 3 | ‒ 9.824 | 9.824 | 0 | 0 | 0 | 0 |
11) Stimuleringsregeling Flex II - kasschuif | 3 | ‒ 78.232 | 73.232 | 9.000 | ‒ 21.160 | 17.160 | 0 |
12) Stimuleringsregeling Flex II - AP-middelen | 3 | 0 | 58.896 | 81.992 | 81.992 | 0 | 0 |
13) Uitvoeringskosten Wetsvoorstellen Regie en Betaalbare Huur | 3 | 0 | 132.800 | 104.380 | 88.060 | 86.140 | 84.520 |
14) Huurtoeslag | 3 | 58.200 | 558.900 | 711.320 | 700.940 | 690.560 | 680.180 |
15) Maatschappelijk vastgoed | 4 | 0 | 304.700 | 333.690 | 348.940 | 280.640 | 291.050 |
16) Verduurzaming Rijksvastgoed | 4 | 0 | 0 | 147.800 | 98.600 | 47.300 | 23.700 |
17) Warmtefonds | 4 | 88.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18) Nationaal Isolatieprogramma | 4 | 8.080 | 417.100 | 325.180 | 0 | 0 | 0 |
19) Collectieve aanpak woonisolatie | 4 | 119.000 | 160.000 | 146.000 | 0 | 0 | 0 |
20) Verduurzamingsaanpak Groningen en Noord-Drenthe | 4 | 0 | 50.000 | 50.000 | 50.000 | 0 | 0 |
21) Subsidie doe-het-zelver vouchers | 4 | 0 | 25.980 | 25.980 | 0 | 0 | 0 |
22) Subsidie energiebesparing eigen huis | 4 | 0 | 13.170 | 14.500 | 0 | 0 | 0 |
23) CAO-Middelen - kasschuif | 2, 11 | ‒ 17.953 | 17.953 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige mutaties | 1.753 | 21.324 | 34.972 | 20.804 | 19.899 | 11.151 | |
Stand ontwerpbegroting 2024 | 10.435.085 | 11.200.030 | 10.279.495 | 9.438.901 | 9.393.198 | 9.561.883 |
nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 124).
Inclusief nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36350 VII, nr. 11)
Toelichting
1. Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV)
De specifieke uitkering (SPUK) Kansrijke Wijk is een voorstel voor een interdepartementale SPUK die gericht is op de 20 focusgebieden binnen het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV). De looptijd van de SPUK is van 2023 tot en met 2025. In deze SPUK worden middelen en beleidsdoelen van de ministeries Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) samengevoegd om tot één breed ondersteunend pakket te komen. Gelet op de coördinerende rol van de minister voor VRO is ervoor gekozen om de uitvoering van de SPUK bij het ministerie van BZK te beleggen.
2. Woningbouwimpuls 6e tranche
Dit betreft een overboeking van de middelen van de Aanvullende Post voor de 6e tranche van de woningbouwimpuls in 2024.
3. Financiële herplaatsingsgarantie - Kasschuif
Dit betreft een kasschuif om de kasmiddelen voor de financiële herplaatsingsgarantie in 2023 te plaatsen. Middels een reallocatie worden de middelen hierna geboekt op het instrument storting begrotingsreserve om te worden toegevoegd aan de risicovoorziening.
4. Financiële herplaatsingsgarantie - Overboeking AP
Om de woningnood aan te pakken heeft het kabinet onder andere € 220 mln. beschikbaar gesteld voor de financiële herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Hiervan is € 20 mln. bij de 1e suppletoire begroting 2023 op de BZK-begroting geboekt. Middels deze mutatie worden de middelen die binnen deze meerjarenperiode zijn gereserveerd vanaf de Aanvullende Post overgeboekt naar de BZK-begroting.
5. Fysieke herplaatsingsgarantie - Kasschuif
Dit betreft een kasschuif voor de fysieke herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Na het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met gemeenten kan in 2023 worden overgegaan op uitkering door middel van een SPUKregeling voor circa € 48 mln. Voor het overige deel van de middelen zal dit jaar nog tot intentieovereenkomsten worden gekomen en volgen de uitgaven in 2024.
6. Woningbouwimpuls - Kasschuif
Dit betreft twee kasschuiven om de middelen van de woningbouwimpuls 6e tranche in het gewenste kasritme te krijgen: de middelen van de aanvullende post worden vanuit 2025 en 2028 naar 2024 overgebracht. Verder worden er middelen van 2023 naar 2024 overgebracht.
7. Grootschalige woningbouw - Kasschuif
Dit betreft een kasschuif om de middelen voor grootschalige woningbouwlocatie in het juiste kasritme te zetten. Bij de Bestuurlijke Overleggen Leefomgeving 2023 zijn met de 17 grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties afspraken gemaakt over de verdeling van het gebiedsbudget. Deze zullen in 2023 nog tot uitkering komen door middel van een SPUK-regeling. Een deel hiervan (€ 25 mln.) is bestemd voor een pilot-project (stationsgebied Hoofddorp) en uitkering is voorzien deels in 2023 en in 2024 (beide jaren € 12,5 mln). In 2024 wordt € 50 mln. overgeboekt ten behoeve van de opgave in Arnhem (afspraak Bestuurlijke Overleggen MIRT 2022). Het definitieve besluit of deze middelen uitgekeerd zullen worden is afhankelijk van besluitvorming bij het Bestuurlijke overleg MIRT van 2023. Tevens wordt een deel ingezet (€ 8 mln.) voor mogelijke risico's die zich voor doen in het gebiedsbudget. Als deze zich niet voordoen, zal de inzet van het budget later nader worden bepaald. Deze middelen worden vooralsnog doorgeschoven naar 2025.
8. Koopstartfonds - Kasschuif
De Tweede Kamer heeft bij de begrotingsbehandeling over 2023 € 40 mln. vrijgemaakt voor een Koopstartfonds. Het juridisch advies geeft aan dat voor de uitvoeringskosten een aanbesteding dient plaats te vinden. Dat betekent dat de middelen dit jaar niet meer worden besteed en worden deze doorgeschoven naar volgend jaar.
9. Ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting - Kasschuif
BZK voert via Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) de stimuleringsregeling Ontmoetingsruimten in Ouderhuisvesting uit. Aanvragers hebben drie jaar de tijd om het voorschot aan te vragen en zeven jaar om de eindafrekening in te dienen en de restbetaling te ontvangen. Op basis van de kasprognose opgesteld door het RVO wordt nu het kasbudget in lijn gebracht met de verwachte kasbetalingen.
10. Kasschuif stimuleringsmiddelen wooncoöperaties
Met het amendement Boulakjar c.s. (kamerstukken II, 2022/2023, 36200 VII, nr. 50) is € 10 mln. vrijgemaakt om coöperatieve woonvormen financieel te ondersteunen. Daarvoor is een aanpak in ontwikkeling en wordt gekeken hoe de regeling kan worden uitgevoerd. Vervolgens zal nog een regeling moeten worden uitgewerkt. Dat betekent dat de middelen dit jaar niet meer worden besteed en worden deze doorgeschoven naar volgend jaar met uitzondering van de subsidie aan Cooplink.
11. Stimuleringsregeling Flex II - Kasschuif
Dit betreft een kasschuif om de middelen voor de stimuleringsregeling flexen transformatiewoningen II in het juiste kasritme te zetten.
12. Stimuleringsregeling Flex II - AP-middelen
Vanwege verhoogde asielinstroom en langer verblijf van een deel van de ontheemden is direct extra huisvesting nodig en is versnelling van de woningbouw noodzakelijk. Het kabinet heeft bij de Voorjaarsnota 2023 aanvullend circa € 300 mln. gereserveerd voor het meerjarig stimuleren van flexwoningen zodat onder andere meer statushouders en Oekraïense ontheemden kunnen worden gehuisvest. Voor de stimuleringsregeling flex en transformatiewoningen II worden middelen vanaf de AanvullendePost overgeboekt naar de BZK-begroting.
13. Uitvoeringskosten Wetsvoorstellen Regie en Betaalbare Huur
De middelen op dit instrument zijn bedoeld om de kosten van de wetsvoorstellen regie op de volkshuisvesting en betaalbare huur te dekken. Deze middelen worden verstrekt aan de uitvoerder van deze wetten, de provincies, gemeentes en de Huurcommissie.
14. Huurtoeslag
Om de koopkracht te verbeteren wordt de eigen bijdrage in de huurtoeslag vanaf 2024 structureel verlaagd. In 2024 wordt deze met € 34,67 per maand verlaagd. Hiervoor wordt het huurtoeslagbudget in begrotingsjaar 2024 met € 703,4 mln. verhoogd (inclusief de decemberbetaling voor januari 2025). Van 2025 tot 2029 wordt de eigen bijdrage weer iets verhoogd ter dekking van de kosten van de wetsvoorstellen Versterking Regie op de Volkshuisvesting en Betaalbare Huur. De inwerkingtreding van de Wet Vereenvoudiging van de Huurtoeslag is een jaar vertraagd, omdat de parlementaire besluitvorming nog niet is afgerond. Dit levert een incidentele meevaller op van € 141,7 mln. in 2024.
15. Maatschappelijk vastgoed
Dit betreffen middelen voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed, waaronder voor een tegemoetkoming in de kosten aan gebouweigenaren (waaronder voor grote portefeuilles) die hun gebouw gaan verduurzamen, voor Portefeuillesubsidie, die subsidie verleent op portefeuilleniveau, en aan Caribisch Nederland. Ook betreft dit middelen voor energielabels in het maatschappelijk vastgoed, ondersteuning maatschappelijke vastgoedeigenaren via een bijdrage aan het Kennis en Innovatieplatform Verduurzaming Maatschappelijk vastgoed, een ontzorgingsprogramma voor provincies en departementen en voor de uitvoering van diverse maatschappelijk vastgoed subsidieregelingen.
16. Verduurzaming Rijksvastgoed
Dit betreft middelen voor de verduurzaming van Rijksvastgoed, die op een natuurlijk moment staan om gerenoveerd te worden, of als alternatief sloop/ nieuwbouw. Het gaat onder meer om Rijkskantoren, vastgoed van het COA, Politie en Rijksvastgoed in Caribisch Nederland.
17. Warmtefonds
Dit betreft het ophogen van het Warmtefonds ten behoeve van 0% rente voor woningeigenaren met inkomens tot € 60.000 en 1,5% rentekorting voor VvE's (waarmee rente nu uitkomt op 2,5% ‒ 3%). Hiermee wordt de remmende werking van de gestegen marktrente weggenomen en een prikkel gegeven aan meer woningeigenaren om te verduurzamen.
18. Nationaal Isolatieprogramma
Voor het Nationale Isolatieprogramma wordt totaal € 1,6 mld. beschikbaar gesteld uit het Klimaatfonds. Dit betreft de middelen voor de bestaande regeling lokale aanpak door gemeenten voor de jaren 2023 tot en met 2025 inclusief de uitvoeringskosten. Het overige deel is naar het ministerie van Economische Zaken en Klimaat gegaan.
19. Collectieve aanpak woonisolatie
Dit betreft het beschikbaar stellen van extra middelen aan gemeenten specifiek voor kwetsbare huishoudens in energetisch slechte woningen, zodat bij deze huishoudens de woningen een hogere mate van verduurzaming kunnen bereiken. Deze middelen kunnen bovenop de middelen voor de lokale aanpak worden ingezet. De middelen zijn bedoeld voor isolatie- en energiebesparende ventilatiemaatregelen en eventueel interne voorzieningen ten behoeve van aansluiting op warmtenetten indien aan de orde in het kader van de wijkaanpak.
20. Verduurzamingaanpak Groningen en Noord-Drenthe
In de kabinetsreactie ‘Nij Begun’ betreft maartregel 29 het isoleren van woningen in de provincie Groningen en drie gemeenten in Noord-Drenthe. In totaal is door het kabinet € 1,65 mld. beschikbaar gesteld, waarmee een substantiële financiële bijdrage kan worden gedaan voor isolatiemaatregelen. In de aanpak worden woningen geïsoleerd naar de standaard voor woningisolatie. Daarnaast is het voorstel om een gezamenlijke ondersteuningsstructuur op te richten tussen gemeenten, de provincie(s) en het Rijk, zodat gemeenten ontlast en ondersteund kunnen worden en in een krappe arbeidsmarkt deze krachten efficiënt in de hele regio ingezet kunnen worden. In lijn met de kabinetsreactie zal het een uniforme regeling worden voor alle dertien gemeenten in de regio. In 2023 komt € 150 mln. beschikbaar voor de periode 2024 t/m 2026 uit de Coalitieakkoord middelen «energieprestatie- eisen nieuwbouw industrie». De overige € 1,5 mld. door kabinet beschikbaar gestelde middelen staat vanaf 2026 gereserveerd op de Aanvullende Post.
21. Subsidie doe-het-zelvers vouchers
Er komt een subsidie beschikbaar voor doe-het-zelvers zodat burgers kosten kunnen besparen bij het isoleren van hun huis en schaarse professionals vooral ingezet kunnen worden voor complexe werkzaamheden. De middelen worden in 2024 en 2025 vanuit het klimaatfonds (€ 25 mln. per jaar) en het Nationaal Isolatieprogramma (€ 2 mln. per jaar) beschikbaar gesteld.
22. Subsidie Energiebesparing Eigen Huis (SEEH)
Voor het Nationale isolatieprogramma wordt in totaal € 1,6 mld. beschikbaar gesteld uit het Klimaatfonds. Dit betreft de middelen voor de bestaande regeling SEEH voor de jaren 2024 tot en met 2025.
23. CAO middelen kasschuif
De kabinetsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 2023 is hoger dan eerder geraamd. Daarnaast zijn de premielasten gedaald. Het incidentele verschil t.o.v. CEP 2022 blijft, voor zover nog niet in nieuwe arbeidsvoorwaardelijke afspraken opgenomen, beschikbaar voor arbeidsvoorwaarden door middel van een kasschuif naar 2024.
Art. | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 679.570 | 612.072 | 513.172 | 502.408 | 493.560 | 0 | |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 177.534 | 18.000 | 7.900 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | |
Mutatie extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 493.460 | |
Belangrijkste mutaties | 77.890 | 917 | 2.317 | 5.617 | 11.017 | 4.417 | |
1) Ontvangsten huurtoeslagraming | 3 | ‒ 100 | ‒ 900 | 500 | 3.800 | 9.200 | 2.600 |
2) Achtervangvergoeding NHG 2022 | 3 | 49.905 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3) Geraamde ontvangsten risicovoorziening herplaatsingsgarantie | 3 | 8.700 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4) Beheer DSO - Landelijke voorziening | 5 | 4.840 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5) Ontvlechting eindbalans RIS | 11 | 3.747 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
6) Tariefgefinancierde dienstverlening OBF | 11 | 2.218 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7) Reorganisatiebudget ontvlechting UBR | 11 | 1.862 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige mutaties | 6.718 | 1.817 | 1.817 | 1.817 | 1.817 | 1.817 | |
Stand ontwerpbegroting 2024 | 934.994 | 630.989 | 523.389 | 510.525 | 507.077 | 500.377 |
Toelichting
1. Ontvangsten huurtoeslagraming
De ontvangsten uit de huurtoeslagraming waren niet meegenomen in de 1e suppletoire begroting 2023. Met deze mutatie wordt dit hersteld.
2. Achtervangvergoeding NHG 2022
Voor de achtervangfunctie van het Rijk bij de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) draagt het Waarborgfonds Eigenwoning (WEW) een achtervangvergoeding af aan het Rijk. In 2022 bedroeg deze afdracht 0,3% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. Deze afdracht wordt doorberekend aan de consument. In 2023 heeft het Rijk de afdrachten over het boekjaar 2022, ter grootte van afgerond € 49,9 mln., ontvangen. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort. Ultimo eind 2022 bedroeg de risicovoorziening cumulatief € 376,3 mln.
3. Geraamde ontvangsten risicovoorziening herplaatsingsgarantie
Dit betreft een onttrekking uit de risicovoorziening voor de financiële herplaatsingsgarantie t.b.v. de uitvoeringskosten Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het gaat om een desaldering van middelen die vervolgens middels een kasschuif in het juiste betaalritme zullen worden geplaatst.
4. Beheer Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) - Landelijke voorziening
Dit betreft de ontvangen bijdragen van de Unie van Waterschappen (UvW) en IPO voor het beheer van het DSO. Ook betreft dit een ontvangst in het kader van de definitieve afrekening over 2021 vanuit het Kadaster inzake het beheer DSO. Dit wordt ingezet voor het beheer in 2023.
5. Ontvlechting eindbalans Rijksinkoopsamenwerking (RIS)
Met de ontvlechting van het voormalig agentschap Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) is het onderdeel RIS ondergebracht als een kasdienst onder begrotingsartikel 11. Dit betreft een desaldering om de stand van de uitgaven- en ontvangstenbudgetten voor het tariefgefinancierde deel van het onderdeel RIS op het juiste niveau te brengen.
6. Tariefgefinancierde dienstverlening Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF)
Met deze mutatie wordt de stand van de uitgaven- en ontvangstenbudgetten voor het tariefgefinancierde deel van het nieuwe organisatieonderdeel OBF op het juiste niveau gebracht.
7. Reorganisatiebudget ontvlechting Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)
Met de ontvlechting van het voormalig agentschap UBR is het nieuwe organisatieonderdeel Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF) ondergebracht als een kasdienst onder begrotingsartikel 11. Uit de ontvlechting ontvangt OBF het bij het agentschap UBR opgebouwde saldo van de reorganisatievoorziening voor enkele oud medewerkers. Het overgehevelde budget is bedoeld ter dekking van de benodigde middelen voor de looptijd van deze afvloeiingsregeling.
Op 4 oktober 2022 is het definitieve Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) goedgekeurd. Het definitieve Nederlandse HVP bestaat uit 49 maatregelen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) geeft uitvoering aan de volgende zes maatregelen:
– Informatiemanagement Overheid.
– Regie op de aanbodzijde van de woningmarkt.
– Aanscherping inkomensafhankelijke hogere huurverhoging.
– Versnellen van proces en procedures bij realiseren van woningbouw.
– Woningbouwimpuls.
– Subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed.
Het kabinet werkt momenteel hard aan de implementatie van het HVP. Over de voortgang van de implementatie van het HVP wordt de Kamer tweejaarlijks geïnformeerd. In het voorjaar van 2024 zal dit gebeuren door middel van het Nationaal Hervormingsprogramma en in het najaar door middel van een aparte Kamerbrief.
Nederland is voornemens eind 2023 het eerste betalingsverzoek ter waarde van € 1,4 miljard in te dienen bij de Europese Commissie. De minister van Financiën bereidt, namens het kabinet en in nauwe samenwerking met de departementen die verantwoordelijk zijn voor de verschillende maatregelen, het formele betalingsverzoek voor.
Het ministerie van BZK is voor het eerste betaalverzoek verantwoordelijk voor de uitvoering van en verantwoording over de:
– Inwerkingtreding van de Wet op de Open Overheid [Informatiemanagement Overheid].
– Publicatie van bijgewerkte actieplannen ter verbetering van het informatiemanagement [Informatiemanagement Overheid].
– Overeenkomsten tussen de Rijksoverheid en de provincies over de realisatie van 900.000 woningen [Regie op de aanbodzijde van de woningmarkt].
– Inwerkingtreding van wetgeving tot verhoging van de maximale huurverhoging voor huurders met een middelhoog tot een hoog inkomen die in een sociale woning wonen [Aanscherping inkomensafhankelijke hogere huurverhoging].
– Brief aan het parlement over knelpunten in het planningsproces met mogelijke oplossingen gepubliceerd [Versnellen van proces en procedures bij realiseren van woningbouw].
– Inwerkingtreding van de verordening tot vaststelling van de renovatie-subsidieregeling. [Subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed].
Tevens is BZK verantwoordelijk voor het borgen van de financiële belangen van de Unie voor de relevante maatregelen van het ministerie van BZK. Over de beoordeling van het eerste betalingsverzoek door de Europese Commissie wordt de Kamer te zijner tijd geïnformeerd.
Nederland is daarnaast voornemens om medio 2024 het tweede betalingsverzoek bij de Europese Commissie in te dienen. Over de beoordeling van dit tweede betalingsverzoek door de Europese Commissie wordt de Kamer ook te zijner tijd geïnformeerd.
Goede informatiehuishouding en informatievoorziening zijn essentiële elementen van onze democratische rechtsstaat. Burgers, bedrijven, NGO’s, het parlement, journalisten en de wetenschap moeten toegang hebben tot de voor hen noodzakelijke informatie. Tijdens en na afloop van het maken van beleid en wetgeving dienen keuzes transparant te zijn. Juiste en toegankelijke informatie is ook nodig voor de degelijke bedrijfsvoering van de overheid zelf. Informatie is tenslotte de grondstof waarmee ambtenaren en overheidsorganisaties hun werk doen.
Binnen het Ministerie van BZK loopt sinds 2021 het programma BZK Transparant, dat als doel heeft het verbeteren van informatiehuishouding en informatievoorziening en de implementatie van de Wet open overheid (Woo). Het programma ondersteunt alle (beleids)onderdelen, agentschappen en uitvoeringsorganisaties van BZK bij de stappen om deze doelen te behalen.
Na ruim twee jaar begint deze gezamenlijke inspanning vruchten af te werpen op de voornaamste aandachtsgebieden van het programma: actieve openbaarmaking, openbaarmaking op verzoek, organisatieontwikkeling en verbetering van de informatiehuishouding.
Actieve openbaarmaking
Sinds Prinsjesdag 2022 worden de beslisnota’s bij alle Kamerstukken openbaargemaakt. De ondersteuning van deze verandering werd gedaan door het programma BZK Transparant, maar is in 2024 overgedragen naar de lijnorganisatie van BZK. Via het programma BZK Transparant zal nog wel inzet worden gepleegd op het vlak van sociale veiligheid en de kennis en kunde om zo te schrijven dat stukken makkelijk openbaar kunnen worden gemaakt. Dit gaat bijvoorbeeld over de leesbaarheid en begrijpelijkheid van stukken voor zowel de Staten-Generaal en bewindspersonen als de buitenwereld en het rekening houden met de AVG.
In 2024 worden de ervaringen uit de pilots die in 2023 zijn uitgevoerd meegenomen in een verdere intensivering van het aantal openbaargemaakte dossiers. In 2023 zijn de dossiers Vreemdelingenbewaring Curaçao en het dossier Woningbouwimpuls openbaargemaakt. Uit die ervaringen blijkt dat maatschappelijke partijen door openbaargemaakte informatie meer inzicht en vertrouwen kunnen krijgen in overheidshandelen. Daarnaast kan het openbaarmaken van informatie zorgen voor effectiever overheidshandelen omdat duidelijker is waaraan bijvoorbeeld subsidieaanvragen aan moeten voldoen. Bovendien geeftactieve openbaarmaking een stimulans om structuur en overzicht aan te brengen in de dossiervorming. Voorwaarden hiervoor zijn wel voldoende capaciteit, vakbekwaamheid van beleidsmedewerkers op dit vlak en heldere procedures. Hierin zal in 2024 verder in worden geïnvesteerd.
Openbaarmaking op verzoek
De doorlooptijd en de omvang van Woo-verzoeken blijven grote uitdagingen. Ook hier wordt in 2024 voortgebouwd op inzichten die in 2023 gehouden pilots hebben opgeleverd. Speerpunten bij het inkorten van de huidige afhandeltermijn zijn efficiëntere procesinrichting, goede coördinatie, betere gesprekken met indieners over wat hun vragen zijn, de implementatie van dashboards en het workflowsysteem om beter te kunnen sturen op de tijdige afronding van Woo-verzoeken en de implementatie van technologische hulpmiddelen om sneller documenten te vinden en te lakken waar dat op basis van wettelijke gronden moet. Daarnaast zal de capaciteit om WOO-verzoeken af te handelen worden versterkt en de kennis hierover binnen het departement worden verbeterd. Interessant in dit verband is wat de effecten in 2024 zullen zijn van de invoeringstoets van de Woo die in 2023 wordt gestart.
Verbetering van de informatiehuishouding
Informatie die je niet kunt vinden kun je niet openbaar maken. Goede informatiehuishouding (IHH) is de basis voor een open en transparante overheid. Alle beleidsdirecties van BZK hebben daarom verbeterplannen opgesteld. Een eerste stap daarbij is het maken van werkafspraken om de kwaliteit van de informatiehuishouding te borgen. Concreet heeft BZK zich tot doel gesteld om het volwassenheidsniveau van de informatiehuishouding omhoog te brengen naar niveau 3 (van 4). In het najaar van 2023 wordt opnieuw een meting uitgevoerd, zodat kan worden nagegaan waar BZK staat in het bereiken van dit doel en waar verdere intensivering van de inzet in 2024 nodig is.
De activiteiten van BZK Transparant zijn, in navolging van het rijksbrede programma, ingericht langs vier actielijnen. Dit wordt in 2024 gecontinueerd.
Actielijn 1, Informatieprofessionals. In de deze actielijn wordt gewerkt aan organisatieontwikkeling en communicatie. Het takenpakket van een team van informatiecoördinatoren omvat onder meer het ondersteunen van beleidsdirecties bij het opstellen en implementeren van werkafspraken en verhogen van het kennisniveau van medewerkers. Daarnaast is er een aanspreekpunt om de inzet uitvoeringsorganisaties van BZK te ondersteunen.
Actielijn 2, Aard en volume van informatie. Binnen deze actielijn wordt gewerkt aan het beter archiveren en doorzoekbaar en vindbaar maken van informatie. Een belangrijke stap daarbij is de overgang naar een online versie van Digidoc, het documentmanagementsysteem van BZK. Met deze online versie kan een stap worden gemaakt ten opzichte van de gebruiksvriendelijkheid van de eerdere, lokaal geïnstalleerde versie van Digidoc. Daarnaast wordt ingezet op het goed archiveren van chatberichten, te beginnen bij die van bewindspersonen, en emailberichten.
Binnen het programma BZK wordt actief samengewerkt met onderwijsinstellingen, via het programma I-partnerschap. Deze samenwerking wordt in 2024 voortgezet. In 2023 is samengewerkt met studenten van de TU Delft, om te komen tot nieuwe ideeën rond gedragsontwikkeling en de inzet van innovatieve technieken ten behoeve van het verbeteren van informatiehuishouding. Vanaf september 2023 bouwen studenten van het MBO Rijnland samen met softwareontwikkelaars van BZK aan software gericht op het automatiseren van emailarchivering. Dit zal doorlopen tot medio 2024. Daarnaast wordt er samen met I-Partnerschap onderzocht wat er mogelijk is voor een meer structurele inzet van MBO Studenten op dit gebied.
Actielijn 3, informatiesystemen. Hierbij wordt aangesloten bij een initiatief vanuit CIO-Rijk om te werken aan een Werkomgeving van de Toekomst.
Actielijn 4, Bestuur en naleving. Binnen deze actielijn wordt onder meer gewerkt aan de ontwikkeling van dashboards en workflowsysteem om beter te kunnen sturen op de kwaliteit van informatiehouding en het tijdig afhandelen van Woo verzoeken.
De Strategische Evaluatie Agenda (SEA) is een instrument dat is ontwikkeld aan de hand van de vierde voortgangsrapportage Inzicht in Kwaliteit (Kamerstukken II 2020/21, 31865, nr. 184). De SEA biedt een overzicht van de beleidsthema’s, een korte toelichting op de inzichtbehoefte per thema, en een daarbij passende agendering van evaluatieonderzoek. Het doel is om meer inzicht in de beleidsthema’s te krijgen, en continue verbetering van beleid en uitvoering te stimuleren.
De SEA bevat een overzicht van alle geplande beleidsdoorlichtingen per beleidsartikel eens in de vier tot zeven jaar. Ook biedt de SEA een overzicht van alle overige ex ante, ex durante en ex post onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid. Hieronder vallen ook de evaluaties van subsidies en andere instrumenten, agentschappen en zelfstandige bestuursorganen (ZBO).
Bijlage 6: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda bevat een nadere toelichting op de SEA. Hierin is een formulering van de kennisbehoefte per richtingwijzer van BZK opgenomen. Daarnaast kan hier de volledige onderzoeksprogrammering per richtingwijzer gevonden worden.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Status | Toelichting onderzoek | Begrotingsartikel(en) |
---|---|---|---|---|---|
Sterke en weerbare democratische rechtstaat | Ex post | 2023 | Lopend | Beleidsdoorlichting Openbaar bestuur en democratie | 1.1 Bestuur en en regio en 1.2 Democratie |
Ex durante | 2023, 2025, 2027 | Lopend, te starten | Staat van het Bestuur | ||
Ex post | 2024 | Te starten | Evaluatie nationaal burgerforum klimaat | 1.2 Democratie | |
Ex durante | 2024 | Lopend | Monitor Burgerparticipatie | ||
Ex durante | 2024 | Lopend | Basismonitor Politieke Ambtsdragers, gemeenten tweede tranche | ||
Goed functionerend openbaar bestuur | Ex durante | 2023-2024 | Lopend | Onderzoek Publieke waardecreatie door Bestuurlijk Regionale Ecosystemen en opvolging | 1.1 Bestuur en regio en 1.2 Democratie |
Ex durante | 2023 en verder | Lopend | Innovatiemonitor/evaluatie Agenda, Stad en Regio | 1.1 Bestuur en regio | |
Ex durante | 2023 en verder | Lopend | Monitor en leertraject Regio Deals | ||
Ex post | 2024 | Te starten | Evaluatie Kenniscentrum Conventionele Explosieven (KCE) | ||
Ex post | 2023 en verder | Te starten | AIVD jaarverslag | 2 Nationale veiligheid | |
Meer regie op betaalbare en duurzame woningen voor iedereen | Ex post | 2023 | Lopend | Beleidsdoorlichting Woningmarkt en Woningbouw | 3.1 Woningmarkt en 3.3 Woningbouw |
Ex durante | Jaarlijks | Lopend | Staat van de Volkshuisvesting | ||
Ex post | 2027 | Te starten | Periodieke rapportage Woningmarkt en Woningbouw | ||
Ex durante | 2024 | Lopend | WoonOnderzoek | 3.1 Woningmarkt | |
Ex post | 2025 | Te starten | Evaluatie differentiatie inkomensgrenzen | ||
Ex post | 2025 | Te starten | Evaluatie differentiatie overdrachtsbelasting | ||
Ex post | 2026 | Te starten | Evaluatie nieuwe Huisvestingswet | ||
Ex durante | 2023 en verder | Lopend | Jaarlijkse monitor Woningbouwimpuls | 3.3 Woningbouw | |
Ex durante | 2023 tot en met 2026 | Te starten | Jaarlijkse monitor Volkshuisvestingsfonds | ||
Ex durante | 2023-2024 | Lopend | Evaluatie Warmtefonds | 4.1 Energietransitie gebouwde omgeving | |
Ex durante | 2023 | Lopend | Monitor Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) | ||
Ex post | 2023 | Lopend | Evaluatie Programma Reductie Energiegebruik | ||
Ex post | 2026 | Te starten | Periodieke rapportage Energietransitie gebouwde omgeving | ||
Ex post | 2025 | Te starten | ZBO doorlichting Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw | 4.2 Bouwkwaliteit | |
Ex post | 2026-2027 | Te starten | Periodieke rapportage Bouwkwaliteit | ||
Meer regie op een evenwichtige en duurzame verdeling van ruimte | Ex post | 2023 | Lopend | Inventarisatie evaluatie nationale programma's | 5.1 Ruimtelijke ordening |
Ex post | 2024 | Lopend | PBL c.s. Monitor op effecten NOVI | ||
Ex durante | 2024 | Lopend | PBL - Advies en Lerende evaluatie Nota ruimte | ||
Ex post | 2025 | Te starten | Vijfjaarlijkse evaluatie Kadasterwet | ||
Ex post | 2027 | Te starten | Periodieke rapportage NOVI en Nota Ruimte | ||
Ex ante | 2024 | Lopend | Nulmeting financiële monitor OW | 5.2 Omgevingswet | |
Ex durante | 2024 | Te starten | Meting monitor stelsel OW | ||
Ex durante | 2025-2029 | Te starten | Onderzoek financiën OW 2024-2028 | ||
Ex post | 2026 | Te starten | Evaluatie beheersoverenkomst | ||
Ex post | 2027 | Te starten | Periodieke rapportage Omgevingswet | ||
Waardengedreven digitale samenleving | Ex post | 2023 | Lopend | Agentschapsdoorlichting Logius | 6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving |
Ex durante | 2023 | Lopend | Staat van de Dienstverlening | ||
Ex post | 2024 | Te starten | Beleidsevaluatie effectiviteit en doelmatigheid van inzet middelen op het reguleren van algoritmes | ||
Ex post | 2024 | Te starten | Beleidsevaluatie effectiviteit digitale toegankelijksheidsbeleid | ||
Ex post | 2026 | Te starten | Periodieke rapportage Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving | ||
Ex ante/ex durante/ex post | 2022-2027 | Lopend | Evaluatie introductie van het burgerservicenummer in Caribisch Nederland | 6.5 Identiteitsstelsel | |
Ex post | 2023 | Lopend | Evaluatie Wet wijziging BRP | ||
Ex durante | 20251 | Te starten | Periodieke rapportage Identiteitsstelsel | ||
Ex post | 2026 | Te starten | Evaluatie Wet Landelijke Aanpak Adreskwaliteit | ||
Ex durante | 2024 | Te starten | Evaluatie ICO | 6.6 Investeringspost digitale overheid | |
Ex post | n.n.b. | Te starten | Periodieke rapportage hoogwaardige dienstverlening één overheid | 6.7 Hoogwaardige dienstverlening één overheid | |
Ex durante | 2024 en verder | Te starten | Evaluatie en actualisatie Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren | 6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving, 6.5 Identiteitsstelsel, 6.6 Investeringspost digitale overheid, 6.7 Hoogwaardige dienstverlening één overheid, 7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | |
Grenzeloos samenwerkende (Rijks-)overheid | Ex durante | 2023 en verder | Lopend | Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk | 7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid |
Ex post | 2024 | Lopend | Beleidsdoorlichting Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | ||
Ex post | 2024 | Te starten | Evaluatie subsidieregeling Center for People and Buildings | ||
Ex post | 2025 | Te starten | Evaluatie bestedingsplan Staat van de Uitvoering | ||
Ex post | 2025 | Te starten | Evaluatie bestedingsplan Leiderschap, diversiteit en inclusiviteit | ||
Ex post | 2026 | Te starten | Periodieke rapportage Doelmatige Rijkshuisvesting | 9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting en 9.2 Beheer materiële activa |
De beleidsdoorlichting artikel 6.5 Reisdocumenten en Basisadministratie Personen wordt naar 2025 uitgesteld. Op dit moment zijn de beleidswijzigingen op dit gebied en de daartoe benodigde wijzigingen in wet- en regelgeving te kort in werking om zinvol te kunnen evalueren.
Voor het meest recente overzicht van afgeronde evaluaties en beleidsdoorlichting zie: JaarverslagBZK 2022, bijlage 3: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek.
Art. | Omschrijving | Uitstaande garanties 2022 | Geraamd te verlenen 2023 | Geraamd te vervallen 2023 | Uitstaande garanties 2023 | Geraamd te verlenen 2024 | Geraamd te vervallen 2024 | Uitstaande garanties 2024 | Garantieplafond | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | Rijkshypotheekgaranties | 6 | 0 | 3 | 3 | 0 | 3 | 0 | 0 | |
Artikel 3 Woningmarkt | Herplaatsingsgarantie | 0 | 250.461 | 0 | 250.461 | 393.182 | 0 | 643.643 | 783.000 | |
Totaal | 6 | 250.461 | 3 | 250.464 | 393.182 | 3 | 643.643 | 783.000 |
Art. | Omschrijving | Uitgaven '22 | Ontvangsten '22 | Stand risicovoorziening t-2 | Saldo '22 | Uitgaven '23 | Ontvangsten '23 | Stand risicovoorziening t-1 | Saldo '23 | Uitgaven '24 | Ontvangsten '24 | Stand risicovoorziening t | Saldo '24 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 3 Woningmarkt | Herplaatsingsgarantie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 10.000 | 136.700 | 10.000 | 0 | 15.500 | 136.700 | 15.500 |
Totaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 10.000 | 136.700 | 10.000 | 0 | 15.500 | 136.700 | 15.500 |
Rijkshypotheekgaranties
Toelichting
Het betreft de aflopende regeling Rijkshypotheekgaranties. Bij beschikking van 23 augustus 1974, nr. AB74/U1271, van de minister van Binnenlandse Zaken, is de mogelijkheid gecreëerd om onder bepaalde voorwaarden een hypotheekgarantie te verlenen voor tijdige betaling van rente en aflossing op een hypothecaire geldlening, die in verband met de aankoop van een woning is afgesloten. Er is nog één garantie geldig. De garantie vervalt in 2024. Het theoretische risico bedraagt in 2023 € 3.000. Voor deze garantie is geen begrotingsreserve aanwezig en wordt geen premie afgedragen als vergoeding voor de afgegeven garantie.
Herplaatsingsgarantie
Toelichting
Door de aanhoudende oorlog in Oekraïne en de hoge urgentie om meer doorstroom van statushouders in de asielketen te realiseren, is het noodzakelijk sneller dan gepland meer woningen neer te zetten. Flexwoningen zijn hierin een oplossing. Om de woningnood aan te pakken zet het Kabinet onder andere in op een financiële herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Kern van de garantie is het vergroten van de kans op vervolglocaties na de eerste exploitatie op de tijdelijke locatie en – in het geval dat dat niet lukt – een mogelijke financiële uitkering als de woning verkocht moet worden. De garantie kent een totale looptijd van maximaal veertig jaar. Op 2 mei jl. heeft uw Kamer het toetsingskader financiële herplaatsingsgarantie ontvangen (Kamerstukken II, 2022/2023, 32 847, nr. 1037, blg. 1089724).
Het kabinet heeft voor deze risicoregeling € 220 mln. beschikbaar gesteld en het garantieplafond vastgesteld op maximaal € 783 mln. De genoemde ramingen zijn gebaseerd op het expert judgement van Finance Ideas (Kamerstukken II, 2022/2023, 32 847, nr. 1037, blg. 1089725). Naar verwachting creëert de garantie een multipliereffect, waarbij slechts een deel van de woningen die onder de garantie vallen daadwerkelijk een uitkering uit de garantie behoeven. Bij het aangaan van een garantie kan voor het eerst na tien jaar exploitatie een uitkering plaatsvinden. De financiële uitkering is dan gebaseerd op het verschil tussen de marktwaarde en de vastgestelde boekwaarde, gepaard met een risicoverdeling tussen partijen waarbij het Rijk 60% en de gemeente 25% betaalt, en de investeerder een eigen risico van 15% draagt. Daarnaast leveren investeerders een eigen bijdrage van € 1.000 per woning als een garantie aan hen wordt verleend. Deze bijdrage wordt toegevoegd aan het budget voor de garantieregeling. De middelen bedoeld voor eventuele uitkeringen worden ondergebracht in een risicovoorziening.
Om overschrijding van de beschikbaar gestelde middelen te voorkomen, wordt jaarlijks een prognose en verantwoording over het aantal verstrekte garanties verstrekt. De garantie wordt na één jaar incidenteel en na vijf jaar meerjarig geëvalueerd. Na het twaalfde jaar, twee jaar nadat de eerste aanspraken zich hebben voorgedaan, volgt een tweede incidentele evaluatie.
Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)
Omschrijving | 20221 | 20232 | 20242 |
---|---|---|---|
Achterborgstelling | 85.182 | 90.200 | 101.800 |
Bufferkapitaal | 485 | 554 | 587 |
Obligo | 2.2803 | 2.642 | 2.982 |
Stand risicovoorziening | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
in het jaarverslag 2022 is 2.209 opgenomen, dit was het voorlopige bedrag 2022. 2.280 is het definitieve bedrag na de accountantscontrole.
Toelichting
Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) zorgt dat de deelnemende woningcorporaties toegang hebben tot de kapitaalmarkt tegen zo optimaal mogelijke financieringskosten. Dit doet het WSW door borg te staan voor de rente- en aflossingsverplichting van door het WSW geborgde leningen van woningcorporaties. Op het moment dat een woningcorporatie niet aan de rente- en aflossingsverplichting voor een door WSW geborgde lening voldoet, kan een geldverstrekker aanspraak doen op het WSW.
Het Rijk en de gemeenten vormen de achtervang voor het WSW. Dit houdt in dat het Rijk en de gemeenten (beide voor 50%) een renteloze lening aan het WSW verstrekken, indien het WSW onvoldoende liquide middelen heeft om aan zijn verplichtingen te voldoen.
WSW beschikt over een eigen risicovermogen/bufferkapitaal en kan daarnaast indien nodig een jaarlijkse obligoheffing van maximaal 0,25% van het uitstaande saldo van geborgde leningen in rekening brengen bij de deelnemende woningcorporaties, evenals gecommitteerd obligo opvragen tot 2,6% van het saldo geborgde leningen. De door het WSW geborgde leningen worden gedekt door onderliggend woningbezit met een maximale Loan to Value (LTV) van 85%.
Financiële problemen bij corporaties worden in eerste instantie dus opgevangen door WSW en de corporatiesector zelf via bufferkapitaal en obligo. Pas daarna komen Rijk en gemeenten in beeld via de achtervang. De achtervang is tot op heden nog nooit aangesproken. In de opzet, toepassing en beheersing van zijn activiteiten spant WSW zich optimaal in om te sturen op een omvang van het risicokapitaal dat met een kans van 99% voldoende is om mogelijke verliezen van WSW te dekken. De Autoriteit Woningcorporaties ziet toe op de naleving van de afspraken over het risicomanagement bij WSW. Uit de meest recente kapitaaltoereikendheidstoets blijkt dat het beschikbare kapitaal van het WSW boven het vereiste niveau ligt.
Per eind 2022 heeft WSW € 85,0 mld. aan leningen geborgd. Het totale obligo is ten opzichte van 2021 met € 47 mln. gestegen. Het bufferkapitaal nam in 2022 met € 48 mln. af, voornamelijk door een negatief beleggingsresultaat op de beleggingsportefeuille als gevolg van gestegen marktrente.
Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW)
Omschrijving | 20221 | 20232 | 20242 |
---|---|---|---|
Achterborgstelling | 193.217 | 196.188 | 197.737 |
Risicodragend gegarandeerd vermogen | 4.900 | geen prognose | geen prognose |
Bufferkapitaal | 1.634 | 1.656 | 1.684 |
Obligo | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Stand risicovoorziening | 376 | 430 | 480 |
Toelichting
De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) is de uitvoerder van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Het Rijk vormt de achtervang van het WEW. Dit betekent dat het Rijk een achtergestelde renteloze lening aan het WEW zal verschaffen zodra het WEW onvoldoende vermogen heeft om aanspraken op de garantstelling te kunnen betalen. Tot 2011 vormde het Rijk samen met de gemeenten de achtervang van het WEW. Vanaf 1 januari 2011 vervult alleen het Rijk deze rol. Voor de oude gevallen blijven de gemeenten verantwoordelijk voor 50% van de achtervang. Een geldnemer betaalt voor een hypothecaire lening met NHG een eenmalige premie van 0,6% aan het WEW, waarvan het WEW 0,3%-punt afdraagt aan het Rijk als vergoeding voor diens rol als achtervanger. Deze achtervang vergoeding wordt gestort in de in de tabel genoemde risicovoorziening waaruit een eventuele aanspraak op de achtervang allereerst zal worden opgevangen.
Het gegarandeerd vermogen is het bedrag aan hypotheken waarop een NHG is afgegeven verminderd met het bedrag aan garanties dat is vervallen door volledige aflossing, oversluiting of gedwongen verkopen verminderd met de annuïtaire daling van de garantie. Nieuwe garanties zullen een positief effect op het gegarandeerd vermogen hebben. Het gegarandeerd vermogen is geen weergave van het risico dat het WEW en de overheid (als achtervanger van het fonds) lopen. Tegenover de hypothecaire leningen staat de actuele waarde van de desbetreffende woningen. Het risicodragend gegarandeerd vermogen is het vermogen gecorrigeerd voor de waarde van de desbetreffende woningen bij gedwongen verkoop en is daarmee een inschatting van de maximale schadelast voor het WEW als alle lopende hypotheekgaranties uitmonden in een gedwongen verkoop. Eind 2022 bedroeg het risicodragend gegarandeerd vermogen € 4,9 mld.
Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van BZK zijn genomen. Een uitgebreid overzicht is te vinden op www.rijksfinancien.nl/overheidsfinancien-coronatijd.
Uitgaven | Ontvangsten | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Omschrijving maatregel | 2022 | 2023 | 2024 t/m 2082 | 2022 | 2023 | 2024 t/m 2082 | Vindplaats | |
1 | Inkomstenderving waterschappen | 10,2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | Kamerstukken II 2022/23, 36250 VII, nr. 1 | |
3 | Lagere terugontvangsten huurtoeslag door verlaging terugvorderingsrente | 0 | 0 | 0 | 8,1 | 1,8 | 0 | Kamerstukken II 2019/20, 35553, nr. 1 | |
4 | Specifieke uitkering ventilatie in scholen | 73,4 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | Kamerstukken II 2019/20, 35478, nr. 1 | |
Kamerstukken II 2020/21, 35570 VII, nr. 73 | |||||||||
Kamerstukken II 2020/21, 32846, nr. 703 | |||||||||
Kamerstukken II 2021/22, 36018, nr. 1 | |||||||||
Totaal | 73,4 | 0 | 0 | 8,1 | 1,8 | 0 |
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) werkt aan een slagvaardig en betrouwbaar openbaar bestuur waarop inwoners kunnen vertrouwen en wat oog heeft voor de menselijke maat. Een openbaar bestuur dat samen met de samenleving in staat is de maatschappelijke opgaven op te lossen. Veranderingen in onze maatschappij beïnvloeden hoe ons bestuur en onze democratie werkt. Om waarden als legitieme besluitvorming, slagkrachtig openbaar bestuur en transparantie daarbij te behouden en democratische waarden en vrijheden te borgen en versterken, is continue aandacht nodig voor de werking en inrichting van democratie en bestuur.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft de zorg voor het goed functioneren van het openbaar bestuur van ons land.
Inwoners verlangen in toenemende mate maatwerk van de overheid. Dat vraagt om een overheid die in kan spelen op hun individuele behoeften en om kan gaan met uiteenlopende maatschappelijke opgaven op verschillende schaalniveaus. Daarnaast zijn er grote maatschappelijke opgaven die we als overheden alleen samen met de samenleving kunnen oplossen. Om hier goed op in te kunnen spelen organiseren we de overheid zo dicht mogelijk bij de burger en met betrokkenheid van de burger.
Met het oog op de doelen binnen dit beleidsartikel is een gezamenlijke inzet van gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk nodig.
De slagvaardigheid en legitimatie van het openbaar bestuur vraagt om een zo helder mogelijke taakverdeling tussen de overheden, financiering die daarbij aansluit, draagkracht in de uitvoering, onderlinge afstemming en samenwerking, betrokkenheid van burgers, ruimte voor maatwerk en zorg voor en toerusting van de mensen werkzaam in het openbaar bestuur. aanpassing
De minister is hoeder van de Grondwet (GW).
De minister is verantwoordelijk voor:
Stimuleren
– Om de slagvaardigheid van het openbaar bestuur te versterken stimuleert de minister de samenwerking tussen overheden en het werken als één overheid, onder meer via de Regio Deals, Agenda stad, City Deals en Regio's aan de grens.
– Ter versterking van het democratisch bestel werkt de minister aan een sterkere verbinding van inwoner en overheid, aan betere toerusting en ondersteuning van politieke ambtsdragers en aan een weerbaarder bestuur. De minister stimuleert en faciliteert betrokken partijen en draagt zorg voor kennisontwikkeling en –verspreiding. Concrete voorbeelden zijn Netwerk Weerbaar bestuur en Kennispunt Lokale Politieke Partijen.
– De minister stimuleert, vanuit haar verantwoordelijkheid voor de Grondwet, het mensenrechtenbeleid in Nederland.
– De minister heeft een stimulerende rol voor een betrouwbare overheid door medeondertekening van de Algemene wet bestuursrecht. Deze wet is kaderstellend voor een behoorlijk bestuur.
– De minister draagt (mede in reactie op het rapport Ongekend onrecht) zorg voor een betere dienstverlening aan de burger vanuit alle onderdelen van de overheid (Kamerstukken II 2020/21, 35510, nr. 4).
– Medeoverheden worden gecompenseerd voor de uitgaven en derving van inkomsten als gevolg van het kwijtschelden van publieke schulden aan gedupeerden van de toeslagenaffaire (Stcrt. 2021, 47680).
– Om de leefsituatie en het perspectief van bewoners in de kwetsbaarste gebieden te verbeteren, stimuleert de minister de interdepartementale en interbestuurlijke samenwerking via het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. De minister faciliteert alle betrokken partijen door zorg te dragen voor kennisontwikkeling en –verspreiding.
Financieren
– Op basis van de Financiële-verhoudingswet (Fvw) is de minister - samen met de Staatssecretaris van Financiën (de fondsbeheerders) - verantwoordelijk voor het beheer van het gemeente- en provinciefonds. De middelen voor beide fondsen kennen een eigen begroting (gemeentefonds en provinciefonds) maar het beheer kan niet los gezien worden van de rest van het stelsel. Op basis van de Gemw en PW is de minister verantwoordelijk voor het stelsel van decentrale belastingen.
– Tevens financiert de minister de rechtspositionele regelingen van (voormalige) politieke ambtsdragers.
Regisseren
– Op basis van artikel 2 van de Fvw wordt van beleidsvoornemens van het Rijk, die leiden tot een wijziging van de uitoefening van taken of activiteiten door provincies of gemeenten, aangegeven wat de financiële gevolgen zijn van deze wijziging voor provincies of gemeenten. Hiernaast dient te worden aangegeven via welke bekostigingswijze de financiële gevolgen voor de provincies of gemeenten kunnen worden opgevangen. Hierover vindt overleg plaats met de minister van BZK en de minister van Financiën.
– Op basis van de Gemeentewet (Gemw) en Provinciewet (PW) is de minister daarnaast verantwoordelijk voor de interbestuurlijke verhoudingen en het Rijksbeleid dat de medeoverheden raakt. De minister coördineert hierbij het overleg tussen het Rijk en de medeoverheden. Door de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) waarvoor de minister verantwoordelijk is, kunnen gemeenten, provincies en waterschappen samenwerken in publiekrechtelijke constructies.
– Betrouwbare en transparante verkiezingen zijn essentieel voor het vertrouwen in de democratie. De minister is verantwoordelijk voor de Kieswet (KW), die de verkiezingen voor de leden van de Eerste Kamer en Tweede Kamer der Staten-Generaal, het Europees Parlement, Provinciale Staten, algemene besturen van waterschappen, eilandsraden en gemeenteraden regelt.
– De minister is verantwoordelijk voor de aanpak van discriminatie en de daarbij behorende wetgeving, zoals de Algemene wet gelijke behandeling en de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen. De mininister heeft een coördinerende rol in de aanpak van discriminatie.
– De minister coördineert aan rijkszijde de integrale aanpak van de grootstedelijke problematiek vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid.
De minister kan op basis van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek op verzoek van de gemeenteraad wooncomplexen of straten aanwijzen waarin aan woningzoekende huurders eisen kunnen worden gesteld of voorrang wordt verleend. Op basis van de Wet aanpak woonoverlast (artikel 151d van de Gemw) is de minister stelselverantwoordelijk om hiermee gemeenten de mogelijkheid te bieden ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden tegen te gaan door middel van het opleggen van een gedragsaanwijzing.
Daar waar het juridisch instrumentarium ontoereikend is voor het oplossen van de grootstedelijke problematiek en een integrale aanpak in de weg staat, zal door de minister meer ruimte worden gecreëerd voor experimenten en maatwerk.
Uitvoeren
– Politieke partijen vervullen een cruciale rol in de democratie. De minister voert de Wet financiering politieke partijen(Wfpp) uit en financiert deze ook.
– De minister geeft uitvoering aan het Nederlandse decoratiestelsel en aan de ontslag- en benoemingsprocedures van burgemeesters, commissarissen van de Koning en leden van de Hoge Colleges van Staat.
– Om het stelsel van het openbaar bestuur te ondersteunen voert de minister onderzoek uit en ontwikkelt zij kennisproducten, zoals de Staat van het Bestuur en de website www.findo.nl.
Wet op de politieke partijen
Het kabinet werkt in 2024 verder aan het voorstel voor de Wet op de politieke partijen (Wpp), dat regels bevat over de transparantie van de interne organisatie, transparantie over politieke advertenties, financiering en subsidiëring van decentrale partijen en een specifieke regeling voor het verbieden van politieke partijen. In het wetsvoorstel wordt een Autoriteit Wet op de politieke partijen opgericht, waarvoor vanaf 2024 structureel € 1,8 mln. beschikbaar wordt gesteld binnen de begroting van BZK. In het wetsvoorstel wordt de grondslag gecreëerd voor een subsidieregeling voor decentrale politieke partijen van € 8,5 mln. jaarlijks in de periode 2024-2028, die door de Autoriteit wordt uitgekeerd. Binnen dit bedrag wordt ook het Kennispunt Lokale Politieke Partijen gefinancierd met € 0,35 mln. per jaar. De totstandkoming en ingangsdatum van deze subsidieregeling is afhankelijk van de inwerkingtreding van de Wpp.
Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid
In een aantal gebieden in Nederlandse steden staat de leefbaarheid steeds meer onder druk. Hier is sprake van een concentratie en stapeling van problemen op het gebied van onderwijs, werkloosheid, armoede, gezondheid, de kwaliteit van de woon- en leefomgeving, veiligheid en georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. De minister voor VRO is coördinerend minister voor het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV), dat er naar streeft om de leefsituatie en het perspectief van bewoners van de kwetsbaarste gebieden te verbeteren. Door een integrale regeling en bijbehorende specifieke uitkering waaraan verschillende ministeries bijdragen, wordt invulling gegeven aan motie Ceder (Kamerstukken II 2021/22, 35 925 VII, nr. 24), die de regering verzoekt om in het NPLV schotten tussen beleidsbudgetten weg te halen en rijksregels aan te passen die een integrale aanpak in de weg staan.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 117.078 | 456.372 | 606.059 | 204.080 | 105.494 | 96.001 | 96.076 |
Uitgaven | 108.992 | 322.221 | 558.217 | 396.080 | 105.494 | 96.001 | 96.076 | |
1.1 | Bestuur en regio | 50.129 | 201.154 | 374.775 | 221.313 | 28.706 | 26.828 | 26.878 |
Subsidies (regelingen) | 12.003 | 16.198 | 19.055 | 8.957 | 8.937 | 6.909 | 6.909 | |
POK - Multiproblematiek | 461 | 1.036 | 1.036 | 1.497 | 1.497 | 1.497 | 1.497 | |
POK - Antidiscriminatie | 168 | 159 | 159 | 159 | 159 | 159 | 159 | |
Oorlogsgravenstichting | 3.953 | 3.969 | 3.963 | 3.963 | 3.963 | 3.963 | 3.963 | |
Bestuur en regio | 2.921 | 3.546 | 1.780 | 1.519 | 1.499 | 1.290 | 1.290 | |
POK - Basisinfrastructuur | 4.500 | 5.664 | 10.298 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Werk aan Uitvoering | 0 | 1.819 | 1.819 | 1.819 | 1.819 | 0 | 0 | |
Diverse subsidies | 0 | 5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 1.763 | 7.322 | 8.220 | 9.665 | 9.186 | 9.336 | 9.386 | |
POK - Multiproblematiek | 326 | 1.028 | 528 | 393 | 665 | 665 | 665 | |
Bestuur en regio | 1.384 | 2.690 | 2.581 | 3.993 | 3.901 | 4.051 | 4.051 | |
POK - Antidiscriminatie | 32 | 370 | 370 | 370 | 870 | 870 | 920 | |
Regiodeals | 21 | 2.279 | 1.041 | 1.059 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse opdrachten | 0 | 155 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Antidiscriminatie | 0 | 800 | 3.700 | 3.850 | 3.750 | 3.750 | 3.750 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 128 | 577 | 377 | 380 | 272 | 272 | 272 | |
Diverse bijdragen | 27 | 274 | 272 | 272 | 272 | 272 | 272 | |
Regiodeals | 101 | 303 | 105 | 108 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 35.269 | 176.032 | 345.624 | 201.774 | 9.774 | 9.774 | 9.774 | |
Groeiopgave Almere | 9.364 | 9.774 | 9.774 | 9.774 | 9.774 | 9.774 | 9.774 | |
Evides | 1.250 | 1.250 | 1.250 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse bijdragen | 40 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Regiodeals | 3.000 | 165.008 | 334.600 | 192.000 | 0 | 0 | 0 | |
Bevolkingsdaling | 11.245 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Waterschappen | 10.220 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Gemeenten | 150 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 58 | 63 | 37 | 37 | 37 | 37 | 37 | |
Bijdragen internationaal | 58 | 63 | 37 | 37 | 37 | 37 | 37 | |
Bijdrage aan agentschappen | 908 | 962 | 962 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
RWS | 908 | 962 | 962 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | |
POK - Multiproblematiek | 0 | 0 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | |
1.2 | Democratie | 58.863 | 121.067 | 183.442 | 174.767 | 76.788 | 69.173 | 69.198 |
Subsidies (regelingen) | 44.121 | 47.032 | 54.721 | 50.552 | 50.475 | 40.908 | 40.908 | |
Politieke partijen | 27.456 | 30.431 | 30.719 | 26.587 | 26.587 | 26.587 | 26.587 | |
Comité 4/5 mei | 122 | 130 | 130 | 130 | 130 | 130 | 130 | |
ProDemos | 8.979 | 8.979 | 9.581 | 9.581 | 9.581 | 9.581 | 9.581 | |
Verbinding inwoner en overheid | 2.802 | 1.837 | 1.624 | 1.625 | 1.609 | 1.609 | 1.609 | |
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers | 3.396 | 3.397 | 2.588 | 2.609 | 2.608 | 2.258 | 2.258 | |
Weerbaar bestuur | 1.366 | 2.258 | 1.863 | 1.870 | 1.810 | 743 | 743 | |
St Thorbeckeleerstoel | 0 | 0 | 66 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Decentrale politieke partijen | 0 | 0 | 8.150 | 8.150 | 8.150 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 3.753 | 7.493 | 14.899 | 14.137 | 14.520 | 16.472 | 16.472 | |
Verbinding inwoner en overheid | 1.442 | 3.817 | 8.964 | 8.170 | 8.170 | 8.314 | 8.314 | |
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers | 520 | 543 | 543 | 543 | 529 | 529 | 399 | |
Weerbaar bestuur | 1.791 | 3.133 | 5.392 | 5.424 | 5.821 | 7.629 | 7.759 | |
Inkomensoverdrachten | 6.394 | 7.522 | 7.032 | 7.032 | 7.032 | 7.032 | 7.032 | |
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers | 6.379 | 7.032 | 7.032 | 7.032 | 7.032 | 7.032 | 7.032 | |
Vergoeding rouwvervoer | 15 | 490 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 3.362 | 3.600 | 3.730 | 3.703 | 3.703 | 3.703 | 3.703 | |
Diverse bijdragen | 3.362 | 3.600 | 3.730 | 3.703 | 3.703 | 3.703 | 3.703 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 52.760 | 102.002 | 98.285 | 0 | 0 | 0 | |
Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid | 0 | 52.760 | 102.002 | 98.285 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 91 | 102 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage internationaal | 91 | 102 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 1.142 | 2.558 | 1.058 | 1.058 | 1.058 | 1.058 | 1.083 | |
Dienst Publiek en Communicatie | 1.142 | 2.558 | 1.058 | 1.058 | 1.058 | 1.058 | 1.058 | |
RVO | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 25 | |
Ontvangsten | 16.490 | 14.905 | 14.765 | 14.765 | 24.765 | 24.765 | 24.765 | |
Geschatte budgetflexibiliteit
2024 | |
---|---|
juridisch verplicht | 75,0% |
bestuurlijk gebonden | 23,0% |
beleidsmatig gereserveerd | 1,0% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 1,0% |
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 75,0% juridisch verplicht en dit betreft met name de volgende instrumenten:
Subsidies (regelingen)
Het budget is voor 80% juridisch verplicht. Het betreft onder andere subsidies aan de politieke partijen, de Oorlogsgravenstichting (OGS), ProDemos en Multiproblematiek en Basisinfrastructuur als gevolg van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag.
Bijdrage aan medeoverheden
Het budget is voor 77% juridisch verplicht. Het betreft met name de vierde tranche van de Regio Deals en de bijdragen voor de SPUK Kansrijke wijk. Daarnaast betreft het een bijdrage inzake de Groeiopgave Almere en de ontvlechting van drinkwaterbedrijf Evides aan de Zeeuwse overheden.
Inkomensoverdrachten
Het budget is voor 100% juridisch verplicht. Het betreft pensioenen en uitkeringen aan voormalige ministers en staatssecretarissen en uitkeringen aan voormalige herindelingsburgemeesters en waarnemend burgemeesters.
1.1 Bestuur en regio
Subsidies (regelingen)
POK - Multiproblematiek
In 2023 heeft het ministerie van BZK een subsidie verstrekt voor het inrichten van een lerend stelsel binnen de gemeentelijke uitvoering waarbij de aanpak van multiproblematiek centraal staat. Het doel is om vanuit de uitvoeringspraktijk te leren wat goed gaat en wat beter kan, en wat door de uitvoering zelf kan worden opgepakt en waar een beleids- of stelselwijziging voor nodig is. Dit lerend stelsel wordt in 2024 verder uitgebouwd en loopt door tot 2025.
POK - Antidiscriminatie
De minister van BZK is verantwoordelijk voor de aanpak van discriminatie en de daarbij behorende wetgeving, zoals de Algemene wet gelijke behandeling en de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen. De minister van BZK heeft een coördinerende rol in de aanpak van discriminatie. De minister van BZK verstrekt subsidies om aan deze taak te kunnen voldoen.
Oorlogsgravenstichting
Namens de Nederlandse overheid onderhoudt de Oorlogsgravenstichting (OGS) wereldwijd ongeveer 50.000 graven van Nederlandse oorlogsslachtoffers. Deze graven liggen in meer dan vijftig landen, verspreid over vijf continenten. Het zwaartepunt ligt daarbij in Indonesië. Tevens verzorgt de stichting ruim 10.000 graven van militairen van de geallieerde strijdkrachten in Nederland. De OGS ontvangt een subsidie voor de uitvoering hiervan op basis van de Subsidieregeling Oorlogsgravenstichting.
Bestuur en regio
Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) ontvangt een subsidie voor het onderzoek naar een laagdrempelige informatievoorziening over economische en financiële aspecten van medeoverheden. De subsidieregeling COELO is per 1 januari 2022 verlengd (na het uitvoeren van een evaluatie) tot 31 december 2026.
Het Kenniscentrum Europa Decentraal (KED) ontvangt een subsidie. Dit is een gezamenlijk initiatief van het ministerie van BZK, het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW), dat zich richt op toepassing en verspreiding van kennis en expertise over Europees recht bij de medeoverheden.
Voor het programma Agenda Stad (City Deals) ontvangt onder andere Stichting Platform31 een subsidie voor de ondersteuning en doorontwikkeling van het Programma Agenda Stad en voor de coördinatie van de Dag van de Stad. Steden worden in de gelegenheid gesteld een uitgebreid voorstel in te dienen om gaststad van de Dag van de Stad te worden.
POK - Basisinfrastructuur
Ook in 2024 zal het ministerie van BZK subsidies verstrekken voor activiteiten in opvolging van de Kabinetsreactie op de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK). Dit betreft onder andere activiteiten ter vergroting van de uitvoeringskracht bij gemeenten voor de ondersteuning van inwoners in kwetsbare posities en het ophalen van signalen uit de praktijk (inrichten van een feedbackloop).
Opdrachten
Bestuur en regio
De kennisopbouw en -uitwisseling over en in het openbaar bestuur richt zich vooral op het vergroten van het feitelijke inzicht in (de slagkracht van) het openbaar bestuur. Daarnaast zullen bredere vraagstukken bekeken worden in samenhang met de brede lijnen uit de Actieagenda Sterk Bestuur. In 2024 zullen daarom een aantal trajecten worden vervolgd of in gang worden gezet rondom monitoring, de evaluatie van de Actieagenda Sterk Bestuur, en praktijkgerichte trajecten rondom regionale samenwerking en taakdifferentiatie. Ook zal gestart worden met het opstellen van de Staat van het Bestuur 2025.
Voor het Programma Regio's aan de grens worden opdrachten verstrekt voor onder andere onderzoek en kennisontwikkeling, organisatie van (kennis)bijeenkomsten voor regio’s aan de grens, de organisatie van de grenslandconferentie, monitoring en evaluatie van de grenseffecten toets, verzameling van grensstatistieken en de uitvoering van de aanbevelingen van de Bestuurlijke werkgroep Donner-Berx.
In de jaren 2023 en 2024 zijn en worden op verzoek van de Kamer evaluaties uitgevoerd in de herindelingsgemeenten Maashorst en Dijk en Waard (Kamerstukken II 2020/21, 35619, nr. 12 en Kamerstukken II 2020/21, 35621, nr. 7). Voor deze evaluaties worden onafhankelijke externe bureaus ingeschakeld. In 2023 is in de gemeente Maashorst reeds gestart met de uitvoering van een 0-meting. De overige werkzaamheden in beide gemeenten vinden plaats eind 2024.
POK - Antidiscriminatie
De minister van BZK is verantwoordelijk voor de aanpak van discriminatie en de daarbij behorende wetgeving, zoals de Algemene wet gelijke behandeling en de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen. De minister van BZK heeft een coördinerende rol in de aanpak van discriminatie. De minister van BZK verstrekt opdrachten om aan deze taak te kunnen voldoen.
Regio Deals
Naast de personele kosten lopen er verschillende onderzoek- en monitoringstrajecten gericht op het vergroten van kennis over brede welvaart in Regio’s ten behoeve van de regio's en de Regio Deals. Daarnaast loopt er een onderzoek naar de effectiviteit van het instrument Regio Deals en lopen er community’s of practises voor de lopende deals en toekomstige deals uit de 5e en 6e tranche. Daarnaast gaan er jaarlijks middelen naar het onderhouden en bijhouden van een website, nieuwsbrieven, diverse communicatie tools en diverse fysieke en online bijeenkomsten om regio's te informeren over Regio Deals, de geleerde kennis verder te brengen en regio's elkaar te laten inspireren. Zo wordt er ook gewerkt aan een jaarlijkse dag van de regio naar voorbeeld van de Dag van de Stad.
Antidiscriminatie
Er worden structureel middelen ingezet om te voldoen aan de beleidsprioriteiten op het gebied van het tegengaan van discriminatie en racisme in de maatschappij. Deze middelen zijn onder andere voor de financiering voor een juridisch loket in Caribisch Nederland, de versterking van de antidiscriminatievoorzieningen en de uitvoering van het nationaal programma tegen discriminatie en racisme.
Bijdrage aan medeoverheden
Groeiopgave Almere
De gemeente Almere ontvangt jaarlijks, sinds 2021, een specifieke uitkering voor de Groeiopgave Almere. Doel van de uitkering is gemeente Almere in staat te stellen zijn bijdrage aan de gemaakte groeiafspraken te leveren. Deze uitkering loopt door tot uiterlijk 2036 en wordt elke vijf jaar geëvalueerd. De middelen voor deze uitkering zijn overgeheveld vanuit de algemene uitkering van het gemeentefonds. Bij beëindiging van deze uitkering (per 2037 of tussentijds) vloeien de middelen voor de daarop volgende jaren weer terug in de algemene uitkering van het gemeentefonds.
Evides
Als onderdeel van het pakket «Wind in de zeilen» ondersteunt de Rijksoverheid de provincie Zeeland (en hiermee indirect alle Zeeuwse aandeelhouders en dus de Zeeuwse overheden) bij de ontvlechting van drinkwaterbedrijf Evides (Kamerstukken II 2019/2020, 33358, nr. 28). Dit geschiedt door een totale bijdrage van € 10 mln. van het Rijk aan de provincie Zeeland om de aankoop van Evides mogelijk te maken (Kamerstukken II 2020/2021, 33358, nr. 34). Een overzicht van de Rijksuitgaven Wind in de zeilen is opgenomen in bijlage 8 bij deze begroting. In 2024 wordt hiervoor de laatste termijn overgemaakt van € 1,31 mln.
Regio Deals
Voor 2024 is er een bedrag van € 335,4 mln. in de begroting opgenomen. Dit betreft de helft van de middelen die beschikbaar zijn voor de vierde tranche en de helft van de middelen voor de vijfde tranche. De middelen voor de Regio Deals worden namelijk in twee termijn overgeboekt aan de regio ’s met wie een convenant wordt gesloten in het kader van de Regio Deals. Voor de vierde tranche was 286,2 mln. beschikbaar en zijn in 2023 convenanten voor afgesloten. Vanuit deze tranche wordt in 2024 dus € 143,1 mln. overgeboekt naar de regio’s via een specifieke uitkering. Voor de vijfde tranche is € 384,6 mln. beschikbaar. Hiervoor is in 2023 een uitvraag aan alle regio’s in Nederland gedaan voor het indienen van proposities. Regio’s kunnen tot en met 31 oktober 2023 voorstellen indienen. Alle binnengekomen proposities worden beoordeeld aan de hand van het afwegingskader. Op basis van deze beoordeling besluit het kabinet begin 2024 over toekenning van middelen voor de Regio Deals. Vervolgens worden met de geselecteerde regio’s een concrete, te ondertekenen Regio Deal uitgewerkt. Het streven is dat de eerste Deals van de vijfde tranche medio 2024 tussen Rijk en regio worden gesloten en dat de uitvoering van deze Deals na de zomer 2024 starten en de eerste helft van de middelen (€ 192,3 mln.) aan de regio’s wordt overgeboekt.
Bijdrage aan agentschappen
RWS
Rijkswaterstaat ontvangt voor de periode 2021 tot en met 2024 een bijdrage in verband met het beheren van een landelijk, digitale, kenniscentrum voor gemeenten die te maken hebben met explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Het ministerie van BZK is opdrachtgever van dit kenniscentrum. Het kenniscentrum gaat onder andere onderzoek doen om de kennis over het opsporen van explosieven te vergroten. De evaluatie van het kenniscentrum zal plaatsvinden in 2024.
1.2 Democratie
Subsidies (regelingen)
Politieke partijen
Politieke partijen ontvangen subsidie op grond van de Wet financiering politieke partijen (Wfpp). Een politieke partij komt voor subsidie in aanmerking als zij voldoet aan de in deze wet genoemde voorwaarden. . Als gevolg van de motie Jetten c.s. (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IIA, nr. 8) is het beschikbare Wfpp budget met ingang van 2020 verhoogd. Tot en met 2024 betreft de verhoging jaarlijks € 8,65 mln. en met ingang van 2025 structureel € 5 mln.. De aanpassing van de Wfpp, waarin deze verhoging wordt meegenomen, is op 12 april 2022 aangenomen door de Tweede Kamer. Bij de definitieve vaststelling van de subsidie over 2022 zal de subsidie worden aangepast aan de nieuwe zetelverdeling in de Tweede Kamer.
Partij | waarde 20201 | waarde 2021 | waarde 20222 | waarde 20232 |
---|---|---|---|---|
VVD | 4.641.213 | 4.891.608 | 4.896.107 | 4.945.669 |
D66 | 3.087.320 | 3.518.199 | 3.707.027 | 3.741.576 |
CDA | 3.132.970 | 2.986.550 | 2.486.720 | 2.492.421 |
PvdA | 2.086.432 | 2.131.113 | 2.016.859 | 2.022.866 |
SP | 1.936.019 | 2.179.816 | 1.810.762 | 1.809.656 |
GL | 2.584.496 | 2.276.835 | 1.854.541 | 1.839.416 |
FvD | 1.304.581 | 1.605.203 | 1.512.982 | 1.724.149 |
PvdD | 1.234.883 | 1.395.700 | 1.512.645 | 1.507.893 |
CU | 1.402.136 | 1.449.147 | 1.381.159 | 1.377.500 |
SGP | 1.239.422 | 1.274.806 | 1.229.609 | 1.224.121 |
Volt Nederland | 0 | NTB | 955.383 | 957.221 |
DENK | 883.489 | 815.572 | 827.209 | 894.725 |
JA21 | 0 | 711.624 | 818.652 | 841.127 |
50PLUS | 936.597 | 710.910 | 758.666 | 765.391 |
BIJ1 | 0 | NTB | 656.596 | 655.315 |
OPNL (voorheen OSF) | 545.108 | 577.727 | 559.647 | 587.296 |
Belang van Nederland | 0 | 0 | 548.794 | 622.030 |
BoerBurgerBeweging | 0 | 0 | 435.511 | 511.383 |
Totaal | 25.014.666 | 26.524.810 | 27.968.869 | 28.519.755 |
Het budget voor de Wfpp wordt in de periode 2020-2024 opgehoogd door het kabinet omwille van motie Jetten met een bedrag van € 8.650.000. Vanaf 2025 wordt dit structureel € 5.000.000 per jaar.
Het betreft hier voorlopige bedragen voor de jaren 2022 en 2023. 80% daarvan is inmiddels uitgekeerd. Uiterlijk 1 juli van het jaar volgend op het subsidiejaar moeten partijen een definitieve subsidieaanvraag indienen. Als bij de beoordeling daarvan blijkt dat de partijen voldoen aan de voorwaarden, wordt de resterende 20% uitgekeerd. De loon- en prijsbijstellingen 2022 en 2023 moeten nog in deze bedragen worden verwerkt. De reeks loopt nu van 2020 tot en met 2023. De Minister van BZK beslist voor 1 november 2023 over de aanvragen tot vaststelling over 2022, die de politieke partijen uiterlijk 1 juli 2023 moesten aanleveren.
ProDemos
ProDemos, Huis voor Democratie en Rechtsstaat, ontvangt een subsidie voor activiteiten gericht op het vergroten van de betrokkenheid en kennis van de democratische rechtsstaat, zoals het programma Parlement op School en het verzorgen van bezoeken van scholieren aan het parlement met de daarbij behorende educatieve programma’s.
Verbinding inwoner en overheid
Er worden subsidies verstrekt om de bewustwording en de weerbaarheid van burgers rondom de verspreiding van online desinformatie te vergroten.
Het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA) en de Landelijke Vereniging van Kleine Kernen (LVKK) ontvangen subsidies ter bevordering van actieve burgerbetrokkenheid.
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers
Om te zorgen dat er voldoende goed toegeruste politieke ambtsdragers beschikbaar zijn en beschikbaar blijven, wordt subsidie verstrekt aan de beroepsgroepen van politieke ambtsdragers, te weten het Nederlands Genootschap van Burgemeesters, de Wethoudersvereniging, de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en Statenlidnu. Ook ontvangen de Vereniging van Griffiers, de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies subsidie om passende opleidingen en programma’s te organiseren. Deze subsidieregelingen lopen af per 1 januari 2025 en zullen in 2024 worden geëvalueerd.
Het Kennispunt Lokale Politieke Partijen ontvangt in 2020-2024 een subsidie voor de ondersteuning van lokale politieke partijen, o.a. door fysieke en online trainingen aan bestuursleden en vrijwilligers.
Weerbaar bestuur
Binnen het programma Weerbaar bestuur zet het ministerie van BZK samen met het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV), beroepsverenigingen van politieke ambtsdragers, bestuurdersverenigingen van landelijke politieke partijen, koepels van medeoverheden en andere partners zich meerjarig in voor de verhoging van de weerbaarheid van decentrale politieke ambtsdragers en de ambtelijke organisatie tegen ondermijnende invloeden (Kamerstukken II 2022/2023, 28844, nr. 252. Netwerkpartners ontvangen subsidies voor trainingen en bewustwordingssessies, o.a. over agressie en intimidatie. Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) ondersteunt bij de uitvoering van de regeling preventieve beveiligingsmaatregelen ten behoeve van woningen van decentrale bestuurders.
Het CCV ontvangt ook subsidie ter bevordering van kennisuitwisseling over de toepassing van de Wet aanpak woonoverlast (artikel 151d van de Gemw) en de gebiedsgerichte aanpak van ondermijnende criminaliteit, waaronder vakantieparken (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1070).
Vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid wordt subsidie verstrekt voor de inrichting van de programmaorganisatie en voor onderzoek, kennisdeling (onder andere via www.WijkWijzer.org), pilots en ondersteuningstrajecten in de gemeenten met een stedelijk focusgebied en daarbuiten. Er wordt een structuur ingericht tussen Rijk en gemeenten die snelle besluitvorming bevordert, zodat doorbraken kunnen worden gerealiseerd bij de aanpak van complexe casuïstiek en daar waar knelpunten in regelgeving een duurzame oplossing in de weg staan (Kamerstukken II 2021/2022, 30995, nr. 100).
In samenwerking met de Nederlandse vereniging van rekenkamers en rekenkamercommissies (NVRR) werkt BZK aan de verdere verbetering van de kwaliteit van rekenkameronderzoeken en de professionalisering van decentrale rekenkamers.
Decentrale politieke partijen
In het wetsvoorstel voor de Wet op de politieke partijen (Wpp) wordt een grondslag gecreëerd voor een subsidieregeling voor decentrale politieke partijen. De totstandkoming en ingangsdatum van deze subsidieregeling is afhankelijk van de inwerkingtreding van de Wet op de politieke partijen.
Opdrachten
Verbinding inwoner en overheid
Het ministerie van BZK zet zich als coördinerend ministerie voor de aanpak van desinformatie in op het vergroten van de weerbaarheid van de samenleving tegen de impact van desinformatie. In 2024 is er extra aandacht voor de verkiezingen voor het Europees Parlement, waarbij de betrokken organisaties bewust worden gemaakt van het mogelijke gevaar van desinformatie.
In het kader van de evaluatie van de verkiezingen worden verschillende onderzoeken worden gedaan. Er worden voorbereidingen getroffen voor de verkiezingen in juni 2024 voor het Europees Parlement, waarbij in enkele gemeenten wordt geëxperimenteerd met een nieuw model stembiljet. Door de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) wordt met ondersteuning van het ministerie van BZK een opkomstbevorderende campagne gevoerd.
Als vervolg op het Actieplan toegankelijk stemmen 2021 worden verschillende opdrachten uitgezet. Ook wordt er, in aanvulling op de landelijke publiekscampagne waarmee kiezers worden geïnformeerd over de verkiezingen, ingezet op communicatie richting o.a. kiezers met een beperking en laaggeletterde kiezers. Er wordt gewerkt aan de mogelijkheid om te kunnen experimenteren met hulp in het stemhokje aan ook andere kiezers dan kiezers die vanwege hun lichamelijke gesteldheid niet zelfstandig kunnen stemmen. De voorbereidingen in dit wetgevingstraject worden vervolgd.
De gemeente Den Haag is conform de Kieswet verantwoordelijk voor het organiseren van de verkiezingen voor kiezers buiten Nederland, waaronder de verkiezing voor de leden van het kiescollege niet-ingezetenen voor de Eerste Kamer. De gemeente Den Haag maakt hiervoor kosten, onder andere voor het versturen van stembescheiden aan kiezers en het verrichten van de stemopneming. De gemeente Den Haag vervult voor het kiescollege niet-ingezetenen de rol van griffie om het kiescollege te ondersteunen bij de uitvoering van hun taken. De verkiezing is elke vier jaar en Den Haag ontvangt elk jaar een vierde deel van de totale kosten van een verkiezing als vergoeding.
De Kiesraad ontvangt op de begroting Overige Hoge Colleges van Staat (IIB) een bijdrage voor de transitie van de Kiesraad.
Er worden opdrachten verstrekt om democratische innovatie te onderzoeken en bevorderen en te monitoren hoe invulling wordt gegeven aan de versterking van participatie.
Het Adviescollege Nederlandse Gebarentaal ontvangt een bijdrage om de minister van BZK te adviseren over de bevordering van het gebruik van de Nederlandse gebarentaal in de samenleving.
Weerbaar bestuur
Verschillende opdrachten worden uitgezet voor het versterken van de bestuurlijke weerbaarheid. De huidige regeling preventieve beveiligingsmaatregelen uit 2021 ten behoeve van woningen van decentrale bestuurders wordt uitgebreid. Extra hulp wordt geboden aan decentrale overheden op het gebied van complexe juridische procedures vanuit de ondermijningsaanpak en bij het signaleren en versterken van kwetsbare processen in de organisatie. Er worden maatregelen genomen voor de digitale veiligheid en het verhogen van de meldings- en aangiftebereidheid onder zowel decentrale politieke ambtsdragers als ambtenaren. Met de tweejaarlijkse monitor wordt ook in 2024 de ervaring met en de beschikbare instrumenten tegen agressie en intimidatie onder decentrale politieke ambtsdragers en ambtenaren inzichtelijk gemaakt. Er wordt gewerkt aan de doorontwikkeling van Zicht op Ondermijning, ter ondersteuning van decentrale bestuurders bij de preventieve aanpak van ondermijnende effecten van criminaliteit.
In 2024 wordt verder gewerkt aan de uitvoering van een meerjarenplan Maatschappelijke onrust en ongenoegen, onder meer gericht op vakmanschap om met kritische groepen in gesprek te gaan en zelfreflectie en responsiviteit van de overheid. Ook vindt oppvolging plaats van de aanbevelingen van de Adviescommissie Weerbare Democratische Rechtsorde.
Er worden kennisbijeenkomsten georganiseerd voor betrokken gemeenten over de toepassing van selectieve woningtoewijzing op grond van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp).
Vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid worden opdrachten verstrekt voor onderzoek, kennisdeling (onder andere voortzetting van het Kennis- en leernetwerk Leefbaarheid en Veiligheid en de website www.WijkWijzer.org) en het uitvoeren van pilots en ondersteuningstrajecten in verschillende gemeenten (Kamerstukken II 2021/22, 30995, nr. 100).
Door onderzoek en handreikingen wordt gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit en toerusting van het decentraal bestuur en daarbinnen de decentrale volksvertegenwoordigingen. Er wordt in kaart gebracht in welke verschijningsvormen en op welke schaal decentrale volksvertegenwoordigers kwetsbaar zijn voor ernstige integriteitsschendingen of ondermijnende activiteiten. Ook wordt geïnventariseerd hoe kroonbenoemde bestuurders in de praktijk invulling geven aan hun zorgplicht om de bestuurlijke integriteit te bevorderen (Kamerstukken II 2022/23, 28844, nr. 254).
In 2024 zal worden geëvalueerd of de openbare agenda’s van bewindspersonen en de lobbyparagraaf in memories van toelichting bij wetsvoorstellen, voldoende zijn verbeterd.
Inkomensoverdrachten
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers
Het ministerie van BZK financiert de rechtspositionele regelingen van (voormalige) politieke ambtsdragers. Het betreft pensioenen en uitkeringen aan voormalige ministers en staatssecretarissen en uitkeringen aan voormalige herindelingsburgemeesters en waarnemend burgemeesters.
Bijdrage aan ZBO/RWT
Diverse bijdragen
CBS ontvangt een bijdrage in het kader van Zicht op Ondermijning.
Bijdrage aan medeoverheden
Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid
Samen met de ministeries van SZW en OCW verkent het ministerie van BZK de mogelijkheden om een aantal departementale regelingen in het kader van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid tot één gezamenlijke SPUK samen te voegen.
Bijdrage aan agentschappen
Dienst publiek en Communicatie
De minister van BZK is verantwoordelijk voor de uitvoering van de landelijke campagne om kiezers te informeren over de verkiezingen. Hiervoor wordt een bijdrage verstrekt aan de Dienst Publiek en Communicatie (DPC) van het ministerie van Algemene Zaken.
Ontvangsten
De ontvangsten betreffen grotendeels de bijdragen van de waterschappen aan de uitvoeringskosten van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de wet en de kosten worden gezamenlijk gedragen door het Rijk, gemeenten en waterschappen. De waterschappen betalen jaarlijks hun aandeel in de uitvoeringskosten via het Rijk aan de gemeenten. Vanuit het Coalitieakkoord gaan zij voor de periode van 2022-2025 jaarlijks € 10 mln. minder bijdragen. In 2025 vindt een evaluatie plaats van de WOZ, die als basis kan dienen voor de bijdragen in 2026 en verder.
Daarnaast ontvangt het ministerie van BZK jaarlijks een bedrag van € 2,8 mln. van de waterschappen in het kader van de organisatie van de Waterschapsverkiezingen. De kosten, die de gemeenten voor de organisatie van de Waterschapsverkiezingen maken, worden vergoed door de waterschappen. Sinds 2020 gebeurt dat via een structurele toevoeging aan de algemene uitkering van het gemeentefonds van € 2,8 mln. per jaar. Dit bedrag is reeds overgeboekt vanuit de begroting van BZK (VII). Daartegenover incasseert het ministerie van BZK jaarlijks eenzelfde bedrag bij de waterschappen.
De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) beschermt de nationale veiligheid en de democratische rechtsorde. Dit doet de AIVD door tijdig dreigingen, internationale politieke ontwikkelingen en risico's te onderkennen, die niet zichtbaar zijn en doet daartoe onderzoek in binnen- en buitenland. De AIVD signaleert, adviseert en deelt gericht informatie met samenwerkingspartners zodat deze de dreiging en risico's kunnen reduceren. Waar nodig reduceert de AIVD zelfstandig risico's.
Uitvoeren
– De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor de taakuitvoering van de AIVD. Dit doet de AIVD door het tijdig onderkennen van dreigingen en risico's voor de nationale veiligheid en de nationale belangen in het binnen- en buitenland. De AIVD verricht onderzoek met behulp van bijzondere inlichtingenmiddelen. Op basis van de bevindingen informeert en adviseert de AIVD de samenwerkingspartners met ambtsberichten en analyses (waaronder openbare publicaties). De minister legt zo veel als mogelijk in het openbaar verantwoording af aan de Tweede Kamer als geheel of in de vaste Kamercommissie BZK. Waar dat niet kan, vanwege geheimhoudingsnoodzaak, gebeurt dit via de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) van de Tweede Kamer.
– Voor de taakuitvoering zijn stevige waarborgen ingericht in de vorm van toetsing, toezicht en controle. Dit vanwege de inbreuk in de persoonlijke levenssfeer van mensen die de inzet van bijzondere inlichtingenmiddelen kan hebben. Voor de inzet van een groot aantal bijzondere inlichtingenmiddelen is toestemming nodig van de minister van BZK. Met de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2017 is na de toestemming van de minister voorafgaand aan de inzet van een groot aantal bijzondere inlichtingenmiddelen een onafhankelijke toetsing nodig van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB). Daarnaast houdt de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) toezicht tijdens en na afloop van de inzet van bevoegdheden of op andere werkzaamheden van de AIVD.
De AIVD doet haar werk op basis van de Geïntegreerde Aanwijzing Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (GA I&V 2023-2026). De GA I&V wordt opgesteld in samenspraak met de behoeftestellers. In 2023 is de GA voor vier jaar in werking getreden en wordt tussen 2024 en 2026 jaarlijks herzien.
Er zijn geen beleidswijzigingen.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 373.006 | 445.117 | 456.290 | 465.595 | 461.985 | 482.553 | 472.553 |
Uitgaven | 359.005 | 445.117 | 456.290 | 465.595 | 461.985 | 482.553 | 472.553 | |
Apparaatsuitgaven | 344.440 | 426.786 | 437.958 | 447.264 | 443.654 | 464.222 | 454.222 | |
Programmauitgaven | 14.565 | 18.331 | 18.332 | 18.331 | 18.331 | 18.331 | 18.331 | |
2.0 | Nationale veiligheid | 14.565 | 18.331 | 18.332 | 18.331 | 18.331 | 18.331 | 18.331 |
Geheim | 14.565 | 18.331 | 18.332 | 18.331 | 18.331 | 18.331 | 18.331 | |
AIVD geheim | 14.565 | 18.331 | 18.332 | 18.331 | 18.331 | 18.331 | 18.331 | |
Ontvangsten | 18.412 | 17.214 | 17.214 | 17.214 | 17.214 | 17.214 | 17.214 |
Geschatte budgetflexibiliteit
2023 | |
---|---|
juridisch verplicht | 100,0% |
bestuurlijk gebonden | 0,0% |
beleidsmatig gereserveerd | 0,0% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0,0% |
Omdat het budget als apparaat wordt aangemerkt, is het gehele budget juridisch verplicht.
Investeringen
Met eerder toegekende middelen en investeringen in de AIVD uit het Coalitieakkoord 2022 (in 2024 € 72 mln., oplopend tot € 86,5 mln. in 2027) - zet het kabinet in 2024 een wezenlijke stap om -onder een verslechterd dreigingsbeeld- de verloren slagkracht te herstellen en te innoveren. Daardoor kan de AIVD de gekende en ongekende dreigingen adresseren.
Deze middelen zal de AIVD, grotendeels met veiligheidspartners zoals de MIVD, langs drie hoofdlijnen blijven aanwenden. Ten eerste investeert de AIVD in het herstel van de verminderde operationele slagkracht van de dienst. Ten tweede investeert de AIVD in de gerichte transformatie en innovatie naar een operationeel slagvaardige, data gedreven en technisch toekomstbestendige dienst, die binnen het wettelijke kader bevoegd is om gebruik te maken van kabelinterceptie. Ten derde investeert de AIVD in de structurele versterking van inlichtingenposities voor de verhoging van de weerbaarheid op het gebied van cyber, economische veiligheid en bescherming van vitale sectoren en processen, in aansluiting op de behoefte van veiligheidspartners.
Vanwege het bijzondere karakter van dit begrotingsartikel en de gedeeltelijk geheime uitgaven zijn de uitgaven niet nader uitgesplitst en zijn de apparaatsuitgaven niet opgenomen in het centraal apparaatsartikel.
Ontvangsten
De Unit Veiligheidsonderzoeken (UVO), het samenwerkingsverband tussen de AIVD en de MIVD, verricht veiligheidsonderzoeken voor andere (overheids-)organisaties en brengt daarvoor een tarief in rekening. De ontvangsten hebben hier voornamelijk betrekking op.
Een vrij toegankelijke, vraaggerichte woningmarkt met steun voor degenen die dat nodig hebben.
Het toegankelijk, betaalbaar en toekomstbestendig mogelijk maken van de woningmarkt lukt alleen door veel samen te werken en alle belangen af te wegen. Als Rijksoverheid, met provincies, gemeenten, woningcorporaties, zorginstellingen, investeerders, projectontwikkelaars, bouwers, makelaars en vele anderen. Ieder heeft een eigen rol, maar altijd samen met anderen.
De minister voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) jaagt die samenwerking aan, door zoveel mogelijk belemmeringen weg te nemen, perspectief te bieden in wetten en regels en door het bewaken van de kwaliteit en duurzaamheid van bouwen en wonen, zodat prettig en betaalbaar wonen voor iedereen mogelijk is én blijft.
Beleid en regelgeving
Onder meer via de Wet op de huurtoeslag (WHT), de huur(prijs)regulering en maatregelen ten aanzien van de koopwoningmarkt is de minister verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving met betrekking tot de betaalbaarheid van het wonen. Tevens is de minister medeverantwoordelijk voor de regelgeving met betrekking tot de fiscale behandeling van de eigen woning en de hypothecaire leennormen.
De minister is verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving inzake de huurtoeslag. Tevens is de minister verantwoordelijk voor het budgettair beheer van de huurtoeslag op grond van de WHT.
Regisseren
– De minister voert de regie over een heldere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende partijen op het terrein van wonen. Tevens voert de minister de regie ten aanzien van het bevorderen van een evenwichtige omvang en verdeling van de woningvoorraad.
– De minister is verantwoordelijk voor de regelgeving ten aanzien van (het stelsel van) woningcorporaties. Woningcorporaties zijn via de Woningwet (Wonw) gebonden aan een begrensd werkdomein waarbinnen zij werkzaamheden met staatssteun mogen uitvoeren. Deze zijn het bouwen, verhuren en beheren van woningen met een lage huur voor huishoudens met een laag inkomen en andere doelgroepen die op de reguliere woningmarkt moeilijk een woning kunnen vinden.
– Tevens draagt de minister zorg voor het kapitaalmarktbeleid betreffende investeringen in de woningmarkt, bijvoorbeeld via het beleid ten aanzien van de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).
Uitvoeren
– De minister draagt zorg voor een adequate uitvoering van een laagdrempelige beslechting van huurgeschillen. In het Burgerlijk Wetboek (art. 7:249 t/m 7:261) is vastgelegd dat huurders en verhuurders een beroep kunnen doen op de Huurcommissie. De organisatie en werkwijze van de Huurcommissie, evenals de administratieve ondersteuning door de Dienst van de Huurcommissie (DHC), is vastgelegd in de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Uhw).
Om meer regie te nemen in de volkshuisvestelijke opgave en de inrichting van Nederland, heeft de minister de Nationale Woon- en Bouwagenda met zes onderliggende programma’s gecreëerd. Hierin worden woningbouw, de huisvesting van aandachtsgroepen en ouderen, leefbaarheid en verduurzaming nader uitgewerkt.
Met deze programmatische aanpak wordt directer ingezet op concrete doelen, monitoring en sturing. Op basis hiervan kan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goede afspraken maken met betrokken partijen, waarbij iedereen zijn eerlijke aandeel neemt in het oplossen van volkshuisvestelijke en ruimtelijke opgaven.
In de eerste helft van 2022 is het programma Woningbouw gepresenteerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 878 ). Hierin wordt beschreven op welke manier de woningbouw versneld wordt en hoe de woningvoorraad past bij de woonwensen.
In het programma ‘Een thuis voor iedereen´ (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 883 (+ VGR morgen toevoegen)) werken we aan voldoende betaalbare woningen voor alle aandachtsgroepen, met een evenwichtige verdeling over gemeenten en met de juiste zorg, ondersteuning en begeleiding. De regionale woondeals hebben de basis gelegd voor meer sociale huurwoningen en een betere balans in de woonvoorraad. Om ervoor te zorgen dat de aandachtsgroepen passende huisvesting hebben, stellen gemeenten een woonzorgvisie op. Ook gaan ze aan de slag met het maken van een huisvestingsverordening met daarin een urgentieregeling voor specifieke aandachtsgroepen. Deze maatregelen zijn opgenomen in het wetsvoorstel versterking regie op de volkshuisvesting. De inwerkingtreding van de wet is voorzien in 2024.
Verbetering van de betaalbaarheid van het wonen komt terug in het programma ‘Betaalbaar wonen’ (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 906). Belangrijke beleidswijzigingen hierin zijn de vereenvoudiging van de huurtoeslag, reguleren van de huurprijzen in het middensegment, afschaffing van de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning, introductie van het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen, meewegen van de actuele studieschuld bij berekenen van de hypotheek, scherper afbakenen van de servicekosten en de wijziging van de huisvestingswet.
In het programma «Wonen en zorg voor ouderen» (Kamerstukken II 2021/22, 29389 nr. 112) werken het ministerie van BZK en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) samen aan meer woningen voor ouderen en het verbeteren van de doorstroming. Daarnaast draagt het programma bij aan een betere leefomgeving waardoor mensen langer zelfstandig kunnen wonen. Vanuit de regionale woondeals wordt de opgave verder uitgewerkt. Het wetsvoorstel versterking regie op de volkshuisvesting, waarvan de inwerkingtreding is voorzien in 2024, zal hier verder aan bijdragen.
Het wetsvoorstel Vereenvoudiging van de huurtoeslag is aangeboden aan de Tweede Kamer. Met dit voorstel worden de maximum huurgrenzen afgeschaft als voorwaarde voor de huurtoeslag en wordt de jongerenleeftijdsgrens verlaagd van 23 naar 21 jaar. Hiermee krijgen meer huurders recht op huurtoeslag. Daarnaast wordt de subsidiëring van servicekosten afgeschaft, waarmee de uitvoering van de huurtoeslag wordt vereenvoudigd en het begrip rekenhuur wordt geharmoniseerd met de kale huur zoals die ook geldt voor ander huurbeleid. Voor deze vereenvoudiging was gedeeltelijke dekking voorzien bij het coalitieakkoord, € 151 mln. Voor het resterend benodigd budget (ca. € 70 mln.) wordt de eigen bijdrage van de huurtoeslag met € 4 verhoogd.
De in 2023 met € 16,94 verlaagde eigen bijdrage wordt tussen 2025 en 2029 weer gedeeltelijk en stapsgewijs verhoogd. Hiermee wordt een deel van de koopkrachtmaatregel teruggedraaid. De verhoging van de eigen bijdrage zal worden beperkt tot wat nodig is voor dekking van de wetsvoorstellen Regie op de Volkshuisvesting en Betaalbare Huur. De artikel 2 onderzoeken naar deze kosten lopen nog, de huidige inschatting is dat de benodigde verhoging van de eigen bijdrage in de periode 2025-2029 totaal maximaal € 6,90 zal zijn. Ten opzichte van 2022 blijft er sprake van een verlaging van de eigen bijdrage in de huurtoeslag. Besluitvorming over de dekking en de exacte verhoging van de eigen bijdrage zal uiterlijk bij indiening van de wetsvoorstellen Regie op de Volkshuisvesting en Betaalbare Huur plaatsvinden. Hierbij zal dan ook inzichtelijk worden gemaakt wat de gevolgen hiervan zijn voor huurtoeslagontvangers.
Om de koopkracht te verbeteren wordt de eigen bijdrage in de huurtoeslag vanaf 2024 structureel verlaagd. In 2024 wordt deze met € 34,67 per maand verlaagd. Hiervoor wordt het huurtoeslagbudget in begrotingsjaar 2024 met € 703,4 mln. verhoogd (inclusief de decemberbetaling voor januari 2025). Van 2025 tot 2029 wordt de eigen bijdrage weer iets verhoogd ter dekking van de kosten van de wetsvoorstellen Versterking Regie op de Volkshuisvesting en Betaalbare Huur. De inwerkingtreding van de Wet Vereenvoudiging van de Huurtoeslag is een jaar vertraagd, omdat de parlementaire besluitvorming nog niet is afgerond. Dit levert een incidentele meevaller op van € 141,7 mln. in 2024.
De startbouwimpuls en de regionale versnellingstafels zijn belangrijke instrumenten die kunnen bijdragen om de verwachte terugval van woningbouw in 2024/2025 te beperken. De startbouwimpuls is bedoeld voor projecten die planologisch ver genoeg zijn om uiterlijk in 2024/2025 te starten met bouwen, maar door de veranderde economische omstandigheden de business case niet meer kunnen rond rekenen en daardoor dreigen te vertragen of on hold gezet te worden.
Gezien de grote woningbouwopgave en de financieringsproblemen voor gemeenten in flexwoningbouwprojecten heeft kabinet in de Voorjaarsnota 2023 € 302 mln. extra vrijgemaakt om flexwoningen meerjarig te kunnen ondersteunen en versnelling in de woningbouw te stimuleren, onder andere voor statushouders en Oekraïense ontheemden.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 4.985.589 | 7.151.876 | 7.157.287 | 6.503.605 | 6.552.343 | 6.692.703 | 6.890.124 |
Uitgaven | 4.804.734 | 6.813.367 | 6.797.365 | 6.386.851 | 6.564.087 | 6.712.863 | 6.883.224 | |
3.1 | Woningmarkt | 4.401.101 | 5.031.040 | 5.896.942 | 6.272.256 | 6.495.769 | 6.693.144 | 6.881.724 |
Subsidies (regelingen) | 17.010 | 32.411 | 84.567 | 18.002 | 5.347 | 5.143 | 3.643 | |
Betaalbare Koopwoningen Starters | 0 | 0 | 40.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bevordering eigen woningbezit | 3.149 | 8.600 | 10.000 | 5.600 | 500 | 200 | 200 | |
Huisvestingsvoorziening statushouders | 28 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Stimuleringsmiddelen wooncooporaties | 0 | 176 | 9.824 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ouderenhuisvesting | 0 | 14.016 | 20.091 | 8.489 | 1.404 | 1.500 | 0 | |
Woningmarkt | 13.833 | 9.619 | 4.652 | 3.913 | 3.443 | 3.443 | 3.443 | |
Opdrachten | 66.324 | 56.633 | 2.894 | 2.773 | 2.978 | 3.028 | 3.028 | |
WSW risicovoorziening | 492 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
NHG risicovoorziening | 61.653 | 49.905 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Woningmarkt | 4.179 | 6.728 | 2.894 | 2.773 | 2.978 | 3.028 | 3.028 | |
Inkomensoverdrachten | 4.298.568 | 4.917.355 | 5.653.105 | 6.124.625 | 6.377.160 | 6.581.880 | 6.773.500 | |
Huurtoeslag | 4.298.568 | 4.917.355 | 5.653.105 | 6.124.625 | 6.377.160 | 6.581.880 | 6.773.500 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 3.313 | 3.211 | 3.444 | 3.444 | 3.444 | 3.444 | 3.444 | |
Woningmarkt | 3.313 | 3.211 | 3.444 | 3.444 | 3.444 | 3.444 | 3.444 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 3.500 | 136.800 | 108.380 | 92.060 | 86.140 | 84.520 | |
Grote gezinnen | 0 | 3.500 | 4.000 | 4.000 | 4.000 | 0 | 0 | |
Uitvoeringskosten Wetsvoorstellen Regie en Betaalbare Huur | 0 | 0 | 132.800 | 104.380 | 88.060 | 86.140 | 84.520 | |
Bijdrage aan agentschappen | 14.821 | 15.977 | 14.274 | 13.174 | 12.922 | 11.929 | 12.009 | |
Dienst van de Huurcommissie | 14.622 | 15.815 | 9.788 | 8.688 | 8.436 | 8.097 | 8.097 | |
RVO (Uitvoeringskosten BEW) | 0 | 162 | 4.486 | 4.486 | 4.486 | 3.832 | 3.912 | |
Diverse bijdragen | 199 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 1.065 | 1.953 | 1.858 | 1.858 | 1.858 | 1.580 | 1.580 | |
Financiën (IXB) | 0 | 800 | 800 | 800 | 800 | 522 | 522 | |
Infrastructuur en Waterstaat (XII) | 1.065 | 1.153 | 1.058 | 1.058 | 1.058 | 1.058 | 1.058 | |
3.3 | Woningbouw | 403.633 | 1.782.327 | 900.423 | 114.595 | 68.318 | 19.719 | 1.500 |
Subsidies (regelingen) | 22.532 | 1.006 | 300 | 50 | 0 | 0 | 0 | |
Woningbouw | 532 | 1.006 | 300 | 50 | 0 | 0 | 0 | |
Binnenstedelijke Transformatiefaciliteit | 22.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 9.048 | 16.424 | 22.119 | 1.914 | 1.015 | 1.059 | 0 | |
Woningbouwimpuls | 176 | 106 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Volkshuisvestingsfonds | 61 | 1.059 | 1.059 | 59 | 56 | 0 | 0 | |
Woningbouw | 951 | 2.308 | 1.207 | 1.537 | 0 | 0 | 0 | |
Tijdelijke uitvoeringsorganisatie | 7.832 | 12.856 | 9.035 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Grootschalige woningbouwgebieden | 28 | 95 | 318 | 318 | 959 | 1.059 | 0 | |
Uitvoeringskracht woningbouw | 0 | 0 | 10.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Storting/onttrekking begrotingsreserve | 0 | 136.700 | 8.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Herplaatsingsgarantie | 0 | 136.700 | 8.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 151 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
CBS | 0 | 151 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 274.909 | 1.457.430 | 847.412 | 98.992 | 60.832 | 17.160 | 0 | |
Flexpools | 34.400 | 10.000 | 41.752 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Woningbouwimpuls | 92.526 | 357.202 | 273.465 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Volkshuisvestingsfonds | 0 | 280.684 | 293.267 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ouderenhuisvesting | 3.447 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Kwetsbare groepen | 48.379 | 35.585 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Woondeals | 5.135 | 10.000 | 4.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Grootschalige woningbouwgebieden | 0 | 454.500 | 62.500 | 8.000 | 0 | 0 | 0 | |
Wadden | 4.842 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Versnelling huisvesting | 86.180 | 11.459 | 132.128 | 90.992 | 60.832 | 17.160 | 0 | |
Overlooplocaties | 0 | 48.000 | 39.800 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Start-bouwimpuls | 0 | 250.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 97.144 | 170.616 | 22.592 | 13.639 | 6.471 | 1.500 | 1.500 | |
RVO | 217 | 3.656 | 6.792 | 6.539 | 1.571 | 1.500 | 1.500 | |
RVB | 96.927 | 166.960 | 15.800 | 7.100 | 4.900 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 404.785 | 564.955 | 460.000 | 352.400 | 339.700 | 337.900 | 331.200 | |
Geschatte budgetflexibiliteit
2024 | |
---|---|
juridisch verplicht | 96,4% |
bestuurlijk gebonden | 1,2% |
beleidsmatig gereserveerd | 0,2% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 2,2% |
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 3 is 96,4% juridisch verplicht en dit betreft met name de volgende instrumenten:
Inkomensoverdrachten
Het huurtoeslagbudget 2024 is voor 100% juridisch verplicht. Jaarlijks wordt een verplichting aangegaan voor het gehele huurtoeslagbudget voor het begrotingsjaar.
Bijdrage aan medeoverheden
De uitgaven voor de bijdragen aan medeoverheden zijn voor 86% juridisch verplicht. Dit betreft vooral bijdragen aan medeoverheden vanuit de woningbouwimpuls, het Volkshuisvestingsfonds en de middelen voor grootschalige woningbouw.
Bijdrage aan agentschappen
De uitgaven aan bijdrage aan agentschappen zijn voor 43% juridisch verplicht. Het betreft bijdragen aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) voor met name de realisatie van flexwoningen en de daarbij behorende apparaatskosten.
3.1 Woningmarkt
Subsidies (regelingen)
Betaalbare koopwoningen starters
Om starters op de woningmarkt te ondersteunen is in het amendement voor de financiering van een Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen € 40,0 mln. geregeld (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr 52). In de brief aan de Tweede Kamer over de integrale visie op de woningmarkt (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr 996) wordt er verdere invulling gegeven aan het amendement. De oprichting van het fonds heeft vertraging opgelopen, waardoor dit nu gerealiseerd wordt in 2024.
Bevordering eigen woningbezit (BEW)
De Wet Bevordering eigen woningbezit is gericht op de bevordering van het eigen woningbezit onder lagere inkomensgroepen. Zoals gemeld aan de Tweede Kamer, is voor nieuwe toekenningen op grond van de Wet Bevordering eigen woningbezit geen budget meer beschikbaar (Kamerstukken II 2009/10, 32123 XVIII, nr. 74). De meerjarig beschikbare middelen dienen uitsluitend voor de betaling van in het verleden aangegane verplichtingen. Tot 2025 stijgt het budget van de BEW als gevolg van de betaling ineens van de contante waarde van de bijdrage voor de laatste komende 15 jaar. Volgens de wet moet voor aanvragers in het 16e uitvoeringsjaar worden bepaald of ze recht hebben op een betaling ineens van de contante waarde van de bijdrage voor de laatste 15 jaar. Naar verwachting zullen de laatste betalingen in 2027 plaatsvinden.
Stimuleringsmiddelen wooncoörporaties
Om cooperatieve woonvormen financieel te ondersteunen is via een amendement 10 mln. vrijgemaakt (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr 50). Daarvoor is een aanpak in ontwikkeling en wordt gekeken hoe de regeling kan worden uitgevoerd en uitgewerkt. Dat betekent dat de middelen niet meer worden besteed in 2023 en worden doorgeschoven naar 2024 met uitzondering van een subsidie.
Ouderenhuisvesting
De Stimuleringsregeling Ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting stimuleert de bouw van ontmoetingsruimten. De regeling was in 2022 en 2023 open voor aanvragen en in de komende jaren worden deze aanvragen uitbetaald.
Woningmarkt
Dit betreft diverse subsidies voor onderzoek en kennisoverdracht op het terrein van wonen om te komen tot evidence-based beleidsvorming. Het betreft zowel incidentele subsidies op het gebied van de woningmarkt, als structurele subsidies, zoals voor de Woonbond, om de positie van de huurder op de woningmarkt te versterken en voor Platform 31 die een onafhankelijke positie inneemt tussen overheid, corporaties, bewoners en overige stakeholders op de woningmarkt en (on)gevraagd advies geeft op diverse volkshuisvestelijke vraagstukken.
Opdrachten
Woningmarkt
Het gaat hier vooral om opdrachten voor onderzoek en kennisoverdracht op het terrein van wonen. De ontwikkelingen op de woningmarkt vragen blijvend om actuele gegevens. Het budget wordt besteed aan onder meer verkenningen, dataverzameling, monitoring en het op feiten gebaseerd onderbouwen van beleid.
Inkomensoverdrachten
Huurtoeslag
Om de koopkracht te verbeteren wordt de eigen bijdrage in de huurtoeslag vanaf 2024 structureel verlaagd. In 2024 wordt deze met € 34,67 per maand verlaagd. Hiervoor wordt het huurtoeslagbudget in begrotingsjaar 2024 met € 703,4 mln. verhoogd (inclusief de decemberbetaling voor januari 2025). Van 2025 tot 2029 wordt de eigen bijdrage weer iets verhoogd ter dekking van de kosten van de wetsvoorstellen Versterking Regie op de Volkshuisvesting en Betaalbare Huur. Vanaf 2029 is de eigen bijdrage per saldo structureel met € 31,79 verlaagd ten opzichte van 2023.
Circa 1,6 miljoen huishoudens ontvangen huurtoeslag. De huurtoeslag is een bijdrage in de huurlasten en kan aangevraagd worden als de huur in verhouding tot het inkomen te hoog is.
Er is een aantal maatregelen voorgesteld om de huurtoeslag aan te passen en te vereenvoudigen, zoals het afschaffen van de maximum huurgrenzen als voorwaarde voor de toeslag, het afschaffen van de subsidiabele servicekosten en het verlagen van de jongerenleeftijdsgrens. De inwerkingtreding van de Wet Vereenvoudiging van de Huurtoeslag is een jaar vertraagd, omdat de parlementaire besluitvorming nog niet is afgerond. Dit levert een incidentele meevaller op van € 141,7 mln. in 2024. Bij inwerkingtreding in 2025 zal dit per saldo leiden tot hogere uitgaven op de huurtoeslag.
Om inzicht te geven in de uitwerking van de huurtoeslag op de huurlasten voor ontvangers van huurtoeslag tonen onderstaande grafieken het aandeel van de bruto huur dat door de ontvanger van huurtoeslag nog zelf netto betaald moet worden. Het percentage is berekend voor voorbeeldhuishoudens met een minimum inkomen en een huur op exact 90% van de diverse huurgrenzen van de huurtoeslag.
Uit de grafieken blijkt dan ook dat het aandeel van de bruto huur dat door de ontvanger van huurtoeslag nog zelf netto betaald moet worden in 2023 voor de voorbeeldhuishoudens met een huur op 90% van de kwaliteitskortings- en aftoppingsgrens sterk is afgenomen in vergelijking met 2022. Voor 2024 neemt dit aandeel, door de verlaging van de eigen bijdrage, verder af.
Doordat in 2023 en 2024 de maximale huurgrens (indexatie met inflatie) meer is toegenomen dan de aftoppingsgrenzen (indexatie met (verwachte) huurontwikkeling) is het aandeel van de huurtoeslag boven de aftoppingsgrens (met kwaliteitskortingspercentage van zestig of honderd procent ) groter geworden. Hierdoor is de afname van het aandeel van de bruto huur dat door de ontvanger van huurtoeslag nog zelf netto betaald moet worden per 2023 voor de voorbeeldhuishoudens met een huur op 90% van de huurgrens minder dan voor de overige voorbeeld huishoudens. Voor het meerpersoons-voorbeeldhuishouden met een huur op 90% van de huurgrens is de afname met circa 1 procentpunt het laagste, omdat voor het huurdeel boven de aftoppingsgrens voor deze huishoudens geen huurtoeslag wordt verstrekt.
Figuur 3 Verhouding bruto en netto huur Eenpersoonshuishouden
Figuur 4 Verhouding bruto en netto huur Meerpersoonshuishouden
Figuur 5 Verhouding bruto en netto huur Eenpersoonshuishouden-ouderen
Figuur 6 Verhouding bruto en netto huur Meerpersoonshuishouden-ouderen
Bron: Eigen berekening Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het percentage netto huur is de te betalen huurprijs (bruto huur) minus de huurtoeslag gedeeld door de bruto huur (%-netto huur=(bruto huur -/- huurtoeslag)/bruto huur).
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Woningmarkt
De activiteiten voor (basis)onderzoek en kennisoverdracht hebben betrekking op het terrein van wonen en bouwen, specifiek in samenwerking met bijvoorbeeld het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) en het Kadaster. De ontwikkelingen op de woningmarkt vragen om actuele gegevens over de woningmarkt. Het budget wordt besteed aan onder meer verkenningen, monitoring en op feiten gebaseerd onderbouwen van beleid, dataverzamelingen en ontwikkeling van ramingsmodellen.
Bijdrage aan medeoverheden
Grote gezinnen
Met de middelen voor de regeling huisvesting grote gezinnen kunnen gemeenten financiële ondersteuning krijgen bij het aanpassen van woningen, zodat deze geschikt zijn voor bewoning door grote gezinnen vergunninghouders. Grote gezinnen vergunninghouders (zeven personen of meer) verblijven vaak lang in de opvang omdat de Nederlandse woningvoorraad over het algemeen niet geschikt is voor dergelijk grote gezinnen. Door het aanpassen van woningen, bijvoorbeeld door het plaatsen van een dakkapel en een vaste trap of twee woningen samenvoegen, kunnen woningen geschikt gemaakt worden. Hierdoor kunnen vergunninghouders sneller uit de opvang stromen, zodat zij kunnen starten met de integratie en participatie in de Nederlandse samenleving. Daarnaast wordt de druk op de opvang verlicht.
Uitvoeringskosten Wetsvoorstellen Regie en Betaalbare Huur
De middelen op dit instrument zijn bedoeld om de kosten van de wetsvoorstellen regie op de volkshuisvesting en betaalbare huur te dekken. Deze middelen worden verstrekt aan de uitvoerder van deze wetten, de provincies, gemeentes en de Huurcommissie.
Bijdrage aan agentschappen
Dienst van de Huurcommissie
Om huurders en verhuurders te helpen bij het oplossen van onderlinge problemen ontvangt de Huurcommissie een bijdrage van BZK. De Huurcommissie bestaat uit het Zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) de Huurcommissie en het agentschap de Dienst van de Huurcommissie, dat het ZBO ondersteunt in zijn taken. Het werkterrein van de Huurcommissie wordt niet alleen gevormd door het gereguleerde deel van de huursector. Ook huurders in de vrije sector kunnen binnen 6 maanden na aanvang van hun contract hun aanvangshuur laten toetsen. Als huurders en verhuurders een geschil hebben over de hoogte van de huurprijs, gebreken aan de woonruimte, servicekosten of een gedraging van de verhuurder en er onderling niet uitkomen, doet de Huurcommissie op verzoek uitspraak. De Huurcommissie beslecht ook geschillen in het kader van de Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv). Daar komt bij dat de Huurcommissie voorlichting geeft en vragen van huurders en verhuurders beantwoordt over het huurrecht.
RVO (uitvoeringskosten BEW)
Het RVO ontvangt een bijdrage voor de uitvoering van de Wet Bevorderen Eigen Woningbezit. RVO voert uitsluitend nog de afwikkeling van al eerder aangegane verplichtingen uit, waardoor de kosten en de bijdrage aan de uitvoeringskosten uiteindelijk zullen afnemen.
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Financiën (IXB)
Toeslagen voert de huurtoeslag uit en ontvangt uitvoeringskosten voor beleidswijzigingen.
Infrastructuur en Waterstaat (XII)
De Inspectie voor de Leefomgeving en Transport (ILT) ontvangt jaarlijks een bijdrage voor het WNT-toezicht bij woningcorporaties door de Autoriteit woningcorporaties (Aw) en voor de uitvoering van SBR-wonen.
3.3 Woningbouw
Opdrachten
Volkshuisvestingsfonds
Met het volkshuisvestingsfonds kunnen gemeenten investeren in de verbetering van woonkwaliteit, leefomgeving en verduurzaming in kwetsbare gebieden.
Naast een specifieke uitkering zal een deel van de middelen worden ingezet voor programma- en apparaatskosten om de realisatie, uitvoering en beheer te financieren van het Volkshuisvestingsfonds en onderdelen van het bredere Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. Deze middelen worden besteed via de directie democratie en bestuur in begrotingsartikel 1.
Woningbouw
Dit betreft opdrachten aan onderzoek- en adviesbureaus ten behoeve van het oplossen van knelpunten bij de woningbouw.
Tijdelijke uitvoeringsorganisatie
De Uitvoeringsorganisatie Versnelling Tijdelijke Huisvesting (UVTH) ondersteunt onder andere gemeenten en corporaties bij de realisatie van flexwoningen. Aanvullend worden middelen beschikbaar gemaakt om de opdracht aan de UVTH met 9 maanden te verlengen.
Uitvoeringskracht woningbouw
Om de uitvoeringskracht binnen het woningbouw domein te vergroten zijn er middelen beschikbaar gesteld uit de woningbouwimpuls.
Storting/Onttrekking begrotingsreserve
Herplaatsingsgarantie
Om de woningnood aan te pakken heeft het kabinet onder andere € 220 mln. beschikbaar gesteld voor de financiële herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. In de periode 2023-2028 is € 136,7 mln. gereserveerd op de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en op de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financien. Deze middelen worden in 2023 toegevoegd aan de voor de garantie opgerichte risicovoorziening. In 2024 wordt er € 8,0 mln. aan de risicovoorziening toegevoegd.
Bijdrage aan medeoverheden
Flexpools
Op de begroting 2024 is er ruim € 42 mln. beschikbaar gesteld voor medeoverheden om extra personeel in te huren of om regionale samenwerkingsverbanden op te zetten. De regeling betreft een bijdrage voor ondersteuning in capaciteit en expertise voor woningbouw- en herstructureringsprojecten en het opstellen van regionale/lokale integrale woonzorgvisies.
De bijdrage zal overgemaakt worden aan provincies zodat zij de middelen weer kunnen verdelen onder andere medeoverheden.
Woningbouwimpuls
Er is nu een groot tekort aan betaalbare en geschikte woningen. Om gemeenten meer betaalbare woningen te laten bouwen, kunnen zij een bijdrage uit de Woningbouwimpuls aanvragen.
Voor 2024 is voortzetting van de Woningbouwimpuls voorzien met een nieuwe tranche, namelijk de zesde tranche. Openstelling hiervan is gepland eind 2023, uitkering in 2024. Hiervoor is op de begroting € 300 mln. gereserveerd van de in totaal € 1,25 mrd. welke beschikbaar was uit het coalitieakkoord. Deze zesde tranche zal daarmee voorlopig de laatste tranche zijn.
In 2024 wordt € 26,5 mln. ingezet vanuit de woningbouwimpuls voor uitvoeringskracht binnen het woningbouw domein (€ 10,5 mln.), voor de verlenging Uitvoeringsorganisatie Versnelling Tijdelijke Huisvesting (€ 9 mln.) en voor extra inzet interne capaciteit (€ 7 mln.) ten behoeve van de extra inzet binnen het woningbouw domein.
Volkshuisvestingsfonds
Het Volkshuisvestingsfonds (VHF) is gericht op herstructurering van de bestaande woningvoorraad in kwetsbare gebieden door middel van een impuls in leefbaarheid, (maatschappelijke) voorzieningen en buitenruimte.
De resterende middelen in het fonds zijn bestemd voor 2024. Dit is ruim € 280 mln. voor een volgende tranche van het Volkshuisvestingsfonds in 2024.
Woondeals
De woondeals zijn prestatieafspraken die het ministerie van BZK heeft gemaakt met alle provincies en gemeenten in regionaal verband (35 regio’s) ten aanzien van de bouw van woningen. Voor uitvoering van deze woondeals is op de begroting in 2024 € 4,5 mln. aan middelen beschikbaar. Daarmee kunnen provincies en gemeenten capaciteit inhuren voor uitvoering van de woondealafspraken.
In 2024 wordt er vanuit de woondeals ingezet op versnellingstafels. In de woondeals zijn afspraken gemaakt over het inrichten van versnellingstafels. Dit omdat we de meerwaarde zien in regio’s en steden waar al zulke structurele, informele samenwerkingsverbanden tussen marktpartijen, corporaties en overheden al bestaan. Versnellingstafels helpen de woningbouwproductie daadwerkelijk te versnellen en ook onder slechtere marktomstandigheden op gang te houden.
Grootschalige woningbouwgebieden
Dit betreffen middelen voor de inzet van brede gebiedsontwikkeling in de 17 grootschalige NOVEX woningbouwlocaties en daarbuiten. Omdat het financiële afspraken met medeoverheden betreft, en de primaire verantwoordelijkheid voor gebiedsontwikkeling bij gemeenten ligt, worden de middelen verdeeld via een specifieke uitkering. Middels een kasschuif van 2023 naar 2024 is er voor het pilot-project stationsgebied Hoofddorp € 12,5 mln. aan middelen beschikbaar en is er € 50 mln. aan middelen beschikbaar voor de opgave in Arnhem.
Versnelling huisvesting
In de eerste suppletoire begroting 2023 is aanvullend ruim € 300 mln. voor 2023 en verder beschikbaar gesteld voor een meerjarig vervolg op de stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen. De middelen voor 2024-2028 zijn vanuit de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financien naar de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) overgeheveld.
Overlooplocaties
Dit betreffen uitgaven in het kader van de fysieke herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Na het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met gemeenten kan in 2023 worden overgegaan op uitkering door middel van een SPUK-regeling voor circa € 48 mln. Voor het overige deel van de middelen zal dit jaar nog tot intentieovereenkomsten worden gekomen en volgen de uitgaven in 2024.
Bijdrage aan agentschappen
RVO
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) ontvangt een bijdrage voor de voorbereiding, uitvoering en beheer van de regeling Woningbouwimpuls, de regeling aandachtsgroepen, het volkshuisvestingsfonds, het Expertteam Woningbouw en de financiële herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. RVO verzorgt de technische ondersteuning aan gemeenten en vervult de loketfunctie voor de aanvragen. Hiervoor is in de begroting 2024 circa € 5,4 mln. opgenomen.
RVB
Van 2022 tot en met 2026 is er jaarlijks er voor het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) € 1 mln. beschikbaar voor de apparaatskosten van de nieuwe directie Gebieds- en Vastgoedontwikkeling.
Voor aanvullende kosten door indexering van de RVB flexwoningen wordt € 6,0 mln. beschikbaar gesteld.
Verder zijn er aan het RVB opdrachten verleend. Voor 2024 is er bijvoorbeeld € 3,35 mln. gereserveerd voor het RVB om panden t.b.v. spoedzoekers te transformeren.
Ontvangsten
De ontvangsten bestaan grotendeels uit teruggevorderde huurtoeslag. Terugvorderingen op de huurtoeslag ontstaan tijdens het toeslagjaar door controles van de Belastingdienst en Toeslagen en na afloop van het toeslagjaar bij de definitieve vaststelling van de bijdrage.
Vanuit Woningbouw zijn er ontvangsten geraamd als gevolg van de verkoop van (een deel van) de flexwoningen in het kader van het huisvestingspakket asielopvang. Daarnaast zijn er ontvangsten geraamd in het kader van de financiële herplaatsingsgarantie voor flexwoningen.
Extracomptabele fiscale regelingen
Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op de woningmarkt. De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regelingen en voor de budgettaire middelen. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage ‘Fiscale regelingen’ in de Miljoenennota. Naast de fiscale regelingen die in onderstaande tabel zijn opgenomen, hebben de vrijstellingen van Overdrachtsbelasting voor wijkontwikkelingsmaatschappijen en wooninvesteringsfondsen betrekking op dit beleidsartikel. Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de fiscale regelingen’.
2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|
Hypotheekrenteaftrek | 8.153 | 9.529 | 10.747 |
Aftrek financieringskosten eigen woning | 693 | 582 | 552 |
Aftrek periodieke betalingen erfpacht, opstal en beklemming | 33 | 33 | 35 |
Aftrek rente en kosten van geldleningen over restschuld vervreemde eigen woning | 8 | 7 | 6 |
Eigenwoningforfait | ‒ 2.737 | ‒ 2.725 | ‒ 2.888 |
Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld | 512 | 501 | 502 |
Schenk- en erfbelasting Eenmalige vrijstelling eigen woning | 140 | 17 | ‒ |
OVB Verlaagd tarief woning niet-starters | 4.335 | 4.803 | 4.533 |
OVB Vrijstelling woning starters | 369 | 292 | 276 |
OVB Vrijstelling terugkoop VoV woningen | 36 | 54 | 60 |
Vermindering verhuurderheffing | 539 | ‒ | ‒ |
Kamerverhuurvrijstelling | 12 | 15 | 16 |
[-] = regeling is in dat jaar niet van toepassing; [0] = budgettair belang van de regeling bedraagt in dat jaar afgerond nihil.
Stimuleren van een goede kwaliteit van de gebouwde omgeving op de aspecten duurzaamheid, energiezuinigheid, veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid.
Met deze doelstelling doet het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) recht aan diverse publieke waarden.
– De energietransitie in de gebouwde omgeving zorgt voor vermindering van de CO2-uitstoot op de lange termijn en maakt huishoudens weerbaarder tegen schokken in energieprijzen.
– Gebouwen voldoen aan de eisen van bouwregelgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en duurzaamheid.
– Vermindering van het gebruik van primaire grondstoffen in de bouw door onder meer zo hoogwaardig mogelijk gebruik van bouw- en sloopafval draagt bij aan de beschikbaarheid en betaalbaarheid van producten en diensten op de langere termijn.
Deze publieke waarden worden op onderdelen concreet gemaakt in de volgende op termijn te bereiken resultaten:
– Vermindering van de CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving, in lijn met de gepresenteerde afspraken in het klimaatpakket van voorjaar 20231 (waarin ook besluitvorming heeft plaatsgevonden over de verdeling van de klimaatfondsmiddelen) en het regeerakkoord van het kabinet Rutte IV, om middels aanvullende normerende, beprijzende en subsidiemaatregelen in 2030 een CO2-reductie van 55% te waarborgen ten opzichte van 1990.
– In de bestaande bouw zullen uiterlijk in 2030 2,5 miljoen woningen worden geïsoleerd, 1 miljoen hybride warmtepompen geïnstalleerd, 120.000 gebouwen vergaand verduurzaamd en 500.000 nieuwe aansluitingen op warmtenetten gerealiseerd.
– Huurwoningen met een EFG-label worden de komende jaren versneld verduurzaamd zodat vanaf 2029 alleen nog woningen met minimaal label D verhuurd worden.
– Commerciële gebouweigenaren dienen voor 2027 de 15% en voor 2030 de 25% slechtste gebouwen uit hun voorraad te verbeteren. Voor bepaalde categorieën maatschappelijke gebouwen gelden latere jaartallen.
– Vanaf 2026 treden de nieuwe wettelijke eisen voor verwarmingsinstallaties, die gesteld worden aan de efficiëntie van de installatie, in werking.
– In 2050 een volledig circulaire economie met als richtinggevend doel het gebruik van primaire abiotische grondstoffen in 2030 te halveren. Het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023–2030 (NPCE) is een belangrijke stap in de richting om deze doelen te realiseren.
– Om in 2050 is Nederland klimaatbestendig en waterrobuust ingericht, wordt in de nationale aanpak klimaatadaptatie gebouwde omgeving fase I gewerkt aan een aantal actielijnen, waaronder het minder vrijblijvend maken van klimaatadaptief bouwen en inrichten. Hiertoe is de landelijke maatlat groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving in het voorjaar van 2023 gepubliceerd. Momenteel wordt verkend hoe deze juridisch geborgd kan worden en wat de financiële consequenties zijn.
Met het oog op de doelen binnen dit beleidsartikel is de inzet van burgers, instellingen, bedrijven en de gehele overheid noodzakelijk. In het kader van het Klimaatakkoord wordt met partijen gesproken over de noodzakelijke acties en te nemen maatregelen. Samen met medeoverheden, corporaties, netbeheerders, energiebedrijven, de financiële sector, de ontwerp-, bouw- en technieksector en talloze andere bedrijven, instellingen en maatschappelijke organisaties gaan we, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid, mensen helpen met het verduurzamen van hun huis of gebouw. We maken wetgeving, stellen normen aan de huursector, de utiliteitsbouw en installaties. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft hierbij een stimulerende, regisserende en wetgevende rol.
Stimuleren
Op basis van artikel 120 van de Woningwet, hoofdstuk 4 van de Wet milieubeheer en de Kadasterwet is de minister verantwoordelijk voor het stimuleren van energiebesparing en reductie van CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving. De minister geeft invulling aan deze verantwoordelijkheid door kaderstelling (wet- en regelgeving), het uitvoeren van de acties van het Klimaatakkoord, het Coalitieakkoord en de recente voorjaarsbesluitvorming waar het Rijk verantwoordelijk voor is, ondersteuning van innovatie (onder andere door middel van subsidies) en monitoring. De minister stimuleert energietransitie in de gebouwde omgeving met verschillende (subsidie)instrumenten, afspraken en ondersteuningsmaatregelen.
Regisseren
Op basis van de artikel 2 van de Woningwet is de minister verantwoordelijk voor het opstellen en het beheer van de bouwregelgeving en stelselverantwoordelijk voor het borgen van de bouwkwaliteit. Op grond van deze verantwoordelijkheid worden in ieder geval regels gesteld over het bouwen van nieuwe bouwwerken, de staat van bestaande bouwwerken en het gebruiken en slopen van bouwwerken. Deze regels worden gesteld vanuit het oogpunt van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid of milieu. Door naleving van deze regels is de minimumkwaliteit van bouwwerken gewaarborgd. Toezicht en handhaving hierop berust bij gemeenten.
1. Gebiedsgerichte aanpak warmtetransitie
Met gemeenten is afgesproken dat zij in 2024 zo veel als mogelijk de uitvoeringsplannen per wijk of buurt opleveren waarin zij transitievisies warmte hebben geconcretiseerd. Bij het opstellen en uitvoeren van de uitvoeringsplannen worden gemeenten ondersteund door het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW).
Het wetsvoorstel Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) is het afgelopen jaar ingediend en behandeld in de Tweede Kamer. In 2024 zal het wetstraject worden voortgezet. De beoogde inwerkingtreding is 1 juli 2024.
2. Verduurzaming individuele aanpak woningen
Het Nationaal Isolatieprogramma heeft als doel om 2,5 miljoen woningen te isoleren in de periode tot en met 2030 met de nadruk op de slecht geïsoleerde woningen (label E, F en G). Daarbij worden één of meerdere stappen gezet richting de standaard voor woningisolatie. Dit draagt ook bij aan het voorkomen van energiearmoede bij mensen met relatief lage inkomens.
Koopwoningen en Verenigingen van Eigenaren
In 2024 helpt de Rijksoverheid woningeigenaren en Verenigingen van Eigenaren (VvE's) nog beter met de verduurzaming van hun woningen en gebouwen. Op basis van een motie (Kamerstukken 2022/23, 32813, nr. 1102) en de besluitvorming over een extra pakket maatregelen in april 2023 werd in 2023 budget beschikbaar gesteld om de financiering van het Nationaal Warmtefonds aantrekkelijker te maken met 0% rente voor meer lage en midden inkomens en met een rentekorting voor Verenigingen van Eigenaren. Aan doe-het-zelvers die hun woningen verduurzamen, wordt in 2024 extra ondersteuning geboden. Verder komt, als onderdeel van het Klimaatpakket uit april 2023 en de Versnellingsagenda verduurzaming gebouwen van VvE's vanaf 2024 extra budget beschikbaar voor het ontzorgen van VvE’s. Daarbij wordt er extra budget beschikbaar gesteld voor de lokale aanpak vanuit het Nationaal Isolatieprogramma. Voor kwetsbare dorpen en wijken worden in 2024 extra middelen vrijgemaakt.
Huurwoningen
Om de verduurzaming verder te stimuleren worden in 2024 diverse regelingen aangepast. Zo zal de stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) met een jaar verlengd worden voor 2024. Parallel hieraan vindt momenteel een verkenning plaats of we de subsidies voor de warmtenetten niet beter kunnen bundelen zodat gemeenten en andere stakeholders niet te maken hebben met vijf, maar slechts met één subsidieregeling. De inwerkingtreding van zo’n gestroomlijnde warmtenetregeling is op zijn vroegst 1 januari 2025. Tevens zal de Subsidieregeling Procesondersteuning voor Opschaling van duurzame Renovatieprojecten (SPOR) in het najaar van 2023 opengesteld worden en loopt deze ook door in 2024. Hiervoor is gebruik gemaakt van een deel van het Renovatieversneller budget. De subsidie verduurzaming en onderhoud (SVOH) voor particuliere verhuurders loopt door tot 1 januari 2026. Met de aangekondigde normering dat per 2029 geen woningen met een energielabel E, F of G verhuurd mogen worden, is de verwachting dat deze subsidie veel vaker aangevraagd zal worden.
3. Verduurzaming utiliteitsbouw
We vervolgen het uitvoeren van het beleidsprogramma versnelling verduurzaming gebouwde omgeving (PVGO) en enkele afspraken uit het Klimaatakkoord. Daarnaast intensiveren we de aanpak conform de afspraken uit het voorjaarspakket:
– We werken aan de uitfasering van 15% van de gebouwen met de slechtste energieprestaties uit, volgens de lijn van de naar verwachting in 2023 vastgestelde Energy Performance Buildings Directive (EPBD) IV. We werken toe naar een wetsvoorstel waarin gestart wordt met het stellen van minimale energieprestaties van bestaande bijeenkomst gebouwen, logiesgebouwen en winkels in 2027. Daarbij verkennen we hoe we de portefeuilleaanpak, die nu van 2023-2026 loopt, in 2027 voortgezet kan worden.
– We stimuleren het gebruik van de Renovatiestandaard die we in oktober 2022 via een Kamerbrief kenbaar hebben gemaakt, als uitwerking van de Eindnorm uit het Klimaatakkoord. We onderzoeken hoe we de Renovatiestandaard kunnen gebruiken als invulling van de ZEB norm uit de EPBD IV voor de bestaande bouw. We monitoren het aantal gebouwen dat deze standaard gebruikt heeft.
– We werken de normering van zon op dak uit conform de EPBD IV en verankeren deze in wetgeving.
– We starten met een Ontzorgingsprogramma Mkb dat we samen met de provincies en de mkb-branches uitgewerkt hebben. De mkb’er kan bij dit programma aankloppen voor ondersteuning en begeleiding bij het nemen en financieren van maatregelen die bijdragen aan het verbeteren van de energieprestatie van het gebouw of energiebesparing opleveren.
– Het Programma verduurzaming bedrijventerreinen wordt verlengd met 1 jaar verlengd en uitgebreid, om de organisatiegraad op bedrijventerreinen te verhogen dat de randvoorwaarde is voor verdere verduurzaming.
– De Energiebesparingsplicht valt onder de Omgevingswet, waarbij de gebouwgebonden maatregelenlijst opgenomen is als bijlage van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving. In 2024 kan er toezicht worden gehouden of bedrijven en instellingen de nieuwe Erkende maatregelenlijst Gebouwen uit 2023 al hebben toegepast. Dit gebeurt door de omgevingsdiensten, omdat het toezicht op deze verplichting is opgenomen in het basistakenpakket van omgevingsdiensten.
– In 2024 zal de 3e tranche van de DUMAVA regeling geopend worden, waarbij er met name gestuurd wordt op het behalen van het renovatietempo van 3% van het oppervlak van maatschappelijk vastgoed per jaar dat naar de Renovatiestandaard gerenoveerd wordt, als uitwerking van de EED, art. 6. Het vastgoed van de Rijksoverheid zal ook aan dit tempo bijdragen.
4. Innovatie en uitvoeringscapaciteit in de bouw
Het Ministerie stimuleert en ondersteunt innovatie en verduurzaming in de bouw. Het meerjaren beleid hiervoor is uiteengezet in de Kamerbrief structureel opschalen (ver)bouwcapaciteit. Specifiek in 2024 zal de uitvoering van de Nationale Groeifondsprogramma’s Toekomstbestendige Leefomgeving en Werklandschappen van de Toekomst verder plaatsvinden. Ook zal worden bijgedragen aan innovatiesubsidieregelingen van EZK (DEI+ aardgasvrij, MOOI) die R&D en pilot- en demonstratieprojecten ondersteunen. Vanuit het programma Verbouwstromen krijgt vraagbundeling en opschaling van het aanbod verder vorm. Voor digitalisering zullen de afspraken uit het Digitaal Stelsel Gebouwde Omgeving (DSGO) conform het afgesloten DigiAkkoord in de praktijk opschaling krijgen in afzonderlijke DigiDeals. Het digivaardig maken van personeel onder meer via het digital experience center zal worden gefaciliteerd vanuit het Kennis en opschalingsprogramma (KOP) van Schoon en Emissieloos Bouwen. Het KOP zal ook prefab bouwers blijven ondersteunen bij het efficiënter, meer circulair en daarmee stikstofarmer maken van het bouwlogistieke proces.
Circulair bouwen
Het Ministerie van BZK bevordert de toepassing van circulair bouwen als onderdeel van de Beleidsagenda normering en stimulering circulair bouwen (Kamerstukken 2022/23, 32 852, nr. 223) en als onderdeel van het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023 ‒ 2030 (NPCE). Het NPCE is februari 2023 aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken 2022/23, 32 852, nr. 225). Het Ministerie van BZK continueert in 2024 de uitvoering hiervan in samenwerking met partijen in de bouw en andere overheden voor het bereiken van de doelen van het programma Nederland circulair in 2050 (Kamerstukken II 2015/16, 32852, nr. 33). In 2024 wordt de regelgeving voor de genoemde aanscherping en uitbreiding van de milieuprestatie-eis en voor de verdergaande sturing op CO2 bij de Tweede Kamer voorgehangen. Tevens wordt in 2024 uitvoering gegeven aan het genoemde bouwen met biobased grondstoffen conform de voorjaarsbesluitvorming Klimaat van 26 april 2023 (Kamerbrief over voorjaarsbesluitvorming Klimaat | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl). De positie van de stichting Nationale Milieudatabase (NMD) wordt in afstemming met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) herzien. Doel is de robuustheid van de NMD te vergroten, aangezien deze hoofdzakelijk uit publieke middelen wordt bekostigd.
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Met inwerkingtreding van het stelsel van de Omgevingswet per 1 januari 2024 zal het Bouwbesluit 2012 ingetrokken en opgevolgd worden door het Besluit bouwwerken leefomgeving. In 2024 en verder wordt gewerkt aan nieuwe wijzigingen van het Besluit bouwwerken leefomgeving en de implementatie daarvan. Met ingang van 1 januari 2024 wordt de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) stapsgewijs ingevoerd (Kamerstukken II 2020/21, 32757, nr. 178 en Kamerstukken II 2022/23, 33118, nr. 246).
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 1.011.291 | 1.281.240 | 1.465.241 | 1.331.554 | 691.553 | 518.040 | 455.127 |
Uitgaven | 747.910 | 1.061.783 | 1.532.059 | 1.390.192 | 786.075 | 600.957 | 516.727 | |
4.1 | Energietransitie en duurzaamheid | 734.457 | 1.043.623 | 1.518.504 | 1.375.259 | 776.829 | 593.679 | 509.449 |
Subsidies (regelingen) | 176.761 | 377.205 | 679.422 | 643.255 | 556.164 | 493.262 | 421.652 | |
Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen | 109 | 10.716 | 26.770 | 37.500 | 38.600 | 24.200 | 20.500 | |
Nationaal Isolatie Programma | 0 | 0 | 25.980 | 25.980 | 0 | 0 | 0 | |
Energiebesparing Koopsector | 6.951 | 15.618 | 47.270 | 30.700 | 14.500 | 10.500 | 5.000 | |
Energiebesparing Huursector | 10.636 | 369 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof) | 6.724 | 5.691 | 3.700 | 3.000 | 2.000 | 0 | 0 | |
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 37.167 | 126.830 | 384.800 | 356.600 | 361.800 | 293.800 | 275.100 | |
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie | 0 | 0 | 6.000 | 6.000 | 0 | 0 | 0 | |
Energietransitie en duurzaamheid | 24.801 | 29.227 | 12.732 | 3.577 | 4.502 | 4.552 | 4.552 | |
Renovatieversneller | 1.000 | 7.739 | 24.198 | 34.290 | 28.773 | 11.250 | 10.000 | |
SAH | 3.773 | 11.700 | 20.500 | 30.000 | 17.000 | 39.500 | 29.500 | |
Warmtefonds | 85.600 | 155.390 | 93.000 | 77.000 | 77.000 | 103.000 | 77.000 | |
Nationaal Groeifonds | 0 | 11.925 | 24.022 | 31.758 | 11.989 | 6.460 | 0 | |
Biobased Bouwen | 0 | 2.000 | 10.450 | 6.850 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 5.681 | 4.750 | 4.550 | 2.600 | 3.100 | 3.200 | 3.200 | |
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie | 0 | 1.500 | 750 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Energietransitie en duurzaamheid | 5.681 | 3.250 | 3.800 | 2.600 | 3.100 | 3.200 | 3.200 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 74 | 1.482 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Energietransitie en duurzaamheid | 74 | 1.482 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 511.258 | 623.252 | 760.833 | 533.110 | 65.000 | 500 | 10.500 | |
Aardgasvrije wijken | 62.627 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ventilatie in scholen | 73.454 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nationaal Isolatie Programma (Lokale aanpak woningisolatie) | 0 | 376.579 | 632.893 | 469.180 | 0 | 0 | 0 | |
Ondersteuning aanpak energiearmoede | 358.689 | 186.173 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 16.488 | 0 | 65.000 | 500 | 15.000 | 500 | 10.500 | |
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie | 0 | 16.500 | 9.000 | 9.000 | 0 | 0 | 0 | |
Nationaal Isolatie Programma (Soortenmanagement) | 0 | 44.000 | 3.940 | 4.430 | 0 | 0 | 0 | |
Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe | 0 | 0 | 50.000 | 50.000 | 50.000 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 40.683 | 32.222 | 63.724 | 26.250 | 21.646 | 17.778 | 21.498 | |
ILT (Handhaving Energielabel) | 23 | 527 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
RVO (Uitvoering Energieakkoord) | 0 | 1.789 | 12.294 | 9.476 | 9.584 | 8.015 | 8.425 | |
Dienst Publiek en Communicatie | 1.052 | 113 | 1.000 | 960 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse Agentschappen | 369 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
RVO (Energietransitie en duurzaamheid) | 33.664 | 24.478 | 11.565 | 7.964 | 7.012 | 6.913 | 6.823 | |
RVB | 970 | 3.540 | 22.240 | 7.850 | 5.050 | 2.850 | 6.250 | |
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 4.605 | 1.775 | 16.625 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 4.712 | 9.975 | 170.044 | 130.919 | 78.939 | 52.599 | |
Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof) | 0 | 0 | 4.500 | 4.500 | 4.000 | 0 | 0 | |
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed | 0 | 0 | 0 | 152.700 | 103.500 | 52.200 | 28.600 | |
EGO (innovatie) | 0 | 4.287 | 5.475 | 12.844 | 21.819 | 25.139 | 22.399 | |
Handhaving energielabel C | 0 | 425 | 0 | 0 | 1.600 | 1.600 | 1.600 | |
4.2 | Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 13.453 | 18.160 | 13.555 | 14.933 | 9.246 | 7.278 | 7.278 |
Subsidies (regelingen) | 11.750 | 15.191 | 8.460 | 9.788 | 4.203 | 2.248 | 2.248 | |
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 11.750 | 15.191 | 8.460 | 9.788 | 4.203 | 2.248 | 2.248 | |
Opdrachten | 1.703 | 1.409 | 3.075 | 3.075 | 3.075 | 3.075 | 3.075 | |
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 1.703 | 1.409 | 3.075 | 3.075 | 3.075 | 3.075 | 3.075 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige bijdragen | 0 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 0 | 1.510 | 2.015 | 2.015 | 1.913 | 1.900 | 1.900 | |
RVB | 0 | 1.510 | 2.015 | 2.015 | 1.913 | 1.900 | 1.900 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 5 | 55 | 55 | 55 | 55 | |
Diverse bijdragen | 0 | 0 | 5 | 55 | 55 | 55 | 55 | |
Ontvangsten | 11.182 | 686 | 91 | 91 | 91 | 91 | 91 | |
Geschatte budgetflexibiliteit
2024 | |
---|---|
juridisch verplicht | 32,5% |
bestuurlijk gebonden | 66,7% |
beleidsmatig gereserveerd | 0,8% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0,0% |
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 32,5% juridisch verplicht en dit betreft met name de volgende instrumenten:
Subsidies (regelingen)
Het subsidiebudget is voor 47% juridisch verplicht. De subsidies zijn in het kader van de energietransitie en duurzaamheid voor onder andere de stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) , het Warmtefonds, subsidieregeling voor koopsector (VvE's) en Nationaal Groeifonds. In het kader van bouwregelgeving en bouwkwaliteit betreft het onder andere subsidies voor Stichting Bouwkwaliteit en de Nederlandse Norm (NEN).
Bijdrage aan medeoverheden
Het budget voor bijdragen aan medeoverheden is voor 15% juridisch verplicht. Het betreft de bijdrage voor lokale aanpak Isolatie, nationaal programma lokale warmtetransitie, nationaal Isolatieprogramma en Verduurzaming Groningen en Drenthe.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor bijdragen aan agentschappen is voor 81% juridisch verplicht. Het betreft grotendeels een bijdrage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) voor de uitvoering van het energieakkoord en de energietransitie en de bijdrage voor de uitvoering van maatschappelijk vastgoed en bijdrage aan RVB.
4.1 Energietransitie en duurzaamheid
Subsidies
Verduurzaming en onderhoud huurwoningen
Om particuliere verhuurders en institutionele beleggers gedeeltelijk tegemoet te komen voor de huurbevriezing (Motie Beckerman c.s., Kamerstukken II 2020/21, 35488, nr. 13) wordt de subsidieregeling voortgezet. De regeling is een tegemoetkoming voor uitgaven die verhuurders doen in het kader van onderhoud en verduurzaming.
Nationaal Isolatie Programma
Voor het doe-het-zelvers is subsidie beschikbaar gesteld voor zodat burgers kosten kunnen besparen bij het isoleren van hun huis en schaarse professionals vooral kunnen worden ingezet voor complexe werkzaamheden. Dit is totaal € 50 mln. uit de additionele middelen uit het Klimaatfonds voor 2024 en 2025. Daarnaast is ook ca. € 2 mln. toegevoegd uit het Nationaal isolatieprogramma.
Energiebesparing Koopsector
Om ondersteuning te bieden aan woningeigenaren van Verenigingen van Eigenaren (VvE's) die hun woning verduurzamen, wordt de subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH) voor VvE’s voortgezet (Kamerstukken II 2020/21, 32813, nr. 667) onder een nieuwe benaming subsidie verduurzaming voor Verenigingen voor Eigenaars (SVVE). Naast de bestaande middelen is voor de jaren 2024 en 2025 uit het Klimaatfonds in totaal ca. € 26,7 mln. toegekend. Tevens is voor de jaren 2024 tot en met 2027 middelen toegekend om betere ontzorging te bieden aan VvE's bij de verduurzaming van hun gebouwen (€ 25 mln.).
Kennis- en innovatieprogramma bouwproductie stikstof
Met het kennis- en innovatieprogramma bouwproductie Stikstof wordt een bijdrage geleverd aan kennis en ontwikkeling van emissiearme bouwconcepten en bouwlogistiek, zodat dit emissiereductiemaatregelen worden die effectief kunnen worden opgeschaald. Voor het vervolg van dit programma zijn aanvullende middelen toegevoegd voor de jaren 2024 tot en met 2026 voor het digivaardig maken van personeel onder meer via digicoaches en de opzet van digital experience centers. Deze worden vanuit de organisatie van het Digitaal Stelsel Gebouwde Omgeving (DSGO) gefaciliteerd.
Verduurzaming maatschappelijk vastgoed
Voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed zijn aan de bestaande subsidieregeling DUMAVA uit het Klimaatfonds middelen toegekend voor de jaren 2024 tot en met 2030 voor verduurzaming van gebouwen en voor verduurzaming op portefeuilleniveau. Tevens zijn middelen vrijgemaakt voor energielabels in het maatschappelijk vastgoed en handhaving van de normering ter uitfasering van de slechtste labels. In totaal is voor de jaren 2024 tot en 2028 ca. € 1,5 mln. toegevoegd. De subsidie voor Caribisch Nederland voor dit doel is toegevoegd onder het instrument bijdrage aan medeoverheden.
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie
Het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) is een interbestuurlijk programma van het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) en ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie door kennis en expertise beschikbaar te stellen over het vormgeven en uitvoeren van de lokale warmtetransitie. Deze middelen zijn bedoeld voor de landelijke activiteiten (programma en apparaat).
Energietransitie en duurzaamheid
In het kader van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving Klimaatakkoord verstrekt het ministerie van BZK in 2024 subsidies aan enkele partijen, waaronder de voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal. Zij zorgen voor het klantcontact en informatievoorziening over het energielabel voor woningen en andere gebouwen. Ook wordt er subsidie verstrekt aan digiGO, die zich richt op de versnelling van de digitale ketensamenwerking in de gebouwde omgeving.
Renovatieversneller
Om de opschaling van de verduurzaming van (huur)woningen te bevorderen, is de huidige subsidieregeling Renovatieversneller aangepast voor vraag-en aanbodbundeling van marktpartijen die op grote schaal willen renoveren. De resterende middelen zijn in lijn met de eerdere doelstellingen van de renovatieversneller gekoppeld aan drie onderdelen: het ondersteuningsprogramma Verbouwstromen (ca. € 15 mln.); de procesondersteuningsregeling SPOR (totaal € 19 mln.) en subsidie voor industriële aanpak uitfasering EFG-labels woningcorporaties (ca. € 84 mln.).
Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH)
De Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) verleent subsidies aan gemengde VvE's en sociale en particuliere verhuurders voor het aardgasvrij maken van woningen.
Warmtefonds
Het Warmtefonds biedt bredere financieringsmogelijkheden, in het bijzonder voor woningeigenaren met een laag inkomen en VvE’s. In 2024 wordt het budget van het Warmtefonds vanuit het Klimaatfonds opgehoogd voor de recente uitbreiding van de doelgroep voor 0% rente tot woningeigenaren met huishoudinkomens tot € 60.000 bruto en voor een rentekorting van 1,5% voor VvE's.
Nationaal Groeifonds
Vanuit het Nationaal Groeifonds lopen momenteel twee projecten. Met het project Werklandschappen van de Toekomst wordt toe gewerkt naar een nieuw normaal, waarin bedrijventerreinen transformeren naar groene, gezonde, energie-efficiënte en klimaatbestendige werklandschappen van de toekomst. Het project Toekomstbestendige Leefomgeving geeft een impuls geven aan het modernisering van de ontwerp-, bouw- en technieksector (OBT). Het voorstel bestaat uit deelprojecten op het gebied van digitalisering, duurzame kademuren en gevels, nieuwe renovatietechnieken, duurzame woningbouw en biobased bouwen.
Biobased bouwen
Vanuit het Klimaatfonds is totaal € 22 mln. beschikbaar gesteld voor de jaren 2023 t/m 2025 en een reservering van € 178 mln. voor latere jaren voor de normering van bouwmaterialen ter stimulering van biobased bouwen. In totaal is € 19,3 mln. beschikbaar gesteld aan ministerie van BZK voor het opzetten van verwerkingsfaciliteiten, opzetten van uitvoeringsorganisatie en een bijdrage voor Nationaal Mileu Database. € 1, 4 mln. gaat naar het ministerie van EZK voor de subsidieregeling ISDE en ca. € 1,3 mln. aan LNV voor de regelingen van agro.
Opdrachten
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie
Het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) is een inter bestuurlijk programma van het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) en ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie door kennis en expertise beschikbaar te stellen over het vormgeven en uitvoeren van de lokale warmtetransitie. Dit betreft de middelen voor de uitvoering van de landelijke activiteiten (programmadeel).
Energietransitie en duurzaamheid
Ter uitvoering van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving verstrekt het ministerie van BZK in 2023 diverse onderzoeksopdrachten, waaronder voor het energielabel.
Bijdrage aan medeoverheden
Nationaal Isolatie Programma (NIP)
Het NIP richt zich op de lokale aanpak van slecht geïsoleerde woningen en biedt ondersteuning aan huishouden om woningen beter te isoleren.
Vanuit het klimaatfonds, onderdeel Nationaal Isolatieprogramma, wordt voor de jaren 2023 tot en met 2025 inclusief de uitvoeringskosten ca. € 750,3 mln. beschikbaar gesteld voor de lokale aanpak. Tevens is voor de collectieve aanpak in kwetsbare dorpen en wijken voor de jaren 2023 tot en met 2025 in totaal € 425 mln. toegekend, waarvan voor 2024 € 160 mln.
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed
Vanuit het Klimaatfonds zijn de middelen voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed voor Caribisch Nederland toegevoegd voor de jaren 2024 tot en met 2030 (per jaar € 0,5 mln.). Deze middelen worden via een bijzondere uitkering aan de Landen beschikbaar gesteld. Daarnaast is in totaal meerjarig € 49 mln. toegevoegd en voor het jaar 2024 € 14,5 mln. voor het ondersteunen van maatschappelijk vastgoedeigenaren via een provinciale ontzorgingsprogramma. Tevens is uit de gereserveerde middelen voor prestatie- eisen nieuwbouw voor 2024 € 50 mln. beschikbaar gesteld voor het ondersteunen van mkb'ers in hun transitie naar duurzame gebouwen en duurzame processen en om de organisatiegraad op bedrijventerreinen te verhogen als randvoorwaarde voor verduurzaming.
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie
Het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) is een interbestuurlijk programma van het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) en ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie door kennis en expertise beschikbaar te stellen over het vormgeven en uitvoeren van de lokale warmtetransitie. Onderdeel van het NPLW is een regionale ondersteunings structuur. Hiervoor is € 9 mln. per jaar beschikbaar voor de periode 2024 en 2025.
Nationaal isolatie programma (soorten management)
Vanuit Klimaatfonds zjin middelen toegekend voor de jaren 2024 en 2025. Deze middelen worden uitgekeerd aan de provincies met een specifieke uitkering. Dit wordt gebruikt voor de versnelling op natuurinclusief isoleren, specifiek gericht op het opstellen van gemeentelijke soortenmanagement plannen (SMP's). Bij na-isolatie werkzaamheden dient er rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van beschermde soorten die in woningen en gebouwen kunnen nestelen en verblijven. Het Rijk zet daarom in op een landelijke uitrol van SMP's.
Verduurzaming Groningen en Noord-Drenthe
De kabinetsreactie «Nij Begun» (Maatregel 29) betreft het isoleren van woningen in de provincie Groningen en 3 gemeenten in Noord-Drenthe.
In totaal is door het kabinet € 1,65 mld. beschikbaar gesteld voor deze regio waarmee een substantiële financiële bijdrage kan worden gedaan voor isolatiemaatregelen. Voor de periode 2024 tot en met 2026 is € 150 mln. toegevoegd uit de gereserveerde middelen "energieprestatie- eisen nieuwbouw industrie". In lijn met de kabinetsreactie wordt een uniforme regeling voor alle dertien gemeenten in de regio opgesteld. De overige € 1,5 mld. komt per 2026 beschikbaar.
Bijdrage aan agentschappen
RVO.nl (uitvoering Energieakkoord)
Het betreft onder andere de middelen voor de uitvoering van het Kennis en Innovatieplatform Maatschappelijk Vastgoed, de Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH), subsidie verduurzaming voor Verenigingen voor Eigenaars (SVVE) en de uitvoering van de lokale aanpak woningisolatie en kennis- en innovatieplatform.
RVO.nl (energietransitie en duurzaamheid)
In opdracht van het ministerie van BZK voert RVO.nl het jaarprogramma uit, voornamelijk op het gebied van energietransitie in de gebouwde omgeving. Het programma behelst kennisverspreiding, beleidsonderbouwing en uitvoering van subsidieregelingen. Daarnaast betreft dit ook de bijdrage voor de RVO.nl voor de uitvoering van diverse regelingen. Deze uitgaven worden op dit instrument verantwoord vanwege gecentraliseerd opdrachtgeverschap.
RVB
In het kader van het stikstofbeleid wordt een bijdrage verstrekt om aanbestedende rijksdiensten in staat te stellen om structureel uitstoot verminderende criteria te stellen bij aanbestedingen. Dit betreft de middelen die het ministerie van BZK inzet voor de opdracht aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB).
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed
Voor de uitvoering van het realiseren van zonnepanelen op bestaande Rijksdaken en het nemen van extra energiebesparende maatregelen zijn er tot en met 2025 middelen beschikbaar. Dit betreft de middelen die het ministerie van BZK inzet voor de opdracht aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB).
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Kennis-en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten
Voor het vervolg op het kennis en innovatieprogramma Schoon en Emissieloos Bouwen (K&I SEB) worden aanvullende middelen toegevoegd voor de jaren 2024 tot en met 2026 voor verdergaande kennisontwikkeling, innovatie en standaardisatie door consortia van kennisinstellingen en oprefab-bouwers. Hiervoor zullen de middelen worden overgeheveld naar de EZK-begroting.
EGO (Energietransitie gebouwde omgeving)
In het kader van de Integrale Kennis en Innovatieagenda van het Klimaatakkoord en van het topsectorenbeleid is de missie vastgesteld en geïnstrumenteerd om te komen tot een CO2 vrije gebouwde omgeving in 2050. Dit gebeurt via een aantal innovatieprogrammas als de Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma (MMIP) en de Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI). Binnen de programma’s ondersteunt het Rijk R&D-investeringen van grootschalige samenwerkingsverbanden tussen marktpartijen en kennisinstellingen. Deze ondersteuning krijgt vorm via Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI regeling). Daarnaast wordt geïnvesteerd in kennisopbouw en uitwisseling rondom maatschappelijk vastgoed, via het kennis- en innovatieplatform maatschappelijk vastgoed. Hieraan zijn voor het MMIP vanuit het Klimaatfonds, onderdeel Nationaal Isolatie Programma, middelen toegevoegd voor het jaar 2025.
4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Subsidies (regeling)
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
In 2024 verstrekt het ministerie van BZK diverse subsidies in het kader van onderzoek naar mogelijke aanpassingen in de bouwregelgeving en overige onderwerpen die betrekking hebben op de veiligheid, toegankelijkheid, duurzaamheid en gezondheid van gebouwen en het versterken van de positie van de bouwconsument.
Opdrachten
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Het ministerie van BZK verstrekt ten behoeve van een goed functionerend stelsel van bouwregelgeving in 2024 opdrachten voor werkzaamheden van het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN), de Helpdesk bouwregelgeving en de Adviescommissie toepassing en gelijkwaardigheid bouwvoorschriften. Vanuit de kerntaak «het wettelijk waarborgen van een maatschappelijk noodzakelijk minimum kwaliteitsniveau van bouwwerken» worden waar nodig wijzigingen in het Besluit bouwwerken leefomgeving aangebracht.
Bijdrage aan agentschappen
RVB
Deze middelen zijn bestemd voor het stimuleren van hergebruik en recyclaat in bouwmaterialen met Rijksinkoop. Dit geeft een impuls richting de markt via de voorbeeldrol en inkoopkracht van het Rijk met circulair inkopen en aanbesteden (Kamerstukken 2017/18, 32852, nr. 59). 2018).
Ontvangsten
Dit betreft ontvangsten uit afrekeningen van eerder verstrekte subsidies door RVO.nl en uit boetes wegens het niet nakomen van verplichtingen met betrekking tot het verstrekken van het energielabel bij verkoop en verhuur van gebouwen.
Een goede kwaliteit van de leefomgeving.
Het beleid is gericht op de realisatie van een veilige, gezonde en aantrekkelijke woon- en leefomgeving en een efficiënt gebruik van onze ruimte, nu en in de toekomst. Daarnaast werkt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) aan de invoering van de herziening van het stelsel van omgevingsrecht, dat nationale wettelijke kaders en instrumenten geeft waarmee overheden, burgers en bedrijven gezamenlijk werken aan veilige en gezonde leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is samen met de sectorale vakministers verantwoordelijk voor het beleid voor de leefomgeving:
– de minister is systeemverantwoordelijk voor de Nationale Omgevingsvisie (NOVI), waaronder kennisontwikkeling voor de uitvoering en de evaluatie en monitoring van de NOVI;
– de minister is stelselverantwoordelijk voor de Wet Ruimtelijke ordening (Wro) en na de inwerkingtreding voor de Omgevingswet;
– het zorgdragen voor een gestructureerde afstemming met de medeoverheden in het bestuurlijk overleg Wonen, Ruimte en Omgevingswet en met de regio in de vorm van het Bestuurlijk Overleg Leefomgeving.
– het – via de omgevingsagenda’s – in kaart brengen van de inhoudelijke samenhang tussen de verschillende onderdelen van het ruimtelijk-fysieke domein (onder andere woningbouw, bereikbaarheid, economie, energie, natuur, milieu en waterveiligheid);
– het ontwikkelen van nationale ruimtelijke visies, zoals een ruimtelijke vertaling voor duurzame energieopwekking, -opslag en transport in 2050 en een visie op verstedelijking en het landelijk gebied;
– de inbreng van ontwerp in ruimtelijke projecten en programma’s bij het ministerie van BZK en het stimuleren van ontwerp bij projecten en programma’s, zowel interdepartementaal als bij andere overheden.
De minister heeft een regisserende rol ten aanzien van de geo-informatie in Nederland en heeft in dat kader een systeemverantwoordelijkheid voor de Nationale Geo-informatie-Infrastructuur. De minister geeft aan deze verantwoordelijkheid invulling door:
– het opstellen, onderhouden en coördineren van nationale en Europese kaders en wet- en regelgeving ten aanzien van interbestuurlijke geo-informatie en de bijbehorende voorzieningen;
– het vertalen en implementeren van relevante Europese beleidskaders op het terrein van de geo-informatie;
– het stimuleren van de samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en wetenschap in het kader van de toekomstvisie Geo Samen;
– het zorgen voor een toekomst vaste exploitatie van de geo-basisregistraties en basisvoorzieningen en de verdere doorontwikkeling van deze nationale geo-informatie-infrastructuur in het kader van de ontwikkelvisie Doorontwikkeling in Samenhang (DiS-Geo).
De minister heeft een ontwikkelende, een faciliterende en een regisserende rol in het kader van de stelselherziening omgevingsrecht. Deze omvat:
– het afbouwen en door ontwikkelen van de Omgevingswet, samen met bestuurlijke partners, collega bewindspersonen, uitvoeringsorganisaties, bedrijfsleven en andere belanghebbenden;
– faciliteren van experimenten vooruitlopend op de Omgevingswet via de Crisis- en Herstelwet;
– de implementatie van het nieuwe stelsel via het implementatieprogramma Aan de slag met de Omgevingswet met een interbestuurlijk opdrachtgeverschap van Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Interprovinciaal Overleg (IPO) en Unie van Waterschappen (UvW); het ondersteunen van burgers, bedrijven en overheden bij de stelselherziening door het vergroten van kennis over de nieuwe wet- en regelgeving;
– het implementeren, uitbouwen en in beheer nemen van de landelijke voorziening in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-LV) die de uitvoeringsprocessen van de Omgevingswet ondersteunt.
Nationale Omgevingsvisie
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft een regiefunctie voor wat betreft de opgaven in de fysieke leefomgeving. Aan deze regiefunctie wordt onder meer invulling gegeven met de programma’s NOVEX en Mooi Nederland. Het programma NOVEX werkt aan de gebiedsgerichte inpassing van ruimtelijke opgaven, onder andere in de NOVEX-gebieden en het toewerken naar ruimtelijke arrangementen tussen provincies en het Rijk die uiterlijk in 2024 gesloten zullen worden. Het programma Mooi Nederland werkt nieuwe concepten uit van de ruimtelijke toekomst van Nederland met toevoeging van ruimtelijke kwaliteit en produceert 9 handreikingen voor opdrachtgevers (publiek/privaat) om deze ruimtelijke kwaliteit komende jaren in concrete project- en gebiedsontwikkelingen te realiseren.
Samen met de andere nationale programma’s over de fysieke leefomgeving vormt dit belangrijke input voor de nieuwe Nota Ruimte. De Nota Ruimte wordt een samenhangende visie op de leefomgeving met keuzes voor 2030, richtinggevende uitspraken voor 2050 en een doorkijk naar 2100.
De nieuwe Nota Ruimte zal de huidige Nationale Omgevingsvisie (NOVI, 2020) vervangen. Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 zal de NOVI, en daarna de Nota Ruimte, gelden als de kader stellende visie onder de Omgevingswet.
Omgevingswet
De Omgevingswet treedt per 1 januari 2024 in werking. Op 14 maart 2023 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het Koninklijk Besluit voor inwerkingtreding.
De activiteiten die de uitvoering en invoering van de Omgevingswet ondersteunen, zoals afbouw, beheer en doorontwikkeling en uitbouw van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en invoeringsondersteuning lopen in 2024 verder door.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 168.261 | 132.603 | 143.959 | 112.668 | 94.804 | 89.976 | 87.622 |
Uitgaven | 132.973 | 132.603 | 143.959 | 112.668 | 94.804 | 89.976 | 87.622 | |
5.1 | Ruimtelijke ordening | 57.533 | 67.092 | 63.983 | 61.579 | 52.142 | 51.807 | 51.153 |
Subsidies (regelingen) | 632 | 2.026 | 2.381 | 881 | 881 | 774 | 774 | |
Programma Ruimtelijk Ontwerp | 0 | 595 | 1.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Basisregistraties | 508 | 581 | 581 | 581 | 581 | 474 | 474 | |
Ruimtelijk instrumentarium (diversen) | 117 | 800 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | |
Basisregistraties Ondergrond | 7 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 4.263 | 14.327 | 15.512 | 12.941 | 7.269 | 7.300 | 7.272 | |
Programma Ruimtelijk Ontwerp | 369 | 3.934 | 3.213 | 4.811 | 2.961 | 2.961 | 2.961 | |
Basisregistraties Ondergrond | 603 | 2.247 | 2.500 | 1.860 | 0 | 0 | 0 | |
Gebiedsontwikkeling | 751 | 1.806 | 4.688 | 1.265 | 1.050 | 1.050 | 1.050 | |
Geo-informatie | 61 | 385 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ruimtelijk instrumentarium (diversen) | 2.479 | 5.955 | 4.911 | 4.804 | 3.058 | 3.088 | 3.067 | |
Nationaal Groeifonds | 0 | 0 | 200 | 201 | 200 | 201 | 194 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 41.894 | 36.658 | 33.772 | 33.763 | 33.178 | 32.919 | 32.293 | |
Kadaster (Basisregistraties) | 35.780 | 31.471 | 29.952 | 30.032 | 29.800 | 29.800 | 29.800 | |
Geo-informatie | 5.399 | 42 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Basisregistraties Ondergrond | 182 | 607 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse bijdragen | 533 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Geonovum | 0 | 1.736 | 2.393 | 2.393 | 2.393 | 2.493 | 2.493 | |
ICTU | 0 | 2.345 | 429 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nationaal Groeifonds | 0 | 457 | 998 | 1.338 | 985 | 626 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 1.148 | 2.602 | 3.909 | 6.308 | 3.128 | 3.128 | 3.128 | |
Diversen projecten ruimtelijke kwaliteit | 0 | 250 | 3.649 | 6.048 | 2.868 | 2.868 | 2.868 | |
Gebiedsontwikkeling | 1.148 | 2.352 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nationaal Groeifonds | 0 | 0 | 260 | 260 | 260 | 260 | 260 | |
Bijdrage aan agentschappen | 9.596 | 11.199 | 8.409 | 7.686 | 7.686 | 7.686 | 7.686 | |
RVB | 3.462 | 3.477 | 3.136 | 2.413 | 2.413 | 2.413 | 2.413 | |
RWS (Leefomgeving) | 6.134 | 7.549 | 5.147 | 5.147 | 5.147 | 5.147 | 5.147 | |
Basisregistraties Ondergrond | 0 | 47 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
RIVM | 0 | 126 | 126 | 126 | 126 | 126 | 126 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 280 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Economische Zaken en Klimaat (XIII) | 0 | 280 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
5.2 | Omgevingswet | 75.440 | 65.511 | 79.976 | 51.089 | 42.662 | 38.169 | 36.469 |
Subsidies (regelingen) | 1.880 | 1.907 | 4.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Eenvoudig Beter | 1.880 | 1.907 | 4.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 1.278 | 3.487 | 7.738 | 10.438 | 6.655 | 6.611 | 5.111 | |
Aan de Slag | 1.107 | 3.187 | 7.738 | 10.438 | 6.655 | 6.611 | 5.111 | |
Serviceteam Rijk | 171 | 300 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 23.627 | 30.682 | 61.806 | 35.268 | 30.648 | 26.199 | 25.999 | |
Kadaster | 21.229 | 27.784 | 61.804 | 35.268 | 30.648 | 26.199 | 25.999 | |
Geonovum | 2.090 | 2.345 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
ICTU | 308 | 543 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Serviceteam Rijk | 0 | 10 | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 48.655 | 29.435 | 5.932 | 5.383 | 5.359 | 5.359 | 5.359 | |
RWS (Eenvoudig beter) | 0 | 3.658 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Serviceteam Rijk | 0 | 2.543 | 951 | 1.248 | 1.224 | 1.224 | 1.224 | |
Aan de Slag | 48.655 | 23.234 | 4.981 | 4.135 | 4.135 | 4.135 | 4.135 | |
Ontvangsten | 13.863 | 11.952 | 3.824 | 3.824 | 3.824 | 3.824 | 3.824 | |
Geschatte budgetflexibiliteit
2024 | |
---|---|
juridisch verplicht | 76% |
bestuurlijk gebonden | 7% |
beleidsmatig gereserveerd | 15% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 2% |
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 is 76% juridisch verplicht en dit betreft met name de volgende instrumenten:
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s is voor 99% juridisch verplicht. Het betreft een bijdrage aan het Kadaster voor beheer en ontwikkeling van de landelijke voorzieningen van basisregistraties, beheer en ontwikkeling van de gezamenlijke verstrekkingsvoorziening voor geo-informatie Publieke Dienstverlening op de Kaart (PDOK) en het Nationaal GeoRegister (NGR). Daarnaast betreft het een bijdrage aan Kadaster voor hun rol als tactisch beheerder van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en als operationeel beheerder van het DSO.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor bijdragen aan agentschappen is voor 77% juridisch verplicht. Het betreft bijdragen aan Rijkswaterstaat (RWS) ten behoeve van de Ruimtelijke Inpassingsplannen en de ontwikkeling van het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). Daarnaast betreft het een bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) voor het uitvoeren van verschillende projecten in het kader van het Regionaal Ontwikkelprogramma onder andere gebiedsverkenningen, -analyses en -projecten.
Bijdrage aan medeoverheden
Het budget voor bijdragen aan medeoverheden is voor 56% juridisch verplicht. Het betreft de BIRK-projecten waaronder de slotbetaling van het Nieuwe Sleutel Project (NSP) Breda (verbeteren van de situatie in het stationskwartier van Breda).
5.1 Ruimtelijke ordening
Subsidies (regelingen)
Programma Ruimtelijk Ontwerp
Het Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp 2021-2024 (‘Ontwerp verbindt’, Kamerstukken II 2020/21, 31535, nr. 12, bijlage 962435) richt zich op een effectieve inzet van ruimtelijk ontwerp bij urgente en complexe maatschappelijke opgaven. Deze subsidie is gericht op de inzet van ontwerp en ontwerpers (denk hierbij aan architecten, stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten) om complexe veranderingen te laten slagen. Het is een instrument om de impact van vaak abstracte opgaven op straat-, buurt-, stads- en landschapsniveau concreet te maken.
Basisregistraties
Dit betreft een subsidie aan de Stichting Geonovum voor het basisprogramma: ontwikkelen en beheren van geo-standaarden, kennisoverdracht en advisering over geo-informatie en geo-informatie-infrastructuur.
Ruimtelijk instrumentarium (diversen)
Dit budget is bedoeld voor incidentele inititiatieven die een bijdrage leveren aan een goede kwaliteit van de leefomgeving.
Opdrachten
Programma Ruimtelijk Ontwerp
Het Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp 2021-2024 (‘Ontwerp verbindt’, Kamerstukken II 2020/21, 31535, nr. 12, bijlage 962435) is gericht op een effectieve de inzet van ruimtelijk ontwerp bij urgente en complexe maatschappelijke opgaven. De belangrijkste elementen in het programma zijn:
– het stimuleren van lokale en regionale initiatieven;
– het ondersteunen van het College van Rijksadviseurs ten behoeve van advies aan het Rijk inzake omgevingskwaliteit en de inzet van ontwerp bij nationale programma's en rijksprojecten;
– het organiseren van ontwerpdialoog om nieuwe doelgroepen te betrekken.
Basisregistratie Ondergrond
De Basisregistratie Ondergrond (BRO) is een centrale registratie met publieke gegevens over de Nederlandse ondergrond. Dit betreft voornamelijk de programmakosten voor de opname van gegevens over Milieukwaliteit in de BRO. Hiervoor wordt budget ingezet in diverse opdrachten.
Gebiedsontwikkeling
In 2022 zijn in de RO-brief (Kamerstukken II 2021/2022, 34682, Nr 92) zestien NOVEX-gebieden aangewezen. Dit zijn gebieden waar de nationale opgaven dusdanig opstapelen dat een gebiedsgerichte aanpak noodzakelijk is met inzet van alle betrokken overheden. In het kader van het NOVEX-Programma (Kamerstukken II 2021/2022, 34 682, Nr 100) wordt voor elk van deze gebieden een Ontwikkelperspectief, Uitvoeringsagenda en Regionale Investeringsagenda opgesteld. De financiële middelen vanuit dit budget worden ingezet ter ondersteuning van de uitvoering van de aanpak in deze zestien gebieden en het opstellen van bovengenoemde producten.
Ruimtelijk instrumentarium (diversen)
Financiële middelen voor het Ruimtelijk instrumentarium worden in 2024 ingezet voor:
– de uitvoering van de nieuwe Nota Ruimte (aanscherping NOVI en (juridische) instrumentering) en de NOVI-cyclus (een NOVI-conferentie, de monitor van de NOVI en de inrichting van de beleidsevaluatie van de NOVI);
– de verdere ontwikkeling van het Nationaal Programma Landelijk Gebied;
– de stikstofproblematiek;
– interdepartementale strategie voor inzet Rijksgrond en versterking actief grondbeleid door Gemeente
– het beheer en onderhoud van het ruimtelijk deel van het stelsel van de Omgevingswet (Ow).
– Evaluatie en (financiele) monitoring van de Omgevingswet
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Kadaster (basisregistraties)
Dit betreft een structurele bijdrage aan het Kadaster. De bijdrage is bestemd voor beheer en ontwikkeling van de landelijke voorzieningen van basisregistraties in het geo-informatiedomein, als onderdeel van het datafundament, en in enkele gevallen ook voor het actueel houden van de inhoud. Tevens gaat het om beheer en ontwikkeling van de gezamenlijke verstrekkingsvoorziening voor geo-informatie «Publieke Dienstverlening op de Kaart» (PDOK), het Nationaal Geo-Register (NGR) in relatie tot de Europese richtlijn INSPIRE en de beheerkosten van het landelijke online portaal voor ruimtelijke plannen.
Geonovum
Dit betreft een structurele bijdrage aan Geonovum. De bijdrage is bestemd voor het realiseren van afspraken, standaarden en modellen met betrekking tot de volgende onderwerpen:
– Europese digitaliserings- en databeleid/INSPIRE;
– Digitale Ruimtelijke Ordening (DRO);
– Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) en IMGeo;
– Beheer Basisregistratie Ondergrond (BRO);
– Publieke Dienstverlening op de Kaart (PDOK);
– GeoSamen 2;
– Doorontwikkeling in Samenhang (DisGeo) /Datafundament.
ICTU
Dit betreft een bijdrage voor de kwaliteitszorg- en toezicht/handhavingsactiviteiten voor de geo-basisregistraties (met name BAG, BGT, BRO).
Nationaal Groeifonds
Dit betreft een nieuwe investering in innovatie voor een uniform digitaal afsprakenstelsel om de domeinen mobiliteit, openbare ruimte en woningbouw van nieuwe instrumenten vanuit de digitale wereld te voorzien. Digital Twins is de bijdrage vanuit BZK aan het projectplan voor Dutch Metropolitan Innovations vanuit I&W
Bijdrage aan medeoverheden
Diverse projecten ruimtelijke kwaliteit
Dit betreft de slotbetaling van het Nieuwe Sleutel Project (NSP) Breda die is voorzien in 2024. Door de komst van de Hogesnelheidslijn-Zuid is er in 1997 besloten tot de aanpak van de aanliggende stations, de Nieuwe Sleutelprojecten. Het laatste nog lopende project NSP Breda is gericht op het verbeteren van de situatie in het stationskwartier van Breda.
Bijdrage aan agentschappen
RVB
Het Rijksvastgoedbedrijf ontvangt een (jaarlijkse) bijdrage voor gebiedsverkenningen, -analyses en -projecten met (mogelijk) maatschappelijke meerwaarde door inzet van rijksvastgoed (gronden en gebouwen). Bij voorkeur gaat het hier om integrale trajecten met een bijdrage aan meerdere beleidsdoelen, zoals volkshuisvesting, energietransitie en stikstof.
RWS (leefomgeving)
Rijkswaterstaat (RWS) ontvangt een bijdrage voor diverse beleidsondersteunende en adviserende activiteiten in het domein van de fysieke leefomgeving, waaronder beheer en exploitatie van het Omgevingsloket-online (OLO).
5.2 Omgevingswet
Subsidies
Eenvoudig beterDit betreft subsidies aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Unie van Waterschappen en het IPO voor de implementatie van de Omgevingswet.
Opdrachten
Aan de Slag
Ter ondersteuning van bevoegd gezagen bij de invoering van de Omgevingswet en implementatie van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) worden bijeenkomsten, workshops en webinars georganiseerd en voorlichtingsmateriaal en praktijkvoorbeelden worden gepubliceerd. Dit alles helpt bevoegd gezagen bij het werken met het DSO landelijke voorzieining. Daarnaast worden diverse opdrachten verstrekt voor onderzoeken en evaluatie.
Bijdrage aan ZBO's / RWT's
Kadaster
Kadaster is tactisch beheerder van het DSO landelijke voorziening. Hiervoor ontvangt het Kadaster een bijdrage van het ministerie van BZK. Daarnaast ontvangt het Kadaster een bijdrage voor de afbouw, implementatie en uitbouw van het DSO.
Bijdrage aan agentschappen
Serviceteam Rijk
Het Serviceteam Rijk verzorgt voor het Rijk de digitalisering van regelgeving onder de Omgevingswet ten behoeve van bekendmaking en ontsluiting in het DSO-LV. Daartoe ontvangt BZK bijdragen van het ministerie van IenW, OCW, EZK, LNV en Defensie. Deze bijdrage komt ten goede aan de agentschappen RWS en Logius/KOOP die in opdracht van Serviceteam Rijk werkzaamheden uitvoeren. Voor RWS betreft dit het omzetten van juridische regels in toepasbare regels en het beheer daarvan. Voor Logius/KOOP betreft dit het omzetten van wijzigingsbesluiten in de juiste digitale standaarden ten behoeve van bekendmaking in de Staatscourant en ontsluiting in het DSO.
Aan de Slag
Dit betreft een bijdrage aan Rijkswaterstaat (RWS) voor het beheer van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO), waaronder ook vragen over het DSO vallen. Logius, organisatieonderdeel Kennis- en Exploitatiecentrum voor Officiële Overheidspublicaties (KOOP), ontvangt ook een bijdrage voor het beheer en doorontwikkeling van het Landelijke Voorziening Bekendmaken en Beschikbaar stellen (LVBB) en de Standaard Officiële Publicaties (STOP), beide onderdeel van het DSO.
Ontvangsten
Dit betreft de bijdrage van de Unie van Waterschappen aan het Kadaster voor de basisregistraties.
Een digitale samenleving over de grenzen heen die rekening houdt met burgers en maatschappelijke vragen oplost.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) zorgt voor:
– het bewaken van rechten en publieke waarden, zoals privacybescherming en zelfbeschikking, in de informatiesamenleving en daarmee bijdragen aan de bewaking van de kernwaarden van de democratie.
– het stimuleren van het verantwoord gebruik van nieuwe technologieen voor het verbeteren van overheidsdienstverlening en het oplossen van maatschappelijke vragen.
– het aangaan van internationale samenwerking om met gelijkgestemde landen wet- en regelgeving te beinvloeden, overheidsdienstverlening over de grenzen heen te realiseren, gezamenlijke maatschappelijke vragen op te lossen.
– een veilige, gebruiksvriendelijke en inclusieve (digitale) overheidsdienstverlening;
– een toegankelijke en transparante overheidsinformatie;
– een veilig en betrouwbaar identiteitsstelsel waarbij veilig en efficiënt gebruik wordt gemaakt van (persoons)gegevens;
– bijdragen aan het vertrouwen in de overheid door het verbeteren van de informatiepositie van burgers en bedrijven;
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het bevorderen van een adequate digitale overheidsdienstverlening, waarbij het belangrijkste doel is dat de dienstverlening toegankelijk is voor iedereen en het bevorderen van het inzetten van digitale innovaties voor het oplossen van maatschappelijke vragen.
Stimuleren
– De minister van BZK stimuleert het gebruik van nieuwe digitale technologieën voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, waarbij de markt ook nadrukkelijk uitgedaagd wordt om mee te denken over antwoorden op maatschappelijke vragen.
– De minister van BZK stimuleert internationale samenwerking op het realiseren van diensten over de grenzen heen en het met gelijkgestemde landen zorgen voor wet- en regelgeving die recht doet aan de Nederlandse situatie.
Regisseren
– De minister van BZK zorgt voor maatregelen die burgers rechten geven en beschermen tegen ongewenste aspecten van digitalisering.
– De minister van BZK pakt de rol om voortdurend de beleidsagenda op het terrein van de informatiesamenleving en overheid te herijken aan de eisen van de tijd.
– De minister van BZK is stelselverantwoordelijk voor de inrichting en governance van de digitale overheid, waaronder de digitale basisinfrastructuur die deze mogelijk maakt.
– De minister van BZK heeft een kaderstellende rol op het gebied van de digitale overheid. Kaderstellen gebeurt in de vorm van wetgeving, standaarden, architectuurkaders en richtlijnen rekening houdend met Europese ontwikkelingen en verplichtingen.
– De minister van BZK heeft een coördinerende rol met betrekking tot alle officiële publicaties van de overheid.
Uitvoeren
– De minister van BZK is verantwoordelijk voor de inrichting, beschikbaarstelling, instandhouding, werking, beveiliging en betrouwbaarheid van generieke voorzieningen voor elektronisch berichtenverkeer en informatieverschaffing, alsmede voor de voorzieningen voor het inloggen bij overheidsdienstverleners(authenticatie) en registratie van machtigingen in het burgerservicenummer (BSN-)domein.
– De minister van BZK is verantwoordelijk voor het beleid rondom het vaststellen van de identiteit alsmede de verstrekking van reisdocumenten op basis daarvan. Ook is de minister van BZK verantwoordelijk voor de vastlegging van persoons- en adresgegevens in de Basisregistratie Personen (BRP). In dat kader houdt de minister van BZK toezicht op de uitvoering van de Paspoortwet, monitort de uitvoering van de Wet BRP en ondersteunt de gemeenten die primair verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van deze wetten. De minister van BZK faciliteert hiermee het juiste gebruik van persoons- en adresgegevens door andere overheidsinstanties. Het tegengaan van fraude met, en het corrigeren van fouten van, persoons- en adresgegevens en reisdocumenten vormt hiervan een integraal onderdeel.
Er zijn geen beleidswijzigingen in dit artikel.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 214.879 | 512.951 | 536.087 | 539.680 | 538.523 | 533.791 | 631.907 |
Uitgaven | 220.202 | 512.951 | 536.087 | 539.680 | 538.523 | 533.791 | 631.907 | |
6.2 | Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving | 85.746 | 87.070 | 104.719 | 99.081 | 98.434 | 101.295 | 102.694 |
Subsidies (regelingen) | 5.793 | 9.761 | 13.617 | 7.598 | 7.588 | 7.588 | 7.588 | |
Overheidsdienstverlening | 5.793 | 9.761 | 13.617 | 7.598 | 7.588 | 7.588 | 7.588 | |
Opdrachten | 4.977 | 33.479 | 49.041 | 49.422 | 48.788 | 51.649 | 53.048 | |
Informatiebeleid | 2.319 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overheidsdienstverlening | 2.102 | 14.329 | 14.397 | 16.812 | 16.812 | 16.812 | 16.812 | |
Informatiesamenleving | 556 | 19.150 | 34.644 | 32.610 | 31.976 | 34.837 | 36.236 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 17.473 | 15.250 | 17.966 | 17.966 | 17.964 | 17.964 | 17.964 | |
CBS | 27 | 134 | 130 | 130 | 128 | 128 | 128 | |
RDW | 2.934 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
KvK | 5.095 | 5.724 | 200 | 200 | 200 | 200 | 367 | |
ICTU | 7.616 | 6.890 | 15.589 | 15.589 | 15.589 | 15.589 | 15.422 | |
Diverse bijdragen | 1.801 | 2.502 | 2.047 | 2.047 | 2.047 | 2.047 | 2.047 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 709 | 1.037 | 839 | 839 | 839 | 839 | 839 | |
Gemeenten | 709 | 634 | 709 | 709 | 709 | 709 | 709 | |
Provincies | 0 | 403 | 130 | 130 | 130 | 130 | 130 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 182 | 89 | 89 | 89 | 89 | 89 | 89 | |
Digitale dienstverlening | 182 | 89 | 89 | 89 | 89 | 89 | 89 | |
Bijdrage aan agentschappen | 56.484 | 27.401 | 23.114 | 23.114 | 23.113 | 23.113 | 23.113 | |
RVO | 9.651 | 831 | 2.647 | 2.647 | 2.647 | 2.647 | 2.647 | |
RODI | 12.105 | 7.903 | 666 | 666 | 666 | 666 | 666 | |
Diverse bijdragen | 36 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Logius | 27.981 | 16.928 | 18.078 | 18.078 | 18.077 | 18.077 | 18.077 | |
RvIG | 6.151 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
RDI | 415 | 1.739 | 1.723 | 1.723 | 1.723 | 1.723 | 1.723 | |
AZ-DPC | 145 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 128 | 53 | 53 | 53 | 53 | 53 | 53 | |
Buitenlandse Zaken (V) | 128 | 53 | 53 | 53 | 53 | 53 | 53 | |
6.5 | Identiteitsstelsel | 39.940 | 40.495 | 37.386 | 37.483 | 37.468 | 37.461 | 37.450 |
Subsidies (regelingen) | 1.679 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overheidsdienstverlening | 1.679 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 139 | 4.973 | 1.460 | 1.561 | 1.561 | 1.561 | 1.561 | |
Identiteitsstelsel | 139 | 4.973 | 1.460 | 1.561 | 1.561 | 1.561 | 1.561 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 1.021 | 3.409 | 3.409 | 3.409 | 3.409 | 3.409 | 3.409 | |
ICTU | 1.021 | 3.409 | 3.409 | 3.409 | 3.409 | 3.409 | 3.409 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 350 | 264 | 3.365 | 3.361 | 3.347 | 3.340 | 3.329 | |
Gemeenten | 350 | 264 | 3.365 | 3.361 | 3.347 | 3.340 | 3.329 | |
Bijdrage aan agentschappen | 36.751 | 31.849 | 29.152 | 29.152 | 29.151 | 29.151 | 29.151 | |
RvIG | 36.751 | 31.849 | 29.152 | 29.152 | 29.151 | 29.151 | 29.151 | |
6.6 | Investeringspost digitale overheid | 53.927 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | 5.584 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid | 5.584 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 459 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid | 459 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 4.140 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
KvK | 652 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
ICTU | 3.425 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse bijdragen | 63 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 1.691 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Gemeenten | 424 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Provincies | 937 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Waterschappen | 330 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 36 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse bijdragen | 36 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 42.017 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
RVO | 173 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse bijdragen | 1.911 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Logius | 30.746 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
RvIG | 7.112 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
AZ-DPC | 2.075 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
6.7 | Hoogwaardige dienstverlening één overheid | 40.589 | 63.758 | 63.023 | 61.402 | 59.235 | 50.531 | 147.259 |
Subsidies (regelingen) | 2.000 | 6.750 | 3.891 | 3.891 | 3.891 | 3.891 | 3.891 | |
Hoogwaardige dienstverlening één overheid | 941 | 2.691 | 3.891 | 3.891 | 3.891 | 3.891 | 3.891 | |
VNG | 1.059 | 4.059 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 204 | 10.134 | 12.586 | 13.441 | 13.420 | 12.652 | 108.328 | |
Hoogwaardige dienstverlening één overheid | 204 | 10.134 | 12.586 | 13.441 | 13.420 | 12.652 | 108.328 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 21.211 | 3.986 | 457 | 457 | 457 | 457 | 1.022 | |
ICTU | 10.152 | 3.986 | 457 | 457 | 457 | 457 | 1.022 | |
RDW | 10.726 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
CBS | 23 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
KvK | 310 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 24.262 | 23.205 | 22.147 | 22.147 | 22.147 | 22.147 | |
Gemeenten | 0 | 24.262 | 23.205 | 22.147 | 22.147 | 22.147 | 22.147 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 102 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Digitale dienstverlening | 102 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 17.072 | 18.626 | 22.884 | 21.466 | 19.320 | 11.384 | 11.871 | |
Logius | 0 | 2.536 | 2.536 | 2.536 | 2.536 | 2.536 | 2.536 | |
RvIG | 13.331 | 11.736 | 11.714 | 11.696 | 9.550 | 1.614 | 1.614 | |
AZ-DPC | 3.318 | 3.718 | 7.998 | 6.598 | 6.598 | 6.598 | 7.085 | |
Diverse bijdragen | 423 | 636 | 636 | 636 | 636 | 636 | 636 | |
6.8 | Generieke Digitale Infrastructuur | 0 | 321.628 | 330.959 | 341.714 | 343.386 | 344.504 | 344.504 |
Subsidies (regelingen) | 0 | 3.436 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid | 0 | 3.436 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 0 | 45.305 | 65.837 | 65.837 | 65.837 | 65.837 | 65.837 | |
Doorontwikkeling en innovatie | 0 | 45.305 | 65.837 | 65.837 | 65.837 | 65.837 | 65.837 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 7.893 | 6.713 | 6.713 | 6.713 | 6.713 | 6.713 | |
KvK | 0 | 7.226 | 6.713 | 6.713 | 6.713 | 6.713 | 6.713 | |
RDW | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse bijdragen | 0 | 666 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 806 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Gemeenten | 0 | 113 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Provincies | 0 | 210 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Waterschappen | 0 | 483 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 0 | 264.188 | 258.409 | 269.164 | 270.836 | 271.954 | 271.954 | |
Logius | 0 | 239.993 | 239.081 | 249.836 | 251.508 | 252.626 | 252.626 | |
RvIG | 0 | 11.243 | 10.687 | 10.687 | 10.687 | 10.687 | 10.687 | |
RVO | 0 | 11.155 | 7.896 | 7.896 | 7.896 | 7.896 | 7.896 | |
RDI | 0 | 745 | 745 | 745 | 745 | 745 | 745 | |
Diverse bijdragen | 0 | 688 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
AZ-DPC | 0 | 364 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 4.263 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | |
Geschatte budgetflexibiliteit
2024 | |
---|---|
juridisch verplicht | 4,6% |
bestuurlijk gebonden | 86,5% |
beleidsmatig gereserveerd | 7,8% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 1,1% |
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 6 is 4,6% juridisch verplicht en dit betreft met name de volgende instrumenten:
Bijdrage aan agentschappen
Het budget is voor 4% juridisch verplicht. Het betreft diverse bijdragen, waaronder een bijdrage aan DPC voor de aanpak Levensgebeurtenissen en een bijdrage aan Logius in het kader van de Generieke Digitale Infrastructuur.
Subsidies
Het budget is voor 26% juridisch verplicht. Het betreft onder andere subsidies ter bevordering van digitale bewustwording, zoals de subsidie voor de Alliantie Digitaal Samenleven.
Bijdrage ZBO's/RWT's
Het budget is voor 11% juridisch verplicht. Het betreft diverse bijdrages, onder andere in het kader van de Generieke Digitale Infrastructuur.
6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving
Subsidies (regelingen)
Overheidsdienstverlening
In 2024 en verder worden subsidies verstrekt op het gebied van digitale inclusie, A.I en Publieke Waarden.
De VNG ontvangt een subsidie voor het project 'gemeentelijke statuur van de uitvoering'. Dit project heeft betrekking op het toekomstbestendig maken van gemeentelijke dienstverlening. Daarnaast wordt in het kader van Werk aan Uitvoering (WaU) een subsidie verstrekt voor de herinzet van digitale apparaten.
De Alliantie Digitaal Samenleven ontvangt een subsidie voor het programmabureau van de Alliantie, een subsidie voor activiteiten ter bevordering van de digitale bewustwording ten behoeve van mensen die niet mee kunnen doen in de digitale samenleving en een subsidie voor de Stichting Allemaal Digitaal die gedoneerde digitale apparaten gebruiksklaar maakt en ter beschikking stelt aan kwetsbare mensen.
Opdrachten
Overheidsdienstverlening
Dit betreffen opdrachten op het gebied van publieke waarden, de Interbestuurlijke Datastrategie en informatieveiligheid. Verder worden opdrachten verstrekt op het gebied van de Code Kinderrechten Online, desinformatie en het anticiperen op nieuwe digitale technologie.
Daarnaast ontwikkelen we instrumenten voor organisaties om mensenrechten bij digitalisering te borgen. Er is een wens om te sturen vanuit publieke waarden en vroegtijdig te kunnen anticiperen op impact digitale technologie. Door BZK ontwikkelde instrumenten zoals het Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmen (IAMA) en de Code Goed Digitaal Openbaar Bestuur (CODIO) helpen daarbij.
Informatiesamenleving
Dit betreffen opdrachten op het gebied van digitale inclusie, digitaal bewustzijn en zelfredzaamheid.
Daarnaast worden in het kader van het programma WaU opdrachten verstrekt om de digitale overheid in Caribisch Nederland te verbeteren.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
ICTU
ICTU ontvangt een bijdrage voor activiteiten voor de implementatie van de Single Digital Gateway verordening. Verder wordt een bijdrage verstrekt voor het project NL Design System.
Daarnaast ontvangt ICTU een bijdrage voor de ondersteuning van het programmabureau Europese Digitale Identiteit en voor activiteiten ter ondersteuning van de large scale pilot Potential op het gebied van de Europese Digitale Identiteit.
Verder ontvangt ICTU een bijdrage voor het helpen opzetten en opschalen van het algoritmeregister, voor de inzet op het programma Realisatie IBDS, dat voortvloeit uit de Interbestuurlijke Datastrategie (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 797) en voor het stimuleren van het respons- en herstelvermogen van de overheid.
Bijdrage aan medeoverheden
Provincies
Dit betreft een jaarlijkse bijdrage aan de provincie Zuid-Holland voor het project Startup In Residence Intergov. Dit is een samenwerkingsverband tussen de ministeries van BZK, SZW, LNV en EZK, de provincie Zuid-Holland en de gemeente Den Haag. Dergelijke initiatieven dragen bij aan het bevorderen van de samenwerking tussen de overheid en start-ups, het delen van kennis en het realiseren van innovatieve oplossingen voor maatschappelijke en beleidsvraagstukken van ambtenaren.
Bijdrage aan agentschappen
RVO
RVO ontvangt een bijdrage voor de lopende en nieuwe Small Business Innovation Research (SBIR) waarmee het innovatieve MKB oplossingen ontwikkelt voor maatschappelijke vragen van de overheid.
Ook ontvangt RVO een bijdrage voor de Community of Practice en samenwerking in buyergroup(s) voor het aanbesteden van vraagstukken waarbij de inzet van nieuwe technologieen als AI (Artificial Intelligence) een rol spelen om zo oplossingen in de markt te stimuleren.
Logius
Daarnaast ontvangt Logius een bijdrage voor het BSN-Koppelregister (BSNk). Dit is een voorziening die het mogelijk maakt om publieke en private authenticatie- en machtigingsmiddelen te gebruiken in het publieke domein.
Logius ontvangt een bijdrage voor DigiToegankelijk.nl. Dit betreft de ondersteuning aan overheidsorganisaties bij het implementeren van de toegankelijkheidsrichtlijn WCAG2.1, de ontwikkeling van NL Doc, de monitor op digitale toegankelijkheid en de doorontwikkeling van DigiToegankelijk. Zo dienen websites en apps voor iedereen bruikbaar te zijn; jong, oud, met of zonder beperking.
Verder wordt een bijdrage verstrekt voor het beheer en exploitatie van het open data portal data.overheid.nl en voor de bouw en doorontwikkeling van het Register Internetdomeinen van de Overheid (RIO). Dankzij RIO kunnen burgers snel nagaan of websites van de overheid zijn of niet.
6.5 Identiteitstelsel
Bijdrage medeoverheden
Gemeenten
Het adresgegeven is belangrijk voor de correcte uitvoering van publieke taken van overheidsdiensten. BZK heeft met de inwerking treding van de wetswijziging BRP op 15 mei 2023 het kwaliteitsinstrument Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) structureel geborgd. Gemeenten hebben de taak om de adreskwaliteit hoog te houden en verwerken risicosignalen (twijfel aan de adreskwaliteit). Onderdeel van de signaalafhandeling is in vele gevallen een huisbezoek om de feitelijke situatie vast te kunnen stellen.
De Nederlandse regering draagt zorg voor de uitgifte van reisdocumenten en het gebruik van DigiD’s voor alle Nederlanders. Nederlanders woonachtig in het buitenland kunnen bij de posten (ambassades en consulaten-generaal) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, bij een aantal externe dienstverleners in het buitenland en bij een aantal Nederlandse grensgemeenten terecht voor de aanvraag van reisdocumenten. De gemeentebalie Schiphol (van gemeente Haarlemmermeer) is daar één van die grensgemeenten. Deze balie is voor Nederlanders in het buitenland een bijzondere voorziening met toegevoegde waarde (gelegen op een internationale luchthaven). Deze balie wordt deels betaald door de legesinkomsten en deels door bijdragen (exploitatietekort) van de ministeries van BZ en BZK. Dit is bekrachtigd in een samenwerkingsovereenkomst.
Bijdrage aan agentschappen
RvIG
De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) ontvangt een bijdrage voor het beheer en onderhoud van de centrale voorzieningen voor de Basisregistratie Personen (BRP) en voor de bevolkingsregistratie in het Caribisch deel van het Koninkrijk de Persoonsinformatievoorziening Nederlandse Antillen en Aruba (PIVA).
De kwaliteit van de gegevens is belangrijk voor het goed kunnen uitvoeren van overheidsdienstverlening. Het adresgegeven in de BRP wordt in veel regelingen gebruikt om te bepalen welke rechten en plichten een burger heeft. RvIG ontvangt daarom een bijdrage voor de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA), ter ondersteuning van gemeenten bij het doen van onderzoek naar juistheid van de adresregistratie. RvIG ontvangt ook bijdragen voor activiteiten om burgers te ondersteunen bij identiteitsfraude en fouten in overheidsorganisaties.
6.7 Hoogwaardige dienstverlening één overheid
Opdrachten
Hoogwaardige dienstverlening
Naar aanleiding van het rapport Ongekend onrecht van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag heeft het Kabinet structureel € 150 mln. beschikbaar gesteld voor versterking dienstverlening. Deze middelen worden voor een groot deel via het gemeentefonds uitgekeerd aan de gemeenten en zijn reeds overgeboekt tot en met 2027. De middelen vanaf 2028 en verder dienen nog te worden overgeboekt naar het gemeentefonds. Uiterlijk in 2027 is een evaluatie van de inzet van de middelen afgerond. Dit kan leiden tot een herziening van het budget of een aanpassing in de verdeling.
Verder betreffen dit opdrachten op het gebied van de loketfunctie van de overheid, zoals de landelijke informatievoorziening, omnichannel en de inrichting van overheidsbrede loketten. Waar de loketfunctie van de overheid zorgt voor eenduidige en makkelijke toegang tot informatie en publieke dienstverlening, wordt daarnaast ingezet op proactieve dienstverlening: publieke dienstverlening die (automatisch) wordt aangeboden aan burgers en ondernemers. Ook hierop worden opdrachten verleend.
Ook wordt er een opdracht verstrekt en/of uitgevoerd om de dienstverlening van de overheid meer in te richten rondom levensgebeurtenissen. Hierbij wordt zowel in het burger- als ondernemersdomein op basis van onderzoek onder mensen in een specifieke levensgebeurtenis knelpunten in dienstverlening opgehaald en verbeteracties uitgewerkt en geïmplementeerd.
Daarnaast wordt er gewerkt aan standaarden voor publieke dienstverlening. Om de feedback goed te kunnen stroomlijnen wordt een rijksbrede feedback & meetmethodiek klantbeleving ontwikkeld. Het toewerken naar één overheidsbrede methodiek verloopt in drie fases. In 2024 wordt een opdracht vertrekt voor de vervolgfasen. Ook wordt er gewerkt aan een begrijpelijke, digitaal toegankelijke en gebruikersvriendelijke overheid.
Bijdragen aan medeoverheden
Gemeenten
Alle gemeenten ontvangen via de Specifieke uitkeringsregeling Informatiepunten Digitale Overheid een bijdrage voor nu nog de financiering van de lokale bibliotheek ten behoeve van de realisatie of de instandhouding van de Informatiepunten Digitale Overheid, de promotie van de Informatiepunten Digitale Overheid bij haar inwoners en het voeren van regie over het lokale netwerk van organisaties rond de Informatiepunten Digitale Overheid die voor de inwoners van de gemeente relevant zijn. In 2024 verschuift de aandacht bij gemeenten naar hoe het netwerk van lokale (maatschappelijke) organisaties beter kan worden ingezet om de al dan niet tijdelijke kwetsbare burger te ondersteunen.
Bijdragen aan agentschappen
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)
In het kader van beter delen van informatie worden wijzigingen doorgevoerd in de Basisregistratie Personen (BRP). De BRP bevat de persoonsgegevens van 26 miljoen mensen, waaronder de ruim 17,5 miljoen inwoners van Nederland. Er wordt als onderdeel van de Ontwikkelagenda BRP gewerkt aan betere mogelijkheden tot gegevensuitwisseling. Hiervoor zijn aanpassingen nodig in de huidige voorzieningen, zoals het mogelijk maken van verstrekken van antwoord op informatievragen in plaats van verstrekken van de gegevens op de persoonslijsten.
AZ/DPC
De Dienst Publiek en Communiatie van het ministerie van Algemene Zaken AZ/DPC ontvangt een bijdrage voor de aanpak Levensgebeurtenissen. Bij de Aanpak levensgebeurtenissen in het burgerdomein worden op basis van onderzoek onder mensen in een specifieke levensgebeurtenis knelpunten in dienstverlening opgehaald en verbeteracties uitgewerkt en geïmplementeerd. Daarnaast ontvangt AZ/DPC een bijdrage voor de feedbackfunctionaliteit. Om de feedback goed te kunnen stroomlijnen wordt er gewerkt aan een rijksbrede feedback & meetmethodiek klantbeleving. Het toewerken naar één overheidsbrede methodiek verloopt in drie fases. In 2024 wordt een bijdrage geleverd aan de vervolgfasen.
6.8 Generieke Digitale Infrastructuur (GDI)
Opdrachten
Doorontwikkeling en innovatie
In 2024 en verder worden opdrachten ingezet voor gezamenlijke doorontwikkeling en innovatie van de digitale overheid, waaronder de GDI. De bestemming van de beschikbare middelen wordt afgestemd in de Programmeringsraad GDI en in het Overheidsbreed Beleidsoverleg Digitale Overheid en wordt opgenomen in het programmeringsplan GDI 2024. Om innovatie te stimuleren wordt een deel van het budget ingezet voor de GDI en voor het interbestuurlijk aanpakken van maatschappelijke uitdagingen. Waaronder ook het verbeteren van de overheidsdienstverlening en basisinfrastructuur. Hiermee worden partijen in de gelegenheid gesteld om gezamenlijk tot oplossingen te komen. Het doel hierbij is om door middel van het initiëren van een creatief denkproces nieuwe digitale technologieën te ontwikkelen.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
KvK
De Kamer van Koophandel (KvK) ontvangt een bijdrage voor het beheer, de exploitatie en de doorontwikkeling van het Digitaal Ondernemersplein. Via het Ondernemersplein vinden ondernemers informatie en advies van de gehele (semi-)overheid over alles wat zij nodig hebben om te ondernemen. Te denken valt aan overzicht van alle wet en regelgeving en concrete stappenplannen en filmfragmenten hoe je praktisch aan de slag kan als ondernemer.
Bijdrage aan agentschappen
Logius
Logius ontvangt een bijdrage voor het beheer en de doorontwikkeling van voorzieningen en functionaliteiten in de GDI. De besteding van dit artikel is onderdeel van het programmeringsplan GDI 2024. Deze wordt aan de Tweede Kamer aangeboden.
Daarnaast is het ministerie van BZK is verantwoordelijk voor verschillende elektronische publicaties en voor de digitale infrastructuur waarmee decentrale overheden hun algemene bekendmakingen en kennisgevingen publiceren. Daarom ontvangt Logius een bijdrage voor het beheer van onder andere Wetten.nl, Overheid.nl en de Staatscourant. Daarnaast wordt een bijdrage verstrekt voor het beheer en exploitatie van het open data portal data.overheid.nl. Zoveel mogelijk overheidsinformatie wordt gepubliceerd als open data op één centrale plek, hiermee dragen we bij aan een transparante overheid.
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)
RvIG ontvangt een bijdrage voor de beheervoorziening Burgerservicenummer (BV-BSN). De BV-BSN zorgt voor het toekennen van een uniek Burgerservicenummer bij inschrijving in de Basisregistratie Personen en het beheer van deze nummers om een efficiënte koppeling tussen burgers en instanties te maken.
Verder ontvangt RvIG een bijdrage voor het faciliteren van het knoopppunt Electronic Identitification And Trust Services (eIDAS). De eIDAS-verordening stelt burgers in staat om digitaal zaken te doen met overheidsorganisaties in andere landen met hun eigen nationale inlogmiddel.
RVO
De RVO werkt aan de verbeterde digitale dienstverlening aan bedrijven via een aantal generieke digitale bouwstenen. RVO levert een bijdrage aan het mogelijk maken van veilig digitaal berichtenverkeer, het verminderen van regeldruk voor ondernemers en innovatie.
Ontvangsten
Centrale financiering Generieke Digitale Infrastructuur
Voor een aantal gebruikers van de Generieke Digitale Infrastructuur is het niet mogelijk om bij te dragen middels begrotingsmutaties, zoals bijvoorbeeld in het geval van waterschappen. Deze bijdragen worden op dit artikel ontvangen door middel van jaarlijkse facturatie. Dit wordt ingezet ter financiering van het beheer van de GDI voorzieningen.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) streeft naar een overheid die betrouwbaar, dienstbaar, dichtbij en rechtvaardig is en haar maatschappelijke taken optimaal uitvoert.
De minister draagt hieraan bij door randvoorwaarden te creëren voor het optimaal en duurzaam functioneren van overheidsorganisaties om voor het algemeen belang in dienst van de samenleving maatschappelijke resultaten te boeken.
De minister van BZK heeft bij het streven naar een goed functionerende (Rijks)overheid vooral een regisserende rol. Dit houdt in dat de minister zorgt voor kennis over het functioneren van de overheid en met het oog op het optimaal functioneren kaders vaststelt en deze monitort en evalueert. Daarnaast heeft de minister coördinerende bevoegdheden waar het gaat om de organisatie en bedrijfsvoering van het Rijk.
De rol en verantwoordelijkheid die de minister van BZK heeft, verschilt per onderwerp. Dit geldt ook voor de reikwijdte: de gehele publieke sector of de gehele overheid, de gehele Rijksoverheid of de Rijksdienst/ministeries. Voor een aantal onderwerpen heeft de minister een bredere scope. Dit geldt bijvoorbeeld voor deze onderwerpen:
– de rechtspositie en arbeidsvoorwaarden van ambtenaren (overheidsbreed);
– de overheidspensioenen (publieke sector);
– een adequaat overlegstelsel en kennispositie van overheidswerkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden (overheidsbreed);
– de normering en openbaarmaking van topinkomens (gehele publieke en semi-publieke sector).
Stimuleren
– De minister van BZK stimuleert onder andere met subsidies diverse doelen ter bevordering van professioneel werkgeverschap zoals bijvoorbeeld het vergroten van de aantrekkingskracht van het werken bij de overheid bij jongeren en het bevorderen van de kwaliteit van overheidsmanagers.
– De minister van BZK stimuleert kennisontwikkeling door bij te dragen aan onderzoek, bijvoorbeeld op het vlak van het functioneren van de overheid.
– De minister van BZK stimuleert het creëren van baankansen voor arbeidsbeperkten, onder meer door in te zetten op partnerschappen tussen overheidswerkgevers en leveranciers (social return).
– De minister van BZK stimuleert de mogelijkheden voor duurzaam samenwerken. Dit draagt bij aan het imago van de overheid als aantrekkelijke werkgever. Er wordt gewerkt aan rijksbrede samenwerkingsafspraken en deze zullen worden getest in pilots.
– De minister van BZK stimuleert kennisdeling over het verminderen van agressief gedrag tegen publieke werkers. Dit draagt bij aan aantrekkelijk werkgeverschap.
Financieren
– Een goede samenwerking tussen werknemers, werkgevers en kabinet draagt bij aan de kwaliteit van de publieke sector. Om die reden ondersteunt de minister waar nodig deelnemende partijen met kennis en subsidies om de aanpak van gezamenlijke inhoudelijke opgaven mogelijk te maken. Een voorbeeld hiervan is het subsidiëren van samenwerking en overleg tussen overheidswerkgevers en met werknemersorganisaties rondom pensioenen, de ambtelijke rechtspositie en banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Dit draagt bij aan het bevorderen van de aantrekkelijkheid van de overheid als werkgever.
Regisseren
– De minister van BZK heeft kaderstellende en coördinerende bevoegdheden met betrekking tot de organisatie en inrichting van de rijksoverheid.
– De minister van BZK heeft coördinerende bevoegdheden met betrekking tot de bedrijfsvoering van het Rijk en is verantwoordelijk voor de werking van het stelsel.
– De minister heeft een regisserende rol voor het stelsel waarin (organisaties van) werkgevers en werknemers in verschillende overheids- en onderwijssectoren afspraken maken over de collectieve arbeidsvoorwaarden.
– De minister van BZK heeft rijksbreed een regisserende rol bij het personeelsbeleid van de rijksdienst en bij de realisatie van de banenafspraak binnen de rijksdienst. Als het gaat om de integriteit van medewerkers, de rechtspositie van ambtenaren, het ambtelijk vakmanschap, arbeidsvoorwaarden en pensioenen, dan heeft deze rol betrekking op de gehele overheid.
– Op het gebied van rijksbrede huisvesting, inkoop en faciliteiten stelt de minister van BZK kaders op voor een efficiënte, effectieve en duurzame bedrijfsvoering. Bij het vervullen van deze kaderstellende rol is er aandacht voor maatschappelijke verantwoordelijkheid en de voorbeeldrol van de rijksoverheid richting partners. Het gaat daarbij om het benutten van inkoopkracht voor het realiseren van maatschappelijk effect (de duurzame, sociale en innovatieve transitie van Nederland) en in de masterplannen voor de rijkskantoorhuisvesting wordt rekening gehouden met kabinetsbrede ambities op het terrein van duurzaamheid.
– De minister van BZK kan op het gebied van informatievoorziening en ICT, na overleg met andere ministeries, kaders vaststellen ter bevordering van de eenheid, de kwaliteit of de efficiëntie van informatiesystemen binnen de Rijksdienst. Daarbij kan hij werkzaamheden en voorzieningen aanwijzen die door alle of een daarbij aangegeven deel van de ministeries zullen worden uitgevoerd. Ook kan de minister van BZK kaders vaststellen voor de wijze waarop gegevens over informatiesystemen wordt verstrekt.
– De minister van BZK werkt samen met rijksorganisaties en stelselpartijen aan een rijksbrede, duurzaam toegankelijke informatiehuishouding via het spoor informatiehuishouding van het programma Open Overheid (het voormalige programma Open op Orde 2021-2026). Met dit programma regisseert de minister van BZK de verbeteropgave en ondersteunt dit met het ontwikkelen en aanbieden van rijksbrede voorzieningen op het gebied van capaciteit, kennis en kunde bij medewerkers, werkprocessen, ICT en monitoring.
– Tenslotte houdt de minister van BZK toezicht op de integrale beveiliging en veiligheid van de Rijksdienst.
Uitvoeren
– De minister van BZK zorgt ervoor dat het Rijk zich in de arbeidsmarktcommunicatie als één werkgever profileert en als één werkgever werft.
– De minister van BZK zorgt in samenwerking met de andere ministeries voor het realiseren van een hoogwaardig leidinggevend kader in de rijksdienst. Dit gebeurt door middel van werving en selectie, loopbaanbegeleiding en een gericht leer- en ontwikkelaanbod.
– De minister van BZK ondersteunt de departementen bij de doelstelling om een diverse en inclusieve Rijksdienst te zijn en zet daarbij in op een verdere stijging van het percentage vrouwen en bevordering van culturele diversiteit in topfuncties.
– De minister van BZK voorziet via shared service organisaties de Rijksdienst van generieke voorzieningen voor bijvoorbeeld faciliteiten, huisvesting, personeelszaken en ICT. Deze dienstverlening zal conform het klimaatakkoord en de inkoopstrategie van het Rijk zoveel mogelijk duurzaam aangeboden worden.
– De minister van BZK voorziet in een aantal generieke ICT-voorzieningen voor de Rijksdienst, ter bevordering van eenheid, veiligheid, kwaliteit en efficiëntie van de bedrijfsvoering en van samenwerking tussen rijksambtenaren. Daarnaast werkt zij aan versterking van de kennis en kunde over digitalisering bij het Rijk.
– De minister van BZK stuurt door middel van de Masterplannen op de samenstelling en kwaliteit van de Rijkskantoren.
– De minister van BZK draagt zorg voor de toepassing van het kader Functionele Werkomgeving Rijk (FWR) in Masterplanprojecten. De FWR maakt het mogelijk dat ambtenaren op een veilige en comfortabele manier, flexibel kunnen werken.
– De minister van BZK draagt zorg voor de samenwerking op het gebied van integrale beveiliging en veiligheid over departementale grenzen heen.
– De minister van BZK is verantwoordelijk voor de uitvoering van pensioenregelingen van Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen.
In de hoofdlijnenbrief over digitalisering (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 842) zijn de ambitie en doelen van het kabinet voor de digitale transitie van onze samenleving en economie geschetst. Met de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 940) is de eerste stap gezet voor de invulling van de ambities van het kabinet voor die transitie. De vierde hoofdlijn uit de werkagenda verwoordt dat de digitale overheid waardengedreven en open werkt voor iedereen. In 2024 wordt het beleid doorontwikkeld op aspecten als informatiehuishouding, lifecycle management en voldoende en digivaardig personeel.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 107.601 | 101.768 | 85.588 | 91.932 | 99.389 | 99.252 | 98.577 |
Uitgaven | 66.000 | 100.299 | 86.189 | 92.533 | 99.656 | 99.252 | 98.577 | |
7.1 | Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | 59.957 | 94.161 | 80.551 | 87.395 | 95.018 | 95.114 | 94.939 |
Subsidies (regelingen) | 3.748 | 7.744 | 7.179 | 8.315 | 8.270 | 8.126 | 8.126 | |
Diverse subsidies | 896 | 1.302 | 1.347 | 1.247 | 1.247 | 1.247 | 1.247 | |
Overlegstelsel | 1.172 | 1.575 | 1.201 | 1.901 | 1.901 | 1.901 | 1.901 | |
Bedrijfsvoeringsbeleid | 646 | 205 | 226 | 226 | 226 | 226 | 226 | |
POK - Leiderschap, diversiteit en inclusie | 16 | 95 | 98 | 101 | 105 | 24 | 24 | |
Ondersteuning koepels implementatie Woo | 862 | 863 | 863 | 863 | 863 | 863 | 863 | |
Kwaliteit management rijksdienst | 60 | 20 | 20 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Compensatie Waterschappen Woo (structureel) | 0 | 3.356 | 3.356 | 3.977 | 3.928 | 3.865 | 3.865 | |
POK - Bevorderen veilig werk- en meldklimaat | 46 | 223 | 68 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
POK - Ondersteuning melders misstanden | 50 | 105 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 10.731 | 31.616 | 52.706 | 66.755 | 75.722 | 77.083 | 76.924 | |
Bedrijfsvoeringsbeleid | 2.628 | 8.299 | 11.748 | 11.563 | 20.437 | 23.719 | 23.560 | |
Kwaliteit Management Rijksdienst | 3.257 | 4.412 | 4.412 | 4.433 | 4.433 | 4.380 | 4.380 | |
Werkgeversbeleid | 572 | 1.715 | 1.942 | 2.151 | 2.151 | 2.151 | 2.151 | |
Informatiehuishouding | 34 | 2.475 | 30.554 | 44.728 | 44.744 | 45.045 | 45.045 | |
Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening | 1.146 | 2.512 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
POK - Ambtelijk Vakmanschap | 588 | 812 | 1.447 | 1.479 | 1.059 | 1.059 | 1.059 | |
POK- Leiderschap, diversiteit en inclusie | 209 | 181 | 536 | 586 | 184 | 264 | 264 | |
POK - Bevorderen veilig werk- en meldklimaat | 62 | 609 | 713 | 798 | 831 | 456 | 456 | |
POK - Ondersteuning van melders van misstanden | 0 | 613 | 854 | 1.017 | 1.883 | 9 | 9 | |
Open Overheid | 450 | 1.620 | 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Adviescollege ICT | 46 | 275 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Personele inzet crisisopvang | 1.739 | 8.093 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 7.892 | 9.553 | 7.118 | 4.997 | 4.968 | 4.965 | 4.949 | |
POK - Ambtelijk Vakmanschap | 22 | 39 | 36 | 36 | 8 | 8 | 8 | |
Bedrijfsvoeringsbeleid | 1.229 | 1.455 | 416 | 401 | 400 | 397 | 381 | |
Werkgeversbeleid | 1.650 | 1.798 | 2.451 | 2.451 | 2.451 | 2.451 | 2.451 | |
POK - Staat van de Uitvoering | 2.550 | 2.197 | 2.215 | 2.109 | 2.109 | 2.109 | 2.109 | |
POK- Leiderschap, diversiteit en inclusie | 0 | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
POK - Ondersteuning van melders van misstanden | 14 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse bijdragen | 2.427 | 4.054 | 2.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 1.084 | 1.084 | 1.084 | 1.931 | 1.084 | 0 | 0 | |
Compensatie Waterschappen Woo (incidenteel) | 1.084 | 1.084 | 1.084 | 1.931 | 1.084 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 74 | 53 | 52 | 52 | 50 | 50 | 50 | |
Werkgeversbeleid | 74 | 53 | 52 | 52 | 50 | 50 | 50 | |
Bijdrage aan agentschappen | 36.428 | 43.900 | 12.168 | 5.101 | 4.680 | 4.646 | 4.646 | |
POK - Ambtelijk Vakmanschap | 876 | 1.214 | 319 | 319 | 17 | 17 | 17 | |
O&P Rijk (arbeidsmarkt communicatie) | 7.520 | 10.184 | 4.240 | 4.241 | 4.239 | 4.205 | 4.205 | |
I-Functie Rijk | 461 | 450 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bedrijfsvoeringsbeleid | 4.208 | 1.331 | 455 | 394 | 383 | 383 | 383 | |
Werkgeversbeleid | 3.207 | 4.342 | 17 | 9 | 8 | 8 | 8 | |
Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening | 2.062 | 7.525 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
POK- Leiderschap, diversiteit en inclusie | 74 | 236 | 137 | 138 | 33 | 33 | 33 | |
Diverse bijdragen | 9.918 | 8.161 | 4.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
KOOP | 8.102 | 7.270 | 2.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Logius | 0 | 3.187 | 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 211 | 244 | 244 | 244 | 244 | 244 | |
Bedrijfsvoeringsbeleid | 0 | 181 | 244 | 244 | 244 | 244 | 244 | |
POK - Ambtelijk Vakmanschap | 0 | 30 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
7.2 | Pensioenen en uitkeringen | 6.043 | 6.138 | 5.638 | 5.138 | 4.638 | 4.138 | 3.638 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 6.043 | 6.138 | 5.638 | 5.138 | 4.638 | 4.138 | 3.638 | |
Stichting Administratie Indonesische Pensioenen | 6.043 | 6.138 | 5.638 | 5.138 | 4.638 | 4.138 | 3.638 | |
Ontvangsten | 2.186 | 123 | 64 | 64 | 64 | 64 | 64 | |
Geschatte budgetflexibiliteit
2024 | |
---|---|
juridisch verplicht | 26% |
bestuurlijk gebonden | 57% |
beleidsmatig gereserveerd | 13% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 4% |
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget op artikel 7 is 26% juridisch verplicht en dit betreft met name de volgende instrumenten:
Bijdrage aan ZBO/RWT's
Het budget is voor 56% juridisch verplicht. Het betreft bijdrage aan ICTU voor het programma Kennis van de overheid en een bijdrage aan Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP).
Subsidies (regelingen)
Het budget is voor 34% juridisch verplicht. Het betreft onder andere een subsidie aan de Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP).
Het betreft onder andere een subsidie aan het Instituut voor Publieke Sector Efficiëntie Studies, de subsidie voor de ondersteuning van de koepels voor het implementeren van de Wet open overheid (Woo) en een subsidie voor de Waterschappen als compensatie voor het implementeren van de Woo.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget is voor 66% juridisch verplicht. Dit omvat onder andere de bijdrage aan I-vakmanschap, een bijdrage aan SSC-ICT voor het project implementatie generieke e-mailarchivering en een bijdrage aan KOOP ( Kennis- en Exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties) voor de ontwikkeling van PLOOI (Platform Open Overheid Informatie).
7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid
Subsidies (regelingen)
Diverse subsidies
Er worden diverse subsidies verstrekt voor kennisontwikkeling, o.a. aan de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM) en het European Institute of Public Administration (EIPA).
Overlegstelsel
De minister van BZK draagt bij aan het in stand houden van een adequaat overleg tussen overheidswerkgevers en vakcentrales over arbeidsvoorwaarden, arbeidsmarktbeleid en andere relevante thema’s. Dit doet de minister onder andere door subsidies te verstrekken aan koepels van overheidswerkgevers en –werknemers. De Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) ontvangt een subsidie met als doel bij te dragen aan aantrekkelijk werkgeverschap en de kwaliteit en wendbaarheid van overheidsorganisaties.
POK Leiderschap, Diversiteit en Inclusie
De Radboud Universiteit ontvangt een subsidie voor een meerjarig onderzoeksproject (2022 - medio 2026) met als doel stuurinformatie te verkrijgen voor beleid en gerichte interventies rond gelijkheid, diversiteit en inclusie.
Ondersteuning koepels implementatie Woo
De VNG, het IPO en het Waterschapshuis ontvangen over de periode 2022-2026 een subsidie voor het ondersteunen van respectievelijk gemeenten, provincies en waterschappen bij de implementatie en uitvoering van de Wet open overheid. Deze middelen zijn vrijgemaakt bij de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK).
Compensatie Waterschappen Woo (structureel)
De structurele middelen voor de implementatie en uitvoering van de Wet open overheid bij de waterschappen worden aan de waterschappen verstrekt middels een subsidie. Deze middelen zijn vrijgemaakt bij de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK).
Opdrachten
Bedrijfsvoeringsbeleid
I-strategie Rijk 2021-2025
Dit betreft meerdere opdrachten voor met name het Rijks ICT Dashboard voor rapportage van Rijks ICT kosten, I-stelsel, generieke dienstverlening en het bestendigen van het ICT-landschap. Hiermee wordt invulling gegeven aan de I-Strategie Rijk 2021-2025. Deze strategie draagt bij aan efficiënte overheidsprocessen en betere digitale dienstverlening voor burgers en bedrijven.
Daarnaast worden opdrachten verstrekt in lijn met de Nationale Cryptostrategie met als doel te zorgen dat de Nederlandse overheid zich kan verzekeren van de beschikbaarheid van hoogwaardige informatiebeveiligingsmiddelen voor gerubriceerde informatie. De opdrachten worden centraal door BZK voor de Rijksoverheid verstrekt, omdat de Nederlandse high assurance industrie internationaal competitief is.
Duurzaam bedrijfsvoeringsbeleid
Het rijksbreed programma Denk Doe Duurzaam bevordert en faciliteert de verduurzaming van de Rijksbedrijfsvoering. Het kabinet heeft daartoe opdracht gegeven in onder meer in het Klimaatakkoord (hoofdstuk voorbeeldrol Rijk), het rijksbreed programma Nederland Circulair in 2050, de Banenafspraken en de inkoopstrategie Inkopen met Impact. Het programma bevordert de bestuurlijke inrichting, communiceert, vergroot kennis, zorgt dat er ondersteunend instrumentarium is en jaagt innovatie aan. Onder meer faciliteert het programma via de community of practice de uitvoering van de CO₂ -prestatieladder en biedt ze inzicht in de voortgang via een dashboard duurzaamheid.
Duurzame inkoop
Met de ondertekening van het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen (MVOI) gaven de ministeries aan navolging te geven aan de ambities in het Nationaal plan MVOI. In Inkopen met Impact is de strategie voor de Rijksdienst vastgelegd. Deze wordt in 2023 geëvalueerd, in 2024 wordt deze geactualiseerd en (waar nodig) voorzien van nadere kaderstelling, onder meer op basis van deze evaluatie en de actuele doelen in het Nationaal plan en Manifest. Tooling voor MVOI zoals www.mvicriteria.nl en het meten van MVOI zoals de MVI-zelfevaluatietool worden hierbij ingezet.
Het goed laten functioneren van het rijksbrede stelsel voor de inkoop van het Rijk vereist voortdurend aandacht. Daarnaast vereist de internationale situatie meer accent op (economische) veiligheid bij inkoop van onder meer cybersecurity, en het kunnen weren van producten en diensten uit onwelgevallige landen.
Datagedreven bedrijfsvoeringbeleid
Dit betreft opdrachten voor de ontwikkeling naar datagedreven bedrijfsvoeringbeleid. Zo wordt de ICT- werkplek uitgerust met nieuwe programmatuur die beter past bij de werkzaamheden. Verder worden stappen gezet op automatisering en standaardisatie van onze systemen en werkwijze intern. Er wordt gebouwd aan één centrale database (datawarehouse), hetgeen zal het Rijk helpen om de kwaliteit en consistentie van de data te verhogen.
Kwaliteit management Rijksdienst
Dit betreft opdrachten in het kader van werving, selectie en ontwikkeling van de hoogste leidinggevenden bij het Rijk. Voorbeelden zijn assessments, opleidingsprogramma's en beheer en onderhoud van informatiesystemen.
Werkgeversbeleid
Integriteit
De minister van BZK richt zich vanuit haar coördinerende rol op een rijksbrede infrastructuur ter ondersteuning van het integriteitsbeleid van de ministeries. In dat kader worden verschillende opdracht verstrekt. Zo wordt onder andere in 2024 gewerkt aan het verder verbeteren van de registratie- en verantwoordingssystematiek van integriteitsinformatie. Er wordt tevens een opdracht verstrekt om te onderzoeken op welke wijze invulling kan worden gegeven aan risicomanagement binnen het Rijk. Ook zullen wederom diverse opdrachten worden gegeven om ongewenste omgangsvormen tegen te gaan en om de sociale veiligheid te versterken binnen het Rijk. Tot slot wordt een opdracht verstrekt voor het organiseren van de jaarlijkse Rijksbrede Week van de Integriteit.
Veilig werken
Dit betreft opdrachten voor het bevorderen van een veilige werkomgeving voor ambtenaren op het niveau van rijksoverheid, gemeenten, provincies en waterschappen. De ambitie is om de komende jaren in sterke mate bij te dragen aan het bevorderen van een agressie- en geweldsvrije werkomgeving binnen het openbaar bestuur. In 2024 ligt de focus op het uitdragen van de norm binnen het gehele openbaar bestuur, wordt het registratiesysteem verbeterd en wordt de arbo-catalogus Rijk op dit onderwerp geïmplementeerd. Daarnaast worden andere opdrachten verstrekt ten behoeve van het vergroten van de meldingsbereidheid, het ontwikkelen van trainingen, het in kaart brengen van best practices en doorontwikkelen van de website veiligepubliekedienstverlening.nl, het versterken van netwerken en het borgen in de bedrijfsprocessen van organisaties.
Informatiehuishouding
Naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de POK zijn middelen vrijgemaakt voor het op orde brengen van de informatiehuishouding en actieve openbaarmaking bij het Rijk. Deze middelen zijn bestemd voor de uitvoering door departementen, uitvoeringsorganisaties en ZBO's. Het ministerie van BZK heeft een coördinerende rol in de verdeling en monitoring van deze middelen.
Door het ministerie van BZK is een generiek actieplan opgesteld waarin is opgenomen hoe deze benodigde verbetering met nieuwe én versnelling van lopende initiatieven de komende jaren wordt uitgevoerd (Kamerstukken II 2020/21, 29362, nr. 291). De update van dit generieke actieplan wordt in 2023 verwerkt in het meerjarenplan Openbaarheid en Informatiehuishouding Rijksoverheid. Dit meerjarenplan wordt voor de start van het politieke jaar 2024 aan de kamer aangeboden.
De verandering die nodig is voor het verbeteren en toekomstbestendig maken van de informatiehuishouding kost tijd, kennis en middelen. Het kabinet gaat daarom uit van een rijksbrede verbeteroperatie tot en met 2026, waarbij we ook na 2026 de aandacht, kennis en middelen structureel op peil moeten houden.
POK - Ambtelijk Vakmanschap
Het ambtelijk vakmanschap wordt versterkt, mede ingegeven door de Kabinetsreactie op het verslag van de POK. Om deze versterking aan te jagen wordt ingezet op bewustwording van de impact die iedere Rijksambtenaar heeft op mens en maatschappij. Er worden opdrachten verstrekt voor een praktische uitwerking van nieuwe werkwijzen en de opleiding en training van ambtenaren. Ook het voeren van het gesprek over de ethiek achter het werk maakt daar onderdeel vanuit. Daarmee wordt onder andere bijgedragen aan een overheid die grenzeloos samenwerkt aan maatschappelijke opgaven, opgavegericht werkt waarbij de bedoeling van het beleid centraal staat en waar de menselijke maat voorop staat. Aan deze transitie wordt gewerkt via een programma Grenzeloos Samenwerken, dat doorloopt tot 2026.
POK - Leiderschap, diversiteit en inclusie
Het ministerie van BZK zet zich in om binnen de Rijksdienst de werkcultuur te verbeteren, diversiteit en inclusie te bevorderen en racisme en discriminatie op de werkvloer te voorkomen en tegen te gaan. Voor een effectieve aanpak hierop is een heldere, stevige en gezamenlijke normstelling cruciaal, met name van de kant van leidinggevenden. Daarom zal hier sterk op worden ingezet.
Middels (vervolg)onderzoek zal worden gemonitord in hoeverre er racisme wordt ervaren op de werkvloer, en of (en zo ja: welke) extra inzet is geboden. In het kader van het verbeteren van de bekendheid en toegankelijkheid van het stelsel van vertrouwenspersonen, integriteitscoördinatoren en klachtencommissies worden communicatietools ontwikkeld. Ook wordt de waakzaamheid ten aanzien van discriminatie bevorderd, mede door het organiseren van activiteiten als theatervoorstellingen over alledaags racisme, lezingen en masterclasses. Verder zijn er middelen vrijgemaakt om interdepartementale samenwerking rond diversiteit en inclusie te versterken en dialoog op de werkvloer te stimuleren.
POK - Bevorderen veilig werk- en meldklimaat
Dit betreft onder andere een opdracht voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek naar de bescherming van klokkenluiders en een opdracht voor een campagne met als doel werkgevers te stimuleren en te ondersteunen bij het vormgeven van een veilig werk- en meldklimaat. Met de campagne wordt beoogd dat werkgevers ervoor zorgdragen dat mogelijke misstanden sneller en beter bespreekbaar zijn binnen organisaties en opgelost worden en dat medewerkers vertrouwen kunnen hebben in een goede afwikkeling van uitgesproken signalen en de gedane melding(en).
POK - Ondersteuning van melders van misstanden
Dit betreft opdrachten voor juridische en psychosociale ondersteuning voor klokkenluiders in heel Nederland. Klokkenluiders kunnen van deze juridische of psychosociale ondersteuning gebruik maken na doorverwijzing door het Huis voor klokkenluiders.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
POK - Ambtelijk Vakmanschap
In 2024 wordt een bijdrage verstrekt aan ICTU om de impact van het programma Grenzeloos Samenwerken en Ambtelijk Vakmanschap meetbaar te maken door middel van het afnemen van de vragenlijst «waardenbesef rijksambtenaren» onder hun flitspanel.
Werkgeversbeleid
Ter ondersteuning van beleidsmakers binnen het openbaar bestuur wordt HR en organisatie-beleid periodiek gemonitord in samenwerking met het CBS. Daarmee wordt onder andere inzicht gegeven in de ontwikkeling van de tevredenheid en betrokkenheid van personeel, vertrekmotieven, organisatiecultuur en door medewerkers ervaren integriteits- en sociale veiligheidsproblemen. Daarnaast wordt met de ontwikkeling van het https://organisaties.overheid.nl/Register van Overheidsorganisaties (ROO) gewerkt aan een register waarin alle kenmerken van overheidsorganisaties in één openbaar register toegankelijk worden. Met beleidsreconstructies (project ‘het geheugen van BZK’) en interviews met oud-topambtenaren en oud-ministers (project ‘de top kijkt om’) worden samen met oud-bestuurders en wetenschappers lessen getrokken uit het verleden.
Individuele organisaties binnen het openbaar bestuur kunnen daarnaast gebruik maken van diverse voor hen ontwikkelde benchmarktools (zoals InternetSpiegel medewerkersonderzoek) en participeren in bestaande leergroepen (zoals Vensters voor Bedrijfsvoering) om zicht te krijgen op verbetermogelijkheden in hun bedrijfsvoering. De stichting ICTU ontvangt voor deze activiteiten, die in opdracht van het ministerie van BZK worden uitgevoerd, een jaarlijkse bijdrage.
Het Instituut voor Publieke Sector Efficiency Studies (IPSE) is een instituut dat onderzoek doet naar de productiviteitsontwikkeling en doelmatigheid binnen de publieke sector. Om de kennisontwikkeling op dit vlak te ondersteunen ten behoeve van het management van overheids-organisaties en de beleidsontwikkeling ontvangt de Stichting ICTU daartoe een bijdrage van het ministerie van BZK ter subsidiëring van een onderzoeksprogramma dat door IPSE-Studies uitgevoerd wordt.
POK - Staat van de Uitvoering
Het ministerie van BZK faciliteert met het verzamelen en analyseren van gegevens over de daadwerkelijke uitvoering van overheidstaken de totstandkoming van een jaarlijkse Staat van de Uitvoering. Deze Staat van de Uitvoering vloeit voort uit het traject Werk aan Uitvoering en is aangekondigd in de Kabinetsreactie op het rapport «Ongekend onrecht». Doel van de Staat van de Uitvoering is het bieden van handreikingen om de uitvoeringspraktijk in meest brede zin te verbeteren. Met de verzamelde informatie en beschouwingen biedt de Staat een unieke mogelijkheid om het reflecteren en leren binnen het hele beleidssysteem – «van beleid tot balie»- te bevorderen. De stichting ICTU ontvangt voor deze activiteiten, die in opdracht van het ministerie van BZK worden uitgevoerd, een jaarlijkse bijdrage.
Bijdrage aan medeoverheden
Compensatie Waterschappen Woo
Dit betreft de incidentele bijdrage aan Waterschappen voor de implementatie en uitvoering van de Wet open overheid. Deze middelen zijn vrijgemaakt bij de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de POK.
Bijdrage aan agentschappen
POK – Ambtelijk vakmanschap
Net als vorig jaar wordt een bijdrage verstrekt aan Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie (RODI) voor de inzet van rijksconsulltants ten behoeve van het programma Grenzeloos Samenwerken.
Organisatie en Personeel Rijk (O&P Rijk) (arbeidsmarkt communicatie)
Er wordt een bijdrage verstrekt aan RODI voor versterking HR-ICT Rijksdienst. Het programma Versterking HR-ICT Rijksdienst heeft als doel het aantrekken en vasthouden van jong talent, het verbeteren van de ICT-expertise en het versterken van de kennisfunctie op I binnen het Rijk.
POK – Leiderschap, Diversiteit en Inclusie
Er wordt een bijdrage verstrekt aan O&P Rijk ten behoeve van activiteiten met betrekking tot marketing en communicatie voor Diversiteit en Inclusie.
Diverse bijdragen
Naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de POK zijn middelen vrijgemaakt voor het op orde brengen van de informatiehuishouding en actieve openbaarmaking bij het Rijk. Deze middelen zijn bestemd voor de uitvoering door agentschappen.
KOOP
Het Kennis- en exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (onderdeel van Logius) ontvangt een bijdrage voor het beheer van het ZBO-register.
7.2 Pensioenen en uitkeringen
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP)
Dit betreft de bijdrage aan de SAIP, die verantwoordelijk is voor de uitkering van pensioenen voor gewezen overheidspersoneel in de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen. De rijksbijdrage bestaat uit middelen om de pensioenen en toeslagen uit te keren (inkomens) en middelen om de regeling uit te voeren (uitvoeringskosten).
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) geeft uitvoering aan het Rijksvastgoedbeleid door:
– het verzorgen van de Rijkshuisvesting van Hoge Colleges van Staat, het ministerie van Algemene Zaken (AZ) en het Koninklijk Huis, het beheren van monumenten die, naar hun aard, niet geschikt zijn voor Rijkshuisvesting en het uitvoeren van het Rijkshuisvestingsbeleid;
– het realiseren van een optimaal financieel resultaat en maatschappelijk rendement bij het verwerven, beheren, ontwikkelen en vervreemden van materiële activa van/voor het Rijk voor de realisatie van Rijksdoelstellingen, gerelateerd aan de strategische opgaven van het kabinet.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is, als opdrachtgever en uitvoerder, verantwoordelijk voor:
– de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van AZ;
– de huisvesting van het Koninklijk Huis, voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat;
– het beheer en onderhoud van de monumenten die aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) zijn toevertrouwd en die naar hun aard niet geschikt zijn voor de huisvesting van rijksdiensten;
– de doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting binnen de wettelijke en afgesproken kaders.
Daarnaast is de minister als uitvoerder op het terrein van Rijksvastgoed verantwoordelijk voor:
– het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken die aan de Staat toebehoren dan wel zijn toevertrouwd, een en ander voor zover de verantwoordelijkheid voor dat beheer niet bij of krachtens de wet bij een of meer andere ministers is gelegd;
– de vertegenwoordiging namens het Rijk bij gebiedsontwikkelingsprojecten waarbij meervoudige Rijksdoelstellingen aanwezig zijn. Ook hierbij wordt gestreefd naar een optimale inzet van (overtollige) Rijksactiva en/of financiële bijdragen van het Rijk;
– ingebruikgeving en vervreemding van (overtollige) onroerende zaken van andere ministeries. Voor zover er op basis van de huidige begrotingsregels van het kabinet sprake is van een generieke middelenafspraak met een minister, wordt de opbrengst uit ingebruikgeving en/of vervreemding door de betreffende minister begroot en verantwoord op de eigen begroting.
Er zijn geen beleidswijzigingen.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 165.192 | 163.718 | 161.920 | 164.921 | 189.864 | 192.042 | 196.806 |
Uitgaven | 165.192 | 163.718 | 161.920 | 164.921 | 189.864 | 192.042 | 196.806 | |
9.1 | Doelmatige Rijkshuisvesting | 93.194 | 90.774 | 88.284 | 91.285 | 116.228 | 119.141 | 123.905 |
Bijdrage aan agentschappen | 93.194 | 90.774 | 88.284 | 91.285 | 116.228 | 119.141 | 123.905 | |
RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis) | 14.713 | 17.335 | 17.335 | 18.061 | 18.061 | 18.061 | 18.061 | |
RVB (Bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat) | 51.595 | 51.524 | 53.377 | 56.109 | 81.052 | 84.070 | 88.834 | |
RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ) | 16.967 | 10.570 | 6.628 | 6.934 | 6.934 | 6.829 | 6.829 | |
RVB (Bijdrage voor monumenten) | 3.077 | 3.966 | 3.966 | 3.240 | 3.240 | 3.240 | 3.240 | |
RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting) | 6.842 | 7.379 | 6.978 | 6.941 | 6.941 | 6.941 | 6.941 | |
9.2 | Beheer materiële activa | 71.998 | 72.944 | 73.636 | 73.636 | 73.636 | 72.901 | 72.901 |
Bijdrage aan agentschappen | 71.998 | 72.944 | 73.636 | 73.636 | 73.636 | 72.901 | 72.901 | |
RVB | 13.171 | 14.329 | 15.214 | 15.214 | 15.214 | 15.076 | 15.076 | |
RVB (Onderhoud en beheerkosten) | 5.030 | 4.651 | 5.225 | 5.225 | 5.225 | 4.628 | 4.628 | |
RVB (Zakelijke lasten) | 53.797 | 53.964 | 53.197 | 53.197 | 53.197 | 53.197 | 53.197 | |
Ontvangsten | 172.729 | 144.531 | 102.984 | 102.984 | 92.820 | 91.172 | 91.172 | |
Geschatte budgetflexibiliteit
2024 | |
---|---|
juridisch verplicht | 94,0% |
bestuurlijk gebonden | 0,0% |
beleidsmatig gereserveerd | 6,0% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0,0% |
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget van artikel 9 is 94% juridisch verplicht en dit betreft het volgende instrument:
Bijdrage aan agentschappen
Het budget is voor 94% juridisch verplicht. Het betreft onder andere de gebruiksvergoedingen en de bevoorschotting.
9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting
Bijdrage aan agentschappen
RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk huis)
Krachtens artikel vier van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis worden drie paleizen ter beschikking gesteld aan de Koning. Dit zijn paleis Huis ten Bosch, paleis Noordeinde en het Koninklijk Paleis te Amsterdam. De uitvoering hiervan vindt plaats via de begroting van BZK.
De bijdrage aan het RVB voor huisvesting van het Koninklijk Huis bedraagt circa € 17,3 mln. en is opgebouwd uit de volgende componenten:
– Circa € 8,4 mln. rente en afschrijving voor investeringen die via de leenfaciliteit zijn gefinancierd en zijn geactiveerd op de balans van het RVB;
– Circa € 7,7 mln. voor regulier onderhoud. Hiermee worden onder meer technische installaties onderhouden, worden storingen verholpen en worden gebouwen onderhouden en hersteld. Voor het onderhoud aan de paleizen geldt - vanwege het veelal monumentale karakter van de objecten - een hogere norm dan voor kantoren.
– Het restant van circa € 1,2 mln. betreft betalingen voor met name kleinere investeringen op basis van wet- en regelgeving (onder andere brandveiligheid) en kosten voor kleinere aanpassingen.
Conform een door de minister-president gedane toezegging bij de behandeling van de ontwerpbegroting 2016 van de Koning, geeft onderstaande meerjarenplanning inzicht in geplande onderzoeken naar en het meerjarig groot onderhoud en renovatie van de paleizen. Over de wijze waarop zulke projecten gefinancierd worden is de Tweede Kamer geïnformeerd in de brief van 2 december 2015 (Kamerstukken II 2015/16, 34300 XVIII, nr. 45).
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Paleis Huis ten Bosch | Geen | Geen | Geen | Geen | Geen | Geen | Geen |
Koninklijk Paleis Amsterdam | Geen | Start onderhoud dak | Lopend | Lopend | Lopend | Geen | Geen |
Paleis Noordeinde | Geen | Geen | Geen | Geen | Geen | Geen | Geen |
De werkzaamheden met betrekking tot het groot onderhoud aan het dak van het Koninklijk Paleis Amsterdam zijn in 2023 gestart en worden voortgezet in 2024. De investeringskosten voor het groot onderhoud zijn begroot op circa € 23 mln. conform de brief aan de Kamer uit maart 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 139). Na oplevering van het groot onderhoud medio 2025 ‒ 2026 worden de kosten geactiveerd.
RVB (Bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat)
Uit de beschikbare middelen in de begroting worden rente en afschrijving, onderhoud en kleine investeringen bekostigd ten behoeve van de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat. In 2024 zijn er kosten gerelateerd aan de rente en afschrijving van de tijdelijke huisvesting van de binnenhofgebruikers. De kosten van de renovatie van het Binnenhof zijn in de begrotingsreeks vanaf 2026 opgenomen. Conform de 9e Voortgangsrapportage wordt een nieuwe integrale planning opgesteld. Wanneer er meer duidelijkheid is over deze planning, zal de begrotingsreeks hier op worden aangepast. Zoals opgesteld in de 1e suppletoire begroting is er extra huisvesting nodig voor de gebruiker Tweede Kamer rond het Binnenhof en worden de huidige dependances gerenoveerd. Vanaf 2027 zijn hier structureel middelen voor opgenomen.
RVB (Bijdrage voor huisvesting ministerie van AZ)
Uit de beschikbare middelen in de begroting worden rente en afschrijving, onderhoud en kleine investeringen bekostigd ten behoeve van de huisvesting van het ministerie van Algemene Zaken (AZ).
RVB (Bijdrage voor monumenten)
Dit betreft de bijdrage aan het RVB voor het beheer en onderhoud van een aantal monumenten die naar hun aard niet geschikt zijn voor huisvesting van Rijksdiensten.
RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting)
Dit betreft activiteiten die in het kader van verschillende beleidsdoelen op het gebied van rijkshuisvesting worden uitgevoerd. Het RVB draagt onder meer bij aan de realisatie van rijksdoelstellingen door te werken aan energiebesparing, duurzaamheid van de gebouwenvoorraad van het Rijk en een doelmatige werking van het rijkshuisvestingstelsel. Maar ook door bij te dragen aan de totstandkoming van de rijkswerkplek en uitvoering te geven aan professioneel publiek opdrachtgeverschap in de bouw. Daarnaast gebeurt dit onder meer door werkzaamheden van de Rijksbouwmeester voor de bevordering en bewaking van de kwaliteit van de architectuur, de stedenbouwkundige inpassing en van de beeldende kunst.
Binnen het RVB loopt het Programma Groene Innovaties (PGI, voorheen het programma Groene Technologieën). In 2024 ligt de focus op vier thema’s waarin innovatieve ontwikkeling noodzakelijk is om de duurzaamheidsdoelen te halen. De vier thema’s zijn Energietransitie, Circulariteit, Klimaatadaptatie en Biodiversiteit. Deze thema's worden ondersteund door het thema multidisicplinair. PGI is een programma van bescheiden omvang, maar kan door ‘groene’ innovatieruimte te bieden wel een vliegwieleffect bewerkstelligen. Zo kan PGI op concreet niveau in de projecten bijdragen aan het behalen van de duurzaamheidsdoelen van het RVB.
9.2 Beheer materiële activa
Bijdrage aan agentschappen
RVB
Dit betreft de bijdrage aan het RVB voor de uitvoering van de wettelijke taak van het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken (niet-rijkshuisvesting) die de Staat toebehoren. Dit beheer betreft met name werkzaamheden rond (ver)huur, (erf)pacht, medegebruik en de verwerking van zakelijke lasten van het Rijk.
RVB (Onderhoud en beheerkosten)
Het gaat hierbij om uitgaven voor onderhoud en beheer van de onroerende zaken (niet-rijkshuisvesting) welke in het beheer zijn van het RVB. Beheerkosten zijn (externe) kosten in verband met ingebruikgeving en vervreemding, bijvoorbeeld energie-, beveiligings- en taxatiekosten.
RVB (Zakelijke lasten)
Het gaat hier om de betaling van door gemeenten en waterschappen opgelegde belastingen en heffingen op onroerende zaken in eigendom bij de Staat voor zover het niet de Rijkshuisvesting betreft. Gedacht moet worden aan de onroerendzaakbelasting, waterschapsheffingen en rioolheffingen bij de onroerende zaken van de Staat. De uitgaven bestaan voor circa 80% uit gemeentelasten en voor 20% uit waterschapslasten. De zakelijke lasten die samenhangen met rijkshuisvesting worden verantwoord op de baten-lastenbegroting van het agentschap RVB.
Ontvangsten
Zakelijke lasten
De ontvangsten betreffen met name terugbetalingen door huurders - niet zijnde Rijksgebruikers - van door het RVB betaalde belastingen en heffingen opgelegd door gemeenten en waterschappen.
Ingebruikgevingen
Het gaat hierbij om de ingebruikgeving (met name verpachting en verhuur) van de onroerende zaken van de Staat voor zover er voor de opbrengst uit ingebruikgeving geen middelenafspraak bestaat.
Vervreemding
Het gaat hierbij om de vervreemding van de (onder andere agrarische) onroerende zaken van de Staat, voor zover voor de opbrengst uit vervreemding geen middelenafspraak bestaat. De opbrengsten uit middelenafspraken worden verantwoord via de begrotingen van het vakdepartement.
Generale ontvangsten
Hieronder vallen de ontvangsten uit de verkoop van bodemmaterialen zoals zand en de ontvangsten uit de veiling van huurrechten van benzinestations langs rijkswegen. Over de winst van een gedeelte van de generale ontvangsten moet het ministerie van BZK vennootschapsbelasting afdragen. Deze uitgave vindt plaats op de begroting van BZK op niet-beleidsartikel 12 Algemeen.
Op 19 december 2022 heeft de minister-president namens de regering excuses aangeboden voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden: postuum aan alle tot slaaf gemaakten die wereldwijd onder dat handelen hebben geleden, aan hun dochters en zonen, en aan al hun nazaten tot in het hier en nu.
In de onderbouwing voor de keuze voor een begrotingsartikel heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties daarna aangegeven dat het noodzakelijk is ‘dat de middelen navolgbaar en inzichtelijk zijn met als uitgangspunt dat de programmering en bestemming van het fonds en daarmee ook van de subsidieregeling en de overige maatregelen in gezamenlijkheid met onder andere nazaten en betrokkenen plaatsvinden’. Een begrotingsartikel sluit aan bij deze behoefte. Sinds de eerste suppletoire begroting over 2023 kent de begroting van BZK (VII) daarom artikel 14 Slavernijverleden.
Daar komt bij dat een begrotingsartikel het beste aansluit de ‘bij de ambitie die het kabinet heeft uitgesproken om de invulling van het fonds van € 200 mln. laagdrempelig vorm te geven in samenspraak met onder andere nazaten en betrokken maatschappelijke en grass roots organisaties in Nederland, het Caribisch deel van het koninkrijk en Suriname. Een begrotingsartikel borgt deze ruimte.’ (Kamerstukken II 2022/23, 36284, nr. 28)
Met het huidige begrotingsartikel geeft het kabinet tevens invulling aan de toezegging in de kabinetsreactie om deze middelen van een wettelijke grondslag te voorzien, waarmee het fonds ook wordt vastgelegd. Het fonds wordt dus geen begrotingsfonds op basis van artikel 2.11 van de Comptabiliteitswet.
Het kabinet verbindt aan de excuses van de regering maatregelen die gericht zijn op kennis en bewustwording, erkenning en herdenken en de doorwerking en verwerking van het trans-Atlantisch slavernijverleden. Daarnaast blijft het kabinet zich inzetten voor kansengelijkheid en het bestrijden van discriminatie en racisme.
Stimuleren
– De minister van BZK stimuleert dat er duurzaam meer aandacht en erkenning komt voor het slavernijverleden als wezenlijk onderdeel van ons gezamenlijk verleden.
– Daarnaast stimuleert de minister van BZK de kabinetsbrede opgave om te komen tot duurzame verwerking en bestrijding van de doorwerking van dit verleden die nazaten ook in het heden nog ervaren. Dit met het oog op een breder maatschappelijk proces van verzoening en heling ten aanzien van het slavernijverleden.
– De minister van BZK stimuleert het vergroten van kennis en bewustwording over het slavernijverleden.
Regisseren
– De minister van BZK coördineert door middel van een stuurgroep de verdere invulling en voortgang van de activiteiten rondom Slavernijverleden, waaronder de subsidieregeling en het op te richten Herdenkingscomité. Als coördinator van de stuurgroep ziet zij tevens toe op de uitvoering van de andere toezeggingen ten aanzien van kennis en bewustwording, herdenken en erkennen en verwerking en doorwerking uit de kabinetsreactie, die bij de overige vakdepartementen belegd zijn. De invulling van deze activiteiten vindt plaats in samenwerking met nazaten en andere betrokken gemeenschappen.
Uitvoeren
– De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geeft uitvoering aan de totstandkoming van een subsidieregeling. Met de subsidieregeling ondersteunt de regering maatschappelijke initiatieven die een impuls geven aan blijvend meer kennis en bewustwording; de viering en herdenking, en/of een bijdrage leveren aan de verwerking of het bestrijden van de doorwerking van het slavernijverleden.
Fonds
Vanuit dit fonds (met het trans-Atlantisch slavernijverleden als scope) wordt in de eerste plaats een subsidieregeling voor maatschappelijke initiatieven geïntroduceerd. Ook worden er maatregelen gefinancierd die zijn gericht op bewustwording, betrokkenheid en doorwerking. De programmering en bestemming van het fonds, en daarmee ook van de subsidieregeling en de overige maatregelen, vindt in gezamenlijkheid plaats, met onder andere nazaten en betrokkenen. Het kabinet gebruikt het Herdenkingsjaar Slavernijverleden om hierover in gesprek te gaan. Voor de subsidieregeling wordt € 100 mln. gereserveerd en voor de overige maatregelen wordt eveneens € 100 mln. vrijgemaakt. Daarmee kent het fonds een omvang van € 200 mln.
Herdenkingscomité
Er komt een Herdenkingscomité dat na oprichting zal toezien op de organisatie van een grootse, waardige inclusieve herdenking van het slavernijverleden. De oprichting en invulling van het Comité wordt samen met het NiNsee, dat aan de basis heeft gestaan voor de herdenking van 1 juli, verder uitgewerkt. Bij de uitwerking zoeken het kabinet en NiNsee de verbreding met andere betrokken maatschappelijke partijen. Voor het Comité geldt hierbij als uitgangspunt dat er een balans is in de vertegenwoordiging vanuit van de betrokken gebieden. Voor dit comité is structureel € 8 mln. vrijgemaakt.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 0 | 3.000 | 106.000 | 107.002 | 7.999 | 8.000 | 8.000 |
Uitgaven | 0 | 3.000 | 106.000 | 107.002 | 7.999 | 8.000 | 8.000 | |
14.0 | Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité | 0 | 3.000 | 106.000 | 107.002 | 7.999 | 8.000 | 8.000 |
Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 83.000 | 83.002 | 7.999 | 8.000 | 8.000 | |
Maatschappelijke initiatieven | 0 | 0 | 50.000 | 50.000 | 0 | 0 | 0 | |
Bewustwording, betrokkenheid en doorwerking | 0 | 0 | 25.000 | 25.000 | 0 | 0 | 0 | |
Herdenkingscomité | 0 | 0 | 8.000 | 8.002 | 7.999 | 8.000 | 8.000 | |
Opdrachten | 0 | 0 | 23.000 | 24.000 | 0 | 0 | 0 | |
Bewustwording, betrokkenheid en doorwerking | 0 | 0 | 23.000 | 24.000 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 3.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse bijdragen | 0 | 3.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Geschatte budgetflexibiliteit
2024 | |
---|---|
juridisch verplicht | 0,0% |
bestuurlijk gebonden | 100,0% |
beleidsmatig gereserveerd | 0,0% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0,0% |
Juridisch verplicht
Van het totale uitgavenbudget van artikel 14 is 0% juridisch verplicht.
Zoals in de Voorjaarsnota is aangegeven (en ook is verwerkt in de 1e suppletoire begroting 2023 van BZK) heeft het kabinet besloten om incicdenteel € 200 mln. En structureel € 8 mln. Vrij te maken in het kader van de Kabinetsreactie op adviezen van de dialooggroep. De definitieve invulling van de incidentele middelen (€ 200 mln.) wordt uitgewerkt in samenspraak met nazaten en andere betrokken gemeenschappen. In het najaar van 2023 wordt de Tweede Kamer nader geïnformeerd over een eerste invulling van deze middelen. Op een later moment vindt daarom ook de precieze toedeling van middelen naar de verschillende instrumenten op dit artikel plaats. De invulling van de beoogde doelen vereist ruimte om de middelen voor deze doelen te behouden over de jaargrenzen heen. Daarom is er sprake van 100% eindejaarsmarge op de fondsmiddelen, zodat de middelen meerjarig beschikbaar zijn.
Subsidies (regelingen)
Maatschappelijke initiatieven
Dit betreft de incidentele bijdragen van diverse departementen aan het fonds ter financiering van maatschappelijke initiatieven ten aanzien van kennis en bewustwording, erkenning en herdenken, en de doorwerking en verwerking van het slavernijverleden.
Voor de verdere invulling van deze regeling worden in het najaar van 2023 publieke bijeenkomsten georganiseerd, om hierover met nazaten en andere betrokkenen in gesprek te gaan. Het streven is dat de regeling in het voorjaar van 2024, of zoveel eerder, in werking zal treden.
Bewustwording, betrokkenheid en doorwerking
Dit betreft de incidentele bijdragen van diverse departementen aan het fonds ter financiering van beleid dat ziet op ondersteuning van kennis en bewustwording, erkenning en herdenken, en de doorwerking en verwerking van het slavernijverleden. Hieronder vallen in ieder geval de toezeggingen uit de kabinetsreactie van 19 december jl. en de begeleidende brieven aan de eilanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk.
Voor deze toezeggingen geldt dat ze substantieel moeten bijdragen aan ten minste een van de drie doelstellingen: kennis en bewustwording; erkenning en herdenken; en doorwerking en verwerking. Er moet een geografische balans zijn in de besteding van middelen. Invulling van dit fonds geschiedt in samenwerking met nazaten en overige betrokkenen.
Herdenkingscomité
Er wordt structureel € 8 mln. vrijgemaakt ter ondersteuning van het op te richten Herdenkingscomité dat verantwoordelijk wordt voor een grootse en waardige herdenking van het slavernijverleden binnen het Koninkrijk. Met Suriname zal worden bekeken of en hoe zij hierbij betrokken willen worden.
Opdrachten
Bewustwording, betrokkenheid en doorwerking
Dit betreft de incidentele bijdragen van diverse departementen aan het fonds ter financiering van beleid dat ziet op kennis en bewustwording naar aanleiding van de excuses voor het slavernijverleden.
A. Apparaatsuitgaven Kerndepartement
Op dit artikel worden naast alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het kerndepartement ook de apparaatsuitgaven van de agentschappen gepresenteerd.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 643.630 | 763.012 | 621.447 | 580.842 | 577.284 | 565.511 | 558.139 |
Uitgaven | 624.469 | 763.686 | 622.121 | 581.516 | 577.958 | 565.511 | 558.139 | |
11.1 | Apparaat (excl. AIVD) | 624.469 | 763.686 | 622.121 | 581.516 | 577.958 | 565.511 | 558.139 |
Personele uitgaven | 300.588 | 420.291 | 325.782 | 288.338 | 283.541 | 271.574 | 264.130 | |
Eigen personeel | 258.180 | 327.654 | 292.158 | 263.382 | 259.075 | 248.810 | 243.360 | |
Inhuur externen | 39.476 | 87.665 | 28.038 | 20.319 | 19.866 | 18.381 | 15.655 | |
Overige personele uitgaven | 2.932 | 4.972 | 5.586 | 4.637 | 4.600 | 4.383 | 5.115 | |
Materiële uitgaven | 323.801 | 342.466 | 296.137 | 292.975 | 294.215 | 293.736 | 293.808 | |
Bijdrage SSO's | 291.984 | 310.928 | 282.231 | 277.219 | 278.412 | 278.388 | 278.395 | |
ICT | 22.630 | 10.986 | 1.381 | 1.381 | 1.381 | 1.381 | 1.381 | |
Overige materiële uitgaven | 9.187 | 20.552 | 12.525 | 14.375 | 14.422 | 13.967 | 14.032 | |
Bijdrage aan agentschappen | 80 | 929 | 202 | 203 | 202 | 201 | 201 | |
Diverse bijdragen | 80 | 929 | 202 | 203 | 202 | 201 | 201 | |
Ontvangsten | 94.106 | 151.733 | 21.120 | 21.120 | 21.120 | 21.120 | 21.120 | |
In deze tabel zijn de apparaatsuitgaven van het kerndepartement opgenomen, inclusief het Huis voor Klokkenluiders (HvK) en de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB). De reeks is exclusief de apparaatsuitgaven van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Vanwege het specifieke karakter zijn deze begroot op beleidsartikel 2.
B. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven en -kosten inclusief agentschappen en ZBO/RWT's
De apparaatskosten van BZK bestaan uit de apparaatsuitgaven voor het kerndepartement, de AIVD en de apparaatskosten voor de negen baten-lastenagentschappen. In de onderstaande tabel staan de structurele apparaatsuitgaven van het kerndepartement en de AIVD aangegeven.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal apparaatsuitgaven ministerie | 968.909 | 1.190.472 | 1.060.079 | 1.028.780 | 1.021.612 | 1.029.733 | 1.012.361 |
Kerndepartement | 624.469 | 763.686 | 622.121 | 581.516 | 577.958 | 565.511 | 558.139 |
Algemene Inlichtingen en veiligheidsdienst | 344.440 | 426.786 | 437.958 | 447.264 | 443.654 | 464.222 | 454.222 |
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de apparaatskosten van de baten-lastenagentschappen, de Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s) en de Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT’s).
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal apparaatskosten Agentschappen | 1.621.912 | 1.770.309 | 2.053.188 | 2.080.649 | 2.102.700 | 2.106.365 | 2.108.710 |
RvIG | 142.730 | 138.149 | 185.261 | 197.180 | 203.243 | 197.972 | 190.888 |
Logius | 243.636 | 348.626 | 345.770 | 345.770 | 345.770 | 345.770 | 345.770 |
Organisatie en Personeel Rijk (O&P Rijk) | 104.183 | 112.939 | 311.946 | 311.946 | 311.946 | 311.946 | 311.946 |
Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie (RODI) | 354.949 | 324.476 | 101.708 | 104.149 | 106.649 | 106.649 | 106.649 |
FMH | 143.064 | 157.816 | 175.010 | 175.010 | 174.929 | 174.969 | 175.010 |
SSC-ICT | 273.377 | 292.440 | 324.425 | 338.809 | 353.850 | 362.691 | 371.779 |
RVB | 339.027 | 377.733 | 425.510 | 430.365 | 431.704 | 429.964 | 429.964 |
DHC | 20.946 | 18.130 | 34.928 | 26.781 | 21.939 | 21.711 | 22.011 |
Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL) | ‒ | ‒ | 148.630 | 150.639 | 152.670 | 154.693 | 154.693 |
Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's | 219.686 | 233.511 | 245.531 | 242.286 | 243.335 | 244.272 | 245.237 |
Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP) | 1.386 | 1.511 | 1.531 | 1.286 | 1.335 | 1.272 | 1.237 |
Kadaster | 218.300 | 232.000 | 244.000 | 241.000 | 242.000 | 243.000 | 244.000 |
Apparaatsuitgaven per Directoraat-Generaal
Om de Tweede Kamer inzicht te bieden in de apparaatsuitgaven per beleidsterrein wordt in onderstaande tabel weergegeven wat de apparaatsuitgaven zijn per onderdeel van het ministerie van BZK.
Directoraat Generaal | 2024 |
---|---|
Algemene Bestuursdienst (DGABD) | 45.765 |
Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR) | 3.500 |
Openbaar Bestuur en Democratische Rechtstaat (DGOBDR) | 4.804 |
Volkshuisvesting en Bouwen (DGVB) | 4.664 |
Koninkrijksrelaties (DGKR) | 1.032 |
Ruimtelijke Ordening (DGRO) | 5.287 |
Digitalisering en Overheidsorganisatie (DGDO) | 271.931 |
Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk (DGVBR) | 13.097 |
Cluster Mensen en Middelen (MenM) | 262.740 |
Cluster Bestuurondersteuning (BO) | 3.799 |
Huis voor Klokkenluiders (HvK) | 5.502 |
Totaal apparaat | 622.121 |
A. Budgettaire gevolgen
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 45.114 | 46.090 | 199.573 | 42.207 | 12.206 | 12.252 | 12.252 |
Uitgaven | 45.566 | 116.340 | 199.823 | 42.457 | 12.456 | 12.252 | 12.252 | |
12.0 | Algemeen | 45.566 | 116.340 | 199.823 | 42.457 | 12.456 | 12.252 | 12.252 |
Subsidies (regelingen) | 1.226 | 1.112 | 796 | 659 | 658 | 423 | 423 | |
Diverse subsidies | 1.176 | 1.053 | 737 | 600 | 599 | 364 | 364 | |
Koninklijk Paleis Amsterdam | 50 | 59 | 59 | 59 | 59 | 59 | 59 | |
Opdrachten | 268 | 605 | 635 | 686 | 686 | 719 | 719 | |
(Inter)nationale samenwerking | 151 | 225 | 193 | 244 | 244 | 277 | 277 | |
Diverse opdrachten | 117 | 380 | 442 | 442 | 442 | 442 | 442 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 245 | 58 | 116 | 118 | 118 | 116 | 116 | |
Diverse bijdragen | 165 | 11 | 15 | 17 | 17 | 15 | 15 | |
POK - BZK transparant | 80 | 47 | 101 | 101 | 101 | 101 | 101 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 47 | 70.067 | 175.800 | 30.000 | 0 | 0 | 0 | |
Kwijtschelden publieke schulden | 0 | 70.000 | 160.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Verzameluitkeringen | 47 | 67 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Schuldregeling ex-partners | 0 | 0 | 15.800 | 30.000 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 6.538 | 12.608 | 12.748 | 1.266 | 1.266 | 1.266 | 1.266 | |
Eigenaarsbijdrage | 5.500 | 11.550 | 11.482 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
POK - BZK transparant | 1.006 | 1.053 | 1.257 | 1.257 | 1.257 | 1.257 | 1.257 | |
Diverse bijdragen | 32 | 5 | 9 | 9 | 9 | 9 | 9 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 37.242 | 31.890 | 9.728 | 9.728 | 9.728 | 9.728 | 9.728 | |
Financiën (IXB) | 37.242 | 31.890 | 9.728 | 9.728 | 9.728 | 9.728 | 9.728 | |
Ontvangsten | 33.645 | 17.968 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
B. Toelichting op de financiële instrumenten
12.1 Algemeen
Bijdrage aan medeoverheden
Kwijtschelden publieke schulden
In 2021 is in samenwerking met de publieke schuldeisers en de verantwoordelijke departementen het kwijtschelden van publieke schulden verder uitgewerkt. Met de medeoverheden is afgesproken dat compensatie van de uitgaven en de derving van inkomsten plaats vindt op basis van nacalculatie (werkelijke kosten). Ook de uitvoeringskosten van de kwijtscheldingsregelingen en de uitvoeringskosten die samenhangen met het compenseren van gemeenten worden vergoed. Het uiteindelijke aantal ouders dat recht heeft op de herstel-regelingen en de hoogte van de publieke schulden is onzeker.
Schuldregeling ex-partners
Deze middelen worden onder andere besteed aan het kwijtschelden van publieke schulden van ex-partners van gedupeerden van de toeslagenaffaire. Hiermee wordt bereikt dat ex-partners van gedupeerden van de toeslagenaffaire niet verder in de financiële problemen komen, door het gemeenten en waterschappen mogelijk te maken om publieke schulden kwijt te schelden en de gemeenten alsmede waterschappen hiervoor financieel te compenseren.
Bijdrage aan agentschappen
Eigenaarsbijdrage
Het betreft middelen voor de doorontwikkeling van SSC-ICT.
POK - BZK transparant
Naar aanleiding van de kabinetsreactie POK, zijn middelen beschikbaar gesteld voor het op orde brengen van de informatiehuishouding. Daardoor ontvangt elk departement een structureel basisbudget. Dit betreft het basisbudget voor BZK.
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Financiën (IXB)
Over de winst op een aantal activiteiten op de begroting van het ministerie van BZK en daaronder vallende agentschappen moet vennootschapsbelasting (Vpb) worden afgedragen. De uitgaven aan Vpb betreffen de aanslagen over de belastbare winst op de generale ontvangsten en een deel van de specifieke ontvangsten van artikel 9 (Uitvoering Rijksvastgoedbeleid) van deze begroting.
A. Budgettaire gevolgen
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
13.0 | Nog onverdeeld | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inleiding
De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) is de autoriteit en regisseur van het veilig en betrouwbaar gebruik van identiteitsgegevens en is de uitvoeringsorganisatie op het gebied van persoonsgegevens en reisdocumenten voor het Koninkrijk der Nederlanden. In een constant veranderende samenleving is de veiligheid en betrouwbaarheid van identiteitsgegevens van groot belang.
RvIG is verantwoordelijk voor de volgende diensten:
– de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP);
– de beheervoorziening burgerservicenummer (BV-BSN);
– het systeem van aanvraag, productie en distributie van reisdocumenten;
– de persoonsinformatievoorziening van het Caribisch gebied (PIVA);
– het beheren van voorzieningen ten behoeve van het eIDAS-stelsel;
– het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude en –fouten (CMI);
– de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA);
– het Meldpunt Fouten in Overheidsregistraties (MFO).
Ontwikkelingen
RvIG geeft invulling aan de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren.
Voor de BRP en het BSN lopen ontwikkelingen met de nadruk op dataminimalisatie. Daarnaast wordt de implementatie van het BSN binnen Caribisch Nederland voorbereid in opmaat naar de overgang naar de Nederlandse Identiteitsinfrastructuur.
Bij het CMI en MFO worden structurele verbeteringen gestimuleerd en de rol en bevoegdheden van RvIG bestendigd door middel van borging in wet- en regelgeving.
Op het gebied van de aanvraag, personalisatie en uitgifte van reis- en identiteitsdocumenten wordt gewerkt aan verschillende verbeteringen om ID fraude tegen te gaan en de dienstverlening te verbeteren. De projecten «Verbeteren Reisdocumenten» Stelsel (VRS) en «Risicoreductie Optimalisering Data-integriteit en Services» (RODS) dragen hieraan bij.
Basis Registratie Personen (BRP)
Op basis van de Wet BRP voert RvIG het beheer over de registratie van ingezetenen, de Basis Registratie Personen (BRP) en de Registratie niet-ingezetenen (RNI). Deze registraties hebben als doel om alle overheidsorganisaties te kunnen voorzien van dezelfde persoonsgegevens van de inwoners van ons land. Hierdoor hoeven andere overheden die informatie niet steeds weer bij de burger uit te vragen. Dit zorgt voor een efficiënte dienstverlening en voor minder administratieve lasten voor de burger.
Burgerservicenummer (BSN)
RvIG is verantwoordelijk voor de beheervoorziening BSN. Hieronder valt het beheer van de voorziening voor het genereren, distribueren, toekennen en beheren van Burgerservicenummers. Daarnaast beheert RvIG het foutenmeldpunt voor het melden van vermoedens over BSN-nummerfouten en worden mogelijk dubbelinschrijvingen gecontroleerd via de voorziening permanente monitoring dubbelinschrijvingen.
Reisdocumenten
RvIG ziet in haar verantwoordelijkheid voor het reisdocumentenstelsel toe op de productie van paspoorten en Nederlandse identiteitskaarten (eNIK) en het aanvraag- en uitgifte proces bij uitgevende instanties. Daarnaast beheert RvIG de registers ‘Register Paspoortsignalering’ (RPS), Basisregister 'Reisdocumenten’ (BRR) en ‘Verificatieregister Reisdocumenten’ (VR).
Caribisch gebied
RvIG is verantwoordelijk voor de centrale voorzieningen en het stelsel van berichtuitwisseling ten behoeve van het bijhouden van de basisadministraties van de openbare lichamen, de verstrekkingenvoorziening en de systematische verstrekking van gegevens. Daarnaast beheert RvIG de apparatuur, software en voorraden ten behoeve van de lokaal geproduceerde ID-kaart BES.
Electronic Identification Authentication and Trust Services (eIDAS)
RvIG voert het stelselbeheer over diverse voorzieningen binnen eIDAS. Deze voorzieningen zorgen ervoor dat op basis van de uit Europa meegegeven set aan gegevens, via een bevraging in de beheervoorziening BSN, een BSN van de betreffende persoon wordt gezocht. Een dienstverlener kan op basis van het BSN zijn diensten aan de burger verlenen. Daarnaast is RvIG in het kader van eIDAS verantwoordelijk voor de toetsing op het gebruik van BSN’s door eIDAS uitvoerende instanties.
Centraal Meldpunt Identiteitsfraude en –fouten (CMI)
RvIG begeleidt naast slachtoffers van identiteitsfraude ook burgers met fouten met betrekking tot hun persoonsgegevens. RvIG fungeert als ketenregisseur en schakelt indien nodig ketenpartners zoals Politie, Belastingdienst, RDW, IND en Logius in.
Landelijke aanpak adreskwaliteit (LAA)
De LAA kan gezien worden als de samenwerking van de toekomst. Rijksoverheid en uitvoeringsorganisaties werken nauw samen met gemeenten om op basis van risicosignalen risicoadressen te onderzoeken, waarbij ook een huisbezoek wordt afgelegd. Deze intensieve manier van samenwerken over alle lagen van de overheid heen is van grote meerwaarde voor de kwaliteit van de BRP, helpt in het oplossen van maatschappelijke problemen en is tegelijkertijd een effectieve werkwijze in het kader van adres gerelateerde fraude.
Meldpunt Fouten in Overheidsregistraties (MFO)
Het MFO is een meldpunt voor fouten in basisregistraties waar burgers en geregistreerden zich tot kunnen wenden als zij vastlopen binnen de overheid. De fouten op het terrein van Identiteit kunnen daarin worden meegenomen.
Staat van baten en lasten
Stand Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
- Omzet | 136.249 | 112.388 | 189.992 | 210.834 | 220.338 | 228.968 | 225.037 |
waarvan omzet moederdepartement | 59.345 | 45.302 | 52.884 | 52.885 | 51.979 | 48.446 | 50.309 |
waarvan omzet overige departementen | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan omzet derden | 76.834 | 67.086 | 137.108 | 157.949 | 168.359 | 180.522 | 174.728 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 14.406 | 26.905 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 150.655 | 139.293 | 189.992 | 210.834 | 220.338 | 228.968 | 225.037 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 142.730 | 138.149 | 185.261 | 197.180 | 203.243 | 197.972 | 190.888 |
- Personele kosten | 38.647 | 34.913 | 41.046 | 40.610 | 40.650 | 35.511 | 36.027 |
waarvan eigen personeel | 24.965 | 27.612 | 28.026 | 30.119 | 30.571 | 31.030 | 31.495 |
waarvan inhuur externen | 13.124 | 6.268 | 11.987 | 9.458 | 9.046 | 3.448 | 3.499 |
waarvan overige personele kosten | 558 | 1.033 | 1.033 | 1.033 | 1.033 | 1.033 | 1.033 |
- Materiële kosten | 104.083 | 103.236 | 144.215 | 156.570 | 162.593 | 162.461 | 154.861 |
waarvan apparaat ICT | 1.238 | 375 | 375 | 375 | 375 | 375 | 375 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 193 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 |
waarvan overige materiële kosten | 102.652 | 102.661 | 143.640 | 155.995 | 162.018 | 161.886 | 154.286 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 5.820 | 9.936 | 11.540 | 11.690 | 12.390 | 12.390 | 12.390 |
- Materieel | 4.177 | 7.996 | 9.060 | 9.060 | 9.760 | 9.760 | 9.760 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 100 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 4.177 | 7.896 | 8.860 | 8.860 | 9.560 | 9.560 | 9.560 |
- Immaterieel | 1.643 | 1.940 | 2.480 | 2.630 | 2.630 | 2.630 | 2.630 |
Overige lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 11.739 | 20.820 | 23.878 | 21.427 | 21.759 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 148.550 | 148.085 | 208.540 | 229.690 | 239.511 | 231.789 | 225.037 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 2.105 | ‒ 8.792 | ‒ 18.548 | ‒ 18.856 | ‒ 19.173 | ‒ 2.821 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 2.105 | ‒ 8.792 | ‒ 18.548 | ‒ 18.856 | ‒ 19.173 | ‒ 2.821 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet
De omzet van RvIG is als volgt over de diverse opdrachten begroot:
Moederdepartement | Overige departementen | Derden | Totaal | |
---|---|---|---|---|
BRP | 27.013 | 0 | 11.767 | 38.780 |
BSN | 5.586 | 0 | 0 | 5.586 |
Reisdocumenten | 0 | 0 | 125.321 | 125.321 |
Caribisch Gebied | 1.983 | 0 | 20 | 2.003 |
eIDAS | 5.860 | 0 | 0 | 5.860 |
CMI | 1.618 | 0 | 0 | 1.618 |
LAA | 9.896 | 0 | 0 | 9.896 |
MFO | 928 | 0 | 0 | 928 |
Totaal | 52.884 | 0 | 137.108 | 189.992 |
Waarvan omzet derden
Als gevolg van de invoering van de tienjarige geldigheid voor reisdocumenten worden er in de jaren 2019 tot en met 2023 structureel minder reisdocumenten uitgegeven dan in de jaren 2024 tot en met 2028. Hierdoor is de in 2024 begrote omzet derden hoger dan in voorgaande jaren.
Vrijval voorzieningen
Om te voorkomen dat er grote fluctuaties in de kostprijs van reisdocumenten ontstaan als gevolg van de invoering van de tienjarige geldigheid, heeft RvIG een egalisatievoorziening opgebouwd. Deze egalisatievoorziening zal in het begin van 2024 volledig uitgeput zijn. Zodoende zal vanaf 2024 geen vrijval uit egalisatievoorziening plaatsvinden.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
De personele lasten bedragen € 41,0 mln. De verhoging van de personele kosten heeft met name te maken met tijdelijke externe inhuur ten behoeve van incidentele projecten.
Materiële kosten
Het grootste gedeelte van de lasten betreft de kosten die worden gemaakt voor de productie en distributie van de reisdocumenten, het in stand houden van het BRP-netwerk, het beheer van de centrale verstrekkingvoorziening van de BRP (BRP-V en RNI) en de beheervoorziening BSN, CMI, PIVA-V en Sédula. Voor de uitvoering van de taken maakt RvIG gebruik van geautomatiseerde systemen.
Afschrijvingskosten
Op de materiële activa wordt in 2024 € 9,1 mln. afgeschreven. Dit betreft de afschrijving op de investering van de vernieuwde RvIG-infrastructuur en de systemen ten behoeve van het aanvragen en uitgeven van reisdocumenten. Daarnaast is sprake van afschrijvingen van circa € 2,5 mln. op immateriële vaste activa, zijnde de ontwikkelde (IT-)verbeteringen binnen VRS.
Overige lasten
Dotaties voorzieningen
Aangezien de eerder genoemde egalisatievoorziening in het begin van 2024 volledig uitgeput zal zijn, is het noodzakelijk om vanaf 2024 deze voorziening opnieuw op te bouwen ten behoeve van de volgende dipperiode.
Saldo van baten en lasten
De kosten voor het beheren van de BRP worden doorberekend aan de gebruikers met een kostendekkend tarief in de vorm van een abonnementsprijs. Deze doorberekening vindt deels via het ministerie van BZK en deels rechtstreeks aan derden plaats. De kosten voor het beheren van de reisdocumentenketen, innovatie, investering en de kosten van de productie en distributie worden in de huidige systematiek gedekt uit het tarief dat RvIG in rekening brengt bij de uitgevende instanties. De overige opdrachten worden betaald door de opdrachtgever, namelijk het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van RvIG is een kostendekkende exploitatie.
Schuld aan gebruikers BRP
Het exploitatieresultaat over eerdere boekjaren met betrekking tot de BRP wordt met de gebruikers van de BRP vereffend door de staffelprijs van de BRP in 2022 en latere jaren te laten dalen ten opzichte van de staffelprijs in 2021. Hierdoor zijn de tarieven in 2024 niet volledig kostendekkend en ontstaat een begroot negatief saldo van baten en lasten. Dit negatieve saldo ad € 18,5 mln. wordt met de openstaande schuld aan gebruikers BRP verrekend. Ultimo 2022 bedraagt de openstaande schuld € 30,8 mln.
Kasstroomoverzicht
Stand slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 72.480 | 43.275 | 21.886 | 21.740 | 34.894 | 51.489 | 81.985 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 153.605 | 112.388 | 189.992 | 210.834 | 220.338 | 228.968 | 225.037 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 149.153 | ‒ 138.149 | ‒ 185.261 | ‒ 197.180 | ‒ 203.243 | ‒ 197.972 | ‒ 190.888 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 4.452 | ‒ 25.761 | 4.731 | 13.654 | 17.095 | 30.996 | 34.149 |
-/- totaal investeringen | ‒ 11.860 | ‒ 32.625 | ‒ 4.877 | ‒ 500 | ‒ 500 | ‒ 500 | ‒ 500 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 11.860 | ‒ 32.625 | ‒ 4.877 | ‒ 500 | ‒ 500 | ‒ 500 | ‒ 500 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 0 | 15.200 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 0 | 15.200 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 65.072 | 89 | 21.740 | 34.894 | 51.489 | 81.985 | 115.634 |
Toelichting
Operationele kasstroom
In 2024 vertoont de operationele kasstroom een negatief saldo. Dit wordt met name veroorzaakt doordat een deel van de kosten voor het beheren van de BRP wordt gedekt vanuit de schuld aan gebruikers BRP.
Investeringskasstroom
Voor 2024 wordt de omvang van de investeringen geraamd op € 4,9 mln. Dit betreft investeringen ten behoeve van het programma VRS en de vervanging van de systemen ten behoeve van het aanvragen en uitgeven van reisdocumenten.
Doelmatigheidsindicatoren
Stand Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 279 | 324 | 324 | 324 | 324 | 324 | 324 |
Saldo van baten en lasten (%) | 1,4% | ‒ 5,4% | ‒ 9,2% | ‒ 8,5% | ‒ 8,4% | ‒ 1,3% | 0,0% |
Klanttevredenheid | n.v.t. | n.v.t. | 7,80 | n.v.t. | 8,00 | n.v.t. | 8,00 |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||||
Kostprijzen per product (in €) | |||||||
Abonnementsstructuur (B) | 1.940 | 970 | 970 | 970 | 970 | 970 | 970 |
Reisdocumenten: Paspoort 5 jaar | 24,01 | 24,39 | 26,07 | 26,75 | 27,45 | 28,16 | 28,89 |
Reisdocumenten: Paspoort 10 jaar | 42,49 | 43,17 | 46,15 | 47,35 | 48,58 | 49,84 | 51,14 |
Identiteitskaart 5 jaar | 7,63 | 6,16 | 6,59 | 6,76 | 6,94 | 7,12 | 7,31 |
Identiteitskaart 10 jaar | 39,18 | 35,18 | 37,61 | 38,59 | 39,59 | 40,62 | 41,68 |
Beschikbaarheid | |||||||
Beschikbaarheid GBA netwerk | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% | 100,0% |
Beschikbaarheid GBA-V | 100,0% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% |
Responsetijd GBA-V | < 3 sec | < 3 sec | < 3 sec | < 3 sec | < 3 sec | < 3 sec | < 3 sec |
Beschikbaarheid basisregister | 100,0% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% |
Beschikbaarheid verificatieregister | 100,0% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% |
Beschikbaarheid BSN | 100,0% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% |
Doorlichting uitgevoerd c.q. gepland in | 2023 |
Toelichting
Generiek Deel
Fte-totaal
Het aantal FTE is in 2024 in lijn met de begroting 2023.
Klanttevredenheid
Tweejaarlijks vindt er een klanttevredenheidsonderzoek plaats. Het eerstvolgende klanttevredenheidsonderzoek zal plaatsvinden in 2024.
Specifiek Deel
Kostprijzen per product
RvIG streeft ernaar om de kostprijzen per product zo constant mogelijk te houden. Als gevolg van de hoge inflatie in 2022 is de indexatie van de kostprijzen or reisdocumenten hoger dan eerdere jaren.
De hoogte van de leges die RvIG in rekening brengt bij de uitgevende instanties, zoals de gemeenten, de buitenlandse posten en de Caribische gemeenten (Bonaire, Eustatius en Saba), is exclusief de gemeentelijke leges en eventuele spoedtoeslagen.
Beschikbaarheid
De doelstelling in 2024 met betrekking tot de beschikbaarheid van de diverse ICT-voorzieningen is het halen van de gestelde normen, als opgenomen onder de kwaliteitsindicatoren in bovenstaande tabel.
Inleiding
Logius is de dienst digitale overheid en onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Logius beheert en ontwikkelt producten en diensten voor de overheid en organisaties met een publieke taak, zodat burgers en bedrijven met hen digitaal hun zaken kunnen regelen. Dankzij producten en diensten zoals DigiD, MijnOverheid en Digipoort kunnen burgers onder andere digitaal belastingaangifte doen, digitale post ontvangen en veilig privacygevoelige data delen met onder andere de overheid en zorgverzekeraars. Logius is na het samengaan met het Kennis- en Exploitatiecetrum Officiele Overheidspublicaties (KOOP) ook de digitale uitgever van de overheid, zo kunnen burgers en bedrijven op Overheid.nl onder meer terecht om bekendmakingen en wetten in te zien. Logius zorgt voor een veilige toegang tot en gegevensuitwisseling binnen de digitale overheid. Daar waar er reeds succesvolle oplossingen beschikbaar zijn wordt het gebruik van (open) standaarden gestimuleerd door Logius en organiseert zij dat dergelijke oplossingen eenvoudig en eenduidig met elkaar samenwerken in stelsels zoals bijvoorbeeld Diginetwerk en PKIoverheid. Er wordt hiervoor nauw samengewerkt met andere overheden en organisaties met een publieke taak waar de behoefte van eindgebruikers, burgers en bedrijven, centraal worden gezet.
Dienstverlening
Logius biedt dienstverlening op de volgende gebieden:
Toegang
Logius biedt inlogmethodes waardoor mensen en organisaties veilig toegang krijgen tot de digitale overheid.
Standaarden en stelsels
Via standaarden en stelsels zorgt Logius voor eenduidigheid, herbruikbaarheid en generieke oplossingen binnen de digitale overheid.
Gegevensuitwisseling
Logius biedt oplossingen voor elektronisch berichtenverkeer tussen overheden en hun ketenpartners. Dit maakt het ontsluiten en beschikbaar stellen van gegevens mogelijk én hierdoor wordt informatie maar één keer aangeleverd.
Interactie
Logius biedt mogelijkheden voor overheidsorganisaties en organisaties met een publieke taak om burgers te attenderen dat zij digitaal berichten van de overheid hebben ontvangen. Ook biedt Logius voorzieningen aan waardoor burgers veilig en toegankelijk digitaal hun gegevens kunnen inzien.
Infrastructuur
Digitale diensten kunnen snel en schaalbaar worden opgebouwd met het IT fundament van Logius. En er wordt altijd voldaan aan de laatste veiligheidseisen, standaarden en regelgeving. Ook zorgt Logius voor betrouwbare verbindingen voor het transport van data tussen burgers, bedrijven en overheden.
Publicatie
Logius is de digitale uitgever van de overheid. We maken officiële rechtsgeldige overheidsinformatie snel en makkelijk toegankelijk voor burgers en ondernemers in binnen- en buitenland. Logius biedt ondersteuning aan overheidsorganisaties om te voldoen aan de wettelijke taken op het gebied van publicatie maar ook bij het verbeteren van het wet- en regelgevingsproces en het actief openbaar maken van overheidsinformatie.
Logius voorziet naast het borgen van continuïteit en veiligheid van dienstverlening, investeren in het fundament van belang is voor garanderen van een veilige, flexibele en wendbare digitale overheid. De volgende drie elementen vormen tezamen de kapstok voor ons werk in de komende jaren.
Continuïteit en veiligheid dienstverlening
De continuïteit en veiligheid van onze dienstverlening staat centraal bij ons. Dit doet Logius door alles wat het in beheer heeft te onderhouden en hierop kleine doorontwikkeling door te voeren. Dat betekent dat de dienstverlening niet alleen op een solide infrastructuur moet draaien, maar er daarnaast ook blijvend aandacht moet zijn voor beveiligingsaspecten. Daarom staat naast continuïteit en veiligheid ook incident- en crisismangement hoog in het vaandel bij Logius.
Vernieuwen van het fundament
Logius zet belangrijke stappen om het fundament voor de digitale overheid te vernieuwen, waardoor dit toekomstbestendig wordt, beter schaalbaar is en flexibel ingezet kan worden.
Wet- en regelgeving
Logius geeft invulling aan de implementatie van wet- en regelgeving. Denk daarbij aan de wet Digitale Overheid of de Wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst. Hiervoor moeten bestaande producten en diensten aangepast worden of moet Logius de dienstverlening richting andere overheidsdienstverleners ontsluiten.
Staat van Baten en Lasten
Stand Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
- Omzet | 243.636 | 348.626 | 345.770 | 345.770 | 345.770 | 345.770 | 345.770 |
waarvan omzet moederdepartement | 76.119 | 300.787 | 312.338 | 312.338 | 312.338 | 312.338 | 312.338 |
waarvan omzet overige departementen | 142.984 | 39.840 | 17.109 | 17.109 | 17.109 | 17.109 | 17.109 |
waarvan omzet derden | 24.533 | 8.000 | 16.323 | 16.323 | 16.323 | 16.323 | 16.323 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 955 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 244.591 | 348.626 | 345.770 | 345.770 | 345.770 | 345.770 | 345.770 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 243.636 | 348.626 | 345.770 | 345.770 | 345.770 | 345.770 | 345.770 |
- Personele kosten | 84.024 | 109.971 | 124.759 | 124.759 | 124.759 | 124.759 | 124.759 |
waarvan eigen personeel | 42.164 | 69.153 | 68.739 | 68.739 | 68.739 | 68.739 | 68.739 |
waarvan inhuur externen | 39.443 | 36.021 | 51.566 | 51.566 | 51.566 | 51.566 | 51.566 |
waarvan overige personele kosten | 2.417 | 4.797 | 4.454 | 4.454 | 4.454 | 4.454 | 4.454 |
- Materiële kosten | 159.612 | 238.655 | 220.976 | 220.976 | 220.976 | 220.976 | 220.976 |
waarvan apparaat ICT | 8.452 | 9.309 | 8.009 | 8.009 | 8.009 | 8.009 | 8.009 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 1.096 | 1.252 | 3.646 | 3.646 | 3.646 | 3.646 | 3.646 |
waarvan overige materiële kosten | 150.064 | 228.094 | 209.321 | 209.321 | 209.321 | 209.321 | 209.321 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 0 | 0 | 35 | 35 | 35 | 35 | 35 |
- Materieel | 0 | 0 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 0 | 0 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 |
Overige lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 243.636 | 348.626 | 345.770 | 345.770 | 345.770 | 345.770 | 345.770 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 955 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Mutatie POK/WaU gelden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten na resultaatbestemming | 244.591 | 348.626 | 345.770 | 345.770 | 345.770 | 345.770 | 345.770 |
Moederdepartement | Overige departementen | Derden | Totaal | |
---|---|---|---|---|
DigiD | 55.098 | 0 | 0 | 55.098 |
Digipoort | 54.989 | 0 | 0 | 54.989 |
Migratie Digipoort | 3.050 | 0 | 0 | 3.050 |
Nederlandse Peppel autoriteit (Npa) | 1.449 | 0 | 0 | 1.449 |
Rijksoverheid Acces Point (ROAP) | 1.095 | 0 | 0 | 1.095 |
E-Procurement diensten | 1.171 | 0 | 0 | 1.171 |
MijnOverheid berichten | 31.097 | 0 | 0 | 31.097 |
MijnOverheid gegevens | 15.562 | 0 | 0 | 15.562 |
MijnOverheid generieke diensten | 2.097 | 0 | 0 | 2.097 |
DigiD Machtigen | 28.292 | 0 | 0 | 28.292 |
Stelseldiensten | 20.568 | 0 | 0 | 20.568 |
Diginetwerk | 353 | 0 | 0 | 353 |
Bureau Forum Standaardisatie (BFS) | 3.333 | 0 | 0 | 3.333 |
Digitoegankelijk | 1.546 | 0 | 0 | 1.546 |
PKIOverheid | 2.730 | 0 | 0 | 2.730 |
eHerkenning | 4.920 | 0 | 0 | 4.920 |
Samenwerkende Catalogi | 398 | 0 | 0 | 398 |
eIDAS | 1.211 | 0 | 0 | 1.211 |
Subtotaal Beheer & Exploitatie (GDI) | 228.959 | 0 | 0 | 228.959 |
Kleine doorontwikkeling - Digipoort | 4.420 | 0 | 0 | 4.420 |
Subtotaal Beheer & Exploitatie | 233.379 | 0 | 0 | 233.379 |
Centraal Aansluitpunt (CA) | ‒ | 1.698 | ‒ | 1.698 |
Standaard Platform (SP) | ‒ | ‒ | 9.587 | 9.587 |
Haagse Ring & Netwerkdiensten | ‒ | 12.322 | ‒ | 12.322 |
eID-Bsnk | 10.643 | ‒ | ‒ | 10.643 |
SIEM/SOC voor de Kiesraad | 200 | ‒ | ‒ | 200 |
Subtotaal Beheer & Exploitatie (Overig) | 10.843 | 14.020 | 9.587 | 34.450 |
Totaal Beheer & Exploitatie | 244.222 | 14.020 | 9.587 | 267.829 |
- Stelsel Toegang | 14.800 | ‒ | ‒ | 14.800 |
- Federatief Berichten Stelsel (FBS) | 10.800 | ‒ | ‒ | 10.800 |
- Herbouw Digipoort | 8.000 | ‒ | ‒ | 8.000 |
- Vertegenwoordigen | 2.500 | ‒ | ‒ | 2.500 |
- Doorontwikkeling Mijn Overheid | 4.500 | ‒ | ‒ | 4.500 |
- Federatief Datastelsel | 2.000 | ‒ | ‒ | 2.000 |
- Diginetwerk | 300 | ‒ | ‒ | 300 |
Totaal Doorontwikkeling | 42.900 | 42.900 | ||
KOOP | 25.216 | 3.089 | 6.736 | 35.041 |
Overig | ‒ | ‒ | ‒ | 0 |
Totaal Overig | 25.216 | 3.089 | 6.736 | 35.041 |
Totaal | 312.338 | 17.109 | 16.323 | 345.770 |
Toelichting
Baten
Omzet
De totale omzet ten opzichte van 2023 daalt licht van € 348,6 mln. in 2023 naar € 345,8 mln. in 2024. Dat is ook niet zo vreemd, want in de feitelijke dienstverlening vindt niet zo veel verandering plaats. Wel zien we een toename en verschuiving tussen de voorzieningen onderling in de Beheer & Exploitatie (B&E), bij zowel de Generieke Digitalisering Infrastructuur (GDI) als overige dienstverlening en een afname op het gebied van de doorontwikkeling. KOOP is in deze ontwerpbegroting nog apart onder overig opgenomen, omdat zij in 2023 nog zelfstandig hun begroting hebben opgesteld. Hun omzet laat ook een lichte daling zien ten opzichte van 2023: van € 36,7 mln. in 2023 naar € 35,0 mln. in 2024.
Omzet moederdepartement
Omzet moederdepartement bestaat uit de centrale financiering voor de GDI-dienstverlening, overige dienstverlening gefinancierd door BZK en de bijdrage voor doorontwikkeling. Deze omzet zal ten opzichte van 2023 per saldo toenemen met € 11,5 mln. tot € 312,3 mln. in 2024. De B&E GDI neemt toe met € 4,1 mln. en de B&E overig (niet GDI) neemt toe met € 7,1 mln. Daarnaast neemt de doorontwikkeling toe met € 12,9 mln. en neemt de omzet KOOP door een verschuiving naar overige departementen en derden af met € 11,5 mln.
In de B&E is specifiek een post opgenomen ten behoeve van de migratie en Vanguard.
Tevens zijn ten behoeve van Digipoort binnen de B&E afzonderlijk de kosten van de zogenaamde kleine doorontwikkeling begroot. De reden is dat deze niet zijn begroot binnen de centrale financiering B&E GDI. Dit betreft de kosten van de instelling van een Validatie team, een System team en een DevOps team ten behoeve van de ontwikkeling van new business, op zowel de huidige als de nieuw berichtenstromen.
Ook is in deze begroting onder eIDAS uitsluitend rekening gehouden met de kosten die Logius daar zelf voor maakt en niet met de kosten derden (Rvig).
Omzet overige departementen
De omzet voor niet GDI-dienstverlening en KOOP komt naast het moederdepartement ook vanuit andere departementen, die vooralsnog wel apart in de omzet vermeld worden. Dit geldt niet meer voor de opdrachten uit de doorontwikkeling, omdat dat uitsluitend zogenaamde «doorlopers» in het kader van de Programmaraad Generieke Digitalisering Infrastructuur (PGDI) betreft. De omzet andere departementen uit overig (niet GDI) en KOOP neemt per saldo af en bedraagt € 17,1 mln. in 2024.
Omzet derden
Omzet derden bedraagt in 2024 € 16,3 mln. en bestaat uit omzet voor het Standaard Platform, een gedeelte van de omzet KOOP en een aantal kleinere posten voor dienstverlening die niet onder GDI valt, zoals diensten voor waterschappen. Met name als gevolg van de toerekening van een gedeelte van de omzet KOOP stijgt de omzet derden.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
De personeelskosten stijgen in 2024 met bijna € 15 mln. tot € 124,8 mln. Een belangrijke verklaring hiervoor is dat Logius op basis van realisatie beter inzicht heeft verkregen in de inkoop van dienstverlening als uitbesteed werk (= onderdeel overige materiële kosten) versus inhuur externen (= personele kosten). Hierdoor is er sprake van een verschuiving van uitbesteed werk naar inhuur. Dit verklaart grotendeels de toename van externe inhuur van € 36 mln. naar € 51,6 mln. De kosten uitbesteed werk onder overige materiële kosten, zijn met een vergelijkbaar bedrag gedaald.
In de personeelskosten is rekening gehouden met de nieuwe CAO voor 1 juli 2022 ‒ 30 juni 2024. Een belangrijk speerpunt is de verdere verambtelijking van haar organisatie. De gevolgen van een nieuwe CAO vanaf 1 juli 2024 zijn nog niet bekend. Uitgangspunt is dat deze bijgesteld wordt bij de nieuwe loon-en prijsontwikkelingenbijstelling, zodra de nieuwe CAO vanaf 1 juli 2024 is vastgesteld.
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan voor het grootste deel uit contractkosten voor de dienstverlening van Logius, zoals deze zijn opgenomen bij de omzet. Deze kosten vallen onder overig materieel en bestaan uit kosten voor leveranciers die zorgen voor o.a. applicatiebeheer, infrastructuurbeheer en hosting van de producten. Daarnaast vallen hier de contractkosten onder voor de bedrijfsvoering. Een klein deel van de materiële kosten, de kantoorautomatisering en huisvesting, valt onder apparaat ICT en bijdrage Shared Service Organisaties (SSO's). De bijdrage aan SSO's worden jaarlijks opnieuw bepaald. Apparaat ICT zijn gekoppeld aan de uitbreiding van de dienstverlening.
De overige materiële kosten dalen in 2024 met ruim € 18 mln. tot € 209,3 mln. Een groot gedeelte is ook het gevolg van eerder genoemd inzicht in de verhouding uitbesteed werk (= materiële kosten) versus inhuur externen (= personeelskosten).
Kasstroomoverzicht
Stand slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 88.365 | 72.404 | 72.404 | 72.404 | 72.404 | 72.404 | 72.404 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 232.094 | 348.626 | 345.770 | 345.770 | 345.770 | 345.770 | 345.770 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 271.303 | ‒ 348.626 | ‒ 345.770 | ‒ 345.770 | ‒ 345.770 | ‒ 345.770 | ‒ 345.770 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | ‒ 39.209 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
-/- totaal investeringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 49.156 | 72.404 | 72.404 | 72.404 | 72.404 | 72.404 | 72.404 |
Toelichting
Operationele kasstroom
In alle jaren is uitgegaan van een exploitatieresultaat dat nihil is. Er wordt afgerekend op basis van werkelijk gemaakte kosten.
Stand Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Verloop kostprijs MijnOverheid-Berichtenbox | € 0,34 | € 0,39 | € 0,39 | € 0,39 | € 0,38 | € 0,38 | € 0,38 |
Verloop kostprijs DigiD | € 0,11 | € 0,11 | € 0,10 | € 0,09 | € 0,08 | € 0,08 | € 0,07 |
Verloop kostprijs DigiD Machtigen | € 1,11 | € 1,86 | € 0,94 | € 0,47 | € 0,44 | € 0,40 | € 0,31 |
Verloop uurtarief | 95,32 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Totale omzet Logius | € 244 mln. | € 349 mln. | € 346 mln. | € 346 mln. | € 346 mln. | € 346 mln. | € 346 mln. |
Fte overhead | 22,0% | 22,2% | 22,2% | 22,2% | 22,2% | 22,2% | 22,2% |
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 419 | 701 | 701 | 701 | 701 | 701 | 701 |
Saldo van baten en lasten (%) | 0,39% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Afenemerstevredenheidonderzoek | 8 | gepland | gepland | gepland | gepland | gepland | gepland |
Medewerkersonderzoek | niet uitgevoerd | n.v.t. | n.v.t. | gepland | n.v.t. | gepland | n.v.t. |
Benchmark | uitgevoerd | gepland | gepland | gepland | gepland | gepland | gepland |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||||
DigiD | |||||||
* Aantal DigiD authenticaties | 514 mln. | 517 mln. | 558 mln. | 603 mln. | 651 mln. | 703 mln. | 759 mln. |
DigiD Machtigen | |||||||
* Aantal DigiD Machtigen authenticaties | 15 mln. | 14 mln. | 30 mln. | 60 mln. | 65 mln. | 70 mln. | 90 mln. |
MijnOverheid | |||||||
* Aantal berichten | 80 mln. | 86 mln. | 80 mln. | 80,5 mln. | 81 mln. | 81,5 mln. | 82 mln |
Digipoort | |||||||
* Aantal berichten via Digipoort | 62 mln. | 67 mln. | 67 mln. | 67 mln. | 67 mln. | 67 mln. | 67 mln. |
Beschikbaarheid Dienstverlening | |||||||
DigiD | 99,91% | 99,5% | 99,5% | 99,5% | 99,5% | 99,5% | 99,5% |
DigiD Machtigen | 99,84% | 99,5% | 99,5% | 99,5% | 99,5% | 99,5% | 99,5% |
MijnOverheid | 100,00% | 99,0% | 99,0% | 99,0% | 99,0% | 99,0% | 99,0% |
PKIoverheid | 100,00% | 99,0% | 99,0% | 99,0% | 99,0% | 99,0% | 99,0% |
Diginetwerk | 100,00% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% | 99,9% |
Stelseldiensten (Digimelding, Digilevering, OIN-register, Stelselcatalogus) | 100,00% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% |
Digipoort; Procesinfrastructuur (SBR) | |||||||
- Operational Excellence | 100,00% | 99,7% | 99,7% | 99,7% | 99,7% | 99,7% | 99,7% |
- Baseline | 100,00% | 95,0% | 95,0% | 95,0% | 95,0% | 95,0% | 95,0% |
- B2 | 99,96% | 99,7% | 99,7% | 99,7% | 99,7% | 99,7% | 99,7% |
BSN Koppelregister | 99,88% | 99,2% | 99,2% | 99,2% | 99,2% | 99,2% | 99,2% |
Beschikbaarheid eerstelijns burgerondersteuning | |||||||
Aanname % Calls ‒ 1e lijns klantcontactcenter | |||||||
- DigiD en DigiD Machtigen | 72,30% | 97,0% | 97,0% | 97,0% | 97,0% | 97,0% | 97,0% |
- MijnOverheid | 85,40% | 97,0% | 97,0% | 97,0% | 97,0% | 97,0% | 97,0% |
ServiceLevel Calls 80/20 ‒ 1e lijns klantcontactcenter | |||||||
- DigiD en DigiD Machtigen | 32,10% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% |
- MijnOverheid | 45,70% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% |
Doorlichting gepland c.q. uitgevoerd |
Toelichting
Algemeen: voor de meeste doelmatigheidsindicatoren geldt dat Logius afhankelijk is van externe opdrachtgevers (bijvoorbeeld de Belastingdienst) als het gaat om de volumes.
Generiek deel
Verloop kostprijs MijnOverheid-Berichtenbox
De kostprijs van MijnOverheid-Berichtenbox is gebaseerd op de kosten van MijnOverheid-Berichtenbox gedeeld door het aantal berichten.
Verloop kostprijs DigiD
De kostprijs DigiD is gebaseerd op de kosten van DigiD gedeeld door het aantal authenticaties (netto). De regelmatige toename van het aantal DigiD authenticaties bij gelijkblijvend veronderstelde kosten maakt dat de kostprijs ook regematig daalt.
Verloop kostprijs DigiD Machtigen
De kostprijs van DigiD Machtigen is gebaseerd op de kosten DigiD Machtigen gedeeld door het aantal gebruikte machtigingen (netto). Bij gelijkblijvend veronderstelde kosten fluctueert de kostprijs conform de schommelingen in het aantal DigiD Machtigen.
Afnemerstevredenheidonderzoek
Elk jaar vindt er een onderzoek plaats naar de bevindingen van de dienstverlening bij de afnemers.
Medewerkersonderzoek
Elke twee jaar vindt er een onderzoek plaats naar de werkomstandigheden van de medewerkers.
Specifiek deel
Aantal DigiD (Machtigen) authenticaties
Door het steeds meer vertrouwd raken met DigiD door de burger en ook de uitbreiding van het het aantal toepassingen is de verwachting dat de aantallen DigiD authenticaties regelmatig zullen blijven stijgen.
Aantal berichten
Door de noodzaak van het raadplegen door de burger van MijnOverheid is de verwaching dat de aantallen berichten langzaam zullen stijgen.
Inleiding
Organisatie en Personeel Rijk (O&P Rijk) is een samenvoeging per 1 januari 2023 van de shared service organisatie P-Direkt en de onderdelen UBR-Personeel en UBR-Binnenwerk van de shared service organisatie UBR.
De maatschappelijke dynamiek en de veelal complexe departement overstijgende maatschappelijke opgaves, vragen om een wendbare overheid met een interdepartementale en multidisciplinaire aanpak.
Herpositionering van een toekomstbestendige bedrijfsvoering is noodzakelijk is om daarop te kunnen aansluiten. Schotten tussen organisaties moeten worden verwijderd en overlap en dubbels ge ëlimineerd.
Met de vorming van O&P Rijk zijn acht sterke merken onder één noemer gebracht, in één overkoepelende organisatie die deze merken in krachtige samenhang verder gaat ontwikkelen.
Deze nieuwe shared service organisatie biedt integrale ondersteuning bij personele- en organisatievraagstukken.
Binnenwerk creêert samen met partnerorganisaties duurzame, structurele banen in teamverband voor mensen met een doelgroepindicatie binnen het Rijk. Zo levert Binnenwerk als gemandateerd werkgever een grote bijdrage aan de realisatie van de Banenafspraak.
P-Direkt standaardiseert en uniformeert ondersteunende HR- en organisatie-dienstverlening, zoals een goede en tijdige salaris- en HR-administratie, duidelijke HR-informatievoorziening en een helder ingericht personeelsdossier voor ongeveer 150.000 medewerkers, managers en beleidsmakers;
Organisatieadvies levert advies, onderzoek, implementatie en begeleiding bij alle aspecten voor de inrichting van een moderne Rijksdienst. Zowel bij organisatieinrichting, organisatieonderzoek, instrumentontwikkeling, flexibele organisaties, evaluatie als kennisdeling;
Advocaten en Adviseurs Arbeidsrecht geeft management en P&O-professionals juridisch advies en bijstand en adviseert over beleidsvorming;
Diversiteit & Inclusie ondersteunt het Rijk bij het bevorderen van divers en inclusief denken en handelen op de werkvloer. Inclusiviteit geeft advies, trainingen en colleges, werft, bemiddelt en begeleidt;
Arbeidsmarkt zorgt voor de juiste kandidaat, op de juiste plek, op het juiste moment: zowel vast als tijdelijk. Arbeidsmarkt is de specialist voor het oplossen van capaciteitsvraagstukken binnen het Rijk;
Loopbaan- en Talentontwikkeling versterkt management en medewerkers bij talentontwikkeling en het vormgeven van de loopbaan;
Bedrijfszorg adviseert over gezonde organisaties en gezond werken binnen het Rijk en zet zich in om de duurzame inzetbaarheid en het werkplezier van medewerkers binnen het Rijk te vergroten.
De ontwikkeling van de dienstverlening gebeurt naar aanleiding van de behoefte, in overleg met en in opdracht van de opdrachtgevers en de afnemers en wordt vastgelegd in de periodieke Bestuurlijke Overleggen. De hoofdpunten voor 2024 zijn hierna samengevat.
De integratie van organisatieonderdelen
2024 zal voor een belangrijk deel in het teken staan van de volledige integratie van de samengevoegde onderdelen. Dat biedt de mogelijkheid om de gezamenlijke dienstverlening verder te versterken en beter te verbinden, en zodoende te verrijken.
Verbeteren van de dienstverlening
De technologische ontwikkeling gaat snel. Dit opent mogelijkheden om onze bestaande diensten te verbeteren. De transitie van de on-premises-applicaties met een rijksbreed karakter naar applicaties in de cloud is in 2023 gestart en wordt in 2024 vervolgt: met veel aandacht voor de veiligheid. Voordelen daarvan zijn onder andere flexibele opslag en rekencapaciteit en makkelijke bereikbaarheid voor medewerkers en afnemers.
Verdiepen van de dienstverlening
O&P Rijk wil de bestaande dienstverlening verdiepen en verbeteren door proactief mee te denken en te adviseren over wet- en procesharmonisatie en een betere rechtspositie in het kader van de ‘één werkgever Rijk’ gedachte.
Verbreden van de dienstverlening
O&P Rijk draagt vanuit de bedrijfsvoering bij aan grenzeloos samenwerken en de uitvoering van het strategisch personeelsbeleid Rijk. De verdergaande digitalisering biedt mogelijkheden om de HR-processen betreffende de werving en selectie, ontwikkelplannen en interne mobiliteit meer en beter te ondersteunen.
Staat van baten en lasten
Stand Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
- Omzet | 108.295 | 115.204 | 314.174 | 314.174 | 314.174 | 314.174 | 314.174 |
waarvan omzet moederdepartement | 98.623 | 104.020 | 159.783 | 159.783 | 159.783 | 159.783 | 159.783 |
waarvan omzet overige departementen | 9.095 | 10.672 | 146.207 | 146.207 | 146.207 | 146.207 | 146.207 |
waarvan omzet derden | 577 | 512 | 8.184 | 8.184 | 8.184 | 8.184 | 8.184 |
Rentebaten | 96 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 29 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 1.219 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 109.639 | 115.204 | 314.174 | 314.174 | 314.174 | 314.174 | 314.174 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 104.183 | 112.939 | 311.946 | 311.946 | 311.946 | 311.946 | 311.946 |
- Personele kosten | 64.539 | 68.753 | 207.786 | 207.786 | 207.786 | 207.786 | 207.786 |
waarvan eigen personeel | 51.537 | 58.415 | 178.256 | 178.256 | 178.256 | 178.256 | 178.256 |
waarvan inhuur externen | 10.968 | 9.173 | 20.952 | 20.952 | 20.952 | 20.952 | 20.952 |
waarvan overige personele kosten | 2.034 | 1.165 | 8.578 | 8.578 | 8.578 | 8.578 | 8.578 |
- Materiële kosten | 39.644 | 44.186 | 104.160 | 104.160 | 104.160 | 104.160 | 104.160 |
waarvan apparaat ICT | 11.016 | 11.608 | 13.107 | 13.107 | 13.107 | 13.107 | 13.107 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 27.038 | 30.662 | 51.160 | 51.160 | 51.160 | 51.160 | 51.160 |
waarvan overige materiële kosten | 1.590 | 1.916 | 39.893 | 39.893 | 39.893 | 39.893 | 39.893 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 2.248 | 2.265 | 2.228 | 2.228 | 2.228 | 2.228 | 2.228 |
- Materieel | 102 | 100 | 159 | 159 | 159 | 159 | 159 |
waarvan apparaat ICT | 102 | 100 | 159 | 159 | 159 | 159 | 159 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Immaterieel | 2.146 | 2.165 | 2.069 | 2.069 | 2.069 | 2.069 | 2.069 |
Overige lasten | 294 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 294 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 106.725 | 115.204 | 314.174 | 314.174 | 314.174 | 314.174 | 314.174 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 2.914 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 2.914 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Onderverdeling naar | Moederdepartement | Overige departementen | Derden | Totaal |
---|---|---|---|---|
Generieke Dienst | 152.876 | 135.726 | 7.838 | 296.440 |
Specifiek/Maatwerk | 6.907 | 9.676 | 346 | 16.929 |
Projecten | 0 | 805 | 0 | 805 |
Overige Ontvangsten / bijdragen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 159.783 | 146.207 | 8.184 | 314.174 |
Omzet
Omzet Moederdepartement en Overige departementen
De omzet stijgt in 2024 ten opzichte van 2023 als gevolg van de toevoeging van de UBR Personeel en UBR Binnenwerk omzet en stijging als gevolg van de prijs- en productieafspraken voor het jaar 2024. Zo stijgen de aantallen medewerkers bij de departementen met ruim 9.000 individuele arbeidsrelaties (IAR) en is de rijksbrede afspraak voor arbeidsparticipatie 1.500 banen.
Omzet derden
O&P levert met de toevoeging van UBR Personeel naast basis dienstverlening aan een aantal ZBO’s met eigen rechtspersoonlijkheid en de rijksbrede ICT-voorziening Rijkspas aan de Nationale Politie ook Arbeidsmarktcommunicatiediensten aan de gemeenten. Daardoor zien we de omzet stijgen ten opzichte van 2023.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
De stijging van de kosten van eigen personeel is voornamelijk het gevolg van de toevoeging van het personeel van UBR Personeel en UBR Binnenwerk. Ook het verwerken van de geprognosticeerde prijsstijging en benodigde extra capaciteit om het extra werkaanbod, door de stijging van het aantal departementale werknemers en de hogere banenafspraak, te kunnen opvangen is een belangrijke factor.
O&P zet in op verlaging van de kosten van extern personeel, maar voor sommige rijksbrede programma’s en samenwerking blijft de inhuur van specialistische expertise vaak noodzakelijk. Omdat die expertise uniek is en niet te internaliseren, of niet structureel noodzakelijk en daarom niet efficiënt om in dienst te nemen.
Materiële kosten
Bijdrage aan SSO’s
Dit betreft voornamelijk de kosten van kantoorautomatisering, ICT-applicatiebeheer en de huisvestingskosten. De stijging van deze kosten is voornamelijk het gevolg van meer afname als gevolg van de toevoeging van het personeel van UBR Personeel en UBR Binnenwerk. Ook betreft het inbesteding van werkzaamheden ten behoeve van de rijksbrede ICT-voorzieningen Rijkspas, het Rijks Identity Management (RIdM) en het beheer van het rijks identificerend nummer (BvRIN) en het Identity Management beheer (IDM-beheer) voor het ministerie van BZK.
Apparaat ICT
Dit betreft voornamelijk de kosten van systeemlicenties en uitbestede systeemontwikkeling- en beheer. Ook betreft het de uitbesteding van werkzaamheden ten behoeve van de Rijksbrede ICT-voorzieningen Rijkspas, RIdM en BvRIN en het IDM-beheer voor het ministerie van BZK.
Overige materiele kosten
De stijging is vooral gevolg van de toevoeging van UBR Personeel en betreft voornamelijk de uitbesteding van werkzaamheden en inkoop van diensten in het kader van de merken Bedrijfszorg, Arbeidsrecht en Arbeidsmarktcommunicatie.
O&P zet in op verlaging van deze kosten door verambtelijking. Maar voor sommige diensten en producten blijft uitbesteding aan de markt vooralsnog de leidende factor. Dit omdat het functiegebouw Rijk onvoldoende aansluit op de marktsituatie.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten bestaan uit afschrijvingen van de investeringen in de immateriële en materiële vaste activa. O&P is bezig de systemen minder grootschalig te moderniseren. De vrijkomende afschrijvingsruimte is benut voor kort cyclische ontwikkeling middels eigen personeel.
Kasstroomoverzicht
Stand slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 21.796 | 20.959 | 18.692 | 12.582 | 12.582 | 12.582 | 12.582 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 115.736 | 115.204 | 314.174 | 314.174 | 314.174 | 314.174 | 314.174 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 110.865 | ‒ 117.939 | ‒ 316.946 | ‒ 311.946 | ‒ 311.946 | ‒ 311.946 | ‒ 311.946 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 4.871 | ‒ 2.735 | ‒ 2.772 | 2.228 | 2.228 | 2.228 | 2.228 |
-/- totaal investeringen | ‒ 193 | ‒ 1.740 | ‒ 2.558 | ‒ 2.228 | ‒ 2.228 | ‒ 2.228 | ‒ 2.228 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 193 | ‒ 1.740 | ‒ 2.558 | ‒ 2.228 | ‒ 2.228 | ‒ 2.228 | ‒ 2.228 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | ‒ 407 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 2.120 | ‒ 780 | ‒ 780 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | ‒ 2.527 | ‒ 780 | ‒ 780 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 23.947 | 15.704 | 12.582 | 12.582 | 12.582 | 12.582 | 12.582 |
Toelichting
Operationele kasstroom
In 2024 verwacht O&P een lagere operationele kasstroom door een afloop van de kortlopende schuldpost op de balans.
Investeringskasstroom
In 2024 gaat O&P door met de realisatie van de investeringsagenda; de vervanging van software die aan het eind van de levensduur is, de verbetering van de efficiency en klantinteractie, het klantvolgsysteem InBeeld, app-ontwikkeling en datagedreven werken.
Financieringsstroom
In 2024 wordt de laatste aflossing gedaan op leningen voor de financiering van de systeeminvesteringen.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
O&P werkt met een Producten- en dienstengids (PDG) inclusief servicelevels. In de PDG zijn de verschillende diensten en activiteiten, leveringsvoorwaarden en de kwaliteitsborging vastgelegd die de ministeries kunnen verwachten.
Stand Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Totale omzet basisdienstverlening (x 1.000) | 94.465 | 99.622 | 299.730 | 299.730 | 299.730 | 299.730 | 299.730 |
Totale omzet overige + projecten (x 1.000) | 13.830 | 15.582 | 14.444 | 14.444 | 14.444 | 14.444 | 14.444 |
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 675,2 | 742,4 | 2419,0 | 2419,0 | 2419,0 | 2419,0 | 2419,0 |
Indirecte Fte / Totale Fte | 23,0% | 23,0% | 23,0% | 23,0% | 23,0% | ||
Saldo van baten en lasten (%) | 2,73% | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 0,00% |
Medewerkerstevredenheid | 6,8 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 |
Omschrijving Specifiek Deel merk Organisatieadvies, Arbeidsrecht, Diversiteit & Inclusie, Loopbaan- en Talentontwikkeling en Bedrijfszorg | |||||||
Omzet per Fte | 200.853 | 200.853 | 200.853 | 200.853 | 200.853 | ||
Declarabiliteit ambtelijk personeel | 70,0% | 70,0% | 70,0% | 70,0% | 70,0% | ||
Declarabiliteit externe inhuur | 95,0% | 95,0% | 95,0% | 95,0% | 95,0% | ||
Omschrijving Specifiek Deel merk Binnenwerk | |||||||
Kostprijzen per product (groep) | 57.430 | 57.430 | 57.430 | 57.430 | 57.430 | ||
Aantal Binnenwerkbanen | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | ||
Percentage medewerkers in of met afgerond leer-/ ontwikkeltraject | 50,0% | 50,0% | 50,0% | 50,0% | 50,0% | ||
Omschrijving Specifiek Deel merk P-Direkt | |||||||
Kostprijzen per product (groep) | 645,1 | 680,25 | 732,20 | 732,20 | 732,20 | 732,20 | 732,20 |
Verloop tarieven/uur (basisjaar 2015 = 713) | 90,5 | 95,4 | 102,7 | 102,7 | 102,7 | 102,7 | 102,7 |
Aantal individuele arbeidsrelaties (IAR) | 149.964 | 149.964 | 159.209 | 159.209 | 159.209 | 159.209 | 159.209 |
Gebruikerstevredenheid | |||||||
De mate waarin medewerkers en managers tevreden zijn over de dienstverlening van P-Direkt | 7,6 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
Tijdige afhandeling vragen, klachten, wijzigingen en documenten | |||||||
P-Direkt beantwoordt vragen en klachten binnen 5 werkdagen. | 93,4% | 90,0% | 90,0% | 90,0% | 90,0% | 90,0% | 90,0% |
P-Direkt verwerkt wijzigingen binnen 5 werkdagen. | 80,3% | 90,0% | 90,0% | 90,0% | 90,0% | 90,0% | 90,0% |
P-Direkt archiveert documenten binnen 10 werkdagen. | 85,2% | 90,0% | 90,0% | 90,0% | 90,0% | 90,0% | 90,0% |
De gemiddelde wachttijd per dag aan de telefoon is maximaal 45 seconden. | 204 sec | 45 sec | 45 sec | 45 sec | 45 sec | 45 sec | 45 sec |
Beschikbaarheid systeem | |||||||
Het P-Direktportaal is zeven dagen per week en 24 uur per dag beschikbaar. Op werkdagen geldt een beschikbaarheidsnorm tussen 8.00 uur tot 17.00 uur. | 99,8% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% |
Bereikbaarheid | |||||||
Het contactcenter is bereikbaar van 8.00 uur tot 22.00 uur | 99,8% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% |
Betrouwbaarheid | |||||||
P-Direkt zorgt voor volledige en tijdige dataleveringen via interfaces. | 99,9% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% |
P-Direkt verwerkt wijzigingen op een juiste manier. | 99,7% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% | 98,0% |
Doorlichting uitgevoerd cq. gepland in |
Toelichting
Generiek deel
Fte-Totaal
De formatie van O&P is opgebouwd uit de formaties van de onderdelen P-Direkt, UBR-Personeeel en UBR-Binnenwerk; respectievelijk 793, 459 en1.167 fte.
Specifiek deel
Merken
O&P verantwoordt zich naar de centraal opdrachtgever, respectievelijk de achterliggende departementen, door een aantal servicelevels op de dienstverlening en beschikbaarheid/ bereikbaarheid.
Deze verantwoording is voor 2024 nog een samenvoeging van verschillende afspraken vanuit de onderdelen: momenteel wordt onderzocht hoe meer gelijkvormig gerapporteerd kan worden.
Merk Organisatieadvies, Arbeidsrecht, Diversiteit en Inclusie, Loopbaan en Talentontwikkeling en Bedrijfszorg - Omzet en Declarabiliteit
De omzet is het beoogde minimum om de omzetbegroting te halen. Daaraan ten grondslag liggen minimale declarabiliteitsnormen voor de interne en externe medewerkers in het primaire proces.
Merk Binnenwerk - Aantal banen en Kostprijs
Binnenwerk realiseert in 2024 1.500 banen in 7 categorien (o.a. Bosbeheer, archiefbewerking logistiek) met een gemiddelde kostprijs van € 57.430..
Merk P-Direkt - Kostprijs per productgroep
P-Direkt heeft in opdracht van de eigenaar de afgelopen jaren jaarlijks goedkopere basisdienstverlening gerealiseerd. Voor het jaar 2024 is dat geen reële optie in verband met toenemende complexiteit in de dienstverlening. Daarnaast is er veel meer werk in de bedrijfsvoering (ook in het primaire proces) in het kader van informatiehuishouding, interne controle, privacy en security. Dat verklaart naast het verwerken van de prijsindex de stijging van het tarief.
Merk P-Direkt - ICT diensten
P-Direkt verantwoordt zich naar de centraal opdrachtgever, respectievelijk de achterliggende departementen, door een aantal servicelevels op de dienstverlening, beschikbaarheid en bereikbaarheid
De servicelevels gelden voor het hele jaar en zijn voor alle klanten hetzelfde. De servicelevels zijn geen doel op zich, maar minimale normen.
De behaalde servicelevels worden drie keer per jaar in de bestuurlijke overleggen (BO) besproken. De BO’s kennen naast de directeur O&P (de opdrachtnemer) de volgende deelnemers: de gedelegeerd eigenaar, de centraal opdrachtgever (CO) of een vertegenwoordiging van de opdrachtgevers, de financieel deskundige en een vertegenwoordiging van de afnemers.
Inleiding
Het agentschap UBR (Uitvoeringsbedrijf Rijk) is vanaf 1 januari 2023 in afgeslankte vorm voortgezet onder de naam Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie (Rijksorganisatie ODI).
Uit het voormalige UBR-agentschap is uit de begroting 2023 een bedrag van circa € 81,1 mln. voor de activiteiten van Rijksorganisatie ODI ontvlochten.
Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie (ODI) omvat de voormalige UBR-onderdelen I-Interim Rijk, Organisatie en het Ontwikkelbedrijf. Met actuele kennis van informatisering, organisatievraagstukken en innovatie en met een sterk netwerk, helpen we de opgaven en ambities in de rijksoverheid te realiseren.
Rijksorganisatie ODI – Unit Digitalisering
Het merk I-Interim Rijk werkt dagelijks aan het realiseren van rijksbrede I-ambities. De professionals van I-Interim Rijk voeren interim-opdrachten uit op het gebied van (strategisch) I-advies, I-project- en programmamanagement, architectuur en I-lijnmanagement.
Rijksorganisatie ODI – Unit Organisatie
– Rijksconsultants draagt met verander- en realisatiekracht bij aan het realiseren van een wendbare, duurzame en innovatieve Rijksoverheid door het aanbieden van tijdelijke project-, programma-, interim-management en organisatieadviescapaciteit.
– Peer review (Bureau Gateway en Delta Review) ondersteunt opdrachtgevers bij het verhogen van de slaagkans van hoog risicoprogramma’s, -projecten en organisaties en ondersteunt programmamanagers in een politiek-bestuurlijke omgeving met behulp van collegiale (p)review. En heeft als opdracht een bijdrage te leveren aan het leren en verder professionaliseren van opdrachtgevers (helpend en lerend perspectief).
– InterCoach ondersteunt individuele, team- en organisatieontwikkeling van collega’s door middel van coaching, training en intervisie. Zo draagt InterCoach bij aan een lerende en reflecterende overheid.
Rijksorganisatie ODI-Unit Innovatie
– Rijks ICT Gilde verbindt uitvoering en beleid en biedt (tech) consultants, kennis en kunde bij vraagstukken op het gebied van data, software en security.
– Rijks I-Traineeship werft, selecteert, boeit, ontwikkelt en bindt startend I-talent op ICT, Data en Cyber voor de gehele Rijksoverheid.
– HR-ICT/I-vakmanschap: programma geeft invulling aan de thema’s van de I-Strategie: Instroom, Kennisontwikkeling, Mobiliteit en Inzicht & Monitoring. Met als doel meer kennis en voldoende professionals in de informatietechnologie (IT) en informatievoorziening (IV) binnen de Rijksoverheid.
– Mindful Rijk heeft tot doel een bijdrage te leveren aan het versterken van een positieve werkomgeving, vitaliteit, samenwerking en duurzame inzetbaarheid in een dynamische omgeving.
– Leer- & Ontwikkel Campus (LOC) faciliteert zowel de professional als de opleider binnen het ministerie van BZK op het gebied van leren, ontwikkelen en kennis delen.
– Capaciteitspool is gericht op het bieden van flexibele capaciteit voor en vanuit (of vanuit en voor) OWB VBR i.o.
– De RijksAcademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (RADIO) wordt vanaf 1 juli 2023 onderdeel van Rijksorganisatie ODI.
– Innovatie: Een van de dolen van Rijksorganisatie ODI is innoveren. Het project Innoveren met Impact helpt om het innovatieve vermogen van professionals en organisaties binnen de Rijksoverheid te vergroten. Daarnaast faciliteert en verbindt het project Rijks Innovatie Community innovators binnen het Rijk.
Staat van baten en lasten
Stand Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
- Omzet | 352.178 | 325.110 | 101.708 | 104.149 | 106.649 | 106.649 | 106.649 |
waarvan omzet moederdepartement | 157.287 | 108.346 | 41.905 | 42.911 | 43.941 | 43.941 | 43.941 |
waarvan omzet overige departementen | 186.511 | 212.322 | 57.406 | 58.784 | 60.195 | 60.195 | 60.195 |
waarvan omzet derden | 8.380 | 4.441 | 2.397 | 2.454 | 2.513 | 2.513 | 2.513 |
Rentebaten | 109 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 2.193 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 354.480 | 325.110 | 101.708 | 104.149 | 106.649 | 106.649 | 106.649 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 354.949 | 324.476 | 101.708 | 104.149 | 106.649 | 106.649 | 106.649 |
- Personele kosten | 242.955 | 220.410 | 82.227 | 84.200 | 86.221 | 86.221 | 86.221 |
waarvan eigen personeel | 178.604 | 189.585 | 73.802 | 75.573 | 77.387 | 77.387 | 77.387 |
waarvan inhuur externen | 56.069 | 21.397 | 2.728 | 2.793 | 2.860 | 2.860 | 2.860 |
waarvan overige personele kosten | 8.282 | 9.428 | 5.697 | 5.834 | 5.974 | 5.974 | 5.974 |
- Materiële kosten | 111.994 | 104.066 | 19.481 | 19.949 | 20.428 | 20.428 | 20.428 |
waarvan apparaat ICT | 6.528 | 5.715 | 136 | 140 | 143 | 143 | 143 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 21.553 | 19.416 | 11.033 | 11.297 | 11.569 | 11.569 | 11.569 |
waarvan overige materiële kosten | 83.913 | 78.936 | 8.312 | 8.512 | 8.716 | 8.716 | 8.716 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 579 | 634 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Materieel | 240 | 335 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan apparaat ICT | 127 | 185 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 113 | 150 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Immaterieel | 339 | 299 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 1.861 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 1.861 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 357.389 | 325.110 | 101.708 | 104.149 | 106.649 | 106.649 | 106.649 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | ‒ 2.909 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | ‒ 18 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | ‒ 2.891 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Bij het opstellen van de begroting 2024 is uitgegaan van de 2023 tarieven geïndexeerd met een gewogen loon- en prijsbijstelling van 4,92%. Uitgangspunt voor deze indexatie zijn de CPB-ramingen voor 2024 inzake loonvoet sector overheid (5,2%) en prijsontwikkeling materiele overheidsconsumptie (IMOC) met 3,9%.
Omzet
Ten opzichte van ontvlochten omzet van € 81,1 mln. is er nu sprake van een stijging van € 20,6 mln. naar € 101,7 mln. Deze toename kan worden verklaard door:
– Effect van tariefstijgingen als gevolg van inflatie in 2023 (5,3%) en 2024 (4,92%) ten opzichte van de begroting 2023. Effect van deze afwijking is € 10,3 mln.
– Eind 2022 is de definitieve toekenning van structurele financiering voor de komende vijf jaar beschikbaar gekomen voor het Programma HR-ICT van € 4,4 mln. Dit was bij het opstellen van de begroting 2023 nog niet bekend.
– Het programma Informatiehuishouding (IHH) heeft eind 2022 extra financiering gekregen van € 1,1 mln. Daarnaast realiseert het programma een omzet van € 3,0 mln. door dienstverlening aan de Rijksdepartementen. Dus een totaal van € 4,1 mln.
– De vraag naar de dienstverlening van Rijksconsultants (RC) neemt toe waardoor meer opdrachten kunnen worden ingevuld. Het aantrekken van extra capaciteit door extra vraag leidt naar verwachting tot € 0,7 mln. extra omzet.
– De verwachting is dat RijksAcademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (RADIO) vanaf 1 juli 2023 onderdeel wordt van Rijksorganisatie ODI. RADIO wordt gefinancierd grotendeels door CIO-RIJK, eigen dienstverlening en deels door de programma’s Informatiehuishouding (IHH) en Werk aan uitvoering (WaU). Het verwachte budget van RADIO is € 1,1 mln.
In onderstaande tabel zijn de begrote omzetcijfers 2023 per organisatieonderdeel (afgerond op miljoenen euro’s) weergegeven:
Baten-lastenagentschap RODI | |
---|---|
Digitalisering | 39.120 |
Innovatie | 41.681 |
Organisatie | 20.907 |
Totale omzet | 101.708 |
Lasten
Apparaatskosten
Ten opzichte van ontvlochten lasten van € 81,1 mln. is er nu sprake van een stijging van € 20,6 mln. naar € 101,7 mln.
Personele kosten
Waarvan eigen personeel
De kosten voor eigen personeel in de begroting 2024 zijn € 12,3 mln. hoger. Dit is gerelateerd aan de hogere begrote omzet van € 6,3 mln. en de effecten van CAO Rijk 2022-2024 van € 6,0 mln.
Waarvan externe inhuur
De begrote externe inhuur 2024 is € 1,6 mln. hoger. Dit is het gevolg van de programma’s HR-ICT en Informatiehuishouding (IHH) waardoor bepaalde functies tijdelijk extern worden vervuld.
Waarvan overige personele kosten
De toename van de begrote overige personele kosten 2024 met € 1,3 mln. ten opzichte van de vastgestelde begroting 2023 is volledig te herleiden naar de hogere begrote omzet en indexatie.
Materiële kosten
De begrote materiële kosten 2024 komen € 5,4 mln. hoger uit. Dit wordt enerzijds verklaard door de programma’s Informatiehuishouding (IHH) en Werk aan Uitvoering (WaU) waardoor aantal activiteiten worden uitbesteed en anderzijds door stijgende PIOFACH kosten.
Kasstroomoverzicht
Stand slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 70.629 | 46.890 | 4.100 | 3.100 | 2.100 | 1.100 | 1.100 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 372.616 | 325.110 | 101.708 | 104.149 | 106.649 | 106.649 | 106.649 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 401.965 | ‒ 325.110 | ‒ 102.708 | ‒ 105.149 | ‒ 107.649 | ‒ 106.649 | ‒ 106.649 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | ‒ 29.349 | 0 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | 0 | 0 |
-/- totaal investeringen | ‒ 484 | ‒ 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 343 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 141 | ‒ 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 41.139 | 45.890 | 3.100 | 2.100 | 1.100 | 1.100 | 1.100 |
Toelichting
Het verwachte rekeningcourantsaldo per 1 januari 2024 (€ 4,1) mln. van Rijksorganisatie ODI is het saldo uit de ontvlechting van UBR.
De mutatie in de operationele kasstroom in de jaren 2024 t/m 2026 is het gevolg van uitgaven in verband met de transitie- en veranderactiviteiten. Deze uitgaven zijn gericht op kwaliteitsverbetering van de dienstverlening en het doorvoeren van efficiency in de bedrijfsvoering. Uitgangspunt is dat de transitie- en veranderactiviteiten in 2025 worden afgerond met een mogelijke uitloop en nazorg in 2026.
Doelmatigheidsindicatoren
Stand Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel-UBR | |||||||
Saldo van baten en lasten (%) | ‒ 0,1% | 0,0% | |||||
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 2.258 | 2.205 | |||||
Kwaliteitsindicator 1 - MTO | ‒ | >7 | |||||
Omschrijving Generiek Deel-RODI | |||||||
Saldo van baten en lasten (%) | 0,8% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 558 | 560 | 573 | 573 | 573 | 573 | 573 |
Kwaliteitsindicator 1 - MTO | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
Omschrijving Specifiek Deel-RODI | |||||||
RODI - Rijksconsultants | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | 121 | 119 | 130 | 130 | 130 | 130 | 130 |
Tarieven/uur (indexcijfer) | 121 | 119 | 130 | 130 | 130 | 130 | 130 |
Omzet per fte (bedragen x €1.000) | 154 | 151 | 165 | 165 | 165 | 165 | 165 |
Tevredenheid dienstverlening | 8,3 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
RODI - IIR | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | 126 | 124 | 136 | 136 | 136 | 136 | 136 |
Tarieven/uur (indexcijfer) | 126 | 124 | 136 | 136 | 136 | 136 | 136 |
Omzet per fte (bedragen x €1.000) | 160 | 158 | 174 | 174 | 174 | 174 | 174 |
Tevredenheid dienstverlening | 8,1 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
RODI - RIG | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | 97 | 104 | 115 | 115 | 115 | 115 | 115 |
Tarieven/maand (indexcijfer) | 97 | 104 | 115 | 115 | 115 | 115 | 115 |
Omzet per fte (bedragen x €1.000) | 123 | 133 | 147 | 147 | 147 | 147 | 147 |
Tevredenheid dienstverlening | 8 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
RODI - RIT | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | 71 | 75 | 79 | 79 | 79 | 79 | 79 |
Tarieven/maand (indexcijfer) | 71 | 75 | 79 | 79 | 79 | 79 | 79 |
Omzet per fte (bedragen x €1.000) | 90 | 95 | 101 | 101 | 101 | 101 | 101 |
Tevredenheid dienstverlening | 8,1 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
RODI - Peerreview | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | 47 | 95 | 105 | 79 | 79 | 79 | 79 |
Tarieven/maand (indexcijfer) | 47 | 95 | 105 | 79 | 79 | 79 | 79 |
Omzet per fte (bedragen x €1.000) | 60 | 121 | 134 | 101 | 101 | 101 | 101 |
Tevredenheid dienstverlening | 8 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
RODI - Intercoach | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | 109 | 112 | 122 | 79 | 79 | 79 | 79 |
Tarieven/maand (indexcijfer) | 109 | 112 | 122 | 79 | 79 | 79 | 79 |
Omzet per fte (bedragen x €1.000) | 139 | 142 | 156 | 101 | 101 | 101 | 101 |
Tevredenheid dienstverlening | 8,1 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
Toelichting
In de tabel zijn de indicatoren van Rijksorganisatie ODI opgenomen (Slotwet 2022 en vastgestelde begroting 2023) zoals ontvlochten uit het voormalige UBR-agentschap.
In de tabel zijn de doelmatigheidsindicatoren per merk (Rijksconsultants, I-Interim Rijk, Rijks ICT Gilde, Rijks I-Traineeship, Peerreview en Intercoach) weergegeven voor de reguliere diensten van Rijksorganisatie ODI.
FTE’s
Het aantal begrote fte’s voor 2024 laat in vergelijking met de vastgestelde begroting 2023 een stijging zien van 13 fte’s. Dit wordt verklaard door komst van RADIO (9 fte’s) naar Rijksorganisatie ODI. Daarnaast breidt Organisatie het aantal fte (4 fte’s) uit om aan de toenemende vraag naar de dienstverlening van Rijksconsultants (RC) te kunnen voldoen.
MTO, werkplezier en werkdruk
Het medewerkers tevredenheidsonderzoek (MTO) wordt bij Rijksorganisatie ODI om de twee jaar uitgevoerd. Rijksorganisatie ODI heeft als doelstelling een medewerkerstevredenheid score > 7.
Klanttevredenheid
Als belangrijke graadmeter voor de kwaliteit hanteert Rijksorganisatie ODI de indicator klanttevredenheid over de dienstverlening per merk. Rijksorganisatie ODI streeft ernaar minimaal hoger dan een 7 te scoren.
Kostprijzen per product
Integraal geldt dat de kostprijzen per product en de tarieven per uur zijn geïndexeerd met 4,92% in 2024. De kostprijzen van producten en de tarieven per uur zijn bepaald op basis van de Rijksproductiviteitsnorm van 1275 uren op jaarbasis.
Omzet per fte
Bij alle merken van Rijksorganisatie ODI die reguliere diensten leveren is de begrote omzet per fte 2024 met 10% gestegen met uitzondering van het merk Rijks I-Traineeship (RIT); de stijging bij RIT is 5,7%. Bij RIT is het tarief met 3,4% voor het jaar 2023 geïndexeerd en niet met 8,4% zoals bij alle andere merken.
Inleiding
FMHaaglanden zorgt voor een comfortabele en veilige werkomgeving voor rijksambtenaren, met aandacht voor mens en aarde. Bij ons werken vakmensen met hart voor de klant waardoor de klant focus kan houden op de eigen dagelijkse werkzaamheden.
Samen met onze Rijkspartners en leveranciers zorgen wij, in een veranderende wereld, voor de best passende werkomgeving voor onze klant. Wij werken vanuit onze kernwaarden samen, herkenbaar, eigenaarschap en enthousiasme. Dit vertaalt zich in herkenbare en gastvrije dienstverlening.
We nemen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid door het leveren van duurzame dienstverlening en dragen daarmee bij aan een circulaire economie. Vanuit goed werkgeverschap bevordert FMHaaglanden duurzame inzetbaarheid door het stimuleren van vitaliteit en persoonlijke ontwikkeling.
Wij leveren facilitaire producten en diensten (o.a. beveiliging, kunst, vergaderservice, catering, post en reprografische diensten, vervoer, gebouwbeheer, schoonmaak en werkomgeving) voor vrijwel alle departementen. Uitstekende service staat bij ons hoog in het vaandel.
Als een van de grootste facilitaire dienstverleners kan FMH met zijn dienstverlening echt impact maken. De ambitie is om in 2030 als organisatie te transformeren naar een volledig circulaire facilitaire dienstverlener met een neutrale CO₂-impact. Om dit te kunnen realiseren moeten de komende jaren alle producten en diensten worden herijkt. Elektrificatie van het wagenpark en het vervoer, het verminderen van restafval, het verduurzamen van de catering en groenvoorziening en het hanteren van de principes van circulariteit zijn belangrijke speerpunten.
De masterplannen Rijkskantoorhuisvesting zijn in belangrijke mate richtinggevend voor de ontwikkelingen binnen ons verzorgingsgebied. De komende jaren staat in het teken om invulling te geven aan deze masterplannen waarbij grenzeloos samenwerken en hybride werken belangrijke thema’s zijn. FMH zal op basis van deze ontwikkelingen de dienstverlening hierop aanpassen en blijven zorgdragen voor een comfortabele en inspirerende werkomgeving.
Stand Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
- Omzet | 151.800 | 164.154 | 179.928 | 179.928 | 179.928 | 179.928 | 179.928 |
waarvan omzet moederdepartement | 125.763 | 139.269 | 149.474 | 149.474 | 149.474 | 149.474 | 149.474 |
waarvan omzet overige departementen | 23.191 | 21.292 | 26.566 | 26.566 | 26.566 | 26.566 | 26.566 |
waarvan omzet derden | 2.846 | 3.593 | 3.888 | 3.888 | 3.888 | 3.888 | 3.888 |
Rentebaten | 0 | 0 | 484 | 516 | 480 | 508 | 535 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 151.800 | 164.154 | 180.412 | 180.444 | 180.408 | 180.436 | 180.463 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 143.064 | 157.816 | 175.010 | 175.010 | 174.929 | 174.969 | 175.010 |
- Personele kosten | 48.289 | 56.255 | 62.356 | 62.356 | 62.356 | 62.356 | 62.356 |
waarvan eigen personeel | 44.259 | 50.629 | 53.917 | 53.917 | 53.917 | 53.917 | 53.917 |
waarvan inhuur externen | 4.030 | 5.626 | 8.439 | 8.439 | 8.439 | 8.439 | 8.439 |
waarvan overige personele kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Materiële kosten | 94.775 | 101.561 | 112.654 | 112.654 | 112.573 | 112.613 | 112.654 |
waarvan apparaat ICT | 58 | 75 | 156 | 156 | 156 | 156 | 156 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 75.257 | 72.627 | 79.842 | 79.842 | 79.842 | 79.842 | 79.842 |
waarvan overige materiële kosten | 19.460 | 28.859 | 32.656 | 32.656 | 32.575 | 32.615 | 32.656 |
Rentelasten | 96 | 101 | 353 | 385 | 430 | 418 | 404 |
Afschrijvingskosten | 4.303 | 6.237 | 5.049 | 5.049 | 5.049 | 5.049 | 5.049 |
- Materieel | 4.303 | 6.237 | 5.049 | 5.049 | 5.049 | 5.049 | 5.049 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 4.303 | 6.237 | 5.049 | 5.049 | 5.049 | 5.049 | 5.049 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 147.463 | 164.154 | 180.412 | 180.444 | 180.408 | 180.436 | 180.463 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 4.337 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 4.337 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement heeft met name betrekking op de generieke facilitaire dienstverlening binnen het verzorgingsgebied. De budgetten van de departementen voor de facilitaire dienstverlening (het generieke pakket) zijn overgeheveld naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De toename van de omzet is het gevolg van een toename in het aantal uit te voeren projecten in het kader van het masterplan Rijkskantoorhuisvesting en hybride werken. Daarnaast is de dienstverlening uitgebreid met het leveren en beheren van de thuiswerkstoel.
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen heeft betrekking op de generieke dienstverlening van de nog niet centraal bekostigde departementen/organisatieonderdelen en de specifieke dienstverlening die geleverd wordt aan de overige departementen. Ook bij de overige departementen is de toename te wijten aan het aantal uit te voeren projecten in het kader van het masterplan Rijkskantoorhuisvesting en hybride werken en de uitbreiding van de dienstverlening met het leveren en beheren van de thuiswerkstoel.
Omzet derden
De omzet derden betreft de facilitaire dienstverlening die geleverd wordt aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers en Autoriteit Persoonsgegevens
Rentebaten
De rentebaten hebben betrekking op de rentevergoeding over het rekening-courantsaldo.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
De personele kosten omvatten alle personele uitgaven van de ambtenaren in dienst, gedetacheerde ambtenaren en kosten van uitzendkrachten en inhuur van externen. De toename van de personele kosten is, naast de loonontwikkeling, het gevolg van uitbreiding van de dienstverlening.
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan voor een belangrijk deel uit directe inkoopkosten van de dienstverlening (circa 90% van de materiële kosten). De inkoopkosten zijn opgenomen onder de posten bijdrage Shared Service Organisaties (SSO's) en overige materiële kosten. De toename is het gevolg van meer dienstverlening die wordt geleverd.
In de bijdrage aan SSO’s hebben de kosten van de Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL) en de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) een groot aandeel (66%). Daarnaast zijn de kosten voor onder andere Rijnstraat 8 door het consortium DBFMO (Design Build Finance Maintain Operate) hier opgenomen, aangezien deze kosten via het Rijksvastgoedbedrijf bij FMH in rekening worden gebracht.
Afschrijvingskosten
De overgenomen activa (met name meubilair) van de departementen zijn geactiveerd en worden conform de betreffende regelgeving afgeschreven. Voor nieuwe investeringen is dit eveneens van toepassing.
Rentelasten
Onder deze post zijn alle rentelasten opgenomen die verband houden met de financiering van materiële vaste activa vanuit het ministerie van Financiën.
Stand slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 31.639 | 15.129 | 14.655 | 14.519 | 14.659 | 15.563 | 16.788 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 154.825 | 164.154 | 180.412 | 180.444 | 180.408 | 180.436 | 180.463 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 131.189 | ‒ 157.917 | ‒ 175.363 | ‒ 175.395 | ‒ 175.359 | ‒ 175.387 | ‒ 175.414 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 23.636 | 6.237 | 5.049 | 5.049 | 5.049 | 5.049 | 5.049 |
-/- totaal investeringen | ‒ 5.107 | ‒ 8.400 | ‒ 3.110 | ‒ 3.980 | ‒ 1.870 | ‒ 1.870 | ‒ 1.870 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 5.107 | ‒ 8.400 | ‒ 3.110 | ‒ 3.980 | ‒ 1.870 | ‒ 1.870 | ‒ 1.870 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | ‒ 3.202 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 3.321 | ‒ 6.711 | ‒ 5.185 | ‒ 4.908 | ‒ 4.145 | ‒ 3.824 | ‒ 3.676 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 4.248 | 8.400 | 3.110 | 3.980 | 1.870 | 1.870 | 1.870 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | ‒ 2.275 | 1.689 | ‒ 2.075 | ‒ 928 | ‒ 2.275 | ‒ 1.954 | ‒ 1.806 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 47.894 | 14.655 | 14.519 | 14.659 | 15.563 | 16.788 | 18.161 |
Toelichting
Investeringskasstroom
FMH investeert voornamelijk in meubilair. De investeringen zijn met name het gevolg van hybride werken. Dit vraagt ander type meubilair.
Financieringskasstroom
De aflossing heeft betrekking op lopende en toekomstige leningen. Het beroep op de leenfaciliteit komt overeen met de investeringsstroom.
Stand Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Omzet per productgroep (PxQ) | 151.800 | 164.154 | 180.412 | 180.444 | 180.408 | 180.436 | 180.463 |
Generiek | 131.858 | 148.122 | 157.771 | 157.771 | 157.771 | 157.771 | 157.771 |
Specifiek | 19.932 | 16.031 | 22.157 | 22.157 | 22.157 | 22.157 | 22.157 |
Overig | 10 | 0 | 484 | 516 | 480 | 508 | 535 |
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 580 | 602 | 612 | 612 | 612 | 612 | 612 |
Saldo van baten en lasten (%) | 2,9% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||||
Verhouding generiek vs specifieke dienstverlening | 87:13 | 90:10 | 90:10 | 90:10 | 90:10 | 90:10 | 90:10 |
Personele kosten als % van totale kosten | 32,7% | 34,3% | 34,6% | 34,6% | 34,6% | 34,6% | 34,6% |
Materiële kosten als % van totale kosten | 67,3% | 65,7% | 65,4% | 65,4% | 65,4% | 65,4% | 65,4% |
Apparaatskosten (in €) | 58.196 | 67.427 | 73.621 | 73.621 | 73.613 | 73.617 | 73.621 |
Tarieven | |||||||
Regiotarief (facilitair) | 195 | 210 | 228 | 228 | 228 | 228 | 228 |
Tevredenheid | |||||||
Klanttevredenheid | n.v.t. | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden | Tevreden |
Tevredenheid specifieke dienstverlening | 7,6 | 7,0 | 7,0 | 7,0 | 7,0 | 7,0 | 7,0 |
Medewerkerstevredenheid | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. |
Doorlichting gepland c.q. |
Toelichting
Generiek deel
Omzet per productgroep
De productgroep Generiek is een afgesproken pakket producten en diensten dat wordt afgenomen waarvoor een vaste prijs per vaste verrekeneenheid wordt betaald. De prijs (p) en hoeveelheid (q) staan in principe gedurende het jaar vast.
De productgroep Specifiek heeft betrekking op producten en diensten waarvoor de opdrachtgever afhankelijk van de afgenomen hoeveelheid een prijs per product/dienst betaalt (vb. catering, extra beveiliging, overig vervoer) en/of producten en diensten waarover tussen opdrachtgever en opdrachtnemer aparte afspraken worden gemaakt (vb. uitvoering van maatwerkprojecten).
Saldo van baten en lasten (%)
Het saldo baten en lasten van 0% geeft een sluitende begroting weer.
Specifiek deel
Verhouding generiek versus specifieke dienstverlening
Dit is het aandeel van de omzet van de generieke dienstverlening op de totale omzet versus het aandeel van de omzet van de specifieke dienstverlening in de totale omzet.
Personele- en materiële kosten als % van de totale kosten
Dit betreft de procentuele verhouding van de respectievelijk de personele en materiële kosten in de totale lasten. Het aandeel van de personele kosten in de totale kosten laat een lichte stijging zien. Dit komt met name door de personele inzet voor de uitvoering van projecten.
Apparaatskosten
De apparaatskosten hebben betrekking op de personele kosten en de materiële kosten exclusief de inkoopkosten voor de dienstverlening. De toename is het gevolg van de loonontwikkeling en de extra dienstverlening waardoor meer inzet van personeel benodigd is.
Regiotarief (facilitair)
De verrekeningsystematiek voor de generieke dienstverlening is een tarief per m2 bruto vloeroppervlak. Het regiotarief geldt voor de kantoorpanden in het verzorgingsgebied van FMH. Specialty panden en panden waar FMH beperkte dienstverlening levert zijn uitgesloten. Het vastgestelde tarief voor 2023 bedraagt € 218 per m2 BVO. De tariefstijging ten opzichte van 2023 is het gevolg van de verwachte loonprijsontwikkeling van gemiddeld 4,7%.
Klanttevredenheid
FMH meet de klantevredenheid en klantbeleving door middel van activity based, product based en continu metingen. Door deze metingen kan FMH sneller inspelen op de klantbehoeften.
Inleiding
SSC-ICT is partner van en voor het Rijk. Samen met zeven ministeries werkt SSC-ICT aan een eigentijdse en compacte Rijksdienst. Naast de werkplekautomatisering wordt gewerkt aan het beheer van applicaties, housing en hosting, en ICT-infrastructuren voor rijksgebouwen en tijdens evenementen. Ruim 40.000 ambtenaren werken via de ICT-omgeving. Ambtenaren werken steeds vaker hybride, waarbij ze zowel in rijksgebouwen als vanuit huis werken.SSC-ICT beheert verder ruim 2.000 applicaties en ondersteunt internationale missies.
In 2024 continueert SSC-ICT de in 2022 in gang gezette transformatie in relatie tot de I-strategienota Rijk 2021-2025. SSC-ICT werkt in dat kader verder aan belangrijke speerpunten voor de komende jaren. Dit betreft het verhogen van de klantgerichtheid en het verbeteren van de digitale weerbaarheid. Maar ook het moderniseren van de dienstverlening zoals het ondersteunen van het hybride werken en het incorporeren van het Cloud-beleid Rijk alsmede het (door)ontwikkelen van de organisatie(cultuur) en talent.
Staat van baten en lasten
Stand Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
- Omzet | 323.685 | 324.405 | 372.174 | 387.688 | 403.721 | 413.556 | 423.657 |
waarvan omzet moederdepartement | 92.410 | 89.727 | 102.939 | 107.230 | 111.665 | 114.385 | 117.179 |
waarvan omzet overige departementen | 230.479 | 233.778 | 268.202 | 279.382 | 290.936 | 298.023 | 305.303 |
waarvan omzet derden | 796 | 900 | 1.033 | 1.076 | 1.120 | 1.147 | 1.175 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 107 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 323.792 | 324.405 | 372.174 | 387.688 | 403.721 | 413.556 | 423.657 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 273.377 | 292.440 | 324.425 | 338.809 | 353.850 | 362.691 | 371.779 |
- Personele kosten | 143.392 | 160.272 | 169.000 | 177.788 | 187.033 | 193.205 | 199.581 |
waarvan eigen personeel | 89.398 | 98.057 | 108.565 | 114.211 | 120.150 | 124.115 | 128.210 |
waarvan inhuur externen | 51.988 | 56.881 | 55.069 | 57.932 | 60.945 | 62.956 | 65.034 |
waarvan overige personele kosten | 2.006 | 5.334 | 5.366 | 5.645 | 5.938 | 6.134 | 6.337 |
- Materiële kosten | 129.985 | 132.168 | 155.425 | 161.021 | 166.817 | 169.486 | 172.198 |
waarvan apparaat ICT | 107.291 | 108.294 | 126.322 | 130.870 | 135.581 | 137.750 | 139.954 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 21.190 | 20.858 | 21.864 | 22.651 | 23.466 | 23.842 | 24.223 |
waarvan overige materiële kosten | 1.504 | 3.016 | 7.240 | 7.500 | 7.770 | 7.895 | 8.021 |
Rentelasten | 441 | 0 | 799 | 828 | 858 | 872 | 886 |
Afschrijvingskosten | 42.294 | 43.515 | 47.109 | 48.051 | 49.012 | 49.993 | 50.992 |
- Materieel | 37.496 | 35.682 | 39.276 | 40.062 | 40.863 | 41.680 | 42.514 |
waarvan apparaat ICT | 37.496 | 35.682 | 39.276 | 40.062 | 40.863 | 41.680 | 42.514 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Immaterieel | 4.798 | 7.833 | 7.833 | 7.990 | 8.149 | 8.312 | 8.479 |
Overige lasten | 5.496 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 4.735 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 761 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 321.608 | 335.955 | 372.334 | 387.688 | 403.721 | 413.556 | 423.657 |
Saldo van baten en lasten uit alle activiteiten1 | 2.184 | ‒ 11.550 | ‒ 160 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten na belastingen2 | 2.181 | ‒ 11.550 | ‒ 160 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Programmakosten transitie SSC-ICT3 | 6.984 | 11.550 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Programmakosten transformatie SSC-ICT | 2.837 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten uit reguliere activiteiten4 | 12.002 | 0 | ‒ 160 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Voor de Ontwerpbegroting 2024 is uitgegaan van de Jaarrekening 2022, de begroting 2023, het CAO akkoord 2022 en de ontwikkelingen binnen het dienstverleningspakket die effect hebben op de meerjaren begroting van SSC-ICT.
Lasten
Personele kosten
De personele kosten omvatten alle personele uitgaven van de ambtenaren in dienst, gedetacheerde ambtenaren, kosten van uitzendkrachten en inhuur van externen. De stijging in de loonkosten ambtelijk personeel is, naast de effecten van het CAO akkoord 2022, het gevolg van de verdere invulling van de personele bezetting in 2024 en inflatie. Met deze invulling, zowel op kwantitatief als op kwalitatief niveau, wil SSC-ICT de continuïteit van de dienstverlening waarborgen. In het meerjaren perspectief staat het aandeel externen in verhouding met de verwachte stijging bij het eigen personeel. Als gevolg van de blijvende vraag naar specialistische ICT kennis, mede als gevolg van het dalende aanbod van ICT personeel op de arbeidsmarkt, zal externe expertise blijvend noodzakelijk zijn.
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan voor een belangrijk deel uit de directe inkoopkosten van de dienstverlening, zoals kosten voor de (reguliere) ICT-werkplek en hosting van applicaties. Daarnaast vallen de kosten voor huisvesting en de servicekosten BZK onder deze post. Voor 2024 wordt een verdere groei verwacht in de levering van producten en diensten binnen het verzorgingsgebied. Daarnaast is de verwachting dat als gevolg van inflatie en soms langere levertijden door tekorten aan onderdelen de marktprijzen de komende jaren zullen stijgen. Dit zorgt van een stijging van 9% in de verwachte kosten voor 2024.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten hebben betrekking op investeringen in hard- en software en overige materiële vaste activa. De voor de generieke en gemeenschappelijke basisdienstverlening en basisplusdienstverlening benodigde activa zijn in eigendom bij SSC-ICT. Door het achterblijven van investeringen in voorgaande jaren vallen de afschrijvingskosten lager uit.
Kasstroomoverzicht
Stand slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 2.631 | 14.397 | 17.412 | 30.082 | 31.362 | 25.632 | 17.497 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 320.135 | 324.405 | 372.174 | 387.688 | 403.721 | 413.556 | 423.657 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 261.717 | ‒ 292.440 | ‒ 324.425 | ‒ 338.809 | ‒ 353.850 | ‒ 362.691 | ‒ 371.779 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 58.418 | 31.965 | 47.748 | 48.880 | 49.870 | 50.864 | 51.878 |
-/- totaal investeringen | ‒ 44.660 | ‒ 60.000 | ‒ 76.602 | ‒ 55.000 | ‒ 60.000 | ‒ 60.000 | ‒ 60.000 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 761 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 43.899 | ‒ 60.000 | ‒ 76.602 | ‒ 55.000 | ‒ 60.000 | ‒ 60.000 | ‒ 60.000 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | ‒ 17.676 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 13.000 | 11.550 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 34.992 | ‒ 40.500 | ‒ 35.078 | ‒ 50.600 | ‒ 50.600 | ‒ 60.000 | ‒ 60.000 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 34.820 | 60.000 | 76.602 | 58.000 | 55.000 | 61.000 | 60.000 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | ‒ 4.848 | 31.050 | 41.524 | 7.400 | 4.400 | 1.000 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 12.302 | 17.412 | 30.082 | 31.362 | 25.632 | 17.497 | 9.375 |
Toelichting
De belangrijkste ontwikkeling qua kaseffect, zijn de verwachte investeringen in hard- en software. Het gaat hierbij om periodieke vervanging persoonlijke mobiele apparatuur, netwerkapparatuur in het Overheid Data Centrum Rijswijk, servers en licenties. Tevens betreft het de vervanging van technische verouderde systemen.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Stand Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 980,5 | 1.040 | 1.114 | 1.144 | 1.144 | 1.144 | 1.144 |
Aantal externe fte's in % van totale fte's | 23,4% | ||||||
Saldo van baten en lasten (%) | 0,7% | ‒ 4,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Klanttevredenheid (KTO) | n.b. | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 |
Gebruikerstevredenheid beleving (GTO) | 7,2 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 |
Medewerkertevredenheid (MTO) | n.b. | 7 | 7 | 7 | |||
Kostprijs | |||||||
Digitale werkplekomgeving basis | 850 | 884 | 955 | 993 | 1.033 | 1.074 | 1.117 |
Digitale werkplekomgeving online | 595 | 619 | 681 | 708 | 736 | 766 | 797 |
Digitale werkplekomgeving light | 270 | 281 | 351 | 365 | 380 | 395 | 411 |
Basisinrichting kantoorpand | 66 | 69 | 71 | 74 | 77 | 80 | 84 |
Fat client DWR special | 845 | 879 | 914 | 951 | 989 | 1.028 | 1.069 |
Kiosk PC incl. monitor | 750 | 780 | 780 | 811 | 844 | 877 | 912 |
Omzet per productgroep (PxQ) (bedragen x € 1.000) | |||||||
Generiek | 8.839 | 9.732 | 11.344 | 11.631 | 12.112 | 12.407 | 12.710 |
Gemeenschappelijk | 280.823 | 278.988 | 325.182 | 333.412 | 347.200 | 355.658 | 364.345 |
Klantspecifiek | 34.023 | 35.685 | 41.593 | 42.646 | 44.409 | 45.491 | 46.602 |
Totaal | 323.685 | 324.405 | 378.119 | 387.688 | 403.721 | 413.556 | 423.657 |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||||
Beschikbaarheid kernsystemen | 99,6% | 99,50% | 98,00% | 98,00% | 98,00% | 98,00% | 98,00% |
Grote incidenten | 56 | 75 | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 |
Geleverd binnen gestelde termijn | n.b. | 95,0% | 90,0% | 90,0% | 90,0% | 90,0% | 90,0% |
Life Cycle Management hard- en software (hardware) | 90,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% |
Life Cycle Management software hard- en software (software) | 90,7% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% | 80,0% |
Doorlichting uitgevoerd cq gepland | 2024 |
Toelichting
Generiek deel
FTE
Fte totaal betreft de maximale bezetting van ambtelijk personeel welke benodigd is voor continuering van de dienstverlening. Hierbij is 1,0 fte gelijk aan een aanstelling van 36,0 uur per week.
Saldo van baten en lasten
Het saldo van baten en lasten dient minimaal nihil te zijn. Dit betreft het verschil tussen de inkomsten en uitgaven van SSC-ICT, voor zover afkomstig uit reguliere financiële activiteiten, zoals inkomsten op basis van standaard leveringsafspraken met afnemers, maatwerkopdrachten en personele- en materiele uitgaven.
Klanttevredenheid
SSC-ICT streeft naar een volwassen opdrachtgevers-opdrachtnemers relatie. Om de tevredenheid van de belanghebbenden van SSC-ICT in beeld te krijgen worden periodiek metingen verricht. Dit betreft de tevredenheid van de belanghebbenden/opdrachtgevers en klanten in de klantcontacten met SSC-ICT. Dit staat los van de tevredenheid die gemeten wordt bij gebruikers. Deze belanghebbenden/opdrachtgevers en klanten hebben contact met SSC-ICT medewerkers op verschillend strategisch/tactische lagen in de organisatie. De norm voor 2024 voor dit onderzoek is minimaal een 7.
Gebruikerstevredenheid
SSC-ICT streeft naar een actueel beeld van de tevredenheid van de eindgebruikers over de kwaliteit van de geleverde dienstverlening. Dit betreft de beoordeling door de eindgebruikers van de gehele dienstverlening van SSC-ICT, in de context waar Shared Service Organisaties voor in het leven zijn geroepen. Tien keer per jaar wordt één tiende deel van de eindgebruikers bevraagd middels een enquête waarin deze vraag is opgenomen. In de maanden augustus en december vindt er geen gebruikers tevredenheidsonderzoek plaats vanwege de vakanties in die maanden en de daarbij gepaarde lage respons. De norm voor dit onderzoek is een 7.
Medewerkerstevredenheid
SSC-ICT wil een goede werkgever zijn, waarin plezier, betrokkenheid en ontwikkeling van haar medewerkers voorop staan. In periodieke metingen wordt dat beeld binnen de organisatie opgehaald. Dit betreft een tweejaarlijks onderzoek. In 2024 zal geen medenwerkerstevredenheidsonderzoek worden uitgevoerd.
Kostprijs
De gepresenteerde tarieven zijn voorlopig en gebaseerd op de tarieven zoals deze zijn opgenomen in de Producten- en dienstencatalogus (PDC) SSC-ICT 2023, inclusief een prijsstijging, welke varieert per product. De tarieven voor 2024 zijn op het moment van verschijnen van deze begroting nog niet definitief vastgesteld.
De persoonlijke digitale werkomgeving rijk (DWR) wordt hier weergegeven in drie aparte voorzieningen, namelijk: Basis, Online en Light. Basis betreft de volledige Windowsomgeving met basisfunctionaliteiten en – applicaties. Online betreft de digitale werkplek op Cloudbook, Kiosk PC of een eigen apparaat in combinatie met een geheime toegangscode. Light betreft de digitale werkomgeving met beperkte functionaliteiten, voornamelijk voor tablets en mobiele telefoons.
De inrichting Kantoorpanden Basisdiensten, conform de Rijks Producten- en Diensten catalogus Pand-gebonden ICT-diensten in het Rijkskantoor wordt verrekend per m². Iedere rijksambtenaar van elke rijksoverheidsorganisatie kan gebruik maken van deze pand-gebonden ICT-voorzieningen. Dit betreft o.a. werkplek- en afdrukdiensten, LAN- en wifiverbinding, telefonie en video vergader- en presentatiefaciliteiten.
De Fat Client Digitale Werkomgeving Rijk DWR Basis welke is geïnstalleerd op een desktop computer. Het komt voor dat bepaalde applicaties niet aangeboden kunnen worden op de Digitale Werkomgeving Online (Citrix). Ook komt het voor dat er speciale randapparatuur nodig is voor een specifiek informatiesysteem. Voor deze gevallen is er een Fat Client beschikbaar.
Omzet
De totale omzet betreft de geraamde kostendekkende opbrengsten welke grotendeels worden gerealiseerd op basis van financiële afspraken met de klanten. Deze worden per afnemer binnen het verzorgingsgebied van SSC-ICT vastgelegd in het Dossier Financiële Afspraken (DFA). De verwachte totale omzet per product/dienst 2024 betreft de begroting gebaseerd op de jaarrekening 2022, begroting 2023 en de ontwikkelingen in de dienstverlening die effect hebben de (meerjaren) begroting van SSC-ICT.
Specifiek deel
Beschikbaarheid kernsystemen
SSC-ICT streeft naar een hoge beschikbaarheid van haar dienstverlening. Om de basis dienstverlening te kunnen garanderen zijn twintig kernsystemen en kerndiensten gedefinieerd waarvoor een hoge beschikbaarheid gewenst is. Deze kernsystemen zijn voorwaardelijk voor de werkzaamheden van 40.000 Rijksambtenaren. De twintig kernsystemen/diensten zijn gegroepeerd over vier categorieën. Over deze categorieën wordt de beschikbaarheid gerapporteerd. Met andere woorden, als een van de kernsystemen uit een van deze vier categorieën uitvalt, gaat de beschikbaarheid van die specifieke categorie naar beneden. Voor alle kernsystemen geldt een beschikbaarheidsnorm van 98,0%.
Grote incidenten
SSC-ICT streeft naar een minimaal aantal grote incidenten (storingen) om de beschikbaarheid van de dienstverlening zo optimaal mogelijk te houden. Dit betreft het totaal aantal grote incidenten vanaf het begin van het kalenderjaar. Een groot incident wordt als zodanig gedefinieerd als de urgentie (intolerantie van uitstel), de impact (hoeveel gebruikers zijn geraakt) en het escalatierisico (verspreiding) hoog zijn. De norm is maximaal 45 grote incidenten per jaar.
Levertijd standaard diensten
SSC-ICT levert standaard diensten conform afgesproken niveaus van dienstverlening. Dit betreft de doorlooptijd van aanvragen voor voorzieningen die in de PDC van SSC-ICT genoemd staan onder «Servicegroep Rijkswerkomgeving» met een afgesproken maximale levertijd. De norm is dat 90% van de aanvragen binnen de streeftijd is geleverd.
Hardware in support
SSC-ICT wil veroudering van infrastructuur componenten voorkomen. De norm voor 2024 is dat 80% van de gedefinieerde en geregistreerde hardware in support is. Meting vindt plaats voor netwerkcomponenten, servers en storage.
Software in support
SSC-ICT zorgt voor een veilige werkomgeving. Dit betreft het percentage softwarecomponenten waarvoor de leverancier security up-dates (support) levert. Per applicatielandschap is gedefinieerd welke servers daar aan gekoppeld zijn. Per server is inzichtelijk welke software componenten daar op draaien en tot wanneer zij in support zijn. De norm voor 2024 is 90%.
Inleiding
Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) is de vastgoedorganisatie van en voor de Rijksoverheid en is verantwoordelijk voor het beheer en de instandhouding van de grootste en meest diverse vastgoedportefeuille van Nederland. Deze portefeuille bestaat uit 82.615 hectare grond en 11,7 miljoen m² gebouwen. Het gaat onder meer om de rijkskantoren, paleizen, justitiële inrichtingen, gerechtsgebouwen, defensiegebouwen en -terreinen, en de agrarische gronden van de Staat. Het RVB verzorgt onder andere:
– de Rijkshuisvesting via kantoren en specialties;
– de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het ministerie van Algemene Zaken (AZ), de huisvesting van het Koninklijk Huis voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat en de instandhouding van monumenten in beheer van het RVB;
– het onderhoud aan en beheer van Defensiegebouwen en terreinen;
– projectontwikkeling en nieuwbouw voor Defensie;
– de doelmatige verkoop van overtollig Rijksvastgoed en/of geeft dit waar mogelijk in gebruik bij derden;
– uitgifte in pacht van gronden en de inzet van gronden voor stikstofproblematiek, maatschappelijke doelen en duurzaamheid;
– de vertegenwoordiging namens het Rijk bij gebiedsontwikkelingsprojecten waarbij meervoudige Rijksdoelstellingen aanwezig zijn;
– de bijdrage aan urgente opgaven in het ruimtelijk domein;
– de inzet van gronden en vastgoed voor maatschappelijke opgaven.
De kernopdracht van het RVB is enerzijds het bedienen van de opdrachtgevers voor haar huisvestingswerkzaamheden en anderzijds het Rijksbrede privaatrechtelijke beheer van gronden en gebouwen namens de Staat. In het regeerakkoord is er op het gebied van de huisvestingswerkzaamheden een omvangrijke extra opgave bijgekomen. Denk aan het voornemen tot concentratie en verduurzaming van het defensievastgoed en de revitalisering van de gevangenissen. Er is een programma opgestart om hierin te voorzien.
De door het RVB uitgerolde vastgoedportefeuillestrategie, waarbij oog is voor planmatige verduurzaming, draagt bij aan een toekomstbestendige vastgoedportefeuille die bestand is tegen snelle en soms onvoorspelbare schommelingen in de vraag naar vastgoed. Door een strategische samenstelling en opbouw van onze vastgoedportefeuille is het RVB voorbereid op toekomstige ontwikkelingen. De portefeuille draagt daarmee op een effectieve en efficiënte manier bij aan financieel en maatschappelijk rendement voor het Rijk.
In maart 2023 heeft de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) de Tweede Kamer geïnformeerd2over de nieuwe opdracht om Rijksvastgoed (gronden en gebouwen) meer strategisch in te zetten voor uitvoering van de doelen van het Kabinet en hiermee een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke opgaven. In dit kader wordt door de verschillende beleidsdepartementen in toenemende mate een beroep gedaan op het RVB. Om ervoor te zorgen dat deze nieuwe opgaven zelfstandig kunnen worden opgepakt, is per 1 mei 2023 de directie Gebieds- en Vastgoedontwikkeling (GVO) ingericht.
De nieuwe opgaven dragen onder meer bij aan de woningbouwopgave. Door het leveren van expertise en de inzet van Rijksgronden op het juiste moment en op de juiste plek om gebiedsontwikkelingen (met woningbouw) te realiseren. Het RVB is daarbij de vertegenwoordiger namens het Rijk bij gebiedsontwikkelingsprojecten waarbij meervoudige Rijksdoelstellingen aanwezig zijn. Tevens onderzoekt het RVB in het kader van de woningbouwopgave in hoeverre functiemix (kantoor- en woningfunctie) mogelijk is in haar Rijkskantoren. Inzet van Rijksvastgoed bij maatschappelijke opgaven richt zich daarnaast op de inzet van rijksgronden voor de energietransitie en als compensatiegrond om verplaatsing van boeren bij infraprojecten mogelijk te maken. Tot slot stelt het RVB, waar mogelijk, Rijksvastgoed beschikbaar voor de opvang van vluchtelingen.
Het RVB werkt vraaggestuurd. De vraag neemt door de hiervoor genoemde ontwikkelingen, maar ook door externe ontwikkelen zoals het hybride werken, de komende jaren flink toe. Daarom is het van belang om als RVB evenwicht te behouden in de vraag vanuit opdrachtgevers en de te leveren producten en diensten (aanbod) van het RVB. Er worden hiervoor onder andere maatregelen genomen op het gebied van zakelijker samenwerken, sourcingstrategie en capaciteit (zowel behouden als werven van personeel).
Het RVB spant zich in om een aantrekkelijke werkgever te zijn, maar behoud en uitbreiding van de capaciteit is in het licht van de huidige, zeer gespannen arbeidsmarkt complex. Deze spanning is met name terug te zien bij het vervullen van technische vacatures, maar ook bij meer specialistische profielen, zoals op het terrein van ICT.
Het RVB maakt de omslag naar een meer datagericht werkende organisatie. Er is een I-strategie ontwikkeld waarvan de implementatie in 2023 is gestart. Hiermee zetten we stappen om informatievoorziening verder te integreren in onze primaire processen. Dit biedt nieuwe mogelijkheden om efficiënter en effectiever te werken, onder andere door betere en actuelere beschikbaarheid van informatie en gebruik te maken van slimme technologie. Het kunnen uitvoeren van de I-strategie vraagt om meerjarige investeringen om alle aspecten goed in te kunnen vullen.
Staat van baten en lasten
Stand Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
- Omzet | 1.274.003 | 1.366.843 | 1.430.266 | 1.518.147 | 1.563.155 | 1.682.962 | 1.703.297 |
waarvan omzet moederdepartement | 193.617 | 169.300 | 207.555 | 210.560 | 209.817 | 240.245 | 236.512 |
waarvan omzet overige departementen | 977.488 | 1.109.236 | 1.146.567 | 1.227.651 | 1.269.985 | 1.334.318 | 1.361.377 |
waarvan omzet derden | 102.898 | 88.307 | 76.144 | 79.936 | 83.353 | 108.399 | 105.408 |
Rentebaten | 1.337 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 96.414 | 103.295 | 161.613 | 170.059 | 173.476 | 176.353 | 183.933 |
Totaal baten | 1.371.754 | 1.470.138 | 1.591.879 | 1.688.206 | 1.736.631 | 1.859.315 | 1.887.230 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 339.027 | 377.733 | 425.510 | 430.365 | 431.704 | 429.964 | 429.964 |
- Personele kosten | 269.267 | 292.491 | 338.736 | 341.688 | 339.974 | 339.974 | 339.974 |
waarvan eigen personeel | 225.673 | 248.115 | 283.436 | 287.784 | 286.815 | 286.815 | 286.815 |
waarvan inhuur externen | 42.420 | 44.377 | 55.300 | 53.904 | 53.159 | 53.159 | 53.159 |
waarvan overige personele kosten | 1.174 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Materiële kosten | 69.760 | 85.241 | 86.774 | 88.677 | 91.730 | 89.990 | 89.990 |
waarvan apparaat ICT | 33.018 | 24.054 | 14.390 | 16.293 | 19.346 | 19.346 | 19.346 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 0 | 36.410 | 47.761 | 47.761 | 47.761 | 46.021 | 46.021 |
waarvan overige materiële kosten | 36.742 | 24.777 | 24.623 | 24.623 | 24.623 | 24.623 | 24.623 |
Rentelasten | 82.604 | 90.584 | 88.192 | 112.165 | 128.385 | 156.274 | 167.291 |
Afschrijvingskosten | 366.947 | 431.351 | 457.712 | 515.080 | 542.090 | 606.063 | 615.638 |
- Materieel | 366.947 | 431.351 | 457.712 | 515.080 | 542.090 | 606.063 | 615.638 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 366.947 | 431.351 | 457.712 | 515.080 | 542.090 | 606.063 | 615.638 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 579.087 | 570.470 | 620.465 | 630.596 | 634.451 | 667.014 | 674.337 |
waarvan dotaties voorzieningen | 700 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 578.387 | 570.470 | 620.465 | 630.596 | 634.451 | 667.014 | 674.337 |
Totaal lasten | 1.367.665 | 1.470.138 | 1.591.879 | 1.688.206 | 1.736.630 | 1.859.315 | 1.887.230 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 4.089 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | ‒ 89 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 4.178 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet
Omzet moederdepartement
Het ministerie van BZK betaalt de kosten voor een aantal taken aan het RVB. Het gaat met name om de kosten van:
– het leveren van ondersteuning aan BZK en de uitvoering van het rijksbeleid gerelateerd aan de Rijkshuisvesting;
– het apparaat om de uitvoering van het beheer van materiële activa mogelijk te maken;
– huisvesting voor de Hoge Colleges van Staat, het ministerie van AZ, de staatspaleizen en het ministerie van BZK.
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen omvat opbrengsten voor geleverde producten en diensten aan departementen. Het gaat daarbij met name om ontvangen gebruiksvergoedingen voor kantoren en specialties. Op basis van de overeengekomen huurprijsmethodiek brengt het RVB een gebruiksvergoeding in rekening. In de ramingen van de gebruiksvergoeding is onder meer rekening gehouden met oplevering van projecten vanuit de geactualiseerde masterplannen, het afsluiten van nieuwe contracten en met de verwachte beëindiging van contracten.
Voor wat betreft de dienstverlening aan het ministerie van Defensie is alleen de vergoeding vanuit Defensie voor de apparaatsinzet van het RVB opgenomen, omdat de programmagelden niet tot de omzet mogen worden gerekend.
In komende jaren is sprake van een stijgende lijn die samenhangt met uitbreidingen in de vastgoedportefeuille en een stijging van de tarieven als gevolg van vervangingsinvesteringen.
Omzet derden
Deze omzet betreft de baten uit verhuur aan musea en internationale organisaties, de baten vanuit de verkoop van onroerend goed en de inkomsten vanuit de exploitatie van een aantal bijzondere objecten zoals parkeergarages. Ook wordt rekening gehouden met afnemerszaken die extern worden gefactureerd en omzet gerelateerd aan gebiedsontwikkeling.
Rentebaten
Dit betreft de baten voorzien vanuit de rekening courantverhouding met het ministerie van Financiën.
Bijzondere baten
Dit betreft met name het deel van de apparaatsinzet bij projecten dat wordt geactiveerd.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
Dit betreft de kosten van het eigen apparaat, met name van salaris- en opleidingskosten van eigen personeel en inzet van externe inhuur. Voor de komende jaren is rekening gehouden met extra inzet van personeel om tegemoet te komen aan de extra vraag naar capaciteit, vooral bij de uitvoering van projecten.
Materiële kosten
Deze kosten betreffen met name de kosten voor de eigen huisvesting en van het eigen ICT-gebruik. De bijdrage aan de SSO’s omvat zowel ICT kosten als kosten voor de eigen huisvesting van het RVB. In de begroting is rekening gehouden met hogere uitgaven als gevolg van het insourcen van I-functie onderdelen, uitvoering van het programma DIT (onderhouds managementsysteem) en extra investeringen in het kader van de nieuwe I-strategie en informatiebeveiliging.
Rentelasten
De rentelasten vloeien voort uit investeringen en zijn geraamd op basis van de afgesloten en nog af te sluiten leningen met het ministerie van Financiën voor Rijkshuisvesting (masterplannen kantoren en huisvestingsbehoefte voor specialties) en Kader Overname Rijksvastgoed (KORV)- en ontwikkelprojecten. Daarnaast is rente opgenomen op Design, Build, Finance, Maintain and Operate (DBFMO)-contracten. De stijging van de verwachte rentelasten is een gevolg van nieuw opgeleverde investeringsprojecten voor Rijkshuisvesting, inclusief de daarbij behorende DBFMO-contracten.
Afschrijvingskosten
Dit betreft met name de afschrijvingen op geactiveerde waarden van objecten, voortvloeiend uit investeringen vanuit masterplannen kantoren en huisvestingsbehoeften voor specialties. De afschrijvingstermijnen zijn afhankelijk van de categorieën: grond/terreinen 0 jaar, erfpacht 5-100 jaar, gebouwen 15-60 jaar, vervoermiddelen 4-6 jaar en inventaris 3-15 jaar. Ook hier nemen de kosten nemen toe als gevolg van nieuwe opleveringen en vervangingsinvesteringen voor Rijkshuisvesting.
Overige lasten
De bijzondere lasten hebben vooral betrekking op de primaire processen van het RVB. In de volgende tabel is een specificatie opgenomen.
Realisatie 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Markthuren | 146.641 | 156.614 | 150.631 | 142.904 | 134.798 | 134.303 | 134.303 |
DBFMO-lasten | 97.133 | 121.831 | 119.353 | 133.323 | 136.258 | 159.496 | 162.431 |
Onderhoud rijkshuisvesting | 131.426 | 117.500 | 125.123 | 125.123 | 125.123 | 125.123 | 125.123 |
Belastingen en heffingen | 24.659 | 26.837 | 28.328 | 28.990 | 29.436 | 29.882 | 29.882 |
Energielasten | 28.835 | 53.000 | 48.440 | 49.638 | 50.299 | 51.383 | 51.383 |
Ontwikkeling en verkoop OG | 3.727 | 5.000 | 6.000 | 13.000 | 18.000 | 28.000 | 28.000 |
Onderhoud DVO's | 23.494 | 23.000 | 25.578 | 25.578 | 25.578 | 25.578 | 25.578 |
Servicekosten inhuurpanden | 20.661 | 23.467 | 26.989 | 26.989 | 26.989 | 26.989 | 26.989 |
Facilitaire kosten leegstand | 2.371 | 10.907 | 10.236 | 10.236 | 10.236 | 10.236 | 10.236 |
Direct verrekenen | 52.305 | 15.138 | 19.204 | 11.541 | 10.913 | 5.216 | 5.220 |
Overige bijzondere lasten | 145.966 | 17.176 | 60.583 | 63.274 | 66.821 | 70.808 | 75.192 |
Totaal overige lasten | 564.862 | 570.470 | 620.465 | 630.596 | 634.451 | 667.014 | 674.337 |
Toelichting Overige lasten
Markthuren
Deze post betreft de huren die het RVB aan de markt betaalt. Het beleid is erop gericht departementen en diensten zo veel mogelijk in eigendomsobjecten te huisvesten. Hierdoor nemen de vierkante meters aan gehuurde huisvesting en de daarmee samenhangede kosten af.
DBFMO-lasten
Dit betreft de lasten van lopende en nieuwe DBFMO-contracten met marktpartijen. In principe wordt het investeringsdeel (Design - Build - Finance) van deze lasten omgerekend naar rente en afschrijving en aldaar opgenomen. De verwachte toename ten opzichte heeft betrekking op de oplevering van een tweetal nieuwe contracten.
Onderhoud
Deze post betreft de kosten voor onderhoud en instandhouding van gebouwen en terreinen voor de Rijkshuisvestingsportefeuille. Voor een belangrijk deel van de activiteiten zijn op basis van aanbestedingen meerjarige contracten met de markt afgesloten. Voor de komende jaren wordt rekening gehouden met stijgende onderhoudslasten, vooral als gevolg van marktontwikkelingen.
Belastingen en heffingen
Deze post betreft met name de onroerendezaakbelasting en de waterschapslasten over de eigen voorraad onroerend goed die het RVB inzet voor Rijkshuisvesting.
Energielasten
Dit betreft de energielasten in de kantorenportefeuille bij de Rijkshuisvesting. Deze kosten worden bij de departementen in rekening gebracht via het regiotarief. Op grond van de huidige prijsontwikkelingen op de energiemarkt is in deze begroting rekening gehouden met een daling van de kosten voor energie ten opzichte van 2023.
Ontwikkeling en verkoop onroerend goed
Dit betreft de kosten van ingekocht onroerend goed binnen het KORV en de restant boekwaarde van verkochte eigen gebouwen en terreinen (niet KORV).
Onderhoud dienstverleningsovereenkomst (DVO)
Dit betreft de onderhoudskosten die buiten het normale tarief vallen en voortvloeien uit dienstverleningsovereenkomsten.
Servicekosten leegstand
Dit betreffen de servicekosten voor de aangehuurde panden.
Facilitaire kosten leegstand
Deze kosten hebben betrekking op de facilitaire kosten voor panden die niet in gebruik zijn.
Direct verrekenen
Deze post heeft vooral betrekking op kleine investeringen die direct worden gefactureerd aan de klant.
Overige bijzondere lasten
De overige lasten hebben vooral betrekking op onderhanden werk (OHW) en onderhanden projecten (OHP), en de verwerking van vastgoed- en projectrisico’s.
Kasstroomoverzicht
Stand slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 412.515 | 303.182 | 363.162 | 360.343 | 362.146 | 358.715 | 348.011 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 2.517.985 | 2.343.253 | 2.470.509 | 2.556.438 | 2.609.980 | 2.721.383 | 2.763.099 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 2.037.941 | ‒ 1.911.902 | ‒ 2.062.444 | ‒ 2.094.596 | ‒ 2.126.362 | ‒ 2.181.065 | ‒ 2.217.706 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 480.044 | 431.351 | 408.066 | 461.842 | 483.618 | 540.318 | 545.393 |
-/- totaal investeringen | ‒ 799.785 | ‒ 772.000 | ‒ 802.562 | ‒ 822.822 | ‒ 804.003 | ‒ 706.608 | ‒ 709.690 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 40.723 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 759.062 | ‒ 772.000 | ‒ 802.562 | ‒ 822.822 | ‒ 804.003 | ‒ 706.608 | ‒ 709.690 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | ‒ 12.624 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 333.015 | ‒ 371.372 | ‒ 410.885 | ‒ 460.039 | ‒ 487.049 | ‒ 551.021 | ‒ 560.597 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 796.828 | 772.000 | 802.562 | 822.822 | 804.003 | 706.608 | 709.690 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 451.189 | 400.628 | 391.677 | 362.783 | 316.954 | 155.586 | 149.093 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 584.686 | 363.162 | 360.343 | 362.146 | 358.715 | 348.011 | 332.807 |
Toelichting op het Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht geeft aan hoeveel kasmiddelen beschikbaar zijn gekomen of naar verwachting zullen komen en op welke wijze gebruik is, of zal worden gemaakt van deze middelen.
Operationele kasstroom
De operationele kasstromen zijn aanzienlijk hoger dan de inkomsten en uitgaven in de baten-lastenbegroting. Deze kasstromen zijn namelijk inclusief de dienstverlening aan Defensie, de kasstromen vanuit de kas-verplichtingenbegroting en de werkzaamheden buiten begrotings-verband, welke op basis van de verslaggevingsregels niet tot de omzet worden gerekend.
Investeringskasstroom
De investeringen in Rijkshuisvesting en het daaruit voortvloeiende beroep op de leenfaciliteit zijn gebaseerd op lopende en voorgenomen huisvestings- en instandhoudingsprojecten in het betreffende jaar. In het voorjaar wordt de leenfaciliteit voor dat jaar geactualiseerd. Het RVB investeert in grond en gebouwen die in de balans onder de post materiële vaste activa worden verantwoord. De stijging is een gevolg van de toenemende inzet op projecten. In de opgave voor de leenfaciliteit is rekening gehouden met lopend werk, verwachte aankopen en de investeringen in pachtboerderijen.
Financieringskasstroom
De afdrachten aan het moederdepartement betreffen, conform de Regeling Agentschappen, het surplus op het eigen vermogen. Daarnaast gaat het om de aflossing op lopende en toekomstige leningen in het kader van de Rijkshuisvesting, de overname van vastgoed van andere rijksdiensten en aflossingen op leningen voor ontwikkelprojecten.
Het beroep op de leenfaciliteit komt overeen met de investeringsstroom. De investeringen van publiek-private samenwerkingen en investeringen door het RVB in projecten die buiten de baten- en lasten vallen, zijn daarbij niet opgenomen.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Stand Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Fte-totaal (excl. Externe inhuur) | 2.362 | 2.444 | 2.682 | 2.629 | 2.620 | 2.620 | 2.620 |
Apparaat-omzetindicator | 26,6% | 29,9% | 29,8% | 28,3% | 27,6% | 25,5% | 25,2% |
Saldo baten en lasten | 4.178 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten (%) | 0,3% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Omzet per product (bedragen x € 1.000) | |||||||
Ingebruikgeving | 901.690 | 1.039.551 | 1.074.528 | 1.161.262 | 1.198.374 | 1.314.027 | 1.337.552 |
Waarvan extern | 16.908 | 14.662 | 16.584 | 16.478 | 16.373 | 16.368 | 16.368 |
In stand houden vastgoed | 199.400 | 186.422 | 197.499 | 197.499 | 197.499 | 197.499 | 197.499 |
Waarvan andere eigenaar | 44.546 | 49.430 | 46.797 | 46.797 | 46.797 | 46.797 | 46.797 |
Projectrealisatie | 115.675 | 74.667 | 80.179 | 73.626 | 73.916 | 68.485 | 66.330 |
Waarvan andere eigenaar | 48.563 | 59.529 | 60.974 | 62.085 | 63.004 | 63.269 | 61.110 |
Verkoop | 8.707 | 13.275 | 15.274 | 18.694 | 24.219 | 34.744 | 34.744 |
Expertise en advies | 48.531 | 52.928 | 62.787 | 67.066 | 69.147 | 68.208 | 67.172 |
Omschrijving specifiek deel | |||||||
Rijkshuisvestingsvoorraad x 1.000m² BVO | 5.652 | 5.163 | 5.120 | 5.164 | 5.211 | 5.273 | 5.273 |
Waarvan verhuurd | 4.993 | 4.705 | 4.683 | 4.787 | 4.798 | 4.889 | 4.889 |
Waarvan leeg frictie | 57 | 99 | 82 | 79 | 79 | 66 | 66 |
Waarvan leeg renovatie | 257 | 232 | 256 | 201 | 236 | 207 | 207 |
Waarvan leeg afstoot | 345 | 118 | 89 | 87 | 87 | 102 | 102 |
Waarvan derden | NNB | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 |
Waarvan eigendom | 4.659 | 4.302 | 4.254 | 4.352 | 4.418 | 4.467 | 4.467 |
Waarvan huur | 993 | 861 | 866 | 812 | 793 | 806 | 806 |
Indicator technische kwaliteit rijkshuisvesting | 2,07 | 2,1-2,8 | 2,1-2,8 | 2,1-2,8 | 2,1-2,8 | 2,1-2,8 | 2,1-2,8 |
Voorraad beheerde Defensieobjecten | |||||||
Gebouwen x 1.000 m² BVO | 6.005 | 5.729 | 5.950 | 5.935 | 5.828 | 5.797 | 5.797 |
Terreinen x 1.000 m² | 342.094 | 337.970 | 341.604 | 341.513 | 337.602 | 337.444 | 337.439 |
Doelmatigheid verkoop vastgoed | ‒ 4.112 | > 0 | > 0 | > 0 | > 0 | > 0 | > 0 |
Projecten binnen budget gerealiseerd | 84% | 85% | 85% | 85% | 85% | 85% | 85% |
Projecten tijdig gerealiseerd | 83% | 85% | 85% | 85% | 85% | 85% | 85% |
Productiviteit | 1.020 | 1.025 | 1.025 | 1.025 | 1.025 | 1.025 | 1.025 |
Prijsontwikkeling kantoren | |||||||
Regiotarief | |||||||
Gemiddeld kostprijstarief | 278 | 332 | 318 | ||||
Waarvan normatieve tarief- componenten per m2 eigendom* | |||||||
Apparaatskosten: ontwikkeling volgt CPI** | 21,12 | 22,95 | 23,64 | ||||
Onderhoud kantoren aangepast aan prijsontwikkelingen markt | 22,35 | 26,82 | 28,92 | ||||
Energielasten aangepast aan prijsontwikkeling markt | 18,70 | 33,65 | 37,99 | ||||
Heffingen aangepast aan prijsontwikkeling markt | 5,49 | 6,49 | 6,49 | ||||
Uurtarieven** | 123 | 134 | NTB | ||||
* Bij huurpanden gelden andere opslagen en inflatie wordt afgetopt | |||||||
** CPI is normaal gesproken de gebruikte inflatiecorrectie |
Toelichting op de doelmatigheidsindicatoren
Generiek Deel
Omzet per product
Met de producten raakt het RVB de gehele keten van de huisvesting, vanaf de initiële vraag van een afnemer tot en met de realisatie (bouw en/of verbouw), het beheer, ontwikkeling en de afstoot. Het RVB werkt vraaggestuurd. De groei van de omzet voor ingebruikgeving heeft zowel te maken met de eerder ingezette toename in de vraag naar huisvesting vanuit de departementen als met het feit dat de voorraad met nieuwe huisvesting verjongt. Daarmee is sprake van hogere afschrijvingslasten, die worden doorberekend in de tarieven. De omzet projectrealisatie bestaat uit de apparaatsdekking voor de Defensieprojecten in uitvoering en verzonden facturen voor kleine Rijksprojecten (Direct verrekenen).
Saldo baten en lasten
Het saldo van baten en lasten geeft een meerjarig, sluitend resultaatbeeld.
Specifiek Deel
Rijkshuisvestingsvoorraad in 1.000 m2 BVO
De huisvestingsvoorraad neemt de komende jaren toe en heeft zowel met de eerder ingezette toename in de vraag naar huisvesting vanuit de departementen als de inzet van vastgoed voor maatschappelijke doeleinden.
Indicator technische kwaliteit (ITK) Rijkshuisvesting
Dit betreft het gewogen gemiddelde van de technische conditie van alle gebouwen op een schaal van 1 (nieuwbouw) t/m 6 (extreem slecht). Deze conditie wordt medebepaald door de staat van het onderhoud en (vervangings)investeringen. Op grond van voorraadoverwegingen (o.a. is een pand wel/niet strategisch, blijft het wel/niet in de voorraad) worden economische afwegingen gemaakt over het uitvoeren van onderhoud en investeringen. Voor een deel van de (niet-strategische) voorraad wordt dan een lagere ITK-score geaccepteerd.
Doelmatigheid verkoop vastgoed
Doelstelling is objecten te verkopen tegen tenminste de voor gecalculeerde bedragen die in een businesscase waren opgenomen.
Projecten binnen budget gerealiseerd
Met een norm van 85% is het doel om het overgrote deel van de projecten binnen het afgesproken budget uit te voeren. De ervaring leert dat het prognosticeren van de kosten van vastgoedprojecten niet eenvoudig is, onder meer omdat de uitkomsten van aanbestedingen zich lastig laten voorspellen. Daarnaast kunnen tijdens de uitvoering van de projecten tegenvallers aan het licht komen.
Projecten tijdig gerealiseerd
De norm voor het percentage projecten tijdig gerealiseerd is sinds 2016 gestegen van 80% tot 85%. Deze norm houdt concreet in dat minder dan 15% van de projecten later wordt opgeleverd dan met de opdrachtgever is afgesproken. Een deel van de projecten kan vertragen doordat tijdens de uitvoering knelpunten aan het licht komen waar vooraf geen rekening mee is gehouden.
Productiviteit
De productiviteit geeft inzicht in de sturing op directe uren. Hoe meer directe uren worden ingezet, ofwel hoe minder indirecte/overige, hoe beter wordt gepresteerd.
Voorraad beheerde Defensieobjecten in 1.000 m2 BVO
De Defensieobjecten worden door het RVB onderhouden (instandhouding). Defensie voorziet de komende jaren een kleine krimp in haar portefeuille. Het voorgenomen Transformatie Vastgoed voor Defensie (TVvD) traject kan daarmee de komende jaren nog effect hebben op de nu opgenomen meerjarige reeks.
Regiotarief
Voor de kantoorhuisvesting worden jaarlijks drie regiotarieven vastgesteld: voor Den Haag, voor de rest van de Randstad en voor overig Nederland. Het cijfer voor 2023 geeft een indicatie van het gemiddelde tarief per vierkante meter voor komend jaar. Omdat de tarieven worden geënt op basis van een vijfjaarsgemiddelde en nu nog onvoldoende inschatting kan worden gemaakt van onder meer de ontwikkelingen na 2028 en de prijsstijgingen als gevolg van inflatie, wordt alleen een verwacht tarief voor 2024 gepresenteerd. Het definitieve tarief wordt ultimo 2023 vastgesteld na afstemming in de Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijk en Bestuurlijk Overleg RVB.
Normatieve tariefcomponenten
Naast de werkelijke gebouwgebonden investeringskosten van rente en afschrijving, bevat het regiotarief ook een viertal normatieve tariefcomponenten per m2. Dit zijn de apparaatskosten, onderhoud, energielasten en heffingen. De hier gepresenteerde cijfers over 2024 bevatten de verwachte kosten per vierkante meter.
Uurtarieven
Voor alle producten uit de Producten Diensten Catalogus waarvoor het RVB de dienstverlening levert, geldt een uurtarief. De verwachting is dat de uurtarieven in 2024 conform de CPI index zullen stijgen.
Inleiding
De Huurcommissie is een onpartijdige organisatie die meningsverschillen tussen huurder en verhuurder beslecht. Als huurders en verhuurders een geschil hebben en er onderling niet uitkomen, dan doet de Huurcommissie op verzoek van de huurder of de verhuurder een uitspraak in hun geschil. Deze zaken zijn onder te verdelen in geschillen over de puntentelling, gebreken aan de woning, de hoogte van de jaarlijkse huurverhoging en de te betalen servicekosten.
De Huurcommissie bestaat uit twee onderdelen die zich tezamen als één toegankelijke organisatie presenteert. Het Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO) zonder eigen rechtspersoonlijkheid bestaat uit een bestuur, de zittingsvoorzitters en de zittingsleden. Dit ZBO wordt ondersteund door het agentschap de Dienst van de Huurcommissie (DHC). Door de verwevenheid van het ZBO met DHC zijn de kosten van het ZBO in de begroting van de Dienst van de Huurcommissie opgenomen.
De Huurcommissie is geschillenbeslechter volgens de Implementatiewet buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten. De Huurcommissie is hiermee een Europese Alternative Dispute Resolution (ADR) instantie.
De Huurcommissie past zich continue aan haar omgeving aan met als doel binnen de gestelde termijn op een correcte wijze geschillen tussen huurder en verhuurder beslechten. Deze aanpassingen zijn onder te verdelen in beleidsmatige aanpassingen als gevolg van huurprijswet- en regelgeving en uitvoeringstechnische aanpassingen als gevolg van Rijksbrede ontwikkelingen en interne organisatorische verbeteringen.
Beleidsmatig wordt het 2024 een belangrijk jaar voor huurder en verhuurder met de inwerkingtreding van de Wet betaalbare huur. Voor de Huurcommissie betekent dit een risicovol jaar gezien de grote organisatorische uitdagingen die hiermee samenhangen, zeker in het licht van de krapte op de arbeidsmarkt.
Het wetsvoorstel betekent een verbreding en verdieping van het bereik van de Huurcommissie met een substantieel extra aantal geschillen tot gevolg. De verdieping is gelegen in de modernisering en het dwingend maken van het woningwaarderingsstelsel (WWS). Huurders zullen vaker een geschil starten voor een huurprijstoetsing vanwege het gewijzigde WWS waarbij een slecht energielabel puntenaftrek betekent. Het verbod op het vragen van een hogere huur dan het maximum op grond van het WWS, leidt tot een handhavingstaak bij gemeenten die hiervoor aan de Huurcommissie verklaringen over de kwaliteit en maximale huurprijs van een woning kunnen vragen. De uitbreiding naar middenhuur leidt tot een graduele verbreding van het domein van de Huurcommissie, doordat de reguleringsgrens wordt opgehoogd tot 186 punten. De regulering van het middenhuursegment geldt enkel voor nieuwe huurovereenkomsten, wat leidt tot een oplopende zaaklast gedurende de komende jaren.
Het traject Werken aan Uitvoering (WaU) gericht op een betere dienstverlening richting burgers en bedrijven, de huurders en verhuurders kent zijn vervolg. De twee belangrijkste activiteiten in dit kader zijn:
– De verdere uitrol van het nieuwe ICT-systeem met inzagefunctionaliteit. Het systeem moet leiden tot een efficiënter intern werkproces en het aanwezige klantportaal tot meer inzichtelijke geschilbeslechting, nu huurders en verhuurders hiermee hun eigen dossier kunnen inzien. Deze functionaliteit zal in 2024 verder worden uitgebreid.
– De verdere vormgeving van het klantcontactcentrum. Focus van dit centrum is een brede informatieverschaffing en daarmee het borgen van de nabijheid van de Huurcommissie. Mensen kunnen ons benaderen via mail, telefoon en in 2024 ook via de chat. Ook zonder lopend geschil kan contact worden opgenomen met de Huurcommissie. Als sinds de start wordt hier zeer veel gebruik van gemaakt.
Daarnaast zijn er twee belangrijke organisatorische uitgangspunten. De Huurcommissie is in het voorgaand jaar gekanteld wat zaak-gestuurd werken mogelijk maakt. Elke zaaksoort kent hierbij zijn eigen proces en bemensing. Daarnaast is het gebruik van voorzittersuitspraken verankerd in de organisatie. Het positieve evaluatierapport vormt hiervoor de basis. In het jaar 2024 werkt de Huurcommissie aan de verdere uitwerking van de aanbevelingen opgenomen in dit eindrapport. Met deze twee uitgangspunten kan een snellere doorlooptijd worden behaald zonder de individuele casuïstiek uit het oog te verliezen.
Instroom en productie
Op basis van de vormgegeven uitvoeringstoets voor het wetsvoorstel betaalbare huur en de uitvoeringstoets voor de tijdelijke tegemoetkoming blokaansluiting (TTB) kan worden gesteld dat in 2024 de instroom van zaken in het maximumscenario met meer dan de helft kan stijgen.
De verhoogde instroom zal veel vragen van de organisatie. In 2023 zijn hiervoor al de nodige stappen gezet ter voorbereiding. De bemensing moet op sterkte zijn, en dit vraagt in de huidige arbeidsmarkt veel, dit traject zal zijn doorwerking hebben in het uitvoeringsjaar 2024. De Huurprijscheck, een online-applicatie waarmee inzicht kan worden gekregen in de maximale huurprijs voor een woning, is aangepast en meer gebruikersvriendelijk gemaakt. Ook dienen alle formulieren in lijn te worden gebracht met de nieuwe beleidsmatige kaders opgenomen in de nieuwe wet.
Staat van baten en lasten
Stand Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
- Omzet | 21.272 | 18.229 | 35.128 | 26.961 | 22.089 | 21.861 | 22.161 |
waarvan omzet moederdepartement | 14.614 | 8.715 | 20.322 | 14.985 | 12.487 | 12.385 | 12.513 |
waarvan omzet overige departementen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan omzet derden | 6.658 | 9.514 | 14.806 | 11.976 | 9.602 | 9.476 | 9.648 |
Rentebaten | 4 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 9 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 6 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 21.291 | 18.229 | 35.128 | 26.961 | 22.089 | 21.861 | 22.161 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 20.946 | 18.130 | 34.928 | 26.781 | 21.939 | 21.711 | 22.011 |
- Personele kosten | 16.008 | 14.881 | 29.628 | 21.581 | 16.939 | 16.711 | 17.011 |
waarvan eigen personeel | 9.241 | 10.588 | 19.554 | 14.243 | 11.180 | 11.029 | 11.227 |
waarvan inhuur externen | 6.269 | 3.643 | 8.888 | 6.474 | 5.082 | 5.013 | 5.103 |
waarvan overige personele kosten | 498 | 650 | 1.185 | 863 | 678 | 668 | 680 |
- Materiële kosten | 4.938 | 3.249 | 5.300 | 5.200 | 5.000 | 5.000 | 5.000 |
waarvan apparaat ICT | 2.354 | 1.110 | 1.800 | 1.600 | 1.400 | 1.400 | 1.400 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële kosten | 2.584 | 2.139 | 3.500 | 3.600 | 3.600 | 3.600 | 3.600 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 101 | 99 | 200 | 180 | 150 | 150 | 150 |
- Materieel | 101 | 99 | 200 | 180 | 150 | 150 | 150 |
waarvan apparaat ICT | 93 | 93 | 180 | 160 | 130 | 130 | 130 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 8 | 6 | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 31 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 30 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 21.078 | 18.229 | 35.128 | 26.961 | 22.089 | 21.861 | 22.161 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 213 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 213 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet
De verwachte productie voor 2024 is afgestemd op de te verwachte instroom in het uitvoeringsjaar. Om de wettelijke doorlooptijden te behalen is het van belang dat de werkvoorraad afgestemd is met de bemensing van de Huurcommissie. Gekoerst wordt op een werkvoorraad in evenwichtige verdeling tussen de verschillende fasen in het proces.
Waarvan omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement is de bijdrage voor de Huurcommissie vanuit het Rijk ten laste van artikel 3 van de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Waarvan omzet derden
Deze baten betreffen in de eerste plaats de legesopbrengsten die gebaseerd zijn op de veroordeling door de Huurcommissie van geschilpartijen tot vergoeding aan de Staat. Naast de stijging van de legesinkomsten door de autonome stijging van de zaaklast zijn er ook twee beleidsmatige wijzigingen die leiden tot meer legesinkomsten. Een generieke stijging van de leges voor verhuurders wordt doorgevoerd van € 300 naar € 500 en ook gemeenten zullen een vergoeding betalen aan de Huurcommissie voor het uitbrengen van een verklaring. Daarnaast is de gedifferentieerde legesheffing nu van kracht voor alle zaaksoorten. In totaal worden de legesinkomsten geraamd op € 4,8 mln.
In 2023 is de verhuurderbijdrage meerjarig in lijn gebracht met de Rijksbijdrage. Nu wordt de bijdrage tijdelijk neerwaarts aangepast omdat de heffing niet bij private verhuurders kan plaatsvinden aangezien deze informatie niet meer voorhanden is na afschaffing van de verhuurderheffing. De verhuurderbijdrage wordt nu gesteld op circa een derde van de netto lasten van de geschilbeslechting (totale lasten minus de legesinkomsten), het moederdepartement draagt de resterende twee derde bij.
Lasten
Apparaatskosten
De apparaatskosten betreffen zowel de Dienst van de Huurcommissie als de salarissen en vergoedingen van het ZBO Huurcommissie en de Raad van Advies.
Personele kosten
De personele kosten betreffen de salarissen van de vaste medewerkers van de Dienst van de Huurcommissie en het ZBO Huurcommissie en de inhuur van externe medewerkers.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten zijn conform de door de minister van Financiën voorgeschreven afschrijvingstermijnen. Afgeschreven wordt op ICT-middelen en kantoorinventaris.
Saldo van baten en lasten
Het saldo van baten en lasten wordt geraamd op nul.
Kasstroomoverzicht
Stand slotwet 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 2.504 | ‒ 1.412 | 821 | 721 | 631 | 556 | 481 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 16.493 | 27.487 | 35.128 | 27.661 | 22.089 | 21.861 | 22.161 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 20.449 | ‒ 25.189 | ‒ 34.928 | ‒ 27.481 | ‒ 21.939 | ‒ 21.711 | ‒ 22.011 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | ‒ 3.956 | 2.298 | 200 | 180 | 150 | 150 | 150 |
-/- totaal investeringen | ‒ 119 | ‒ 65 | ‒ 300 | ‒ 270 | ‒ 225 | ‒ 225 | ‒ 225 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 119 | ‒ 65 | ‒ 300 | ‒ 270 | ‒ 225 | ‒ 225 | ‒ 225 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 159 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 159 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | ‒ 1.412 | 821 | 721 | 631 | 556 | 481 | 406 |
Toelichting
De Huurcommissie heeft geen leningen en slechts een beperkte investeringskasstroom voor ICT-middelen en randapparatuur. Het leeuwendeel van de kasstroom betreft dus de kasstroom uit operationele bedrijfsvoering.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Stand Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Gemiddeld integraal tarief | € 1.742 | € 1.224 | € 1.280 | € 1.145 | € 1.210 | € 1.208 | € 1.182 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 135 | 104 | 250 | 240 | 200 | 200 | 200 |
Gebruikerstevredenheid | 45% | 50% | 55% | 55% | 55% | 55% | 55% |
Saldo van baten en lasten (%) | 1,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Productie per dienst | |||||||
Puntengeschillen | 1.953 | 2.500 | 6.550 | 5.550 | 3.800 | 3.200 | 2.900 |
Gebrekengeschillen | 3.795 | 3.160 | 6.050 | 5.500 | 4.550 | 5.000 | 5.550 |
Servicekostengeschillen | 2.960 | 3.250 | 6.600 | 6.050 | 4.200 | 4.600 | 5.000 |
Huurverhogingsgeschillen | 3.515 | 5.570 | 5.450 | 4.450 | 4.400 | 4.400 | 4.400 |
Verklaringen gemeenten | 0 | 400 | 2.800 | 2.000 | 1.300 | 900 | 900 |
Subtotaal | 12.223 | 14.880 | 27.450 | 23.550 | 18.250 | 18.100 | 18.750 |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||||
% puntengeschillen < 4 mnd | 65% | > 80 % | > 80 % | > 90 % | > 90 % | > 90 % | > 90 % |
% gebrekengeschillen < 4 mnd | 65% | > 80 % | > 80 % | > 90 % | > 90 % | > 90 % | > 90 % |
% Servicekostengeschillen < 4 mnd | 57% | > 80 % | > 80 % | > 90 % | > 90 % | > 90 % | > 90 % |
% huurverhogingsgeschillen < 4 mnd | 97% | > 80 % | > 80 % | > 90 % | > 90 % | > 90 % | > 90 % |
% ADR-geschillen < 90 dagen | 94% | > 90 % | > 90 % | > 90 % | > 90 % | > 90 % | > 90 % |
Verzetspercentage | 25% | < 22% | < 20% | < 20% | < 20% | < 20% | < 20% |
Doorlichting uitgevoerd c.q. gepland in | 2023 | 2028 |
Toelichting
Gemiddeld integraal tarief
Het gemiddeld integraal tarief is vormgegeven door de totale uitgaven in enig jaar te delen door de productie in dat jaar. Dit geeft een beeld van de doelmatigheid van de Huurcommissie. Verzetzaken zijn hier niet in meegenomen omdat dit geen nieuwe zaak betreft maar een vervolg op een bestaande casus.
Fte totaal
In 2023 is de verhouding tussen vast en extern personeel verder in balans gekomen. Hierdoor blijft kennis langer behouden voor de Huurcommissie en dit zorgt voor meer stabiliteit binnen de organisatie. Een proces van continue werving is opgestart om de bemensing op niveau te houden. Eind 2023 is het de bedoeling de bezetting fors uitgebreid te hebben om de zaakinstroom in 2024 aan te kunnen.
Gebruikerstevredenheid
Continue vindt bij de huurders en verhuurders een tevredenheidsonderzoek plaats. Sinds 2023 is het tevredenheidsbeeld gekanteld, een hoger percentage is tevreden dan ontevreden. Doel is dit verder te verbeteren in de komende jaren. De meerjarendoelstelling is gesteld op 55% met als tussenstap 50% in 2024. Ondanks een mogelijk negatieve uitkomst van het geschil, is hiermee meer dan de helft van de partijen tevreden over de Huurcommissie.
Productie
Sinds enkele jaren worden veel zaken beslecht met een kennelijke voorzittersuitspraak. Een kennelijke voorzittersuitspraak is mogelijk als over de uitkomst van een zaak geen twijfel bestaat. Hierdoor hoeft het geschil niet op zitting te komen en kan het daarmee snel binnen de wettelijke doorlooptijd worden afgewikkeld. Bij de toepassing van kennelijke voorzittersuitspraken zijn de belangen van huurder en verhuurder goed gewaarborgd door de mogelijkheid van kosteloos verzet. In het jaar 2024 wordt dit verzet, net als in 2023, nauwkeurig gevolgd en hiertoe is ook een indicator in de begroting toegevoegd.
Nieuw in de productie zijn de verklaringen die gemeenten kunnen opvragen bij de Huurcommissie om haar toezichtstaak zoals opgenomen in de Wet betaalbare huur te kunnen uitoefenen.
Doorlooptijden
De Huurcommissie werkt met twee verschillende doorlooptijden. In de eerste plaats de doorlooptijd voor de hele procedure, gebaseerd op de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte. Deze telt vanaf het moment dat de verzoeker het voorschot op de leges heeft betaald tot en met het moment waarop de uitspraak wordt verstuurd.
In de tweede plaats de doorlooptijd van ADR-geschillen, zoals de Implementatiewet voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten voorschrijft. Deze telt vanaf het moment dat het dossier van een zaak compleet is tot en met het moment waarop de uitspraak wordt verstuurd.
Verzetspercentage
Tegen een voorzittersuitspraak (VZU) kan kosteloos verzet worden aangetekend. Doel van de Huurcommissie is heldere VZU’s te schrijven en heldere informatie te verschaffen over de verzetsgronden die er zijn. Het verzetspercentage is een indicator hoe we hierin slagen. Meerjarig doel is niet meer dan een maximaal verzetspercentage van 20% op de inhoudelijk geschreven VZU’s.
Inleiding
Per 1 januari 2023 zijn de RBO (Rijks Beveiligings Organisatie) en de IPKD (Interdepartementale Post- en Koeriersdienst) ondergebracht in één zelfstandige organisatie. Dit Agentschap heeft de naam Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL). Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL) is ontstaan uit het agentschap UBR, waarbij als gevolg van de doorontwikkeling van UBR, diverse onderdelen vanaf 2023 zijn uitgeplaatst. Het agentschap UBR (Uitvoeringsbedrijf Rijk) is vanaf 1 januari 2023 in afgeslankte vorm voortgezet onder de naam Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie (Rijksorganisatie ODI).
Het agentschap RBL heeft in 2022 met succes het oprichtingstraject doorlopen en is sinds 2023 formeel een agentschap. Vanaf de 1e suppletoire 2023 is RBL voor het eerst als agentschap opgenomen.
Rijks Beveiligings Organisatie (RBO)
De RBO vervult een onmisbare functie binnen de Rijksoverheid. Ze beveiligt met zo’n 1.250 beveiligingsprofessionals meer dan 450 (rijks)locaties voor ruim 30 afnemers. Er zijn ongeveer 500 fte’s in vaste dienst. Verder werkt de RBO met particuliere beveiligingsorganisaties (PBO’s). Bij die samenwerking houdt de RBO toezicht op voorwaarden en werkwijze. Afspraak met de branche en bonden is gemaakt om in het kader van een evenwichtige verhouding 100 fte’s extra aan te nemen en 25 banen te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De rijkslocaties en afnemers zijn ministeries en uitvoeringsorganisaties, maar ook belangrijke waterkeringen. Naast de (rijks)locaties beveiligt de RBO ook zo’n 120 (inter)nationale rijksevenementen.
Interdepartementale Post- en Koeriersdienst (IPKD)
De IPKD verzorgt transport- en koeriersdiensten voor ministeries en agentschappen. De dienst richt zich vooral op vertrouwelijke en gerubriceerde zendingen. Als wettelijke taak heeft de dienst het bezorgen van gerechtelijke brieven voor het Openbaar ministerie. De IPKD voert ook bijzondere opdrachten uit. Zo verspreidde de dienst in 2022 voor het ministerie van OCW zelftesten aan ongeveer 9.000 onderwijsinstellingen in Nederland. Ook bezorgde de dienst, vanwege de coronamaatregelen, meubilair en ICT-middelen voor thuiswerkplekken. De IPKD werkt met een vaste bezetting van ongeveer 135 medewerkers, aangevuld met zo’n 20 fte aan uitzendkrachten. Daarnaast werkt de dienst via aanbestedingscontracten met onderaannemers. Jaarlijks bezoekt de IPKD ongeveer één miljoen adressen.
Staat van baten en lasten
(bedragen x € 1.000) | Stand Slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
- Omzet | n.v.t. | n.v.t. | 148.964 | 150.958 | 152.981 | 155.003 | 155.003 |
waarvan omzet moederdepartement | n.v.t. | n.v.t. | 43.545 | 45.539 | 47.562 | 49.584 | 49.584 |
waarvan omzet overige departementen | n.v.t. | n.v.t. | 105.322 | 105.322 | 105.322 | 105.322 | 105.322 |
waarvan omzet derden | n.v.t. | n.v.t. | 97 | 97 | 97 | 97 | 97 |
Rentebaten | n.v.t. | n.v.t. | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | n.v.t. | n.v.t. | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | n.v.t. | n.v.t. | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | n.v.t. | n.v.t. | 148.964 | 150.958 | 152.981 | 155.003 | 155.003 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | n.v.t. | n.v.t. | 148.630 | 150.639 | 152.670 | 154.693 | 154.693 |
- Personele kosten | n.v.t. | n.v.t. | 53.136 | 54.749 | 56.271 | 57.844 | 57.844 |
waarvan eigen personeel | n.v.t. | n.v.t. | 51.021 | 52.546 | 54.071 | 55.597 | 55.597 |
waarvan inhuur externen | n.v.t. | n.v.t. | 219 | 219 | 219 | 219 | 219 |
waarvan overige personele kosten | n.v.t. | n.v.t. | 1.896 | 1.985 | 1.981 | 2.028 | 2.028 |
- Materiële kosten | n.v.t. | n.v.t. | 95.494 | 95.890 | 96.399 | 96.849 | 96.849 |
waarvan apparaat ICT | n.v.t. | n.v.t. | 1.080 | 1.080 | 1.080 | 1.080 | 1.080 |
waarvan bijdrage aan SSO's | n.v.t. | n.v.t. | 10.764 | 10.983 | 11.202 | 11.421 | 11.421 |
waarvan overige materiële kosten | n.v.t. | n.v.t. | 83.650 | 83.827 | 84.116 | 84.348 | 84.348 |
Rentelasten | n.v.t. | n.v.t. | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | n.v.t. | n.v.t. | 334 | 319 | 311 | 310 | 310 |
- Materieel | n.v.t. | n.v.t. | 59 | 44 | 36 | 35 | 35 |
waarvan apparaat ICT | n.v.t. | n.v.t. | 10 | 1 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | n.v.t. | n.v.t. | 49 | 43 | 36 | 35 | 35 |
- Immaterieel | n.v.t. | n.v.t. | 275 | 275 | 275 | 275 | 275 |
Overige lasten | n.v.t. | n.v.t. | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | n.v.t. | n.v.t. | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | n.v.t. | n.v.t. | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | n.v.t. | n.v.t. | 148.964 | 150.958 | 152.981 | 155.003 | 155.003 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | n.v.t. | n.v.t. | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | n.v.t. | n.v.t. | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | n.v.t. | n.v.t. | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Bij het opstellen van de begroting 2024 is uitgegaan van de 2023 tarieven geïndexeerd met een gewogen loon- en prijsbijstelling van 7,6%. Uitgangspunt voor deze indexatie zijn de CPB-ramingen voor 2024 inzake loonvoet sector overheid (5,2%), prijsontwikkeling materiële overheidsconsumptie (IMOC) met 3,9% en een specifieke indexatie op de uitbestedingscontract beveiligingsdiensten 10,5%. Dit laatste percentage is de huidige verwachting van de tariefontwikkeling op een zeer dynamische beveiligingsmarkt. Hieronder worden de mutaties t.o.v. de vastgestelde begroting 2023 toegelicht. Met de vastgestelde begroting wordt de stand na ontvlechting UBR bedoeld (zie tabel bij inleiding hierboven). Vanuit het agentschap UBR (Uitvoeringsbedrijf Rijk) is uit de begroting 2023 een bedrag van € 116,8 mln. aan baten en lasten ontvlochten.
Baten
Omzet
Uit de begroting 2023, ontvlochten uit het agentschap UBR, is de omzet van RBL van € 116,8 mln. bijgesteld naar € 149,0 mln. in 2024. De toename van € 32,2 mln. wordt verklaard door:
– Tariefstijging 2023 (14,5%) en 2024 (7,6%) als gevolg van inflatie ten opzichte van waar in de OW 2023 rekening mee is gehouden. Effect van deze afwijking is € 27,5 mln.
– De vraag naar de dienstverlening van RBL neemt toe waardoor meer opdrachten kunnen worden ingevuld. Deze extra vraag leidt naar € 4,7 mln. extra omzet die wordt verwacht.
In onderstaande tabel zijn de begrote omzetcijfers 2024 per organisatieonderdeel (afgerond op miljoenen euro’s) weergegeven:
Baten-lastenagentschap RBL | |
---|---|
RBO | 128,6 |
IPKD | 20,4 |
Totaal | 149,0 |
Lasten
Apparaatskosten
Uit de OW23, ontvlochten uit het agentschap UBR, zijn de lasten van RBL van € 116,8 mln. bijgesteld naar € 149,0 mln. in 2024. Als gevolg van de hogere verwachte omzet ad € 32,2 mln. zijn ook de apparaatskosten in evenredigheid toegenomen.
Eigen personeel
De kosten voor eigen personeel in de begroting 2024 zijn € 9,5 mln. hoger dan de vastgestelde begroting 2023. Deze toename is het gevolg van de afgesloten CAO Rijk 2022-2024 en de ambitie om in lijn met gemaakte bestuurlijke afspraken bij RBO om in maximaal 5 jaar een groei van 100 fte aan eigen personeel te realiseren. De kosten verbonden aan de groei van het eigen personeel in 2024, als gevolg van verwachte verambtelijking, bedraagt € 1,6 mln. (20 fte).
Externe inhuur
De begrote externe inhuur 2024 is € 0,3 mln. lager dan de vastgestelde begroting 2023. Dit is het gevolg van het aflopen van de opdracht Zelftesten bij IPKD.
Overige personele kosten
De toename van de begrote overige personele kosten 2024 met € 0,4 mln. ten opzichte van de vastgestelde begroting 2023 is te herleiden naar de loon- en prijsbijstelling.
Materiële kosten
De begrote materiële kosten 2024 komen € 22,5 mln. hoger uit dan de vastgestelde begroting 2023. Dit wordt enerzijds verklaard door de hogere kosten op uitbestedingskosten beveiliging (€ 19,8 mln.) en anderzijds door de indexatie op de overige materiele kosten (€ 2,7 mln.). De stijging in de kosten uitbesteding beveiligingsdiensten is voor € 17,6 mln. het gevolg van de indexatie 2023 en 2024, het overige deel (€ 2,2 mln.) is gerelateerd aan de omzetstijging bij RBO.
Kasstroomoverzicht
(bedragen x € 1.000) | Stand slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | n.v.t. | n.v.t. | 200 | 96 | 114 | 426 | 736 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | n.v.t. | n.v.t. | 148.964 | 150.958 | 152.981 | 155.003 | 155.003 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | n.v.t. | n.v.t. | ‒ 148.618 | ‒ 150.639 | ‒ 152.670 | ‒ 154.693 | ‒ 154.693 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | n.v.t. | n.v.t. | 346 | 319 | 311 | 310 | 310 |
-/- totaal investeringen | n.v.t. | n.v.t. | ‒ 450 | ‒ 300 | ‒ | ‒ | ‒ | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | n.v.t. | n.v.t. | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | |
3. | Totaal investeringskasstroom | n.v.t. | n.v.t. | ‒ 450 | ‒ 300 | ‒ | ‒ | ‒ |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | n.v.t. | n.v.t. | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | n.v.t. | n.v.t. | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | |
-/- aflossingen op leningen | n.v.t. | n.v.t. | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | n.v.t. | n.v.t. | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | |
4. | Totaal financieringskasstroom | n.v.t. | n.v.t. | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | n.v.t. | n.v.t. | 96 | 114 | 426 | 736 | 1.046 |
Toelichting
De ontwikkeling in de operationele kasstroom in de jaren 2024 t/m 2028 is het gevolg van uitgaven en ontvangsten in verband met de reguliere baten en lasten zoals gepresenteerd in de staat van baten en lasten.
De investeringskasstroom bestaat uit investeringen in het wagenpark van IPKD.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Stand slotwet 2022 | Vastgestelde begroting 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Kostprijzen per product RBO | n.v.t. | n.v.t. | 147,8 | 147,8 | 147,8 | 147,8 | 147,8 |
Kostprijzen per product IPKD | n.v.t. | n.v.t. | 146,8 | 146,8 | 146,8 | 146,8 | 146,8 |
Tarieven/uur RBO | n.v.t. | n.v.t. | 147,8 | 147,8 | 147,8 | 147,8 | 147,8 |
Tarieven/uur IPKD | n.v.t. | n.v.t. | 142,3 | 142,3 | 142,3 | 142,3 | 142,3 |
Omzet per productgroep (PxQ) RBO | n.v.t. | n.v.t. | 80 | 80 | 81 | 81 | 81 |
Omzet per productgroep (PxQ) IPKD | n.v.t. | n.v.t. | 110 | 112 | 114 | 116 | 116 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | n.v.t. | n.v.t. | 675 | 696 | 716 | 736 | 736 |
Saldo van baten en lasten (%) | n.v.t. | n.v.t. | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Kwaliteitsindicator - MTO RBO | n.v.t. | n.v.t. | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
Toelichting
Kostprijzen per product/Tarieven per uur
Voor RBL geldt dat de kostprijzen per product en de tarieven per uur zijn geïndexeerd met 8,1% (RBO) en 4,5% (IPKD) in 2024.
Omzet per productgroep
De omzet per productgroep bij RBO bedraagt €80. Dit betreft de omzet per beveiliger, exclusief de omzet gemaakt door uitbesteding.
De omzet per productgroep bij IPKD bedraagt €110. Dit betreft de omzet per chauffeur, exclusief de omzet gemaakt door uitbesteding. De trend vertoont een licht stijgende omzet per chauffeur vanwege een lichte afbouw in uitbesteding en een gelijkblijvend aantal fte’s.
FTE’s
De stijging in aantallen fte’s wordt gerealiseerd bij RBO en is het gevolg van het convenant «Het Nieuwe Evenwicht» waarbij RBO meer eigen personeel gaat aannemen. Door verambtelijking verwacht de RBO aan de toenemende vraag naar de dienstverlening te kunnen voldoen.
MTO, werkplezier en werkdruk
Het medewerkers tevredenheidsonderzoek (MTO) wordt bij Rijksorganisatie RBL om de twee jaar uitgevoerd. RBL heeft als doelstelling een medewerkerstevredenheid score > 7.
Openingsbalans
Conform Regeling Agentschappen is de openingsbalans van RBL voorzien van een accountantsverklaring door de Auditdienst Rijk. De definitieve openingsbalans van RBL met toelichting is opgenomen in bijlage 10.
Naam organisatie | ZBO/RWT | Begrotingsartikel | Begrotingsramingen(bedragen x € 1.000) | Uitgevoerde evaluatie ZBO onder Kaderwet | Volgende evaluatie ZBO |
---|---|---|---|---|---|
ZBO | artikel 11 | 5.502 | N.v.t. | 2025 | |
ZBO | artikel 5 | 78.076 | 2020 | 2025 | |
ZBO | artikel 3 | 9.788 | 2014 | 2023 | |
RWT en ZBO | artikel 7 | 5.638 | N.v.t.1 | N.v.t. | |
Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw | ZBO | artikel 11 | 3.098 | N.v.t. | 2025 |
ZBO | artikel 3 | 2019 | 2024 | ||
Keuringsinstanties Bouwproducten | ZBO | artikel 11 | N.v.t. | N.v.t. |
Naam organisatie | Ministerie | ZBO/RWT | Begrotingsartikel | Begrotingsramingen(bedragen x € 1.000) |
---|---|---|---|---|
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek | OCW | ZBO | artikel 1 | 25 |
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) | EZK | ZBO | artikel 1, 3, 6 | 7.277 |
Kamer van Koophandel (KvK) | EZK | ZBO | artikel 6 | 6.913 |
Als het Rijk bijdragen onder voorwaarden ten behoeve van een bepaald openbaar belang aan provincies en gemeenten verstrekt, is op basis van artikel 15a lid 1 Financiële-verhoudingswet sprake van een specifieke uitkering. Hieronder een overzicht met de specifieke uitkeringen en voornemens tot specifieke uitkeringen. De voornemens worden aangeduid met een «V» onder het kopje SiSa nummer (Single information Single audit).
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)
SiSa nr. | Onderdeel | Toelichting | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
C55 | Naam | Aanpak energiearmoede/energiefixers | 185,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Korte duiding | Ondersteuning huishoudens met laag besteedbaar inkomen en hoge energielasten. | |||||||
Juridische grondslag | Eerste suppletoire wet, begrotingsartikel 4, eenmalig en de Financiele verhoudingswet, artikel 17, lid 1 | |||||||
Maatschappelijke effecten | Dez uitkering draagt bij met het bestrijden van energiearmoede en het versnellen van de isolatie van woningen. Gemeenten kunnen hier o.a. energiefixers voor inzetten. | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten | |||||||
Artikel | 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | |||||||
C94 | Naam | Lokale aanpak nationaal isolatie programma | 231,6 | 75,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Korte duiding | Lokale aanpak, isoleren van koopwoningen samen met gemeenten. | |||||||
Juridische grondslag | Er is reeds een AMvB in voorbereiding op grond van artikel 81, tweede lid, van de Woningwet | |||||||
Maatschappelijke effecten | Deze uitkering draagt bij aan de aanpak van energetisch slechte woningen. | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten | |||||||
Artikel | 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | |||||||
C95 | Naam | Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) | 9,0 | 9,0 | 9,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Korte duiding | Het NPLW is een interbestuurlijk programma van het Rijk, VNG en IPO en ondersteunt gemeenten bij de lokale warmtetransitie doorkennis en expertise beschikbaar te stellen over het vormgeven en uitvoeren van de lokale warmtetransitie. | |||||||
Juridische grondslag | SPUK en grondslag zijn voornemen | |||||||
Maatschappelijke effecten | Deze uitkering draagt bij aan de deling van kennis en expertise met gemeenten om te voldoen aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord. | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten | |||||||
Artikel | 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | |||||||
V | Naam | NIP Soortenmanagement | 40,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Korte duiding | Middelen voor inzet op versnelling natuurinclusief isoleren | |||||||
Juridische grondslag | Ministeriële regeling | |||||||
Maatschappelijke effecten | Minder lasten voor burgers om te na isoleren conform de Wnb door de totstandkoming van soortenmanagementplannen in iedere gemeente. Verbetering van biodiversiteit (voorkoming van doden beschermde diersoorten conform wnb) waarbij isolatieopgave voortgezet kan worden. | |||||||
Ontvangende partijen | Provincies en gemeenten | |||||||
Artikel | 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | |||||||
V | Naam | Uitvoeringsorganisatie verduurzamingsaanpak Groningen en Noord-Drenthe | 2,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Korte duiding | Ten behoeve van opstart van een uitvoeringsorganisatie verduurzamingsaanpak Groningen en Noord-Drenthe. | |||||||
Juridische grondslag | Ontwerpbegroting 2024, begrotingsartikel 4, eenmalig en de Financiele verhoudingswet, artikel 17, lid 1 | |||||||
Maatschappelijke effecten | Operationele ondersteuning (energie-adviseurs en energiecoaches) voor de gehele regio tbv verduurzamingsaanpak. | |||||||
Ontvangende partijen | Provincie Groningen en Drenthe | |||||||
Artikel | 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | |||||||
C47 | Naam | Volkshuisvestingsfonds | 280,7 | 280,7 | 6,3 | 6,3 | 0,0 | 0,0 |
Korte duiding | Verbetering leefbaarheid en verduurzaming woningvoorraad | |||||||
Juridische grondslag | Regeling Volkshuivestingsfonds | |||||||
Maatschappelijke effecten | Deze uitkering draagt bij aan verbetering van de leefbaarbeid en verduurzaming van de woningvoorraad in de meest kwetsbare gebieden van gemeenten. | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten | |||||||
Artikel | 3. Woningmarkt | |||||||
C210 | Naam | Flexpoolregeling | 40,0 | 10,0 | 40,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Korte duiding | Deze uitkering zorgt voor bundeling van flexibele inzet van expertise en capaciteit die in de provincies, gemeenten of bij waterschappen worden ingezet ter bevordering van de snelheid in de voorfase van de woningbouw. | |||||||
Juridische grondslag | Regeling specifieke uitkeringen flexibele inzet ondersteuning woningbouw | |||||||
Maatschappelijke effecten | Versnellen van woningbouw | |||||||
Ontvangende partijen | Provincies | |||||||
Artikel | 3. Woningmarkt | |||||||
C81 | Naam | Woondeals | 10,0 | 4,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Korte duiding | Deze uitkering zorgt voor inzet van expertise en capaciteit die in de provincies, gemeenten of bij waterschappen worden ingezet ter bevordering van de snelheid in de voorfase van de woningbouw in het kader van de woondeals | |||||||
Juridische grondslag | Regeling specifieke uitkering ten behoeve van het opstellen en uitvoeren van woondeals | |||||||
Maatschappelijke effecten | Versnellen van woningbouw | |||||||
Ontvangende partijen | Provincies | |||||||
Artikel | 3. Woningmarkt | |||||||
C9 | Naam | Woningbouwimpuls | 360,7 | 300,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Korte duiding | ||||||||
Juridische grondslag | Regeling Woningbouwimpuls | |||||||
Maatschappelijke effecten | Versnellen van woningbouw | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten | |||||||
Artikel | 3. Woningmarkt | |||||||
C12 | Naam | Nieuwe Sleutelprojecten (NSP) | 0,0 | 4,9 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Korte duiding | Kwaliteitsimpuls stationsomgevingen. | |||||||
Juridische grondslag | Wet ruimtelijke ordeningBesluit ruimtelijke ordening | |||||||
Maatschappelijke effecten | Door deel te nemen aan de NSP kan deze uitkering een bijdrage leveren aan de verbetering van de kwaliteit, leefbaarheid en sociale veiligheid nabij stations en binnensteden. | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeente Breda | |||||||
Artikel | 5. Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | |||||||
V | Naam | Stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen | 0,5 | 132,1 | 91,0 | 60,8 | 17,2 | ‒ |
Korte duiding | Stimuleren van tijdelijke huisvesting | |||||||
Juridische grondslag | Regeling wordt nog vormgegeven | |||||||
Maatschappelijke effecten | De businesscases voor flex- en transformatiewoningen sluiten vaak nog niet. Middels deze regeling kunnen gemeenten een bijdrage vragen voor de onrendabele top in hun project, waardoor de businesscase voor flexwoningen voor betrokken partijen aantrekkelijker worden zodat partijen toch besluiten te investeren. Daarmee draagt de regeling bij aan het op korte termijn realiseren van meer woningen voor onder andere ontheemde Oekraïners, statushouders en andere aandachtsgroepen. Op lange termijn draagt de regeling bij aan de realisatie van een schil van flexibele woningen in de totale Nederlandse woningvoorraad. | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten | |||||||
Artikel | 3. Woningmarkt | |||||||
C25 | Naam | Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK) | 0,0 | 0,0 | 3,3 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Korte duiding | Regeling voor versterking van ruimtelijke kwaliteit in stedelijke centra of stedelijke gebieden. | |||||||
Juridische grondslag | Beleidsregeling Subsidies Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit | |||||||
Maatschappelijke effecten | Deze uitkering draagt bij aan de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit in stedelijke centra of stedelijke gebieden. | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten | |||||||
Artikel | 5. Ruimtelijke ordening en Omgevingswet | |||||||
C82 | Naam | Gemeentebalie Schiphol | 0,2 | -- | -- | -- | -- | -- |
Korte duiding | De gemeentebalie Schiphol wordt deels betaald door de legesinkomsten en deels door de bijdragen van de ministerie van BZ en BZK. | |||||||
Juridische grondslag | Begrotingswet ogv 17 lid 2 Fvw. jo. 4:23 lid 3 onder c Awb. | |||||||
Maatschappelijke effecten | Nederlanders woonachtig in het buitenland kunnen bij de posten van Buitenlandse zaken en bij een aantal Nederlandse gemeenten terecht voor de aanvraag van reisdocumenten. De gemeentebalie Schiphol is daar één van. Deze balie is, voor deze groep een bijzondere voorziening met toegevoerde waarde (gelegen op een internationale luchthaven). | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeente Haarlemmermeer | |||||||
Artikel | 6. Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving | |||||||
C92 | Naam | Informatiepunten Digitale Overheid | 17,1 | 17,1 | 17,1 | 17,1 | 17,1 | 17,1 |
Korte duiding | Realisatie, instandhouding Informatiepunten Digitale Overheid | |||||||
Juridische grondslag | Regeling specifieke uitkering Informatiepunten Digitale Overheid | |||||||
Maatschappelijke effecten | Alle gemeenten ontvangen via de Specifieke uitkeringsregeling Informatiepunten Digitale Overheid een bijdrage voor de financiering van de lokale bibliotheek ten behoeve van de realisatie of de instandhouding van de Informatiepunten Digitale Overheid; de promotie van de Informatiepunten Digitale Overheid bij haar inwoners en het voeren van regie over het netwerk van organisaties rond de Informatiepunten Digitale Overheid die voor de inwoners van de gemeente relevant zijn. | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten | |||||||
Artikel | 6. Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving | |||||||
C93 | Naam | Start-up in Residence | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
Korte duiding | Deze Specifieke Uitkering is onderdeel van het samenwerkingsverband Startup In Residence Intergov. Dit is een samenwerking van de ministeries van BZK, SZW, LNV en EZK, de provincie Zuid-Holland en de gemeente Den Haag. | |||||||
Juridische grondslag | Begrotingswet ogv 17 lid 2 Fvw. jo. 4:23 lid 3 onder c Awb. | |||||||
Maatschappelijke effecten | Dergelijke initiatieven dragen bij aan het bevorderen van de samenwerking tussen de overheid en start-ups, het delen van kennis en het realiseren van innovatieve oplossingen voor maatschappelijke en beleidsvraagstukken van ambtenaren. | |||||||
Ontvangende partijen | Provincie Zuid-Holland | |||||||
Artikel | 6. Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving | |||||||
V | Naam | Kansrijke Wijk | 52,7 | 102,0 | 98,3 | 0 | 0 | 0 |
Korte duiding | Het hoofddoel van de beoogde ministeriële regeling is dat er één specifieke uitkering wordt uitgekeerd aan de 19 gemeenten met een stedelijk focusgebied in het kader van het NPLV. Het betreft een uitkering met een breed bestedingskader op het terrein van vijf hoofdthema’s: a. preventie van armoede en schulden; b. veerkracht en weerbaarheid; c. re-integratie; d. school en omgeving; e. ontwikkeling van het jonge kind. | |||||||
Juridische grondslag | Regeling Kansrijke wijk | |||||||
Maatschappelijke effecten | Het doel van deze Regeling kansrijke wijk is tweeledig. Ten eerste dient de regeling om de inzet van gemeenten te versterken op de hoofdthema’s die meelopen in de regeling, inclusief de nevenschikkende doelstellingen per beleidsterrein en de organisatie van een uitvoeringsprogramma. Daarnaast heeft de regeling als doel om de integrale werkwijze op gemeentelijk niveau te stimuleren, door gemeenten ruimte te geven een deel van de middelen integraal te besteden. | |||||||
Ontvangende partijen | 19 gemeenten met een stedelijk focusgebied (in totaal 20 focusgebieden) | |||||||
Artikel | 1. Democratie en Bestuur | |||||||
C53 | Naam | Groeiopgave Almere | 8,9 | 8,9 | 8,9 | 8,9 | 8,9 | 8,9 |
Korte duiding | Almere ontvangt deze uitkering in verband met de uitzonderlijke groeikosten van Almere. De uitkering is gebaseerd op de Uitvoeringsovereenkomst Almere 2.0. | |||||||
Juridische grondslag | Regeling specifieke uitkering groeiopgave Almere | |||||||
Maatschappelijke effecten | Het doel van de uitkering is om de gemeente Almere in staat te stellen om haar bijdrage aan de gemaakte groeiafspraken te leveren. | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeente Almere | |||||||
Artikel | 1 Openbaar bestuur en democratie | |||||||
C62 | Naam | Kwijtschelden publieke schulden | 70,0 | 160,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Korte duiding | Het betreft de verstrekking van een specifieke uitkering aan gemeenten voor de derving van inkomsten en bekostiging van de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen van gedupeerden door de toeslagenaffaire. | |||||||
Juridische grondslag | Regeling specifieke uitkering kwijtschelding gemeentelijke belastingen | |||||||
Maatschappelijke effecten | Het doel van het kwijtschelden van publieke schulden zorgt ervoor dat gedupeerden van de toeslagenaffaire in staat worden gesteld om meer financieel zelfredzaam te worden. Daarbij zal het ook een positief effect hebben op het psychisch welbevinden van de gedupeerden. | |||||||
Ontvangende partijen | Gemeenten | |||||||
Artikel | 1 Openbaar bestuur en democratie | |||||||
C52 | Naam | Pakket ‘Wind in de zeilen’: Fiche1K Ontvlechten Evides en PZEM | 1,25 | 1,25 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Korte duiding | Als onderdeel van het pakket «Wind in de zeilen» ondersteunt de Rijksoverheid de provincie Zeeland (en hiermee indirect alle Zeeuwse aandeelhouders en dus de Zeeuwse overheden) bij de ontvlechting van drinkwaterbedrijf Evides. | |||||||
Juridische grondslag | Begrotingswet ogv 17 lid 2 Fvw. jo. 4:23 lid 3 onder c Awb. | |||||||
Maatschappelijke effecten | Het pakket aan maatregelen heeft als doel om te investeren in de kracht en kansen van Vlissingen en Zeeland en de randvoorwaarden te scheppen voor een nog beter vestigingsklimaat in de regio. | |||||||
Ontvangende partijen | provincie Zeeland | |||||||
Artikel | 1 Openbaar bestuur en democratie | |||||||
C96 en C96B | Naam | Regio Deals 4e tranche | 142,2 | 142,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Korte duiding | In Regio Deals werken regionale partijen en het Rijk samen als partners om de brede welvaart te vergroten en het goed wonen, werken en leven in regio’s extra te stimuleren. | |||||||
Juridische grondslag | Regeling specifieke uitkering Refio Deals vierde tranche | |||||||
Maatschappelijke effecten | De Regio Deals geven regio’s, in nauwe samenwerking met het Rijk, nieuwe kansen voor de toekomst. Zij versterken de kracht van het gebied en dragen bij aan een samenleving met veerkracht. Een samenleving waar mensen zich thuis voelen en klaar zijn voor de toekomst. Het doel is om samen met inwoners, ondernemers, medeoverheden en kennisinstellingen de ‘brede welvaart’ te verhogen. | |||||||
Ontvangende partijen | Diverse Regio's | |||||||
Artikel | 1 Openbaar bestuur en democratie | |||||||
C87 | Naam | Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) | 4,6 | |||||
Korte duiding | Als onderdeel van de Regio Deal Rotterdam Zuid is dagprogrammering (extra onderwijstijd) ingezet, met als doel goede onderwijsresultaten, bredere vorming en een evenwichtige sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. | |||||||
Juridische grondslag | Najaarsbesluitvorming Begrotingswet van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2022 Financiële-verhoudingswet | |||||||
Maatschappelijke effecten | Onderdeel van de pijler School van NPRZ is extra leertijd, onder de noemer de Dagprogrammering. Om gelijke kansen te realiseren en de talenten van de kinderen beter te benutten werken scholen en vele partners sinds schooljaar 2019-2020 hierin samen.De Dagprogrammering dient meerdere doelen/belangen:1. Het vergoten van de cognitieve vaardigheden,2. Verrijking: brede ontwikkeling en kinderen andere talenten laten ontdekken.3. Vergroten van sociaal-emotionele vaardigheden/ welzijn. | |||||||
Ontvangende partijen | College van BenW gemeente Rotterdam | |||||||
Artikel | 1 Openbaar bestuur en democratie | |||||||
Totaal | 1.456,5 | 1.247,6 | 274,0 | 93,2 | 43,3 | 26,1 |
Uitgaven
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 394.545 | 112.879 | 97.174 | 96.396 | 94.396 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | ‒ 113.289 | 356.234 | 213.438 | 11.915 | 1.555 | 1.680 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 94.396 |
Nieuwe mutaties | 40.965 | 89.104 | 85.468 | ‒ 2.817 | 50 | 0 |
Waarvan: | ||||||
1) Nationaal programma leefbaarheid en veiligheid (NPLV) | 42.760 | 92.002 | 88.285 | 0 | 0 | 0 |
2) Decentralisatie-uitkering veilig wonen | ‒ 2.500 | ‒ 2.500 | ‒ 2.500 | ‒ 2.500 | 0 | 0 |
3) Overboeking herdenking slavernijverleden | ‒ 1.762 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4) Spuk dagprogrammering, activering en re-integratie | 3.200 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stand ontwerpbegroting 2024 | 322.221 | 558.217 | 396.080 | 105.494 | 96.001 | 96.076 |
Toelichting
1. Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV)
De specifieke uitkering (SPUK) Kansrijke Wijk is een voorstel voor een interdepartementale SPUK die gericht is op de 20 focusgebieden binnen het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV). De looptijd van de SPUK is van 2023 tot en met 2025. In deze SPUK worden middelen en beleidsdoelen van de ministeries Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) samengevoegd om tot één breed ondersteunend pakket te komen. Gelet op de coördinerende rol van de minister voor VRO is ervoor gekozen om de uitvoering van de SPUK bij het ministerie van BZK te beleggen.
2. Decentralisatie-uitkering veilig wonen
BZK is voornemens om binnen het programma Weerbaar bestuur via de septembercirculaire van het gemeente- en provinciefonds een structurele financiële tegemoetkoming van € 2,5 mln. aan gemeenten en provincies te verstrekken. Decentrale bestuurders hebben tijdens de uitoefening van hun ambt immers steeds meer te maken met bedreiging, intimidatie en agressie, ook bij hun woning. Met deze bijdrage van het Rijk kunnen decentrale overheden de preventieve beveiligingsmaatregelen voor hun decentrale bestuurders voor een groot deel bekostigen. Deze uitkering loopt tot 2026. De uitkering wordt evenredig verdeeld over alle gemeenten en provincies. Het aandeel toebehorend aan het gemeentefonds is daarom € 2,4 mln. en voor provinciefonds € 0,1 mln.
3. Overboeking herdenkingsjaar Slavernijverleden
Voor de subsidie in het kader van de Herdenkingsjaar Slavernijverleden wordt, ten behoeve van Plataforma di Sklabitut Pa Herensia die Sklabitut (PSHS), een bijdrage naar begrotingshoofdstuk 4 Koninkrijksrelaties geboekt.
4. Spuk dagprogrammering, activering en re-integratie
Ten behoeve van de specifieke uitkering (SPUK) Continuering Dagprogrammering, Activering en Re-integratie NPRZ 2023 is vanuit het ministerie van SZW een aanvullende bijdrage ontvangen. De SPUK wordt uitgekeerd aan gemeente Rotterdam.
Ontvangsten
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 14.765 | 14.765 | 14.765 | 24.765 | 24.765 | ‒ |
Mutatie nota van wijziging 2023 | ||||||
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 24.765 |
Nieuwe mutaties | ||||||
Waarvan: | 140 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stand ontwerpbegroting 2024 | 14.905 | 14.765 | 14.765 | 24.765 | 24.765 | 24.765 |
Beleidsartikel 2. Nationale Veiligheid
Uitgaven
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 400.347 | 431.376 | 428.822 | 427.792 | 444.587 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 50.805 | 36.552 | 36.908 | 26.948 | 28.101 | 28.101 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 444.587 |
Nieuwe mutaties | ‒ 6.035 | ‒ 11.638 | ‒ 135 | 7.245 | 9.865 | ‒ 135 |
Waarvan: | ||||||
1) CAO-middelen - kasschuif | ‒ 5.689 | 5.689 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2) (Vervangings)investering - kasschuif | 0 | ‒ 17.380 | 0 | 7.380 | 10.000 | 0 |
Stand ontwerpbegroting 2024 | 445.117 | 456.290 | 465.595 | 461.985 | 482.553 | 472.553 |
Toelichting
1. CAO middelen kasschuif
De kabinetsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 2023 is hoger dan eerder geraamd. Daarnaast zijn de premielasten gedaald. Het incidentele verschil t.o.v. CEP 2022 blijft, voor zover nog niet in nieuwe arbeidsvoorwaardelijke afspraken opgenomen, beschikbaar voor arbeidsvoorwaarden door middel van een kasschuif naar 2024.
2. (Vervangings)investering kasschuif
De AIVD wordt in 2026 en 2027 geconfronteerd met een aanzienlijke piek in de kosten als gevolg van noodzakelijke (vervangings)investeringen in de techniek. Om dit op te vangen wordt budget uit 2024 dat niet tot uitputting komt doorgeschoven naar 2026 en 2027.
Ontvangsten
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 14.714 | 14.714 | 14.714 | 14.714 | 14.714 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 14.714 |
Nieuwe mutaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan: | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2024 | 17.214 | 17.214 | 17.214 | 17.214 | 17.214 | 17.214 |
Uitgaven
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 6.176.615 | 5.431.222 | 5.548.945 | 5.718.480 | 5.740.714 | ‒ |
Mutatie nota van wijziging 2023 | ||||||
Mutatie amendement 20231 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 670.889 | 44.240 | ‒ 82.493 | ‒ 2.912 | 175.569 | 217.814 |
Mutatie nota van wijziging op eerste suppletoire begroting 2023 | 10.000 | 15.500 | 5.400 | 0 | 0 | 0 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 5.899.490 |
Nieuwe mutaties | ‒ 44.137 | 1.306.403 | 914.999 | 848.519 | 796.580 | 765.920 |
Waarvan: | ||||||
1) Ontwikkelfunctie Rijksvastgoedbedrijf | 9.800 | 5.200 | 2.500 | 2.500 | 0 | 0 |
2) Woningbouwimpuls 6e tranche | 26 | 223.885 | 67.214 | 0 | 0 | 5.400 |
3) Financiele herplaatsingsgarantie - Kasschuif | 71.500 | ‒ 14.300 | ‒ 14.300 | ‒ 14.300 | ‒ 14.300 | ‒ 14.300 |
4) Financiele herplaatsingsgarantie - Kasschuif kas RVO | ‒ 7.300 | 1.400 | 1.400 | 1.500 | 1.500 | 1.500 |
5) Financiele herplaatsingsgarantie - Kasschuif ontvangsten | 20.900 | ‒ 15.500 | ‒ 5.400 | 0 | 0 | 0 |
6) Financiele herplaatsingsgarantie - Overboeking AP | 14.300 | 14.300 | 14.300 | 14.300 | 14.300 | 14.300 |
7) Fysieke herplaatsingsgarantie - Kasschuif | ‒ 39.800 | 39.800 | 0 | 0 | 0 | 0 |
8) Woningbouwimpuls - Kasschuif | ‒ 3.501 | 76.115 | ‒ 67.214 | 0 | 0 | ‒ 5.400 |
9) Grootschalige woningbouw - Kasschuif | ‒ 70.500 | 62.500 | 8.000 | 0 | 0 | 0 |
10) Koopstartfonds - kasschuif | ‒ 40.000 | 40.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
11) Ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting - kasschuif | ‒ 31.484 | 20.091 | 8.489 | 1.404 | 1.500 | 0 |
12) Volkshuisvestingsfonds - kasschuif | 0 | 12.577 | ‒ 6.290 | ‒ 6.287 | 0 | 0 |
13) Uitvoeringskosten opvang Sudanese vluchtelingen | 3.122 | ‒ 134 | ‒ 255 | ‒ 50 | 0 | 0 |
14) Overboeking Binckhorst | ‒ 5.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
15) Stimuleringsmiddelen wooncooperaties | ‒ 9.824 | 9.824 | 0 | 0 | 0 | 0 |
16) Stimuleringsregeling Flex II - kasschuif | ‒ 78.232 | 73.232 | 9.000 | ‒ 21.160 | 17.160 | 0 |
17) Stimuleringsregeling Flex II - AP-middelen | 0 | 58.896 | 81.992 | 81.992 | 0 | 0 |
18) Achtervangvergoeding NHG 2022 | 49.905 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
19) Inzet geraamde ontvangsten risicovoorziening herplaatsingsgarantie | 8.700 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
20) Herplaatsingsgarantie | 0 | 8.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
21) Uitvoeringskosten Wetsvoorstellen Regie en Betaalbare Huur | 0 | 132.800 | 104.380 | 88.060 | 86.140 | 84.520 |
22) Huurtoeslag | 58.200 | 558.900 | 711.320 | 700.940 | 690.560 | 680.180 |
Stand ontwerpbegroting 2024 | 6.813.367 | 6.797.365 | 6.386.851 | 6.564.087 | 6.712.863 | 6.883.224 |
amendement van het lid Beckerman op de ontwerpbegroting 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 123).
Toelichting
1. Ontwikkelfunctie Rijksvastgoedbedrijf
Dit betreft een overboeking van de middelen op de Aanvullende Post voor de ontwikkelfunctie van het Rijksvastgoedbedrijf.
2. Woningbouwimpuls 6e tranche
Dit betreft een overboeking van de middelen van de Aanvullende Post voor de 6e tranche van de woningbouwimpuls in 2024.
3. Financiële herplaatsingsgarantie - Kasschuif
Dit betreft een kasschuif om de kasmiddelen voor de financiële herplaatsingsgarantie in 2023 te plaatsen. Middels een reallocatie worden de middelen hierna geboekt op het instrument storting begrotingsreserve om te worden toegevoegd aan de risicovoorziening.
4. Financiële herplaatsingsgarantie - Kasschuif kas RVO
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert de financiële herplaatsingsgarantie uit. Middels deze kasschuif worden de kasmiddelen in het juiste betaalritme gezet.
5. Financiële herplaatsingsgarantie - Kasschuif
Dit betreft een kasschuif om de ontvangsten uit de eigen bijdrage voor investeerders in 2023 te plaatsen. Middels een reallocatie worden de middelen hierna geboekt op het instrument storting begrotingsreserve om te worden toegevoegd aan de risicovoorziening.
6. Financiële herplaatsingsgarantie - Overboeking AP
Om de woningnood aan te pakken heeft het kabinet onder andere € 220 mln. beschikbaar gesteld voor de financiële herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Hiervan is € 20 mln. bij de 1e suppletoire begroting 2023 op de BZK-begroting geboekt. Middels deze mutatie worden de middelen die binnen deze meerjarenperiode zijn gereserveerd vanaf de Aanvullende Post (AP) overgeboekt naar de BZK-begroting.
7. Fysieke herplaatsingsgarantie - Kasschuif
Dit betreft een kasschuif voor de fysieke herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Na het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met gemeenten kan in 2023 worden overgegaan op uitkering door middel van een SPUK-regeling voor circa € 48 mln. Voor het overige deel van de middelen zal dit jaar nog tot intentieovereenkomsten worden gekomen en volgen de uitgaven in 2024.
8. Woningbouwimpuls - Kasschuif
Dit betreft twee kasschuiven om de middelen van de woningbouwimpuls 6e tranche in het gewenste kasritme te krijgen: de middelen van de aanvullende post worden vanuit 2025 en 2028 naar 2024 overgebracht. Verder worden er middelen van 2023 naar 2024 overgebracht.
9. Grootschalige woningbouw - Kasschuif
Dit betreft een kasschuif om de middelen voor grootschalige woningbouwlocatie in het juiste kasritme te zetten. Bij de Bestuurlijke Overleggen Leefomgeving 2023 zijn met de 17 grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties afspraken gemaakt over de verdeling van het gebiedsbudget. Deze zullen in 2023 nog tot uitkering komen door middel van een SPUK-regeling. Een deel hiervan (€ 25 mln.) is bestemd voor een pilot-project (stationsgebied Hoofddorp) en uitkering is voorzien deels in 2023 en in 2024 (beide jaren € 12,5 mln). In 2024 wordt € 50 mln. overgeboekt ten behoeve van de opgave in Arnhem (afspraak Bestuurlijke Overleggen Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) 2022). Het definitieve besluit of deze middelen uitgekeerd zullen worden is afhankelijk van besluitvorming bij het Bestuurlijke overleg MIRT van 2023. Tevens wordt een deel ingezet (€ 8 mln.) voor mogelijke risico's die zich voor doen in het gebiedsbudget. Als deze zich niet voordoen, zal de inzet van het budget later nader worden bepaald. Deze middelen worden vooralsnog doorgeschoven naar 2025.
10. Koopstartfonds - Kasschuif
De Tweede Kamer heeft bij de begrotingsbehandeling over 2023 € 40 mln. vrijgemaakt voor een Koopstartfonds. Het juridisch advies geeft aan dat voor de uitvoeringskosten een aanbesteding dient plaats te vinden. Dat betekent dat de middelen dit jaar niet meer worden besteed en worden deze doorgeschoven naar volgend jaar.
11. Ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting - Kasschuif
BZK voert via Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) de stimuleringsregeling Ontmoetingsruimten in Ouderhuisvesting uit. Aanvragers hebben drie jaar de tijd om het voorschot aan te vragen en zeven jaar om de eindafrekening in te dienen en de restbetaling te ontvangen. Op basis van de kasprognose opgesteld door het RVO wordt nu het Kasbudget in lijn gebracht met de verwachte kasbetalingen.
12. Volkshuisvestingsfonds - Kasschuif
Dit betreft een kasschuif van de loon-en priiscompensatie middelen van het Volkshuisvestingsfonds van de jaren 2025 en 2026 naar 2024. Bij voorjaarsnota zijn de middelen uit 2025 en 2026 eerder naar voren gehaald naar 2023 en 2024.
13. Uitvoeringskosten opvang Sudanese vluchtelingen
De middelen bestemd voor de uitvoeringskosten Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor het uitvoeren van diverse regelingen komen niet volledig tot uitputting. De middelen worden nu ingezet voor onverwachte uitgaven, zoals de opvang van Sudanese vluchtelingen.
14. Overboeking Binckhorst
Het betreft de bijdrage van € 5 mln. aan Central Innovation District (CID Binckhorst, conform de afspraak in het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) van november 2022. Via een overboeking naar het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wordt de bijdrage geregeld.
15. Kasschuif stimuleringsmiddelen wooncoöperaties
Met het amendement Boulakjar c.s. (kamerstukken II, 2022/2023, 36200 VII, nr. 50) is € 10 mln. vrijgemaakt om coöperatieve woonvormen financieel te ondersteunen. Daarvoor is een aanpak in ontwikkeling en wordt gekeken hoe de regeling kan worden uitgevoerd. Vervolgens zal nog een regeling moeten worden uitgewerkt. Dat betekent dat de middelen dit jaar niet meer worden besteed en worden deze doorgeschoven naar volgend jaar met uitzondering van de subsidie aan Cooplink.
16. Stimuleringsregeling Flex II - Kasschuif
Dit betreft een kasschuif om de middelen voor de stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen II in het juiste kasritme te zetten.
17. Stimuleringsregeling Flex II - AP-middelen
Vanwege verhoogde asielinstroom en langer verblijf van een deel van de ontheemden is direct extra huisvesting nodig en is versnelling van de woningbouw noodzakelijk. Het kabinet heeft bij de Voorjaarsnota 2023 aanvullend circa € 300 mln. gereserveerd voor het meerjarig stimuleren van flexwoningen zodat onder andere meer statushouders en Oekraϊnse ontheemden kunnen worden gehuisvest. Voor de stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen II worden middelen vanaf de Aanvullende Post (AP) overgeboekt naar de BZK-begroting.
18. Achtervangvergoeding NHG 2022
Voor de achtervangfunctie van het Rijk bij de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) draagt het Waarborgfonds Eigenwoning (WEW) een achtervangvergoeding af aan het Rijk. In 2022 bedroeg deze afdracht 0,3% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. Deze afdracht wordt doorberekend aan de consument. In 2023 heeft het Rijk de afdrachten over het boekjaar 2022, ter grootte van afgerond € 49,9 mln., ontvangen. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort. Ultimo eind 2022 bedroeg de risicovoorziening cumulatief € 376,3 mln.
19. Inzet geraamde ontvangsten risicovoorziening herplaatsingsgarantie
Dit betreft een onttrekking uit de risicovoorziening voor de financiële herplaatsingsgarantie t.b.v. de uitvoeringskosten Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het gaat om een desaldering van middelen die vervolgens middels een kasschuif in het juiste betaalritme zullen worden geplaatst.
20. Herplaatsingsgarantie
In 2024 wordt er € 8,0 mln. vanuit de middelen crisisdienstverlening in het juiste kasritme gezet en gerealloceerd naar de risicovoorziening.
21. Uitvoeringskosten Wetsvoorstellen Regie en Betaalbare Huur
De middelen op dit instrument zijn bedoeld om de kosten van de wetsvoorstellen regie op de volkshuisvesting en betaalbare huur te dekken. Deze middelen worden verstrekt aan de uitvoerder van deze wetten, de provincies, gemeentes en de Huurcommissie.
22. Huurtoeslag
Om de koopkracht te verbeteren wordt de eigen bijdrage in de huurtoeslag vanaf 2024 structureel verlaagd. In 2024 wordt deze met € 34,67 per maand verlaagd. Hiervoor wordt het huurtoeslagbudget in begrotingsjaar 2024 met € 703,4 mln. verhoogd (inclusief de decemberbetaling voor januari 2025). Van 2025 tot 2029 wordt de eigen bijdrage weer iets verhoogd ter dekking van de kosten van de wetsvoorstellen Versterking Regie op de Volkshuisvesting en Betaalbare Huur. De inwerkingtreding van de Wet Vereenvoudiging van de Huurtoeslag is een jaar vertraagd, omdat de parlementaire besluitvorming nog niet is afgerond. Dit levert een incidentele meevaller op van € 141,7 mln. in 2024.
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 495.600 | 445.400 | 346.500 | 335.900 | 328.700 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutatie nota van wijziging op eerste suppletoire begroting 2023 | 10.000 | 15.500 | 5.400 | |||
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 328.600 |
Nieuwe mutaties | 59.355 | ‒ 900 | 500 | 3.800 | 9.200 | 2.600 |
Waarvan: | ||||||
1) Ontvangsten huurtoeslagraming | ‒ 100 | ‒ 900 | 500 | 3.800 | 9.200 | 2.600 |
2) Achtervangvergoeding NHG 2022 | 49.905 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3) Geraamde ontvangsten risicovoorziening herplaatsingsgarantie | 8.700 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stand ontwerpbegroting 2024 | 564.955 | 460.000 | 352.400 | 339.700 | 337.900 | 331.200 |
Toelichting
1. Ontvangsten huurtoeslagraming
De ontvangsten uit de huurtoeslagraming waren niet meegenomen in de 1e suppletoire begroting 2023. Met deze mutatie wordt dit hersteld.
2. Achtervangvergoeding NHG 2022
Voor de achtervangfunctie van het Rijk bij de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) draagt het Waarborgfonds Eigenwoning (WEW) een achtervangvergoeding af aan het Rijk. In 2022 bedroeg deze afdracht 0,3% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. Deze afdracht wordt doorberekend aan de consument. In 2023 heeft het Rijk de afdrachten over het boekjaar 2022, ter grootte van afgerond € 49,9 mln., ontvangen. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort. Ultimo eind 2022 bedroeg de risicovoorziening cumulatief € 376,3 mln.
3. Geraamde ontvangsten risicovoorziening herplaatsingsgarantie
Dit betreft een onttrekking uit de risicovoorziening voor de financiële herplaatsingsgarantie t.b.v. de uitvoeringskosten Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het gaat om een desaldering van middelen die vervolgens middels een kasschuif in het juiste betaalritme zullen worden geplaatst.
Beleidsartikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit
Uitgaven
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 786.147 | 679.145 | 272.856 | 183.218 | 217.977 | ‒ |
Mutatie nota van wijziging 20231 | 1.925 | 4.022 | 6.758 | 6.989 | 6.460 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 110.088 | ‒ 129.157 | 35.718 | 86.463 | 41.090 | 56.600 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 217.977 |
Nieuwe mutaties | 163.623 | 978.049 | 1.074.860 | 509.405 | 335.430 | 242.150 |
Waarvan: | ||||||
1) Maatschappelijk vastgoed | 0 | 304.700 | 333.690 | 348.940 | 280.640 | 291.050 |
2) Verduurzaming Rijksvastgoed | 0 | 0 | 147.800 | 98.600 | 47.300 | 23.700 |
3) Warmtefonds | 88.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4) Nationaal Isolatieprogramma | 8.080 | 417.100 | 325.180 | 0 | 0 | 0 |
5) Collectieve aanpak woonisolatie | 119.000 | 160.000 | 146.000 | 0 | 0 | 0 |
6) Verduurzamingsaanpak Groningen en Noord-Drenthe | 0 | 50.000 | 50.000 | 50.000 | 0 | 0 |
7) ISDE | ‒ 48.000 | ‒ 60.000 | ‒ 2.000 | 0 | 0 | 0 |
8) Subsidie doe-het-zelver vouchers | 0 | 25.980 | 25.980 | 0 | 0 | 0 |
9) Ontzorging VVE's | 0 | 5.500 | 7.000 | 7.000 | 5.500 | 0 |
10) SEEH | 0 | 13.170 | 14.500 | 0 | 0 | 0 |
11) Biobased bouwen | 2.000 | 10.450 | 6.850 | 0 | 0 | 0 |
12) Ondersteuning aanpak energiearmoede huishoudens | 0 | ‒ 5.827 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stand ontwerpbegroting 2024 | 1.061.783 | 1.532.059 | 1.390.192 | 786.075 | 600.957 | 516.727 |
nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 124).
Toelichting
1. Maatschappelijk vastgoed
Dit betreffen middelen voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed, waaronder voor een tegemoetkoming in de kosten aan gebouweigenaren (waaronder voor grote portefeuilles) die hun gebouw gaan verduurzamen, voor portefeuillesubsidie, die subsidie verleent op portefeuilleniveau, en aan Caribisch Nederland. Ook betreft dit middelen voor energielabels in het maatschappelijk vastgoed, ondersteuning maatschappelijke vastgoedeigenaren via een bijdrage aan het Kennis en Innovatieplatform Verduurzaming Maatschappelijk vastgoed, een ontzorgingsprogramma voor provincies en departementen en voor diverse maatschappelijk vastgoed subsidieregelingen en de uitvoering daarvan.
2. Verduurzaming Rijksvastgoed
Dit betreft middelen voor de verduurzaming van Rijksvastgoed, die op een natuurlijk moment staan om gerenoveerd te worden, of als alternatief sloop/nieuwbouw. Het gaat onder meer om Rijkskantoren, vastgoed van het COA, Politie en Rijksvastgoed in Caribisch Nederland.
3. Warmtefonds
Dit betreft het ophogen van het Warmtefonds ten behoeve van 0% rente voor woningeigenaren met inkomens tot € 60.000 en 1,5% rentekorting voor VvE's (waarmee rente nu uitkomt op 2,5% ‒ 3%). Hiermee wordt de remmende werking van de gestegen marktrente weggenomen en een prikkel gegeven aan meer woningeigenaren om te verduurzamen.
4. Nationaal Isolatieporgramma
Voor het Nationale isolatieprogramma wordt totaal € 1,6 mld. beschikbaar gesteld uit het Klimaatfonds. Dit betreft de middelen voor de bestaande regeling lokale aanpak door gemeenten voor de jaren 2023 tot en met 2025 inclusief de uitvoeringskosten. Het overige deel is naar het ministerie van Economische Zaken en Klimaat gegaan.
5. Collectieve aanpak woonisolatie
Dit betreft het beschikbaar stellen van extra middelen aan gemeenten specifiek voor kwetsbare huishoudens in energetisch slechte woningen, zodat bij deze huishoudens de woningen een hogere mate van verduurzaming kunnen bereiken. Deze middelen kunnen bovenop de middelen voor de lokale aanpak worden ingezet. De middelen zijn bedoeld voor isolatie- en energiebesparende ventilatiemaatregelen en eventueel interne voorzieningen ten behoeve van aansluiting op warmtenetten indien aan de orde in het kader van de wijkaanpak.
6. Verduurzamingaanpak Groningen en Noord-Drenthe
In de kabinetsreactie ‘Nij Begun’ betreft maartregel 29 het isoleren van woningen in de provincie Groningen en drie gemeenten in Noord-Drenthe. In totaal is door het kabinet € 1,65 mld. beschikbaar gesteld, waarmee een substantiële financiële bijdrage kan worden gedaan voor isolatiemaatregelen. In de aanpak worden woningen geïsoleerd naar de standaard voor woningisolatie. Daarnaast is het voorstel om een gezamenlijke ondersteuningsstructuur op te richten tussen gemeenten, de provincie(s) en het Rijk, zodat gemeenten ontlast en ondersteund kunnen worden en in een krappe arbeidsmarkt deze krachten efficiënt in de hele regio ingezet kunnen worden. In lijn met de kabinetsreactie zal het een uniforme regeling worden voor alle dertien gemeenten in de regio. In 2023 komt € 150 mln. beschikbaar voor de periode 2024 t/m 2026 uit de Coalitieakkoord middelen "energieprestatie- eisen nieuwbouwindustrie". De overige € 1,5 mld. door kabinet beschikbaar gestelde middelen staat vanaf 2026 gereserveerd op de Aanvullende Post.
7. Investeringssubsidie duurzame engergie en energiebesparing (ISDE)
Dit betreft een overboeking aan het ministerie van EZK voor de ISDE voor 2023 t/m 2025 uit de woonisolatiemiddelen.
8. Subsidie doe-het-zelvers vouchers
Er komt een subsidie beschikbaar voor doe-het-zelvers zodat burgers kosten kunnen besparen bij het isoleren van hun huis en schaarse professionals vooral ingezet kunnen worden voor complexe werkzaamheden. De middelen worden in 2024 en 2025 vanuit het klimaatfonds (€ 25 mln. per jaar) en het Nationaal Isolatieprogramma (€2 mln. per jaar) beschikbaar gesteld.
9. Ontzorging VVE's
Dit betreft meerjarig middelen om een betere ontzorging te bieden aan Verenigingen van Eigenaren (VVE's) bij de verduurzaming van hun gebouwen.
10. Subsidie engergiebesparing eigen huis (SEEH)
Voor het Nationale isolatieprogramma wordt in totaal € 1,6 mld. beschikbaar gesteld uit het Klimaatfonds. Dit betreft de middelen voor de bestaande regeling SEEH voor de jaren 2024 tot en met 2025.
11. Biobased bouwen
Vanuit het Klimaatfonds wordt € 25 mln. beschikbaar gesteld voor de jaren 2023 t/m 2025 en een reservering van € 175 mln. voor later jaren voor de normering van bouwmaterialen ter stimulering van biobased bouwen. Van het totale bedrag van € 25 mln. voor de jaren 2023 tot en met 2025 wordt totaal € 19,3 mln. beschikbaar gesteld aan ministerie van BZK voor het opzetten van verwerkingsfaciliteiten, opzetten van uitvoeringsorganisatie en een bijdrage aan Nationaal Milieu Database.
12. Ondersteuning aanpak energiearmoede huishoudens
Het kabinet heeft € 200 mln. beschikbaar gesteld ter bestrijding van energie-armoede middels de opschaling van energiefixteams. Hiervan gaat € 185 mln. naar de gemeenten middels specifieke uitkeringen. De af te dragen BTW aan het BTW compensatiefonds bedraagt circa € 5,8 mln.
Ontvangsten
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 91 | 91 | 91 | 91 | 91 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 91 |
Nieuwe mutaties | 595 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan: | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2024 | 686 | 91 | 91 | 91 | 91 | 91 |
Uitgaven
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 132.468 | 85.771 | 82.934 | 77.766 | 77.796 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 11.204 | 33.800 | 12.355 | 8.344 | 8.193 | 6.672 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 77.796 |
Nieuwe mutaties | ‒ 11.069 | 24.388 | 17.379 | 8.694 | 3.987 | 3.154 |
Waarvan: | ||||||
1) Beheer DSO - Landelijke voorziening | 9.805 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2) Digital Twins | 457 | 1.458 | 1.799 | 1.445 | 1.087 | 454 |
3) Bro Fase 2 | 0 | 1.860 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4) Omgevingswet Online (OLO2) | 1.158 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5) LPO 2023 | 20.839 | 5.367 | 1.920 | 849 | 0 | 0 |
Stand ontwerpbegroting 2024 | 132.603 | 143.959 | 112.668 | 94.804 | 89.976 | 87.622 |
Toelichting
1. Beheer Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) - Landelijke voorziening
Dit betreffen diverse bijdragen van een aantal departementen, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW) voor het beheer van de landelijke voorziening in het kader van het DSO.
2. Digital Twins
Dit betreft een overboeking vanuit het Nationaal Groeifonds (NGF) voor een tijdelijke bijdrage aan het Dutch Metropolitan Institute (DMI) in het kader van Digital Twins.
3. BRO Fase 2
Dit betreft een overboeking vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) voor de uitvoering van fase 2 van de Basisregistratie Ondergrond (BRO) wat is gericht op de milieuhygiënische bodemkwaliteitsgegevens.
4. Omgevingswet Online (OLO2)
Er is sprake van een meevaller in de ontvangsten als gevolg van de vaststelling van de bijdrage aan Rijkswaterstaat over 2022. Deze meevaller wordt ingezet om de hogere kosten van Omgevingswet Online (OLO2) te dekken. Deze kosten zijn hoger door het eerdere uitstel van de Omgevingswet. Zie ook mutatie 2 onder ontvangsten.
5. LPO 2023
Dit betreft de loon- en prijsbijstelling tranche 2023.
Ontvangsten
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 4.458 | 3.824 | 3.824 | 3.824 | 3.824 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 634 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 3.824 |
Nieuwe mutaties | 6.860 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan: | ||||||
1) Beheer DSO - Landelijke voorziening | 4.840 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2) Omgevingswet Online (OLO2) | 1.158 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stand ontwerpbegroting 2024 | 11.952 | 3.824 | 3.824 | 3.824 | 3.824 | 3.824 |
Toelichting
1. Beheer Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) - Landelijke voorziening
Dit betreft de ontvangen bijdragen van Unie van Waterschappen (UvW) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) voor het beheer van het DSO. Ook betreft dit een ontvangst in het kader van de definitieve afrekening over 2021 vanuit het Kadaster inzake het beheer DSO. Dit wordt ingezet voor het beheer in 2023.
2. Omgevingswet Online (OLO2)
Vanwege met name onderbezetting is er sprake van een meevaller bij de vaststelling van de bijdrage over 2022 aan Rijkswaterstaat in het kader van het Omgevingsloket Online (OLO2). Dit dient ter dekking van de kosten in 2023 vanwege het eerdere uitstel van de Omgevingswet. Zie ook mutatie 4 onder uitgaven.
Beleidsartikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving
Uitgaven
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 468.592 | 482.022 | 492.902 | 492.397 | 486.538 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 46.037 | 54.450 | 47.082 | 46.450 | 47.520 | 50.369 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 581.538 |
Nieuwe mutaties | ‒ 1.678 | ‒ 385 | ‒ 304 | ‒ 324 | ‒ 267 | 0 |
Waarvan: | ||||||
1) Domeinregister | 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2) RVO jaaropdracht | 732 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3) Herschikking investeringspost middelen GDI | ‒ 2.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stand ontwerpbegroting 2024 | 512.951 | 536.087 | 539.680 | 538.523 | 533.791 | 631.907 |
Toelichting
1. Domeinregister
Dit betreft een reallocatie om de middelen vanuit het budget voor Informatiehuishouding (artikel 7) op het juiste artikel (artikel 6) te verantwoorden.
2. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) jaaropdracht
De jaaropdracht aan RVO wordt integraal uit artikel 6 verstrekt. Vanuit artikel 7 wordt ook een financiele bijdrage geleverd aan deze jaaropdracht. Daarom worden de middelen van artikel 7 naar artikel 6 gerealloceerd.
3. Herschikking investeringspost middelen Generieke Digitale Infrastructuur (GDI)
Dit betreft een herschikking van de investeringspost middelen GDI naar artikel 11.
Ontvangsten
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 10.927 |
Nieuwe mutaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan: | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2024 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | 10.927 | 10.927 |
Uitgaven
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 113.263 | 116.927 | 116.531 | 113.125 | 115.597 | ‒ |
Mutatie nota van wijziging 20231 | 30.500 | |||||
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | ‒ 4.462 | ‒ 1.305 | ‒ 554 | 9.083 | 6.940 | 6.752 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 115.097 |
Nieuwe mutaties | ‒ 39.002 | ‒ 29.433 | ‒ 23.444 | ‒ 22.552 | ‒ 23.285 | ‒ 23.272 |
Waarvan: | ||||||
1) Informatiehuishouding 2024-2028 | ‒ 6.481 | ‒ 16.489 | ‒ 11.989 | ‒ 11.989 | ‒ 11.989 | ‒ 11.989 |
2) O&P Rijk | 0 | ‒ 9.375 | ‒ 8.118 | ‒ 8.081 | ‒ 8.057 | ‒ 8.044 |
3) SAIP | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ‒ 500 |
4) DenkDoeDuurzaam | 432 | 432 | 432 | 0 | 0 | 0 |
5) RVO jaaropdracht | ‒ 732 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
6) Domeinregister | ‒ 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7) Overboekingen apparaat | ‒ 8.491 | ‒ 2.583 | ‒ 2.551 | ‒ 1.465 | ‒ 1.222 | ‒ 1.222 |
8) HRM-inkoop | ‒ 1.470 | ‒ 1.218 | ‒ 1.218 | ‒ 1.017 | ‒ 1.017 | ‒ 1.017 |
9) Diverse reallocaties naar artikel 7 | 1.028 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
10) Reallocatie middelen crisisopvang | ‒ 23.267 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stand ontwerpbegroting 2024 | 100.299 | 86.189 | 92.533 | 99.656 | 99.252 | 98.577 |
nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 124).
Toelichting
1. Informatiehuishouding 2024-2028
Naar aanleiding van de kabinetsreactie Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) zijn middelen beschikbaar gesteld voor het op orde brengen van de informatiehuishouding. De additionele budgetten voor 2024 en verder zijn vastgesteld. Dit betreft meerdere overboekingen naar andere departementen en de financiering van het programma open overheid.
2. O&P Rijk
Het organisatieonderdeel Personeel van het voormalig agentschap Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) en P-Direkt zijn opgegaan in één organisatie: Organisatie en Personeelsbeleid (O&P) Rijk. Omdat de taakuitvoering van UBR-Personeel en P-Direkt hiermee inhoudelijk en in samenhang binnen een organisatie tot stand komt, worden middelen van UBR-Personeel gerealloceerd van artikel 7.1 bijdrage agentschappen naar artikel 11 bijdrage SSO's.
3. SAIP
Als gevolg van het afnemen van het aantal uitkeringsgerechtigden wordt dit bedrag afgeboekt.
4. DenkDoeDuurzaam
Dit betreft een overboeking van het ministerie van Justitie & Veiligheid voor het programma DenkDoeDuurzaam.
5. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) jaaropdracht
Dit betreft een reallocatie om de middelen voor de RVO jaaropdracht op het juiste artikel te verantwoorden. Zowel vanuit artikel 6 als artikel 7 wordt een financiele bijdrage geleverd aan deze jaaropdracht, maar de jaaropdracht aan RVO wordt integraal verstrekt vanuit artikel 6. Om deze reden worden de middelen van artikel 7 naar artikel 6 gerealloceerd.
6. Domeinregister
Dit betreft een reallocatie om de middelen vanuit het budget voor Informatiehuishouding voor het domeinregister op het juiste artikel te verantwoorden.
7. Apparaatskosten
Dit betreft diverse reallocaties naar artikel 11, voornamelijk bedoeld om op het juiste instrument te verantwoorden. In die gevallen gaat het met name om personele en materiële kosten.
8. HRM-inkoop
Dit betreft een overboeking voor HRM-inkoop naar het ministerie van EZK voor de jaren 2023-2026.
9. Diverse reallocaties naar artikel 7
Om diverse middelen op het juiste artikel te verantwoorden vinden reallocaties plaats vanuit artikel 6 en artikel 11 naar artikel 7.
10. Reallocatie middelen crisisopvang
BZK heeft middelen ontvangen voor crisisopvang ter ondersteuning van de Veiligheidsregio's. In 2023 blijft hiervan een deel (circa € 23 mln.) over. Deze middelen worden gerealloceerd om voor hetzelfde beleidsdoel kunnen worden ingezet binnen BZK.
Ontvangsten
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 64 | 64 | 64 | 64 | 64 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 64 |
Nieuwe mutaties | 59 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan: | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2024 | 123 | 64 | 64 | 64 | 64 | 64 |
Beleidsartikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid
Uitgaven
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 145.527 | 149.409 | 150.465 | 172.813 | 167.693 | ‒ |
Mutatie nota van wijziging 2023 | ||||||
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 18.124 | 11.297 | 11.915 | 13.776 | 21.937 | 23.842 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 167.693 |
Nieuwe mutaties | 67 | 1.214 | 2.541 | 3.275 | 2.412 | 5.271 |
Waarvan: | ||||||
1) Tijdelijke huisvesting Algemene Rekenkamer | 0 | 1.214 | 2.541 | 3.275 | 2.412 | 5.500 |
Stand ontwerpbegroting 2024 | 163.718 | 161.920 | 164.921 | 189.864 | 192.042 | 196.806 |
Toelichting
1. Tijdelijke huisvesting Algemene Rekenkamer
Dit betreft een overboeking van de middelen op de Aanvullende Post voor de jaren 2024 tot en met 2029 ten behoeve van de tijdelijke huisvesting van de Algemene Rekenkamer.
Ontvangsten
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 120.282 | 102.984 | 102.984 | 92.820 | 91.172 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 24.249 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 91.172 |
Nieuwe mutaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan: | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2024 | 144.531 | 102.984 | 102.984 | 92.820 | 91.172 | 91.172 |
Beleidsartikel 14. Slavernijverleden
Uitgaven
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 3.000 | 106.000 | 107.002 | 7.999 | 8.000 | 8.000 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 0 |
Nieuwe mutaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan: | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2024 | 3.000 | 106.000 | 107.002 | 7.999 | 8.000 | 8.000 |
Ontvangsten
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 0 |
Nieuwe mutaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan: | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2024 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 541.071 | 527.684 | 516.228 | 508.226 | 502.584 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 198.183 | 48.125 | 44.564 | 50.361 | 44.142 | 45.922 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 492.966 |
Nieuwe mutaties | 24.432 | 46.312 | 20.724 | 19.371 | 18.785 | 19.251 |
Waarvan: | ||||||
1) CAO-Middelen - kasschuif | ‒ 12.264 | 12.264 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2) O&P RIJK | 0 | 9.375 | 8.118 | 8.081 | 8.057 | 8.044 |
3) Doorberekening uitgaven O&P Rijk | 6.011 | 6.011 | 6.011 | 6.011 | 6.011 | 6.011 |
4) Ontvlechting eindbalans RIS | 3.747 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5) Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) | 3.380 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
6) Informatiehuishouding | 5.800 | 4.500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7) Financële bijdrage TWO | 2.778 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
8) Herschikking investeringspost middelen GDI | 2.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
9) Reorganisatiebudget ontvlechting UBR | 1.862 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
10) Extra inzet capaciteit woningbouw domein | 0 | 7.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stand ontwerpbegroting 2024 | 763.686 | 622.121 | 581.516 | 577.958 | 565.511 | 558.139 |
Toelichting
1. CAO middelen kasschuif
De kabinetsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 2023 is hoger dan eerder geraamd. Daarnaast zijn de premielasten gedaald. Het incidentele verschil ten op zichte van CEP 2022 blijft, voor zover nog niet in nieuwe arbeidsvoorwaardelijke afspraken opgenomen, beschikbaar voor arbeidsvoorwaarden door middel van een kasschuif naar 2024.
2. O&P Rijk
Het organisatieonderdeel Personeel van het voormalig agentschap Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) en P-Direkt zijn opgegaan in één organisatie: Organisatie en Personeelsbeleid (O&P) Rijk. Omdat de taakuitvoering van UBR-Personeel en P-Direkt hiermee inhoudelijk en in samenhang binnen een organisatie tot stand komt, worden middelen van UBR-Personeel gerealloceerd van artikel 7.1 bijdrage agentschappen naar artikel 11 bijdrage SSO's.
3. Doorberekening uitgaven O&P-Rijk
Dit bereft de bijdrage van diverse departementen voor de stijging van het aantal Individueel Arbeidsrelaties (IAR's). Het aantal waarvoor in 2023 gebruik wordt gemaakt van de dienstverlening van O&P-Rijk overstijgt het aantal waarvoor destijds budget is overgeheveld naar de Centraal Opdrachtgever (BZK).
4. Ontvlechting eindbalans Rijjksinkoopsamenwerking (RIS)
Met de ontvlechting van het voormalig agentschap UBR is het onderdeel RIS ondergebracht als een kasdienst onder begrotingsartikel 11. Dit betreft een desaldering om de stand van de uitgaven- en ontvangstenbudgetten voor het tariefgefinancierde deel van het onderdeel RIS op het juiste niveau te brengen.
5. Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW)
Dit betreft een reallocatie voor de personeelskosten voor het Programma Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW).
6. Informatiehuishouding
De middelen voor Informatiehuishouding worden gerealloceerd van artikel 7 opdrachten naar artikel 11 personeel om zo op het juiste artikel te verantwoorden. Daarnaast is er een reallocatie van middelen om de bijdragen uit Informatie Huishouding voor het programma Open Overheid van artikel 7 op het instrument inhuurkosten te kunnen verantwoorden.
7. Financële bijdrage Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)
Dit betreft een overboeking van Koninkrijksrelaties (IV) vanuit TWO, voor de financiële dekking van de capaciteit van TWO.
8. Herschikking investeringspost middelen Generieke Digitale Infrastructuur (GDI)
Dit betreft een herschikking van de investeringspost middelen GDI van artikel 6.
9. Tariefgefinancierde dienstverlening Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF)
Met de ontvlechting van het voormalig agentschap Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) is het onderdeel OBF ondergebracht als een kasdienst onder begrotingsartikel 11. Dit betreft een desaldering om de stand van de uitgaven- en ontvangstenbudgetten voor het tariefgefinancierde deel van het nieuwe organisatieonderdeel OBF op het juiste niveau te brengen. Verder betreft een kasschuif om juridisch verschuldigde bedragen in het juiste jaar te zetten.
10. Extra inzet capaciteit woningbouw domein
In 2024 wordt € 7,0 mln, ingezet vanuit de woningbouwimpuls voor extra inzet interne capaciteit ten behoeve van de extra inzet binnen het woningbouw domein.
Ontvangsten
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 19.303 | 19.303 | 19.303 | 19.303 | 19.303 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 122.183 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 19.303 |
Nieuwe mutaties | 10.247 | 1.817 | 1.817 | 1.817 | 1.817 | 1.817 |
Waarvan: | ||||||
1) Ontvlechting eindbalans RIS | 3.747 | |||||
2)Tariefgefinancierde dienstverlening OBF | 2.218 | |||||
3) Reorganisatiebudget ontvlechting UBR | 1.862 | |||||
4) Bijdrage FMHaaglanden | 1.204 | 1.204 | 1.204 | 1.204 | 1.204 | 1.204 |
Stand ontwerpbegroting 2024 | 151.733 | 21.120 | 21.120 | 21.120 | 21.120 | 21.120 |
Toelichting
1. Ontvlechting eindbalans Rijksinkoopsamenwerking (RIS)
Met de ontvlechting van het voormalig agentschap Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) is het onderdeel RIS ondergebracht als een kasdienst onder begrotingsartikel 11. Dit betreft een desaldering om de stand van de uitgaven- en ontvangstenbudgetten voor het tariefgefinancierde deel van het onderdeel RIS op het juiste niveau te brengen.
2. Tariefgefinancierde dienstverlening Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF)
Met deze mutatie wordt de stand van de uitgaven- en ontvangstenbudgetten voor het tariefgefinancierde deel van het nieuwe organisatieonderdeel OBF op het juiste niveau gebracht.
3. Reorganisatiebudget ontvlechting Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)
Met de ontvlechting van het voormalig agentschap UBR is het nieuwe organisatieonderdeel Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF) ondergebracht als een kasdienst onder begrotingsartikel 11. Uit de ontvlechting ontvangt OBF het bij het agentschap UBR opgebouwde saldo van de reorganisatievoorziening voor enkele oud medewerkers. Het overgehevelde budget is bedoeld ter dekking van de benodigde middelen voor de looptijd van deze afvloeiingsregeling.
4. Bijdrage FMHaaglanden
Dit betreft de meerjarige bijdrage van BZK, van de SSO’s en agentschappen van BZK, voor de mutaties van de dienstverlening FMHaaglanden in het kader van centrale bekostiging 2022.
Uitgaven
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 95.890 | 28.158 | 42.266 | 12.265 | 12.075 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 20.360 | 171.605 | 131 | 131 | 117 | 117 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 12.075 |
Nieuwe mutaties | 90 | 60 | 60 | 60 | 60 | 60 |
Waarvan: | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2024 | 116.340 | 199.823 | 42.457 | 12.456 | 12.252 | 12.252 |
Ontvangsten
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ‒ |
Mutatie nota van wijziging 2023 | ||||||
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 17.968 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 0 |
Nieuwe mutaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan: | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2024 | 17.968 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Niet-beleidsartikel 13. Nog onverdeeld
Uitgaven
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ‒ |
Mutatie nota van wijziging 2023 | ||||||
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 14.931 | 5.802 | 2.560 | 1.296 | 418 | 417 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 0 |
Nieuwe mutaties | ‒ 14.931 | ‒ 5.802 | ‒ 2.560 | ‒ 1.296 | ‒ 418 | ‒ 417 |
Waarvan: | ||||||
1) Loon en Prijsbijstelling tranche 2023 | ‒ 14.931 | ‒ 5.802 | ‒ 2.560 | ‒ 1.296 | ‒ 418 | ‒ 417 |
Stand ontwerpbegroting 2024 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
1. Loon en Prijsbijstelling tranche 2023
De loon en prijs tranche 2023 van de omgevingswet wordt gerealloceerd naar beleidsartikel 5.
Ontvangsten
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ‒ |
Mutatie eerste suppletoire begroting 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Extrapolatie | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 0 |
Nieuwe mutaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan: | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2024 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Omschrijving | Parlementaire Agenda | Afgedaan met |
---|---|---|
De motie van de leden Omtzigt en Van Dam; Verzoekt de regering voorbereidingen te treffen om een staatscommissie in te stellen die in brede zin het functioneren van de rechtsstaat analyseert en met voorstellen komt om deze te versterken, en de Tweede Kamer daarover te informeren. | Kamerstukken II 2020/2021, 35510 nr. 12 | Afgedaan. De staatscommissie is eind 2022 ingesteld. |
De motie van de leden Van Baarle en Simons; Verzoekt de regering om te bezien hoe de financiële verantwoording van de uitgaven die de regering doet in het kader van discriminatiebestrijding verbeterd kan worden, teneinde het overzicht van uitgaven aan discriminatiebestrijding te verhelderen, en in de voortgangsbrieven over discriminatiebestrijding voortaan een financieel totaaloverzicht op te nemen. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 35 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 316). |
De motie van het lid Azarkan; Verzoekt de regering om met een analyse en een systematische aanpak te komen in de strijd tegen institutioneel racisme. | Kamerstukken II 2021/22, 35788, nr. 169 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 316). |
De motie Belhaj; Verzoekt de regering bij deze gesprekken ook expliciet te verkennen hoe de ADV's, naar voorbeeld van het Juridisch Loket, anders ingericht zouden kunnen worden, en de Tweede Kamer daarover in het najaar van 2022 te informeren. | Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 291 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30950, nr. 335). |
De motie van het lid Van Rooijen c.s.; Vraagt de regering deze kwestie onverwijld te agenderen op basis van een grondige inventarisatie en de Tweede Kamer te berichten over inzet, voortgang en conclusie hiervan. | Kamerstukken I 2021/22, 35295, nr. W | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 11 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35510, nr. 102). |
De motie van het lid Mutluer; Verzoekt de regering te onderzoeken hoe de adv's preventieve taken kunnen gaan uitvoeren en daarbij te bezien welke financiële middelen daarvoor nodig zijn. | Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 307 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30950, nr. 335). |
De motie van het lid Azarkan; Verzoekt de regering, om te onderzoeken of het huidige budget voor de NCDR voldoet voor de uitvoering en de totstandkoming van nieuw beleid. | Kamerstukken II 2022/23, 36 200, nr. 72 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30950, nr. 322). |
De motie van leden Sylvana Simons; Verzoekt de regering voor het commissiedebat over de hoofdlijnenbrief constitutionele toetsing de Kamer een overzicht te doen toekomen van de mogelijkheden van constitutionele toetsing voor inwoners op Bonaire, Statia en Saba. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 44 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 6200 VII, nr. 153). |
De motie van de leden Bikker en Inge van Dijk; Verzoekt de regering deze uitwisseling te bevorderen, daartoe in overleg met in ieder geval VNG en CIO te treden, zodat het Tweeluik religie en publiek domein concrete toepassing blijft vinden. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 31 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 163). |
De motie van de leden Bouchallikh en Kathmann; Verzoekt de regering in Europees verband ervoor te pleiten dat de regelgeving zo wordt aangepast dat gepersonaliseerde algoritmes alleen gebruikt mogen worden wanneer internetgebruikers hier uitdrukkelijk toestemming voor geven. | Kamerstukken II 2022/23, 32761, nr. 275 | Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgenomen door het ministerie van EZK. |
De motie van het lid Werner c.s.; Verzoekt de regering, de subsidieregeling voor de bouw van gemeenschappelijke ruimten ook open te stellen voor het opzetten van zorgcoöperaties. | Kamerstukken II 2020/21, 31765, nr. 581 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29389, nr. 112), |
De motie van het lid Den Haan c.s.; Verzoekt de regering, om te onderzoeken of het aandeel van de 1 miljoen te bouwen woningen dat wordt bestemd als geclusterde woonvormen voor ouderen voldoende is, en de Tweede Kamer daarover voor de begrotingsbehandeling te informeren. | Kamerstukken II 2020/21, 32847, nr. 771 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29389, nr. 112). |
De motie van het lid Boulakjar: Verzoekt de regering, om beleidsopties om de bestaande voorraad optimaal te benutten actief onder de aandacht te brengen van corporaties en marktpartijen en vastgestelde belemmeringen weg te nemen. | Kamerstukken II 2020/21, 32847, nr. 775 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29389, nr. 112). |
De motie van het lid Beckerman; Verzoekt de regering, er samen met gemeenten op toe te zien dat woningcorporaties de oprichting van wooncoöperaties niet mogen tegenwerken, en moeten stimuleren in lijn met wetgeving en de bestaande stimuleringsmaatregelen. | Kamerstukken II 2020/21, 32847, nr. 732 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 556). |
De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, een nieuwe, onafhankelijke controle te laten uitvoeren om vast te stellen of het risicokapitaal van het WSW nu wel toereikend is. | Kamerstukken II 2020/21, 29453, nr. 534 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 559). |
De motie van het lid Nijboer; Verzoekt het kabinet, de mogelijkheden van sociale huurkoop expliciet mee te nemen als de te onderzoeken woonvorm. | Kamerstukken II 2020/21, 35517, nr. 67 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 996). |
De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, in gesprek te gaan met de NHG, banken en schuldsaneerders om te kijken of en hoe schuldsaneerders na de coronacrisis overwaarde van woningen kunnen gebruiken. | Kamerstukken II 2020/21, 32847, nr. 794 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 926). |
De motie van het lid Grinwis; Verzoekt de regering, te monitoren of de recent vastgestelde DAEB-grenzen problemen opleveren voor de betaalbare huisvesting van grotere gezinnen met een relatief laag besteedbaar inkomen. | Kamerstukken II 2020/21, 32847, nr. 751 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 986). |
De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, om op korte termijn een marktconsultatie te organiseren die inzicht moet geven in de mogelijkheden en randvoorwaarden om een vve-boekhouding landelijk te kunnen laten digitaliseren, en op basis hiervan een digitaal taxatierapport voor appartementen te laten volgen per 1 januari 2022. | Kamerstukken II 2020/21, 35830 VII, nr. 12 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 928). |
De motie van het lid Den Haan; Verzoekt de regering, te komen met een nationaal programma wonen voor ouderen. | Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 56 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29389, nr. 112). |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om in ruil voor concrete prestatieafspraken, de wet verhuurderheffing in te trekken. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 132 | De Eerste Kamer heeft een blanco verslag uitgebracht. Op 20 december 2022 is het wetsvoorstel Afschaffing verhuurderheffing met algemene stemmen aanvaard. Daarmee is de motie uitgevoerd. |
De motie van de leden Grinwis en Geurts; Verzoekt de regering om bij het uitwerken van de aangekondigde programma’s alles uit te kast te halen om starters aan betaalbare huisvesting te helpen, en daarbij onder meer de genoemde mogelijkheden te betrekken, zodanig dat er geen verdere prijsopdrijving plaatsvindt. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 10 | De Tweede Kamer is op 7 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 996). |
De motie van het lid Den Haan; Verzoekt de regering na te streven dat zoveel als nodig nieuwbouwwoningen levensloopbestendig zijn. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 135 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29389, nr. 112). |
De motie van het lid Peter de Groot; Verzoekt de regering te onderzoeken of deze extra leningen en vormen oplossingen bieden of een nieuw probleem zijn waarbij ze zorgen voor extra kosten waarvoor landelijk toezicht nodig is. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 873 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2022/23, 32847, nr. 996). |
De motie van de leden Bromet en Koerhuis; Verzoekt de regering bestaande obstakels voor tijdelijke mantelzorgwoningen te elimineren en te regelen dat onder de nieuwe Omgevingswet tijdelijke mantelzorgwoningen ook zijn toegestaan. | Kamerstukken II 2011/22, 35503, nr. 5 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29389, nr. 112). |
De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering om, indien de evaluatie goed is, de pilot om te zetten in beleid om woonfraude aan te pakken. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 844 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 29453, nr. 552). |
De motie van de leden Boulakjar en Grinwis; Verzoekt de regering om de effecten van het opbieden op de huurmarkt in kaart te brengen; Verzoekt de regering bij een vastgesteld prijsopdrijvend effect het gebruik van opbiedsystemen te belemmeren, bijvoorbeeld door dit mee te nemen in de uitwerking van de Wet goed verhuurderschap. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 68 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27926, nr. 374). |
De motie van de leden Nijboer en Bromet; Verzoekt het kabinet te onderzoeken op welke wijze het puntenstelsel verder kan worden aangescherpt, zodat voor woningen met de labels E, F en G een lagere huur dan nu mag worden gevraagd. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 71 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27926, nr. 372). |
De motie van de leden Grinwis en Boulakjar; Verzoekt de regering verhuurders en huurders beter te informeren over wat reële servicekosten zijn en wat te doen wanneer te hoge servicekosten in rekening worden gebracht; Verzoekt de regering tevens bestaande wetgeving betreffende sociale verhuur door niet-toegelaten instellingen tegen het licht te houden om te bepalen of deze voldoende regels bevat, bijvoorbeeld om stapeling van aandachtsgroepen in wijken met veel corporatiebezit te voorkomen. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 75 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 925). |
De motie van de leden Den Haan en Van Baarle; Verzoekt de regering om ervoor te zorgen dat gemeenten bij de planvorming van ouderenhuisvesting specifieke aandacht geven aan mensen met dementie. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 86 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29389, nr. 112). |
De motie van het lid Beckerman; Verzoekt de regering om binnen zes maanden een onderzoek af te ronden naar uitbreiding van rechten van deze huurders in wet- en regelgeving. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 831 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 925). |
De motie van de leden Boulakjar en Koerhuis; Verzoekt de regering om in de geactualiseerde versie van de actieagenda studentenhuisvesting expliciet de mogelijkheden voor studentenhuisvesting door middel van transformatie en tijdelijke woningen mee te nemen; Verzoekt de regering om best practices uit gemeenten op te halen ten aanzien van het huisvesten van studenten en deze breed onder gemeenten te delen. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 836 | Afgedaan. Op 8 september 2022 is het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022-2030 gelanceerd. In dit actieplan is de link gemaakt met het programma ‘een thuis voor iedereen’ waarbij gemeenten expliciet de aandachtgroep studenten meeneemt in hun woningbouwprogramma’s. Bovendien zijn innovatieve vormen van studentenhuisvesting tevens opgenomen in het actieplan. Het landelijk actieplan is door vele samenwerkingspartners ondertekent, zo ook gemeenten. Ook de uitwerking zal gezamenlijk opgepakt worden. Daarmee is de motie uitgevoerd. |
De motie van het lid Geurts c.s.; Verzoekt de regering met een nieuw Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting te komen. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 837 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22 33104, nr. 30). |
De motie van het lid Peter de Groot; Verzoekt de regering om binnen afzienbare tijd te onderzoeken welke voorraad nodig is voor het huisvesten van statushouders; Verzoekt de regering deze tijdelijke huisvesting zo snel als mogelijk te realiseren. | Kamerstukken II 2021/22, 35914, nr. 15 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 978). |
De motie van het lid Boulakjar c.s.; Verzoekt de regering om ook voldoende studentenwoningen op te nemen in de nationale en regionale prestatieafspraken en ook studentenhuisvesters en studentenbelangenverenigingen hierbij te betrekken. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 900 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 33104, nr. 30). |
De motie van het lid Bisschop; Verzoekt de regering in voortgangsrapportages volgend uit de Bouw- en Woonagenda inzicht te geven in de betaalbaarheid binnen het betaalbare segment, bijvoorbeeld door de extra bouw van koopwoningen tot € 250.000 en huurwoningen met een huur tot € 850 euro inzichtelijk te maken. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 903 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 986). |
De motie van het lid Van Haga; Verzoekt de regering om in overleg met verhuurders te voorkomen dat (tijdelijke) huurcontracten van woningen worden opgezegd vanwege de opvang van Oekraïense vluchtelingen. | Kamerstukken II 2021/22, 19637, nr. 2862 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 19637, nr. 3071). |
De motie van de leden Peter de Groot en Boulakjar; Verzoekt de regering met (institutionele) investeerders een middenhuurak-koord te sluiten waarbij concreet wordt gemaakt hoeveel middenhuurwoningen deze partijen gaan bouwen de komende acht jaar en waarbij belemmeringen, waar dat kan, worden weggenomen. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 85 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27926, nr. 372). |
De motie van het lid Boulakjar; Verzoekt de regering de werking van het fenomeen «hamsterhuren» te onderzoeken en mee te nemen in de handreiking startersregelingen die wordt gemaakt voor provincies, gemeenten, ontwikkelaars en corporaties. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 951 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 996). |
De motie van de leden Beckerman en Grinwis; Verzoekt de regering om afspraken met de VNG, verhuurdersorganisaties en brancheverenigingen te maken met als doel om huisuitzettingen te stoppen. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 962 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 987). |
De motie van de leden Grinwis en Beckerman; Verzoekt de regering om zich binnen de nationale en lokale prestatieafspraken, naast het realiseren van méér sociale huurwoningen, ook te richten op het borgen van voldoende sociale huurwoningen onder de aftoppingsgrenzen. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 965 | Afgedaan. De motie is onderdeel van BZK-beleid. |
De motie van de leden Pouw-Verweij en Van Haga; Roept de regering op ervoor te zorgen dat bureaucratische belemmeringen worden weggenomen. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr.967 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 982). |
De motie van het lid Kuiken c.s.; Verzoekt de regering huurders van woningen met slechte isolatie een afdwingbaar recht te geven op stevige huurverlaging, bijvoorbeeld door woningen met energielabels lager dan C aan te merken als een gebrek. | Kamerstukken II 2022/23, 36200, nr. 26 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27926, nr. 372). |
De motie van het lid Van der Plas; Verzoekt het kabinet om nog in 2022 een pilot te starten met kleinschalige asielopvang conform het Zweedse model. | Kamerstukken II 2022/23, 19637, nr. 2975 | Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van JenV. |
De motie van het lid Peter de Groot; Verzoekt de regering te onderzoeken in hoeverre het WWS aanpassing behoeft om het geschikt te maken voor de middenhuur, en daarbij naast betaalbaarheid ook oog te houden voor investeerders en hen in de uitwerking te betrekken. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 941 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27926, nr. 372). |
De motie van het lid Den Haan; Verzoekt de regering om te bezien hoe ingezet kan worden op woonruimteverdeling en wie die taak op zich gaat nemen. | Kamerstukken II 2022/23, 31765, nr. 733 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 juni 2023 per brief geïnformeerd (2023-0000371869). |
De motie van het lid Grinwis c.s.; Verzoekt de regering de regionale en plaatselijke partijen van de woonzorgvisies samenwerkingsvarianten mee te geven, zodat samenwerking tussen genoemde partijen voor zorg dichtbij en sociale infrastructuur minder vrijblijvend wordt. | Kamerstukken II 2022/23, 31765, nr. 740 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 juni 2023 per brief geïnformeerd (2023-0000371869). |
De motie van het lid Bromet c.s.; Verzoekt de regering om bij de plannen voor het grondbeleid met voorstellen te komen om het voor corporaties eenvoudiger te maken om grondposities voor betaalbare woningen te verkrijgen en te behouden. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1020 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1040). |
De motie van het lid Den Haan; Verzoekt de regering om bij de uitwerking van de voorwaarden waaraan de woon-zorgvisies en de daaropvolgende prestatieafspraken moeten voldoen ook de aanbevelingen van het rapport «Ruimte maken voor ontmoeting» van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving mee te nemen. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 945 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29389, nr. 112). |
De motie van de leden Beckerman en Boulakjar; Verzoekt de regering om voldoende middelen beschikbaar te stellen om het oprichten van wooncoöperaties mogelijk te maken en de subsidie aan kennisorganisaties zoals Cooplink en andere te verlengen. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 87 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 556). |
De motie van het lid Boulakjar c.s.; Verzoekt de regering om huurders van particuliere huurwoningen meer mogelijkheden en recht op initiatief te geven om zelf een subsidievoorstel te doen, vanuit bijvoorbeeld de SVOH-subsidieregeling, indien de verhuurder op aandringen van de huurder zelf niks onderneemt. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 92 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1014). |
De motie van het lid Geurts en Grinwis; Verzoekt de regering binnen de Woningwet of andere wetten belemmeringen weg te nemen ter stimulering van wooncoöperaties, en gemeenten en woningcorporaties aan te sporen wooncoöperaties in koop en huur te faciliteren. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 94 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 556). |
De motie van de leden Klaver en Nijboer; Verzoekt de regering om in overleg met het CBS een nieuw model te laten ontwikkelen om huurprijsontwikkelingen van huur onder de liberalisatie-grens door institutionele particuliere verhuurders inzichtelijk te maken. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 96 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27926, nr. 374). |
De motie van het lid Grinwis c.s.; Verzoekt de regering gemeenten de ruimte te bieden en aan te moedigen hun mantelzorgregelingen te verruimen, zodat ook dakloze jongeren en volwassenen vergunningvrij onderdak kunnen vinden in tuinkamers, aanbouwen en microwoningen. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 98 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1038). |
De motie van het lid Mohandis; Verzoekt de regering regels die het tot stand komen van betaalbare woningen belemmeren weg te nemen en de Kamer een inventarisatie te sturen van mogelijke creatieve oplossingen die kunnen bijdragen aan meer betaalbare en passende woningen; Verzoekt de regering om gemeenten die hun aandeel betaalbare en passende woningen sneller verruimen, al dan niet met creatieve oplossingen, met dit actieplan gericht tegemoet te komen. | Kamerstukken II 2022/23, 29325, nr. 143 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1038). |
De motie van het lid Beckerman; Verzoekt de regering in kaart te brengen welke gemeenten nog geen leegstandsverordening hebben en met hen in gesprek te gaan om ervoor te zorgen dat de leegstand aangepakt wordt. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1000 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1038). |
De motie van het lid Den Haan c.s.; Verzoekt de regering om een onderbouwing van dat aantal alsnog met de Tweede Kamer te delen. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1004 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 juni 2023 per brief geïnformeerd (2023-0000371869). |
De motie van het lid Hermans c.s.; Verzoekt de regering om zo spoedig mogelijk met concrete voorstellen te komen om ondernemers beter te beschermen tegen digitale dreigingen en cybercriminelen. | Kamerstukken II 2021/22, 35788, nr. 120 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 907). |
De motie van het lid Segers c.s.; Verzoekt de regering door een breed samengestelde commissie te laten onderzoeken hoe de ontwikkeling van radicalisering en politieke polarisatie verloopt en op basis van wetenschappelijke inzichten te analyseren wat de effecten hiervan op het democratisch proces zijn; Verzoekt de regering voorts de commissie te vragen om aanbevelingen te doen hoe onze democratie beter te weren tegen extremisme, radicalisering en polarisatie en over wat in deze tijd bijdraagt aan de versterking van de democratische rechtsstaat, zowel vanuit het perspectief van de democratische instituties als dat van burgers en het maatschappelijk middenveld. | Kamerstukken II 2021/22, 35788, nr. 136 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29279, nr. 753). |
De motie van het lid Ceder c.s.; Verzoekt de regering, om in navolging van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden uiterlijk in januari 2023 de uitkomsten van een onafhankelijke nationaal onderzoek naar het slavernijverleden te presenteren en inzichtelijk te maken wat er heeft plaatsgevonden ten tijde van de slavernij, namens wie en hoe met als uiteindelijk doel te komen tot een proces dat de maatschappelijke eenheid binnen het Koninkrijk der Nederlanden versterkt. | Kamerstukken II 2020/21, 30950, nr. 272 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36284, nr. 31). |
De motie van de leden Van Baarle en Leijten; Verzoekt de regering om te bezien hoe deze gedragscode afdwingbaar of gesanctioneerd kan worden en hiertoe een voorstel te doen. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 III, nr. 11 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28844, nr. 251). |
De motie van het lid Ceder; Verzoekt de regering in het programma de schotten tussen beleidsbudgetten weg te halen en rijksregels die een integrale aanpak in de weg staan aan te passen. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 II, nr. 24 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30995, nr. 100). |
De motie van de leden Bisschop en Strolenberg; Verzoekt de regering een wetsvoorstel voor te bereiden om de procedure voor het ontslag van een waarnemend burgemeester te regelen. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 30 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 46). |
De motie van het lid Middendorp; Verzoekt de regering, zorg te dragen voor kennisuitwisseling met techbedrijven, en de Tweede Kamer hierover te informeren. | Kamerstukken II 2019/20, 35165, nr. 13 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30821, nr. 173). |
De motie van het lid Bromet; Verzoekt de regering, om in overleg met de decentrale overheden een kader op te stellen voor democratische controle op privaatrechtelijke samenwerkingen. | Kamerstukken II 2020/21, 35513, nr. 11 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 157). |
De motie van het lid Leijten; Verzoekt de regering, wetenschappelijk onderzoek te laten doen naar de effectiviteit, legitimiteit en doelmatigheid van regionale regelingen, en hierover de Tweede Kamer te informeren. | Kamerstukken II 2020/21, 35513, nr. 13 (tvv nr. 10) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 33047, nr. 25). |
De motie van het lid Inge van Dijk; Verzoekt de regering, de fundamentele discussie over de ontwikkelrichting van het binnenlands bestuur met concrete voorstellen af te ronden, en de Tweede Kamer daarover te informeren voor de zomer van 2022. | Kamerstukken II 2020/21, 35513, nr. 14 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 33047, nr. 25). |
De motie van het lid Bisschop; Verzoekt de regering in overleg te treden met het Interprovinciaal Overleg (IPO), Statenlidnu en de Unie van Waterschappen over een ruimhartige verhoging van de voorgestelde vergoeding voor Statenleden en algemeen bestuursleden van waterschappen. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 35 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 januari 2023 per brief geïnformeerd (kamerstukken II 2022/23, 6200 VII, nr. 149). |
De motie van het lid Dassen c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken hoe burgerbudgetten participatie kunnen versterken en dit te betrekken bij het verder ontwikkelen van het participatiebeleid. | Kamerstukken II 2021/22, 36100, nr. 17 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30184, nr. 38). |
De motie van de leden Van Haga en Van Weerdenburg; Verzoekt de regering zich in te zetten voor behoud van het vrije woord op sociale platforms. | Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 875 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30821, nr. 173). |
De motie van het lid Inge van Dijk c.s.; Verzoekt de regering om vanuit de ervaring van burgers bestaande vormen van burgerparticipatie op nationaal niveau zoals burgerraden te evalueren, op basis van deze evaluatie bestaande vormen van burgerparticipatie te verbeteren en met voorstellen te komen voor nieuwe vormen van burgerparticipatie. | Kamerstukken II 2021/22, 35729, nr. 11 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30184, nr. 38). |
De motie van het lid Leijten c.s.; Spreekt uit dat zij, in het kader van de gelekaartprocedure zoals beschreven in Protocol nr. 2 bij het Verdrag betreffende de Europese Unie, voorliggend voorstel, gelet op genoemde punten, niet in overeenstemming acht met het beginsel van subsidiariteit. | Kamerstukken II 2021/22, 36104, nr. 5 | Afgedaan. Dit betreft een spreekt uit-motie, er is geen actie nodig vanuit BZK. |
De motie van de leden Van der Werf en Boulakjar; Verzoekt de regering in overleg met de betreffende gemeenten te bezien of zij hun aanvragen in het kader van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid zo veel mogelijk in één keer kunnen indienen, bij één aanspreekpunt vanuit de regering. | Kamerstukken II 2021/22 29911, nr. 368 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30995, nr. 102). |
De motie van het lid Michon-Derzken; Verzoekt de regering om in overleg met burgemeesters over de uitvoering van deze wet zeker te stellen dat in artikel 174a, eerste lid, onder c ook het aantreffen van illegaal vuurwerk kan worden verstaan. | Kamerstukken II 2022/23, 36217, nr. 11 | Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van J&V. |
De motie van de leden Mutluer en Ellemeet; Verzoekt de regering in goed overleg met vertegenwoordigers van het lokaal bestuur te onderzoeken of gewaarborgd is dat bij toepassing van de sluitingsbevoegdheid geen kwetsbare mensen dakloos raken, eventueel voorstellen te doen hoe voorkomen wordt dat kwetsbare mensen dakloos worden en de Tweede Kamer hierover te informeren. | Kamerstukken II 2022/23, 36217, nr. 12 | Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van J&V. |
De motie van de leden Beckerman en Peter de Groot; Verzoekt de regering in gesprek te gaan met toezichthouders over op welke manier maximale compensatie voor geleden schade van huurders, via verhuurders en aansprakelijkheidsstelling van fraudeurs met energielabels, mogelijk gemaakt kan worden, en daarover de Tweede Kamer voor het einde van dit tweede kwartaal te informeren. | Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1196 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30196, nr. 814). |
De motie van het lid Bromet; Verzoekt de regering om samen met de bouwsector een plan te maken hoe circulair bouwen gestimuleerd kan worden, en de Tweede Kamer hierover voor de begroting voor 2024 te informeren. | Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1202 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1045). |
De motie van de leden Grinwis en Bontenbal; Verzoekt de regering zich in te zetten voor het vervroegd openstellen van de volgende tranche in het kader van verduurzaming maatschappelijk vastgoed. | Kamerstukken II 2022/23, 36252, nr. 19 | Afgedaan. Tijdens commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving d.d. 22 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1211) heeft de minister de Kamer gemeld dat de nieuwe tranche opengaat in september 2023. |
De motie van de leden Thijssen en Erkens; Verzoekt de regering dat er voor de aanvang van het stookseizoen 2023–2024 bij zo veel mogelijk huishoudens op postcodes waar het risico op energiearmoede het hoogst is, een Fix It-team langsgaat. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 XIII, nr. 51 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1014). |
De motie van het lid Boulakjar; Verzoekt de regering om samen met Bouwend Nederland, de Aannemers-federatie Nederland en andere stakeholders afspraken te maken om isolatiewerkzaamheden te prioriteren. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 93 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1014). |
De motie van de leden Van Weyenberg en Grinwis; Verzoekt de regering om de subsidievoorwaarden op korte termijn te verruimen, bijvoorbeeld door bewoners de mogelijkheid te geven om ook voor subsidie in aanmerking te komen indien ze in een periode van twee jaar twee duurzaamheidsmaatregelen nemen of door subsidiemogelijkheden te bieden voor het uitvoeren van één duurzaamheidsmaatregel. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 XV, nr. 124 | Afgedaan De motie is afgedaan met de verzending van het Programma Versnelling verduurzaming Gebouwde Omgeving op 1 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32846, nr. 911). |
De motie van de leden Thijssen en Bromet; Verzoekt de regering, om nog dit jaar ervoor te zorgen dat op grote schaal FIX-IT-achtige isolatieteams langs de deuren gaan daar waar de nood het hoogst is. | Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1092 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1014). |
De motie van de leden Thijssen en Bromet; Verzoekt de regering om naast een renteloze lening voor mensen met een laag en normaal inkomen, ook een ontzorgingsprogramma in het leven te roepen dat mensen actief benadert en informeert over de mogelijkheden van steun vanuit het Rijk en desgewenst de praktische en administratieve zorgen rondom verduurzaming bij mensen uit handen neemt. | Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1093 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1014). |
De motie van het lid Bromet c.s.; Verzoekt de regering op korte termijn te onderzoeken op welke wijze ook doe-het-zelvers gebruik kunnen maken van de beschikbare regelingen voor isolatiemaatregelen, en de Tweede Kamer hierover voor het kerstreces te informeren. | Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1096 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30196, nr. 802). |
De motie van het lid Grinwis c.s.; Verzoekt de regering om de in de begroting beschikbare extra middelen voor het Nationaal Isolatieprogramma met name te gebruiken voor de lokale aanpak om de slechtst geïsoleerde woningen te isoleren, en de Tweede Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren. | Kamerstukken II 2022/22, 32813, nr. 1097 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 48). |
De motie van het lid Peter de Groot; Verzoekt de regering om samen met de sector te onderzoeken hoe een energiebesparingsgarantie bij het plaatsen van duurzame verwarmingsinstallaties, af te geven door installateurs, binnen de bandbreedtes, vormgegeven kan worden. | Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1101 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 2813, nr. 1225). |
De motie van de leden Dik-Faber en Moorlag; Verzoekt de regering, om in de plannen voor besteding van de middelen uit de Recovery and Resilience Facility nadrukkelijk de noodzaak tot een ambitieus isolatieprogramma voor woningen mee te wegen en de Tweede Kamer hierover voorafgaand aan de indiening van het herstelplan te informeren. | Kamerstukken II 2020/21, 32813, nr. 647 | Afgedaan. De aanvraag voor het Europees Herstelfonds (=RRF) is eind maart 2022 door het kabinet naar Brussel gestuurd (door bewindspersonen van Fin+EZK) en in september 2022 heeft de Commissie hierop gereageerd: Nederland krijgt 4,7 miljard euro uit Europees coronaherstelfonds - Europa Nu (europa-nu.nl). Hier is uitgebreid met de Tweede Kamer over gedebatteerd (Het RRF-voorstel is eerder dit jaar naar de Kamer gezonden). |
De motie van het lid Grinwis; Verzoekt de regering, om in samenwerking met de Unie van Waterschappen en de deltacommissaris de bouwvoorschriften tegen het licht te houden en waterrobuust en klimaatadaptief te maken, en daarbij onder meer lessen te trekken uit de bouw van buitendijkse woningen voor het bouwen van binnendijkse woningen in gebieden met een potentieel significant overstromingsrisico. | Kamerstukken II 2020/21, 32847, nr. 781 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1149). |
De motie van het lid Van Eijs; Verzoekt de regering, een nulmeting en een jaarlijkse monitoring van de effecten van de verplichte installatie van rookmelders uit te voeren, en de Tweede Kamer hierover jaarlijks te informeren. | Kamerstukken II 2019/20, 33118, nr. 155 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28325, nr. 248). |
De motie van het lid Krol; Verzoekt de regering, zorg te dragen dat met de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen meer controle wordt gehouden op de naleving van de eisen ten aanzien van brand- en vluchtveiligheid. | Kamerstukken II 2018/19, 28325, nr. 188 | De motie is afgerond met de inwerkingtreding van de AMvB Wkb op 1 juli 2022. |
De motie van het lid van Eijs; Verzoekt de regering, om in samenwerking met de Nederlandse Brandwonden Stichting en overige betrokken partijen tot een plan te komen om het kennisniveau van bewoners omtrent koolmonoxidevergiftiging te verhogen, en de Tweede Kamer hierover voor de inwerkingtreding van de wet te informeren. | Kamerstukken II 2018/19, 35022, nr. 10 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28325, nr. 248). |
De motie van de leden Boulakjar en Grinwis; Verzoekt de regering, om de uitkomsten van de pilot gebouwgebonden verduurzamingsdienst in Amersfoort voor het einde van het jaar met de Tweede Kamer te delen en daarbij ook opties in kaart te brengen voor mogelijke grootschalige toepassing van de uitkomsten. | Kamerstukken II 2020/21, 32813, nr. 701 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 980). |
De motie van het lid Nijboer; Verzoekt het kabinet, ervoor te zorgen dat voor iedereen makkelijk te vinden is wat je in de eigen situatie het beste kan doen. | Kamerstukken II 2020/21, 32813, nr. 705 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 1088). |
De motie van het lid Van Haga c.s.; Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe obstakels voor het isoleren van monumenten kunnen worden weggenomen; verzoekt de regering tevens te onderzoeken in hoeverre hiervoor een landelijke richtlijn kan worden opgesteld. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 46 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32156, nr. 119). |
De motie van de leden Boucke en Boulakjar: Verzoekt de regering zich in Europees verband ten uiterste in te spannen om regelgeving en financieringsmogelijkheden omtrent de verduurzaming van de gebouwde omgeving te versnellen en het ambitieniveau te beschermen. | Kamerstukken II 2021/22, 21501-33, nr. 889 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 980). |
De motie van het lid Bromet; Verzoekt de regering om te onderzoeken of in het Bouwbesluit verblijfsruimten voor gebouwafhankelijke dieren een verplichting kan worden gesteld voor nieuwbouwwoningen. | Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 229 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28325, nr. 248). |
De motie van het lid Bontenbal c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken welke plaats construction stored carbon in het beleid voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving kan spelen en de Tweede Kamer hierover spoedig te informeren. | Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 1012 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32852, nr. 223). |
De motie van de leden Bontenbal en Grinwis; Verzoekt de regering om in het beleid voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving ook een subdoelstelling voor aardgasreductie op te nemen. | Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 1013 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 2813, nr. 1088). |
De motie van het lid Grinwis; Verzoekt de regering in haar jaarlijkse rapportage over de voortgang van het Nationaal Isolatieprogramma, in ieder geval aan te geven: •hoeveel woningen er in het betreffende jaar zijn geïsoleerd en in hoeveel gevallen het daarbij ging om een slecht geïsoleerde woning (energielabel E, F of G); •hoeveel aardgas er is bespaard door de maatregelen in het kader van het Nationaal Isolatieprogramma; •in welke mate het risico op energiearmoede is verminderd en in hoeverre de lokale aanpak eraan heeft bijgedragen dat woningen van huishoudens met weinig financiële mogelijkheden en/of bureaucra-tisch doenvermogen toch beter zijn geïsoleerd; •welke obstakels, zoals capaciteit, zowel ambtelijk als in de markt, een tekort aan bouwmaterialen, welstandsbeleid et cetera, dat jaar een belemmering vormden om sneller, slimmer en socialer woningen te isoleren; en vervolgens aan te geven wat de consequenties zijn voor de programmering in de daaropvolgende jaren, zodat de beoogde doelen in 2030 worden gerealiseerd. | Kamerstukken II 2021/22, 328813, nr. 1014 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1014). |
De motie van het lid Beckerman c.s.; Verzoekt de regering om de subsidieregeling van 30% per direct ook voor één energiebesparende maatregel in te voeren en niet te wachten tot volgend jaar. | Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 1018 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 2813, nr. 1088). |
De motie van de leden Teunissen en Van Esch; Verzoekt de regering maladaptatie, zeker voor wat betreft de gebouwde omgeving en de ruimtelijke inrichting, te voorkomen. | Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 1019 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1149). |
De motie van het lid Peter de Groot c.s.; Verzoekt de regering in gesprek te gaan met de sector over hoe verlaging van energiegebruik en kosten in de uitvoering geborgd kunnen worden; Verzoekt de regering globaal de verlaging van het energiegebruik en kosten in de praktijk te monitoren. | Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 1020 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 2813, nr. 1088). |
De motie van het lid Peter de Groot c.s.; Verzoekt de regering om de toegepaste ventilatie expliciet op te nemen in het Nationaal Isolatieprogramma om toekomstige gezondheidsproblemen te voorkomen. | Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 1021 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 2813, nr. 1088). |
De motie van de leden Boulakjar en Bromet; Verzoekt de Minister om biobased isolatiemaatregelen zo veel mogelijk te bevorderen en een volwaardig onderdeel van het Nationaal Isolatieprogramma te laten zijn. | Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 1023 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32852, nr. 223). |
De motie van de leden Van Weerdenburg en Van Haga; Verzoekt de regering om dergelijke actieprogramma’s en uitwerkingen van rijksbeleid voortaan in normaal «Kamerbriefformat» aan de Tweede Kamer toe te zenden zodat er geen vertraging ontstaat in de informatievoorziening en te volstaan met de politieke en ambtelijke verwoording van beleid, zonder bijkomende marketingtaal. | Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 826 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 899). |
De motie van het lid Ellian c.s.; Verzoekt de regering om een uniforme werkwijze te realiseren voor bewindspersonen ter zake van het archiveren van communicatie, zoals sms- en appberichten, en meer controle en waarborgen in die werkwijze te realiseren. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 III, nr. 24 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32802, nr. 67). |
De motie van het lid Van der Graaf c.s.; Verzoekt de regering de regeringscommissaris Informatiehuishouding advies uit te laten brengen over het gebruik van communicatiekanalen in relatie tot archief- en openbaarheidswetgeving en op basis hiervan de richtlijnen en werkwijze aan te scherpen. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 III, nr. 26 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32802, nr. 67). |
De motie van de leden Van der Graaf en Dassen; Spreekt uit dat de handreiking zo dient te worden geïnterpreteerd dat een te bewaren chatbericht ook daadwerkelijk integraal gearchiveerd dient te worden. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 III, nr. 27 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32802, nr. 67). |
De motie van het lid Nijboer: Verzoekt het kabinet bij de benutting van bezittingen van het Rijksvastgoedbedrijf het bredere perspectief van maatschappelijke waarde (zoals betaalbare huisvesting, het stimuleren van wooncoöperaties en het ontwikkelen van de openbare ruimte) als uitgangspunt te nemen. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 969 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34357, nr. 4). |
De motie van de leden Geurts en Bouchallikh; Verzoekt de regering, om samen met het Rijksvastgoedbedrijf in kaart te brengen bij welke gebouwen het mogelijk is om (een gedeelte van) het dak te vergroenen, waar het nuttig is om zonnepanelen te plaatsen en op welke termijn dit gerealiseerd kan worden, en de Tweede Kamer in het eerste kwartaal van 2022 hierover te informeren. | Kamerstukken II 2021/22, 35742, nr. 16 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34357, nr. 4). |
De motie van de leden Bromet en Van der Plas; Verzoekt de regering om te onderzoeken op welke wijze de rijksoverheid de afname van biologische producten van Nederlandse boeren en tuinders kan vergroten en daarbij onder andere te kijken naar de aanbestedingseisen, en de Tweede Kamer hierover voor 1 maart 2022 te informeren. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 21 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 154). |
De motie van het lid Rajkowski c.s.; Verzoekt de regering om te komen met een richtlijn voor de rijksoverheid en haar leveranciers dat producten of diensten van organisaties en bedrijven uit landen met een offensieve cyberagenda gericht tegen Nederland uit bepaalde aanbestedingen geweerd kunnen worden, en de Tweede Kamer hierover te informeren voor het kerstreces. | Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 874 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 april 2023 per brief geïnformeerd. (Kamerstukken II 2022/23. 26643, nr. 1007). |
De motie van de leden Rajkowski en Van Weerdenburg; Verzoekt het kabinet hierbij ook een scan te maken van apparatuur of programmatuur van organisaties uit landen met een tegen Nederland gerichte offensieve cyberagenda die aanwezig is binnen (de kernsystemen van) de vitale sector en deze resultaten te betrekken bij het toegezegde onderzoek met betrekking tot aanbestedingen van de rijksoverheid. | Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 830 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 april 2023 per brief geïnformeerd. (Kamerstukken II 2022/23. 26643, nr. 1007). |
De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Romke de Jong; Verzoekt de regering snel de benodigde acties te ondernemen om te komen tot een nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025, daarbij de vormgeving voor een groter decentraal belastinggebied samen met de decentrale overheden uit te werken en de Tweede Kamer daarover nog dit jaar te informeren. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII nr. 165 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 170). |
De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Romke de Jong; Verzoekt de regering specifiek raadsleden en Statenleden te betrekken bij het opstellen en uitwerken van het nieuwe financieringssysteem voor decentrale overheden en in de contourennota de Tweede Kamer te informeren over de wijze waarop dit wordt uitgevoerd. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII nr. 159 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 170). |
De motie van de leden Inge van Dijk en Van der Graaf; Verzoekt de regering bij de uitwerking van de toekomstige financiering van decentrale overheden te onderzoeken of het wenselijk is een nood- of solidariteitsfonds in te richten waar incidenteel een beroep op kan worden gedaan, inclusief voorwaarden wanneer decentrale overheden hiervoor in aanmerking komen. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII nr. 160 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 161). |
De motie van het lid Weyenberg c.s.; Verzoekt de regering bij de Voorjaarsnota met een voorstel te komen op welke manier gemeenten meerjarige duidelijkheid hebben over de reële stijging van het accres, bijvoorbeeld door het vastklikken van de standen bij de Voorjaarsnota. | Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 153 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 170). |
De motie van de leden Inge van Dijk en Grinwis; Verzoekt de regering om, nadere regels te stellen ten behoeve van naleving van de twee wetten, zodat het ook voor de Tweede Kamer aantoonbaar en controleerbaar is dat deze wetten worden nageleefd; Verzoekt de regering tevens, elk wetsvoorstel dat decentrale overheden raakt, zoals taakoverdrachten, medebewindstaken en regionale indelingen, mede te laten ondertekenen door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en bij budgetoverdrachten ook door de Minister van Financiën. | Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 90 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 33047, nr. 25). |
De motie van het lid Koole; Spreekt de wens uit dat de versterking van de aldus omschreven positie van de Minister van BZK als hoeder van democratisch gelegitimeerde medeoverheden binnen het rijksbestuur tijdens de lopende kabinetsformatie aan de orde wordt gesteld; Verzoekt de Voorzitter deze wens over te brengen aan de informateur. | Kamerstukken I 2020/21, 35570 VII / 35619 / 35620 / 35621 / 35842, nr. K | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 33047, nr. 25). |
De motie van het lid Inge van Dijk; Verzoekt de regering, tot die tijd geen taken over te dragen, behalve in gevallen waarin dit echt noodzakelijk is, mits in goed overleg met de gemeenten en met de bijbehorende financiën. | Kamerstukken II 2020/21, 35850, nr. 9 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 33047, nr. 25). |
De motie van de leden Van Weyenberg en Inge van Dijk; Verzoekt de regering voor de meicirculaire 2023 een uitvoeringsplan met tijdpad naar de Kamer te sturen voor de nieuwe financieringssystematiek, waarbij de mogelijkheid voor een groter eigen belastinggebied wordt betrokken; Verzoekt de regering tevens bij de meicirculaire voldoende duidelijkheid over de inhoud op hoofdlijnen te bieden, zodat deze uiterlijk in 2027 ingevoerd kan worden en een uitvoerbare en adequate financiering voor decentrale overheden wordt gerealiseerd. | Kamerstukken II 2022/23, 36200, nr. 89 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36350, nr. 131, hoofdstuk 4.6) en op 31 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200-B, nr. 17) per brief geïnformeerd. |
De motie van het lid Bisschop; Verzoekt de regering, alvorens het Digitaal Stelsel Omgevingswet in te voeren een onafhankelijke mkb-toets uit te laten voeren en de uitkomsten hiervan te gebruiken voor een zo gebruiksvriendelijk mogelijk Digitaal Stelsel. | Kamerstukken II 2018/19, 34986 nr. 59 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 33118, nr. 259). |
De motie van het lid Rietkerk c.s.; Verzoekt de regering om in oktober de voortgangsinformatie vanuit het interbestuurlijke programma over performance, stabiliteit, integrale ketentesten en tijdelijke alternatieve maatregelen aan te leveren met als doel de Eerste Kamer kennis te laten nemen van de uitslagen van de testen en de verbeteringen van de keten die daarmee zijn georganiseerd met het oog op inwerkingtreding per 1 januari 2023. | Kamerstukken I 2021/22, 33118/34986, nr. DZ | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 14 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 33118/34986, nr. EK). |
De motie van het lid Janssen c.s.; Verzoekt de regering de ongelakte versie van de beslisnota terstond aan de Eerste Kamer te zenden zodat deze informatie betrokken kan worden bij de tweede termijn van het onderhanden debat. | Kamerstukken I 2021/22, 34.986, nr. EA | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 5 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, 34986, nr. EC). |
De motie van het lid Geurts: Verzoekt de regering proactief met gemeenten aan de slag te gaan om het huidige juridische instrumentarium, zoals Crisis- en herstelwet, te benutten en nieuw juridisch instrumentarium te verkennen ter versnelling van procedures om tijdelijke woningen te plaatsen. | Kamerstukken II 2021/22, 35914, nr. 11 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 993). |
De motie van het lid Peter de Groot; Verzoekt de regering in de woondeals gemeenten te verplichten om in de woningbouwplannen te komen tot 40% betaalbare woningen en voldoende woningen voor ouderen ten behoeve van doorstroming, zodat er voldoende huur- en koopwoningen beschikbaar komen voor middeninkomens. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 86 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1040). |
De motie van het lid Kops; Verzoekt de regering de vergunningverlening voor nieuwbouw te versnellen. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 81 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 993). |
De motie van het lid Peter de Groot; Verzoekt de regering om landelijke regie te nemen in een zorgvuldige transformatie van deze specifieke recreatieparken naar woonwijken. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 942 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23,32847, nr. 1070). |
De motie van het lid Beckerman; Verzoekt de regering te bezien welk instrumentarium ontwikkeld kan worden om vast te leggen waar en hoeveel betaalbare huurwoningen dienen te komen. | Kamerstukken II 2022/23, 29383, nr. 374 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1040). |
De motie van de leden Minhas en Boulakjar; Verzoekt de regering om samen met medeoverheden, corporaties en marktpartijen te onderzoeken hoe het verkorten van de doorlooptijd bij woningbouw in te passen is in het beleid om de besluitvorming en procedures binnen ruimtelijke ordening te versnellen en te versimpelen. | Kamerstukken II 2022/23, 29383, nr. 379 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 993). |
De motie van het lid Boulakjar: Verzoekt de regering om knelpunten voor het Rijksvastgoedbedrijf om zijn bezit en gronden in te zetten ten behoeve van snelle woningbouw weg te nemen, en de Tweede Kamer hierover voor de zomer te informeren. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr., 67 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34357, nr. 4). |
De motie van het lid Beckerman: Verzoekt de regering om binnen zes maanden een onderzoek af te ronden naar deze opkoop en de wenselijkheid van deze ontwikkelingen op ruimtelijke ordening (met name de natuurgebieden betreffend) en het effect van deze ontwikkelingen op de zittende eigenaren/huurders op deze parken. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 830 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 925). |
De motie van het lid Ceder c.s.; Verzoekt de regering bij de VNG te inventariseren welke juridische belemmeringen gemeenten tegenkomen die de snelle bouw van dergelijke flexibele woningen in de weg staan en hoe ze kunnen worden opgeheven. | Kamerstukken II 2021/22, 19673, nr. 2878 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1037). |
De motie van het lid Geurts c.s.; Verzoekt de regering Foodvalley aan te wijzen als grootschalige woningbouwlocatie; Verzoekt tevens de inzet van infrastructuurinvesteringen en de vierde en/of vijfde tranche Woningbouwimpuls met de regio Foodvalley te bespreken. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 890 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 997). |
De motie van de leden Grinwis en Peter de Groot; Verzoekt de regering om de obstakels voor de versnelling van de woningbouw langs de Oude Lijn, waar mogelijk vooruitlopend op de MIRT-verkenning, weg te nemen. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 891 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 997). |
De motie van de leden Grinwis en Geurts; Verzoekt de regering zich bij de uitwerking van het Programma Woningbouw nadrukkelijk te richten op het bouwen van woningen in heel Nederland, en daarbij recht te doen aan de sturende rol van water en bodem. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 893 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/223, 27625, nr. 592). |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de Minister deze gedetailleerde planning met woningaantallen daadwerkelijk aan te leveren voor 31 december 2022. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 908 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1040). |
De motie van de leden Peter de Groot en Geurts; Verzoekt de regering deze locaties mee te nemen in herijking van de plancapaciteit in het programma woningbouw voor 31 december 2022 met daaraan toegevoegd de criteria waarlangs het bouwen op deze buitenstedelijke locaties wel of niet plaatsvindt. | Kamerstukken II 2021/22. 32847, nr. 909 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 997). |
De motie van het lid Grinwis c.s.; Verzoekt de regering alles op alles te zetten om te voorkomen dat vergunde bouwprojecten stil komen te liggen en ook anderszins te bevorderen dat de woningbouwproductie op peil blijft en daartoe met voorstellen te komen, zoals een doorbouwgarantie en het benutten van het investeringspotentieel van de woningcorporaties door de bouw van meer woningen in het middensegment (niet-DAEB) mogelijk te maken, en de Tweede Kamer daarover dit voorjaar te informeren. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1005 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1040). |
De motie van het lid Peter de Groot; Verzoekt de regering binnen een maand de lijst met bouwprojecten voor 2023 naar de Tweede Kamer te sturen; Verzoekt de regering de woningbouwgelden, fabriekswoningen en rijksgrond zo in te zetten dat de geplande bouwprojecten voor 2023 zo min mogelijk vertraging oplopen door de gestegen bouwkosten en stikstofproblematiek. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1008 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1040). |
De motie van het lid Van der Plas; Verzoekt het kabinet om voor 1 februari met een plan van aanpak te komen en te onderzoeken hoe gemeenten die in 2023 minimaal 100 tijdelijke huisvestingsunits beschikbaar stellen voor bewoning, een financiële premie en/of garantie kan worden verstrekt om de exploitatierisico’s sterk te beperken. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 107 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 983). |
De motie van het lid Peter de Groot; Verzoekt de regering deze locaties te bundelen en versneld aan te wenden voor woningbouw, waarbij elk van de genoemde partijen zich committeert en investeert om doorbouwen op de locaties te realiseren. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1028 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1040). |
De motie van het lid Nijboer c.s.; Verzoekt het kabinet beleid te maken om een constante bouwstroom te bewerkstelligen door anticyclisch te investeren. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1015 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1040). |
De motie van het lid Van Gerven; Verzoekt de Minister, te onderzoeken op welke wijze publieke en collectieve lokale initiatieven rond energietransitie een grotere kans kunnen krijgen. | Kamerstukken II 2020/21, 34682, nr. 60 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1166). |
De motie van de leden Nijboer en Bromet; Verzoekt het kabinet bijzondere aandacht te besteden aan ruimtelijke ordening, stedenbouwkunde en architectuur, zodat er niet alleen veel woningen bijkomen, maar het in wijken en dorpen ook prettig, leefbaar en mooi wonen is. | Kamerstukken II 2022/23, 29383, nr. 380 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 160). |
De motie van het lid Bontenbal c.s.; Verzoekt de regering – in afstemming met de provincies – een landelijke beleidslijn op te stellen met een zwaar afwegingskader om nieuwe grootschalige distributiecentra op ongewenste plekken te voorkomen en de Tweede Kamer eind 2022 te informeren over de voortgang;Verzoekt de regering tevens de provincies en gemeenten ondertussen op te roepen restrictief om te gaan met verzoeken tot de bouw van nieuwe distributiecentra op ongewenste plekken. | Kamerstukken II 2022/23, 29383, nr. 377 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 110). |
De motie van de leden Kröger en Bromet; Verzoekt de regering hier landelijk regie op te voeren en een afwegings-kader te ontwikkelen voor de locaties waar eventuele nieuwe hyperscales wel nog komen. | Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 909 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 156). |
De motie van het lid Rajkowski c.s.; Verzoekt de regering om in het huidige toetsingskader voor de bouw van nieuwe datacenters criteria toe te voegen, waarbij in ieder geval wordt getoetst aan de toegevoegde waarde van datacenters aan de economie, duurzaamheidsaspecten zoals het verplichte gebruik van restwarmte waar mogelijk en het niet koelen met drinkwater, en het goed inpasbaar maken van datacenters in het landschap, en hier ook regionale en lokale overheden bij te betrekken. | Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 910 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 156). |
De motie van het lid Grinwis c.s.; Verzoekt de regering te bezien hoe in het in voorbereiding zijnde landelijk afwegingskader en handreiking voor grote bedrijfsvestigingen een verbod op of ten minste een maximum aan drinkwatergebruik en hergebruik van restwarmte ook een harde eis gemaakt kan worden voor het mogelijk maken van de vestiging van een hyperscale datacenter; Verzoekt de regering tevens in gesprek te gaan met provincies en gemeenten om tot betere naleving van duurzame beloften van hyperscale datacenters te komen en te bezien hoe in de toekomst naleving en handhaving beter juridisch geborgd kunnen worden in de vergunning, en het daarbij makkelijker gemaakt wordt vergunningen van hyperscale datacenters in te trekken wanneer duurzaamheidsafspraken niet worden nageleefd. | Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 919 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 156). |
De motie van het lid Dekker-Abdulaziz; Verzoekt de regering dat er in de handreiking voorwaarden worden gesteld aan het gebruik van water en energie voor datacenters, waarbij de waterkwaliteit wordt gewaarborgd en restwarmte kosteloos wordt teruggeleverd, en stelt hierbij als eis dat de kosten die hiervoor nodig zijn zo veel mogelijk voor rekening komen van de exploiterende bedrijven en niet van de burgers. | Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 912 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 156). |
De motie van het lid Van Esch; Verzoekt de regering de aanbevelingen van de commissie-Bekedam en van het RIVM als kaders mee te geven in de startpakketten aan de provincies. | Kamerstukken II 2022/23, 29383, nr. 369 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 107). |
De motie van de leden Bromet en Nijboer; Verzoekt de regering periodiek te monitoren wat de staat van het Nederlandse landschap is en daarbij nadrukkelijk mee te wegen op welke wijze wetgeving aangepast moet worden om verrommeling tegen te gaan. | Kamerstukken II 2022/23, 29393, nr. 372 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 160). |
De motie van de leden Strolenberg en de Kort; Verzoekt de regering zo spoedig mogelijk in haar aanbestedingen voor nieuwe websites en apps van de overheid de toegankelijkheidseisen, genoemd in het Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid, op te nemen; Verzoekt de regering tevens om zich in te spannen dat zo spoedig mogelijk alle huidige, ontoegankelijke websites en apps van de overheid voldoen aan de gestelde toegankelijkheidseisen. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VI, nr. 23 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 973). |
De motie van het lid Strolenberg; Verzoekt de regering, met het oog op het herstellen van het vertrouwen van inwoners in de overheid, te onderzoeken of de gestelde periode van tien jaar kan worden bekort, en de Tweede Kamer daarover te informeren voor de eerstvolgende rapportage Staat van de Uitvoering. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 24 | Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van SZW. |
De motie van het Dekker-Abdulaziz; Verzoekt het kabinet om open source niet als minimale vereiste op te nemen in de Wet digitale overheid, maar met inachtneming van het «open source, tenzij»-principe. | Kamerstukken II 2021/22, 35868, nr. 11 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35868, nr. 17). |
De motie van het lid Van Baarle c.s.; Verzoekt de regering bij een nationale invoering van de digital wallet wettelijk te borgen dat gebruik van de digital wallet te allen tijde vrijwillig is en niemand zonder wallet in publieke ruimten mag worden geweigerd. | Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 828 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 1501-33, nr. 990). |
De motie van het lid Kathmann c.s.; Verzoekt de regering met een plan van aanpak te komen om er zorg voor te dragen dat er te allen tijde een offlinemogelijkheid beschikbaar blijft bij overheidsdiensten, zorgverzekeraars en woningbouwcorporaties. | Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 837 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29362, nr. 317). |
De motie van het lid Leijten c.s.; Verzoekt de regering bij het ontwikkelen van nieuwe digitale middelen mensen altijd een gebruiksvriendelijk niet-digitaal alternatief te bieden. | Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 834 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29362, nr. 317). |
De motie van de leden Ceder en Dekker-Abdulaziz; Verzoekt de regering in de onderhandelingen de huidige inzet te intensiveren op: - het tegengaan van data-concentratie bij overheden en bedrijven nu en in de toekomst; het gebruik van open sourcetechnologie - het nu en in te toekomst bieden van gelijkwaardige alternatieven voor mensen die geen gebruik willen of kunnen maken van de wallet door zowel overheden als bedrijven. | Kamerstukken II 2021/22, 21501-33, nr. 932 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 1501-33, nr. 990). |
De motie van het lid Ceder c.s.; Verzoekt de regering zich tot het uiterste in te spannen om steun te vergaren voor haar standpunt; verzoekt de regering voorts in te zetten op alternatieven en hiertoe ook zelf initiatief te ondernemen; Verzoekt de regering indien dit niet mogelijk blijkt aan te geven dat het Nederlandse parlement zich hier opnieuw toe wil verhouden voordat een definitief besluit wordt genomen, en geen onomkeerbare stappen te nemen. | Kamerstukken II 2021/22, 21501-33, nr. 933 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 1501-33, nr. 990). |
De motie van de leden Ceder en Bontenbal; Verzoekt de regering in het werkprogramma inzicht te geven in het beschermingsniveau van kinderen tegen extreme content en daarbij ook in te gaan op de aanbevelingen van de Parlementaire Assemblee om dit beschermingsniveau te verbeteren. | Kamerstukken II 2021/22 26643, nr. 868 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 940). |
De motie van het lid Ceder; Verzoekt de regering voor de behandeling van de begroting Digitale Zaken samen met Ieder(in), belangenorganisaties en andere overheden een plan op te stellen om ervoor te zorgen dat in ieder geval de meest noodzakelijke overheidsapplicaties op korte termijn 100% toegankelijk zijn. | Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 869 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 973). |
De motie van het lid Van Raan c.s.; Verzoekt de regering end-to-endencryptie in stand te houden en Europese voorstellen die dat onmogelijk maken niet te steunen. | Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 885 | Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van JenV. |
De motie van het lid Bontenbal c.s.; Verzoekt het kabinet te zoeken naar een mogelijkheid om deze loot boxes in videogames ook in Nederland te verbieden en daarvoor waar nodig de wet aan te passen. | Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 890 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 948). |
De motie van het lid Schalk c.s.; Verzoekt de regering te bevorderen dat bij een volgende wijziging van de identiteitskaart tevens de Nederlandse vlag wordt afgebeeld. | Kamerstukken I 2020/21, 35552 (R2148), nr. C | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 23 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 35552, nr. E) |
De motie van het lid Kathmann; Verzoekt te regering te onderzoeken of en hoe betaalbare op publieke waarden gedreven alternatieve applicaties voor het onderwijs gerealiseerd kunnen worden. | Kamerstukken II 2022/23, 32761, nr. 277 | Afgedaan. De uitvoering van de motie wordt overgenomen door het ministerie van OCW. |
De motie van leden Dekker-Abdulaziz en Ceder; Verzoekt de regering om op nationale en Europese schaal socialmediaplatformen te dwingen de algoritmes op hun platformen voor kinderen uit te zetten of aangepaste varianten te maken. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 67 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 6200 VII, nr. 162). |
De motie van het lid Kathmann; Verzoekt de regering om digitale vaardigheden standaard mee te nemen in de screening van het UWV. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 69 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 973). |
De motie van het lid Bontenbal c.s.; Verzoekt de regering een adviesaanvraag uit te werken voor de WRR waarin de vraag centraal staat wat de sociaal-maatschappelijke impact is van nieuwe digitale technologieën op de samenleving op lange termijn, en daarbij de aspecten van sociale cohesie, democratisch burgerschap, persoonlijke ontwikkeling, mentale gezondheid en opvoeding te betrekken. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 72 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 222/23, 26643, nr. 979). |
De motie van de leden Ceder en Dekker-Abdulaziz; Verzoekt de regering te komen met een wettelijke borging van de Code voor Kinderrechten en ook in bredere zin te komen met een volledige uitwerking en uitvoering van de code. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 78 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 948). |
De motie van het lid Ceder; Verzoekt de regering in te zetten op heropening van de onderhandelingen over het raamwerk om op in ieder geval genoemde elementen het voorstel fundamenteel te verbeteren. | Kamerstukken II 2022/23, 21501-33, nr. 984 | Afgedaan. De motie is uitgevoerd door een inbreng te doen bij de Telecomraad van 6 december 2022. |
De motie van het lid Leijten; Verzoekt de regering niet in te stemmen met de Raadsconclusie en met een aanhangsel aan te geven dat de positie van het Nederlandse parlement anders is dan het bereikte compromisvoorstel. | Kamerstukken II 2022/23, 21501-33, nr. 986 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 1501-33, nr. 990). |
De motie van de leden Raemakers en Sahla; Verzoekt de regering om gemeenten en andere organisaties te vragen om berichten vanuit de overheid begrijpelijker te maken met behulp van plaatjes; Verzoekt de regering om te onderzoeken op welke manieren een groep experts advies kan geven om de berichten van de overheid begrijpelijker te maken. | Kamerstukken II 2022/23, 24170 IV, nr. 273 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 973). |
De motie van het lid Gerkens c.s.; Verzoekt de Staatssecretaris met haar collega van OCW in overleg te gaan om de besturen van de lerarenopleidingen te bewegen tot het formuleren van een ambitie voor digitale geletterdheid op lerarenopleidingen op landelijk niveau en hierover aan de Eerste Kamer te rapporteren. | Kamerstukken I 2022/23, 35741, nr. J. | Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van OCW. |
De motie van de leden Leijten en Ceder; Verzoekt de regering deze aanpak onafhankelijk te laten evalueren, en de Tweede Kamer hierover te informeren voor de behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken in het najaar van 2022. | Kamerstukken II 2021/22, 35772, nr. 26 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35772, nr. 40). |
De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Ceder; Verzoekt de regering in gesprek te gaan met de gemeenten en te onderzoeken wat de uitvoeringslasten zijn voor de colleges van B en W als ze burgers actief informeren over het LAA-signaal en de inhoudelijke grondslag daarvan, en de Tweede Kamer hierover te informeren. | Kamerstukken II 2021/22, 35772, nr. 28 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35772, nr. 40). |
De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Ceder; Verzoekt de regering om een privacy impact assessment onderdeel te laten maken van de evaluatie, en de Tweede Kamer hierover te informeren. | Kamerstukken II 2021/22, 38772, nr. 29 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35772, nr. 40). |
De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Ceder; Verzoekt de regering om het convenant met signaalleveranciers af te sluiten voordat de wet in werking treedt, en de Kamer hierover te informeren; Verzoekt de regering een totaaloverzicht van de risicoprofielen, inclusief die van de signaalleveranciers, onafhankelijk te laten toetsen, bijvoorbeeld door de Autoriteit Persoonsgegevens, voordat de wet in werking treedt, en de Kamer hierover te informeren; Verzoekt de regering een totaaloverzicht van de risicoprofielen, inclusief die van de signaalleveranciers, jaarlijks naar de Tweede Kamer te sturen. | Kamerstukken II 2021/22, 35772, nr. 30 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35772, nr. 40). |
De motie van de leden Ceder en Kathmann; Verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat enkel gebruik wordt gemaakt van signalen van derden en uitvoeringsorganisaties als kan worden uitgesloten dat deze signalen zijn gebaseerd op risicoprofielen die onderscheid maken op etniciteit, nationaliteit, geboorteplaats of anderszins discriminatoire werking hebben. | Kamerstukken II 2021/22, 35772, nr. 31 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35772, nr. 40). |
De motie van het lid Ceder; Verzoekt de regering in samenspraak met de VNG te komen tot een nadere instructie om te verzekeren dat in iedere gemeente de verbetering van adreskwaliteit hand in hand gaat met het betekenisvol signaleren, voorkomen, bestrijden en terugkoppelen van sociale problematiek en de eventuele noodzaak voor het leveren van een briefadres, en met de VNG te bezien wat hiervoor nodig is. | Kamerstukken II 2021/22, 35772, nr. 32 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35772, nr. 40). |
De motie van het lid Leijten; Verzoekt de regering de Tweede Kamer voor de zomer 2022 te informeren over a. welke wetten, b. welke pilots en c. welke andere alternatieven met betrekking tot gegevensverwerving, -verwerking en -deling zijn ontstaan in deze ministeriële commissie aanpak fraude. | Kamerstukken II 2021/22, 35772, nr. 27 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35772, nr. 39). |
De motie van het lid Bouchallikh; Verzoekt de regering er zorg voor te dragen dat er altijd een mogelijkheid zal bestaan tot niet-digitale identificatie. | Kamerstukken II 2021/22, 35868, nr. 12 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1019). |
De motie van het lid Peter de Groot; Verzoekt de regering om belemmeringen in procedures en regelgeving voor de aansluiting van de drinkwatervoorziening in kaart te brengen en deze aan te pakken bij de bouw van woningen en bedrijven. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 964 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27625, nr. 590). |
De motie van het lid Ellian; Verzoekt de regering, om «trouw aan de publieke taak» toe te voegen aan de eed of belofte die ambtenaren afleggen. | Kamerstukken II 2020/21, 35570, nr. 63 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022-2023, 29362, nr. 320). |
De motie van het lid Rosenmöller c.s.; Verzoekt de regering te reageren op de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie inclusief de daarover gevoerde gedachtewisseling; Verzoekt de Voorzitter van deze Kamer een voorstel te doen hoe te komen tot uitwerking van de voorstellen van de parlementaire onderzoekscommissie voor de werkwijze van de Kamer bij de behandeling van nieuwe wetgeving en het rapport te delen met de Tweede Kamer. | Kamerstukken I 2022/23, CXLVI, nr. Y | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 per brief geïnformeerd. |
Omschrijving | Parlementaire Agenda | Voortgangsinformatie Parlement |
---|---|---|
De motie van de leden Pouw-Verweij en Van der Plas; Verzoekt het kabinet om provincies te ondersteunen, zo nodig en waar mogelijk met maatwerk, en de Kamer liefst voor het zomerreces te informeren hoe die ondersteuning vorm krijgt. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1011 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Bisschop; Verzoekt de regering bij de uitwerking van de Nationale Bouw- en Woonagenda voluit rekening te houden met de eigen positie van medeoverheden, zoals gemeenten en provincies, en zeer terughoudend te zijn met het opleggen van bouweisen en -verplichtingen. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 904 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd |
De motie van de leden Van Hage en Smolders; Verzoekt de regering in overleg met gemeenten de transformatie van gebouwen tot woningen te bevorderen en belemmeringen weg te nemen. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 888 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd |
De motie van het lid Grinwis c.s.'Verzoekt de regering te inventariseren welke belemmeringen er zijn om veelbelovende woonconcepten grootschalig te introduceren en gegeven die inventarisatie en de ontwikkelingen sinds 2021 het programma conceptuele bouw en industriële productie te actualiseren. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1030 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Boulakjar en Grinwis; Verzoekt de regering om dit jaar nog zo veel mogelijk kansrijke stationsgebieden in kaart te brengen, aan te geven waar daar tijdelijke woningen geplaatst kunnen worden, bijvoorbeeld studentenwoningen, en de Kamer van de vorderingen op de hoogte te houden. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1010 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Minhas; Verzoekt de regering, te komen tot een handelingskader voor gemeenten bij erfpacht waarbij de rechtszekerheid, rechtsgelijkheid en transparantie voor erfpachters beter geborgd worden. | Kamerstukken II 2021/22, 35232, nr. 7 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Grinwis en Boulakjar; Verzoekt de regering om zich, mede op basis van het onderzoek van de ACM, maximaal in te spannen om het grondbeleid te verbeteren, zodat het gaat bijdragen aan het daadwerkelijk realiseren van de doelstelling dat twee derde van het aantal te bouwen woningen betaalbaar is, en daarbij te bezien hoe het Rijk gemeenten hierbij kan bijstaan. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 892 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Den Haan; Verzoekt de regering te bezien of er ouderenhuisvestingsprojecten zijn die versneld kunnen worden door de inzet van prefabwoningen. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1024 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Sahla c.s.; Verzoekt de regering om op korte termijn uitbreidingsplannen te laten opstellen voor de overige plekken om aan de uitbreidingsopgave te voldoen, en de Tweede Kamer hierover tijdig te informeren. | Kamerstukken II 2022/23, 31765, nr. 755 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van der Staaij c.s.; Verzoekt de regering, samen met gemeenten, woningcorporaties en zorgaanbieders, ervoor te zorgen dat in kleinere dorpen en kernen in het landelijk gebied voldoende zorggeschikte woningen worden gebouwd. | Kamerstukken II 2022/23, 31765, nr. 746 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Inge van Dijk; Verzoekt de regering in gesprek te treden met de VNG en het IPO over hoe efficiënter en effectiever met de ambtelijke capaciteit wordt omgaan en hoe wordt voorkomen dat overheden elkaars concurrent worden wat betreft personeel maar juist meer gaan samenwerken. | Kamerstukken II 2022/23, 28325, nr. 254 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Boulakjar c.s.; Verzoekt de regering om gemeenten aan te jagen harde afspraken te maken met vastgoedeigenaren om kantoren om te bouwen tot woningen. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1009 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Grinwis c.s.: Verzoekt de regering, zich tot het uiterste in te spannen om aan de woningbouwprojecten waar het Rijksvastgoedbedrijf als grondeigenaar bij betrokken is, evenals aan de Woningbouwimpuls, de eis te verbinden dat minimaal 50% van de te ontwikkelen woningen uit betaalbare huur- en koopwoningen bestaat. | Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 94 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Geurts en Grinwis; Verzoekt de regering te onderzoeken of het op basis van data van AERIUS-berekeningen mogelijk is om met een generieke depositieberekening te komen met standaardeenheden voor kleine tot middelgrote woningbouwprojecten. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1032 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Boulakjar en Grinwis; Verzoekt de regering om een uiterste inspanning te leveren en op korte termijn een oplossing te vinden, zodat gestart kan worden met de realisatie van de studentenwoningen bij Kronenburg in Amstelveen. | Kamerstukken II 2021/22 32847, nr. 944 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Geurts en Grinwis; Verzoekt de regering in samenwerking met de provincies te monitoren of er in de steden een gezonde mix van sociaal, middenhuur en koop tot stand wordt gebracht en bij te sturen indien nodig. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1031 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Beckerman c.s.; Verzoekt, de regering om bij woningbouw door het Rijksvastgoedbedrijf ook ministens twee derde betaalbaar te realiseren. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1034 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Boulakjar en Grinwis; Verzoekt de regering het mogelijk te maken voor gemeenten om een groot deel van deze nieuwe kant-en-klare woningen met prioriteit toe te wijzen aan jongeren uit de betreffende gemeente. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1063 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Grinwis en Geurts; Verzoekt de regering om de belemmeringen voor woningcorporaties om bouwgrond te kopen om betaalbare woningen te kunnen bouwen weg te nemen. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 943 | In behandeling De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Peter de Groot; Verzoekt de regering een monitoringssystematiek uit te werken die in beeld brengt of het aantrekkelijk blijft voor verhuurders om te investeren in noodzakelijk onderhoud en verduurzaming van huurwoningen. | Kamerstukken II 2022/23, 36218, nr. 11 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eerste helft 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Geurts en Grinwis; Verzoekt de regering een monitoringssystematiek uit te werken die in beeld brengt of en welke inkomensgroepen binnen de vrije huursector in de problemen komen door de jaarlijkse huurverhogingen. | Kamerstukken II 2022/23, 36218, nr.12 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2025 geïnformeerd. |
De motie van de leden Nijboer en Grinwis; Verzoekt de regering te onderzoeken welke instrumenten gemeenten nodig hebben om misbruik van uitzonderingen te voorkomen en te kunnen handhaven op voorwaarden voor tijdelijke verhuur en hierbij de handhavingsmogelijkheden van de Wet goed verhuurderschap te betrekken. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1069 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Koerhuis en Grinwis; Verzoekt de regering om een pilot te starten waarin zorg- en veiligheidshuizen gegevens kunnen delen met corporaties en corporaties die gegevens mogen registreren om woonoverlast aan te pakken. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 847 | In behandeling. Deze motie wordt betrokken bij het wetsvoorstel in het kader van de gegevensverwerking en -deling door woningcorporaties. De beoogde inwerkingtreding is per 1 januari 2024. |
De motie van het lid Den Haan c.s.; Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe het bouwen van nieuwe hofjes kan worden versneld en gestimuleerd. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1003 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Grinwis c.s.; Verzoekt de regering te bevorderen dat zo veel mogelijk van de nieuw te bouwen seniorenwoningen dementievriendelijk worden gebouwd. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1006 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Boulakjar en Peter de Groot; Verzoekt de regering om sterker te sturen, zodat echt betaalbare woningen voor starters mogelijk worden. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1018 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Grinwis en Bontenbal; Verzoekt de regering om in aanloop naar de volgende begroting alsnog met een aanpak gericht op het versneld uitfaseren van enkelglas te komen, waarbij onder andere wordt gekeken naar aftrekpunten in het te moderniseren woningwaarderingsstelsel en het verbieden van enkelglas in 2029 of 2030 in een verhuurde woning, met respect voor de reeds gemaakte afspraken met de woningcorporaties. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 99 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor begrotingsbehandeling geïnformeerd. |
De motie van de leden Grinwis en Nijboer; Verzoekt de regering te komen tot heldere en eenvoudig hanteerbare richtlijnen om schaarste aan woonruimte en leefbaarheid aan te tonen om te dienen als grond voor een huisvestingsverordening. | Kamerstukken II 2022/23, 36190, nr. 13 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Peter de Groot en Valstar; Verzoekt de regering in gesprek te gaan met gemeenten over waar in de nabijheid een Defensielocatie is of wordt gevestigd en het beroep van militair binnen de lokale huisvestingsverordening van desbetreffende gemeente op te nemen als vitaal beroep. | Kamerstukken II 2022/23, 36190, nr. 14 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, in gesprek te gaan met de NHG en banken om te kijken of en hoe banken langer uitstel van hypotheekaflossingen kunnen geven. | Kamerstukken II 2020/21, 32847, nr. 793 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt einde jaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Grinwis en Geurts; Verzoekt de regering te onderzoeken of het financieringsplafond bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw aangepast kan worden, zodat woningcorporaties maximaal kunnen bijdragen aan de nieuwbouw van vooral sociale huurwoningen en deze investeringen niet in het geding komen. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1029 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Beckerman c.s.; Verzoekt de regering het systeem van passend toewijzen nader te onderzoeken rekening houdend met bovenstaande leefomgevingsaspecten. | Kamerstukken II 2022/23, 36190, nr. 17 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Boulakjar: Verzoekt de regering woningcorporaties aan te sporen om een groter deel van hun vrijesectorhuurwoningen beschikbaar te stellen voor woningdelers. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1064 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Grinwis en Boulakjar; Verzoekt de regering om ervoor te zorgen dat zo snel als mogelijk corporaties woningen zodanig gaan toewijzen dat niet alleen rekening wordt gehouden met de huurhoogte, maar ook met de totale woonlasten, inclusief de energierekening, te bezien of en hoe de Woningwet hierop aangepast moet worden en daarover in overleg te treden met de woningcorporaties. | Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1098 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio oktober 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Den Haan c.s.; Verzoekt de regering landelijk te monitoren dat woningbouwcoöperaties gezamenlijk zo veel mogelijk dementievriendelijke woningen realiseren. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1002 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Beckerman; Verzoekt de regering te regelen dat handhaving en naleving toereikend zijn. | Kamerstukken II 2022/23, 36130, nr. 35 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van he lid van Baarle; Verzoekt de regering om de resultaten en ervaringen van de meldplicht van discriminerende verzoeken voor uitzendbureaus te betrekken bij de evaluatie van de Wet goed verhuurderschap en met een nieuwe afweging te komen over een meldplicht van discriminerende verzoeken op de woningmarkt. | Kamerstukken II 2022/23, 36130, nr. 37 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Boulakjar; Verzoekt de regering om in gesprek met gemeenten meer ruimte te creëren voor kamerverhuur met campuscontracten, met aandacht voor sociale cohesie en leefbaarheid. | Kamerstukken II 2022/23, 36195, nr. 13 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Haga; Verzoekt de regering gemeenten te verplichten om niet alleen woonfraude gepleegd door verhuurders, maar ook woonfraude gepleegd door huurders op te sporen en aan te pakken. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1058 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om te pogen in een volgende monitor woningmarkt-discriminatie het effect van maatregelen tegen woningmarktdiscriminatie te meten. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 960 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om de ontwikkeling van de platforms die objectieve en transparante toewijzing van (huur)woningen bevorderen, te monitoren en waar bevorderlijk voor de bestrijding van discriminatie de brede uitrol ervan te bevorderen. | Kamerstukken II 2022/23, 36130, nr. 38 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Pouw-Verweij en Boulakjar: Verzoekt het kabinet om de Kamer volgend voorjaar te informeren welke maatregelen de corporaties moeten treffen om ervoor te zorgen dat de grote opgaven voor nieuwbouw kunnen worden gehaald. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1051 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in voorjaar 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering te onderzoeken in hoeverre de inkomensafhankelijke huurverhoging wordt benut in de particuliere sociale sector. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 895 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Beckerman en Nijboer: Verzoekt de regering met een oplossing te komen wanneer huurders vanwege medische/zorgindicatie(s) moeten verhuizen. | Kamerstukken II 2022/23, 36281, nr. 22 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor 1 januari 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Beckerman en Nijboer; Verzoekt de regering te borgen dat deze sociale huurders hun lagere huur behouden. | Kamerstukken II 2022/23, 36281, nr. 23 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor 1 januari 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Peter de Groot; Verzoekt daarom de regering het effect van de stapeling en aanscherping van huurwetten op het aanbod van huurwoningen te monitoren en dit elk kwartaal te delen met de Tweede Kamer. | Kamerstukken II 2022/23, 36195, nr. 15 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van lid Boulakjar c.s.; Verzoekt de regering te sturen op maatregelen, zoals bijvoorbeeld een antispeculatiebeding, die nieuw te bouwen koopwoningen beschikbaar en betaalbaar houden voor mensen met een middeninkomen. | Kamerstukken II 2022/23, 36190, nr. 15 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Peter de Groot; Verzoekt de regering te bezien hoe gemeentelijke monumenten ook kunnen worden gewaardeerd in het WWS. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1068 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Beckerman; Verzoekt de regering om de Monitor Tijdelijke Verhuur te continueren. | Kamerstukken II 2022/23, 36195, nr. 14 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Grinwis c.s.; Verzoekt de regering te analyseren welke financiële drempels er zijn om gemeenschappelijke woonvormen te realiseren, te verkennen welke maatregelen nodig zijn voor een level playing field voor het middenhuursegment, en de Tweede Kamer hierover voor het zomerreces te informeren. | Kamerstukken II 2022/23, 31765, nr. 741 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Van der Plas en Mohandis; Verzoekt de regering om het bouwen van dementievriendelijke huizen op te nemen als doelstelling en over de invulling hiervan in contact te treden met de patiëntenorganisaties. | Kamerstukken II 2022/23, 31765, nr. 762 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Rajkowski en Bisschop; Verzoekt het kabinet om een voortgangsrapportage ten aanzien van de inrichting en uitrol van de ABRO op te stellen met daarin een bijbehorend tijdspad en versnellingsmogelijkheden; Verzoekt het kabinet deze voortgangsrapportage voor de begrotingsbehandeling Digitale Zaken op 27 november te delen met de Tweede Kamer. | Kamerstukken II 2022/23, 29924, nr. 246 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voorafgaand de de begrotingsbehandeling Digitale Zaken op 27 november 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Hammelburg; Verzoekt de regering om in de extremismestrategie dan wel in de kabinetsreactie op de eindrapportage van de adviescommissie-Marcouch te verduidelijken wat de gehanteerde definities en onderscheiden tussen «activisme» en «extremisme» en tussen «niet-gewelddadige activiteiten» en «gewelddadige activiteiten» betekenen voor de praktijk. | Kamerstukken II 2022/23, 29924, nr. 247 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Leijten; verzoekt de regering, er zorg voor te dragen dat de toezichthouders in de ambtelijke voorbereiding van de aangekondigde wetswijziging voldoende betrokken worden. | Kamerstukken II 2020/21, 29924, nr. 215 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering, om deze aanbeveling niet onverkort in wetgeving vast te leggen, maar hier eerst consultatie over te plegen met toezichthouders, mensenrechtenorganisaties, wetenschappers, de Autoriteit Persoonsgegevens en juristen, en de Tweede Kamer van de uitkomsten hiervan op de hoogte te stellen. | Kamerstukken II 2020/21, 29924, nr. 217 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering, om bij de eventuele uitwerking en opvolging van deze conclusie uit het rapport van de evaluatiecommissie Wiv waarborgen in te bouwen zodat dit in de praktijk geen afschaling van toezicht op de verwerkingsfase inhoudt. | Kamerstukken II 2020/21, 29924, nr. 218 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Ceder; Verzoekt de regering, om te inventariseren bij de veiligheidsdiensten en toezichthouders welke voor- en nadelen er zijn om de twee toezichthouders tot een krachtige toezichthouder te maken en mogelijke knelpunten aan de Tweede Kamer voor te leggen. | Kamerstukken II 2020/21, 29924, nr. 219 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Leijten; Verzoekt de regering, de bevoegdheden van de TIB bij de toetsing vooraf van verzoeken op geen enkele manier in te perken. | Kamerstukken II 2020/21, 29924, nr. 220 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Kofferman c.s.; Verzoekt de regering het Rijksvastgoedbedrijf opdracht te geven verkoop van agrarische gronden ten behoeve van hyperscale datacenters op te schorten tot het moment dat een nieuwe kabinetsvisie voor ruimtelijke inrichting en datacenters gereed is. | Kamerstukken I 2021/22, 35925 XIV, nr. H | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Beckerman en Bromet; Verzoekt de regering elke twee jaar inzichtelijk te maken hoeveel hectare groen, landbouw en natuur, in verstening verdwijnt. | Kamerstukken II 2022/23, 29383, nr. 381 | In behandeling. De Tweede Kamer wort in de volgende 2-jaarlijkse voortgangsmonitor Novi medio september 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Esch: Verzoekt de regering in de beoordeling van ruimtelijke kwaliteit de intrinsieke waarde van natuurlijk groen en het leven in het wild terug te laten komen. | Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 165 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd |
De motie van de leden Bouchallikh en Geurts; Verzoekt de regering, om in gesprekken van het Rijk met provincies en gemeenten, waaronder de jaarlijkse MIRT-gesprekken, over verstedelijking ook groen mee te nemen; Verzoekt de regering, tevens om een gezamenlijk onderzoek te starten naar het opnemen van een norm omtrent groen rondom de steden in verhouding tot de verstedelijkingsopgave. | Kamerstukken II 2021/22, 35742, nr. 7 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd |
De motie van het lid Grinwis; Verzoekt de regering deze aspecten te betrekken bij het uitwerken van de (zesde) Nota Ruimte en hier lering uit te trekken, zodat binnen uitbrei-dingslocaties voor woningbouw planologische keuzes worden gemaakt en maatregelen worden getroffen die bijdragen aan gemeenschapsvorming in wijken. | Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 170 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Minhas; Verzoekt de regering om in samenspraak met provincies, gemeenten en waterschappen binnen het programma NOVEX naast binnenstedelijk bouwen ook de focus te leggen op buitenstedelijk bouwen om de uitvoering van het ruimtelijke beleid te versnellen. | Kamerstukken II 2022/23, 29383, nr. 378 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Beckerman: Verzoekt de regering te onderzoeken of een Nederlands architectuurinstituut terug kan keren. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1053 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Peter de Groot c.s.; Verzoekt het kabinet om de in de ladder aanwezige belemmeringen voor buitenstedelijke bouw te verwijderen om de bouwopgave te versnellen. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1027 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Minhas en Boulakjar; Verzoekt de regering te onderzoeken of en hoe op korte termijn een splitsingsverbod ingevoerd kan worden bij de speculatieve handel van landbouwgrond; Verzoekt de regering hierbij de ervaring van Scandinavische landen te betrekken. | Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 172 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Esch; Verzoekt de regering alvorens de ruimtelijke puzzel te gaan leggen, duidelijkheid te scheppen over wat de ruimtelijke consequenties van het stikstofbeleid zullen zijn. | Kamerstukken II 2022/23, 29383, nr. 371 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Koffeman c.s.; Verzoekt de regering haar publiekrechtelijke bevoegdheden te gebruiken op zodanige wijze dat uitvoering van het bestemmingsplan dat in de vestiging van het Meta-datacenter voorziet, juridisch niet mogelijk zal zijn totdat mede in het kader van de Nationale omgevingsvisie, is vastgesteld dat die vestiging niet strijdig is met het rijksbeleid. | Kamerstukken I 2021/22, 35925, XIV, nr. K | In behandeling. De Eerste Kamer in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Geurts; Verzoekt de regering in samenwerking met medeoverheden: –een vergunningstelsel te creëren waarmee gemeenten uitponding van vakantieparken kunnen reguleren; –de mogelijkheid te onderzoek van een opkoopfonds; –in kaart te brengen of het voorkeursrecht voor gemeenten kan worden toegepast op vakantieparken. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 95 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Nijboer; Verzoekt het kabinet te onderzoeken of er een norm met betrekking tot vernieuwende architectuur bij bouwlocaties kan worden ingevoerd. | Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 171 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Grinwis en Boulakjar; Verzoekt de regering bij de aanpassing van het Bouwbesluit, waar momenteel aan wordt gewerkt, dit besluit zodanig aan te passen dat er vanuit de bouwsector meer vraag ontstaat naar in Nederland geteelde biogrondstoffen als hennep, vlas, lisdodde, zonnekroon en olifantsgras én naar reststromen uit de Nederlandse land- en tuinbouw als stro en stengels. | Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 966 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De motie van het Van Esch; Verzoekt de regering de kwaliteit en hoeveelheid beschikbare data in het milieuprestatiestelsel te verbeteren en strikt toezicht te organiseren op de productkaarten en de kwaliteit van het milieuprestatiestelsel. | Kamerstukken II 36200 VII, nr. 103 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Nijboer; Verzoekt de regering op korte termijn met een plan te komen voor het versterken van funderingen in de grootste probleemgebieden en te analyseren welke maatregelen genomen kunnen worden om de funderingen niet te laten verslechteren. | Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 230 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Nijboer; Verzoekt het kabinet het schadeherstel te vergemakkelijken door de regeling te verruimen en welwillend om te gaan met vergoeding per individueel geval. | Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 231 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Nijboer; Verzoekt de regering, een aanvalsplan op te stellen om de verzakking van deze huizen te voorkomen en schade en funderingen te herstellen, en de Tweede Kamer daarover in het voorjaar te informeren. | Kamerstukken II 2020/21, 35570-VII, nr. 63 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Peter de Groot en Beckerman; Verzoekt de regering deze expertise, samen met gemeenten, in te zetten vanuit een landelijk expertiseteam zodat regelmatig toegezien wordt op de veiligheid van onder andere stadions en andere grote evenementengebouwen. | Kamerstukken II 2022/23, 28325, nr. 241 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt vóór het Herfstreces 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, de positie van de vve te versterken door mogelijke opties van versterking in kaart te brengen, en de Tweede Kamer te informeren voor het commissiedebat Leefbaarheid en veiligheid. | Kamerstukken II 2020/21, 32847, nr. 788 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Grinwis; Verzoekt de regering te komen tot generieke landelijke regelgeving waarmee vve’s kunnen besluiten tot verduurzaming via een gewone meerderheid van de helft plus één van de aanwezige leden tijdens een ledenvergadering. | Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1198 | In behandeling. De Kamer wordt in 3e kwartaal 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Grinwis; Verzoekt de regering vergeleken met andere woningeigenaren te komen tot een gelijk speelveld voor vve’s ten behoeve van de financiering van verduurzamingsmaatregelen door de financieringsvoorwaarden bij het Warmtefonds te verbeteren, zodat mensen met lage inkomens binnen een vve daar ook tegen 0% rente of met een rentekorting kunnen lenen. | Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1199 | In behandeling. De Kamer wordt in 3e kwartaal 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Grinwis; Verzoekt de regering te komen tot meerdere modelreglementen, met instemming van de Nederlandse Vereniging van Banken en het Verbond van Verzekeraars, om verduurzaming bij vve’s te vereenvoudigen. | Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1200 | In behandeling. De Kamer zal in 3e kwartaal 2023 worden geïnformeerd. |
De motie van het lid Grinwis; Verzoekt de regering met landelijke regelgeving de complexiteit van het aanpassen van de splitsingsaktes, onder meer bij verduurzaming, weg te nemen en daarbij onder andere de positie van hypotheekverstrekkers te betrekken. | Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1201 | In behandeling. De Kamer zal in 3e kwartaal 2023 worden geïnformeerd. |
De motie van de leden Van der Plas en Stoffer; Verzoekt de regering om groene parkeerplaatsen een prominente rol te laten spelen bij de gebiedsinrichting en daarbij rekening te houden met een toegankelijke parkeerplaats voor ouderen en mensen met een beperking. | Kamerstukken II 2022/23, 37625, nr. 617 | In behandeling. De Kamer zal in het 3e kwartaal 2023 worden geïnformeerd. |
e motie van het lid Van der Plas c.s.; Verzoekt het kabinet in gesprek te gaan met de bouwsector om te kijken of het mogelijk is om nieuwbouwwoningen vaker te laten opleveren met turfvrije tuinaarde in plaats van met zand in de voor- en achtertuin, zodat burgers eenprikkel krijgen om meer tuinbeplanting aan te leggen in plaats van tegels enzo kunnen meewerken aan meer biodiversiteit, waterafvoer en het tegengaanvan temperatuurstijging in de stad. | Kamerstukken II 2022/23, 27625, nr. 618 | In behandeling. De Kamer zal in 3e kwartaal 2023 worden geïnformeerd. |
De motie van de leden Beckerman en Peter de Groot; Verzoekt de regering om met één onafhankelijke toezichthouder te komen. | Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1197 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in vierde kwartaal 2023 nader geïnformeerd. |
De motie van de leden Beckerman en Peter de Groot; Verzoekt de regering om samen met de technologiesector te komen met een stappenplan om nieuwe technologie in te zetten voor het accuraat inzicht krijgen in de energieprestatie van de woning en deze te benutten voor het energielabel. | Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1203 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in vierde kwartaal 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Koerhuis c.s.; Verzoekt de regering, om dit bestuursakkoord te verwerken in een nieuwe beantwoording aan de Eerste Kamer en in de besluitvorming en algemene maatregel(en) van bestuur bij de wet, als deze wordt aangenomen. | Kamerstukken II 2018/19, 28325, nr. 184 | In behandeling. Wordt geïmplementeerd in de Omgevingswet, die inwerking treedt op 1 januari 2024. |
De motie van de leden Albert de Vries en Van der Linde; Verzoekt de regering, te bevorderen dat een systeem van «erkende kwaliteitsverklaringen en erkende technische toepassingen» tot stand komt, waarbij door marktpartijen aangedragen oplossingen bij gebleken geschiktheid door een onafhankelijke instantie van een erkenning worden voorzien en daarna in het kwaliteitsborgingsproces alleen nog marginaal getoetst behoeven te worden. | Kamerstukken II 2016/17, 34453, nr. 19 | In behandeling. De motie wordt uitgevoerd in het Besluit kwaliteitsborging voor het bouwen. De inwerkingtredingsdatum is voorzien op 1 januari 2024. |
De motie van het lid Albert de Vries; Verzoekt de regering om het stelsel van kwaliteitsborging pas in een volgende fase van invoering van toepassing te verklaren op de verbouw en restauratie van rijksmonumenten. | Kamerstukken II 2016/17, 34453, nr. 20 | In behandeling. De motie wordt uitgevoerd in het Besluit kwaliteitsborging voor het bouwen. De inwerkingtredingsdatum is voorzien op 1 januari 2024. |
De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, rijksmonumenten niet eerder onder deze wet te brengen dan nadat vaststaat dat monumentale waarden niet verloren gaan door de splitsing van bouwtechniek en de monumentenkwaliteit. | Kamerstukken II 2016/17, 34453, nr. 23 | In behandeling. De motie wordt uitgevoerd in het Besluit kwaliteitsborging voor het bouwen. De inwerkingtredingsdatum is voorzien op 1 januari 2024. |
De motie van de leden Peter de Groot en Boulakjar; Verzoekt de regering bij de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging aandacht te hebben voor en hulp te bieden aan kleine aannemers zodat ook zij aan de wet kunnen voldoen. | Kamerstukken II 2022/23, 28325, nr. 240 | In behandeling. Wordt meegenomen met de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen op 1 januari 2024. |
De motie van de leden Van Esch en Bromet; Verzoekt de regering bij het onderzoek naar de koelbehoefte en het invullen van de koelbehoefte vooral te kijken naar natuurlijke oplossingen en zo snel mogelijk over te gaan tot implementatie. | Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1095 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Boulakjar; Verzoekt de regering om samen met gemeenten, huurteams en andere partijen een campagne op te zetten met als doel om bewustwording te creëren bij huurders dat zij in hun recht staan richting verhuurders, en om verhuurders te bewegen om gebreken te herstellen of de woning te isoleren. | Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1210 | In behandeling. De Kamer zal in het 3e kwartaal 2023 worden geïnformeerd. |
De motie van het lid Boulakjar; Verzoekt de regering om samen met gemeenten, huurteams en andere partijen een campagne op te zetten met als doel om bewustwording te creëren bij huurders dat zij in hun recht staan richting verhuurders, en om verhuurders te bewegen om gebreken te herstellen of de woning te isoleren. | Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1211 | In behandeling. De Kamer zal in het 3e kwartaal 2023 worden geïnformeerd. |
De motie van het lid Ronnes; Verzoekt de regering, om in overleg met het Nibud te onderzoeken of de investeringslast bij verduurzaming van woonruimte samen met de verlaging van de energierekening onderdeel kan worden van de financieringslasttabellen van het Nibud. | Kamerstukken II 2019/20, 32813, nr. 475 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Beckerman c:s.; Verzoekt, de regering bovengenoemde regelgeving aan te passen zodat deze ook gaat gelden voor de ‘schil’ van de woning en een landelijke protocol op te stellen voor de bij de brand vrijkomende glasdeeltjes. | Kamerstukken II 2022/23, 28325, nr. 250 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Bushoff c.s.; Verzoekt de regering om er zorg voor te dragen dat redelijkerwijs zoveel mogelijk van de genoemde adviezen worden opgevolgd en dat het niet opvolgen aan de Tweede Kamer voorzien van een deugdelijke motivering moet worden gemeld. | Kamerstukken II 2022/23, 32802, nr. 65 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Leijten; Verzoekt de regering de verantwoordelijkheid voor het invoeren van de Wet open overheid te beleggen bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, zodat dat verantwoordelijk wordt voor het formuleren van heldere en eenduidige definities over de verplicht openbaar te maken informatiecategorieën, waarbij het ook het verantwoordelijke ministerie is voor de verdeling van de budgetten ten behoeve van de verbetering van de informatiehuishouding van het Rijk. | Kamerstukken II 2022/23, 32802, nr. 62 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
verzoekt de regering om voor de zomer met een haalbaar plan te komen over hoe de invoering van de Wet open overheid beter gestructureerd en gecoördineerd kan worden en hoe de achterstanden op korte termijn op een verantwoorde manier kunnen worden weggewerkt, | Kamerstukken II 2022/23, 32802, nr. 63 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Omtzigt c.s.; Verzoekt de regering binnen een half jaar de Kamer een analyse te doen toekomen over de oorzaken van het stijgend aantal uitspraken in WOO-zaken waaraan de regering niet voldoet; Verzoekt de regering de rechterlijke uitspraken op het verstrijken van termijnen (zowel voor documenten beschikbaar stellen als inventarislijsten) binnen acht maanden uit te voeren, zoals in een rechtsstaat hoort, en de Kamer vanaf nu elke drie maanden met een lijst op de hoogte te stellen van de rechterlijke uitspraken die niet zijn uitgevoerd, te beginnen op 1 juli 2023. | Kamerstukken II 2022/23, 32802, nr. 64 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Bisschop en Inge van Dijk; Verzoekt de regering er de komende jaren naar toe te werken dat de provincies Zeeland, Friesland, Flevoland, Drenthe en Limburg een meer evenredig aandeel hebben in de rijkswerkgelegenheid en per saldo de landelijke ontwikkeling van de rijkswerkgelegenheid te volgen, en daartoe een richtlijn te ontwikkelen. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 34 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in oktober 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Bouchallikh en Kathmann; Verzoekt de regering om zich in Europees verband sterk temaken voor de wetielijke aanpak van aanbevelingsalgortimes op basis van clicks en interactie op sociale media platforms en de Kamer over deze inspanningen te informeren: Verzoekt de regering tevens om zich in Europees verband sterk te maken voor de wettelijke aanpak van verslavend ontwerp van online diensten, in het bijzonder sociale media platforms inbijvoorbeeld het herziene Europese consumentenrecht en de Tweede Kamer over deze inspanningen te informeren. | Kamerstukken II 2022/23, 30821, nr. 190 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Slootweg; Verzoekt de regering medeoverheden zo snel als mogelijk is duidelijkheid te geven over de scope en focus van de NIS 2, hen te betrekken bij de nadere uitwerking van de richtlijn en hen te ondersteunen in de implementatie van de richtlijn, in plaats van het opleggen van sancties. | Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1049 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Gündogan c.s.; Verzoekt de regering om voor het einde van 2023 te onderzoeken welke aspecten van sociale media bijdragen aan de risico’s voor onze democratie en daarbij ook expliciet de rol van anonimiteit mee te nemen; Verzoekt de regering om in het geval van aantoonbare risico’s van anonimiteit, tevens te onderzoeken welke technische mogelijkheden een oplossing zouden kunnen bieden met behoud van publieke waarden als privacy en recht op zelfbeschikking. | Kamerstukken II 2022/23, 30821, nr. 192 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Drost; Verzoekt de regering om in Nederland zorg te dragen voor een soortgelijke bepaling als artikel 30 van de Data Protection Act. | Kamerstukken II 2022/23, 32761, nr. 271 | In behandeling. Verzoek ligt bij de lijn om dit bij EZK te beleggen. |
De motie van de leden Van Baarle c.s.; Verzoekt de regering om zo spoedig mogelijk een wetsvoorstel naar de Kamer te sturen waarin de overheid en bedrijven verplicht worden gesteld om concrete waarborgen te hanteren, zowel in de ontwikkelfase als in de implementatiefase, om discriminatie door algoritmen te voorkomen. | Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 877 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om zich er in Europees verband voor in te spannen dat EU-verordeningen concrete antidiscriminatiebepalingen krijgen. | Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 879 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Leijten; Verzoekt de regering te regelen dat in de Raadspositie over de Al-verordening duidelijk wordt dat een genomen besluit altijd begrijpelijk kenbaar wordt gemaakt, waarbij ook de gebruikte data worden vermeld teneinde iemand kan toetsen of het besluit op correcte gegevens tot stand is gekomen. | Kamerstukken II 2022/23, 21501-33, nr. 987 | In behandeling. Verwachting is dat eind 2025 de AI Act-verordening van toepassing zal zijn en hopelijk aan de motie zal worden voldaan. |
De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Rajkowski; Verzoekt de regering om het Europees voorzitterschap te vragen om bij de onderhandelingen over de Al Act het verplichten van watermerken bij door Al gegenereerde teksten en beelden waarbij auteursrechtelijke bronnen zijn benut te agenderen. | Kamerstukken II 2022/23, 30821, nr. 185 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Rajkowski en Dekker-Abdulaziz; Verzoekt het kabinet om zich op Europees niveau te committeren aan het verbieden van ontwrichtende aanbevelingsalgoritmes door bijvoorbeeld in de lopende Triloog-onderhandelingen ten aanzien van de Al-act te pleiten voor maatregelen en afspraken die dit verbod realiseren en de Tweede Kamer over de genomen stappen te informeren voor de begrotingsbehandeling Digitale Zaken 2023. | Kamerstukken II 2022/23, 30821, nr. 193 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Kathmann; Verzoekt de regering in EU-verband te pleiten voor nadere regulering voor het plaatsen van cookies om te komen tot een goed geïnformeerde praktijk rondom het toestemmingsvereiste voor cookies, zodanig dat het voor gebruikers duidelijk is wat er met de verzamelde gegevens gebeurt; verzoekt tevens de regering hierbij ook te streven naar het vergroten van inzicht waarvoor precies toestemming wordt gegeven, waaronder de mogelijkheid tot doorverkoop, en het gemakkelijker maken van het weigeren. | Kamerstukken II 2022/23, 32761, nr. 266 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Kathmann; Verzoekt de regering om vooruitlopend op een e-Privacyverordening te onderzoeken hoe websites te verplichten om dit in browsers op een default te zetten waarin standaard geen trackingcookies worden geplaatst tenzij hier nadrukkelijk toestemming voor wordt gegeven. | Kamerstukken II 2022/23, 32761, nr. 267 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Ceder en Bontenbal; Verzoekt de regering mediawijsheid voor opvoeders expliciet onderdeel te maken van de werkagenda en daartoe in de uitwerking van de plannen onder het Programma Digitale Samenleving met voorstellen te komen. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 76 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Dekker-Abdulaziz; Verzoekt de regering om vanaf nu alle nieuwe hoogrisicoalgoritmes die binnen de rijksoverheid gebruikt worden, verplicht op te nemen in het Algoritmeregister en te onderwerpen aan een mensenrechtentoets (IAMA); Verzoekt de regering tevens om elk departement jaarlijks aan de Tweede Kamer te laten rapporteren over de voortgang van het in het register opnemen van bestaande en nieuwe algoritmes in het register. | Kamerstukken II 2022/23, 36360 VI, nr. 14 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Dekker-Abdulaziz; Verzoekt de regering te bezien hoe zij nieuw wetenschappelijk onderzoek op het gebied van AI safety kan aanmoedigen, bijvoorbeeld bij een organisatie als NWO. | Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 986 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Leijten; Verzoekt de regering de categorische uitzondering in het algoritmeregister voor algoritmes die zien op rechtshandhaving te laten vervallen en indien het opsporingsbelang geraakt wordt met het openbaar maken van het algoritme enkel gemotiveerd af te zien van openbaarmaking en inzage in de werking van het algoritme wel toe te staan door de toezichthouder. | Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1001 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Slootweg; Verzoekt de regering ervoor te zorgen dat binnen twee jaar alle overheids-organisaties kenbaar maken aan onze inwoners van welke persoonsge-gevens en welke algoritmes ze hebben gebruikgemaakt bij het nemen van het besluit. | Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 993 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Slootweg: Verzoekt de regering binnen het bestuursrecht de positie van burgers te versterken wanneer zij overheidsorganisaties willen aanspreken omdat fouten in besluiten van overheidsorganisaties gebaseerd zijn op het algoritmegebruik; Verzoekt de regering te bezien of uitbreiding of explicitering van de Algemene wet bestuursrecht op dit punt tot de gewenste verbetering kan leiden. | Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 994 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Kathmann c.s.; Verzoekt de regering daarom te onderzoeken in hoeverre de inzet van expertteams die op vertrouwelijke basis volledige inzage krijgen in een algoritme succesvol kan zijn in het bestrijden van discriminerende algoritmes. | Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 995 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Rajkowski en Dekker-Abdulaziz; Verzoekt het kabinet te inventariseren welke negatieve gevolgen en uitwassen het gebruik van kunstmatige intelligentie met zich mee kan brengen voor de Nederlandse samenleving; Verzoekt het kabinet met organisaties in gesprek te gaan over hoe zij, vooruitlopend op de AI-verordening, verantwoordelijkheid nemen om de risico’s van AI voor de samenleving te verkleinen, en de Tweede Kamer hierover uiterlijk in de zomer van 2023 te informeren. | Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1002 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Rajkowski; Verzoekt de regering om tot een integrale visie te komen over de inzet, het potentieel én de risico’s van nieuwe AI-producten, zoals generatieve AI. | Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1003 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Recourt c.s.; Verzoekt de regering verder de uitkomst breed bekend te maken en het maatschappelijk debat hierover te stimuleren. | Kamerstukken I 2022/23, CXLVII, nr. D | In behandeling. Eerste Kamer wordt in eerste kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Veldhoen c.s.; Verzoekt de regering een nieuwe werkwijze van het wetgevingsproces te onderzoeken waarbij in geval van wetgeving die door of met behulp van algoritmen wordt uitgevoerd, de kaders voor de daaraan ten grondslag liggende codes door de wetgever zelf worden uitgeschreven en zo onderdeel zijn van de parlementaire behandeling. | Kamerstukken I 2022/23, CXLVII, nr. F | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Verkerk c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken wat voor soort wetgeving nodig is en de Kamer te informeren op welke wijze en wanneer de regering deze wetgeving wil realiseren. | Kamerstukken I 2022/23, CXLVII, nr. H | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in eerste kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Dekker-Abdulaziz; Verzoekt de regering om bij de verzameling en verwerking van persoonsgegevens door de overheid een verplichte afweging vooraf in te voeren die zich richt op het verbeteren van het toegangsbeheer, zodat alleen de noodzakelijke personen toegang hebben tot die data. | Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 985 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in oktober 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Kathman c.s.; Verzoekt de staatssecretaris de cyberweerbaarheid van de lagere overheden in kaart te brengen, waar nodig ondersteuning aan te bieden, en vraagt daarbij gebruik te maken van de expertise die is opgebouwd in relevante organisaties, zoals het Centrum voor Veiligheid en Digitalisering, Security Delta, Informatiebeveiligingsdienst en dcypher, en aan de Tweede Kamer Tweede hierover te rapporteren via de voortgangsrapportage van de NLCS. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 68 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Drost; Verzoekt de regering in de vervolgonderhandelingen over het Raamwerk duidelijk kenbaar te blijven maken dat de positie van het Nederlands parlement in meerderheid kritisch is; Verzoekt de regering voorts in de voortzetting van de onderhandeling van deze en andere Europese voorstellen op het gebied van digitalisering scherper en kritischer dan nu te toetsen op genoemde uitgangspunten. | Kamerstukken II 2022/23, 36305, nr. 7 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in vierde kwartaal 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Bikker c.s.; Verzoekt de regering op korte termijn een quickscan te doen naar dergelijke wettelijke blokkades en hier een beleidsgevolg aan te geven. | Kamerstukken II 2022/23, 26200 VII, nr. 32 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio september 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Kat; Verzoekt de regering om overheidsinstanties op te roepen om eerst een kosteloze betalingsherinnering te sturen naar de burger indien een aanslag dan wel rekening niet op tijd is betaald; Verzoekt de regering tevens om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om overheidsinstanties hiertoe te verplichten. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 26 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Van Haga en Leijten; Verzoekt de regering het gebruik van de eID niet indirect te verplichten, door te waarborgen dat onlinetoegang tot overheidsdiensten mogelijk blijft met de nationale DigiD. | Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 831 | In behandeling. De Tweede Kamer is geïnformeerd dat de motie wordt uitgevoerd. Er is niet vermeld hoe de motie wordt uitgevoerd. Hierover wordt de Kamer in september 2023 per brief geïnformeerd. Beoogd is om dit mee te nemen in de brief die betrekking heeft op de triloogonderhandelingen voorafgaand aan besluitvorming over de eIDAS-revisie in Coreper. |
De motie van het lid Boulakjar; Verzoekt de regering om met betrokken partijen de aanbevelingen in de evaluatie omtrent beter cijfermatig inzicht uit te werken, en de Kamer hierover voor de zomer te informeren. | Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 845 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het voorjaar van 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Strolenberg; Verzoekt de regering het bedrag dat momenteel per inwoner per gemeente besteed wordt aan rekenkameronderzoek in beeld te brengen; Verzoekt de regering tevens, de gemeentelijke autonomie in acht nemend, in overleg met de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies na te gaan welk bedrag per inwoner per gemeente voor gemeenten toereikend zou moeten zijn om onafhankelijk rekenkameronderzoek te doen. | Kamerstukken II 2021/22, 35298, nr. 19 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Inge van Dijk; Verzoekt de regering in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een plan te maken op welke wijze gemeenten met een slecht functionerende rekenkamer of rekenkamerfunctie tot verbetering kunnen worden aangezet. | Kamerstukken II 2021/22, 35298, nr. 21 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van der Graaf; Verzoekt de regering, zeker te stellen dat haar voorstellen tot aanpassing van de Kieswet niet leiden tot een verslechtering van de representatie van kleine(re) partijen in de Eerste Kamer. | Kamerstukken II 2020/21, 35532, nr. 9 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het voorjaar van 2025 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van der Plas; Verzoekt het demissionaire kabinet, om de Kamer uiterlijk 1 maand voor de uitvoering van het eerste experiment alle onderzoeksvragen en onderzoeksplannen toe te sturen van de experimenten met het stembiljet, en de rapportages van de experimenten met het stembiljet niet later dan twee maanden na datum van die verkiezingen aan de Kamer ter informatie toe te zenden zodat burgers en volksvertegenwoordigers een eerlijk beeld krijgen van de mate waarin het experiment wel of niet geslaagd is. | Kamerstukken II 2021/22, 35455 nr. 15 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in de zomer van 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Bisschop; Verzoekt de regering niet in te stemmen met een voorstel waarin een vaste dag voor de Europese verkiezingen is opgenomen. | Kamerstukken II 2021/22, 36104, nr. 4 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt ieder kwartaal geïnformeerd over de voortgang van de Raadsonderhandelingen. De overgenomen motie Bisschop maakt onderdeel uit van het NL standpunt tijdens de onderhandelingen. |
De motie van het lid Sneller: Verzoekt de regering bij de verdere uitwerking van het lobbyverbod, draaideurverbod en de afkoelperiode in deze voorstellen een bredere reikwijdte, minder uitzonderingsmogelijkheden en strengere handhaving op te nemen en deze daarom een steviger (wettelijke) grondslag te geven. | Kamerstukken II 2021/22, 28844, nr. 238 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om tot een eenduidige definitie te komen van aanpalende beleidsterreinen waarmee actieve bemoeienis is geweest en deze zo stringent mogelijk op te stellen om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. | Kamerstukken II 2021/22, 28844, nr. 239 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om een rijksbreed lobbyverbod in te stellen voor gewezen bewindspersonen. | Kamerstukken II 2021/22, 28844, nr. 240 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering te onderzoeken of in de wettelijke borging van de afkoelperiode met verplicht advies er gekomen kan worden tot afdwingbaarheid van het advies dan wel tot het verbinden van een sanctie aan het niet opvolgen van het advies. | Kamerstukken II 2021/22, 28844, nr. 241 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Crone c.s.; Verzoekt de regering nadat de WTP is aangenomen binnen afzienbare tijd ook de pensioenen voor politici volgens de WTP vorm te gaan geven. | Kamerstukken I 2022/23, 36067, nr. AO | In behandeling. De Eerste Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Ephraim; Verzoekt de regering om met een aanzet tot een uitvoeringswet te komen waarin alle varianten – een door de kiezers rechtstreeks gekozen burgemeester en een door de gemeenteraad gekozen burgemeester (zowel uit het midden van de raad als een buitenstaander die zich verkiesbaar stelt) - worden betrokken, en de Kamer over de uitkomsten te berichten. | Kamerstukken II 2022/23, 35165, nr. 53 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Ephraim; Verzoekt de regering om met een aanzet tot een uitvoeringswet te komen waarin alle varianten – een door de kiezers rechtstreeks gekozen commissaris van de Koning en een door de provinciale staten gekozen commissaris (zowel uit het midden van de Staten als een buitenstaander die zich verkiesbaar stelt) – worden betrokken, en de Kamer over de uitkomsten te berichten. | Kamerstukken II 2022/23, 35165, nr. 54 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Kröger; Verzoekt de regering het burgerberaad eerder in te plannen zodat de aanbevelingen zorgvuldig overgenomen kunnen worden. | Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1278 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Strolenberg c.s.; Verzoekt de regering bij de onderhandelingen over de Europese Kiesakte het standpunt in te brengen dat Nederland transnationale kieslijsten voor het Europees parlement afwijst. | Kamerstukken II 2021/22, 36104, nr. 6 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt ieder kwartaal geïnformeerd over de voortgang van de Raadsonderhandelingen. De aangenomen motie Strolenberg c.s. is onderdeel van het NL standpunt tijdens de onderhandelingen. |
De motie van het lid Kuzu c.s.; Verzoekt de regering om voor het aflopen van de werking van het fonds te komen met een voorstel waarin wordt aangegeven hoe en met welke middelen het fonds, of onderdelen van het fonds, een structureel vervolg krijgt. | Kamerstukken II 2022/23, 36284, nr. 2 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Ceder c.s.; Verzoekt de regering in de opdracht voor het herdenkingscomité meerjarig aandacht voor blijvende verzoening tussen gemeenschappen in het Koninkrijk en Suriname op te nemen. | Kamerstukken II 2022/23, 36284, nr. 7 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Sylvana Simons c.s.; Verzoekt de regering om niet alleen het veranderen van achternamen te financieren voor nazaten van tot slaaf gemaakten, maar ook de zoektocht naar waar men exact vandaan komt, door middel van DNA-onderzoek door instituten zonder winstoogmerk, zoals de Erasmus Universiteit, te faciliteren. | Kamerstukken II 2022/23, 36284, nr. 9 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Middendorp c.s.; Verzoekt de regering, deze kabinetsperiode met een voorstel tot een grondwetswijziging te komen om tussentijdse verkiezingen in gemeenteraden mogelijk te maken. | Kamerstukken II 2019/20, 35300 VII, nr. 14 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Den Boer; Verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat het toezicht op de financiering van politieke partijen volledig onafhankelijk wordt georganiseerd. | Kamerstukken II 2018/19, 32752, nr. 60 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Azarkan en Van Baarle; Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe de rapportage over partijfinanciering voor inwoners van Nederland laagdrempeliger en begrijpelijker kan worden gemaakt en hierbij inspiratie op te doen vanuit het buitenland, en bij de komende Wet op de politieke partijen een voorstel te doen aan de Tweede Kamer. | Kamerstukken II 2021/22, 35657, nr. 71 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Azarkan en Van Baarle; Verzoekt de regering om bij de evaluatie en tussenrapportages over de Wfpp toe te zien op het mogelijk gebruik van mogelijke omzeilingsroutes, waaronder: •donaties van buiten de EU die via EU-landen bij Nederlandse politieke partijen komen; •het gebruik van de mogelijkheid tot anonieme donaties aan politieke partijen; •het gebruik van de mogelijkheid om leningen aan politieke partijen te geven of uitstel van betaling te bieden; •giften in natura aan politieke partijen. | Kamerstukken II 2021/22, 35657, nr. 72 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in voorjaar 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Arib c.s.; Verzoekt de Minister om in de komende Wet op de politieke partijen een dergelijke onafhankelijke toezichthouder op te nemen. | Kamerstukken II 2021/22, 35657, nr. 76 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Inge van Dijk; Verzoekt de regering de effecten van de Evaluatiewet Wfpp op de inkomsten van politieke partijen te monitoren en de Tweede Kamer daarover twee jaar na de inwerkingtreding van de wet te informeren. | Kamerstukken II 2021/22, 35657, nr. 77 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt begin 2025 geïnformeerd. |
De motie van het lid Inge van Dijk c.s.; Verzoekt de regering in 2022 een voorstel Wet op de politieke partijen bij de Kamer in te dienen dat een regeling bevat voor subsidiëring van decentrale politieke partijen conform het advies van de commissie-Veling alsmede, na overleg met vertegenwoordigers van decentrale politieke partijen, een regeling voor transparantie van de overige inkomsten per 1 januari 2024. | Kamerstukken II 2021/22, 35657, nr. 79 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd |
De motie van het lid Dassen c.s.; Verzoekt de Minister om de verplichting tot het hebben van een gedragscode integriteitsregels voor bewindspersonen wettelijk vast te leggen en een voorstel hiertoe dit kalenderjaar naar de Tweede Kamer toe te sturen. | Kamerstukken II 2022/23, 28844, nr. 256 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Dassen c.s.; Verzoekt de Minister om na de gesprekken en in samenspraak met IPO, VNG en UvW over het integriteitsbeleid van decentrale overheden, met een plan van aanpak te komen om het integriteitsbeleid binnen bestuurslagen zo nodig te harmoniseren en te versterken, en hierover voor het einde van dit kalenderjaar aan de Tweede Kamer te rapporteren. | Kamerstukken II 2022/23, 28844, nr. 265 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Romke de Jong c.s.; Verzoekt de regering met de nieuwe bestuursafspraak te onderzoeken hoe de wettelijke zorgplicht en verantwoordelijkheid voor de Friese taal en cultuur verder uitgewerkt kan worden door een commissie en daarbij de taalvitaliteit mee te nemen. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 128 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Bevers en Van der Molen; Verzoekt de regering bij de nieuwe BFTK te onderzoeken of de instelling van een landelijke «commissie Frysk» mogelijk is met de volgende deelnemers: –het Statencomité Frysk (vertegenwoordiging van provinciale staten van Fryslân); –leden van de Tweede Kamer; –DINGtiid; –de verantwoordelijk gedeputeerde Frysk en de commissaris van de Koning van de provincie Fryslân; –de ministers van BZK en OCW; –de hoogleraar of universitair docent Frysk; en deze commissie regelmatig bijeen te laten komen. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 132 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Kuiken en Romke de Jong; Verzoekt de regering het ambitieniveau te verhogen en bij deze en volgende bestjoersâfspraken Fryske taal en kultuer de Tweede Kamer te informeren over haar visie op de toekomst van de Friese taal en de inzet in de onderhandelingen met de provincie Fryslân. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 135 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt het najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Van den Hul en Van der Graaf; Verzoekt de regering, indien het wetsvoorstel in beide Kamers wordt aangenomen, de gemeenschap van doven en slechthorenden actief te informeren over verankering van dit wetsvoorstel in beleid en wetgeving. | Kamerstukken II 2020/21, 34562, nr. 13 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Van Baarle en Dekker-Abdulaziz; Verzoekt de regering om samen met gemeenten tot concrete afspraken te komen over hoe gemeenten toewerken naar het voeren van lokaal antidiscriminatiebeleid, hierbij een tijdpad te schetsen waarna de monitor wordt herhaald, en aan te geven hoe gemeenten hierbij worden ondersteund. | Kamerstukken II 2022/23, 30950, nr. 331 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Podt c.s.; Verzoekt de regering uiterlijk met Prinsjesdag voor elk van de in het actieprogramma benoemde beleidsterreinen minimaal een concrete en tijdgebonden doelstelling te formuleren per onderdeel van het programma (erkennen en voorkomen, herkennen en melden, bijstaan en beschermen). | Kamerstukken II 2022/23, 30950, nr. 332 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt uiterlijk voor Prinsjesdag 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Westerveld; Verzoekt de regering om met de VNG en gemeenten te zorgen dat in alle gemeenten het beleid de landelijke richtlijnen volgt en de Tweede Kamer ruim voor de begrotingsbehandeling BZK hierover te informeren. | Kamerstukken II 2022/23, 30950, nr. 333 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor de begrotingsbehandeling van BZK geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om de Staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme te verzoeken om komend jaar aan te vangen met de uitvoering van de brede doorlichting op discriminatie en etnisch profileren van de werkwijze en organisatiecultuur van alle (semi)overheidsinstanties en uitvoeringsinstanties, hierbij tevens te verzoeken om halfjaarlijks te rapporteren over de voortgang en toe te werken naar uiterlijke oplevering van de resultaten voor de zomer van 2024. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 38 | In behandeling. De Staatscommissie is per 1 mei 2022 ingesteld en heeft een opdracht gekregen in lijn met de motie van het lid Van Baarle. De Tweede Kamer wordt voor zomer 2026 geïnformeerd. Het definitieve rapport komt in voorjaar 2026. (Er worden wel tussenrapportages opgeleverd). |
De motie van het lid Van Baarle c.s.; Verzoekt de regering om de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme te verzoeken om de regering te adviseren hoe de meting van de effectiviteit van de maatregelen tegen discriminatie kan worden verbeterd; Verzoekt de regering om, mede op basis van dit advies, een voorstel te doen aan de Kamer om de beoordeling van de effectiviteit van het antidiscriminatiebeleid te verbeteren. | Kamerstukken II 2021/22, motie 35925 VII, nr. 36 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio oktober 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle c.s.; Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe een beleidstarget of streefcijfer opgesteld zou kunnen worden voor het antidiscriminatiebeleid en hier na de totstandkoming van het nationale plan tegen discriminatie van de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme een voorstel voor te doen aan de Tweede Kamer. | Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 290 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Ceder en Mutluer; Verzoekt het kabinet om een expliciet verbod op het gebruik van nationaliteit (zonder gerichte aanleiding) of etniciteit in risicoprofilering bij wetshandhaving in de zoektocht naar potentiële normovertreders te onderzoeken en hier de Tweede Kamer over te informeren. | Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 299 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Azarkan; Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe discriminatie als gevolg van de coronacrisis kan worden bestreden. | Kamerstukken II 2020/21, 30950, nr. 224 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio september 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Kox c.s.; Verzoekt de regering om aan de Staatscommissie discriminatie en racisme voor te leggen of het wenselijk zou zijn de redactie van art. 1 van de Grondwet dusdanig aan te passen dat het algemeen verbod discriminatie op welke grond dan ook) vóór de specifieke non discriminatiegronden wordt geplaatst. | Kamerstukken I 2022/23, 35741, nr. E | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Van Baarle en Dekker-Abdulaziz; Verzoekt de regering om na de versterking van de antidiscriminatievoorzieningen en na het gaan opereren van de antidiscriminatievoorzieningen onder een naam, een publiekscampagne te starten die de meldingsbereidheid van discriminatie en de vindbaarheid van de antidiscriminatievoorzieningen ten goede komt. | Kamerstukken II 2022/23, 30950, nr. 330 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Paternotte en Özütok; Verzoekt de regering, in overleg met het CBS en eventuele andere centrale onderzoeksinstellingen te onderzoeken of een dergelijk periodiek onderzoek uitgevoerd kan worden. | Kamerstukken II 2020/21, 35570 VII, nr. 23 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle c.s.; Verzoekt de regering om: •te onderzoeken waarom instanties in deze casus niet goed in staat zijn geweest om passende hulp te bieden en op grond hiervan verbetervoorstellen te doen; •te onderzoeken of de aanwijzing discriminatie voldoende bekendheid geniet en te bezien of deze aanwijzing aanscherping behoeft; •het onderzoek naar de vraag of gemeenten lokaal antidiscriminatiebeleid voeren te herhalen. | Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 289 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Van Baarle en Ceder; Verzoekt de regering, de meldingsbereidheid van discriminatie vaker periodiek te meten en uit te splitsen naar discriminatiegrond. | Kamerstukken II 2020/21, 30950, nr. 270 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2023 nader geïnformeerd. |
De motie van het lid Westerveld; Verzoekt de regering om op basis van het toetsingskader en de relevante mensenrechten concrete regels op te stellen om etnisch profileren tegen te gaan, zodat dit niet alleen aan de uitvoeringsorganisaties wordt overgelaten. | Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 295 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe de motiveringsplicht bij overheidsbesluiten zodanig aangepast kan worden dat bij een besluit altijd wordt aangegeven of deze is gebaseerd op een algoritme of op risicoprofilering. | Kamerstukken II 2022/23, 29279, nr. 765 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Omtzigt c.s.; Verzoekt de regering de aanpassing van de beperkingssystematiek van de Grondwet mee te nemen in de consultatie over wijziging van artikel 120 van de Grondwet. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 165 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Leijten c.s.; Verzoekt de regering uitvoering te geven aan het advies het directe contact tussen Kamerleden en uitvoering te normaliseren en daarvoor de Aanwijzingen voor de externe contacten van rijksambtenaren grondig te herzien. | Kamerstukken II 2021/22, 35387, nr. 15 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Van Ginneken en Leijten; Verzoekt het kabinet vanaf de volgende begrotingsronde vóór november op uniforme wijze inzicht te geven in de budgetten voor digitalisering (onder andere IV-plannen van departementen, uitvoeringsorganisaties en toezichthouders op het gebied van digitalisering en stimuleringsprogramma’s), en de Tweede Kamer tevens een integraal overzicht hiervan te sturen. | Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 882 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor begrotingsbehandeling 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Rajkowski; Verzoekt het kabinet om bij de uitvoering van het Rijksbreed cloudbeleid 2022 mee te nemen dat de rijksoverheid ook bij een internetstoring in enige mate haar belangrijkste taken moet kunnen blijven uitoefenen, hier concreet uitvoering aan te geven en de Tweede Kamer hierover te informeren in het voorjaar. | Kamerstukken II 2022/23, 36643, nr. 974 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Rajkowski c.s.; Verzoekt het kabinet bij zowel de eerstvolgende evaluatie van het Rijksbreed cloudbeleid 2022 als bij het aflopen van de I-strategie Rijk 2021–2025 de doorgifte van persoonsgegevens en overheidsdata naar landen buiten de EER te heroverwegen en de keuze te maken voor een Europees cloudinitiatief. | Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 975 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De motie van de leden Koekkoek en Rajkowski; Verzoekt het kabinet om in het implementatiekader nader te specificeren hoe de publieke waarden door de departementen moeten worden afgewogen; Verzoekt het kabinet om de toepassing van die afwegingen door de departementen mee te nemen in het jaarlijkse evaluatierapport van het rijksbreed cloudbeleid. | Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 976 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Slootweg; Verzoekt de regering om als twaalfde randvoorwaarde voor gebruik van publieke cloudvoorzieningen te laten gelden dat dit pas kan na inrichting van een goede democratische controle. | Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 977 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Snoeren c.s.; Verzoekt de regering, na voltooiing van het herindelingsproces de provincie Noord-Holland te verzoeken met de nieuwe gemeente Dijk en Waard, de gemeente Alkmaar, alsmede met de inwoners van Sint Pancras en Koedijk te evalueren en te verkennen of voor de dorpen Sint Pancras en/of Koedijk een grenscorrectie met de gemeente Alkmaar een duurzame oplossing is, en de Kamer hierover binnen twee jaar te informeren over de voortgang. | Kamerstukken II, 2020/21, 35621 nr. 8 | In behandeling. Na afronding van de evaluatie (begin 2024) wordt de Tweede Kamer over de uitkomsten geïnformeerd. |
De motie van de leden Bromet en Mohandis; Verzoekt de regering uit te werken of en hoe de nieuwe financieringssyste-matiek wettelijk verankerd kan worden, en de Tweede Kamer hierover uiterlijk in mei 2023 te informeren. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 30 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Van der Graaf en Inge van Dijk; Verzoekt de regering de verevening van de overige eigen middelen zo snel mogelijk maar uiterlijk met ingang van 2024 beter aan te laten sluiten bij de meerjarige werkelijke ontvangen overige eigen middelen in relatie tot het kostenniveau van de gemeente. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII nr. 161 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van der Graaf; Verzoekt de regering bij de reeds aangekondigde onderzoeksagenda de vraag te betrekken waarom een aantal nadeelgemeenten onevenredig hard geraakt lijkt te worden door negatieve herverdeeleffecten en daarbij in het bijzonder oog te hebben voor gemeenten met beperkte financiële draagkracht en een lage sociaaleconomische status, terwijl dit niet uit hun kostenverloop te verklaren is; Verzoekt de regering tevens indien het onderzoek hiertoe aanleiding geeftte voorzien in een structurele oplossing. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII nr. 166 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Bikker en Inge van Dijk; Verzoekt de regering samen met de deelstaten Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen tot een gelijksoortig initiatief te komen met als doel knelpunten en oplossingsrichtingen te formuleren, specifiek voor wet- en regelgeving in grensregio’s. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 33 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Mihas: Verzoekt de regering de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet en aanverwante wet- en regelgeving definitief te bepalen op 1 januari 2023. | Kamerstukken II 2021/22, 33118, nr. 226 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2023 geïnformeerd. |
De motie van de leden Minhas en Goudzwaard; Verzoekt de regering: •ten behoeve van de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2023 met de bestuurlijke partners goede kennis en kunde bij de omgevingsdiensten te bevorderen om adequaat uitvoering te kunnen geven aan de basistaken onder de Omgevingswet; •hiervoor voldoende financiële middelen te reserveren vanuit het invoeringsbudget voor de Omgevingswet. | Kamerstukken II 2021/22, 33118, nr. 227 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Minhas; Verzoekt de regering de regeling publiekrechtelijk afdwingbare financiële bijdragen vanaf het moment van de inwerkingtreding van de Omgevingswet te monitoren, dit te doen in samenhang met de al bestaande regeling voor het kostenverhaal en deze regelingen drie jaar na inwerkingtreding van de Omgevingswet te evalueren, en de resultaten hiervan te delen met de Tweede Kamer. | Kamerstukken II 2021/22, 33118, nr. 205 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in medio 2025 geïnformeerd. |
De motie van het lid Koerhuis; Verzoekt de regering, om gemeenten en bouwers te verzekeren dat de bestaande geluidsregels beleidsneutraal worden overgezet naar de Omgevingswet. | Kamerstukken II 2020/21, 32847, nr. 738 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie Smeulders c.s; Verzoekt de regering, om deze afspraken na te komen en zo te voorkomen dat de Omgevingswet decentrale overheden meer gaat kosten dan dat deze ze mogelijk oplevert. | Kamerstukken II, 2020/21, 33118 nr. 162 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Otterloo; Verzoekt de regering, bij de uitrol van de Omgevingswet structureel aandacht te hebben voor de positie van de minder digivaardigen. | Kamerstukken II, 2020/21, 33118, nr. 164 | In behandeling. De motie is in uitvoering tot aan inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 juli 2022. |
De motie van het lid Nooren; Verzoekt de regering om in het Invoeringsbesluit Omgevingswet een regeling op te nemen die ervoor zorgt dat er een plicht ontstaat voor gemeenten, provincies en waterschappen om het participatiebeleid op te stellen waarin vastgelegd wordt hoe participatie wordt vormgegeven en welke eisen daarbij gelden en dit participatiebeleid vast te stellen door respectievelijk gemeenteraad, provinciale staten en het algemene bestuur van het waterschap, en te bevorderen dat de medeoverheden hier zo snel mogelijk mee beginnen, liefst voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet | Kamerstukken I 2019/20, 34986, nr. AA | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Nicolaï; Verzoekt de regering, haar oordeel over dit punt uit het advies van de Raad van State in heroverweging te nemen als uit rechtspraak na inwerkingtreding van de Omgevingswet blijkt dat het aanvragen van een bouwvergunning in zo’n geval niet leidt tot een voor beroep vatbare beschikking. | Kamerstukken I 2019/20, 34986, nr. Y | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023geïnformeerd. |
De motie van het lid Rietkerk c.s.; Verzoekt de regering om een onafhankelijke evaluatiecommissie in te stellen die gedurende vijf jaar jaarlijks rapporteert aan de Staten-Generaal over de uitvoering. | Kamerstukken I 2019/20, 34985, nr. K | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023geïnformeerd. |
De motie van het lid Geurts c.s.; Verzoekt de regering om te voldoen aan de wens van bestuurlijke partijen als de VNG en zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 1 juli 2023, definitief duidelijkheid te verschaffen over de inwerkingtreding per 1 januari 2024, of, indien daar op dat moment onvoldoende zekerheid over bestaat, met de VNG in gesprek te gaan over de consequenties voor de inwerkingtreding. | Kamerstukken II 2022/23, 33118, nr. 248 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023geïnformeerd. |
De motie van het lid Kluit c.s.; Verzoekt de regering om voor de zomer een integraal financieel beeld te maken voor gemeenten, provincies en omgevingsdiensten, en de Kamer voor de zomer te informeren over hoe deze kosten komende jaren gedekt worden; Verzoekt de regering om, voor zover het de meerjarige rijksbijdrage aan deze kosten voor de serviceketen, beheer en doorontwikkeling betreft, de middelen op de najaarsbegroting 2024 e.v. vastgelegd te hebben, zoals eerder reeds toegezegd in toezegging T03130. | Kamerstukken I 2022/23, 33118/34986, nr. EY | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023geïnformeerd. |
De motie van het lid Kluit c.s.; Verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat, voor zover relevant voor 1 januari 2024, alle gemeenten een milieueffectrapportage maken voor de omgevingsvisies- en/of het omgevingsplan. | Kamerstukken I 2022/23, 33118/34986, nr. EZ | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Janssen c.s.; Verzoekt de regering er zorg voor te dragen dat voor inwerkingtreding van de Omgevingswet alle betreffende websites, waaronder maar niet uitsluitend de websites van het Digitaal Stelsel Omgevingswet, minimaal voldoen aan alle eisen op niveau A en AA van de norm Web Content Accessibility Guidelines 2.1 en de Eerste Kamer hier uiterlijk zes weken voor inwerkingtreding van de Omgevingswet over te informeren. | Kamerstukken I 2022/23, 33118/34986, nr. FA | In behandeling. De Eerste Kamer wordt medio november 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Moonen c.s.; Verzoekt de regering om binnen het DSO het mogelijk te maken om voornemens van besluiten te publiceren vergelijkbaar met het voorontwerp van een bestemmingsplan om participatie te bevorderen zodat er één vindplaats is voor alle voorgenomen besluiten waarover nog participatie moet plaatsvinden. | Kamerstukken I 2022/23, 33118/34986, nr. FB | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Smals; Verzoekt de regering voor de overheid en via de sectorale aanpakken van semipublieke sectoren te onderzoeken op welke wijze vaker voltijdscontracten kunnen worden aangeboden. | Kamerstukken II 2022/23, 29544, nr. 1144 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om maatregelen tegen discriminatie bij het Rijk een rijksbreed en waar mogelijk verplichtend karakter te geven, en hier in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk integraal over te rapporteren. | Kamerstukken II 2022/23, 35510, nr. 126 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Inge van Dijk; Verzoekt de regering in de Wet op de rijksinspecties vast te leggen dat inspecties kunnen kiezen voor de mogelijkheid een collegiaal bestuur in te stellen. | Kamerstukken II 2022/23, 36149, nr. 7 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Omtzigt; Verzoekt de regering binnen twee maanden een reflectie op de voortgang op alle beloftes aan de Kamer te sturen, wat gaat over de wetswijzigingen en beleidswijzigingen; Verzoekt de regering, en met name de Minister-President, in die reflectie ook aan te geven hoe ouders en kinderen tijdig en volledig recht gedaan zal worden. | Kamerstukken II 2022/23, 29279, nr. 762 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Azarkan; Verzoekt de regering om te onderzoeken of de wijze van werven en selecteren op basis van objectieve criteria overheidsbreed kan worden ingezet. | Kamerstukken II 2022/23, 29544, nr. 1125 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt begin 2024 geïnformeerd. |
De motie van het lid Omtzigt c.s.; Verzoekt de regering de WRR opdracht te geven om standaarden en protocollen op te stellen voor onafhankelijkheid van advisering en onafhankelijkheid van onderzoek, en hun de vrijheid te geven daar de KNAW bij te betrekken. | Kamerstukken II 2021/22, 25295, nr. 1805 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Van Baarle; Verzoekt de regering om in de verdere beleidsreactie op het rapport van de TCU in te gaan op de vraag hoe de regering cultuursensitief werken in de dienstverlening en de uitvoering zal bevorderen, met daarbij ook aandacht te hebben voor verschillen in taalvaardigheid, bejegening, bewustwording en het voorkomen van vooroordelen. | Kamerstukken II 2021/22, 35387, nr. 7 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid van Baarle; Verzoekt de regering om onderzoek te doen naar de behoefte aan rentevrije alternatieven om woningbezit te realiseren en naar hoe belemmeringen om voldoende aanbod hiervan te realiseren kunnen worden weggenomen. | Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 105 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De motie van het lid Nijboer; Verzoekt het kabinet met een visie te komen op de ruimtelijke ordening in Nederland en daarover de Tweede Kamer te informeren. | Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 131 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. De ontwerp-visie staat gepland voor Q2 2024. |
De motie van het lid Van Esch; Verzoekt de regering duidelijk te maken in de scenario’s en de voorkeurs-variant die nu worden opgesteld, hoe daarbij voldaan wordt aan de Europese verplichtingen. | Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 166 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023geïnformeerd. |
De motie van de leden Grinwis en Boulakjar; Verzoekt de regering bij het opstellen van de (zesde) Nota Ruimte een participatietraject in te richten, waarbij met nadruk jongere generaties betrokken worden, en de Tweede Kamer over de inspanningen en resultaten te informeren. | Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 168 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023geïnformeerd. |
De motie van het lid Grinwis; Verzoekt de regering in de (zesde) Nota Ruimte binnen die hoofdstructuren te komen tot duidelijke structurerende ruimtelijke keuzes voor het gebruik van de ruimte in Nederland – richtinggevend voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland in de komende decennia – waaruit duidelijk wordt wat wel en niet wordt gefaciliteerd. | Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 169 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023geïnformeerd. |
De motie van het lid Bromet c.s.; Verzoekt de regering het onderzoek naar het invoeren van het bsn in Caribisch Nederland zo spoedig mogelijk af te ronden en indien uit dit onderzoek geen onoverkomelijke contra-indicaties blijken, de benodigde wetswijzigingen bij de Kamer aanhangig te maken | Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 19 | In behandeling. Het wetsvoorstel voor invoering van het BSN en de Wdo in Caribisch Nederland (BES) is in consultatie. |
De motie van de leden Bouchallikh en Kathmann; Verzoekt de regering de komende Provinciale Statenverkiezingen grondig te laten monitoren en evalueren op het gebied van online beïnvloeding, waaronder desinformatie, microtargeting en buitenlandse inmenging, en de resultaten van deze evaluatie te delen met de Tweede Kamer. | Kamerstukken II 2022/23, 36 200 VII, nr. 75 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2023 geïnformeerd. |
Omschrijving | Toegezegd in | Afgedaan met |
---|---|---|
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Nooren (PvdA), Kluit (GroenLinks), Janssen (SP), Klip-Martin (VVD) en Rietkerk (CDA), toe de uitvoeringsagenda VTH aan de Kamer aan te bieden vóór de zomer van 2020, waarbij tevens financiële aspecten aan de orde komen (T02877). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is overgedragen aan het ministerie van I&W. |
Een register kan informatie verschaffen over het type algoritmen, maar ook over de data die gebruikt zijn. Ook kan zo’n register een statusoverzicht geven van de kwaliteitseisen die toegepast zijn en de vermelding van de verantwoordelijke functionaris waar burgers terecht kunnen met vragen. Het is belangrijk dat een algoritmeregister aansluit bij de behoeften van burgers. De staatssecretaris komt hier op terug in de brief aan de Tweede Kamer (medio juni 2021) en bericht tevens over de voortgang van moties die ingediend zijn tijdens het debat over het rapport POK. | Kamerbrief Antwoorden Kamervragen over het bericht van de Rekenkamer Rotterdam dat algoritmen kunnen leiden tot mogelijke vooringenomenheid d.d. 3 juni 2021 (Aanhangsel Handelingen II, 2020/21, nr. 3052) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 924). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer (begin 2022) te informeren over de stand van zaken rondom de samenwerking van het Kadaster en PBL over het uitbreiden van de inventarisatie van locaties voor tijdelijke woningen en flexwoningen die nu in Noord-Holland al wordt gedaan. | Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 15 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 94) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 november 2022 per brief geïnformeerd (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 750). |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer toe de uitkomsten van de implementatiemonitor inzake de voortgang van de implementatie van de Omgevingswet in de uitvoeringspraktijk voorafgaand aan de voorhang van het inwerkingtredings-KB met de Kamer te delen (T02882). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | Afgedaan. Aan de toezegging is voldaan. De Eerste Kamer is regelmatig geïnformeerd middels een halfjaarlijkse brief over de implementatiemonitor geïnformeerd. |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden De Graaf (D66), Barth (PvdA) en Bikker (ChristenUnie), toe om het Huis voor klokkenluiders in kaart te laten brengen waar er een reële benadeling van niet-werknemers ontstaat of zou kunnen ontstaan waartegen met een benadelingsverbod wellicht een wapen zou kunnen worden gegenereerd. Vervolgens komt hij ofwel met een wetsvoorstel ofwel met een toelichting waarom het buiten de wet om zou moeten worden opgelost. Binnen een maand komt de minister met een brief over hoe hij de motie-Bikker c.s. over deze materie uit gaat voeren (T02238). | Plenair debat Voorstel van wet van de leden Van Raak, Fokke, Schouw, Segers, Ouwehand, Klein en Voortman tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders (TK 34105) d.d. 9 februari 2016 (Handelingen I 2015/16, nr. 19, item 6) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 18 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 36200 IV, nr. B). |
Het wetgevingstraject dat moet leiden tot de verankering van de eindnorm in het bouwbesluit (straks het Bbl), zal naar verwachting begin 2023 zijn afgerond, waardoor de eindnorm per 1 juli 2023 inwerking kan treden. Eind dit jaar zal de minister een brief naar de Tweede Kamer sturen, waarbij zij uitgebreider in zal gaan op de stand van zaken rondom de eindnorm bestaande utiliteitsbouw 2050. | Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen ontwerpbegrotingen 2022 (Begrotingshoofdstukken BZK H VII en Gemeentefonds) en derde incidentele suppletoire begroting BZK H VII d.d. 13 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 10) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 976). |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Crone (PvdA), toe dat in het interbestuurlijk programma «Aan de slag met de Omgevingswet» aandacht zal worden besteed aan welke instrumenten reeds beschikbaar zijn wat betreft kostenverhaal op provinciaal en Rijksniveau (T02906). | Plenair debat Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet d.d. 3 maart 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 22, item 8). | Afgedaan. Aan de toezegging is voldaan. De Eerste Kamer is regelmatig geïnformeerd middels een halfjaarlijkse brief over de implementatiemonitor geïnformeerd. |
Als minister van Volkshuisvesting neemt hij de coördinatie van het Nationaal programma Leefbaarheid en Veiligheid op zich. Bij het uitwerken van het programma wordt nauw samengewerkt met vijftien gemeenten met een stedelijk vernieuwingsgebied én de bewindspersonen van OCW, SZW, JenV en VWS. De minister verwacht tweede helft mei 2022 over de precieze invulling van het programma de Tweede Kamer te informeren. | Kamerbrief Algemene beleidsbrief portefeuille Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 14 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 137) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30995, nr. 100). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe met betrekking tot verbeteren van navolgbaarheid door in het vervolg een beknopt overzicht van de grootste uitgavenposten toe te voegen aan het begin van de verantwoordingsstukken. | Wetgevingsoverleg Jaarverslagen en Slotwetten over het jaar 2020 Hfst. I de Koning, Hfst. VII het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, B het Gemeentefonds en C het Provinciefonds d.d. 17 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 35830 VII, nr. 14) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerbrief Beantwoording Schriftelijk Overleg verantwoordingsstukken BZK (HVII) over 2021). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer in de tweede helft van juni 2022 te informeren over de evaluatie van het verkiezingsproces. Bij deze evaluatiebrief zal de minister tevens de Tweede Kamer informeren over de stand van zaken rond de (lopende) wetsvoorstellen en beleidsvoornemens inzake onderhoud en vernieuwing van het verkiezingsproces. | Kamerbrief Opzet evaluatie gemeenteraadsverkiezingen 2022 d.d. 12 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35165, nr. 48) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35165 nr. 50). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe in de tweede helft van juni de Kamer de brief over de evaluatie van de gemeenteraadsverkiezingen te sturen. | Kamerbrief Beantwoording feitelijke vragen opzet evaluatie gemeenteraadsverkiezingen 2022 d.d. 24 mei 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35165, nr. 49) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35165, nr. 50). |
De minister zegt toe te onderzoeken welke informatie beschikbaar is aangaande de door RIGO uitgevoerde evaluatie van de Wbmgp en zal de Tweede Kamer nog van nadere informatie voorzien. | Commissiedebat Leefbaarheid en Veiligheid d.d. 7 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 824) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 31 augustus 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 33340, nr. 29). |
Eerder heeft de minister de Eerste Kamer toegezegd een plan van aanpak m.b.t. de evaluatie van de gemeentegrensvraag Langedijk, Heerhugowaard en Alkmaar toe te zullen zenden zodra het is vastgesteld. De minister zegt toe dit plan van aanpak ook aan de Tweede Kamer toe te zenden. Dit zal naar verwachting in het tweede kwartaal 2022 zijn. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen gesteld tijdens begrotingsbehandeling BZK d.d. 28 oktober 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 15, item 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35621, nr. 9). |
Het programmaplan basisinfrastructuur wordt jaarlijks geactualiseerd. Na vaststelling wordt dit programmaplan door het kabinet aan de Tweede Kamer aangeboden. De eerste versie van het programmaplan, waarop het Meerjarenprogramma Infrastructuur Digitale Overheid is gebaseerd, wordt in het voorjaar van 2021 opgeleverd. | Kamerbrief Reactie op rapporten over governance en financiering GDI d.d. 13 juli 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 26643, nr. 706) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 945). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe in een brief die in februari 2022 wordt verstuurd over het algoritmeregister in te gaan op verschillende soorten algoritmen. | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken (35 925-VII) voortzetting d.d. 28 oktober 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 15, item 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 33826, nr. 45). |
Ten aanzien van de vraag naar de maatregelen en waarborgen om de effecten van inbreuk op grondrechten nu al tegen te gaan, verwijs ik graag naar de beleidsagenda die is aangekondigd in bovengenoemde Voortgangsbrief AI en algoritmen en de I-Strategie Rijk 2021-2025 (Kamerstukken II 2020/21, 26643, nr. 779). Het Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmen is in juni opgeleverd. In reactie op de motie van het lid Klaver c.s. presenteer de staatssecretaris aan de Tweede Kamer (januari 2022) een voorstel ten aanzien van een algoritmeregister. | Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld tijdens de begrotingsbehandeling BZK d.d. 28 oktober 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 15, item 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 924). |
Voor de zomer van 2022 zal de staatssecretaris de Tweede Kamer nader informeren over het project 1Overheid waarin een centraal loket wordt ontwikkeld voor burgers met een vraag aan de Nederlandse overheid. | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken (35 925-VII) voortzetting d.d. 28 oktober 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 15, item 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29362, nr. 317). |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van der Linden, toe met de koepels, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen (VNG, IPO en UvW), zal bespreken of zij samen kunnen bevorderen dat de aangesloten leden, die wel bestuursorgaan zijn, de stukken die op relevante onderwerpen op de koepels zien, wel openbaar maken. De minister zal daarbij de gevoelens van de Eerste Kamer en de eensgezindheid van het debat over het voorstel Wet open overheid en de bijbehorende novelle, overbrengen en de boodschap meegeven dat de koepels het agenderen voor een ledenvergadering (T03365). | Plenair debat 33 328 & 35 112 Initiatiefvoorstellen inzake wet open overheid d.d. 28 september 2021 (Handelingen I 2021/22, nr. 1, item 11) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 8 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, 33328, nr. AD). |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van der Linden, toe na te zullen gaan welke relevante lijsten en rankings bestaan met betrekking tot informatievoorziening (T03363). | Plenair debat 33 328 & 35 112 Initiatiefvoorstellen inzake wet open overheid d.d. 28 september 2021 (Handelingen I 2021/22, nr. 1, item 11) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 8 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, 33328, nr. AD). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat de routekaarten (I-strategie) komen voor zomer 2022 (PVV). | Commissiedebat Digitale overheid, datagebruik en algoritmen, digitale identiteit (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 838) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 899). |
De minister van VRO zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PV), toe de Eerste Kamer medio 2022 te informeren over de inventarisatie van het Rijksvastgoedbedrijf naar de mogelijke locaties om statushouders of vergunninghouders op te vangen (T03355). | Plenair debat Begrotingsstaten Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2022 (35.925 VII) Onderdeel Wonen d.d. 21 december 2021 (Handelingen I 2021/22, nr. 12, item 4) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 35925 VII, nr. J). |
De minister zegt toe dat de Tweede Kamer in het eerste kwartaal van 2022 een brief ontvangt over hoe de regering wenst om te gaan met de delictsomschrijving in strafbepalingen voor het ronselen van volmachten in de Kieswet. | Commissiedebat Evaluatie Tweede Kamerverkiezing d.d. 16 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35165, nr. 44) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35165, nr. 50). |
De minister gaat in gesprek met de minister van JenV over de beveiliging van de digitale infrastructuur van politieke partijen en de ondersteuning daarbij, waarna de Tweede Kamer hierover wordt geïnformeerd. | Commissiedebat Evaluatie Tweede Kamerverkiezing d.d. 16 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35165, nr. 44) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35165, nr. 50). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe bij instemming van het wetsvoorstel na te gaan of het mogelijk is om bij de gemeenteraadsverkiezing in verband met gemeentelijke herindeling in november 2022 een eerste experiment te houden met een nieuw stembiljet. Over de uitkomst daarvan zal de Kamer geïnformeerd worden. | Kamerbrief In vervolg op parlementaire behandeling wetsvoorstel 35 455 d.d. 11 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35455, nr. 17) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35165, nr. 50). |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe in de evaluatie na vijf jaar expliciet aandacht te besteden aan de toepassing van de nieuwe technieken en de gevolgen daarvan voor de persoonlijke levenssfeer, en de Kamer daarover openbaar of vertrouwelijk te informeren. Als de lichamelijke integriteit in het geding is bij de inzet van deze technieken, dient eerst een ethische discussie in het parlement plaats te vinden (T02471). | Plenair debat over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. (34 588) d.d. 11 juli 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 35, item 8) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 18 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 36200 IV, nr. B). |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van het lid Bikker (ChristenUnie), toe het beleggen van de klachtbehandeling bij de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) in plaats van bij de Ombudsman bij de evaluatie te betrekken en om daarbij vanuit het burgerperspectief te bekijken of dit het indienen van klachten belemmert (T02474). | Plenair debat over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20.. (34 588) d.d. 11 juli 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 35, item 8) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 18 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 36200 IV, nr. B). |
De ministeries informeren de Tweede Kamer over hun bevindingen van de uitvoering van de motie Ploumen/Jetten (inclusief Rijksbrede uitvraag) zodra resultaten zijn geanalyseerd. Het kabinet verwacht de Kamer in het voorjaar van 2022 een overzicht te kunnen sturen van de voortgang hiervan en het vervolg. | Kamerbrief Stand van zaken inventarisatie hardvochtige wet- en regelgeving ter uitvoering van de motie Ploumen/Jetten (35510, nr. 24) d.d. 21 december 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35510, nr. 95) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 2022Z14921). |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Rooijen (50PLUS), toe in een brief de Kamer te informeren over de lopende analyse in departementen, naar aanleiding van de kindertoeslagaffaire, op buitensporige knelpunten in wet- en regelgeving (T03405). | Plenair debat over rechtsstatelijkheid, grondrechten en democratie in de EU d.d. 8 februari 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 16, item 11) | Afgedaan. De Eerste Kamer heeft besloten per vergadering 14 november 2022 de toezegging als voldaan aan te merken. |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van de motie van het lid Van Rooijen (50PLUS), toe uiterlijk vóór de zomer 2022 te informeren over het volgen van de hardvochtigheden in wetgeving, de hoofdlijnen van het Awb-wetsvoorstel, en de beleidsvisie voor goedwerkende wetten en regels. (T03443). | Plenair debat Heropening debat over rechtsstatelijkheid, grondrechten en democratie in de Europese Unie d.d. 15 maart 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 21, item 5) | Afgedaan. De Eerste Kamer heeft besloten per vergadering 14 november 2022 de toezegging als voldaan aan te merken. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe als zij de volgende stap zet in het biedlogboek, zij ook terugkomt op motie 35925 VII, nr. 77 (motie Geurts en Grinwis) over het schriftelijkheidsvereiste. | Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 15 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 94) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 931). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer te (blijven) informeren over de voortgang op dit dossier doen (misstanden bij makelaars/koopproces) en het streven is hierover voorjaar 2022 nader verslag te kunnen doen. | Kamerbrief Verbeterstrategie koopproces d.d. 9 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 826) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 931). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe in beeld te brengen hoeveel sociale huurwoningen in bezit zijn van niet corporaties. Dit gebeurt via kamerbrief of in een van de aangekondigde programma’s. | Commissiedebat Staat van de woningmarkt d.d. 16 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 863) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 925). |
Corporaties zijn bezorgd over commerciële partijen die sociale huurwoningen bouwen. Deze signalen zijn eerder ter sprake gekomen in gesprekken met de Kamer en stakeholders. Mede naar aanleiding daarvan is er een onderzoek gestart. De Tweede Kamer wordt voor zomer 2022 hierover geïnformeerd. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over nep sociale huurwoningen gebouwd door private partijen d.d. 14 februari 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 1664) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 925). |
Mits dit passend is bij de financiële situatie van de consument. In het platform hypotheken van afgelopen jaar heeft de minister hierover ook gesproken met partijen uit de hypotheeksector, met name over consumenten met schuldproblematiek. De minister zal de Tweede Kamer voor zomer 2022 informeren over de uitkomsten. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over het kwartaalbericht van de Nationaal Hypotheek Garantie (NHG); ‘minder verlies en lagere restschulden, maar hogere risicobereidheid consument om een huis te kopen’ en het bezoek aan de NHG d.d. 30 mei 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2901) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 926). |
In de volgende ‘Actualiteit in het huurbeleid’ verwacht de minister de Tweede Kamer onder meer te informeren over eenmalige huurverlaging voor huurders met een lager inkomen. Daar waar nodig en wenselijk informeert de minister de Kamer uiteraard via een separate brief, bijvoorbeeld bij complexe onderwerpen die veel toelichting nodig hebben. | Kamerbrief Actualiteit in huurbeleid d.d. 8 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 27926, nr. 358) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 925). |
De minister zegt toe vinger aan pols te houden en te rapporteren aan de Tweede Kamer over ontwikkeling en omvang van het fenomeen ‘nep sociale huur’. | Commissiedebat Volkshuisvestelijke en ruimtelijk ordeningsaspecten d.d. 16 september 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 816) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 925). |
De minister zegt toe aan de Tweede Kamer terug te koppelen (voorjaar 2022) over het overleg met Platform hypotheken over de eis van nieuwe hypotheekakte bij overstappen naar eeuwigdurende erfpacht. | Notaoverleg Initiatiefnota van het lid Koerhuis over de toekomst van gemeentelijk erfpachtbeleid voor woning- en bedrijvenbouw (TK 35232) d.d. 11 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35232, nr. 10) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 926). |
Er is een zeer groot tekort aan (huur)woningen in Nederland. Om dat op te lossen hebben we alle middelen en inzet nodig die we kunnen krijgen. Van belang daarbij is een heldere definitie van wat we onder ‘sociale huur’ rekenen, en dat er voldoende mogelijkheden zijn voor gemeenten om daarop te kunnen sturen. Op dit moment ben ik met verschillende partners – waaronder Aedes – in overleg om een betere definitie te formuleren. Ook ben ik in kaart aan het brengen welke mogelijkheden gemeenten hebben om voorwaarden te stellen, en of er nog instrumenten ontbreken. De minister zegt toe de Tweede Kamer voor zomer 2022 te informeren. | Kamerbrief Beantwoording kamervragen van het lid Beckerman (SP) over het bericht 'Change= verlengt contract lastige huurders niet’ d.d. 23 mei 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2825) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 925). |
Samen met collega minister van OCW zal de minister de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed vragen een overzicht te maken van het aanbod van beschikbare informatie en kennis met betrekking tot het isoleren van monumenten. Ook de Stichting ERM, de Federatie Grote Monumenten-gemeenten (FGM) en de VNG zullen hierbij worden betrokken. In dit onderzoek zal zowel naar knelpunten als naar mogelijke oplossingsrichtingen gekeken worden. De minister verwacht de Tweede Kamer voor zomer 2022 de bevindingen te zullen sturen. | Kamerbrief Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de mBZK over de aangenomen motie-Van Haga c.s. over het wegnemen van obstakels voor het isoleren van monumenten d.d. 15 december 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 1127) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32156, nr. 119). |
De minister zal voor zomer 2022 op de motie van Haga c.s. reageren waarbij er ook ingegaan wordt op de rol die gemeenten kunnen spelen t.a.v. de verduurzaming van monumenten. De uitkomsten van dit onderzoek worden gebruikt bij de concrete uitwerking van hoe monumenten in het Nationaal Isolatieprogramma opgenomen moeten worden. | Commissiedebat Klimaatakkoord / verduurzaming gebouwde omgeving (voortzetting) d.d. 13 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 885) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32156, nr. 119). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer voor de zomer van 2022 een overzicht te sturen met daarin een stand van zaken van de moties die zijn aangenomen bij het debat over de gemeenschappelijke regelingen. | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie en democratie d.d. 23 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 28479, nr. 87) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 5925 VII, nr. 171). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer medio 2022 te informeren over de uitwerking en voortgang van de inzet met betrekking tot het versterken van de bestuurlijke weerbaarheid in de komende periode. | Kamerbrief Weerbaar bestuur en Zicht op Ondermijning d.d. 8 maart 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 28844, nr. 236) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 28844, nr. 247). |
In het voorjaar 2022 worden door de Taskforce, in samenwerking met de VNG en het IPO, de voorbereidingen getroffen om te komen tot aanpassing van het uitkeringsstelsel. Zoals toegezegd in het Hoofdlijnendebat, zal de minister voor de zomer van 2022 de Tweede Kamer hierover nader informeren in een Contourennota. | Parlementair agenda punt [26-01-2022] - Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de minister van BZK d.d. 26 januari 2022 | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 11 juli 2022 per brief geïnformeerd Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925-VII, nr. 170). |
De minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe dat de eerste uitbouw van het DSO het onderwerp ‘natuur’ betreft (T03001). | Plenair debat Wetsvoorstel Aanvullingswet natuur Omgevingswet (34 985) d.d. 30 juni 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 34, item 12) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 13 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 36200 XIV, nr. G). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer voor de zomer van 2022 in een contourennota nader te informeren over een nieuwe financieringssystematiek voor gemeenten en provincies voor 2026 en verder. Hierbij zal ook gekeken worden naar oplossingen voor de korte en lange termijn. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen Miljoenentekorten gemeenten d.d. 17 mei 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2778) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925-VII, nr. 170). |
De minister is voornemens de Tweede Kamer voor de zomer van 2022 te informeren over het nieuwe afwegingskader met betrekking tot de Regio Deals. | Kamerbrief Contouren proces nieuwe Regio Deals en voortgangsrapportage Regio Deals 2021 d.d. 15 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 29697, nr. 108) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 29697, nr. 109) |
De minister zegt toe de Tweede Kamer voor de zomer van 2022 nader te informeren over het onderzoek van de interdepartementale Taskforce uitkeringsstelsel. Het verlichten van de administratieve- en controlelasten die verband houden met de specifieke uitkering, zullen onderdeel uitmaken van dit traject. | Kamerbrief Contouren proces nieuwe Regio Deals en voortgangsrapportage Regio Deals 2021 d.d. 15 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 29697, nr. 108) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925-VII, nr. 170). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe voor de zomer van 2022 een brief over de Regio Deals te sturen naar de Kamer. | Commissiedebat Financiën decentrale overheden en versterking lokaal bestuur d.d. 7 april (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 149) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 29697, nr. 109). |
De minister stuurt voor de zomer van 2022 naar de Tweede Kamer de complete planning van het vervolgtraject van de onderzoeken naar specifieke effecten van de herijking van het Gemeentefonds, zoals de onderzoeken naar de centrumfunctie en naar éénpersoonshuishoudens. | Commissiedebat Financiën decentrale overheden en versterking lokaal bestuur d.d. 7 april (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 149) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925-B, nr. 24). |
De minister zegt toe dat de Tweede Kamer voor de zomer van 2022 een brief over de voorkeursvariant van het kabinet inzake constitutionele toetsing ontvangt. | Plenair debat Mondelinge vraag van het lid CEDER (ChristenUnie) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht ‘In het land van de online casino’s controleert de goksector zichzelf’ (Vpro.nl/argos) d.d. 30 mei 2022 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 103). |
De minister zet de Tweede Kamer toe samen met de minister voor Rechtsbescherming te kijken hoe de Algemene Wet Bestuursrecht meer mensgericht gemaakt kan worden. | Mondelinge vraag van het lid LEIJTEN (SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht ‘Ministeries doen gemiddeld drie keer langer dan toegestaan over WOB-verzoek’ (Nos.nl, 28 januari 2022) d.d. 1 februari 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 44, item 3) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35510, nr. 102). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer (voor zomer 2022) te informeren per brief over de implementatie van de Wet Open Overheid. | Mondelinge vraag van het lid LEIJTEN (SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht ‘Ministeries doen gemiddeld drie keer langer dan toegestaan over WOB-verzoek’ (Nos.nl, 28 januari 2022) d.d. 1 februari 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 44, item 3) | Afgedaan. De Eerste en Tweede Kamer zijn op 8 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I & II 2021/22, 33328, nr. AD en nr. 43). |
De minister zegt toe voor de zomer de Eerste en Tweede Kamer opnieuw te informeren bij brief over de voortgang van de implementatie van de Woo. In die brief zal de minister ook ingaan op de voortgang van de maatregelen die in gang zijn gezet om de afhandeling van Wob-verzoeken (per 1 mei: Woo-verzoeken) te verbeteren. Daarnaast zal de minister informeren over de voortgang van de overige toezeggingen die haar ambtsvoorganger heeft gedaan tijdens de behandeling van de Woo in de Eerste Kamer. | Kamerbrief Voorbereiding implementatie Wet open overheid d.d. 26 april 2022(Kamerstukken II 2021/22, 33328, nr. 42) | Afgedaan. De Eerste en Tweede Kamer zijn op 8 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I & II 2021/22, 33328, nr. AD en nr. 43). |
De minister start programma waar de ruimtelijke kwaliteit van Nederland centraal staat, Mooi Nederland (breed gesprek over de ruimtelijke toekomst van Nederland). De minister zegt toe - juli 2022 – de Eerste Kamer te informeren over het programma en de nadere invulling over de actielijnen. | Kamerbrief Vragen over de Pilot Planmonitor Nationale Omgevingsvisie d.d. 31 maart 2022 (Kamerstukken I 2021/22, 34682, nr. K) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 6 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, 34682, nr. O). |
De minister zegt toe, namens de staatssecretaris, dat de Kamer binnenkort nadere informatie ontvangt over de uitvoering van de motie-Dassen c.s. , aangenomen in november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 26). | Commissiedebat Discriminatie en racisme d.d. 24 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 3950, nr. 286) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 924). |
De minister zegt toe om de opzet van de evaluatie van de samenvoeging van Landerd en Uden naar beide Kamers te sturen als deze is vastgesteld. | Plenair debat Drie herindelingswetten / Samenvoeging gemeenten d.d. 6 juli 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 44, item 10) | Afgedaan. De Eerste en Tweede Kamer zijn op 13 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I & II 2021/22, 35621, nr. F & nr. 9). |
De minister zegt toe dat de Tweede Kamer (begin 2022) een ontwerpbesluit in het kader van de voorhangprocedure ontvangt. Hierin wordt een verplichting opgenomen voor een periodieke beoordeling van de constructieve veiligheid van gebouwen. | Commissiedebat Bouwregelgeving d.d. 11 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 233) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 239). |
De minister zegt toe jaarlijks aan de Tweede Kamer te rapporten over de voortgang en tweejaarlijks over de effecten van het beleid in de monitor NOVI. (Eens in de vier jaar zal in een evaluatie worden onderzocht in hoeverre de gewenste integraliteit en samenhang in de uitvoering tot stand komt.) | Kamerbrief beantwoording openstaande vragen Algemeen Overleg NOVI d.d. 19 oktober 2020 (Kamerstukken II 2020/21, 34682, nr. 56) | Afgedaan. De toezegging is onderdeel van regulier BZK-beleid. |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe een reactie op hoe we de kwalificatie van mensen toetsen in het kader van zoveel mogelijk hooggekwalificeerde mensen (terugkoppeling personeelsbeleid IHH/ICT). | Commissiedebat Informatiehuishouding op orde, ICT-projecten en informatiebeveiliging d.d. 13 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 851) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 916). |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Fiers (PvdA), toe de Kamer een brief te sturen over de vormgeving van de enquête naar de ervaringen bij de bevoegd gezagen met de voorbereidingen op de invoering van de Omgevingswet (T03418). | Plenair debat naar aanleiding van eerder mondeling overleg Omgevingswet d.d. 28 juni 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 35, item 8) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 14 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 33118/34986, nr. EK). |
De minister verwacht dat de Tweede Kamer de kabinetsreactie op de Eindrapportage van de brede evaluatie van organisatiekaders voor rijksorganisaties op afstand vlak na het zomerreces zal ontvangen, zodat deze desgewenst betrokken kan worden bij het commissiedebat. | Kamerbrief Reactie op verzoek commissie over aanbevelingen Inspectieraad d.d. 7 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 31490, nr. 319) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 31490, nr. 323). |
Met betrekking tot hoe een tweede adres opgenomen zou kunnen worden in de BRP en hoe dit kan bijdragen aan het oplossen van knelpunten voor de burger en verbetering van zicht op verblijf van personen door de overheid. Een van de daarbij genoemde knelpunten is tijdelijk verblijf in het buitenland vanwege werkzaamheden. De staatssecretaris zegt toe deze casus te onderzoeken (en daarbij de bijzondere omstandigheden van militairen meenemen) en tevens onderzoeken hoe bij het tonen van de gegevens op mijnoverheid.nl wel het onderscheid zichtbaar kan worden tussen «immigratie» en «hervestiging», en hoe beter over het onderscheid gecommuniceerd kan worden bij uitleg over de registratie. In de eerstvolgende voortgangsbrief over de BRP aan de Kamer wordt over de stand van zaken van de verbeteringen gerapporteerd. | Kamerbrief Beantwoording Kamervraag militairen die als immigrant geregistreerd staan d.d. 3 juni 2021 (Aanhangsel Handelingen II, 2020/21, nr. 3059) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27859, nr. 163). |
Er wordt een onafhankelijk onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om registratie te verplichten bij kortdurend verblijf (korter dan drie maanden) in Nederland. De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer daarover te informeren. | Plenair debat Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het bevorderen van de goede uitvoering van die wet op enkele onderdelen en het herstellen van enige omissies, alsmede van de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet meer in leven zijn of omtrent wie een akte in een openbaar lichaam is opgemaakt die vermeldt dat het kind op het ogenblik van de aangifte niet in leven is, dan wel die zijn overleden zonder zelf ingeschrevene te zijn (35 648) d.d. 10 juni 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 87, item 19) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27859, nr. 162). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe per brief terug te komen op de vraag van het lid Koekkoek (Volt) over de samenwerking tussen de stasBZK en stasJ&V met betrekking tot de 10 miljard die is toegezegd in de JBZ-raad (of het geld ook goed terechtkomt bij gemeenten die het nodig hebben). | Plenair debat Mondelinge vraag van het lid PODT (D66) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht ‘Grote verschillen per gemeente in tempo waarmee Oekraïners worden ingeschreven’ (Volkskrant, 25 maart 2022) d.d. 29 maart 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 65, item 3) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27859, nr. 163). |
De staatssecretaris deelt mede naar aanleiding van de motie van de leden Van Weerdenburg en Van Haga (verworpen motie 26643, nr. 825) dat het cloudbeleid niet voor het meireces aan de Tweede Kamer kan worden gestuurd, daar de finalisering van de besluitvorming daarover nog loopt. Het streven is ernaar dit zo spoedig mogelijk te sturen. | Kamerbrief Uitstelbericht toezegging op kamervragen van Weerdenburg en van Haga d.d. 11 mei 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 848) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 augustus 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 904). |
Het gaat ook over structuur en sturingsprincipes: met de recent uitgevoerde brede evaluatie van de organisatiekaders van Rijksorganisaties op afstand is een basis gelegd voor een visie op de inrichting van de Rijksdienst en wetgeving inzake Rijksinspecties. De minister zegt toe (voor zomer 2022) de Tweede Kamer hierover te informeren. | Kamerbrief Hoofdlijnenbrief minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 24 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 129) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 31490, nr. 323). |
De minister streeft ernaar dat de kabinetsreactie op het rapport «Van beroep in bezwaar; Werkwijze en verdienmodel ‘no cure no pay’-bedrijven WOZ en BPM» voor de zomer naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over het bericht «Toezichthouder heeft dubbel gevoel bij reclames WOZ-aanslag» d.d. 26 april 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2549) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29279, nr. 734). |
De minister zegt toe inzichtelijk te maken, samen met de ministeries van EZK en OCW, wat resultaat is van de interventies op de arbeidsmarkt (instroom en zijinstroom) en de Tweede Kamer daarover te informeren. | Commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving d.d. 6 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 873) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 29544, nr. 1120). |
De minister informeert de Tweede Kamer na de zomer van 2022 met een brief over versterking van het decentraal bestuur, waarbij ook wordt ingegaan op de stand van zaken van de uitvoering van de moties die zijn aangenomen bij de wijziging Wgr. | Plenair debat Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur (35 546) d.d. 14 april 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 73, item 19) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 171). |
Er zal geen eerste experiment plaatsvinden bij de herindelingsverkiezing van november 2022. De minister zal nagaan bij welke verkiezing een eerste experiment kan plaatsvinden en dat de Kamers rond de zomer laten weten. | Plenair debat Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten (35455) en Definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland (35670) d.d. 24 mei 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 29, item 10) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35165, nr. 50). |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kox (SP), toe haar zo spoedig mogelijk in te lichten over een voornemen de wet bij koninklijk besluit te verlengen (T02845). | Plenair debat Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming provincies, gemeenten, waterschappen en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (35 424) d.d. 7 april 2020 (Handelingen II 2019/20, nr. 24, item 10). | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 24 mei 2023 medegedeeld dat de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming per 1 juli 2022 is komen te vervallen. Daarmee is ook de toezegging om de Eerste Kamer te informeren over de verlengingen van de Tijdelijke wet komen te vervallen. |
De minister zegt toe in een brief terug te komen op vragen met betrekking tot de hardvochtigheden in wetgeving, ook na consultatie van de Hoge Raad. De minister zal daarnaast hier verder op ingaan in de toegezegde brief over de Algemene wet bestuursrecht. | Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de minister van BZK d.d. 26 januari 2022 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35510, nr. 102). |
De minister zegt toe, naar aanleiding van vragen van het lid Sneller (D66), om na de zomer met een brief te komen waarin wordt ingegaan op de viering van 175 jaar Grondwet en de grondwetbank. | Plenair debat Verandering van de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een algemene bepaling (35 786) en andere grondwetswijzigingen d.d. 30 maart 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 66, item 2) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 36200-VII, nr. 143). |
De minister zegt toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Sneller (D66), rond de zomer van 2022 met een brief te komen waarin wordt ingegaan op digitale grondrechten en op de beperkingssystematiek. | Plenair debat Verandering van de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een algemene bepaling (35 786) en andere grondwetswijzigingen d.d. 30 maart 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 66, item 2) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35786, nr. 8). |
De minister zegt toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Rajkowski, de Tweede Kamer te informeren over de vraag in hoeverre digitaal verzenden van stukken voor burgers dezelfde waarborgen biedt als aangetekende verzending per post. Daarbij gaat het niet alleen om bewijs van verzending/ontvangst, maar ook om bewijs dat iets inderdaad door een specifiek persoon is verzonden. | Plenaire debat Voortgang wetsvoorstel Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer in de Tweede Kamer d.d. 6 april 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 69, item 6) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35261, nr. 24). |
De NCDR heeft de opdracht om een Nationaal Programma op te stellen bestaande uit een meerjarig deel met scherpe doelen en een jaarlijks deel met concrete acties om discriminatie en racisme tegen te gaan. Zodra er een Nationaal Programma is zal de Tweede Kamer hierover geïnformeerd worden. Daarnaast wordt de Tweede Kamer nog dit jaar geïnformeerd over de instelling van een Staatscommissie Discriminatie. | Kamerbrief Verslag Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2022 d.d. 13 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 10) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 316). |
Waar het betreft ouderen gaat het overigens niet alleen over bouwen maar echt ook om de combinatie tussen wonen en zorg. En u voegt er altijd aan toe: ook welzijn. Dat is inderdaad waar. Die hofjes die u vaker heeft genoemd in eerdere debatten die we met elkaar hebben gevoerd, zijn een heel gewenste vorm van hoe ouderen wonen. Kijkend naar het aantal initiatieven en ook de moeite waarmee dit type initiatieven van de grond komt, hebben we daar nog heel veel werk te doen. Dus de minister gaat met die klus aan de slag. | Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in het coalitieakkoord op het terrein van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29389, nr. 112). |
De Minister-President zegt toe dat bij de uitwerking van de plannen van minVRO het idee wordt bezien of het bouwen van seniorhuisvesting de doorstroom op de woningmarkt kan helpen (voor jongeren) (aan het lid De Haan). | Plenair debat over de regeringsverklaring d.d. 19 januari 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 39, item 3) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29389, nr. 112). |
Om vraag en aanbod af te stemmen is inzicht nodig in zowel de verwachte vraag van ouderen als het woningaanbod. In de volgende monitor Ouderenhuisvesting zal dit aan de orde komen. De minister verwacht de Tweede Kamer deze monitor in het tweede kwartaal van 2022 toe te zenden. | Kamerbrief Voortgang versnelling woningbouw d.d. 12 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 828) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29389, nr. 112). |
De minister-president zegt toe dat de minister van BZK de opmerking van CU betrekt bij de behandeling van de begroting van BZK wanneer het ook over huren en wonen gaat (ouderenwoonakkoord: «maak daar werk van en maak afspraken met gemeenten over een percentage dat zij kunnen reserveren voor nieuwe woonvormen voor ouderen. Dat zou veel betekenen voor veel mensen tot en met starters aan toe»). | Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen d.d. 17 september 2020 (Handelingen II 2020/21, nr. 3, item 5) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29389, nr. 112). |
De minister-president zegt toe dat de minister van VWS en de minister van BZK reageren op de nota van 50PLUS over woon-zorgcomplexen voor ouderen die afhankelijk zijn van alleen hun AOW bij de behandeling van hun begrotingen. | Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen d.d. 17 september 2020 (Handelingen II 2020/21, nr. 3, item 5) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29389, nr. 112). |
De minister heeft een onderzoek uitgezet naar het effect van het nieuwe model op de investeringsbereidheid in onzelfstandige woningen ten opzichte van zelfstandige woningen. Dit moet inzicht bieden in de business cases om te zien of er voldoende rendement kan worden behaald om de bouw van onzelfstandige woonruimten te stimuleren. Het streven is rond zomer 2022 de resultaten van dit onderzoek aan de Tweede Kamer te rapporteren. | Kamerbrief Aanbieding rapport herziening WWS onzelfstandig d.d. 3 juni 2022 (Kamerstuknummer II 2021/22, 32847, nr. 914) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 978). |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid de Boer (GroenLinks), toe een reactie op de brief van woningcorporatie Aedes aan de Kamer te sturen (T03340). | Plenair debat Verlaging tarief verhuurderheffing en maandelijkse wijziging bedragen heffingsverminderingen (35.932) d.d. 14 december 2021 (Handelingen I 2021/22, nr. 11, item 3) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 15 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 35932, nr. F), |
In debat werd gesteld dat andere EU-landen zoals Frankrijk meer ruimte nemen in het toepassen van de Europese (aanbestedings)richtlijnen, terwijl Nederland erg streng is in de toepassing. Hierop is een vergelijking tussen Nederland toegezegd hoe andere landen omgaan EU-richtlijnen in het volkshuisvestelijk beleid. Specifiek zal worden bekeken hoe er in andere EU-landen wordt omgegaan met belemmeringen die wij in Nederland ervaren. Hier wordt op teruggekomen in april bij de programmalijn/beleidsprogramma betaalbaarheid. Vooraf wordt gemeld aan de Kamer wat er geleverd kan worden omtrent dit onderwerp. | Commissiedebat Staat van de woningmarkt d.d. 16 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 863) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 553). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe de samenwerking tussen VWS en BZK te verbeteren en te intensiveren in het kader van de ouderenhuisvesting. | Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 15 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 94) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29389, nr. 112). |
De staatssecretaris zegt toe door middel van een volgende voortgangsbrief (rond zomer 2022) de Tweede Kamer op de hoogte te houden van de nieuwe ontwikkelingen rondom programma Verbeteren Reisdocumentenstelsel (VRS). | Kamerbrief Voortgangsbrief VRS d.d. 16 maart 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 25764, nr. 136) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 25764, nr. 138). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat er een overzicht wordt gemaakt waar iets anders dan digitaal identificeren (en ook dienstverlening) niet mogelijk is bij de overheid (op verzoek van PvdA en SP). | Commissiedebat Digitale overheid, datagebruik en algoritmen, digitale identiteit (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 838) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1019). |
Motie 35772 nr. 27 (SP) wordt aangehouden. De staatssecretaris zegt toe te komen met een brief of een overzicht van alle initiatieven, wetten en pilots als gevolg van de Ministeriële Commissie Fraudebestrijding mogelijk is. Dit dient eerst besproken te worden met andere departementen. Brief komt voor zomer 2022 naar Tweede Kamer. | Plenair debat Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met de invoering van een centrale voorziening ter ondersteuning van de colleges van burgemeester en wethouders bij het onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen (35 772) d.d. 14 april (Handelingen II 2021/22, nr. 73, item 10) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35772, nr. 39). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat er een experiment komt met een melding (‘seintje’) aan bewoners bij een nieuwe inschrijving op het adres. Dit wordt een van de eerste experimenten onder de nieuwe experimenteerbepaling in de wet. | Plenair debat Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het bevorderen van de goede uitvoering van die wet op enkele onderdelen en het herstellen van enige omissies, alsmede van de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet meer in leven zijn of omtrent wie een akte in een openbaar lichaam is opgemaakt die vermeldt dat het kind op het ogenblik van de aangifte niet in leven is, dan wel die zijn overleden zonder zelf ingeschrevene te zijn (35 648) d.d. 10 juni 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 87, item 19) | Afgedaan. Het Ontwerp Besluiten experimenten bijhouding basisregistratie personen, dat een grondslag biedt voor het gevraagde experiment, is op 14 juli 2022 aan de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II 2021/22, 27859, nr. 160). |
Uit een verkenning van BZK is naar voren gekomen dat er overheidsbreed behoefte is aan een generiek kader voor vitale digitale overheidsvoorzieningen en dit kader zou dit jaar ontwikkeld worden. Voor het opstellen van het kader lopen op dit moment twee onderzoeken: een onderzoek ten aanzien van de belangrijkste informatieprocessen en informatiesystemen en een onderzoek naar uniform toezicht en uniforme verantwoording over informatieveiligheid aan zowel het ‘eigen’ controlerend orgaan als interbestuurlijk. Deze onderzoeken lopen tot het eind van dit jaar; nadien zullen de resultaten van beide onderzoeken met alle bestuurslagen worden besproken. De Tweede Kamer zal aan het eind van het eerste kwartaal 2022 door de staatssecretaris hier verder over worden geïnformeerd. | Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld tijdens de begrotingsbehandeling BZK d.d. 28 oktober 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 15, item 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 917). |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rietkerk (CDA), toe de Kamer de eindrapportage van Deloitte over de opvolging van de adviezen van het Adviescollege ICT-toetsing toe te sturen (T03424). | Mondeling overleg met de commissie IWO over Omgevingswet d.d. 21 juni 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 35, item 8) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 26 augustus 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, EK 33118/34986, nr. EG). |
De staatssecretaris zegt toe - voor zomer 2022 – dat de Tweede Kamer het wetsvoorstel wettelijke verankering AcICT ontvangt. | Commissiedebat Informatiehuishouding op orde, ICT-projecten en informatiebeveiliging d.d. 13 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 851) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36191, nr. 2). |
Omdat een wetstraject tijd kost, heeft de staatssecretaris vorig jaar besloten om alvast een tijdelijke juridische grondslag voor het Adviescollege ICT-toetsing te maken door middel van een instellingsbesluit. Inmiddels is de internetconsultatie van het wetsvoorstel afgerond en gaat het wetsvoorstel eind dit jaar naar de Raad van State. Afhankelijk van zijn advies verwacht de staatssecretaris het wetsvoorstel in het voorjaar van 2022 bij de Tweede Kamer in te dienen. | Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld tijdens de begrotingsbehandeling BZK d.d. 28 oktober 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 15, item 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36191, nr. 2). |
De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de mensenrechtentoets en hoe die eventueel deel kan worden van de AI-verordening, ook naar aanleiding van de (aangenomen) motie van GroenLinks en D66. | Commissiedebat Telecomraad (Formeel) d.d. 3 juni 2022 d.d. 31 mei 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 21501-33, nr. 938) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 924). |
De staatssecretaris zegt toe dat de Tweede Kamer in week 40 een brief ontvangt inzake AI en de stand van zaken rondom de uitvoering van gerelateerde moties. | Commissiedebat Digitaliserende overheid d.d. 5 oktober (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 929) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 924). |
De minister is in overleg met de sector om meer transparantie te creëren over de aanvangshuurprijs. Afspraken hierover zullen worden opgenomen in een convenant. Uiteindelijk kunnen deze afspraken in wetgeving worden verankerd, zodat zij voor de gehele sector gelden. De minister verwacht najaar 2020 het convenant met de Tweede Kamer te kunnen delen. | Kamerbrief Reactie op de initiatiefnota van het lid Smeulders over marktwerking uit de huursector d.d. 9 juni 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 35178, nr. 3). | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27926, nr. 368). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe een jaarlijkse monitoring stand van zaken implementatie (met evaluatie naar 5 jaar). | Plenair debat Wet Digitale Overheid d.d. 1 juni 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 86, item 8) | Afgedaan. De evaluatie is afgerond. |
De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer te informeren over uitwerking interbestuurlijk toezicht. | Plenair debat Wet Digitale Overheid d.d. 1 juni 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 86, item 8) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35868, nr. 16). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe het toesturen ministeriele regeling voor inlogmiddelen. | Plenair debat Wet Digitale Overheid d.d. 1 juni 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 86, item 8) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35868, nr. 17). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe het beschrijven/uitleggen open source community in MR. | Plenair debat Wet Digitale Overheid d.d. 1 juni 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 86, item 8) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35868, nr. 17). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe - voor herfstreces 2022 - een brief over het thema algoritmes en dus ook over het inzetten van algoritmes voor risicoselectie. | Plenair debat Het bericht dat de IND zich schuldig zou maken aan etnisch profileren d.d. 15 september 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 109, item 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 11 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 924). |
Na de zomer zal de staatssecretaris de Tweede Kamer informeren over de uitgevoerde analyse (van de impact van de vertraging en de mogelijke gevolgen) en de genomen maatregelen. | Kamerbrief Vertraging invoering ICT-infrastructuur Logius d.d. 27 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 866) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2022/23, 26643, nr. 928). |
In 2022 is de lerende evaluatie gestart met het in kaart brengen van het beleidskader en de beleidstheorie van het klimaatbeleid in de vijf sectoren. Over de voortgang zal de minister de Tweede Kamer in najaar 2022 bij gelegenheid van het presenteren van de Klimaatnota 2022 informeren. | Kamerbrief Kabinetsreactie Beleidsdoorlichting 2015-2020 artikel 4.1 BZK-begroting Energietransitie en duurzaamheid d.d. 28 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 30985, nr. 57) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1112). |
De minister heeft (in antwoord op een vraag van de PvdD) de Tweede Kamer toegezegd in een brief in te gaan op de handhaving van label C van kantoren (oktober). | Plenair debat Tweeminutendebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving d.d. 27 september 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 4, item 24) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 976). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer jaarlijks te informeren (voor begrotingsbehandeling BZK) over de voortgang van de spreiding van de rijkswerkgelegenheid en werkgelegenheid bij zbo’s. | Kamerbrief Opvolging drie moties-Van der Molen inzake spreiding rijkswerkgelegenheid d.d. 20 februari 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 31490, nr. 272) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 31490, nr. 321). |
Met de VNG is de staatssecretaris op dit moment in gesprek over de eerste uitkomsten van deze uitvoeringstoets van LAA. De definitieve rapportage verwacht de minister in maart. De staatssecretaris zal de Tweede Kamer het definitieve rapport toesturen en toelichten welke consequenties zij aan de conclusies en aanbevelingen verbind. | Kamerbrief Plenaire behandeling wetsvoorstel BRP Landelijke Aanpak Adreskwaliteit d.d. 25 maart 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35772, nr. 20) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2022/23, 27859 nr. 164). |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Fiers (PvdA) en Nicolaï (PvdD), toe de Kamer in een voortgangsrapportage te informeren over de uitkomsten van de enquête naar de ervaringen van de uitvoeringspraktijk met de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2023 (T03423). | Mondeling overleg met de commissie IWO over Omgevingswet d.d. 21 juni 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 35, item 8) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 14 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 33118/34986, EK). |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe de Kamer te informeren over de uitkomsten van de gesprekken die de secretaris-generaal van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties binnen de organisatie aan is gegaan over omgangsvormen en de grenzen van integer escalatiegedrag, naar aanleiding van signalen van niet-professionele escalatie richting personen die kritiek uiten op de voortgang of de inhoud van de Omgevingswet (T03459). | Kamerbrief Beantwoording nadere vragen over de inwerkingtreding van de Omgevingswet d.d. 3 juni 2022 (Kamerstukken I 2021/22, 33118, nr. DV) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 14 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 33118/34986, nr. EK). |
De minister zal onderzoeken of en hoe GGF toch mogelijk kan worden gemaakt. En zal voor zomer 2022 de Tweede Kamer hierover informeren. | Commissiedebat Klimaatakkoord / verduurzaming gebouwde omgeving (voortzetting) d.d. 13 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 885) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 980). |
De minister zegt toe (voor einde jaar 2021) de resultaten van het experiment in Amersfoort met de Gebouw Gebonden Financiering te delen met de Tweede Kamer. | Commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving d.d. 6 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 873) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 980). |
De minister informeert de Tweede Kamer rond de zomer van 2022 over de procedure rondom het waarnemend burgemeesterschap, naar aanleiding van de motie Scherpenzeel. | Commissiedebat Financiën decentrale overheden en versterking lokaal bestuur d.d. 7 april (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 149) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 46). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe dat hij met een beleidsreactie komt op het rapport van de Algemene Rekenkamer (23 juni 2022) over de Woningbouwimpuls (Wbi). | Commissiedebat Staat van de volkshuisvesting d.d. 30 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 933) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 948) |
De minister zegt toe spoedig na het zomerreces de Tweede Kamer te informeren over de nieuwe ambtseed voor rijksambtenaren. | Notaoverleg Reactie van de Venetië-Commissie van de Raad voor Europa over een adviesaanvraag rechtsbescherming van burgers in Nederland d.d. 30 mei (Kamerstukken II 2021/22, 29279, nr. 717) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29362, nr. 320). |
Over zowel het stappenplan als de nadere onderzoeksplicht vindt nog afstemming plaats met de klankbordgroep die vanaf 2017 betrokken is geweest bij aanpak van de breedplaatvloeren. De minister verwacht de Tweede Kamer hierover voor zomerreces 2022 nader te kunnen informeren. | Kamerbrief Brand- en constructieve veiligheid d.d. 12 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 237) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28325, nr. 245). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer tweemaal per jaar over de voortgang van het programma Leefbaarheid en Veiligheid en de resultaten die hierbij worden gerealiseerd te informeren. | Kamerbrief Aanbieding Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid d.d. 4 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 30995, nr. 100) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30995, nr. 102). |
De minister zegt toe (eerste kwartaal van 2021) een technisch onderzoek bij de betrokken geïnstalleerde pelletkachels en rookgasafvoerkanalen ter plaatse uit laten voeren. De minister zal vervolgens in het tweede kwartaal 2021 over de uitkomsten van het onderzoek en met een beleidsreactie de Tweede Kamer informeren. | Kamerbrief Melding corrosie rookgasafvoerkanalen bij pelletkachels d.d. 3 december 2020 (Kamerstukken II 2020/21, 32757, nr. 175) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28325, nr. 245). |
Op 15 november 2022 vindt de mondelinge review van het Koninkrijk plaats in Genève. Na afloop hiervan zal de minister de Tweede Kamer informeren over de aanbevelingen die tijdens deze sessie gedaan zijn en over het verdere vervolg van het UPR-proces. | Kamerbrief Rapportage Koninkrijk der Nederlanden t.b.v. de vierde cyclus van de Universal Periodic Review d.d. 3 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 26150, nr. 201) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26150 nr. 205). |
Ook is in het coalitieakkoord opgenomen dat voor koopstarters bij het aanvragen van een hypotheek de actuele stand van de studieschuld bepalend wordt. Het Nibud onderzoekt, in het kader van het jaarlijkse adviesrapport over de leennormen, hoe dit vormgegeven kan worden. De minister zegt toe - in najaar 2022 – dit rapport naar de Tweede Kamer zal worden gestuurd. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over het kwartaalbericht van de Nationaal Hypotheek Garantie (NHG); ‘minder verlies en lagere restschulden, maar hogere risicobereidheid consument om een huis te kopen’ en het bezoek aan de NHG d.d. 30 mei 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2901) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 977). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer twee keer per jaar te informeren over de voortgang van het programma Betaalbaar wonen (in najaar en in voorjaar). | Kamerbrief Programma ´Betaalbaar wonen´ d.d. 19 mei 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 906) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 986). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe dat er 25 november a.s. een kamerbrief komt van minister Harbers, mede namens MinVRO, over bouwen in diepgelegen polders. | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27625, nr. 592). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe werkagenda Digitalisering. | Kamerbrief Hoofdlijnen beleid voor digitalisering d.d. 8 maart 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 842) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 940). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe Agenda Digitale Overheid (rond zomer 2022). | Kamerbrief Hoofdlijnen beleid voor digitalisering d.d. 8 maart 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 842) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 940). |
De minister stuurt de Tweede Kamer in november 2022 een contourenschets over de regulering van de middenhuur. | Commissiedebat Wonen d.d. 29 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 974) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27926, nr. 369). |
De minister zegt toe dat de Tweede Kamer uiterlijk 1 december 2022 geïnformeerd zal worden met betrekking tot het kabinetsbesluit of en hoe om te gaan met de vergoeding voor de maatschappelijke instellingen en publieke voorzieningen. | Kamerbrief Schriftelijke beantwoording van vragen begrotingsbehandeling BZK d.d. 13 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 12, item 3) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36250, nr. 1). |
De minister geeft aan dat over de instandhouding lokale voorzieningen het kabinet beziet op over welke manier hieraan tegemoet kan worden gekomen en hoe dit gedekt kan worden. Dit naar aanleiding van de eerder ingediende moties van Paternotte (D66) en Heerma (CDA). De Tweede Kamer wordt hierover bij Najaarsnota uiterlijk 1 december 2022 geïnformeerd zodat het integrale beeld geborgd wordt. Hierbij zal worden bekeken welke financiële knelpunten er zijn en wat de invloed op de samenleving is (nav amendement Nijboer, PvdA en Maatoug, GL en amendement Leijten, SP). | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken begroting d.d. 13 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 12, item 7) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36 250, nr. 1). |
De minister komt met een brief aan de Tweede Kamer over de uitwerking van het budget NCDR voor stemming over amendementen. Stemming is op 6, 7 of 8 december. | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken begroting d.d. 13 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 12, item 7) | De Tweede Kamer is op 2 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30950, nr. 322). |
Het kabinet onderschrijft de conclusie van de commissie dat een juiste toepassing van gespoten PUR-schuim gewaarborgd moet zijn. Dit is de beste manier om te voorkomen dat de blootstelling van bewoners aan gevaarlijke stoffen veilige grenzen overschrijdt. Om die reden zal het kabinet zoals geadviseerd een evaluatie starten van de huidige werkpraktijk bij isolatie van vloeren, daken en spouwmuren (inclusief de bestaande certificeringsrichtlijnen opgesteld door de branche). Op basis van deze evaluatie zal het kabinet een inschatting maken van de noodzaak van de inzet van beleidsmaatregelen. De minister zegt toe dat de resultaten van de evaluatie en een voorstel voor (beleids)maatregelen aan de Tweede Kamer worden aangeboden. | Kamerbrief Kabinetsreactie over het advies «Gespoten PUR-schuimisolatie en gezondheid» van de Commissie Gespoten PUR-schuim van de Gezondheidsraad d.d. 30 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 32847, nr. 761) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28325, nr. 246). |
De staatssecretaris is voornemens de Tweede Kamer regelmatig te informeren over de voortgang op het terrein van het Europese Digitale Identiteit raamwerk in het kader van de Werkagenda Digitalisering. | Kamerbrief Voortgangsrapportage Europese Digitale Identiteit d.d. 17 augustus 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 902) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 940). |
Eerder heeft de minister aangegeven dat hij de huurkorting voor slecht geïsoleerde woningen wil uitwerken door aanpassing van het woningwaarderingsstelsel (WWS) per 1 januari 2024. Het streven is om begin december 2022 meer duidelijkheid te kunnen geven over de exacte vormgeving van de aanscherping van het WWS, parallel aan de aanpassing in het WWS voor de regulering van het middensegment. | Kamerbrief Intrekking van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II (afschaffing verhuurderheffing) d.d. 23 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36219, nr. 6) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamertukken II 2022/23, 27926, nr. 372). |
De minister zegt toe in het najaar van 2022 de Tweede Kamer te informeren over de resultaten van het onderzoek naar de prevalentie van (onnodige) medische ingrepen bij kinderen met DSD/Intersekse, dit ter uitvoering van de motie Bergkamp/Van den Hul (Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, 35 300 VIII, nr. 131). | Kamerbrief Brief beantwoording Kamervragen lid Koekkoek, 2022Z03120 d.d. 11 juli 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 3519) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30420, nr. 379). |
De minister zegt toe dat de Tweede Kamer aanstaand najaar de kabinetsreactie op de vraag naar sanctionering van de gedragscode en op de aangenomen motie van de leden Van Baarle en Leijten over dit onderwerp kan verwachten. Daarnaast zal de Kamer naar verwachting in het najaar worden geïnformeerd over de invulling van de functie van onafhankelijk adviseur integriteit bewindspersonen, en het onderzoek naar invoering van een lobbyregister. | Kamerbrief Reactie op de initiatiefnota over het integriteitsbeleid bewindspersonen d.d. 11 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36101, nr. 3) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28844, nr. 251). |
De minister zegt toe na het zomerreces de Tweede Kamer te informeren over de onderzoeksresultaten van de evaluatie van de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen. | Kamerbrief Opzet evaluatie gemeenteraadsverkiezingen 2022 d.d. 12 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35165, nr. 48) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35165, nr. 51). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer na het zomerreces in haar brief over het onderzoek naar de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen te informeren hoeveel inwoners één raadslid vertegenwoordigt op basis van de huidige opkomst. | Kamerbrief Beantwoording feitelijke vragen opzet evaluatie gemeenteraadsverkiezingen 2022 d.d. 24 mei 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35165, nr. 49) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35165, nr. 50). |
De minister zegt toe het voorstel tot wijziging van de Wfpp - na ontvangst advies zo spoedig mogelijk naar de Tweede Kamer te sturen. Het streven is het voorstel voor een Wpp uiterlijk eind 2020 in consultatie te brengen. | Kamerbrief Voortgang voorbereiding Wet op de politieke partijen d.d. 11 juni 2020 (Kamerstukken II 2019/20,35300-VII, nr. 123) | Afgedaan. De Wet op de politieke partijen (Wpp) is op 22 december 2022 in consultatie gegaan. |
De minister zegt toe dat de Tweede Kamer voor de zomer van 2022 een reactie ontvangt op het rapport van de adviesgroep slavernijverleden en over het nationaal onderzoek naar het slavernijverleden. | Commissiedebat Discriminatie en racisme d.d. 24 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 3950, nr. 286) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36284, nr. 1). |
De staatssecretaris zegt toe m.b.t. kabinetsstandpunt naar aanleiding van nieuwe EU zelfregulering op desinformatie de Tweede Kamer begin 2022 te informeren. | Commissiedebat Online veiligheid en cybersecurity d.d. 1 december 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 807) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30821, nr. 172). |
De staatssecretaris zegt toe m.b.t. uitkomst onderzoek inzet wetgeving op desinformatie door Australië en toepasbaarheid in Nederland (waarschuwing VVD dat ook meegenomen moet worden het voorkomen van censuur) de Tweede Kamer begin 2022 te informeren. | Commissiedebat Online veiligheid en cybersecurity d.d. 1 december 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 807) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30821, nr. 172). |
De minister zal de Tweede Kamer voor de Raad informeren over hoe de Nederlandse standpuntbepaling op het EU-voorstel Verordening betreffende transparantie en gerichte politieke reclame COM (2021) 731 is en ook welke standpunten andere lidstaten innemen. | Commissiedebat EU voorstellen ter versterking van democratie en integriteit van verkiezingen d.d. 10 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36013, nr. 4) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 21501, nr. 2555). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe dat er voor de zomer van 2022 een kabinetsreactie komt op het rapport Atlas van Afgehaakt Nederland. | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie en democratie d.d. 23 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 28479, nr. 87) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 oktober 2022 per brief geïnformeerd. (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 17). |
Naar aanleiding van het briefadvies van de Deltacommissaris zal er het komende jaar met collega’s van IenW en LNV samen gewerkt worden aan een nationale maatlat die duidelijk maakt wat verstaan wordt onder klimaatadaptief bouwen, waarbij er voldoende ruimte blijft voor maatwerk. Dit is ook een actie die terug zal komen in het eerdergenoemde Actieprogramma Klimaatadaptatie gebouwde omgeving. Over deze maatlat zal de minister de Tweede Kamer Kamer eind dit jaar (2022) informeren. | Kamerbrief Antwoorden op vragen over het bericht «Deltacommissaris: woningbouw houdt veel te weinig rekening met klimaatverandering» d.d. 28 januari 2022 (Aanhangsel Handelingen II, nr. 1494) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1149). |
De minister zegt toe dat de Tweede Kamer eind 2022, na overleg met de Vlaamse regering en de regionale overheden van Vlaanderen en Nederland, een reactie tegemoet kan zien op het nader advies van de bestuurlijke werkgroep over de versterking van de bestuurlijke organisatie. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen Schriftelijk Overleg Grensoverschrijdende samenwerking 32 851 d.d. 12 september 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32851, nr. 77) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32851, nr. 78). |
De minister zegt de Tweede Kamer een brief toe (in 2019) inzake de voortgang over het gebruik van open data bij decentrale overheden. | Algemeen overleg Sociaal domein/ Interbestuurlijk programma d.d. 25 april 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 34477, nr. 65) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 58). |
De minister zegt toe (in overeenstemming met de afspraak die zij heeft met Kamer en Zeeuwse partners) de Tweede Kamer over een half jaar wederom te informeren over de voortgang met betrekking tot Wind in de zeilen. | Kamerbrief Vierde voortgangsrapportage Wind in de zeilen d.d. 23 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 33358, nr. 38) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 33358, nr. 40). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe, naar aanleiding van Kamervragen van het lid Koerhuis (VVD), binnen 3 maanden na de ontvangst van het onderzoek van de Raad voor het Openbaar Bestuur met een reactie te komen, dit op grond van artikel 24 van de Kaderwet adviescolleges. De minister is voornemens om voor het zomerreces de Kamer te informeren. | Kamerbrief Beantwoording Kamervraag van het lid Koerhuis inzake het bericht dat rijksambtenaren maar weinig weten van wat zich in Twente en de Achterhoek afspeelt d.d. 10 juni 2021 (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 3111) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 33047, nr. 25). |
Het Comité voor Kunstmatige intelligentie (CAI) heeft de opdracht om een verdrag te ontwerpen dat de ontwikkeling, het ontwerp en de toepassing van AI-systemen reguleert en dat gebaseerd is op de RvE-standaarden op het gebied van mensenrechten, democratie en de rechtsstaat. Het streven is om eind 2023 de onderhandelingen af te ronden. De staatssecretaris zegt toe de Kamer periodiek te informeren over de voortgang van de onderhandelingen. De Tweede Kamer wordt hierover in najaar 2022 door middel van de BNC-procedure geïnformeerd. | Kamerbrief over mogelijke elementen AI Verdrag Raad van Europa d.d. 12 september 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 22112, nr. 3482) | Afgedaan. Er is een BNC fiche naar de Tweede Kamer gegaan. Deze gaat over het onderhandelingsmandaat van de EU en de onderhandelingen. |
De minister zal dit jaar 2022 een brief sturen naar beide Kamers inzake 175 jaar Grondwet. Hierin zal geduid worden hoe er vorm en inhoud aan wordt gegeven. | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken begroting d.d. 13 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 12, item 7) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 36200-VII, nr. 143). |
De minister stuurt de uitkomst van het onderzoek naar meldplicht woningmarktdiscriminatie in Q4 2022 naar de Tweede Kamer en de uitkomst van het onderzoek naar het tuchtrecht in Q1 2023. Dit was een toezegging aan de heer Van Baarle. | Commissiedebat Wonen d.d. 29 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 974) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 989). |
In de tweede plaats behelst de structurele oplossing de splitsing van Vestia in drie corporaties. Deze splitsing wordt momenteel uitgewerkt en zal de risico’s voor het borgstelsel naar verwachting verder verlagen. De minister zal de Tweede Kamer in najaar 2022 nader informeren over de structurele oplossing voor Vestia, in navolging op de eerdere Kamerbrieven daarover. | Kamerbrief Toezichtrapport WSW 2021 d.d. 3 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 554) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 978). |
De minister zegt Tweede Kamer toe - in de Staat van de Volkshuisvesting 2022 – in najaar 2022 in samenhang met de vorderingen van de programma’s een reactie op het WoON2021 te geven. | Kamerbrief Aanbieding WoON2021 d.d. 9 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 918) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 986). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe in de Staat van de Volkshuisvesting vierde kwartaal 2022 een stuk op te nemen over de impact van de oorlog in Oekraïne op de volkshuisvestelijke ambities. | Commissiedebat Staat van de volkshuisvesting d.d. 30 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 933) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 986). |
De minister zegt toe dat de planning van de wetsvoorstellen hervorming van de huurtoeslag en de wetswijziging van de huurverlaging voor einde jaar 2022 naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. | Kamerbrief Consultatie hervorming huurtoeslag en huurverlaging d.d. 5 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 924) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27926, nr. 366). |
De aanpak van dakloosheid wordt nader uitgewerkt in samenwerking tussen de verschillende ministeries en partijen uit het veld. Daarin wordt ook de koppeling opgenomen tussen de plannen van de verschillende ministeries. De minister zegt toe dat dit plan eind 2022 aan de Tweede Kamer wordt gestuurd. | Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen (Begrotingshoofdstuk BZK H VII portefeuille Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) ontwerpbegroting 2023 d.d. 18 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 48) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29325, nr. 139). |
Hoe de minister exact om zal gaan met huurverhoging in het samenspel der dingen en hoe om te gaan met regulering van middenhuur; Tweede Kamer wordt 2e kwartaal 2022 geïnformeerd. | Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in het coalitieakkoord op het terrein van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamertukken II 2022/23, 27926, nr. 372). |
Er wordt onderzocht of verdere verbeteringen doorgevoerd kunnen worden in de budgettaire beheersing en effectieve inzet van het budget. Specifiek wordt er, gekeken naar het omzetten van de structurele reeks voor verduurzaming (vanaf 2023 is structureel €104 miljard beschikbaar) naar een tariefsverlaging in de verhuurderheffing of een subsidie. De minister zegt toe de Tweede Kamer (eerste kwartaal 2022) te informeren over de uitkomsten van dit onderzoek. | Kamerbrief Aanpassing Regeling Vermindering Verhuurderheffing Verduurzaming (RVV-V) d.d. 1 september 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 27926, nr. 345) | Afgedaan. De toezegging is niet meer relevant. De toezegging gaat over heffingsverminderingen, en die zijn niet meer van toepassing door de afschaffing van de verhuurderheffing. |
De minister zegt toe het rapport van de Autoriteit Woningcorporaties (Aw) betreffende toezicht op het WSW jaarlijks aan de Tweede Kamer te sturen. | Kamerbrief Publicatie rapport toezicht WSW 2020 d.d. 2 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 29453, nr. 542) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 554). |
De staatssecretaris zegt toe - in de achtste voortgangsrapportage – dat de Tweede Kamer wordt geïnformeerd over het stakeholderonderzoek onder omwonenden dat in januari 2022 wordt uitgevoerd. | Commissiedebat Renovatie Binnenhof d.d. 10 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 34293, nr. 124) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34293, nr. 127). |
De minister zegt toe ‒ 4e kwartaal 2022 - een brief naar de Tweede Kamer te sturen over de toekomst van het RVB (taak, opdracht en maatschappelijke rol). Ook wordt gekeken of windturbines en eenjarige pacht hierin opgenomen kunnen worden. | Commissiedebat Ruimtelijke Ordening d.d. 14 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 4682, nr. 102) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34357, nr. 4). |
In de afgelopen jaren is al vaker rijksvastgoed ingezet voor het leveren van bijdragen aan maatschappelijke opgaven, bv. door inzet van rijksgronden voor de energietransitie, woningbouw en het Regionaal Ontwikkelprogramma (ROP). Het voornemen is dit verder uit te bouwen en het rijksvastgoed en het Rijksvastgoedbedrijf nadrukkelijk te betrekken bij de realisatie van de programma’s binnen de Nationale Bouw- en Woonagenda. Naast inzet op woningbouw zal dit onder andere ook bijdragen aan de huisvesting van aandachtsgroepen, de opwekking van duurzame energie en het stikstofbeleid. In het tweede kwartaal van 2022 informeert de minister de Tweede Kamer via een separate Kamerbrief over deze inzet van rijksvastgoed en het Rijksvastgoedbedrijf. | Kamerbrief Algemene beleidsbrief portefeuille Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 14 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 137) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34357, nr. 4). |
Voor het einde van het jaar, nadat de praktijktoets is uitgevoerd, verwacht de minister met de Tweede Kamer concrete resultaten te kunnen delen over de mogelijkheden om het energielabel bij de oplevering van nieuwbouwwoningen geheel of gedeeltelijk te baseren op de informatie die in het kader van de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen wordt verzameld. | Kamerbrief Planning energielabel huurders en voortgang digitaal aanvragen energielabel d.d. 21 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 30196, nr. 792) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30196, nr. 804). |
De minister zegt toe - voor de begrotingsbehandeling - te toetsen om enkel glas als extra normering op te nemen in de huursector. | Commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving d.d. 15 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1109) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27926, nr. 370). |
De staatssecretaris komt binnen een aantal weken met een brief aan de Tweede Kamer over het tegengaan van de verspreiding van desinformatie. | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken begroting d.d. 13 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 12, item 7) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30821, nr. 172). |
De rapporten van Unicef en het Trimbos-instituut worden meegenomen in de reactie die de staatssecretaris voor het Kerstreces verstuurt aan de Tweede Kamer inzake loot boxes (verleidingstechnieken in games). (TZ202211-221). | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdelen van BiZa, EZK en J&V die zien op digitalisering d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 116) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 948). |
De staatssecretaris is in gesprek met VNG en de NVVB over een adequate aanpak (groot belang om aandacht te hebben voor het naleven van werkvoorschriften). Datzelfde geldt voor het op het juiste kennisniveau brengen van medewerkers, voor het belang van de VOG en een goed selectieproces voor medewerkers Burgerzaken, voor aandacht voor integriteit bij functiegesprekken en voor interne controle op het correct volgen van werkvoorschriften. De Tweede Kamer wordt in september 2022 geïnformeerd over de hieruit volgende interventies. | Kamerbrief Aankondiging van maatregelen ter voorkoming van identiteitsfraude d.d. 8 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 25764, nr. 137) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 25764, nr. 140). |
De financiering van de generieke digitale infrastructuur (GDI) wordt vanaf het begrotingsjaar 2023 centraal ondergebracht bij het ministere van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In totaal is circa € 155 mln. overgeboekt door de departementen, het Gemeentefonds en het Provinciefonds. Deze middelen worden ingezet voor de financiering van ontwikkeling, beheer en exploitatie van de generieke digitale infrastructuur. De Tweede Kamer ontvangt binnenkort het GDI-programmaplan voor 2023 waarin de besteding van de middelen nader wordt toegelicht, inclusief de gevraagde tabel (TZ202211- 225). | Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen ontwerpbegrotingen 2023 (Begrotingshoofdstukken BZK H VII en Gemeentefonds, Provinciefonds, Staten-Generaal en overige Hoge Colleges van Staat) d.d. 6 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 12) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 945). |
Het Kabinet zal proberen in de overheidscommunicatie niet meer de termen ‘laagopgeleid’ en ‘hoogopgeleid’ te gebruiken. De minister van OCW komt later per brief terug op de mogelijkheden deze woorden te vervangen door andere terminologie. | Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen d.d. 23 september 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 3, item 5) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 973). |
De staatssecretaris zegt toe in gesprek te gaan met de bestaande toezichthouders om te kijken hoe zaken verbeterd zouden kunnen worden als het gaat om toezicht op discriminerende algoritmen naar aanleiding van motie nr. 33 van Van Baarle (DENK) en de Tweede Kamer daarover te informeren. | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken (35 925-VII) voortzetting d.d. 28 oktober 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 15, item 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 953). |
De minister gaat het programma woningbouw voor het onderdeel Flexwonen verder uitwerken en zal de Tweede Kamer in najaar 2022 hierover informeren. | Kamerbrief Versnelling Woningbouw d.d. 10 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 919) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 983). |
De minister zegt de toe het onafhankelijk advies van Wim Kuijken over de mogelijke ontwikkelrichting van de Gnephoek in relatie tot de woningbouwopgave met de Tweede Kamer te delen. | Kamerbrief Extern onafhankelijk adviseur Wim Kuijken voor de Gnephoek Alphen aan den Rijn d.d. 3 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 915) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 971). |
Na de zomer zijn de eerste resultaten van de Kustpactmonitor beschikbaar. De minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe de Kamers binnenkort separaat te informeren over de voortgang in het kustpact als geheel. | Kamerbrief Voortgangsbrief over de Nationale Omgevingsvisie d.d. 7 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 34682, nr. 83) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29383, nr. 387). |
De minister zegt toe – samen met mEZK in het 4e kwartaal van 2022 een brief naar de Tweede Kamer te sturen met de uitkomsten van de gesprekken met provincies over grootschalige bedrijfsvestigingen. | Commissiedebat Ruimtelijke Ordening d.d. 14 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 4682, nr. 102) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 110). |
De staatssecretaris zegt toe dat net als bij deze DPIA’s ook de verdere voortgang van de DPIA (Data Protection Impact Assessment) over het gebruik van Facebook in de loop van dit jaar met de Tweede Kamer zal worden gedeeld. | Kamerbrief Voortgang reactie op NRC-artikel «Duitse privacy-waakhond: regering moet Facebookpagina’s sluiten» d.d. 26 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32761, nr. 221) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 2761, nr. 252). |
Bij de uitwerking van de werkagenda digitalisering, zoals aangekondigd in de hoofdlijnenbrief beleid digitalisering, zal ook deze ambitie ten aanzien van de bescherming van kinderen ter hand worden genomen en zal de staatssecretaris de Tweede Kamer daar nader over informeren. | Kamerbrief Antwoord op Kamervragen over «het bericht Sociale media niet geschikt voor kinderen concludeert Consumentenbond» d.d. 25 april 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2533) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 940). |
De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de verdere voortgang met betrekking tot de aangekondigde vervolgstappen ter verbetering van de zelfevaluaties, het toezicht en kwaliteitsverbetering in het najaar van 2022, tegelijk met de rapportage over de uitkomsten van de zelfevaluaties 2021. | Kamerbrief Zelfevaluaties BRP en Reisdocumenten 2020 d.d. 16 december 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 27859, nr. 156) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27859, nr. 166). |
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe te gaan meten of het gebruik van beelden in de overheidscommunicatie tot een beter begrip leidt (T02947). | Plenair debat Wet elektronische publicaties (35.218) d.d. 23 juni 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 33, item 9) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 14 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 35218, nr. O). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van het onderzoek of de huidige eisen die voor energiezuinigheid van tijdelijke woningen gelden, kunnen worden aangescherpt (naar de mogelijkheden om de eisen aan luchtdoorlatendheid aan te passen). | Kamerbrief Nader verslag van schriftelijke inbreng ontwerpbesluit inzake bijna energie-neutrale nieuwbouw (BENG) d.d. 16 augustus 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 30196, nr. 674). | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28325, nr. 243). |
De minister van BZK zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV), toe een reactie op het rapport ‘Ketenen van het verleden’ van de Dialooggroep Slavernijverleden in het najaar van 2022 aan de Kamer te sturen (T03458). | Plenair debat Eerste termijn Kamer + antwoord regering + re- en dupliek Wijziging begrotingsstaat gemeentefonds 2022 (Voorjaarsnota) (36.120 B) Wijziging begrotingsstaat provinciefonds 2022 (Voorjaarsnota) (36.120 C) d.d. 12 juli 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 38, item 15) | Afgedaan. De Eerste Kamer heeft op 17 januari 2023 besloten de toezegging als voldaan aan te merken. |
De minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe de Kamer in het najaar van 2022 een brief over 175 jaar Grondwet te sturen (T03453). | Plenair debat Verandering van de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een algemene bepaling (35 786) (en andere grondwetswijzigingen) d.d. 28 juni 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 35, item 9) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 22 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 35786, nr. B) |
De staatssecretaris zal in het verslag van de Telecomraad ook een toelichting geven positie van Nederland inzake de verklaring Digitale rechten en beginselen en aan de Tweede Kamer sturen (TZ202212-003). | Commissiedebat Telecomraad (t.b.v. 6 december) d.d. 30 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 21501-33, nr. 997) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 21501-33, nr. 1001). |
De staatssecretaris is bereid onderzoek te doen naar het wetenschappelijk bewijs dat risicomodellen niet altijd effectief zijn en dat willekeurige selectie of randomselectie soms even effectief of iets minder effectief is en de Tweede Kamer daarover te informeren. | Plenair debat Het bericht dat de IND zich schuldig zou maken aan etnisch profileren d.d. 15 september 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 109, item 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 971). |
Gezien de urgentie van dit traject blijf ik de Tweede Kamer namens het kabinet periodiek informeren over de planning en voortgang van de verschillende ministeries te inventariseren waar afkomstgerelateerde persoonsgegevens worden gebruikt (vervuilde data) (motie Marijnissen en Klaver). | Kamerbrief Plannen van aanpak en planningen Uitvoering Moties Marijnissen c.s. en Klaver c.s. d.d. 6 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 812) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 971). |
In eerdere verkenningen is geconstateerd dat het uitgangspunt van volledige automatische overgang van financiering van eigenaar op eigenaar niet kon worden gerealiseerd. De minister heeft in het commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving van 6 april jl. toegezegd te zullen bezien of en hoe deze knelpunten kunnen worden opgelost. De minister hoopt dit onderzoek op korte termijn te kunnen afronden en zal daarna de Tweede Kamer informeren. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over de oproep van provincies en gemeenten aangaande het realiseren van passende juridische kaders voor gebouwgebonden financierings- en ontzorgingsinstrumenten d.d. 19 september 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 4065) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 980). |
De minister zegt toe dat de Tweede Kamer in januari 2023 geïnformeerd zal worden over de inzet van de visitatiecommissie voor de ABD en de precieze opdracht. | Commissiedebat Functioneren Rijksdienst d.d. 14 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 31490, nr. 325) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 31490, nr. 326). |
De minister zegt toe een beleidsagenda Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Caribisch Nederland naar de Tweede Kamer te sturen. | Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in het coalitieakkoord op het terrein van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 148). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe – december 2022 - een brief met meer informatie over de planning m.b.t. de rijksinkoopeisen waar nadrukkelijk toegankelijkheid bij wordt betrokken. | Commissiedebat Digitaliserende overheid d.d. 5 oktober (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 929) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 973). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe hoe zij de non-discriminatie by design gaat borgen en kijkt hoe ze dat het beste kan doen en komt hierop terug bij hoofdlijnendebat (DENK) DGOO-DS | Commissiedebat Digitale overheid, datagebruik en algoritmen, digitale identiteit (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 838) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 924). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over het al dan niet opnemen van resultaten en voortgang WAU in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk. | Commissiedebat Functioneren Rijksdienst d.d. 14 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 31490, nr. 325) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29362, nr. 321). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer een brief toe - voor debat over het Rijksbreed Cloudbeleid (n.t.b.) met de uitwerking van de Trans-Atlantic Privacy Data Framework. | Commissiedebat Digitaliserende overheid d.d. 5 oktober (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 929) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 963). |
De staatssecretaris zal voor het commissiedebat Inzet algoritmes en data-ethiek binnen de rijksoverheid op 15 februari de Tweede Kamer schriftelijk informeren over de stand van zaken wat betreft de uitvoering van de motie-Marijnissen/Klaver inzake de opruiming van vervuilde data door overheidsinstellingen. | Commissiedebat Kunstmatige intelligentie d.d. 25 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 972) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 971). |
Woningbouwprojecten moeten uiteraard ook voldoen aan randvoorwaarden die volgen uit wettelijke eisen ten aanzien van klimaatadaptatie, stikstof, natuurbescherming etc. De minister spreekt met andere overheden af via welke proces we knelpunten signaleren, adresseren en oppakken/met de andere departementen die het betreft. Dit is een gezamenlijk en stapsgewijs proces, dat via actielijn twee van het programma Woningbouw wordt opgepakt. Bij de afspraken op 1 oktober 2022 zal de minister de Tweede Kamer nader informeren over de uitwerking van dit proces. | Kamerbrief Bestuurlijke afspraken provincies woningbouw d.d. 3 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 916) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 997). |
Het onderzoek naar de voorwaarden voor erfpacht zal in de eerste helft van 2022 kunnen worden uitgevoerd; de minister zegt toe dit medio zomer 2022 aan de Tweede Kamer toe te sturen. | Notaoverleg Initiatiefnota van het lid Koerhuis over de toekomst van gemeentelijk erfpachtbeleid voor woning- en bedrijvenbouw (TK 35232) d.d. 11 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35232, nr. 10) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 996). |
In het programma wonen en zorg voor ouderen zal de minister ingaan en de laatste cijfers presenteren over de bouwopgave voor ouderen. De minister zal dit programma voor zomer 2022 naar de Tweede Kamer sturen. | Kamerbrief Beantwoording schriftelijke Kamervragen jaarverantwoording 2021 d.d. 8 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 36100 VII, nr. 6) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29389, nr. 112). |
De minister informeert voor einde jaar 2022 de Tweede Kamer over de mogelijkheden van het optoppen van gebouwen (verzamelbrief of apart). | Commissiedebat Wonen d.d. 29 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 974) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1038). |
De minister zegt toe - in oktober 2022 een brief naar de Tweede Kamer te sturen over mogelijkheden om RO procedures te versnellen en daarbij het NEPROM-advies te betrekken. | Commissiedebat Ruimtelijke Ordening d.d. 14 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 4682, nr. 102) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 993). |
De hervorming van de huurtoeslag is aangekondigd in het Coalitieakkoord. Er zijn conceptvoorstellen geconsulteerd en daarop heeft Nibud op mijn verzoek een impactanalyse gemaakt. Zonder conceptvoorstellen had Nibud geen impactanalyse kunnen maken. Het wetsvoorstel voor de hervorming van de huurtoeslag en de impact-analyse van het Nibud liggen samen bij de Raad van State voor advies en kunnen dus in samenhang worden beoordeeld en aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Als het wetsvoorstel aan de Kamer wordt voorgelegd, zal de minister deze voorzien in de meest actuele cijfers en aantallen. | Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen (Begrotingshoofdstuk BZK H VII portefeuille Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) ontwerpbegroting 2023 d.d. 18 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 48) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27926, nr. 373). |
In oktober a.s. worden bestuurlijke afspraken met de provincies gemaakt over het aantal te realiseren woningen. Hierbij zal, in lijn met de Nationale prestatieafspraken woningcorporaties, onder andere worden gestuurd op de realisatie van 250.000 sociale huurwoningen door woningcorporaties. Ook spreekt de minister daarbij per provincie af hoeveel sociale huurwoningen zij per jaar zullen bouwen. De minister zal de Tweede Kamer na het afsluiten van de afspraken hierover informeren. | Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen (Begrotingshoofdstuk BZK H VII portefeuille Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) ontwerpbegroting 2023 d.d. 18 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 48) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 973). |
De minister zal met de volgende voortgangsbrief van minAPP aan de Tweede Kamer over Werk aan Uitvoering kijken of er onderdelen versneld kunnen worden. Wel benadrukt ze dat dit volop bezig is en dat hiervoor voldoende tijd genomen moet worden (nav Strolenberg, VVD). | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken begroting d.d. 13 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 12, item 7) | Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is overgedragen aan het ministerie van SZW. |
De minister zegt toe de verslagen van overleggen waarin is gesproken over het Nationaal Programma tegen discriminatie en racisme aan de Tweede Kamer te doen toekomen. Het gaat om verslagen en communicatie van de stuurgroep aanpak discriminatie en racisme, van het interdepartementale overleg antidiscriminatie en de klankbordgroep voor het Nationaal Programma. Gelet op de termijn van beantwoording zal de minister deze stukken separaat doen toekomen. | Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen ontwerpbegrotingen 2023 (Begrotingshoofdstukken BZK H VII en Gemeentefonds, Provinciefonds, Staten-Generaal en overige Hoge Colleges van Staat) d.d. 6 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 12) | Afgedaan. De Tweede Kamer is bij brief van 13 december 2023 geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 139). |
De Kamer (DENK) sprak zorgen uit over de complexiteit om voor woonwagens een hypotheek of (brand)verzekering af te sluiten. De minister heeft een eerdere toezegging herhaald om in gesprek te gaan met aanbieders van hypotheken en (brand)verzekeringen om te bezien of deze processen simpeler gemaakt kunnen worden. Hier wordt ook trekvrijheid bij betrokken. De minister zal de Tweede Kamer informeren. | Commissiedebat Volkshuisvestelijke en ruimtelijk ordeningsaspecten d.d. 16 september 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 816) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1036). |
De minister zegt toe (januari 2022) de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten uit het overleg over trekkingsvrijheid van woonwagenbewoners. | Plenair debat Tweeminutendebat Volkshuisvestelijke en ruimtelijke ordeningsaspecten d.d. 23 november 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 25, item 14) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1036). |
Daarnaast heeft de minister Finance Ideas onderzoek laten doen naar de financierbaarheid van wooncoöperaties en Ecorys een internationaal vergelijkend onderzoek laten uitvoeren. Finance Ideas is op dit moment bezig met een additioneel onderzoek naar de financierbaarheid van wooncoöperaties in het middensegment. Dit onderzoek zal de minister, net als de andere onderzoeken, voor zomer 2022 naar de Tweede Kamer sturen. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over het het kwartaalbericht van de Nationaal Hypotheek Garantie (NHG); ‘minder verlies en lagere restschulden, maar hogere risicobereidheid consument om een huis te kopen’ en het bezoek aan de NHG d.d. 30 mei 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2901) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 556). |
De minister zegt toe terug te komen op hoe Doe-het-zelvers te stimuleren en zal daarin ook btw-tarief in meenemen en de Tweede Kamer informeren. | Commissiedebat Klimaatakkoord / verduurzaming gebouwde omgeving (voortzetting) d.d. 13 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 885) | Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is overgedragen aan het ministerie van Financiën. |
Naast het vergroten van de capaciteit zijn er ook andere maatregelen denkbaar waarmee het niet halen van de termijnen voorkomen kan worden. Er worden verschillende onderzoeken uitgevoerd naar belemmeringen en oplossingen om het versnellen van processen en procedures in het realiseren van woningbouw (actieplan) mogelijk te maken. De minister verwacht de Tweede Kamer in najaar 2022 nader te kunnen informeren. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen lid de Groot (VVD) over het bericht ‘Bouwbranche trekt aan de bel: Gemeenten grootste horde bij aanpak wooncrisis’, met kenmerk 2022Z14554 (ingezonden op 7 juli 2022) d.d. 16 september 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 4051) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 993). |
Een woningbouwproject heeft momenteel gemiddeld een doorlooptijd van 10 jaar. Dat is lang. De minister zegt de Tweede Kamer toe - begin 2023 - een plan te sturen om de doorlooptijd van woningbouwprojecten structureel te verkorten. | Kamerbrief Antwoorden op schriftelijke vragen over het bericht ‘Bouw van duizenden woningen op pauzeknop door stijgende bouwkosten’ d.d. 19 december 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 1080) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 januari 2023 per brief geformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 993). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe een kamerbrief eind november 2022 die ingaat op de bouwvrijstelling/stikstof. | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 november 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 108). |
In het convenant dat met signaalleveranciers wordt gesloten afspraken maken over hoe wordt omgegaan met de aantekening in onderzoek in de BRP. Dit dient voor de inwerkingtreding van de wet te gebeuren en de staatssecretaris zegt toe dat de convenanten worden gedeeld met de Tweede Kamer. | Plenair debat Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met de invoering van een centrale voorziening ter ondersteuning van de colleges van burgemeester en wethouders bij het onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen (35 772) d.d. 14 april (Handelingen II 2021/22, nr. 73, item 10) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35772, nr. 40). |
De staatssecretaris zegt toe dat de afspraken met signaalleveranciers binnen LAA worden gedeeld met de Tweede Kamer. | Plenair debat Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met de invoering van een centrale voorziening ter ondersteuning van de colleges van burgemeester en wethouders bij het onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen d.d. 3 februari 2022 (Handelingen II 2021/22, item 11, nr. 46) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35772, nr. 40). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe de uitkomsten van het externe onderzoek van Integis BV over discriminatie bij de controle op de Basisregistratie Personen in oktober 2022 te informeren. | Kamerbrief Antwoorden op kamervragen over discriminatie bij de controle op de Basisregistratie Personen d.d. 11 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 3498) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27859, nr. 172). |
De staatssecretaris zal begin 2023 de Tweede Kamer een reactie sturen over de in de brief van 11 november genoemde lopende zaken t.a.v. de Landelijke aanpak adreskwaliteit. (De staatssecretaris zal in de tussentijd geen onbehoedzame stappen zetten.) | Commissiedebat Basisregistratie Personen en E-id d.d. 16 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 27859, nr. 168) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35772, nr. 40). |
De minister zegt toe de monitor diversiteit in de 2 jaarlijkse staat van het bestuur naar de Tweede Kamer te sturen. | Algemeen overleg Functioneren Rijksdienst d.d. 3 juli 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 31490, nr. 257) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200-VII, nr. 156). De toezegging is inmiddels staand beleid. |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe om in het experimentenbesluit op te nemen dat een stem die op een partij en niet specifiek op een kandidaat wordt uitgebracht, toch een geldige stem is. Tevens zal de minister naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66) bekijken of dit ook andersom kan gelden zodat alleen een stem op een kandidaat nummer ook een geldige stem is. Dit zal, naar aanleiding van opmerkingen van de leden Kox (SP) en Schalk (SGP), in een brief worden uitgewerkt, die voor de stemming naar de Kamer zal worden verzonden. Ook zal in deze brief bekeken worden of dit juridisch de beste manier van vastleggen is, of dat een novelle wenselijker is (T03426). | Plenair debat Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten (35455) en Definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland (35670) d.d. 24 mei 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 29, item 10) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 6 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 35.670 / 35.455, nr. C) en op 30 mei 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2021/22, 35 455, nr. I). |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA) , toe in het experimentenbesluit terug te komen op een mogelijk kader met richtlijnen betreffende het aantal ongeldige stemmen waarbij een herstemming uitgeroepen moet worden (T03428). | Plenair debat Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten (35455) en Definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland (35670) d.d. 24 mei 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 29, item 10) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 6 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 35.670 / 35.455, nr. C). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer voor aanvang van de Provinciale Statenverkiezingen van 2023 een brief te sturen over de uitkomsten van de consultatie over het besluit verhoging vergoeding van statenleden en haar reflectie hierop. | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie, democratie en verkiezingen d.d. 18 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 35165, nr. 55) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200-VII, nr. 149). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer een brief toe over de laatste stand van zaken omtrent de aanval op ID-ware . | Commissiedebat Bescherming persoonsgegevens en digitale grondrechten d.d. 2 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32761, nr. 249) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 936). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de eventueel benodigde maatregelen om, ter uitvoering van de motie Palland c.s., het kunnen spreken van de Friese taal in de Friese gerechten door betrokkenen verder te borgen. | Kamerbrief Antwoorden Schriftelijke Overleg Bestuursafspraak Friese taal en cultuur d.d. 21 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 115) | Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is overgedragen aan het ministerie van JenV. |
De minister zegt de toe - eind 2022 of begin 2023 - het voorstel over onder andere liberalisatiegrens en wetsvoorstel hervorming huurtoeslag (wat nu bij de Raad van State ligt) aan de Tweede Kamer te doen toekomen. | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27926, nr. 373). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe een kamerbrief toe over de uitvoering van amendement nr. 52, waarin ook wordt ingegaan in hoeverre dit een prijsopdrijvend effect heeft. Ook zegt de minister toe dat de Stichting OpMaat wordt betrokken bij de uitvoering van amendement nr. 52. | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 996). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe dat het punt van Van Esch (PvdD) over het bouwen in de nabijheid van Natura 2000-gebieden onderdeel te maken van de aanpak van de recreatieparken. | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1070). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe een kamerbrief toe over het grensbedrag van betaalbaar wonen m.b.t. de Woningbouwimpuls. | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 985). |
De Data Protection Impact Assessment (DPIA) is in het Engels opgesteld, zodat deze met de Europese collega’s gedeeld kan worden. Een Nederlandse vertaling zal de staatssecretaris binnenkort de Tweede Kamer doen toekomen. | Kamerbrief Facebook Pages DPIA en HRIA d.d. 18 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32761, nr. 252) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32761, nr. 262). |
De minister zegt de toe dat het thema wegingsfactor studielening op de leenruimte wordt opgenomen in de kamerbrief van de minister van OCW dat over dit thema gaat dat rond 21 november 2022 aan de Tweede Kamer gestuurd wordt. | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 981). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe over een aantal weken een kamerbrief te sturen over de hoofdlijnen omtrent circulair bouwen. | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32852, nr. 223 ). |
De minister zegt toe de Eerste Kamer op de hoogte te houden over het Verbond van Verzekeraars starten. Vervolgens zal ik uw Kamer op de hoogte houden van de voortgang van het overleg over een zogenoemde first-party-verzekering (in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de markt om het aanbieden van betere verzekeringen op te pakken). | Kamerbrief Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (34 453) d.d. 26 maart 2019 (Kamerstukken I 2018/19, 34453, nr. M) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 9 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, Kamerstuk 34453, nr. AK). |
De minister zegt toe in maart 2023 een brief aan de Tweede Kamer te sturen over de vervolgacties op het gebied van weerbaar bestuur. | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie, democratie en verkiezingen d.d. 18 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 35165, nr. 55) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28844, nr. 252). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren als de nodige bekendheid wordt gegeven aan het digitaal platform dat vanaf 1 januari 2020 beschikbaar is. | Kamerbrief vragen Lange Termijn Renovatie strategie d.d. 2 juli 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 32757, nr. 172) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 32813, nr. 1088). |
De evaluatie van het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) zal starten 2e kwartaal 2022. Zodra de evaluatie gereed is, zal de minister de Tweede Kamer hierover informeren. | Kamerbrief Onafhankelijke evaluatie Programma Aardgasvrije Wijken d.d. 15 december 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 854) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1014). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer begin 2023 de informeren over de uitwerking van de structurele inzet van de ondermijningsgelden voor weerbaar bestuur. | Kamerbrief Aanbiedingsbrief Monitor Integriteit en Veiligheid 2022 en voortgang weerbaar bestuur d.d. 6 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 28844, nr. 247) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28844, nr. 252). |
Met de Tweede Kamer is eerder afgesproken de mogelijkheden voor een externe toets te verkennen, waarmee duidelijkheid kan worden gegeven over de kwaliteit van de uitvoering van Motie#21. De staatssecretaris verwacht de Kamer over de mogelijkheden van de externe toets nog in het eerste kwartaal van 2023 per brief apart te informeren. | Kamerbrief Aanbieding derde voortgangsrapportage Uitvoering Motie Marijnissen c.s. en Klaver c.s. d.d. 10 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 971) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35510, nr. 120). |
De minister zegt toe - in het volgende commissiedebat - de Tweede Kamer te informeren over de schrapsessies (hoe regelgeving de verduurzaming in de weg staat verminderen). | Commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving d.d. 15 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1109) | Afgedaan. De minister heeft tijdens het Commissiedebat Klimaatakkoord Gebouwde Omgeving d.d. 22 maart 2023 een update gegeven over de schrapsessies en daarmee is invulling gegeven aan de toezegging. |
Voor een volledig overzicht van stukken, wetsvoorstellen, brieven en onderzoeken verwijst de minister tevens naar het planningsoverzicht dat in Q1 2023 aan de Tweede Kamer wordt gezonden. | Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen ontwerpbegrotingen 2023 (Begrotingshoofdstukken BZK H VII en Gemeentefonds, Provinciefonds, Staten-Generaal en overige Hoge Colleges van Staat) d.d. 6 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 12) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 146). |
De minister gaat kijken welke lessen hij kan trekken uit beleid op het gebied van woningmarktdiscriminatie in andere Europese landen en komt hier bij de Tweede Kamer op terug. Dit was ook een toezegging aan de heer Van Baarle (eerste kwartaal 2023). | Commissiedebat Wonen d.d. 29 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 974) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27926, nr. 374). |
Met het voornemen om de algemene maximum huurgrens af te schaffen in de huurtoeslag zouden ook huurders van vrije sector woningen, indien hun inkomen binnen de gestelde grenzen valt, een beroep kunnen doen op huurtoeslag. Dit loopt mee in de hervorming van de huurtoeslag zoals voorgesteld in het Coalitieakkoord. De hiervoor benodigde wetswijziging ligt momenteel voor bij de Raad van State en wordt naar verwachting voor het eind van jaar 2022 aan de Tweede Kamer toegestuurd. | Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen (Begrotingshoofdstuk BZK H VII portefeuille Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) ontwerpbegroting 2023 d.d. 18 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 48) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27926, nr. 373). |
De minister gaat de veranderingen van de afgelopen jaren ten aanzien van het creëren van meer ruimte voor woningcorporaties in kaart brengen. De Tweede Kamer ontvangt de uitkomsten daarvan voor zomer 2022. Dat is ook een toezegging aan de heer Klaver. | Commissiedebat Woningbouwopgave/Staat van de volkshuisvesting d.d. 12 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 884) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 556). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer aan het eind van het jaar te informeren over de uitkomsten van de pilots omtrent het ondersteunen van wooncorporaties. De beschikbaarheid van voldoende betaalbare locaties voor wooncoöperaties, de continuering van ondersteuning van initiatieven, en geleerde lessen uit het actieprogramma en de pilots van Platform31 zullen daarin worden meegenomen. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen vcBZK d.d. 12 februari 2021 inzake de reactie op het advies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (RLi) 'Toegang tot de stad: hoe publieke voorzieningen, wonen en vervoer de sleutel voor burgers vormen d.d. 19 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 34682, nr. 89) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 556). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe te informeren over gesprekken met gemeente Rotterdam en VN m.b.t. Tweebosbuurt (officiële mededeling van de Verenigde Naties over mogelijke mensenrechtenschendingen door het Rotterdamse woonbeleid met specifieke aandacht voor de sloop van de Rotterdamse Tweebosbuurt). | Commissiedebat Woningbouwopgave d.d. 24 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 32847, nr. 812) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 559). |
De minister zal in 1e kwartaal 2023 de Tweede Kamer informeren over het menselijk maken AWB en kennelijke fouten corrigeren. | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken begroting d.d. 13 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 12, item 7) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29279, nr. 763). |
De staatssecretaris komt schriftelijk terug bij de Tweede Kamer op de vraag over de precieze regelgeving in DSA inzake bescherming van kinderen tegen algoritmes (TZ202211-224). | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdelen van BiZa, EZK en J&V die zien op digitalisering d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 116) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 6200 VII, nr. 162). |
De Tweede Kamer ontvangt voor het Kerstreces een brief over de inrichting van de algoritmetoezichthouder (TZ202211-223). | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdelen van BiZa, EZK en J&V die zien op digitalisering d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 116) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 953). |
De staatssecretaris zegt toe dat - voor einde jaar 2022 - de Tweede Kamer op de hoogte wordt gesteld van de voortgang van de uitvoering van de aanbevelingen uit het ROB-adviesrapport ‘Sturen of gestuurd worden?’. | Commissiedebat Digitaliserende overheid d.d. 5 oktober (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 929) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1034). |
De staatssecretaris zal de Tweede Kamer in de brief over digitale inclusie in Q1 ook het verschil tussen de monitor van de UvA en de monitor van het CBS over digitale vaardigheden beschrijven. | Commissiedebat Kunstmatige intelligentie d.d. 25 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 972) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 973). |
De minister informeert de Tweede Kamer over de mogelijkheden die hij ziet om gemeenten te ondersteunen bij de aanpak van de opkoop van vakantieparken (eerste kwartaal 2023). | Commissiedebat Wonen d.d. 29 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 974) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 juni 2023 per brief geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe om in een van de brieven in vierde kwartaal 2022 te reageren op de suggesties Van Haga (splitsen woningen, woningdelen, verdieping erop, bestemmingsplannen kostendelersnorm). | Commissiedebat Staat van de volkshuisvesting d.d. 30 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 933) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1038). |
De minister zegt toe dat hij met provincies kansen en locaties van transformatie/ tijdelijke woningen van vakantieparken inventariseert in het vierde kwartaal; de minister wil het betrekken bij het sluiten van de regionale woondeals. | Commissiedebat Staat van de volkshuisvesting d.d. 30 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 933) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1070). |
De minister zegt namens de staatssecretaris van BZK toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Rajkowski, om begin 2023 een voortgangsbrief te sturen naar de Tweede Kamer over het Federatief Berichten Stelsel. | Plenaire debat Voortgang wetsvoorstel Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer in de Tweede Kamer d.d. 6 april 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 69, item 6) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29362, nr. 323). |
De staatssecretaris zegt toe in de volgende voortgangsrapportage domein Toegang de Tweede Kamer te informeren over 1) (nader onderzoek) grensoverschrijdende samenwerkingen wat gebruikt kan worden om waardevolle input te geven op het voorstel van de Europese Commissie voor een Europese digitale identiteit en 2) de grootste resterende groep is die van de buitenlandse ondernemingen zonder vestiging in Nederland. Deze kunnen niet worden ingeschreven in het Handelsregister. De Belastingdienst zal, in overleg met de Kamer van Koophandel, dit nieuw register ontwikkelen. De Tweede Kamer wordt geïnformeerd over de voortgang van dit initiatief. | Kamerbrief Voortgangsrapportage domein Toegang d.d. 12 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 788) | Afgedaan. De Tweede Kamer wordt geïnformeerd middels de voortgangsrapportage. |
De staatssecretaris zegt toe in de voortgangsbrief over digitale inclusie van eind 2022 zal ik de Tweede Kamer te informeren over de vorderingen op digitale toegankelijkheid en over de opzet en inrichting van de ondersteuningseenheid. | Kamerbrief Invulling motie Bisschop c.s. over stappenplan voor digitale toegankelijkheid d.d. 7 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 839) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 973). |
De staatssecretaris onderschrijft derhalve niet dat het onder de eIDAS-verordening niet mogelijk zal zijn de wettelijke kaders om te zetten in een daadwerkelijk functionerend systeem dat aan deze kaders voldoet. Nederland heeft in het BNC-fiche aangegeven dat het Kabinet dit wetsvoorstel verwelkomt. De Staten-Generaal heeft geen voorbehouden gemaakt. Op basis van dit mandaat voert de staatssecretaris namens het kabinet op dit moment de onderhandelingen, waarbij zij in het kader van de Telecomraad aan de Tweede Kamer rapporteert. | Kamerbrief Beantwoording vragen Voortgangsrapportage Europese Digitale Identiteit d.d.25 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 944) | Afgedaan. De Tweede Kamer wordt geïnformeerd op de reguliere wijze, door middel van voortgangsbrieven over de Europese Digitale Identiteit en de (schriftelijke) overleggen in het kader van de geannoteerde agenda voor de Telecomraad. |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nicolaï (PvdD) toe om per brief te reageren op de punten uit het position paper over de inwerkingtreding van de Omgevingswet dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op eigen initiatief ten behoeve van het plenaire debat heeft ingediend (T03568). | Plenair debat Omgevingswet(voortgangsbrief + conceptbesluit) d.d. 7 maart 2023 (Kamerstukken I 2022/23, nr. 21, item 9) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 10 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 33118, nr. FF). |
Met het oog op de toekomstbestendigheid van de wet treden per 1 januari 2022 een nieuwe hardheidsclausule en experimenteerbepaling in werking, op basis waarvan afgeweken kan worden van (een deel van) de bepalingen van de Woningwet en onderliggende regelgeving. Experimenten worden bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld. Na afloop worden experimenten geëvalueerd en zal worden bepaald of aanpassing van wet- en regelgeving wenselijk is. Hierover zal de minister rapporteren aan de Tweede Kamer. | Kamerbrief Evaluatie Woningwet, hardheidsclausule en experimenteerbepaling, Informatietraject Woningwet d.d. 3 december 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 849) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1036). |
Gezien de ruimte die met de wijziging van de Woningwet reeds wordt geboden voor lokaal maatwerk en risicogericht toezicht, is de verwachting dat de hardheidsclausule slechts zeer beperkt toegepast zal worden. De minister zal jaarlijks verslag uitbrengen aan de Tweede Kamer over de toepassing van de hardheidsclausule. | Kamerbrief Evaluatie Woningwet, hardheidsclausule en experimenteerbepaling, Informatietraject Woningwet d.d. 3 december 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 849) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1036). |
Hoewel voortgang wordt geboekt op een groot aantal punten is elke misstand in het koopproces er één te veel. Om meer snelheid te maken gaat de minister aan de slag met een voorstel voor een wet «eerlijk koopproces». De minister informeert de Tweede Kamer najaar 2022 over hoofdlijnen van de wet en het verdere proces. | Kamerbrief over Voortgang verbeterplan koopproces d.d.12 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 931) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 996). |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Huizinga-Heringa (CU) en Oomen-Ruijten (CDA), toe de Eerste Kamer te informeren over extra acties die, samen met de staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering, worden ondernomen ten aanzien van desinformatie (T03397). | Plenair debat over rechtsstatelijkheid, grondrechten en democratie in de EU d.d. 8 februari 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 16, item 11) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 23 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30821, nr. 172). |
Om tot een zorgvuldige kabinetsreactie te komen op de initiatiefnota, acht de minister nader onderzoek naar de concrete behoefte en mogelijke knelpunten bij eeuwigdurende grafrust wenselijk. De voorbereidingen voor dit onderzoek zijn inmiddels in gang gezet. De inzet is om dit onderzoek voor zomerreces 2022 aan de Tweede Kamer aan te bieden, zodat de uitkomsten, als zij daar aanleiding toe geven, kan betrekken bij het wetsvoorstel ter modernisering van de Wet op de lijkbezorging. In de kabinetsreactie zal uitsluitsel worden gegeven over eventuele wetswijziging naar aanleiding van het onderzoek. | Kamerbrief Initiatiefnota DENK over eeuwigdurende grafrust d.d. 4 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35952, nr. 3) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30696, nr. 53). |
Omdat de staatssecretaris de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken wel wil voorzien in de vraag naar informatie, zal de staatssecretaris de Kamers informeren over het moment dat het advies van de Raad van State over het Derdenbesluit BRP openbaar is, zodat de leden zich daarvan op de hoogte kunnen stellen. | Kamerbrief inzake Voorhang Derdenbesluit BRP d.d. 20 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 27859, nr. 158) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27859, nr. 174). |
De minister zegt toe dat verdere uitwerking t.a.v. normering in de huursector nog zal volgen aan de Tweede Kamer. De minister bespreekt dit met Aedes en maakt hier met hen afspraken over. | Commissiedebat Klimaatakkoord / verduurzaming gebouwde omgeving (voortzetting) d.d. 13 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 885) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27926, nr. 370). |
De minister zegt toe – begin 2023 - de reikwijdte normering hybride warmtepompen met de Tweede Kamer te communiceren. (Er wordt nader onderzoek gedaan om de exacte maatvoering en vormgeving van de norm (normering met betrekking tot (hybride) warmtepompen inhoudt dat het voor huiseigenaren -uitzonderingen daargelaten- na 2026 verboden is om te kiezen voor enkel een nieuwe Cv-ketel in plaats van alternatieven zoals een (hybride) warmtepomp) en de uitzonderingen te bepalen). | Commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving d.d. 15 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1109) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1225). |
Het Met Redenen Omkleed Advies Met Redenen Omkleed Advies EPBDIII-implementatie (MROA) wordt momenteel bestudeerd. De minister zal de Kamers naar verwachting in april 2023 kunnen informeren over het Nederlandse standpunt ter zake. | Kamerbrief Met Redenen Omkleed Advies EPBDIII-implementatie d.d. 24 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 21109, nr. 258) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28325, nr. 248). |
In de toegezegde brief aan de Tweede Kamer over normering hybride warmtepompen wordt ingegaan op de garantie m.b.t. energiebesparing. | Commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving d.d. 22 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1211) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1225). |
Het ministerie van BZK zal in samenwerking met andere overheidspartijen onderzoek doen naar mogelijke nationale veiligheidsrisico’s bij het gebruik binnen de rijksoverheid van camera’s afkomstig van partijen uit landen met een offensief cyberprogramma richting Nederland. Indien dit onderzoek is afgerond zal de Tweede Kamer daarover worden geïnformeerd. | Kamerbrief Antwoord op vragen van de leden Dekker-Abdulaziz en Van Ginneken over het gebruik van omstreden Chinese bewakingscamera’s door de Nederlandse overheid en politie d.d. 9 juni 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 3019) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 20222/23, 26643, nr. 1007). |
De minister streeft ernaar de Tweede Kamer in november een kabinetsreactie op hoofdlijnen aan te bieden op de initiatiefnota van het lid Omtzigt over voorstellen ter versterking van de onafhankelijkheid van rijksinspecties. | Kamerbrief Kabinetsreactie brede evaluatie organisatiekaders van overheidsorganisaties op afstand d.d. 9 september 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 31490, nr. 323) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36149, nr. 4). |
De staatssecretaris zal de Tweede Kamer in april 2023 informeren over het onderzoek naar discriminerende risicoprofielen in de BRP. | Commissiedebat Inzet algoritmes en data-ethiek binnen de rijksoverheid d.d. 15 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/2023, 26643, nr. 982) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27859, nr. 172). |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag opmerking van het lid Koole (PvdA), toe te overwegen of (de vastlegging van de) medeondertekening door de minister van BZK bij wetten die het lokaal en provinciaal openbaar bestuur aangaan, van toegevoegde waarde is (T03209). | Plenair debat Verhouding centrale overheid en decentrale overheden d.d. 11 mei 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 36, item 10) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 20 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuknr EK onbekend; Kamerstukken II 2022/23, 33047, nr. 25). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer nader te informeren over de acties ter bevordering van de integriteit binnen het decentraal bestuur. | Kamerbrief Aanbiedingsbrief Monitor Integriteit en Veiligheid 2022 en voortgang weerbaar bestuur d.d. 6 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 28844, nr. 247) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28844, nr. 254). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer in het eerste kwartaal van 2023 een brief te zullen sturen waarin het beleid inzake integriteit voor politieke ambtsdragers op decentraal en nationaal niveau, en ook ten aanzien van de Rijksdienst, in samenhang wordt geschetst. | Commissiedebat Integriteit openbaar bestuur d.d. 10 maart 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 28844, nr. 237) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28844, nr. 254). |
De minister zegt toe in de nota integriteit die ze in het eerste kwartaal van 2023 aan de Tweede Kamer wil sturen, terug te komen op de toerusting van burgemeesters in hun rol als hoeder van de bestuurlijke integriteit. | Commissiedebat Burgemeesters d.d. 19 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 28479, nr. 89) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28844, nr. 254). |
De minister zegt toe dat de Tweede Kamer halverwege de looptijd van de adviescommissie versterken weerbaarheid democratische rechtsorde geïnformeerd zal worden over de voortgang. | Kamerbrief Instelling en benoeming adviescommissie versterken weerbaarheid democratische rechtsorde d.d. 15 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 29279, nr. 735) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29279, nr. 784). |
De minister van BZK zegt de Tweede Kamer toe de Kamer begin 2023 te informeren over haar plan van aanpak om tot een voorstel voor een fonds voor klokkenluiders te komen. | Kamerbrief Voorstel van wet tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders en enige andere wetten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 (35851) d.d. 14 december 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 35851, nr. 48) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35851, nr. 54). |
Om te specificeren hoeveel sociaal huurwoningen zullen worden gesloopt en welke woningen daarvoor zullen worden teruggebouwd zal een korte inventarisatie worden gedaan. De minister zal de Tweede Kamer hier in zijn volgende kamerbrief met betrekking tot het Volkshuisvestingsfonds informeren over het resultaat hiervan (voor einde jaar 2022). | Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen (Begrotingshoofdstuk BZK H VII portefeuille Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) ontwerpbegroting 2023 d.d. 18 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 48) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30995, nr. 102). |
In het vierde kwartaal zal de minister regionale woondeals bekendmaken. Daarvoor zullen richting 1 juni indicatieve afspraken worden gemaakt, in gesprek met de provincies, over de aantallen en de betaalbaarheid. Op 1 oktober worden deze afspraken vastgelegd. Dat is de precisering. De Tweede Kamer wordt geïnformeerd. | Commissiedebat Woningbouwopgave/Staat van de volkshuisvesting d.d. 12 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 884) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1040). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe - eerste kwartaal van 2023 - terug te komen op hoe acties op de bestaande woningvoorraad zouden kunnen worden versneld en hoe dat het beste zou kunnen worden vormgegeven. Hierin wordt ook meegenomen hoeveel extra woonruimte dit zou kunnen genereren. Daarnaast zegt de minister op een vergelijkbare vraag toe om in kaart te brengen op welke manier we het samen gebruik maken van woonruimte op dit moment aan het ontmoedigen zijn (ten onrechte volgens de Minister) en hoe efficiënter om te gaan met de bestaande woningvoorraad. | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1038). |
De balans tussen enerzijds een beheerste huurontwikkeling en anderzijds de noodzakelijke investeringen door verhuurders is belangrijk. Daarom vindt onderzoek plaats naar de effecten van stapeling van maatregelen op de huurmarkt. Dit onderzoek kijkt naar de samenhang tussen verschillende (fiscale) beleidsmaatregelen die zijn aangekondigd op het gebied van woningbeleggers. De minister zegt toe dat de Tweede Kamer over de uitkomsten van het onderzoek worden geïnformeerd. | Kamerbrief Intrekking van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II (afschaffing verhuurderheffing) d.d. 23 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36219, nr. 6) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27926, nr. 374). |
De minister inventariseert goede voorbeelden ten aanzien van splitsing op welke manier we in die regio's waar het wel kan, via een splitsing of het op een andere manier praktischer gebruiken van de huidige woningvoorraad, tot meer woningen kunnen komen. Dat is een toezegging aan de heer Van Haga. De Tweede Kamer wordt na zomer 2022 geïnformeerd. | Commissiedebat Woningbouwopgave/Staat van de volkshuisvesting d.d. 12 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 884) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1038). |
Het Rijk heeft hierin een voorbeeldfunctie te vervullen. Dat betekent voor het Rijk een gasreductie van 15 miljoen m3. Naast de aanpassing van de temperatuur wordt ingezet op gedragsmaatregelen. Dit betreft maatregelen die voorkomen dat warmte of energieverbruik weglekt door beter gedrag van gebruikers te stimuleren, zoals het uitzetten van ongebruikte installaties en verlichting. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal hierover rapporteren in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk die in mei 2023 naar de Tweede Kamer wordt verstuurd. | Kamerbrief Beantwoording Schriftelijk Overleg Rijksvastgoed en de Renovatie Binnenhof d.d. 13 december 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 34293, nr. 128) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34293, nr. 128). |
De minister stuurt ter uitwerking van de motie-Geurts de Tweede Kamer in februari 2023 een totaaloverzicht van de woningbouwplannen als uitkomst van de regionale woondeals, met daarbij de aantallen locaties en wanneer. | Commissiedebat Wonen d.d. 29 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 974) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1041). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe – voorjaar 2023 - terug op welke manier het vervolg van de middelen uit de Woningbouwimpuls zo goed mogelijk doen toekomen aan het doel. | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1040). |
De minister zegt toe dat het kabinet de uitwerking van de nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025 betrekt bij de augustusbesluitvorming, en de Tweede Kamer hierover als onderdeel hiervan zal informeren. | Kamerbrief Contourennota financieringssystematiek medeoverheden d.d. 11 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 170) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29279, nr. 734, bijlagen 2 en 3). |
De staatssecretaris zal de Tweede Kamer in de loop van 2023 de Tweede Kamer informeren middels een brief over uitvoering van toegankelijksheidsvoorwaarden van aanbestedingstrajecten (nav Strolenberg, VVD). | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken begroting d.d. 13 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 12, item 7) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 973). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe dat de Kamer het kabinetsstandpunt op het onderzoeksrapport van prof. dr. C.H.J.M. Braun en dr. B. Fraussen van de Universiteit Leiden, getiteld «Afwegingskader legitieme belangenvertegenwoordiging", in het voorjaar van 2023 kan verwachten. | Kamerbrief Aanbieding onderzoek lobbyregister d.d. 23 december 2022 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 3 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36101, nr. 16). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer per brief nader te informeren over de ambitie van het kabinet om de invloed en zeggenschap van mensen op beleid en uitvoering deze kabinetsperiode op nationaal niveau te vergroten. | Kamerbrief Schriftelijke beantwoording van vragen begrotingsbehandeling BZK d.d. 13 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 12, item 3) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30184, nr. 38). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe om binnen afzienbare tijd meer duidelijkheid te geven over de kijk op integrale financiering voor investeringen in leefbaarheid en veiligheid. | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juni 2023 per brief geïnformeerd |
De minister zegt toe de Tweede Kamer (vooraf) te informeren over de uitzonderlijke gevallen die het mogelijk maken dat publiek geld wordt ingezet voor sanering van woningcorporaties in het niet-DAEB-deel. | Algemeen overleg Toezicht en borging woningcorporaties d.d. 18 mei 2017 (Kamerstukken II 2016/17, 29453, nr. 440) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 557). |
De minister is bereid mee te denken met vijf gemeenten over een pilot voor burgerberaden. Gemeenten kunnen zich melden bij het ministerie (nav Van Dijk, CDA) en zal de Tweede Kamer informeren. | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken begroting d.d. 13 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 12, item 7) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30184, nr. 38). |
In samenwerking met de stedelijke focusgebieden ontwerpen we daarom een monitor die aanvullend is op en aansluit bij de Leefbaarometer. De precieze indicatoren van deze kwantitatieve monitoring van de voortgang worden in overleg met de betrokken departementen en afzonderlijkere stedelijke focusgebieden bepaald, waarbij wordt toegewerkt naar gekwantificeerde doelstellingen per gebied in de loop van 2023. Hierover informeert de minister de Tweede Kamer in het voorjaar van 2023. | Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen (Begrotingshoofdstuk BZK H VII portefeuille minVRO) ontwerpbegroting 2023 d.d. 18 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 48) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1046). |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ganzevoort (GroenLinks), toe de reactierapportage op de Universal Periodic Review (UPR) te zijner tijd aan de Eerste Kamer te zenden (T03501). | Plenair debat Initiatiefvoorstel-Hammelburg, Bromet en De Hoop Handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond (35741) d.d. 20 december 20 december 2022 | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 21 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 35741, nr. L). |
De staatssecretaris zal na het gesprek met het Samenwerkingsplatform Digitale Toezichthouders de Tweede Kamer over de uitkomsten van dit gesprek informeren. | Commissiedebat Kunstmatige intelligentie d.d. 25 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 972) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1029). |
De minister zegt toe dat de Tweede Kamer in voorjaar 2023 de kabinetsvisie op burgerbetrokkenheid in de energietransitie zal ontvangen. | Kamerbrief Aanpak burgerparticipatie en burgerfora d.d. 17 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 30184, nr. 38) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1231). |
De staatssecretaris stuurt de volledige vertaling van het DPIA en HRIA binnen een aantal weken naar de Tweede Kamer (verzoek is voor 19 april 2023 i.v.m. procedurevergadering). De staatssecretaris biedt aan om een technische briefing te organiseren. | Commissiedebat Informatiebeveiliging bij de overheid d.d. 5 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1016) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32761, nr. 279). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer over de voortgang van de verduurzaming van de utiliteitsbouw nader te rapporteren in het kader van het Beleidsprogramma versnelling verduurzaming gebouwde omgeving. | Kamerbrief Voortgang verduurzaming bestaande utiliteitsbouw d.d. 18 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 976) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1048. |
De minister zegt toe - na de voorjaarsnota - de Tweede Kamer te informeren over de weging van de beleidsopties voor economische tegenwind en de impact daarvan op de woningbouwopgave. | Commissiedebat Woningbouwopgave en koopsector d.d. 9 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1013) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1040). |
De staatssecretaris stuurt de antwoorden op de resterende vragen van de 1e termijn en de 2e termijn Kamer van het commissiedebat Desinformatie en online platformen uiterlijk dinsdag 20 juni naar de Tweede Kamer (TZ202306-161). | Commissiedebat Desinformatie en online platformen d.d. 14 juni 2023 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30821, nr. 183). |
De staatssecretaris zal de Tweede Kamer informeren over de uitkomst van de gesprekken met de toezichthouders m.b.t. de samenwerking van toezichthouders op het toezichthouden van algoritmes en de doorzettingsmacht van het AP in brede zin op het gebied van digitalisering. | Commissiedebat Inzet algoritmes en data-ethiek binnen de rijksoverheid d.d. 15 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/2023, 26643, nr. 982) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1029). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat zij bij de vormgeving van een nieuw onderzoek op motie 21 geen onomkeerbare stappen zal maken en eerst wachten op het voorstel van de rapporteurs t.a.v. welke organisatie het onderzoek moet uitvoeren. | Commissiedebat Inzet algoritmes en data-ethiek binnen de rijksoverheid d.d. 15 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/2023, 26643, nr. 982) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35510, nr. 120). |
De staatssecretaris zal schriftelijk reageren aan de Tweede Kamer op vraag of regering heeft voldaan aan artikel 81 Grondwet. | Plenair debat Interpellatie-Leijten over het negeren van een Kamermeerderheid inzake de Nederlandse positie in het Europese debat over de Europese digitale identiteit d.d. 16 februari 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 54, item 9) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36305, nr. 10). |
De staatssecretaris zal de Tweede Kamer informeren over verdere verloop onderhandelingsproces (termijn: nadat het Europees Parlement een positie heeft ingenomen). | Plenair debat Interpellatie-Leijten over het negeren van een Kamermeerderheid inzake de Nederlandse positie in het Europese debat over de Europese digitale identiteit d.d. 16 februari 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 54, item 9) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36305, nr. 10). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat in het implementatiekader een leidraad wordt opgenomen over algoritmes die toezien op rechtshandhaving en de vraag op welke gronden deze algoritmes wel of niet worden gepubliceerd. | Plenair debat Tweeminutendebat Inzet algoritmes en data-ethiek binnen de rijksoverheid d.d. 28 maart 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 66, item 30) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 24 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1029). |
De Tweede Kamer ontvangt binnen een maand de reeds toegezegde brief over grondpolitiek. | Commissiedebat Ruimtelijke Ordening d.d. 11 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 163) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 164). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe – eerste kwartaal van 2023 - te komen met een kabinetsvoorstel t.a.v. grondbeleid en het bijbehorende instrumentarium. | Commissiedebat Ruimtelijke Ordening d.d. 14 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 4682, nr. 102) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 164). |
De minister zegt de toe - tweede kwartaal 2023 - de voortgangsrapportage op de woningbouw naar de Tweede Kamer te sturen. In die rapportage komt: - een zo adequaat mogelijk beeld van alle woningbouwlocaties, van de wat grotere althans, die op dit moment in beeld zijn als gevolg van het maken van de regionale woondeals, als gevolg van het aanwijzen van de zeventien grootschalige woningbouwlocaties, en als gevolg van het aanwijzen van de 105 versnellingsprojecten. - de lijst met een mogelijk financieel instrumentarium inclusief een beoordeling met o.a. ook het 12-puntenplan van dhr. Boelhouwer. | Plenair debat over het niet waarmaken van de Woningbouwambities d.d. 30 maart 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 68, item 8) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1040). |
De staatssecretaris zegt toe dat de scan vitale infrastructuur in het tweede kwartaal naar de Tweede Kamer komt in plaats van het eerste kwartaal. | Commissiedebat Digitale Infrastructuur en Economie d.d. 22 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1008) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 20222/23, 26643, nr. 1007). |
De minister zegt toe dat er in het tweede kwartaal van 2023 een brief over burgerparticipatie naar de Tweede Kamer gestuurd zal worden. | Plenair debat Voorstel van wet van het lid Leijten houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum (36 160) d.d. 8 februari 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 50, item 7) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 30184, nr. 38). |
Voor loden leidingen werkt de minister aan een verbod op loden leidingen bij huurwoningen zoals de Kamer is geïnformeerd op 4 februari 2022 (TK 27625, nr. 567). Eind dit jaar start de publieke internetconsultatie van de betreffende wijziging van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (Bbl). De minister verwacht deze Bbl-wijziging vervolgens begin april 2023 aan de Tweede Kamer te kunnen sturen ter voorhang. | Kamerbrief Aanbiedingsbrief beantwoording Kamervragen 2e suppletoire begrotingen 2022 - BZKd.d. 9 december 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36250 VII, nr. 3) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28325, nr. 24). |
De minister zegt de Tweede Kamer - begin 2023 - toe een kamerbrief over structurele vergroting van de bouwcapaciteit. | Commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving d.d. 15 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1109) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 2023Z10557). |
De minister verwacht een eerste wijziging van het Bbl ten aanzien van landelijke uniformering van de energieprestatie en de milieuprestatie bij nieuwbouw begin 2023 aan de Tweede Kamer te kunnen voorleggen. | Kamerbrief Verbeteringen in Besluit bouwwerken leefomgeving in relatie tot woningbouw d.d. 12 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32757, nr. 186) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28325, nr. 24). |
De minister verwacht najaar 2022 een wijziging van het Bbl met een aanscherping van de gebruikseisen van vluchtroutes aan de Tweede Kamer te kunnen voorleggen ter voorhang. | Kamerbrief Brand- en constructieve veiligheid d.d. 12 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 237) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28325, nr. 24). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe (medio 2022) een ontwerpbesluit in het kader van de voorhangprocedure. Hierin worden de eisen aan de brandklasse van gevels aangescherpt. | Commissiedebat Bouwregelgeving d.d. 11 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 233) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28325, nr. 24). |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nooren (PvdA), toe een overzicht te sturen vóór de voorhang van het inwerkingtredings-KB van zaken die gereed moeten zijn waar het betreft de aansluitingen van overheden op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) (T02868). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 9 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 33118, nr. FH). |
De minister zegt toe in een brief aan de Tweede Kamer nader in te gaan op de afwegingen en jurisprudentie die speelt rond het eigendomsrecht. | Plenair debat Wijziging van de Woningwet (huurverlaging 2023 voor huurders met lager inkomen (36 281) d.d. 2 februari 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 48, item 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36281, nr. 28). |
Voor de zomer stuurt de minister de voortgangsrapportage over het programma ‘Een thuis voor iedereen’ naar de Tweede Kamer, waarin nader wordt ingegaan op de implementatie. (In de voortgangsrapportage die deTweede Kamer voor de zomer ontvangt, wordt ingegaan op de plannen en de realisatie door gemeenten van de huisvesting van aandachtgroepen die daarvoor middelen hebben ontvangen uit de regeling huisvesting aandachtsgroepen.) | Kamerbrief Beantwoording vragen t.b.v. het commissiedebat Staat van de Volkshuisvesting d.d. 3 april 2023 (2023-0000153290) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1044). |
Het CBS voert een haalbaarheidsstudie uit of en op welke manier de woonsituatie van verschillende aandachtsgroepen structureel gemonitord kan worden. Het betreft deels zeer specifieke aandachtsgroepen waarbij zowel de beschikbaarheid van monitoringinformatie als aspecten die te maken hebben met privacy zorgvuldig verkend moeten worden. Over de uitkomst van deze studie verwacht de minister de Tweede Kamer te informeren in de voortgangsrapportage van het programma ‘Een thuis voor iedereen’. | Kamerbrief Beantwoording vragen t.b.v. het commissiedebat Staat van de Volkshuisvesting d.d. 3 april 2023 (2023-0000153290) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1044). |
Voor zomer 2023 informeert de minister de Tweede Kamer over de doorrekening van de prestatieafspraken met woningcorporaties en geeft de minister inzicht in de mate waarin de investeringen van de corporaties op gang beginnen te komen. | Commissiedebat Staat van de volkshuisvesting d.d. 23 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1066) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 561). |
Vanwege de toestroom van ontheemden uit Oekraïne en de nodige huisvesting van statushouders is de ambitie om 37.500 flex- en transformatiewoningen eind 2024 gerealiseerd te hebben. Voor deze 37.500 wordt nu versneld gekeken naar locaties, onder andere met behulp van de Taskforce Versnelling Tijdelijke Huisvesting en met de maatregelen zoals benoemd in de kamerbrief van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de voortgang van de afspraken over de aanpak van de opvangcrisis. Begin volgend jaar zal de minister de Tweede Kamer informeren over de realisatie van het aantal flexwoningen in 2022. | Kamerbrief beantwoording kamervragen Peter de Groot straatje erbij in elk dorp d.d. 16 november 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 750) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 2 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1037). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe dat er op dit moment wordt gewerkt aan een startbrief (met betrekking tot een toewerking naar nieuw nota ruimte) waarmee provincies aan de slag gaan en rond zomer 2023 komen met een voorstel. In het derde of vierde kwartaal wordt dat omgezet in een ruimtelijk arrangement. | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 107). |
De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nicolaï (PvdD), toe dat de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voor de zomer een brief zal sturen met de stand van zaken en de consequenties van de uitspraak Nevele op de Omgevingswet in den brede (T03581). | Mondeling overleg met de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over milieueffectrapportage d.d. 11 april 2023 | Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is overgedragen aan het ministerie van I&W. |
De minister komt voor einde van het jaar 2022 met de Wet regie volkshuisvesting. | Commissiedebat Woningbouwopgave/Staat van de volkshuisvesting d.d. 12 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 884) | Afgedaan. Op 16 februari 2023 is het wetsvoorstel versterking regie op de volkshuisvesting in consultatie gebracht. Daarmee is invulling gegeven aan deze toezegging. |
Continuïteit van de digitale dienstverlening aan burgers en bedrijven heeft voor mij de hoogste prioriteit. Daarom blijft de staatssecretaris actief betrokken bij de invoering van de nieuwe ICT-infrastructuur totdat alle digitale voorzieningen de overstap hebben gemaakt. De staatssecretaris zal de Tweede Kamer informeren over de voortgang. | Kamerbrief Stand van zaken invoering ICT-infrastructuur Logius d.d. 18 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 928) | Afgedaan. De toezegging is onderdeel van BZK-beleid. |
De staatssecretaris zal de Tweede Kamer spoedig informeren over het gebruik van TikTok door ambtenaren bij de overheid (via de beantwoording van Kamervragen). | Commissiedebat Inzet algoritmes en data-ethiek binnen de rijksoverheid d.d. 15 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/2023, 26643, nr. 982) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 maart 2023 per brief geïnformeerd (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 1939). |
Voor zomer 2023 informeert de minister de Tweede Kamer over het convenant (actieplan) huursector in relatie tot de wettelijke verplichting doorvalbeveiliging (borstwering). | Commissiedebat Bouwregelgeving d.d. 8 juni 2023 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 12 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28325, nr. 249). |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe – voor einde jaar 2022 - een brief te sturen over haar beslissing rondom de RAAS-DOBbox. | Kamerbrief Voortgangsbrief VRS d.d. 26 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 25764, nr. 138) | Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is overgedragen aan het ministerie van JenV. |
In juni 2023 ontvangt de Tweede Kamer onderzoek naar extra eisen en toezicht voor vitale functies, naar aanleiding van een vraag van mevrouw Leijten. | Commissiedebat Informatiebeveiliging bij de overheid d.d. 5 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1016) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1044). |
De minister zegt toe (tweede helft 2020) dat de Tweede Kamer een wetsvoorstel over de transitievisie warmte ontvangt. | Algemeen overleg Klimaatakkoord gebouwde omgeving d.d. 12 februari 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 32847, nr. 641). | Afgedaan. Het wetsvoorstel is op 30 juni 2023 ingediend bij de Tweede Kamer. |
De minister is voornemens in het voorjaar van 2023 een samenhangende visie op het integriteitsbeleid van de publieke sector aan de Tweede Kamer aan te bieden. | Kamerbrief Reactie op de initiatiefnota over het integriteitsbeleid bewindspersonen d.d. 11 juli 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36101, nr. 3) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28844, nr. 252). |
De minister streeft ernaar medio 2023 de Regio Deals van de vierde tranche af te sluiten. De minister zal de Tweede Kamer hierover te zijner tijd informeren. | Kamerbrief Aanpak vierde tranche Regio Deals d.d. 1 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 29697, nr. 109) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29697, nr. 111). |
De staatssecretaris zegt toe dat zij voor de stemming over het wetsvoorstel een brief naar de Eerste Kamer zal sturen met: - een onafhankelijke juridisch advies op de vraag of Nederland op basis van de eIDAS verordening gehouden is om te accepteren dat Nederlanders buitenlandse genotificeerde inlogmiddelen gebruiken voor toegang tot de Nederlandse overheid; - de mogelijkheid om andere eisen te stellen aan nieuwe aanbieders van inlogmiddelen ten opzichte van al bestaande aanbieders en om het vereiste van open source bij nieuwe aanbieders van inlogmiddelen ook echt vanaf het begin te stellen (T03510). | Plenair debat Wet digitale overheid (vervolg) d.d. 21 februari 2022 (Handelingen I 2022/23, nr. 20, item 8) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 17 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 34972, nr. AF). |
In antwoord op een vraag van de heer Nicolaï heeft de minister toegezegd aan de Eerste Kamer per brief te reageren op de punten uit het position paper (van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State). | Plenair debat Omgevingswet(voortgangsbrief + conceptbesluit) d.d. 7 maart 2023 (Kamerstukken I 2022/23, nr. 21, item 9) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 10 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 33118, nr. FF). |
In de verkoopregels zal worden vastgelegd dat corporaties (grondgebonden) woningen die zij willen verkopen allereerst aan de zittende huurder en vervolgens aan andere huurders aanbieden, voordat deze in de vrije verkoop gaan. Het blijft aan de corporaties zelf om te bepalen of zij een woning willen verkopen. De minister streeft ernaar de Eerste- en Tweede Kamer op korte termijn nader over de uitwerking van deze afspraken te informeren. | Kamerbrief Reactie rapport RLI «Onderdak bieden» d.d. 20 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 560) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 562). |
Voor mantelzorgwoningen zijn veel verschillende regelingen. Gemeenten gaan hier zeer verschillend mee om. In het kader van het beter benutten van de bestaande voorraad is de minister aan het kijken of er een landelijke versoepeling bereikt kan worden, waarmee het in een keer geregeld is voor alle gemeenten. De minister is dit aan het uitwerken en zal de Tweede Kamer daar later over informeren. | Plenair debat over de woon- en zorgplannen voor ouderen d.d. 23 maart 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 65, item 3) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1038). |
De Tweede Kamer wordt geïnformeerd (op de hoogte gehouden) over het onderzoek naar getroffenen bij de rijksoverheid van het datalek van vorige week. | Commissiedebat Informatiebeveiliging bij de overheid d.d. 5 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1016) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 mei 2023 per brief geïnformeerd (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 2731). |
Er is een handreiking opgesteld om discriminatie in algoritmen te voorkomen, de minister zegt toe goed te zullen letten op zelflerende algoritmen in de handreiking en aanpassingen van wet- en regelgeving. | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken (35 925-VII) voortzetting d.d. 28 oktober 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 15, item 11) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 924). |
De minister wil dan ook alle mogelijkheden die bijdragen aan het terugdringen van het woningtekort aangrijpen. Eind mei stuurt de minister een brief aan de Tweede Kamer over hoe we gaan doorbouwen in deze veranderende omstandigheden. | Kamerbrief Beter benutten van de bestaande voorraad d.d. 17 mei 2023 | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1040). |
De minister komt voor de behandeling van de Voorjaarsnota met een brief aan de Tweede Kamer over de wijzigingen die het kabinet voorzien heeft ten aanzien van de huurtoeslag (toezegging aan Klaver). | Commissiedebat Staat van de volkshuisvesting d.d. 23 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1066) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 27926, nr. 375). |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe de monitor ouderenhuisvesting naar de Eerste Kamer te sturen (T03048). | Plenair debat Wet 35578 Wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II en de Woningwet (eenmalige huurverlaging huurders met een lager inkomen) d.d. 1 december 2020 (Handelingen I 2020/21, nr. 12, item 9) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 27 juni 2023 per brief geïnformeerd (2023-0000371869). |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe een aanvullende integrale rapportage te maken over de trends van alle uitkeringen aan de decentrale overheden en over de gevolgen van die uitkeringen voor de financiële positie van de gemeenten (T03208). | Plenair debat Verhouding centrale overheid en decentrale overheden d.d. 11 mei 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 36, item 10) | Afgedaan. In de Kamerbrief Vervolg Contourennota en Integraal Overzicht Financiën Gemeenten (Kamerstukken II 2022/23, 36200, nr. B-10), die per afschrift aan de Eerste Kamer is toegezonden, is een integrale rapportage opgenomen over de trends van alle uitkeringen aan de decentrale overheden en de financiële positie. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe te gaan kijken naar een beter functionerend stelsel, dat meer budgettaire stabiliteit en autonomie geeft voor de gemeente (T03207). | Plenair debat Verhouding centrale overheid en decentrale overheden d.d. 11 mei 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 36, item 10) | Afgedaan. In het coalitieakkoord (Kamerstukken II 2021/22, 35 788, nr. 77) heeft het kabinet een nieuwe financieringssystematiek voor medeoverheden aangekondigd met als doel een stabiele(re) financiering en meer autonomie voor medeoverheden. Bij Miljoenennota 2023 heeft het kabinet aanvullend eenmalig € 1 miljard voor gemeenten en € 0,1 miljard voor provincies beschikbaar gesteld voor 2026, vooruitlopend op de nieuwe financieringssystematiek. In de Voorjaarsnota 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36 350, nr. 1) is over de nieuwe financieringssystematiek opgenomen dat het bij MJN 2023 eenmalig aanvullende bedrag voor 2026, opgeteld € 1,1 miljard, vanaf 2027 structureel beschikbaar komt. Daarnaast worden de fondsen vanaf 2027 geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product. Hiermee wordt een stabiele, solide en duurzame financiële basis geboden. |
De minister zegt toe het onderzoek inzake bouwvoorschriften balkons (en of dit zal leiden tot een verdere aanpassing van de bouwregelgeving naar de Tweede Kamer te sturen. | Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld over ontwerpverzamelwijziging van het Besluit bouwwerk leefomgeving d.d. 29 juni 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 33118, nr. 150) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 28325, nr. 248). |
Zoals in de hoofdlijnenbrief is aangegeven, heeft de minister al de mogelijkheid om wetten die medeoverheden raken mede te ondertekenen. De wijze waarop de minister invulling wil geven aan deze bevoegdheid komt aan de orde bij de nadere concretisering van het beleidskader decentraal bestuur, dat is opgepakt n.a.v. de verschillende adviezen die hierover afgelopen jaren zijn uitgebracht. Eind 2022 informeert de minister de Tweede Kamer in de over de Actieagenda Sterk Bestuur nader over het beleidskader en de UDO. | Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen ontwerpbegrotingen 2023 (Begrotingshoofdstukken BZK H VII en Gemeentefonds, Provinciefonds, Staten-Generaal en overige Hoge Colleges van Staat) d.d. 6 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 12) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 33047, nr. 25). |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Klip-Martin (VVD), Verkerk (ChristenUnie) en Rietkerk (CDA), toe dat op korte termijn na inwerkingtreding van de Omgevingswet een centrale, integrale testomgeving wordt gerealiseerd (T03562). | Plenair debat Omgevingswet(voortgangsbrief + conceptbesluit) d.d. 7 maart 2023 (Kamerstukken I 2022/23, nr. 21, item 9) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 30 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 33118, nr. FK). |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Raven (OSF-fractie) tijdens de behandeling van het Pakket Belastingplan 2022, toe om de problematiek van hoge OZB-waardes en -tarieven voor MKB’ers mee te nemen bij het uitwerken van een stabielere financiering voor de medeoverheden voor de periode na 2025, waarbij de mogelijkheid voor een groter eigen belastinggebied wordt betrokken (T03417). | Kamerbrief Beantwoording toezegging inzake wijziging van de systematiek in de Gemeentewet met betrekking tot de ozb (Kamerstukken I 2021/22, 35927, nr. P) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 35927, R). |
De samenwerking binnen de Coalition of the Willing richt zich in het bijzonder op deze vijf thema’s (mensgerichte inzet van artificiële intelligentie, digitale dienstverlening over grenzen heen, de ontwikkeling van digitale identiteit, data en open source en informatieveiligheid) die de betrokken landen binnen deze informele coalitie gezamenlijk hebben omarmd. Hierbij zal ook aandacht worden besteed aan geleerde lessen op digitaal gebied tijdens COVID-19. De staatssecretaris zegt toe over de voortgang hiervan de Tweede Kamer in voorjaar 2021 te informeren. | Kamerbrief Internationaal perspectief Digitale Overheid d.d. 13 oktober 2020 (Kamerstukken II 2020/21 29362;26643, nr. 288) | Afgedaan. De Coalition of the Willing is destijds opgezet door Knops. Van Huffelen heeft echter aangegeven hiermee niet verder te willen. Daarmee komt ook de toezegging te vervallen |
De minister zegt toe dat binnenkort de inventarisatie van te transformeren recreatieparken naar woningbouwlocaties naar de Tweede Kamer komt. | Plenair debat over het niet waarmaken van de Woningbouwambities d.d. 30 maart 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 68, item 8) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 29 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23,32847, nr. 1070). |
De minister zegt toe dat er in 2023 een brief naar de Eerste Kamer verstuurd zal worden waarin zal worden toegelicht wat het kabinet gaat doen in verband met 175 jaar Grondwet van Thorbecke. | Plenair debat Verandering van de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een algemene bepaling (35 786) (en andere grondwetswijzigingen) d.d. 28 juni 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 35, item 9) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 36200 VII, nr. 143). |
De minister zegt toe dat de commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (TK) na de zomer een brief zal krijgen waarin zal worden uitgelegd wat er met de knelpunten omtrent wet- en regelgeving gedaan wordt. | Kamerbrief Acties kabinet bevorderen menselijke maat wetten en regels d.d. 11 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35510, nr. 102) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II, 2022/23, 29362, nr. 324). |
Het ministerie van JenV heeft tot 2026 jaarlijks 0,3 miljoen euro gereserveerd voor brede, laagdrempelige eerstelijns juridische bijstand op de BES en beoogt hiervoor na 2026 op de JenV begroting structurele middelen vrij te maken. De minister zal de Tweede Kamer voor zomer 2023 over de concrete uitwerking berichten. (De budgettaire inpassing vindt bij voorjaarsnota plaats.) | Kamerbrief Verkenning naar de invoering van de gelijkebehandelingswetgeving op Bonaire, Saba en Sint Eustatius d.d. 23 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 47) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2023 per brief geïnformeerd (eensluidende brief EK, Kamerstukken I 2022/23, 36284, nr. C). |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rietkerk (CDA), toe de werking van de software betreffende het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) continu te testen en de resultaten daarvan, die hun beslag krijgen in rapportages van verschillende instanties, de Kamer aan te bieden vóór de toezending van het inwerkingtredings-KB (T02865). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | Afgedaan. De Eerste Kamer geeft aan dat aan de toezegging is voldaan. |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Ganzevoort (GroenLinks) en Talsma (ChristenUnie), toe dat zij een brief zal sturen waarin geanalyseerd wordt of de eIDAS-verordening de mogelijkheid dat Nederlandse burgers kunnen inloggen met een buitenlands middel bij de Nederlandse overheid verplicht (T03655). | Plenair debat Wet digitale overheid (vervolg) d.d. 21 februari 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 20, item 8) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 3 maart (Kamerstukken I 2022/23, 34 972, nr. AE1) en 17 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 34 972, nr. AF1). |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe dat in de toegezegde brief ook geanalyseerd zal worden of er een onderscheid kan worden gemaakt tussen bestaande middelen en andere middelen betreffende open source (T03656). | Plenair debat Wet digitale overheid (vervolg) d.d. 21 februari 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 20, item 8) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 3 maart (Kamerstukken I 2022/23, 34 972, nr. AE1) en 17 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 34 972, nr. AF1). |
De minister zegt toe de Tweede Kamer dit voorjaar in een voortgangsbrief nader te informeren over de uitwerking van de kabinetsreactie Slavernijverleden, en zal ze ook verder ingaan op de uitwerking van het fonds en het toezicht. | Kamerbrief Vormgeving middelen slavernijverleden d.d. 17 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36284, nr. 28) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 2023Z11865). |
De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer een reactie te geven op het rapport van de Raad van State over digitalisering van wetgeving en rechtspraak bij uitwerking werkprogramma. | Plenair debat Wet Digitale Overheid d.d. 1 juni 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 86, item 8) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29362, nr. 319) |
De vragen van mevrouw Dekker-Abdulaziz ten aanzien van de bevoegdheden rond openbare orde en veiligheid — hoe vaak zijn deze ingezet?, et cetera — worden onderdeel van het WODC-rapport. Dat rapport zal in het eerste kwartaal van 2023 naar de Kamer worden gestuurd (TZ02211-009). | Commissiedebat Burgemeesters d.d. 19 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 28479, nr. 89) | Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is overgedragen aan het ministerie van JenV. |
De minister van Justitie en Veiligheid laat momenteel een WODC-onderzoek uitvoeren naar het bestuursrechtelijke instrumentarium van burgemeesters. De Tweede Kamer ontvangt de uitkomsten in het eerste kwartaal van 2023 (TZ202211-005). | Commissiedebat Burgemeesters d.d. 19 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 28479, nr. 89) | Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is overgedragen aan het ministerie van JenV. |
In de oplegbrief bij de jaarrapportage bedrijfsvoering rijk zal de minister aangeven dat hierin een overzicht staat van de adviescommissies die bestaan op basis van de Kaderwet adviescolleges (TZ202301-010). | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie, democratie en verkiezingen d.d. 18 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 35165, nr. 55) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34293, nr. 128) |
De minister zegt toe in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2022, die op 17 mei 2023 naar de Tweede Kamer wordt gestuurd, een overzicht per ministerie te geven met betrekking tot de afhandeling van WOO-verzoeken en de betaalde dwangsommen (TZ202303-055). | Commissiedebat Wet open overheid d.d. 16 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32802, nr. 68) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34293, nr. 128) |
De Tweede Kamer ontvangt voor het einde van het jaar de evaluatie van de pilotinitiatieven op het gebied van wooncoöperaties (TZ202212-128). | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 februari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 556). |
De staatssecretaris zal de schriftelijke Kamervragen van het lid Leijten (over het bericht dat er buitensporig vaak inzage in de persoonsgegevens - via de BRP - van slachtoffers van het toeslagenschandaal heeft plaatsgevonden), waarover op 3 november een uitstelbericht is ontvangen, op zeer korte termijn beantwoorden (TZ202211-153). | Commissiedebat Basisregistratie Personen en E-id d.d. 16 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 27859, nr. 168) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 30 januari 2023 per brief geïnformeerd (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 1392). |
In januari wordt het rapport van het WODC over de naleving van de AVG met de Kamer gedeeld. De kabinetsreactie volgt twee à drie maanden later (TZ202211-181). | Commissiedebat Bescherming persoonsgegevens en digitale grondrechten d.d. 2 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32761, nr. 249) | Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is overgedragen aan het ministerie van JenV. |
Begin volgend jaar kan de Tweede Kamer een brief verwachten van de minister van JenV over de scan die wordt uitgevoerd binnen de vitale sector (TZ202210-075). | Commissiedebat Digitaliserende overheid d.d. 5 oktober (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 929) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 april 2023 geïnformeerd. (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 874). |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering stuurt binnenkort de Werkagenda Digitalisering naar de Tweede Kamer (TZ202211-014). | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken begroting d.d. 13 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 12, item 7) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 940). |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties informeert de Tweede Kamer aan het einde van 2022 over de Uitvoeringstoets Decentrale overheden in verband met het evenwicht tussen de bevoegdheden die gemeenten en provincies krijgen en de financiën die daar tegenover staan (TZ202211-010). | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken begroting d.d. 13 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 12, item 7) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 januari 2023 geïnformeerd. Kamerbrief Actieagenda Sterk Bestuur (Kamerstukken II 2022/23, 33047, nr. 25). |
De minister doet aan de Tweede Kamer begin 2023 een nadere precisering van de kosten die samenhangen met hybride warmtepompen toekomen (TZ202209-084). | Commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving d.d. 15 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1109) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 mei 2023 geïnformeerd. Kamerbrief over reikwijdte normering verwarmingsinstallaties (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1225). |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dient voor het eind van het jaar een wetsvoorstel in met het doel om de inlichtingsdiensten cybercrime effectiever aan te laten pakken door offensieve buitenlandse aanvallers beter te identificeren, hun werkwijze vast te stellen, en slachtoffers in Nederland sneller te waarschuwen (TZ202211-053). | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken begroting d.d. 13 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 12, item 7) | Afgedaan. Deze toezegging heeft betrekking op de invoering van de Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma. Deze wet is op 1 december 2022 ingediend bij de Tweede Kamer. Deze toezegging beslaat niet, zoals staat geregistreerd, een aparte nieuwe wet op cybercrime.« |
De staatssecretaris van BZK komt voor 15 februari met een brief over de rijksbrede plannen voor het zetten van stappen op het vlak van bias op basis van algoritmen in selectieprocedures bij de overheid (TZ202302-094). | Commissiedebat Discriminatie, racisme en mensenrechten d.d. 26 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 30950, nr. 327) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1056). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe dat de kabinetsreactie op het adviesrapport «Elke regio telt!» voor het zomerreces aan de Tweede Kamer zal worden gestuurd. | Kamerbrief Antwoorden Kamervragen van het lid Van Dijk (CDA) over het bericht «Schrikbarende’ conclusies in zeer kritisch advies: Den Haag heeft ‘de regio’ stelselmatig verwaarloosd’ d.d. 7 juni 2023 (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, 2832) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 juli 2023 geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29697, nr. 114) |
De minister zegt toe uit te zoeken welke stappen nodig zijn om de tekst van artikel 1 op de grondwetbank aan te passen, en zal de Tweede Kamer in de loop van 2022 hierover informeren. | Plenair debat Voorstel van wet van de leden Hammelburg, Bromet en De Hoop houdende verandering in de Grondwet, strekkende tot toevoeging van handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond (35 741) d.d. 9 maart 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 58, item 9) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2022 geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200, nr. 143) |
De Nationale ombudsman heeft onderzocht hoe de overheid moet omgaan met klachten over etnisch profileren. Hij heeft daarover een kader opgesteld, waarin hij handvatten biedt voor klachtbehandeling bij etnisch profileren, op basis van direct contact tussen burger en ambtenaar. De minister zal samen met de minister van Justitie en Veiligheid en in overleg met de Nationale ombudsman verder uitvoering geven aan aanbevelingen uit dit onderzoek en de Tweede Kamer hierover voor het voorjaar van 2022 berichten. | Kamerbrief Juridisch toetsingskader etnisch profileren d.d. 14 december 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 281) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 geïnformeerd. |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Talsma (ChristenUnie), toe dat de Kamer in de loop van 2023 verder wordt geïnformeerd over het rapport Gelijk recht doen (T03549). | Plenair debat Initiatiefvoorstel-Hammelburg, Bromet en De Hoop Handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond (35741) d.d. 20 december 20 december 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 14, item 25) | Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 juli 2023 geïnformeerd. |
De minister-president zegt de Eerste Kamer toe dat het kabinet spoedig met een reactie komt, uiterlijk begin 2023, op het rapport en de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie effectiviteit antidiscriminatiewetgeving (T03504). | Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen (EK) d.d. 18 oktober 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 4, item 12) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 juli 2023 geïnformeerd. |
De minister van Binnenlandse Zaken zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe dat als dit grondwetsvoorstel wordt aangenomen, met de initiatiefnemers wordt gekeken naar mogelijkheden om ruchtbaarheid te geven aan de grondwetswijziging (T03550). | Plenair debat Initiatiefvoorstel-Hammelburg, Bromet en De Hoop Handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond (35741) d.d. 20 december 20 december 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 14, item 25) | Afgedaan. Op 17 februari 2023 is een bijeenkomst georganiseerd. |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ganzevoort (GroenLinks), toe dat zij aan de minister voor Langdurige Zorg en sport zal doorgeven dat ook de Eerste Kamer geïnformeerd wil worden over het kabinetsstandpunt met betrekking tot het advies van de Raad van State over de ratificatie van het facultatief protocol bij het VN-verdrag Handicap (T03547). | Plenair debat Initiatiefvoorstel-Hammelburg, Bromet en De Hoop Handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond (35741) d.d. 20 december 20 december 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 14, item 25) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 juli 2023 geïnformeerd. |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe dat in de reactie op het rapport Gelijk recht doen extra wordt stilgestaan bij de aangenomen resolutie in de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, waarbij regeringen de opdracht krijgen om sociale afkomst en sociaal-economische status als non-discriminatiegronden op te nemen in (grond)wetgeving (T03548). | Plenair debat Initiatiefvoorstel-Hammelburg, Bromet en De Hoop Handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond (35741) d.d. 20 december 20 december 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 14, item 25) | Afgedaan. De Eerste Kamer is op 7 juli 2023 geïnformeerd. |
Omschrijving | Toegezegd in | Voortgangsinformatie Parlement |
---|---|---|
Ministeries zijn zelf verantwoordelijk voor de werving en selectie van personeel. Als minister van BZK is de minister coördinerend bewindspersoon voor de werkgeversrol van het rijk. Vanuit deze coördinerende verantwoordelijkheid geeft de minister in nauwe samenwerking met alle ministeries invulling aan de afspraak in het coalitieakkoord dat de overheid aan de slag gaat met de mogelijkheden van anoniem solliciteren en ‘open hiring’ door een breed pakket met maatregelen te treffen om te bevorderen dat iedereen een gelijkwaardige kans heeft om aangenomen te worden bij het Rijk. Voor einde jaar 2022 zal de minister de Tweede Kamer nader informeren over het te treffen pakket rijksbrede maatregelen. | Kamerbrief Beantwoording schriftelijke Kamervragen jaarverantwoording 2021 d.d. 8 juni 2022 (Kamerstukken II 2021//22, 36100 VII, nr. 7) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2023 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt voor de zomer in de kabinetsreactie op de Staat van de Uitvoering informatie over de productiviteit uitvoeringsorganisaties, complexiteitsreductie, arbeidsproductiviteit en Werk aan Uitvoering (TZ202306-220). | Commissiedebat Functioneren Rijksdienst d.d. 8 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 31490, nr. 330) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe onderzoek te zullen doen naar de uitvoeringslasten bij de bevoegde autoriteiten om zicht te krijgen op de additionele kosten van dit wetsvoorstel, en de Kamer naar verwachting voor het zomerreces van 2023 te informeren over de uitkomsten hiervan. | Plenair debat Wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders en enige andere wetten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 (PbEU 2019, L 305) en enige andere wijzigingen) (35 851) d.d. 8 december 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 33, item 52) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
In het kader van weerbaar bestuur zegt de minister toe de Tweede Kamer na de zomer van 2023 nader te informeren over de verdere uitwerking van juridische ondersteuning van gemeenten. | Kamerbrief Voortgang Programma Weerbaar Bestuur d.d. 16 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 28844, nr. 252) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe dat de Tweede Kamer voor het herfstreces 2023 een voortgangsbrief inzake het wetsvoorstel Wet op de rijksinspecties ontvangt, waarin wordt ingegaan op de escalatiemogelijkheden, bedoelende de escalatiemogelijkheid van een inspecteur-generaal die geen gehoor vindt bij de verantwoordelijke minister. | Notaoverleg Initiatiefnota van het lid Omtzigt over «Voorstellen ter versterking van de onafhankelijkheid van rijksinspecties'' (TK 36149) d.d. 12 juni 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor het herfstreces van 2023 geïnformeerd. |
De minister poogt de Kamer, samen met de brief die de nationaal coördinator altijd in het najaar stuurt, te informeren over voornemens ten aanzien van verplichte maatregelen tegen discriminatie bij het Rijk, waar conform de motie-Van Baarle in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk over wordt gerapporteerd (TZ202306-227). | Commissiedebat Functioneren Rijksdienst d.d. 8 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 31490, nr. 330) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt eind dit jaar een brief over de sturingsfilosofie Rijksoverheid (TZ202306-213). | Commissiedebat Functioneren Rijksdienst d.d. 8 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 31490, nr. 330) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2023 geïnformeerd. |
De minister stuurt dit najaar een brief over de spreiding werkgelegenheid van de Rijksoverheid (TZ202306-214). | Commissiedebat Functioneren Rijksdienst d.d. 8 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 31490, nr. 330) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer in de loop van het jaar 2023 te informeren over de precieze invulling en de voortgang van de pilot met betrekking tot anoniem solliciteren. | Kamerbrief Breed werven en objectief selecteren binnen de Rijksoverheid d.d. 23 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 31490, nr. 327) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Over 6 maanden is de hoofdlijnenbrief rijksinspecties beschikbaar met een visie op verbeteringen. De minister zegt toe dat de Tweede Kamer de komende 1,5 jaar geïnformeerd zal worden over de voortgang. | Commissiedebat Functioneren Rijksdienst d.d. 14 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 31490, nr. 325) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal.2024 geïnformeerd. |
Begin volgend jaar ontvangt de Tweede Kamer de resultaten van de personeelsenquête (TZ202306-223). | Commissiedebat Functioneren Rijksdienst d.d. 8 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 31490, nr. 330) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt medio april 2024 geïnformeerd. |
Het wetsvoorstel normering topinkomens gaat in het najaar in consultatie. De Tweede Kamer ontvangt het naar verwachting begin 2024 (TZ202306-218). | Commissiedebat Functioneren Rijksdienst d.d. 8 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 31490, nr. 330) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio april 2024 geïnformeerd. |
Over de verdere uitwerking en voortgang van de inzet omtrent een weerbaar bestuur en gerelateerde onderwerpen zal de minister de Tweede Kamer met de volgende voorgangsbrief in het voorjaar van 2024 informeren. | Kamerbrief Voortgang Programma Weerbaar Bestuur d.d. 14 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 28844, nr. 252) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het voorjaar van 2024 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe de nulmeting over vergunningverlening, handhaving en toezicht (VTH) vóór de voorhang van het inwerkingtredings-KB de Kamer toe te sturen (T02854). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe in gesprek te gaan met de bestuurlijke partners van de Omgevingswet om samen na te gaan of, en in hoeverre de aanbeveling van een toegankelijkheidstoets bij ruimtelijke plannen opgenomen kan worden in de aanloop naar de inwerkingtreding van de Omgevingswet, bijvoorbeeld in lopende en op te starten praktijkproeven. | Kamerbrief Reactie op het RLi advies «Toegang tot de stad: hoe publieke voorzieningen, wonen en vervoer de sleutel voor burgers vormen.» d.d. 12 februari 2021 (Kamerstukken II 2020/212, 34682, nr. 79) | In behandeling. De toezegging is in uitvoering. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt de Eerste Kamer toe de Eerste en Tweede Kamer eind april te informeren over de tijdelijke aanvullende maatregelen die nodig geacht zijn om op onderdelen van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) een alternatieve route aan te bieden. | Kamerbrief Voortgang Omgevingswet d.d. 8 april 2021 (Kamerstukken I 2020/21, 33118, nr. CB) | In behandeling. De Eerste en Tweede Kamer worden in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister verwacht de Eerste Kamer in het najaar te kunnen informeren over de uitkomsten van de gesprekken over het instellen van de onafhankelijke evaluatiecommissie. | Kamerbrief Beantwoording vragen Inwerkingtreding Omgevingswet d.d. 10 september 2021 (Kamerstukken I 2020/21, 33118, nr. CK) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe dat een drietal aspecten rondom de invoering van de Omgevingswet geregeld moeten zijn, te weten:1. dat het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) werkt; 2. dat de financiële afspraken tussen de decentrale overheden en het Rijk ten aanzien van de uitvoering van het stelsel en ten aanzien van het beheer en onderhoud van het DSO zijn gemaakt, en dat deze ook zijn geborgd voor zover het over de Rijksbijdrage gaat in de begrotingen van het Rijk; 3. dat verschillende uitvoeringsorganisaties — zoals de rechtspraak en de VTH-kolom — hebben aangegeven dat zij gereed zijn voor de uitvoering en dat daartoe ook een uitvoeringstoets is gedaan (T03130). | Stemmingen inzake: Brief van de minister van BZK over de voorhang van het Koninklijk Besluit Inwerkingtreding Omgevingswet (EK 33.118 / 34.986, BN) Ontwerpbesluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet (Handelingen I 2020/21, nr. 19, item 3) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Klip-Martin (VVD), toe jaarlijks in een voortgangsbrief de Kamer te informeren over de lessons learned van de Crisis- en herstelwet. In de voortgangsbrief over de stelselherziening die medio dit jaar wordt gestuurd, zal ook op deze lessons learned ingegaan worden (T02872). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 nader geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rietkerk (CDA), toe dat de monitorgegevens op digitale wijze maandelijks ter beschikking worden gesteld aan de Kamer (T02851). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | In behandeling. De Eerste en Tweede Kamer worden maandelijks geïnformeerd over de monitorgegevens. Deze toezegging is in uitvoering tot aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 juli 2022. |
De minister van Infrastructuur en Milieu zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verheijen (PvdA), toe dat zij de effecten op burgers en bedrijven inzake administratieve lasten steeds bij AMvB's, de invoeringswet en andere regelingen ten aanzien van de Omgevingswet, in beeld zal brengen (T02249). | Plenair debat Omgevingswet d.d. 15 maart 2016 (Handelingen I 2015/16, nr. 23, item 3) | In behandeling. Dit is een doorlopende toezegging. De Eerste Kamer wordt geïnformeerd wanneer nodig tot de wet is ingevoerd 1 juli 2022. |
De minister zegt toe de eindrapportage van Deloitte te delen met de Eerste Kamer zodra de minister deze heeft ontvangen (waarschijnlijk eind juli). | Mondeling overleg met de commissie IWO over Omgevingswet d.d. 21 juni 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 35, item 8) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zal in gesprek gaan met bestuurlijke partners over hoe we meer aandacht kunnen besteden aan de toegankelijkheid van de stad voor burgers. In het najaar wordt er vanuit BZK gestart met gesprekken met bestuurders. De minister zegt toe de Tweede Kamer over de uitkomsten van deze gesprekken te informeren. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen vcBZK d.d. 12 februari 2021 inzake de reactie op het advies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (RLi) 'Toegang tot de stad: hoe publieke voorzieningen, wonen en vervoer de sleutel voor burgers vormen d.d. 19 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 34682, nr. 89) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe dat er een voortgangsrapportage opgesteld en verstuurd zal worden aan de Eerste Kamer. Hierin staan onder andere: De resultaten van de enquête, nieuw advies/oordeel van AcICT en de nieuwste ketentestresultaten | Mondeling overleg met de commissie IWO over Omgevingswet d.d. 21 juni 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 35, item 8) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 20223 geïnformeerd. |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Eamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nicolaï (PvdD), toe de Kamer in de komende voortgangsrapportage te informeren over de werking van de tijdelijke alternatieve maatregelen IMRO op basis van de integrale ketentesten en daarbij ook in te gaan op de door het lid Nicolaï aangegeven praktijkvoorbeelden (T03420). | Plenair debat naar aanleiding van eerder mondeling overleg Omgevingswet d.d. 28 juni 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 35, item 8) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 20223 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zegt toe (namens minister) bij de evaluatie van de Omgevingswet ook de ervaringen met zelfrealisatie bij onteigening wordt betrokken. | Plenair debat Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet (35 133) d.d. 8 oktober 2019 (Handelingen II 2019/20, nr. 10, item 22) | In behandeling. Deze evaluatie gaat pas jaar na inwerkingtreding gebeuren. |
Vanaf 2023 zal de energiebesparingsplicht ook voor datacenters gaan gelden. De juridische uitwerking van de actualisatie van de energiebesparingsplicht is onlangs geconsulteerd en de minister verwacht deze - medio 2022 – aan de Tweede Kamer voor te kunnen leggen. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen datacenters d.d. 16 februari 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 1730) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2023 geïnformeerd. |
De minister van Infrastructuur en Milieu zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verheijen (PvdA), toe dat zij bij de verdere uitwerking van de Omgevingswet zal bekijken hoe ten gunste van de burger vorm gegeven kan worden aan het valideren van milieu-informatie die door de overheid wordt verstrekt (T02444). | Plenair debat over Implementatie herziening mer-richtlijn d.d. 17 januari 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 14, item 3) | In behandeling. De Eerste Kamer is op 28 september 2021 geïnformeerd dat dit onderdeel is van de uitbouw van het DSO. De Kamer wordt hierover na inwerkingtreding Omgevingswet nader over geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe de Kamer te informeren over privacyaspecten inzake de vergunningaanvragen en meldingen met betrekking tot de uitbouw van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) (T02867). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks) en een opmerking van het lid Rietkerk (CDA), toe dat de regering zich niet zal bemoeien met de inhoud of de procedure van de nieuwe adviesaanvraag bij het Adviescollege ICT-toetsing inzake de werking van het DSO-LV (T03419). | Plenair debat naar aanleiding van eerder mondeling overleg Omgevingswet d.d. 28 juni 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 35, item 8) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe dat dialogen met partners over politiek-democratische cultuur gevoerd zullen worden en dat het punt van macht en tegenmacht wordt meegenomen bij de monitoring en evaluatie van jurisprudentie (T02908). | Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet, 35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet. 35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17). | In behandeling. De Eerste Kamer geeft aan dat aan de toezegging deels is voldaan. |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Fiers (PvdA), toe de Kamer in een voortgangsrapportage te informeren over de uitkomsten van de Integrale Ketentesten over Fase I, die in juli beschikbaar komen, alsmede de uitkomsten van iedere opvolgende fase waarin een ketentest is afgerond (T03422). | Mondeling overleg met de commissie IWO over Omgevingswet d.d. 21 juni 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 35, item 8) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Klip-Martin (VVD) en Verkerk (ChristenUnie), toe de Kamer een integraal inzicht aan te bieden met betrekking tot de systematische aanpak van de monitoring. Jaarlijks komt er een brief over de monitoringsresultaten (T02857). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | In behandeling. Er zal jaarlijkse monitoring van de werking van het stelsel plaatsvinden en de Kamer wordt hier jaarlijks over geïnformeerd na inwerkingtreding van de Omgevingswet. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe dat in de loop van de inwerkingtreding van de Omgevingswet en daarna gemonitord zal worden op de ontwikkeling van het aantal, de kwaliteit en de onafhankelijke toetsing van milieueffectrapportages (m.e.r.). Deze monitoring heeft ook betrekking op m.e.r.-beoordelingen (T02859). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer toe dat zij het inwerkingtredings-KB betreffende de Omgevingswet niet eerder ter bekrachtiging voorlegt aan de Koning dan nadat de beraadslaging in de Eerste Kamer is afgerond en de Eerste Kamer heeft ingestemd (T03129). | Stemmingen inzake: Brief van de minister van BZK over de voorhang van het Koninklijk Besluit Inwerkingtreding Omgevingswet (EK 33.118 / 34.986, BN) Ontwerpbesluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet (Handelingen I 2020/21, nr. 19, item 3) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Dessing (FVD), Nooren (PvdA), Kluit (GroenLinks), Klip-Martin (VVD) en Verkerk (ChristenUnie), toe een landelijke voorlichtingscampagne te initiëren, opdat mensen weten van de komst van de Omgevingswet en waar ze verdere informatie kunnen halen (T02869). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe dat de ervaringen van ambtenaren inzake de complexiteit van wet- en regelgeving op het gebied van bodem gemonitord en geëvalueerd worden (T02907). | Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet, 35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet. 35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe dat bij de evaluatie inzake bodem gekeken zal worden naar de balans tussen beschermen en benutten en de bescherming van de burger (T02909). | Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet, 35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet. 35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe dat een onafhankelijke commissie de Aanvullingswet geluid Omgevingswet zal evalueren, waarbij zal worden onderzocht hoe ambtenaren de complexiteit van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet ervaren en waarbij de balans tussen beschermen van de burger en het benutten van geluid een relevant onderdeel zal worden (T02893). | Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet, 35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet. 35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Moonen (D66), toe dat gemonitord zal worden of in de praktijk vergunningvoorschriften over kostenverhaal minder rechtszekerheid bieden dan kostenverhaalregels (T02903). | Parlementair agenda punt [03-03-2020] - Plenair debat Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet d.d. 3 maart 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 22, item 8) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rietkerk (CDA), toe dat bij de monitoring en evaluatie ook aandacht gegeven zal worden aan het gebruik van privaatrechtelijk contracteren in de praktijk (T02905). | Plenair debat Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet d.d. 3 maart 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 22, item 8). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Kluit (GroenLinks), Rietkerk (CDA), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), toe dat bij de monitoring van de Omgevingswet het onderwerp ‘natuur’ betrokken zal worden (T02999). | Plenair debat Wetsvoorstel Aanvullingswet natuur Omgevingswet (34 985) d.d. 30 juni 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 34, item 12) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rietkerk (CDA), toe dat de brede financiële consequenties van het DSO voor provincies, gemeenten en waterschappen in december in beeld komen, of in ieder geval voor de voorhang van het inwerkingtredings-KB inzake de Omgevingswet (T03000). | Plenair debat Wetsvoorstel Aanvullingswet natuur Omgevingswet (34 985) d.d. 30 juni 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 34, item 12) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer toe dat zij zal bevorderen dat overheden expliciet aandacht besteden aan het betrekken van doelgroepen die normaal gesproken ondervertegenwoordigd zijn bij participatie, zal monitoren hoe participatie zich ontwikkelt en vervolgens bij de evaluatie van de Omgevingswet zal bepalen of andere of nadere eisen alsnog noodzakelijk zouden zijn (T02862). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van der Linden (Fractie-Nanninga) en Kluit (GroenLinks), toe dat het aangepaste Integraal Financieel Beeld met de kosten van de doorontwikkeling en de afbouw van het DSO aan de Kamer wordt toegezonden vóór 1 juli 2023 (T03559). | Plenair debat Omgevingswet(voortgangsbrief + conceptbesluit) d.d. 7 maart 2023 (Kamerstukken I 2022/23, nr. 21, item 9) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Klip-Martin (VVD) en Kluit (GroenLinks), toe dat een landelijke voorlichtingscampagne zal plaatsvinden (T03560). | Plenair debat Omgevingswet(voortgangsbrief + conceptbesluit) d.d. 7 maart 2023 (Kamerstukken I 2022/23, nr. 21, item 9) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rietkerk (CDA), toe dat tijdreizen bij IKT Fase 4 opnieuw getest zal worden en dat het probleem is opgelost voor inwerkingtreding van de Omgevingswet (T03566). | Plenair debat Omgevingswet(voortgangsbrief + conceptbesluit) d.d. 7 maart 2023 (Kamerstukken I 2022/23, nr. 21, item 9) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2024 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rietkerk (CDA), toe dat in de voortgangsbrief uiteengezet wordt hoe de onafhankelijke evaluatie na vijf jaar en de jaarlijkse monitoring vorm worden gegeven (T02887). | Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet, 35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet. 35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2024 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Nooren (PvdA), Baay-Timmerman (50PLUS), Kluit (GroenLinks), Rietkerk (CDA) en Verkerk (ChristenUnie), toe een evaluatiecommissie in te stellen van deskundigen om een onafhankelijke evaluatie van de Omgevingswet te waarborgen. De Kamer zal geïnformeerd worden bij brief over de wijze van inrichting van de evaluatiecommissie voorafgaand aan de voorhang van het inwerkingtredings-KB en elk jaar zal een evaluatiebrief verzonden worden naar de Eerste Kamer (T02849). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2024 geïnformeerd. |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Verkerk (ChristenUnie) en Rietkerk (CDA), toe dat met de bestuurlijke partners gekeken wordt naar de taakomschrijving van de regeringscommissaris en dat de Kamer hierover geïnformeerd wordt (T03561). | Plenair debat Omgevingswet(voortgangsbrief + conceptbesluit) d.d. 7 maart 2023 (Kamerstukken I 2022/23, nr. 21, item 9) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2024 geïnformeerd. |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Moonen (D66), toe dat overleg met VNG zal plaatsvinden over de wijze waarop gemeenten het best kunnen worden gewezen op belang van participatiebeleid (T03563). | Plenair debat Omgevingswet(voortgangsbrief + conceptbesluit) d.d. 7 maart 2023 (Kamerstukken I 2022/23, nr. 21, item 9) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2024 geïnformeerd. |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dessing (FVD), toe dat de risico’s van beïnvloeding en mogelijke ondermijning, zowel systemisch als in de uitvoering van de Omgevingswet, in kaart worden gebracht (T03567). | Plenair debat Omgevingswet(voortgangsbrief + conceptbesluit) d.d. 7 maart 2023 (Kamerstukken I 2022/23, nr. 21, item 9) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 juli 2024 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe dat de m.e.r.-beoordelingsplicht gemonitord zal worden op het punt van diepe plassen (T02888). | Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet, 35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet. 35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 juli 2024 geïnformeerd. |
De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Arbouw (VVD) en Crone (PvdA), toe een jaarlijkse rapportage naar de Kamer te sturen met daarin de monitoringsresultaten van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet, de voortgang van de implementatie, de bevindingen en de acties die daarop worden gezet (T02894). | Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet, 35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet. 35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 juli 2024 geïnformeerd. |
De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Moonen (D66), toe dat het RIVM apart zal monitoren wat de gezondheidseffecten zijn van de geluidsnormen op burgers, naast de jaarlijkse monitoring van de Omgevingswet, waar geluid ook onderdeel uit maakt (T02895). | Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet, 35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet. 35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 juli 2024 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Meijer (VVD), Verkerk (ChristenUnie), Van Dijk (SGP), Crone (PvdA) en Rietkerk (CDA), toe de werking van de huidige voorstellen inzake kosten verhaal en financiële bijdrage te onderzoeken en daarbij tevens te bezien of er nog lacunes zijn op dit terrein. Wanneer lacunes eventueel gedicht moeten worden, zullen daarbij in ieder geval de aspecten ‘rechtszekerheid’ en ‘snelheid’ betrokken worden. Ook zal worden gekeken naar de toepassing van het amendement-Ronnes (TK 2019/20, 35 133, nr. 34) inzake financiële bijdragen voor ontwikkelingen van een gebied op publiekrechtelijke basis, op provinciaal en Rijksniveau. Daarnaast zal onderzoek worden gedaan naar kostenverhaal bij grote infrastructuurprojecten (T02902). | Plenair debat Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet d.d. 3 maart 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 22, item 8). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 juli 2024 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nicolaï (PvdD), toe na de inwerkingtreding van de Omgevingswet de ontwikkelingen op het gebied van de rechtspraak en rechtsbescherming te monitoren, waarbij specifiek aandacht zal zijn voor de effectiviteit van de rechtsbescherming en de eventuele noodzaak tot indringendere toetsing (in het kader van artikel 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)) door de rechter. Bij de evaluatie van de Omgevingswet zal ook specifiek op deze punten ingegaan worden (T02864). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 juli 2024 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nooren (PvdA), toe dat zij een vergelijkbaar onderzoek als «Borging van de nationale ruimtelijke belangen» zal laten uitvoeren en de Kamer over de resultaten zal informeren (T02875). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 juli 2024 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Nooren (PvdA) en Van Dijk (SGP), toe na de inwerkingtreding van de Omgevingswet een steekproef te laten doen naar de doorwerking van nationale belangen in de omgevingsplannen (T02878). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 juli 2024 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nooren (PvdA), toe dat zij de toegankelijkheid van het gehele Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) zal monitoren, inclusief het deel dat onder verantwoordelijkheid van lokale overheden met inhoud wordt gevuld (T02881). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 juli 2024 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Rietkerk (CDA) en Kluit (GroenLinks), toe dat het aspect ‘bodem’ ook meegenomen wordt in de monitoring van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) (T02886). | Plenair debat 34864 Aanvullingswet bodem Omgevingswet, 34864, C Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet, 35054 Aanvullingswet geluid Omgevingswet. 35054, B Voorhang ontwerp Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet d.d. 11 februari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 20, item 17). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 juli 2024 geïnformeerd. |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Moonen (D66), toe dat er bereidheid is om de TAM-IMRO eventueel met een of twee jaar te verlengen in het geval gemeenten hierom vragen (T03557). | Plenair debat Omgevingswet(voortgangsbrief + conceptbesluit) d.d. 7 maart 2023 (Kamerstukken I 2022/23, nr. 21, item 9) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2025 geïnformeerd. |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Klip-Martin (VVD) en Rietkerk (CDA), toe dat het programma ‘Aan de slag met de Omgevingswet’ na inwerkingtreding van de Omgevingswet in ieder geval anderhalf jaar blijft voortbestaan en mogelijk langer indien gewenst (T03564). | Plenair debat Omgevingswet(voortgangsbrief + conceptbesluit) d.d. 7 maart 2023 (Kamerstukken I 2022/23, nr. 21, item 9) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 juli 2025 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe dat bij de evaluatie van de Omgevingswet aandacht te geven aan enkele staatsrechtelijke notities als de scheiding van de machten en het beginsel van democratie, met inbegrip van de toepassing van de instrumenten van de Omgevingswet en de werking daarvan binnen het rechtsbestel (T02850). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2027 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer naar aanleiding van een vraag van de leden Dessing (FVD), Nooren (PvdA), Baay-Timmerman (50PLUS), Klip-Martin (VVD) en Verkerk (ChristenUnie), toe de invoeringsondersteuning nog vijf jaar te laten doorlopen vanaf 2021. In dat kader zal minimaal één jaar voldoende ondersteuning met regioteams plaatsvinden, op kosten van de Rijksoverheid. Nadat vijf jaar zijn verstreken zal bezien worden met decentrale overheden welke ondersteuning nog nodig is (T02855). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2027 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Klip-Martin (VVD) en Verkerk (ChristenUnie), toe dat bij de evaluatie de onafhankelijke evaluatiecommissie het risico van regelreflex zal bezien (T02856). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2027 geïnformeerd. |
De minister voor Milieu en Wonen zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe bij de evaluatie van de Omgevingswet de kwaliteit van het participatieve proces te bezien en eventuele best practices die uit de evaluatie naar voren komen, te delen (T02863). | Plenair debat Invoeringswet Omgevingswet d.d. 28 januari 2020 (Handelingen I 2019/20, nr. 18, item 16). | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2027 geïnformeerd. |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Klip-Martin (VVD), toe dat in ieder geval vijf jaar wordt doorgegaan met de ondersteuning aan de omgevingsdiensten op verschillende manieren bij de invoering van de Omgevingswet, waaronder dat het programma Aan de slag met de Omgevingswet in ieder geval anderhalf jaar blijft voortbestaan, maar mogelijk langer als daar de wens toe of vraag naar bestaat (T03558). | Plenair debat Omgevingswet(voortgangsbrief + conceptbesluit) d.d. 7 maart 2023 (Kamerstukken I 2022/23, nr. 21, item 9) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2029 geïnformeerd. |
De werving van de leden van de visitatiecommissie zal na binnenkort van start gaan. De visitatie zal in het najaar van 2023 plaatsvinden en zal één week duren, waarna een rapport met aanbevelingen zal worden opgeleverd. Na afronding van de visitatie zal de minister de Tweede Kamer informeren over de uitkomsten van de visitatie en de aanbevelingen. | Kamerbrief Visitatiecommissie Algemene Bestuursdienst d.d. 25 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 31490, nr. 326) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023/begin 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt toe na de zomer van 2020 de Tweede Kamer te informeren over de eerste opbrengsten en eventuele vervolgstappen in het kader van taakdifferentiatie. | Kamerbrief Uitvoering Kamermotie Van der Molen inzake Taakdifferentiatie d.d. 12 maart 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 35300 VII, nr. 109). | In behandeling. Toezegging wordt meegenomen bij reactie op Voorlichting RvS. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe (najaar 2020) De Tweede Kamer te kunnen berichten over de uitkomsten van de gesprekken met de VNG over taakdifferentiatie. | Kamerbrief Antwoorden op vragen schriftelijk overleg over democratie, kiesrecht en desinformatie d.d. 15 juni 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 35300-VII;30821;30985;35165;35300-B, nr. 124) | In behandeing. De toezegging wordt meegenomen bij reactie op Voorlichting RvS, De Tweede Kamer wordt medio 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer in het voorjaar van 2023 te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de uitwerking van de financieringssystematiek. | Kamerbrief Vervolg Contourennota en Integraal Overzicht Financiën Gemeenten d.d. 7 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 B, nr. 10) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV), toe bij de heroverweging van de verdeelmaatstaven van het Provinciefonds naar de inkomsten uit de motorrijtuigenbelasting te kijken (T02426). | Plenair debat Vereenvoudiging verdeelmodel Provinciefonds, nr. 34568 d.d. 23 mei 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 28, item 8) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Flierman (CDA), Postema (PvdA) en Schalk (SGP), toe dat: de minister van Economische Zaken naar de problematiek van de provincie Zeeland kijkt en de Kamer daarover een brief stuurt; De minister zelf na het verschijnen van het advies van de commissie-Jansen II met het IPO zal overleggen en naar verdere ontwikkeling van het verdeelmodel van het Provinciefonds zal kijken (T02425). | Plenair debat Vereenvoudiging verdeelmodel Provinciefonds, nr. 34568 d.d. 23 mei 2017 (Handelingen I 2016/17, nr. 28, item 8) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer in de eerste helft van 2023 nader te informeren over de stand van zaken van de herijking van het provinciefonds. | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie, democratie en verkiezingen d.d. 18 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 35165, nr. 55) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe opdracht te geven tot een extern onderzoek om te bezien of en hoe de uitvoerings- en toepassingsvraagstukken met betrekking tot het creëren van extra mogelijkheden in het fiscale instrumentarium voor onder andere sportaccommodaties het beste geadresseerd kunnen worden. De minister zal de Tweede Kamer op de hoogte houden van de uitkomsten van het onderzoek, die in de eerste helft van 2023 worden verwacht. | Kamerbrief Resultaten overleg gemeenten over mogelijkheden tariefverlagingen onroerendezaakbelasting d.d. 30 mei 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32140, nr. 108) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer jaarlijks nader te informeren over de ontwikkelingsstrategie voor extra kwetsbare regio's. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen Schriftelijk Overleg Grensoverschrijdende samenwerking 32 851 d.d. 12 september 2022 2022 (Kamertukken II 2021/22, 32851, nr. 77) | In behandeling. De Tweede Kamer zal jaarlijks geïnformeerd worden. |
De minister zegt toe (in overeenstemming met de afspraak die zij heeft met Kamer en Zeeuwse partners) de Tweede Kamer over een half jaar wederom te informeren over de voortgang met betrekking tot Wind in de zeilen. | Kamerbrief Zesde voortgangsrapportage Wind in de zeilen d.d. 8 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 33358, nr. 42) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer volgend jaar te informeren over de voortgang van het actieprogramma met betrekking tot de verdere concretisering van het spoor kennis en innovatie, dit in gesprek met wetenschappers, andere departementen, de regionale planbureaus en met de regio's aan de grens. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen Schriftelijk Overleg Grensoverschrijdende samenwerking 32 851 d.d. 12 september 2022 2022 (Kamertukken II 2021/22, 32851, nr. 77) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe te onderzoeken, ook naar aanleiding van dit initiatiefvoorstel, of de Wet algemene regels herindeling, het beleidskader en de handreikingen daaronder voldoende rekening houden met het geval dat een nieuwe gemeente kan worden samengesteld door het splitsen van een gemeente , en de Tweede Kamer hierover te informeren. | Plenair debat Vervolg Voorstel van wet van het Lid van Houwelingen houdende splitsing van de gemeente Groningen en instelling van de gemeente Haren d.d. 16 maart 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 62, item 9) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De ROB heeft tav gemeenten met een beperkte financiële draagkracht en een lage sociaal economische status de zorg geuit dat deze gemeenten relatief veel kosten maken, terwijl het vermogen om eigen inkomsten te realiseren beneden gemiddeld is. Zo wordt dit jaar in het onderzoek naar de centrumfunctie onder andere aandacht besteedt aan de stapeling van problematiek in het sociaal domein (om het model en de uitlegbaarheid ervan verder te verbeteren). De minister zegt de Tweede Kamer toe te zijner tijd te informeren over de uitkomsten van dit onderzoek, welke eerste helft 2023 wordt verwacht. | Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen ontwerpbegrotingen 2023 (Begrotingshoofdstukken BZK H VII en Gemeentefonds, Provinciefonds, Staten-Generaal en overige Hoge Colleges van Staat) d.d. 6 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 B, nr. 8) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2023 geïnformeerd. |
Het versterken van het bestuur doet de minister vanzelfsprekend niet alleen. Het is een weg van de lange adem, maar één die departementen, waterschappen, provincies en gemeenten – ambtelijk en bestuurlijk – samen moeten gaan. Bij de verdere uitwerking wil de minister daarom samen optrekken met departementen en medeoverheden. Over de voortgang en inzichten zal de minister de Kamers jaarlijks informeren. | Kamerbrief Actieagenda Sterk Bestuur d.d. 20 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 33047, nr. 25) | In behandeling. De Kamers zullen begin 2024 worden geïnformeerd over de voortgang. |
De minister zegt toe om de Tweede Kamer te informeren over de totstandkoming/ontwikkeling van het Kernenbeleid van de gemeente Dijk en Waard. | Plenair debat Samenvoeging van de gemeenten Landerd en Uden (35 619), Samenvoeging van de gemeenten Boxmeer, Cuijk, Mill en Sint Hubert en Sint Anthonis (35 620), Samenvoeging van de gemeenten Heerhugowaard en Langedijk (35 621), Herindeling van de gemeenten Beemster en Purmerend (35 622) en Herindeling van de gemeenten Amsterdam en Weesp (35 623) d.d. 11 februari 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 56, item 5) | In behandeling. Na afronding van de evaluatie (medio 2024) wordt de Tweede Kamer over de uitkomsten geïnformeerd |
De minister zegt toe samen met de staatssecretaris van Financiën aan een aanpassing te werken van het zogenaamde ‘uitkeringsstelsel’, mede vanwege de bevindingen van de Algemene Rekenkamer over de toepassing van de ‘decentralisatie-uitkering’. Onderdeel daarvan is de vraag welk uitkeringstype past bij het oppakken van gezamenlijke opgaven. Begin 2020 is het conceptwetsvoorstel voorgelegd ter consultatie aan onder andere de VNG, het IPO en de Algemene Rekenkamer. Beoogde inwerkingtreding is 2022. Het voornemen is het wetsvoorstel in het voorjaar 2021 aan de Tweede Kamer aan te bieden. | Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld tijdens de begrotingsbehandeling d.d. 15 oktober 2020 (Handelingen II 2020/21, nr. 15, item 13) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio jaar 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Eerste en Tweede Kamer in het vierde kwartaal van 2024 te informeren over de uitkomsten van de evaluaties van de gemeente Dijk en Waard en de gemeente Maashorst. | Kamerbrief Aanbieding PvA evaluatie gemeente Dijk en Waard en gemeente Maashorst d.d. 13 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35621, nr. 9) | In behandeling. De Eerste en Tweede Kamer worden in het vierde kwartaal van 2024 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe de Kamer te informeren over de opzet van de evaluatie waarin bekeken moet worden of de nieuwe fusiegemeente Maashorst kan blijven bestaan (T03262). | Plenair debat Drie herindelingswetten /Samenvoeging gemeenten d.d. 6 juli 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 44, item 10) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt Q4 2024 geïnformeerd. |
Het ministerie van BZK organiseert trainingen en workshops, om de toepassing hiervan (inter)departementaal in te bedden in beleids- en wetgevingsprocedures. Het ministerie van BZK zal over 2 jaar de toepassing van de kwaliteitseis grenseffecten evalueren en de minister zal daarover de Tweede Kamer vanzelfsprekend informeren. | Kamerbrief Antwoorden schriftelijk overleg Kabinetsreactie Atlas van afgehaakt Nederland d.d. 18 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 147) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2025 geïnformeerd. |
Voor de zomer ontvangt de Tweede Kamer via de brief met roadmaps en evaluatie van de I-strategie Rijk tevens inzicht in de ontwikkeling naar een digitale begroting. Dit zal zijn in de vorm van een format dat uiteindelijk één totaaloverzicht gaat bieden. Deze brief bevat daarnaast een update van het CIO-stelsel (TZ202306-235). | Wetgevingsoverleg Jaarverslag en Slotwet over 2022 van het ministerie van BZK, EZK en van J&V voor zover het onderwerpen betreft die zien op digitalisering d.d. 13 juni 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt vóór het volgende politieke jaar het plan van aanpak meerjarenplan openbaarheid en informatiehuishouding met daarin een realistische planning en fasering, inclusief de beschikbare zoek- en vindtechnologie (TZ202305-092). | Commissiedebat Archivering van stukken door bewindspersonen onder de archiefwet en de WOO/WOB d.d. 24 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32802, nr. 71) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd.. |
De Tweede Kamer ontvangt voor het nieuwe politieke jaar de gewijzigde instructie/handreiking inzake bewaren chatberichten als het Meerjarenplan Open op Orde naar de Kamer wordt gestuurd (TZ202305-093). | Commissiedebat Archivering van stukken door bewindspersonen onder de archiefwet en de WOO/WOB d.d. 24 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32802, nr. 71) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd.. |
De minister van BZK zal in het meerjarenplan openbaarheid en informatiehuishouding (te ontvangen voor het nieuwe parlementaire jaar) meetbare doelen voor het programma Open op Orde opnemen (TZ202306-307). | Wetgevingsoverleg Jaarverslagen en slotwetten over het jaar 2022 Hfst. VII het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, B het Gemeentefonds en C het Provinciefonds d.d. 12 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36360 VII, nr. 7) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt voor het zomerreces, wanneer ook het Meerjarenplan Open op Orde naar de Kamer wordt gestuurd, een brief over de opzet van de audit die zal worden uitgevoerd ten aanzien van de Tijdelijke instructie archiveren chatberichten voor bewindspersonen (TZ202305-095). | Commissiedebat Archivering van stukken door bewindspersonen onder de archiefwet en de WOO/WOB d.d. 24 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32802, nr. 71) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zegt toe het geactualiseerde generieke actieplan Open op Orde in het voorjaar van 2023 aan de Tweede Kamer toe te zenden. | Kamerbrief bij actieplannen en nulmetingen Open op Orde d.d. 20 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 29362, nr. 310) | In behandeling. Het plan wordt voor het begin van het nieuwe parlementaire jaar (Prinsjesdag) naar de Tweede Kamer gestuurd. |
De staatssecretaris zal de Tweede Kamer informeren over de uit te voeren quickscan om te zien wat de impact is van nieuwe technologieën voor het overheidspersoneel. | Commissiedebat Digitale Dienstverlening door de overheid d.d. 23 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1012) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris stuurt op korte termijn meer informatie naar de Tweede Kamer over apps die worden beschouwd als zijnde afkomstig uit landen met een offensief cyberprogramma. | Plenair debat Tweeminutendebat over de bescherming van online gegevens d.d. 17 mei (Handelingen II 2022/23, nr. 82, item 11) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
Binnen het CIO-stelsel werken samen aan de digitalisering van de Rijksoverheid. Hierover wordt jaarlijks aan Tweede Kamer gerapporteerd in de vorm van departementale informatieplannen. Vanuit de kabinetsbrede verantwoordelijkheid ontvangt de Kamer van de staatssecretaris tegelijkertijd met deze brief een overkoepelende appreciatie van deze plannen. | Kamerbrief Werkagenda «Waardengedreven Digitaliseren» d.d. 4 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 940) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio november 2023 geïnformeerd. |
In de loop van volgend jaar ontvangt de Tweede Kamer een plan van aanpak inzake een aparte begroting voor Digitale Zaken dat de staatssecretaris i.s.m de minister van Financiën ontwikkelt. (TZ202211-226). | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdelen van BiZa, EZK en J&V die zien op digitalisering d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 116) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in vierde kwartaal 2023 geïnformeerd. |
Voor wat betreft meer inzicht te krijgen in de digitaliseringscomponent in de rijksbegroting. De I is in toenemende mate een onlosmakelijk onderdeel van het primair proces. Daarom gaat de staatssecretaris samen met de departementale CIO’s en het minFinanciën onderzoeken hoe er inzicht kan worden gegeven in planning en control cyclus omtrent digitalisering en hoe de informatie periodiek met de Kamer kan worden gedeeld, bijvoorbeeld als zelfstandig product of als onderdeel van de rijksbegroting. De staatssecretaris zal met hen een plan opstellen en dit met de Tweede Kamer delen in Q4 2023. | Kamerbrief Rijksbrede beschouwing bij meerjarige, departementale informatieplannen d.d. 8 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 933) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in vierde kwartaal 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zegt toe – in Q4 2022 – dat de Tweede Kamer geïnformeerd wordt over de vormgeving en het kader voor de informatieparagraaf. De informatieparagraaf wordt gefaseerd ingevoerd vanaf 2023. | Commissiedebat Digitaliserende overheid d.d. 5 oktober (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 929) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde 2023 geïnformeerd. |
Ook andere departementen hebben mij laten weten hard te werken om zoveel mogelijk algoritmen zo snel mogelijk in het register op te nemen. Dat vraagt tijd. In een jaarlijkse voortgangsrapportage melden de departementen over hun voortgang. Door de CIO Rijk is aan de ministeries gevraagd om te komen tot een planning per departement. In de tweede helft van het jaar informeer de staatssecretaris de Tweede Kamer verder over. | Kamerbrief Verzamelbrief ‘algoritmen reguleren’ d.d. 7 juli 2023 (2023-0000390213) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2023 geïnformeerd. |
In de tweede helft van dit jaar ontvangt de Tweede Kamer het beleid inzake digitale autonomie en infrastructuur dat we samen met EZK maken. (is een EZK toezegging, waar BZK aan meewerkt). | Commissiedebat Informatiebeveiliging bij de overheid d.d. 5 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1016) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe, als onderdeel van de controle op het beleid, om vanaf 2023 (te starten één jaar na publicatie van) het Rijksbreed Cloudbeleid 2022 te evalueren en over de voortgang van de implementatie te rapporteren om daarmee de Kamer de gelegenheid te geven om nadere vragen te stellen. | Kamerbrief Rijksbreed cloudbeleid 2022 d.d. 29 augustus 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 904) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zal in de evaluatie van het Rijksbreed cloudbeleid 2022 niet alleen Europese ontwikkelingen monitoren, maar ook in gesprek gaan met Europese collega’s en daarover aan de Tweede Kamer terugkoppelen. Dit gesprek is reeds gestart. | Plenair debat Tweeminutendebat Rijksbreed cloudbeleid 2022 (26 643, nr. 904) d.d. 16 februari 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 54, item 5) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Engels (D66) en Duthler (VVD), toe om, als er initiatieven vanuit de Tweede Kamer op het punt van horizontale werking van artikel 13 Grondwet komen, deze waar mogelijk te ondersteunen (T02460). | Plenair debat 33 989 Verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de onschendbaarheid van het brief-, telefoon- en telegraafgeheim d.d. 4 juli 2017 (Handelingen I, 2016/17, nr. 34, item 5) | In behandeling. De toezegging ziet – blijkens de toezegging zelf – op een reactie van de minister in geval van nieuwe initiatieven vanuit de Tweede Kamer. Daaromtrent zijn nog geen nieuwe ontwikkelingen bekend. |
Op de ministeries van J&V alsook van BZK worden voorbereidingen getroffen om het nieuwe kabinet snel beslissingen te laten nemen over de opvolging van het advies van de Commissie Fokkens met betrekking tot de procedure voor ambtsdelicten. De Tweede Kamer zal hierover vanzelfsprekend nader worden geïnformeerd. | Kamerbrief Stand van zaken implementatie GRECO aanbevelingen d.d. 26 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 15) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Hierbij zal er ook aandacht zijn voor algoritmische besluitvorming en hoe daarover gecommuniceerd wordt, om meer inzicht te krijgen in de huidige praktijk. Dit sluit aan op de opmerkingen die de Raad maakt over de inzet van algoritmes door de overheid. Het kabinet onderneemt in het kader van de werkagenda daarnaast diverse acties om een verantwoorde inzet van algoritmes te bewerkstelligen. Daarnaast wil het kabinet stimuleren dat bestuursorganen waar mogelijk ambtshalve onderzoeken hoe maatwerk (een bijzondere oplossing voor het individuele geval) kan worden toegepast als een dossier hier aanwijzingen voor bevat of als een bestuursorgaan uit anderen hoofde weet dat hiervoor aanleiding bestaat. Daarom wordt dit thema onderzocht door de Universiteit Leiden met een inventarisatiestudie naar het proactief identificeren van maatwerk gevallen. Het genoemde onderzoek is onlangs van start gegaan. Naar verwachting wordt het begin 2023 afgerond en daarna aan de Tweede Kamer aangeboden. | Kamerbrief Reactie op rapport digitalisering in wetgeving en rechtspraak d.d. 23 december 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 29362, nr. 319) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt geïnformeerd na afronding van de pre-consultatie over het wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Algemene wet bestuursrecht medio najaar 2023. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe zodra het onderzoek naar mogelijke uitbreiding van taken, inrichting en financieringssystematiek is afgerond in het voorjaar van 2023, met de betrokken partijen, waaronder de ADV’s en gemeenten, in overleg gaan om de verdere richting bepalen, en die delen met de Tweede Kamer. | Kamerbrief Reactie op brief Discriminatie.nl over Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen d.d. 12 december 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 30950, nr. 323) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zal de Tweede Kamer naar aanleiding van haar aanbod van de briefing over het AI-verdrag een planning van de onderhandelingen binnen de Raad van Europa over het AI-verdrag sturen. | Commissiedebat Kunstmatige intelligentie d.d. 25 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 972) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe dat de uitkomsten van het kwantitatief onderzoek, over de vraag in hoeverre men tegen discriminatie en racisme aanloopt binnen de rijksoverheid, worden gedeeld met de Kamer (T03545) | Plenair debat Initiatiefvoorstel-Hammelburg, Bromet en De Hoop Handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond (35741) d.d. 20 december 20 december 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 14, item 25) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Het kennisinstituut Movisie is, in opdracht van het ministerie van BZK, gestart met een onderzoek dat in kaart brengt hoe het meldingsproces bij ADV’s optimaal moet worden ingericht, zodat het melden van een discriminatieklacht een duidelijke meerwaarde heeft voor het slachtoffer. De minister verwacht eind 2022 de resultaten van dit onderzoek en zal de Tweede Kamer op de hoogte brengen van de vervolgstappen. | Kamerbrief Versterking ketenbrede aanpak discriminatie en racisme d.d. 23 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 30950, nr. 284) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind geïnformeerd. |
De minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe dat een afschrift van de brief aan de Tweede Kamer, met betrekking tot de verkenning van de Algemene wet gelijke behandeling, wordt verstuurd aan de Kamer (T03546) | Plenair debat Initiatiefvoorstel-Hammelburg, Bromet en De Hoop Handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond (35741) d.d. 20 december 20 december 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 14, item 25) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Schouwenaar (VVD), Koole (PvdA), Van Bijsterveld (CDA), De Boer (GroenLinks), Kuiper (ChristenUnie) en Holdijk (SGP), toe om bij de volgende evaluatie van de Algemene wet gelijke behandeling een voorstel te doen om artikel 5, lid 2, onderdeel d te schrappen (T01970). | Plenair debat Voorstel van wet van de leden Dijkstra en Schouw tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking tot ambtenaren van de burgerlijke stand die onderscheid maken als bedoeld in de Algemene wet gelijke behandeling (33 344) d.d. 27 mei 2014 (Handelingen I, 2013/14, nr. 31, item 12) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 april 2024 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Dittrich (D66) en Nicolaï (PvdD), toe Conventie 108+ te ratificeren en de Rijkswet daartoe na het zomerreces in te dienen. (T03247). | Plenair debat Wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (35 242) d.d. 8 juni 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 40, item 8) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Het kabinet is een voorstel voor het transitieverlof aan het uitwerken en is hiervoor in gesprek met de betrokken organisaties. Voor het eind van het jaar zal er een schets voor de invoering van het transitieverlof met de Tweede Kamer gedeeld worden. | Kamerbrief Brief beantwoording Kamervragen lid Koekkoek, 2022Z03120 d.d. 11 juli 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 3519) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De minister zal over een jaar een evaluatie naar de Tweede Kamer sturen met daarin opgenomen hoever het kabinet is met de uitvoering van de aan het kabinet gerichte aanbevelingen uit het rapport van de Venetiëcommissie. | Notaoverleg Reactie van de Venetië-Commissie van de Raad voor Europa over een adviesaanvraag rechtsbescherming van burgers in Nederland d.d. 30 mei (Kamerstukken II 2021/22, 29279, nr. 717) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2023 geïnformeerd. |
De minister is bereid te onderzoeken of het noodzakelijk is om de bevoegdheden van de Nationale Ombudsman in de wet- en regelgeving ten aanzien van dergelijke publieke taken uit te breiden of anderszins te verduidelijken (nav Dekker-Abdulaziz, D66) en zal de Tweede Kamer informeren. | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken begroting d.d. 13 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 12, item 7) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De minister zal de Tweede Kamer in september 2023 nader informeren over de versterking van de antidiscriminatievoorzieningen (ADV's). | Kamerbrief Brief vervolgtraject excuses slavernijverleden d.d. 23 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 2023Z11865) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe rond te zomer met een duidelijkere explicitering te komen op de vraag aan welke klassieke grondrechten getoetst zal kunnen worden. | Plenair debat Tweeminutendebat Constitutionele toetsing d.d. 19 april 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 84, item 11) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister is van plan om voor de NCDR een publiekscampagne te doen, maar wil een aantal onderzoeken afwachten. Bij Voorjaarsnota 2023 kijken voor dekking en zal de Tweede Kamer informeren. | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken begroting d.d. 13 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 12, item 7) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister van BZK zegt toe samen met de minister van J&V een gezamenlijke reflectie te geven op kritiek van de AP, CRM, Amnesty dat het wetsvoorstel Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden niet door de discriminatietoets zou komen. | Commissiedebat Discriminatie en racisme d.d. 24 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 3950, nr. 286) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio november 2023 geïnformeerd. |
Over het slavernijverleden komt het kabinet later dit jaar met een reactie. Over de gestelde voorschriften uit de gedragscode lifestyle neutraliteit geldt dat met het oog op de toekomst het gesprek met (en tussen) de betrokken partijen en stakeholders aangegaan moeten worden. De NCDR heeft hier ook een rol in. En naar aanleiding van de evaluatie van de Wbmgp zal de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening later dit jaar de Tweede Kamer berichten of en hoe hij de wet zou willen aanpassen. | Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen ontwerpbegrotingen 2023 (Begrotingshoofdstukken BZK H VII en Gemeentefonds, Provinciefonds, Staten-Generaal en overige Hoge Colleges van Staat) d.d. 6 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 12) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio november 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe dat het kabinet de conclusies van het rapport van het Verwey-Jonker Instituut, aangaande de systemische discriminatie van homoseksuelen tussen 1945-1971, bespreken met belangenorganisaties van LHBTI-personen. De Kamer zal hier later nader over worden geïnformeerd. | Kamerbrief Brief beantwoording Kamervragen lid Koekkoek, 2022Z03120 d.d. 11 juli 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 3519) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio december 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe hoe vorm te geven in het voorzien in de behoefte van de Kamer beter te informeren over de wijze van rapporteren van meldingen (35 meldingen/incidenten – algemene lijn in de incidenten). | Plenair debat Debat over de handhaving van de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende bekleding d.d. 26 september 2019 (Handelingen II 2019/20, nr. 6, item 3) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt begin 2024 geïnformeerd (bij evaluatie). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe om de Wet gedeeltelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding drie jaar na inwerkingtreding te evalueren en de Kamers hierover te informeren. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over de uitvoering van het gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding d.d. 16 september 2019 (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 3) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt begin 2024 geïnformeerd. |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Bikker (ChristenUnie), Lintmeijer (GroenLinks) en Nooren (PvdA), toe om contact te houden met de betrokken sectoren om de effecten van de wet, inclusief het effect op het aantal personen dat gezichtsbedekkende kleding draagt, in kaart te brengen. Ontwikkelingen in andere Europese landen worden hierbij betrokken. De Kamer wordt over 2-3 jaar geïnformeerd (T02615). | Plenair debat Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding (34.349) d.d. 12 juni 2018 (Handelingen I 2017/18, nr. 33, item 4) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt begin 2024 geïnformeerd (bij evaluatie). |
De minister zegt de Tweede Kamer toe na te gaan of de wet GBK meegenomen worden in de besluit personenvervoer, zodat dat de basis kan worden waarop het personeel iemand in het OV kan weigeren. De minister wilt dit meenemen bij de evaluatie. | Plenair debat Debat over de handhaving van de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende bekleding d.d. 26 september 2019 (Handelingen II 2019/20, nr. 6, item 3) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt begin 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt toe dat de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding wordt geëvalueerd en dat de Tweede Kamer hierover zal worden geïnformeerd. | Commissiedebat Discriminatie en racisme d.d. 24 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 3950, nr. 286) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt begin 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt toe als de dynamiek van de coronacrisis gezakt is met de Tweede Kamer in gesprek te gaan over een stresstest breed op de rechtsstaat, inclusief lagere overheden en de manier waarop veiligheidsregio’s functioneren. | Plenair debat Begrotingsbehandeling Binnenlandse Zaken d.d. 15 oktober 2020 (Handelingen II, 2020/21, nr. 15, item 13) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris voor Europese Zaken zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een verzoek van de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin, toe dat, wanneer het richtlijnvoorstel in de besluitvormende fase komt, het kabinet voorafgaande aan de desbetreffende Raad de definitieve (concept)versie van de richtlijn aan de Eerste Kamer opstuurt (T01237). | Verslag Schriftelijk Overleg 17 april 2010 (Kamerstuknummer onbekend) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt geïnformeerd als er voortgang is in het traject. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe de Brief stelselverantwoordelijkheid na het zomerreces van 2021 naar de Kamer te sturen. | Notaoverleg Advies Raad van State over ministeriële verantwoordelijkheid d.d. 5 juli 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 35570, nr. 65) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2024 geïnformeerd. |
De Minister zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Lokin-Sassen (CDA), toe de formulering van de artikel 93 en 94 Grondwet te betrekken in een meer integrale grondwetsherziening (31.570) (T01443). | Plenair debat Kabinetsreactie van 24 oktober 2011 (TK 31.570, nr. 20 ) op het advies van de Staatscommissie Grondwet (31.570) d.d. 7 februari 2012 (Handelingen I 2011/12, nr. 18, item 3 en 5) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt geïnformeerd zodra besloten is tot de bedoelde meer integrale grondwetsherziening. Er is vooralsnog nog geen zicht op een dergelijke herziening. |
De minister is voornemens de Eerste en Tweede Kamer voor het einde van 2022 door middel van een hoofdlijnennotitie te informeren over de wijze waarop zij de kandidaatstellingsprocedure wil versterken. | Kamerbrief Uitkomsten evaluatie gemeenteraadsverkiezingen 2022 d.d. 30 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 35165, nr. 50) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar 2023 geïnformeerd |
De minister zegt toe zich te bezinnen over de aanbeveling van de OVSE/ODIHR met betrekking tot rechterlijke toetsing van verkiezingsuitslagen, en de Tweede Kamer in het komende jaar nader te informeren over de bevindingen. Hierbij gaat de minister ook in op het advies van de Kiesraad hierover. | Kamerbrief Beantwoording vragen over evaluatie Tweede Kamerverkiezing maart 2021; aanbieden diverse stukken d.d. 16 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35165, nr. 42) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Zoals al aan de Tweede Kamer is gemeld, is de minister van BZK voornemens om over de toegankelijkheid in de Caribische landen van de Europese Parlementsverkiezingen een hoofdlijnennotitie aan uw Kamer te sturen. Tijdens het bestuurlijk overleg wil de staatssecretaris ook het eerste gevoelen van de landen peilen over dit onderwerp. In de hoofdlijnennotitie zullen verschillende mogelijkheden en hun voor-en nadelen worden uitgewerkt. Ook het afschaffen van de registratieplicht en het standpunt van de landen zullen in de hoofdlijnennotitie worden meegenomen. Er wordt gestreefd om de hoofdlijnennotitie eind 2022 of het eerste kwartaal van 2023 aan de Tweede Kamer te zenden. | Beantwoording Kamervragen gesteld tijdens eerste termijn begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties d.d. 19 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 48) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Graag weegt de minister het instrument tussentijdse raadsontbinding af tegen andere mogelijke instrumenten die een oplossing zouden kunnen bieden voor aanhoudende bestuurlijke problemen in gemeenten. De minister is voornemens die eventuele nieuwe instrumenten nader uit te werken en de Tweede Kamer hierover in het eerste kwartaal van 2023 te informeren. | Kamerbrief Beantwoording gestelde vragen betreffende het schriftelijk overleg over de notitie varianten tussentijdse raadsontbinding d.d. 17 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 145) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer begin 2023 te informeren over acties m.b.t. het versterken van de positie van de rol van raadsvoorzitter (en gemeenteraden als zodanig) en het onderzoeksrapport ‘Teveel van het goede?’ ook te bespreken met de NVvR en de VvG. | Commissiedebat Burgemeesters d.d. 19 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 28479, nr. 89) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer begin 2023 te informeren over het mogelijk niet geanonimiseerd openbaar maken van de reviewverslagen van de ADR. Hierin zal de minister ook nader toelichten hoe ze voornemens is om de voorbereiding van de verantwoording over 2022 vorm te geven en zal ze hierbij ingaan op het boetebeleid. Ten slotte zal ze ook de Kamer informeren over de dan actuele stand van zaken met betrekking tot de verantwoordingen van Volt en BIJ1. | Kamerbrief Reactie op advies Ctfpp over jaarstukken politieke partijen 2021 d.d. 23 december 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32634, nr. 8) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe in gesprek te gaan met betrokken partijen op het terrein van de openbaarmaking van reviews door de Auditdienst Rijk (ADR) en de Kamer begin 2023 te informeren over de uitkomsten hiervan. | Kamerbrief Reviews Auditdienst Rijk bij de accountants van politieke partijen over 2019 en 2020 d.d. 4 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32634, nr. 7) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris van BZK en de minister van JenV werken aan een verheldering van het juridisch kader voor online monitoring door gemeenten in het kader van openbare orde en veiligheid (OOV) en informeren de Tweede Kamer. | Commissiedebat Burgemeesters d.d. 19 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 28479, nr. 89) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer in het voorjaar van 2023 te informeren over de gesprekken die de minister voert met een aantal politieke partijen over het ontbreken van goedgekeurde verklaringen van de accountant en de gevolgen hiervan. | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie, democratie en verkiezingen d.d. 18 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 35165, nr. 55) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt zodra de procedure is afgerond geïnformeerd (zie ook planningsbrief Wpp). |
De minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe een handreiking aan politieke partijen mee te geven over de uitvoering van de wet (T03542). | Plenair debat Evaluatiewet Wet financiering politieke partijen (35657) d.d. 11 oktober 2022 (Handelingen I 2022/23, nr. 3, item 3) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Ganzevoort (GroenLinks), toe dat de staatssecretaris van BZK de Kamer binnenkort zal informeren over de wijze waarop het kabinet voornemens is om dit onderwerp, het democratisch tekort in het Koninkrijk, op te pakken (T03555). | Plenair debat Wet kiescollege niet-ingezetenen (36.071) (1e termijn) d.d. 11 oktober 2022 (Handelingen I 2022/23, nr. 3, item 11) | De Eerste Kamer wordt in het najaar van 2023 geïnformeerd. |
De minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe dat het punt van de Kiesraad over de gelijkheid van de kiezers, expliciet zal worden betrokken bij de evaluatie (T03552). | Plenair debat Wet kiescollege niet-ingezetenen (36.071) (1e termijn) d.d. 11 oktober 2022 (Handelingen I 2022/23, nr. 3, item 11) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV), toe dat zij aan de gemeente Den Haag zal vragen of het mogelijk is om een opname van de vergadering van het kiescollege te maken (T03553). | Plenair debat Wet kiescollege niet-ingezetenen (36.071) (1e termijn) d.d. 11 oktober 2022 (Handelingen I 2022/23, nr. 3, item 11) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe dat de ervaringen van de kiezerskandidaten en de politieke partijen onderdeel zullen vormen van de evaluatie. De minister zal ook de Kamer informeren over de uitkomsten van de evaluatie (T03554). | Plenair debat Wet kiescollege niet-ingezetenen (36.071) (1e termijn) d.d. 11 oktober 2022 (Handelingen I 2022/23, nr. 3, item 11) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer eind 2022 te informeren over de vorm, inhoud en toepassingsmogelijkheden van het afwegingskader nieuwe burgemeestersbevoegdheden. In de brief zal ook worden ingegaan op de ondersteuning en toerusting van raden en staten en het aantrekkelijk houden van decentrale politieke ambten. | Kamerbrief Een toekomstbestendig burgemeestersambt d.d. 13 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 164) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
Over de verdere invulling en uitvoering van de acties ter versterking van het decentraal bestuur streeft de minister ernaar de Kamers in het eerste kwartaal van 2023 te informeren. | Kamerbrief Actieagenda Sterk Bestuur d.d. 20 januari 2023 Kamerstukken II 2022/23, 33047, nr. 25) | In behandeling. De Eerste en Tweede Kamer worden in september 2023 geïnformeerd. |
Ik zet daarom in overleg met alle betrokkenen in op de verdere concretisering en vormgeving van een beleidskader decentraal bestuur – in samenhang met de andere initiatieven in deze brief – en verwacht uw Kamer daar aan medio 2023 het resultaat van te kunnen sturen. | Kamerbrief Actieagenda Sterk Bestuur d.d. 20 januari 2023 Kamerstukken II 2022/23, 33047, nr. 25) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt begin 2024 geïnformeerd. |
Er wordt gewerkt in samenwerking met de beroeps- en belangenverenigingen van het decentraal bestuur aan concrete acties en maatregelen ter versterking van de positie van decentrale volksvertegenwoordigingen. Goede kaderstelling en controle door volksvertegenwoordigers is van groot belang voor de kwaliteit van de democratische besluitvorming en daarmee voor de legitimiteit van het gemeente- en provinciebestuur. Zo is onlangs het wetsvoorstel versterking decentrale rekenkamers in de Eerste Kamer aangenomen. Het streven is dat de Tweede Kamer voor einde jaar 2022 over de voortgang van deze acties en maatregelen te informeren. | Kamerbrief Uitkomsten onderzoek naar opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen 2022 d.d. 10 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 35165, nr. 51) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister is voornemens om in het eerste half jaar van 2023 de Tweede Kamer nader te informeren over de inrichting van de functie van vertrouwenspersoon, bij wie bewindspersonen te rade kunnen gaan omtrent integriteitskwesties. | Kamerbrief Aanbieding gedragscode integriteit voor bewindspersonen d.d. 23 december 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 28844, nr. 251) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer in de eerste helft van 2023 nader te informeren over de inrichting van de functie van vertrouwenspersoon voor bewindspersonen. | Kamerbrief Aanbieding gedragscode integriteit voor bewindspersonen d.d. 23 december 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 28844, nr. 251) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2023 geïnformeerd. |
De minister verwacht de Tweede Kamer in september 2023 te kunnen informeren over de uitkomsten van de evaluatie van de provinciale staten- en waterschapsverkiezingen. | Kamerbrief Reactie op commissiebrief mbt verzoek om reactie op NRC-artikel en NVVB-standpunt d.d. 4 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 35165, nr. 57) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister zal de Tweede Kamer informeren over de uitkomsten van het herhaalde APPA-feitenonderzoek naar de al getroffen voorzieningen op de begrotingen. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over «De miljarden aan kosten voor de pensioenen van militairen en politieke ambtsdragers waarvoor geen voorziening is getroffen» (2023Z08429) d.d. 26 mei 2023 (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 2720) | In behandeling. De Tweede Kamer zal in het najaar van 2023 worden geïnformeerd. |
De minister zegt toe het rapport van de Adviescommissie ‘versterken weerbaarheid democratische rechtsorde’, die voor oktober 2023 staat gepland, naar de Tweede Kamer te sturen, samen met een reactie van de betrokken ministeries. | Kamerbrief Voortgang adviescommissie versterken weerbaarheid democratische rechtsorde d.d. 24 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 29279, nr. 784) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in oktober 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zal in de evaluatie van de oefening - die voorafgaand aan de verkiezingen voor de Provinciale Staten en waterschappen op het gebied van desinformatie is gehouden - betrekken hoe er verder kan worden geoefend met desinformatiesituaties (ofwel via het ISIDOR-platform ofwel via andere manieren) (TZ202307-105). | Commissiedebat Vervolg commissiedebat Desinformatie en online platformen d.d. 6 juli 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe aan het einde van het jaar 2023 de Eerste en Tweede Kamer in de brede voortgangsbrief te informeren over de verdere invulling van het vervolgonderzoek met betrekking tot het Slavernijverleden. | Kamerbrief Aanbieding onderzoek n.a.v. de motie-Ceder: onafhankelijk nationaal onderzoek slavernijverleden d.d. 15 juni 2023 | In behandeling. De Eerste en Tweede Kamer worden aan het eind van het jaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe in een brief in te gaan op de aanbevelingen in het evaluatierapport naar aanleiding van het onderzoek van het Europese Comité van Experts van de Raad van Europa naar hoe de overheid omgaat met de doelstellingen zoals deze in het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden zijn opgesteld. | Kamerbrief Antwoorden Schriftelijke Overleg Bestuursafspraak Friese taal en cultuur d.d. 21 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 115) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe dat de Tweede Kamer naar verwachting in het najaar van 2023 geïnformeerd zal worden over de resultaten van de evaluatie van het Convenant inzake de Nederlandse erkenning van de Limburgse taal door het ministerie van BZK en de Provincie Limburg. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen over het bericht ‘Den Haag schiet tekort voor het Limburgs’ d.d. 5 april 2023 (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 2176) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt eind 2023 de regeling voor betere beveiligingsmaatregelen voor burgemeesters en andere bestuurders (TZ202305-008). | Commissiedebat Integriteit openbaar bestuur d.d. 9 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 28844, nr. 266) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Op dit moment wordt er in opdracht van het ministerie een verkenning uitgevoerd naar kwetsbare processen bij gemeenten. In de kamerbrief over de voortgang van het programma Weerbaar Bestuur zullen de uitkomsten van deze verkenning aan bod komen. Deze kamerbrief zal in het voorjaar van 2023 naar de Tweede Kamer verzonden worden. | Kamerbrief Antwoorden schriftelijke Kamervragen ontwerpbegrotingen 2023 (Begrotingshoofdstukken BZK H VII en Gemeentefonds, Provinciefonds, Staten-Generaal en overige Hoge Colleges van Staat) d.d. 6 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 12) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe dat de Tweede Kamer voor het einde van 2023 geïnformeerd wordt over op welke wijze het wetsvoorstel (Tijdelijke experimentenwet bijstand in het stemhokje) de bijstand in het stemhokje gaat regelen. | Kamerbrief Beantwoording vragen lid Van der Graaf (CU) over het stemmen voor mensen met een beperking d.d. 13 juli 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 3520) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd over de stand van zaken van het wetsvoorstel. Over de inhoud van het wetsvoorstel wordt de Kamer geïnformeerd als het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer wordt verstuurd. |
Met dit nieuwe beleidskader worden de lijnen geschetst waarbinnen de Rijksoverheid optreedt tegen desinformatie. Eind 2023 wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van deze aanpak. | Kamerbrief Rijksbrede strategie effectieve aanpak van desinformatie d.d. 23 december 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 30821, nr. 173) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een motie van het lid Koffeman (PvdD), toe om in het kader van de Wet politieke partijen ook naar een indexering van giften en schulden te kijken (T03543). | Plenair debat Evaluatiewet Wet financiering politieke partijen (35657) d.d. 11 oktober 2022 (Handelingen I 2022/23, nr. 3, item 3) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in het najaar van 2023 geïnformeerd. |
De minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe in de memorie van toelichting van de nieuwe Wet financiering politieke partijen casuïstiek op te nemen rondom het onderwerp giften (T03540). | Plenair debat Evaluatiewet Wet financiering politieke partijen (35657) d.d. 11 oktober 2022 (Handelingen I 2022/23, nr. 3, item 3) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister informeert de Tweede Kamer begin 2024 over de voortgang op de aanpak burgerparticipatie en burgerfora. | Kamerbrief Aanpak burgerparticipatie en burgerfora d.d. 17 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 30184, nr. 38) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt begin 2024 geïnformeerd. |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van de leden Baay-Timmerman (50PLUS) en Van Hattem (PVV), toe om te bekijken of een experiment in een middelgrote gemeente ook mogelijk is (T03427). | Plenair debat Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten (35455) en Definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland (35670) d.d. 24 mei 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 29, item 10) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt medio april 2024 geïnformeerd. |
De minister van BZK zal de Tweede Kamer voorjaar 2024 verder informeren over de gekozen procedures ten aanzien van de verdere invulling van de subsidieregeling en het Herdenkingscomité. | Kamerbrief Brief vervolgtraject excuses slavernijverleden d.d. 23 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 2023Z11865) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in voorjaar 2024 geïnformeerd. |
De minister verwacht het wetsvoorstel modernisering van de Wet op de lijkbezorging eind 2022 aan de Tweede Kamer aan te kunnen bieden. | Kamerbrief Initiatiefnota DENK over eeuwigdurende grafrust d.d. 4 februari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35952, nr. 3) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in de eerste helft van 2024 geïnformeerd. |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Koole (PvdA) en Baay-Timmerman (50PLUS), toe om de evaluatie van de eerste stemming met model 2 aan de Kamer te sturen. Na deze evaluatie zal de minister de mogelijke vervolgstappen afwegen, waaronder de mogelijkheid om na bevredigend resultaat niet meer te experimenteren met model 1. Voorts zal de evaluatie van de gemeenteraadsverkiezingen met de Kamer worden gedeeld (T03429). | Plenair debat Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten (35455) en Definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland (35670) d.d. 24 mei 2022 (Handelingen I 2021/22, nr. 29, item 10) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in de zomer van 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer in 2025 te informeren over de evaluatie van de flyer over de permanente registratie en de mogelijkheid om als kiezer buiten Nederland te stemmen. | Kamerbrief Verzamelbrief verkiezingen d.d. 9 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 35165, nr. 52) | In behandeling. De Tweede Kamer zal in 2025 worden geïnformeerd. |
De staatssecretaris zal de Tweede Kamer in april 2023 informeren over de storing bij DigiD en neemt hierin mee of daardoor mensen specifiek zijn geraakt of in de problemen zijn gekomen. | Commissiedebat Digitale Dienstverlening door de overheid d.d. 23 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1012) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris laat onderzoeken of dit op korte termijn op vrijwillige basis is te realiseren, vooruitlopend op een wettelijke verplichting. Burgers kunnen er dan zelf voor kiezen om aan de balie een gezichtsopname te laten maken. De staatssecretaris verwacht de Tweede Kamer in najaar 2022 te informeren over de uitkomst hiervan. | Kamerbrief Aankondiging van maatregelen ter voorkoming van identiteitsfraude d.d. 8 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 25764, nr. 137) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zal de Tweede Kamer voor einde jaar 2022 informeren over de stand van zaken van de vervolgacties die in de kamerbrief zijn genoemd mbt maatregelen ter voorkoming van identiteitsfraude. | Kamerbrief Aankondiging van maatregelen ter voorkoming van identiteitsfraude d.d. 8 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 25764, nr. 137) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van den Berg (VVD) en Talsma (ChristenUnie), toe dat zij onderzoek zal doen naar of een ondergrens kan worden gedefinieerd voor opensourcecommunity’s en hoe dit juridisch kan worden verankerd. Ook zal er gekeken worden naar financiële ondersteuning (T03659). | Plenair debat Wet digitale overheid (vervolg) d.d. 21 februari 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 20, item 8) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in voorjaar 2024 geïnformeerd. |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ganzevoort (GroenLinks), toe dat zij voortdurend zal blijven kijken naar de veiligheid en betrouwbaarheid van de regulering, waarbij gekeken wordt naar elementen zoals algoritmische discriminatie (T03657). | Plenair debat Wet digitale overheid (vervolg) d.d. 21 februari 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 20, item 8) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ganzevoort (GroenLinks), toe dat wanneer in de toekomst technologieën worden bedacht die decentrale opslag mogelijk zouden maken, bij het gebruik van de inlogmiddelen, die ook onderzocht en gebruikt gaan worden (T03652). | Plenair debat Wet digitale overheid (vervolg) d.d. 21 februari 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 20, item 8) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd. |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Talsma (ChristenUnie) en Koole (PvdA), toe dat zij de Kamer jaarlijks een rapportage zal toesturen betreffende het functioneren van het stelsel, inclusief de capaciteit van de RDI en de samenwerking op Europees niveau betreffende de toezichthouders en overige nieuwe ontwikkelingen (T03653). | Plenair debat Wet digitale overheid (vervolg) d.d. 21 februari 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 20, item 8) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2026 geïnformeerd. |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Prins (CDA), toe dat uitdrukkelijk wordt aangegeven, inclusief criteria, op grond waarvan bepaalde Nederlandse inlogmiddelen worden goedgekeurd. Hierdoor wordt meer aandacht besteed aan de communicatie richting burgers (T03654). | Plenair debat Wet digitale overheid (vervolg) d.d. 21 februari 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 20, item 8) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2025 geïnformeerd. |
Hiermee wordt gezorgd dat de BRP (doorontwikkeling) als een stevig fundament blijft functioneren en ook toekomstige ontwikkelingen op het gebied van de digitale identiteit en de prioriteiten van de werkagenda Digitalisering kan ondersteunen. Hier gaat de staatssecretaris de komende jaren met alle betrokkenen in het stelsel mee aan de slag. De staatssecretaris zal de Tweede Kamer rond zomer 2023 opnieuw informeren over de stand van zaken. | Kamerbrief Stand van zaken Basisregistratie Personen d.d. 26 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 27859, nr. 163) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd over de stand van zaken BRP. |
De staatssecretaris stuurt in de zomer een brief naar de Tweede Kamer over de machtigingen op DigiD (TZ202307-071). | Commissiedebat Digitaliserende overheid d.d. 28 juni 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris stuurt in de zomer van 2023 een brief naar de Tweede Kamer over de uitkomsten van de experimenten over proactieve dienstverlening in het sociale domein. | Commissiedebat Digitale Dienstverlening door de overheid d.d. 23 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1012) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer in de zomer over de uitkomsten van de gesprekken met instellingen zoals zorgverzekeraars over beschikbare offline mogelijkheden voor vitale diensten, nadat de gesprekken zijn gevoerd. | Commissiedebat Digitale Dienstverlening door de overheid d.d. 23 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1012) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer voor de zomer van 2023 over offline mogelijkheden van digitale dienstverlening. Dit in relatie tot de bestaande motie Kathmann. | Commissiedebat Digitale Dienstverlening door de overheid d.d. 23 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1012) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister zal in overleg treden met minAPP in overleg treden om te bezien welke aanvullende mogelijkheden er zijn uitvoeringsorganisaties een kosteloze betalingsherinnering te sturen (nav Dekker-Abdulaziz, D66) en de Tweede Kamer informeren. | Plenair debat Begroting Binnenlandse Zaken begroting d.d. 13 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 12, item 7) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris verwacht de Tweede Kamer na zomer 2023 te informeren over de selectiecriteria voor de Nederlandse bevoegde autoriteit (mbt Verordening Interoperabel Europa). | Kamerbrief Antwoorden op vragen fiche: Verordening Interoperabel Europa d.d. 24 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 22112, nr. 3656) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
Het departement werkt daarom aan een behoefte- en doelgroepenonderzoek Informatiepunten Digitale Overheid (IDO’s), voorafgegaan door deskresearch en analyse om tot het juiste onderzoek te komen. De staatssecretaris zal de Tweede Kamer na zomer 2023 informeren over de resultaten van de analyse en de vervolgstappen hierop. | Kamerbrief Beantwoording schriftelijke v-100 vragen jaarverantwoording 2022 - Informatiepunt Digitale Overheid d.d. 7 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36360 VI, nr. 8) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe – medio 2023 – een volgende voortgangsbrief over alle nieuwe ontwikkelingen rondom VRS. | Kamerbrief Voortgangsbrief VRS d.d. 26 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 25764, nr. 138) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer voor het eind van 2023 over de voortgang van het programma Vertegenwoordigen. | Commissiedebat Digitale Dienstverlening door de overheid d.d. 23 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1012) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt hierover in september 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zal de Tweede Kamer informeren over de uitkomsten triloog. | Plenair debat Interpellatie-Leijten over het negeren van een Kamermeerderheid inzake de Nederlandse positie in het Europese debat over de Europese digitale identiteit d.d. 16 februari 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 54, item 9) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in vierde kwartaal 2023 geïnformeerd. |
Vanwege het belang om zo goed mogelijk zicht te hebben wie er in Nederland verblijven en waar, en om mensen tijdig te registreren als ingezetene bij langdurig verblijf, wil de staatssecretaris deze mogelijkheid verder uitwerken. De staatssecretaris zal de Tweede Kamer begin 2023 informeren over deze uitwerking en vervolgacties. (Bij de uitwerking betrek ik gemeenten en het ministerie van SZW.) | Kamerbrief Onderzoek verplichte registratie in de BRP bij kortdurend verblijf d.d. 26 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 27859, nr. 162) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor 1 januari 2024 geïnformeerd. |
Tevens monitort de VNG jaarlijks de relatie tussen de IDO’s/bibliotheken en gemeenten. Na zomer 2023 verwacht de staatssecretaris de Tweede hierover te kunnen informeren. Eind 2023 volgt een advies over de inrichting van overheidsbrede loketten en eventuele landelijke uitrol. | Kamerbrief Beantwoording schriftelijke v-100 vragen jaarverantwoording 2022 - Informatiepunt Digitale Overheid d.d. 7 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36360 VI, nr. 8) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer begin 2024 over de voortgang van de contactfunctionaliteit bij levensgebeurtenissen (één overheid). | Commissiedebat Digitale Dienstverlening door de overheid d.d. 23 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1012) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt begin 2024 geïnformeerd. |
In het voorjaar van 2024 ontvangt de Tweede Kamer een stand van zaken/analyse naar aanleiding van het doelgroepen/behoefteonderzoek naar de ondersteuningsbehoefte van (al dan niet) tijdelijk kwetsbare mensen (TZ202306-233). | Wetgevingsoverleg Jaarverslag en Slotwet over 2022 van het ministerie van BZK, EZK en van J&V voor zover het onderwerpen betreft die zien op digitalisering d.d. 13 juni 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in voorjaar 2024 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat er een invoeringstoets na 1 jaar en een evaluatie van de wet (wijziging Wet basisregistratie personen) komt. | Plenair debat Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met de invoering van een centrale voorziening ter ondersteuning van de colleges van burgemeester en wethouders bij het onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen d.d. 3 februari 2022 (Handelingen II 2021/22, item 11, nr. 46) | In behandeling. De Tweede Kamer is geïnformeerd over in werking treding per 15 mei 2023. |
De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ganzevoort (GroenLinks), toe dat dat de Kamer een afschrift krijgt van het toezichtkader betreffende misbruik bij de Wet digitale overheid wanneer deze er is (T03658). | Plenair debat Wet digitale overheid (vervolg) d.d. 21 februari 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 20, item 8) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2025 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe dat bij de wettelijke evaluatie van de Wet Elektronische publicaties, na vijf jaar (2026) in ieder geval ingegaan zal worden op de beschikbaarheid van publicaties voor digitaal minder vaardigen en op mogelijke gevolgen voor lokale media. | Plenair debat Wetsbehandeling Elektronischte publicaties (35 218) d.d. 3 december 2019 (Handelingen II 2019/20, nr. 31, item 58) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt uiterlijk 1 juli ‒ 2026 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zegt toe om bij de in de verordening voorziene evaluatiemomenten de vraag mee te nemen in hoeverre het toevoegen van vingerafdrukken op ID-kaarten een verminderend effect heeft op gevallen van ID-fraude. De eerste evaluatie is in 2027. | Plenair debat Wet uitvoering verordening identiteitskaarten (35 552-(R2148)) d.d. 26 mei 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 80, item 4) | In behandeling. De eerste evaluatie vindt plaats medio 2027. |
De minister-president zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Jorritsma-Lebbink (VVD), toe dat de staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering, mevrouw Van Huffelen, binnenkort de digitale werkagenda aan beide Kamers zal sturen (T03506). | Plenair debat Algemene Politieke Beschouwingen (EK) d.d. 18 oktober 2023 (Handelingen I 2022/23, nr. 4, item 12) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De wereld om ons heen, onze maatschappij en de techniek staan niet stil. De Werkagenda is een levend document en zal jaarlijks worden geactualiseerd. De Tweede Kamer zal bovendien jaarlijks een voortgangsrapportage van de staatssecretaris ontvangen. | Kamerbrief Werkagenda «Waardengedreven Digitaliseren» d.d. 4 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 940) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
In het CIO-beraad en bij de Interbestuurlijke Datastrategie zien we dat deze aanpak werkt. Dit vraagt op onderdelen nog het vinden van een goede balans tussen mijn coördinerende en de departementale verantwoordelijkheden. Hierover gaat de staatssecretaris het gesprek aan met haar collega's en zal zij de Tweede Kamer informeren in de eerste voortgangsrapportage over deze agenda. | Kamerbrief Werkagenda «Waardengedreven Digitaliseren» d.d. 4 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 940) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat zij in de werkagenda zal ingaan op digitale grondrechten en plichten. (Ook komt hier een stuk over regie op gegevens in terug.) | Commissiedebat Bescherming persoonsgegevens en digitale grondrechten d.d. 2 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32761, nr. 249) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Begin volgend jaar zal de staatssecretaris de Tweede Kamer informeren over uitkomsten van gesprekken met de SER over hun rol bij het vormgeven van de digitale transformatie. (TZ202211-219). | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdelen van BiZa, EZK en J&V die zien op digitalisering d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 116) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in de Agenda Digitale Samenleving over de voortgang geïnformeerd. |
Het belang van de Nederlandse burger en het borgen van de rechten bij gegevensverwerking staan voorop. Zodra er in het voorjaar van 2023 duidelijkheid is over het wel of niet het wegnemen van de beschreven risico’s door Facebook en over de mogelijke alternatieven voor overheidscommunicatie zal de staatssecretaris de Tweede Kamer informeren. | Kamerbrief Facebook Pages DPIA en HRIA d.d. 18 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32761, nr. 252) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zal de Tweede Kamer informeren over de uitkomst van het gesprek met dhr. Krijger. Dat is een toezegging aan mevrouw Kathmann. | Commissiedebat Inzet algoritmes en data-ethiek binnen de rijksoverheid d.d. 15 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/2023, 26643, nr. 982) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zal voor zomer 2023 een brief sturen aan de Tweede Kamer over wat het Kabinet wel of niet gaat doen omtrent cookies. | Plenair debat Tweeminutendebat over de bescherming van online gegevens d.d. 17 mei (Handelingen II 2022/23, nr. 82, item 11) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris stuurt een voorstel – voor zomer 2023 - naar de Tweede Kamer ten behoeve van onderzoek naar andere socialmediaplatforms, naar aanleiding van een vraag van mevrouw Van Weerdenburg en de heer Rahimi. | Commissiedebat Informatiebeveiliging bij de overheid d.d. 5 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1016) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat zij worden geïnformeerd – mogelijk via een brief – over het principe van het recht om offline te zijn. | Commissiedebat Bescherming persoonsgegevens en digitale grondrechten d.d. 2 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32761, nr. 249) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zegt toe dat er een onderzoek naar de impact van AI op de samenleving naar de Tweede Kamer komt (naar aanleiding van een vraag van mevrouw Van Weerdenburg). | Commissiedebat Digitale Infrastructuur en Economie d.d. 22 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1008) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Na zomer 2023 organiseert de staatssecretaris daarom een expertsessie om dit soort bestaande waardenkaders die van toepassing zijn op digitale technologie (in zijn algemeenheid) in samenhang te beschouwen en zal waar nodig ook verder onderzoek doen. Op basis hiervan zal de staatssecretaris de Tweede Kamer in de tweede helft 2023 per brief informeren over hoe we bestaande waardenkaders meer kunnen verbinden. | Kamerbrief Verzamelbrief ‘algoritmen reguleren’ d.d. 7 juli 2023 (2023-0000390213) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
In de brief ´Versterkte aanpak online´, die na de zomer naar de Tweede Kamer zal worden gestuurd, zullen de aangedragen voorbeelden van het lid Gündogan met betrekking tot anonimiteit op onlineplatformen en strafbare vervolging worden meegewogen (TZ202307-103). | Commissiedebat Vervolg commissiedebat Desinformatie en online platformen d.d. 6 juli 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zegt toe - in het derde kwartaal van 2023 - de Tweede Kamer te informeren over de vorderingen m.b.t. verschillende vervolgstappen die worden genomen om noodzakelijke aspecten rondom toezicht op algoritmen verder uit te werken. | Kamerbrief Inrichtingsnota algoritmetoezichthouder d.d. 22 december 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 953) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in derde kwartaal 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris stuurt een brief naar de Tweede Kamer over de uitkomsten van de onderhandelingen met Meta voordat er een definitief besluit wordt genomen over het gebruik van Facebook Pages door de overheid (TZ202307-070). | Commissiedebat Digitaliserende overheid d.d. 28 juni 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris informeert de Kamers in de rapportage over de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren over verbetering adressenregistratie en introductie van postcodes in Caribisch Nederland. | Kamerbrief Voortgangsbrief Bestuurlijke afspraken Caribisch Nederland d.d. 21 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 58) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio november 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zal de Tweede Kamer voor eind jaar 2023 een update geven over de vormgeving van de kaders van de toezichthouders omtrent de ´crisis response mechanisms´ (TZ202307-104). | Commissiedebat Vervolg commissiedebat Desinformatie en online platformen d.d. 6 juli 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2023 geïnformeerd. |
Ook in 2023 gaat de staatssecretaris verder met haar inzet om digitale inclusie te bevorderen. In de toekomst zal de staatssecretaris de Tweede Kamer in het kader van de voortgang van de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren rapporteren. Deze rapportage over de Werkagenda ontvangt de Kamers in najaar 2023. | Kamerbrief Werkagenda Waardengedreven Digitalisering: voortgang lijn 1 digitale inclusie d.d. 14 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 973) | In behandeling. De Kamers worden medio najaar 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zal najaar 2023 de Tweede Kamer bij de actualisatie van de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren nader informeren over alle activiteiten ten behoeve van digitale gemeenschapsgoederen. | Kamerbrief Digitale gemeenschapsgoederen d.d. 7 juli 2023 (2023-0000409011) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zegt Tweede Kamer toe (begin 2021) een voortgangsrapportage Open Source / effecten van het vrijgeven van broncodes. | Kamerbrief Beleidsbrief vrijgeven van de broncode van overheidssoftware d.d. 17 april 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 26643, nr. 676). | In behandeling. Onlangs is middels een (algemene) uitstelbrief aan de Kamer gecommuniceerd dat er geen separate voortgangsrapportage verstuurd zal worden maar dat het open, tenzij beleid jaarlijks in de voortgangsrapportage van de werkagenda Waardegedreven Digitaliseren meeloopt. De verbreding van dit beleidsthema zal uiteengezet worden in een Kamerbrief over digitale gemeenschapsgoederen die in september 2023 naar de Tweede Kamer zal gaan. |
De Tweede Kamer wordt jaarlijks via een update van de Werkagenda geïnformeerd over de stand van zaken m.b.t. digitale geletterdheid (TZ202211-220). | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdelen van BiZa, EZK en J&V die zien op digitalisering d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 116) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris stuurt voor eind jaar 2023 een onderzoek over overheidsdomeinextensies naar de Tweede Kamer (TZ202307-069). | Commissiedebat Digitaliserende overheid d.d. 28 juni 202 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De algoritmetoezichthouder publiceert eind 2023 een rapport om de ontwikkelingen in het algoritmetoezicht en de risico’s van algoritmen inzichtelijk te maken. Daarbij is aandacht voor zowel de positieve als de negatieve effecten van algoritme-inzet. Dit staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat dit rapport met de Tweede Kamer zal worden gedeeld. | Kamerbrief Inrichtingsnota algoritmetoezichthouder d.d. 22 december 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 953) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
Het opzetten van een Kinderrechten Keurmerk (KK) waaruit blijkt dat in een online product of dienst kinderrechten zijn geborgd. De Tweede Kamer zal begin 2024 over de uitwerking worden geïnformeerd. | Kamerbrief kinderrechten en digitalisering d.d. 14 juli 2023 (2023-0000420828) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt begin 2024 geïnformeerd. |
De staatssecretaris verwacht na zomer 2023 te starten met de interdepartementale afstemming en de technisch-organisatorische consequenties van de inbedding van het protocol, zodat alle overheden ermee aan de slag kunnen. De staatssecretaris verwacht de Tweede Kamer hierover begin 2024 te kunnen infomeren. Ook dit protocol wil ik op gaan nemen in het IKA. Hierover informeer ik u graag verder over in het eerste kwartaal van 2024. | Kamerbrief Verzamelbrief ‘algoritmen reguleren’ d.d. 7 juli 2023 (2023-0000390213) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt begin 2024 geïnformeerd. |
De staatssecretaris wil in het register tenminste de hoog risico algoritmen opnemen. De staatssecretaris spreekt hier van ‘tenminste’, want wil nog nader vast kunnen stellen of er voor overheidstoepassingen die niet direct hoog risico zijn, maar wel impactvol kunnen zijn, een verplichting moet komen om deze te publiceren in het algoritmeregister. Ook hier zal de staatssecretaris in eerste kwartaal 2024 op terugkomen. | Kamerbrief Verzamelbrief ‘algoritmen reguleren’ d.d. 7 juli 2023 (2023-0000390213) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in eerste kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe om één overzicht van de budgetflexibiliteit/niet-verplichte uitgaven (die er in de begroting als geheel zit) van de verschillende BZK-artikelen die de woningbouw betreffen te geven. | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe - richting de begroting van volgend jaar – te gaat kijken of we meer congruentie kunnen aanbrengen in het aggregatieniveau van de verschillende programma's en de teksten bij de begroting, zodat de begrotingsindicatoren, de doelstellingen waarmee de middelen worden verstrekt, duidelijker zichtbaar zijn in de begroting zelf. | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De bedragen van de SPUK worden meegenomen in de verantwoordingsstukken van volgend jaar (2024) (TZ202306-236). | Wetgevingsoverleg Jaarverslag en Slotwet over 2022 van het ministerie van BZK, EZK en van J&V voor zover het onderwerpen betreft die zien op digitalisering d.d. 13 juni 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in voorjaar 2024 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe dat er een onderzoek komt naar inkoopeisen en richtlijnen voor cyberveiligheid in het overheidsapparaat, en dan gaat het voornamelijk over landen met een offensief cyberprogramma (VVD). | Commissiedebat Digitale overheid, datagebruik en algoritmen, digitale identiteit (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 838) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Met de genomen beheersmaatregelen wordt stapsgewijs gewerkt aan de realisatie van de GCMK en daarmee wordt een bijdrage geleverd aan de borging van de veiligheid in betrokken Rijksverzamelkantoren. In de loop van 2022 zal staatssecretaris de Tweede Kamer informeren over de verdere voortgang. | Kamerbrief Voortgang project GCMK d.d. 9 augustus 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 26643, nr. 777) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris stuurt een brief – medio zomer 2023 - naar de Tweede Kamer aanleiding van de vraag van de heer Slootweg over extra waarborgen in de aanbestedingsregels ten behoeve van mensen die de overheid informatie toevertrouwen. | Commissiedebat Informatiebeveiliging bij de overheid d.d. 5 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1016) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister voor VRO komt dit jaar met een brief over de landelijke norm die beter invulling moet geven aan toegankelijkheid (van Rijksgebouwen) (TZ202306-215). | Commissiedebat Functioneren Rijksdienst d.d. 8 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 31490, nr. 330) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe de Kamer te informeren over de resultaten van het onderzoek naar uitbreiding van de verplichting om ISV toe te passen en een beleidsreactie te verzorgen. | Kamerbrief Beantwoording kamervragen van Raan Uitvoeringsagenda Internationale Sociale Voorwaarden d.d. 20 maart 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in vierde kwartaal 2023 geïnformeerd. |
Er wordt geïnventariseerd welke mogelijke onderwerpen moeten worden uitgewerkt voor de transitie naar hybride werken (personele aspecten/digitale werkomgeving/fysieke werkomgeving). Vervolgens wordt er de komende maanden enkele scenario’s ontwikkelen, waarbij kosten, baten en maatschappelijke effecten in beeld worden gebracht. Na weging van de scenario’s door het kabinet zal de staatssecretaris de Tweede Kamer hierover inhoudelijk nader informeren. | Kamerbrief Organisatie van het werk bij de Rijksoverheid in de toekomst d.d. 4 december 2020 (Kamerstukken II 2020/21, 31490, nr. 289) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt vierde kwartaal 2023 geïnformeerd. |
Het streven is de actualisatie van de masterplannen voor rijkskantoorhuisvesting in de tweede helft van 2023 gereed te hebben, waarna de masterplannen aan de Tweede Kamer worden voorgelegd en nadien door de minister van BZK vastgesteld. | Kamerbrief Beantwoording Schriftelijk Overleg Rijksvastgoed en de Renovatie Binnenhof d.d. 13 december 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 34293, nr. 128) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt tweede helft 2023 geïnformeerd. |
Uit een review met interne en externe deskundigen is gebleken dat de broncode van de app vrijwel geheel vrijgegeven kan worden (zie toelichting onder Openbaar gemaakte broncode). Komende periode werkt Logius aan het tweede deel van het Woo-verzoek voor het deel van de DigiD-software die bij Logius draait. De staatssecretaris zal de Tweede Kamer over deze verkenning informeren | Kamerstuk Broncode DigiD-app openbaar gemaakt d.d. 16 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 960) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio september 2023 geïnformeerd. |
Op korte termijn zal ook nog een digitaal werkbezoek worden afgelegd aan Noorwegen. Het verslag van dit werkbezoek zal de minister te zijner tijd ook met de Tweede Kamer delen. | Kamerbrief Aanbieding van het internationaal rechtsvergelijkend onderzoek en de rapportage van de internationale werkbezoeken omtrent de openbaarmaking van overheidsinformatie d.d. 17 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32802, nr. 56) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer jaarlijks proactief informeren over de stand van zaken van de afhandeling van de WOB-verzoeken, met daarbij ook een stappenplan en toelichting bij de vervolgstappen. | Mondelinge vraag van het lid LEIJTEN (SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht ‘Ministeries doen gemiddeld drie keer langer dan toegestaan over WOB-verzoek’ (Nos.nl, 28 januari 2022) d.d. 1 februari 2022 (Handelingen II 2021/22, nr. 44, item 3) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Eerste Kamer tussentijds te informeren over de uitkomsten van de vergelijking tussen de specifieke sectorale wetten en het verdrag Tromsø, zodra deze vergelijking is afgerond. | Kamerbrief Reactie op commissiebrief met vragen naar aanleiding van de Kamerbrief inzake Voortgang van de implementatie van de Wet open overheid (33328) d.d. 28 november 2022 (Kamerstukken I 2022/23, 33328, nr. AF) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt medio 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt de Eerste en Tweede Kamer toe periodiek, en aanvankelijk jaarlijks over de voortgang van de uitvoering van het meerjarenplan ihkv de verbetering van de digitale informatiehuishouding (Woo) te rapporteren. | Kamerbrief Wetsvoorstel Open overheid d.d. 2 januari 2019 (Kamerstukken II 2018/19, 35112, nr. 4) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De logische vervolgvraag is wat we met deze (nieuwe) bevindingen en inzichten kunnen doen om de toegang tot overheidsinformatie in Nederland te verbeteren en te versnellen en tegelijkertijd de uitvoeringslast voor bestuursorganen te verminderen. De minister zal de Tweede Kamer hierover in de eerste helft van 2023 nader informeren. | Kamerbrief Aanbieding van het internationaal rechtsvergelijkend onderzoek en de rapportage van de internationale werkbezoeken omtrent de openbaarmaking van overheidsinformatie d.d. 17 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32802, nr. 56) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2023 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Gerkens, toe de Kamer, eind 2021 dan wel begin 2022, te informeren over het aansluitplan voor PLOOI en de verschillende organisaties daarbij (T03360). | Plenair debat 33 328 & 35 112 Initiatiefvoorstellen inzake wet open overheid d.d. 28 september 2021 (Handelingen I 2021/22, nr. 1, item 11) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt voor het zomerreces een brief inzake de informatie op inventarisatielijsten van Woo-verzoeken (TZ202305-094). | Commissiedebat Archivering van stukken door bewindspersonen onder de archiefwet en de WOO/WOB d.d. 24 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32802, nr. 71) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister stuurt voor september 2023 een meerjarenplan Open Overheid (TZ202306-216). | Commissiedebat Functioneren Rijksdienst d.d. 8 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 31490, nr. 330) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio september 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de opvolging van de adviezen van het ACOI, zodra deze gegeven zijn, te inventariseren, de Tweede Kamer hierover te informeren. | Plenair debat Tweeminutendebat Wet open overheid d.d. 29 maart 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 67, item 8) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Koole, toe de wet te wijzigen zodat ook waterschappen onder artikel 5.2, derde lid, Wet open overheid vallen, zodra zich daartoe een gelegenheid voordoet (T03366). | Plenair debat 33 328 & 35 112 Initiatiefvoorstellen inzake wet open overheid d.d. 28 september 2021 (Handelingen I 2021/22, nr. 1, item 11) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in december 2023 geïnformeerd. |
De minister verwacht de Eerste en de Tweede Kamer in de tweede helft van 2022 te kunnen informeren over het standpunt van het kabinet inzake het wel of niet partij worden bij het Verdrag van Tromsø. | Kamerbrief Voortgang implementatie Wet open overheid d.d. 8 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 33328, nr. 43) | In behandeling. De Eerste en Tweede Kamer worden medio 2024 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ganzevoort, toe de belemmeringen voor het Verdrag van Tromsø in kaart te brengen en dit in het voorjaar van 2022 gereed te hebben (T03361). | Plenair debat 33 328 & 35 112 Initiatiefvoorstellen inzake wet open overheid d.d. 28 september 2021 (Handelingen I 2021/22, nr. 1, item 11) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 juli 2024 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole, toe onderzoek te starten naar het al dan niet ratificeren van het Verdrag van Tromsø (T03364). | Plenair debat 33 328 & 35 112 Initiatiefvoorstellen inzake wet open overheid d.d. 28 september 2021 (Handelingen I 2021/22, nr. 1, item 11) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 juli 2024 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Crone (PvdA), toe haar schriftelijk te informeren over de bevoegdheidsverdeling tussen het bevoegd gezag en de kwaliteitsborger (T03368). | Mondeling overleg met de commissie BiZa/AZ over de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen d.d. 9 november 2021 (Kamerstukken I 2021/22, 34453, nr. Z) | In behandeling. De Eerste Kamer is beantwoord met verwijzing naar de betreffende brieven uit 2021. Afwachten of de EK akkoord is met de uitvoering van deze toezegging. |
Op basis van de eerste tranche van het isolatieprogramma geeft de minister inzicht aan de Tweede Kamer in de spreiding over gemeente in Nederland. | Commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving d.d. 22 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1211) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt het 3e kwartaal 2023 geïnformeerd. |
De minister zal de Tweede Kamer op de hoogte houden van de gesprekken over de EPBD met de EC. | Commissiedebat Klimaatakkoord / verduurzaming gebouwde omgeving (voortzetting) d.d. 13 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 885) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in derde kwartaal 2023 geïnformeerd. |
In het klimaatpakket van april jl. is 25 miljoen euro ter beschikking gesteld. In het Klimaatpakket is verder een belangrijke stap gezet met de rentekorting voor VvE’s bij financiering via het Warmtefonds. Voor de zomer van 2023 ontvangt de Tweede Kamer een brief met hierin de volledige uitwerking van deze agenda. | Kamerbrief Voorjaarsbesluitvorming klimaat gebouwde omgeving en voortgangsrapportage PVGO d.d. 16 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1048) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer medio tweede kwartaal 2023 de versnellingsagenda verduurzaming voor VvE’s te doen toekomen. | Kamerbrief Versnelling verduurzaming gebouwen in beheer van Verenigingen van Eigenaars (VvE's) d.d. 23 december 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 30196, nr. 806) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
Daarnaast werkt het ministerie aan een verkenning naar de alternatieven voor het fonds (m.b.t. funderingsschade). Hierin wordt gekeken naar zowel de voorwaarden van het fonds als de mogelijkheid om het fonds landelijke werking te geven. Dat wil zeggen dat woningeigenaren uit het hele land een aanvraag kunnen doen, ongeacht of hun gemeente is aangesloten bij het fonds. De Tweede Kamer zal in eerste helft van 2022 nader worden geïnformeerd over de verkenning. | Kamerbrief Appreciatie moties n.a.v. 2-minutendebat Bouwregelgeving (23-11-2021) d.d. 29 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 28325, nr. 232) | In behandeling. De Tweede Kamer zal in september 2023 geïnformeerd worden over de uitkomsten van het onderzoek naar landelijke werking van het fonds. Dit is onderdeel van een bredere brief over de voortgang van de aanpak van funderingsproblematiek. |
Voor zomer 2023 komt de minister met een voorstel richting Tweede Kamer voor CO2-normering ten aanzien van bouwmaterialen en -proces in relatie tot de bouwkosten en woningbouwopgave. | Commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving d.d. 22 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1211) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe met betrekking tot onderzoek welke plaats construction stored carbon in het beleid voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving de Tweede Kamer nader over te informeren in de zomer van 2023. | Kamerbrief Beleidsagenda normeren en stimuleren circulair bouwen d.d. 23 december 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32852, nr. 223) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe (najaar 2022) een Verzamelwet (overgangsrecht voor de consumentendossiers) in te dienen bij de Eerste Kamer. | Kamerbrief Antwoorden op nadere vragen over het Ontwerpbesluit kwaliteitsborging voor het bouwen (34453) d.d. 22 november 2021 (Kamerstukken I 2021/22, 34453, nr. AA) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in het derde kwartaal 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer (eerste helft 2022) te informeren over eventuele aanvullende nationale regelgeving voor natuurinclusief bouwen. | Notaoverleg Initiatiefnota van de leden Bromet en Boswijk over groen in de stad (35742) d.d. 27 september 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35742, nr. 21) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in derde kwartaal 2023 geïnformeerd. |
Het rapport ‘Hemelwater- en grijswatergebruik in het gebouw. Mogelijke verplichting in Bbl’ heeft als doel een overzicht te geven van bestaande informatie over hemelwater- en grijswatersystemen op het gebied van techniek, volksgezondheid, milieu, kosten en wet- en regelgeving. De minister werkt samen met de ministers van VWS en IenW aan een beleidsreactie. Deze ontvangt de Tweede Kamer na zomerreces 2023. | Kamerbrief Rapport ‘Hemelwater- en grijswatergebruik in het gebouw. Mogelijke verplichting in Bbl’ d.d. 28 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 27625, nr. 633) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
Het is van belang dat gemeenten de onderzoeken voortvarend zullen oppakken om in hun archieven na te gaan of scholen in hun gemeente mogelijk met het MuWi-systeem gebouwd zijn. Na 2023 zomer zal de minister de Tweede Kamer over de resultaten berichten. | Kamerbrief Onderzoek mogelijke schade MuWi-scholen d.d. 30 juni 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister gaat in gesprek met KNVB in samenspraak met ministerie van JenV over inzet auditteams Voetbal en Veiligheid in relatie tot de constructieve veiligheid voetbalstadions en informeert de Tweede Kamer voor Herfstreces 2023. | Plenair debat Tweeminutendebat Bouwregelgeving d.d. 8 juni 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt vóór het Herfstreces 2023 geïnformeerd. |
De brandweer doet onderzoek naar de oorzaak van de woningbrand in Arnhem. Daarin wordt ook meegenomen of situatie conform bouwbesluit is. Medio najaar 2023 zal dit samen met de brandweer en andere partijen worden besproken wat nodig is en/of de regelgeving dient te worden aangepast en wat nodig is en tot handelen over te gaan. Voor wat betreft certificering zegt de minister daarover in gesprek te gaan met Techniek NL. De minister zegt ook toe aan de heer Van Haga dat de vraag of zonnepanelen de oorzaak waren van 55 branden zal worden meegenomen in het uit te voeren onderzoek en stuurt het onderzoek naar de Tweede Kamer. | Mondelinge vraag van het lid PETER DE GROOT (VVD) aan de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht ‘Brandweer: leg dak van woning niet meer helemaal vol met zonnepanelen; Pleidooi voor verplichte meter ruimte’ (Telegraaf.nl, 19 juni 2023) d.d. 20 juni 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren zodra duidelijkheid bestaat over de ruimte van private keurmerken naast de voorgeschreven Europese CE-markeringen. De minister wacht op antwoord van de Europese Commissie over dit vraagstuk. | Algemeen overleg Bouwregelgeving d.d. 29 juni 2016 (Kamerstukken II 2016/17, 28325, nr. 160) | In behandeling. Naar verwachting kan de Tweede Kamer in oktober 2023 worden geïnformeerd. |
Met de Nationale aanpak fase 1 wordt een eerste stap gezet richting versnelling van de aanpak rond klimaatadaptatie in de gebouwde omgeving. Met als doel dat mensen nu en in de toekomst veilig, prettig en gezond kunnen wonen en leven. Dit kan het Rijk niet zonder alle betrokken partijen die al vele jaren aan de slag zijn. De minister houdt de Tweede Kamer middels een jaarlijkse brief op de hoogte van de voortgang. | Kamerbrief Aanbieding Nationale aanpak Klimaatadaptatie gebouwde omgeving fase 1 d.d. 23 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1149) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zal met de uitwerking van de eerder genoemde beleidsmaatregelen aan de Tweede Kamer voortvarend aan de slag gaan en de Kamer over de voortgang voor de zomer van 2023 nader informeren. | Kamerbrief Rapport ‘Evaluatie werkpraktijk gespoten PUR-isolatie’ d.d.2 december 2022 (kamerstukken II 2022/23, 28325, nr. 246) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
VNG en individuele gemeenten geven aan dat het ‘subsidielandschap’ voor warmtenetten in de gebouwde omgeving ingewikkeld is en dat gemeenten meer regie willen nemen. Daarom wordt gekeken of en hoe subsidies gebundeld kunnen worden om het proces van planning en uitvoering te ondersteunen en te versnellen. Voor het einde jaar 2023 informeert de minister de Tweede Kamer over de uitkomst. | Kamerbrief Verduurzaming gebouwde omgeving d.d. 14 juli 2023 (2023-0000339146) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de eerste helft van 2020 te gebruiken om de overgenomen adviezen van de werkgroep nader uit te werken in voorstellen voor wet- en regelgeving. Daarnaast hoopt de minister medio 2020 een voorontwerp van het wetsvoorstel voor de laadpunten in consultatie te brengen en de Tweede Kamer nader te informeren over de overige mogelijke aanpassingen in wet- en regelgeving. | Kamerbrief Aanpassing besluitvormingsprocedures inzake verduurzaming bij Verenigingen van Eigenaars (VvE's) d.d. 17 december 2019 (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 692) | In behandeling. In he vierde kwartaal van 2023 wordt het voorontwerp aangeboden aan de Tweede Kamer. |
De minister zal in overleg met minister Schouten bezien of er mogelijkheden zijn voor financiering van huishoudens in de schuldsanering en komt daar in het programma versnelling verduurzaming op terug. | Commissiedebat Klimaatakkoord / verduurzaming gebouwde omgeving (voortzetting) d.d. 13 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 885) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Voor einde jaar 2023 informeert de minister de Tweede Kamer over de opzet van de uitvoering monitoring WKB. | Commissiedebat Bouwregelgeving d.d. 8 juni 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2023 geïnformeerd. |
De minister houdt de Tweede Kamer eind 2023 met de jaarlijkse brief over de Nationale aanpak ‘klimaatadaptatie gebouwde omgeving’ op de hoogte van de voortgang van de landelijke maatlat. | Kamerbrief klimaatadaptieve gebouwde omgeving en verkenning groennorm d.d. 23 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1195) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De minister stuurt eind 2023 - samen met de minister voor Klimaat en Energie - het onderzoek van TNO over brandveiligheid zonnepanelen naar de Tweede Kamer. | Commissiedebat Bouwregelgeving d.d. 8 juni 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd. |
De minister stuurt de Tweede Kamer - najaar 2023 - stand van zaken rapport evaluatie gespoten purisolatie. | Commissiedebat Bouwregelgeving d.d. 8 juni 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Fiers (PvdA), Lintmeijer (GroenLinks) en Bikker (ChristenUnie) toe om de Kamer vooruitlopend op de inwerkingtreding van de wet jaarlijks een voortgangsrapportage te sturen. Hierbij wordt ook een plan van aanpak voor de monitoring en de tussentijdse evaluatie gevoegd. De minister zal in de voortgangsrapportage ingaan op de routekaart voor gebouwen in de gevolgklassen 2 en 3 (T02737). | Plenair debat Derde termijn Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (34453) d.d. 23 april 2019 (Handelingen I 2018/19, nr. 27, item 10) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2024 geïnformeerd. |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer toe dat tot aan de inwerkingtreding van de wet proefprojecten georganiseerd zullen worden, om zo veel mogelijk ervaringen op te doen die kunnen worden meegenomen bij de implementatie van het stelsel (T02736). | Plenair debat Derde termijn Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (34453) d.d. 23 april 2019 (Handelingen I 2018/19, nr. 27, item 10) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2024 geïnformeerd. |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Klip-Martin (VVD) en Rietkerk (CDA), toe dat de Kamer zeggenschap krijgt met betrekking tot de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) voor Gevolgklassen 2 en 3 (T03569). | Plenair debat Omgevingswet(voortgangsbrief + conceptbesluit) d.d. 7 maart 2023 (Kamerstukken I 2022/23, nr. 21, item 9) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2029 geïnformeerd. |
De minister zegt toe, gezien de resultaten van het onderzoek aanleiding te zien om samen met de VNG te verkennen of er, binnen het aangegeven kader voor waardegrondslag en de effecten, behoefte is aan een regeling in de geschetste richting (verplichte stedelijke herverkaveling) en zal de Tweede Kamer daar na de zomer over informeren. | Kamerbrief onderzoek naar verplichte stedelijke herverkaveling d.d. 15 februari 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 35133, nr. 40) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt voor zomer 2023 een brief over speculatieve grondhandel, mede namens de ministers van Financiën (of staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst) en Rechtsbescherming. Met daarbij de toezegging aan dhr. Minhas (VVD): de minister zal zijn oordeel geven over wat deze praktijk doet met de ruimte. | Commissiedebat Ruimtelijke Ordening d.d. 11 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 163) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zal in contact treden met de Rijksbouwmeester over oog hebben voor architectonische kwaliteit voor de woningbouw. Niet alleen aantallen maar ook ruimtelijke kwaliteit van nieuwe woningen. De minister zal de Kamer Tweede hierover informeren. | Commissiedebat Ruimtelijke Ordening d.d. 11 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 163) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Eén van de aangekondigde maatregelen in de beleidsagenda is het opstellen van een ruimtelijk ontwikkelingsprogramma voor Caribisch Nederland. In de eerste helft van 2022 is een verkenning uitgevoerd naar de mogelijke inhoud van dit programma en het te voeren proces. De verkenning heeft onder andere geleid tot een voorlopige opzet met thema’s voor het programma, die is gedeeld met de departementen en de eilandbesturen. Op basis hiervan zal in de eerste helft van 2023 in samenwerking met deze partners een definitief programma worden opgesteld. Daarbij zal vanzelfsprekend ruimte zijn voor participatie en inspraak door de eilandbewoners, maatschappelijke organisaties en ondernemers. Het programma zal na de zomer van 2023 naar de Tweede Kamer worden gezonden. | Kamerbrief Beantwoording vragen van de leden Wuite en (D66) over de Nationale aanpak Klimaatadaptie gebouwde omgeving fase 1 (2022Z23327) d.d. 17 januari 2023 (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 1287) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister van EZK zegt toe dat het programma werklocaties medio zomer 2023 naar de Tweede Kamer komt. Hierin wordt de Kamer ook geïnformeerd over de voortgang op het gebied van hyperscales. | Commissiedebat Digitale Infrastructuur en Economie d.d. 22 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1008) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
Zonnepanelen op landbouwgrond. Nou, er is een verkenning gestart om invulling te geven aan de gevraagde normering: op welke gronden zou je het wel willen en op welke gronden niet? Dat zou kunnen leiden tot een aanpassing van het Besluit activiteiten leefomgeving of het Besluit kwaliteit leefomgeving, twee besluiten onder de Omgevingswet. Dat betekent ook dat er heel goed wordt gekeken naar de randvoorwaarden, zoals de netinpassing. De resultaten van die verkenning komen voor zomer 2022 naar de Tweede Kamer. | Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in het coalitieakkoord op het terrein van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe dat de Tweede Kamer in de eerste helft van 2023 geïnformeerd zal worden over de strategie voor de inzet van rijksgrond. | Kamerbrief Verbreding takenpakket Rijksvastgoedbedrijf d.d. 28 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 34357, nr. 4) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe Ontwerp NOVI (eind 2022), definitieve aanscherping NOVI 2023. Daar hoort uitvoeringsprogramma bij waarvan we begin mei aangeven wanneer dat komt, maar dat wil ik eigenlijk dit jaar gereed hebben. | Commissiedebat Hoofdlijnendebat met de nieuwe minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de maatregelen in het coalitieakkoord op het terrein van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 27 januari 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 141) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
In najaar 2023 ontvangt de Tweede Kamer de beleidslijn t.a.v. de grootschalige distributiecentra in samenwerking met de minister van EZK en dit zal in het Besluit Kwaliteit Leefomgeving worden geborgd. | Commissiedebat Ruimtelijke Ordening d.d. 11 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 163) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Samen met betrokken partijen wordt gewerkt aan de verdere ontwikkeling van de inhoudelijke en eventuele juridische kaders voor een grotere inzet op groen in en om de stad. Voor het zomerreces 2023 zal de minister de Tweede Kamer nader informeren over de stand van zaken van deze trajecten en van de andere acties die in dit verband worden opgepakt. | Kamerbrief klimaatadaptieve gebouwde omgeving en verkenning groennorm d.d. 23 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1195) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eerste kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De minister verwacht dat de handreiking ‘Groen in en om de stad’ tweede helft 2023 gereed kan zijn en deze zal bij afronding ook aan de Tweede Kamer worden aangeboden. | Kamerbrief klimaatadaptieve gebouwde omgeving en verkenning groennorm d.d. 23 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1195) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eerste kwartaal 2024 geïnformeerd. |
Belangrijk punt van kritiek van Nederland op het voorstel is de wijze waarop de EU stuurt op het vergroten van de biodiversiteit en het vergroenen van het stedelijk gebied. Bij de verdere besluitvorming op basis van de juridische verkenning zal ook de uitkomst van het overleg op Europees niveau worden betrokken. De verwachting is deze nadere juridische verkenning tweede helft 2023 af te kunnen ronden en de resultaten aan de Tweede Kamer aan te bieden. | Kamerbrief klimaatadaptieve gebouwde omgeving en verkenning groennorm d.d. 23 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1195) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eerste kwartaal 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt toe in het proces naar de nieuwe Nota Ruimte ontvangt de Tweede Kamer na de zomer van 2023 een contourennotie van de nieuwe Nota Ruimte. | Kamerbrief Voortgang regie op de ruimte en programma Mooi Nederland d.d. 24 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 160) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2024 geïnformeerd. |
De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe dat rentmeesterschap de grondtoon vormt voor de nota Ruimte. Bovendien wordt de manier waarop de dialoog wordt vormgegeven betrokken bij wijze waarop wordt gemonitord en de evaluatie wordt ingericht (T03565). | Plenair debat Omgevingswet(voortgangsbrief + conceptbesluit) d.d. 7 maart 2023 (Kamerstukken I 2022/23, nr. 21, item 9) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 juli 2024 geïnformeerd. |
De minister verwacht in het najaar van 2023 de Tweede Kamer opnieuw te informeren over de voortgang van de samenwerking in het Kustpact. | Kamerbrief Voortgang Kustpact 2022 d.d. 19 december 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 29383, nr. 387) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor zomerreces 2024 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer gedetailleerd inzicht zal geven in de gemaakte afwegingen op het moment dat bijstelling van het budget aan de orde is, naar aanleiding van de vraag van het lid Bisschop. | Parlementair agenda punt [10-11-2021] - Commissiedebat Renovatie Binnenhof d.d. 10 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 34293, nr. 124) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Tegelijkertijd is geconstateerd dat in de ontwerpfase minder vooruitgang is geboekt dan gepland. De komende maanden zal een herijking van de planning worden uitgevoerd. Hierbij wordt onderzocht op welke wijze optimalisaties, versnellingsmogelijkheden en aanpassingen nodig zijn. Het streven is de Tweede Kamer in de 9de voortgangsrapportage Renovatie Binnenhof te informeren over een nieuwe integrale planning. | Kamerbrief Achtste voortgangsrapportage Binnenhof Renovatie d.d. 4 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 34293, nr. 127) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Het budget in de 8ste voortgangsrapportage is ongewijzigd. Ten aanzien van de advies- en ontwerpkosten is echter geconstateerd dat deze omvangrijker zijn dan op grond van de actuele stand van zaken in het programma verwacht zou mogen worden. De minister heeft opdracht gegeven dit te onderzoeken. In de 9de voortgangsrapportage Renovatie zal de minister de Tweede Kamer informeren over de uitkomsten van dit onderzoek. | Kamerbrief Achtste voortgangsrapportage Binnenhof Renovatie d.d. 4 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 34293, nr. 127) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister gaat in gesprek met de gemeente Zeewolde over de ontwikkelingen rondom de hyperscale en informeert de Tweede Kamer hierover zodra er nieuws is. | Commissiedebat Datacenters d.d. 23 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 26643, nr. 900) | In behandeling. Voor het Datacenter Zeewolde heeft Meta in juni 2022 gemeld af te zien van vestiging in Zeewolde en daardoor is de verkoop opgeschort. Nieuwe plannen voor hyperscale datacenters zullen moeten voldoen aan de AMvB, die momenteel in voorbereiding is. |
De aanbevelingen van het doorlichtingsrapport en de opbrengsten van deze workshop worden benut voor het implementatieplan, dat door het RVB zal worden opgesteld in overleg met de directeur FEZ. Op basis van het implementatieplan en na overleg met de betrokken directeuren, wordt besloten welke inspanningen en/of investeringen noodzakelijk zijn voor de versterking van het functioneren van het RVB. Een jaar na vaststelling van het implementatieplan organiseert BZK/FEZ een tweede workshop met de dezelfde deelnemers ter bespreking van de voortgang van de implementatie. De Tweede Kamer ontvangt hiervan te zijner tijd een verslag. | Kamerbrief Aanbieding doorlichtingsrapport agentschap Rijksvastgoedbedrijf 2016 ‒ 2020 d.d. 23 mei 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 34357, nr. 3) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe (najaar 2023) dat in de volgende voortgangsrapportage renovatie Binnenhof zal worden ingegaan op de externe validatie van de nieuwe integrale planning. Daarbij zal ook aandacht zijn voor het mogelijk eerder in gebruik nemen van delen van het Binnenhof. | Commissiedebat Rijksvastgoed en Renovatie Binnenhof d.d. 10 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 34293, nr. 130) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe (najaar 2023) een brief te sturen over de inzet van rijksgronden voor meerdere doeleinden. Daarbij in het bijzonder aandacht voor de mogelijkheden verliesgevende en winstgevende grondexploitaties met elkaar te verbinden. | Commissiedebat Rijksvastgoed en Renovatie Binnenhof d.d. 10 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 34293, nr. 130) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De nu lopende onderzoeksfase is een belangrijk meetmoment. De eerste resultaten van deze onderzoeksfase worden rond de zomer van 2023 verwacht. Deze resultaten zullen onder andere worden gebruikt om een meer gedetailleerde planning tot aan het einde van het programma te kunnen maken. De huidige verwachting is dat in het najaar van 2023 de Tweede Kamer hierover wordt geïnformeerd. | Kamerbrief Zevende voortgangsrapportage Binnenhof Renovatie d.d. 14 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 34293, nr. 126) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Het verzoek in kamervraag 3 « Kunt u ons alle documenten (e-mails, notulen, rapporten, vergaderstukken, et cetera) sturen waarin de Nederlandse regering als ‘KDTI pilot partner’ wordt genoemd, handelt of betrokken is» is omvangrijk en kost tijd. De staatssecretaris zegt toe dat het streven is deze documenten voor zomer 2022 naar de Tweede Kamer te sturen. | Kamerbrief Beantwoording Kamervragen Known Traveller Digital Identity (KTDI) d.d. 24 februari 2022 (Aanhangsel Handelingen II, 2021/22, nr. 1855) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De Minister van BZK zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV), toe na te gaan of de verslagen van de landelijke regietafels, in ieder geval de Landelijke Regietafel Migratie, openbaar zijn en hoe duidelijkheid gecreëerd kan worden voor wat betreft de verantwoording van dergelijke regietafels (T03212). | Plenair debat Verhouding centrale overheid en decentrale overheden d.d. 11 mei 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 36, item 10) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe in gesprek te gaan met grote particuliere verhuurders over of de geschrapte verhuurderheffing ook bij hen kan leiden tot lagere huren en de Tweede Kamer daarover te informeren. | Plenair debat Wijziging van de Woningwet (huurverlaging 2023 voor huurders met lager inkomen (36 281) d.d. 2 februari 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 48, item 11) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Er wordt in samenwerking met de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gewerkt aan een gezamenlijke reactie op het rapport ‘Ongehoord! De onzichtbaarheid van kinderen met huisvestingsproblemen’ van de Kinderombudsman. In het voorjaar komt een gezamenlijke schriftelijke reactie op het rapport van de Kinderombudsman en wordt de Tweede Kamer hierover geïnformeerd. | Kamerbrief Antwoorden op vragen uit het verslag van het schriftelijk overleg over de reactie op de jaarverslagen 2020 van de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman d.d. 29 maart 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35743, nr. 4) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister wil de maximaal toegekende korting begrenzen op € 50.000 per woning. Deze korting mag kopers later niet in de problemen brengen. Dit geldt vooral wanneer zij om wat voor reden dan ook de woning onverhoopt snel moeten verkopen in economisch minder florissante tijden. Om koopstarters goed te kunnen helpen, verwacht de minister ook van gemeenten en ontwikkelaars een bijdrage. Voor de zomer informeert de minister de Tweede Kamer over de nadere uitwerking van de regeling. | Kamerbrief Meer kansen voor koopstarters d.d. 7 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 996) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister vindt het belangrijk dat een bredere doelgroep starters in staat is om een woning te kopen. De zorgen die bij veel van hen leven over of zij een koopwoning kunnen betalen, leidt er onder andere toe dat zij samenwonen of het stichten van een gezin uitstellen. De minister wil dit veranderen. Daarom informeert hij de Tweede Kamer nog voor zomer 2023 over de nadere uitwerking van het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen, zodat gemeenten en ontwikkelaars nog dit jaar met de beschikbaar gestelde middelen aan de slag kunnen en koopstarters dat duwtje in de rug kunnen geven. | Kamerbrief Meer kansen voor koopstarters d.d. 7 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 996) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt voor zomer 2023 het ABF rapport over de invloed van de demografische ontwikkelingen in de woningmarkt. In de reactie zal de Minister de betaalbaarheidsambitie meenemen. | Commissiedebat Ruimtelijke Ordening d.d. 11 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 34682, nr. 163) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Na de VJN komt de minister terug bij de Tweede Kamer op de mogelijkheden voor tochtkorting (mede in relatie tot de investeringscapaciteit verhuurders). | Commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving d.d. 22 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1211) | In behandeling. De verwachting is dat de Tweede Kamer in derde kwartaal 2023 wordt geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt na zomer 2023/voor Prinsjesdag een brief inzake de uitwerking van het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen (de instelling van het revolverend fonds). | Commissiedebat Woningbouwopgave en koopsector d.d. 5 juli 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De aanpassing van de disconteringsvoet is mogelijk omdat uit nader onderzoek naar voren is gekomen dat het te verwachten is dat de disconteringsvoet in de toekomst niet fors meer gaat toenemen. De minister zal, samen met de toezichthouder, met voorstellen komen voor een specifieke disconteringsvoet voor corporaties. De minister zal de Tweede Kamer hierover in meer detail rond zomer 2023 informeren. | Kamerbrief Financiële haalbaarheid investeringen corporaties en lokale prestatieafspraken 2023 d.d. 16 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 561) | In behandeling. De Kamers worden in september 2023 geïnformeerd. |
De minister zet onverminderd in op de bestrijding van woondiscriminatie met effectieve middelen conform de genoemde actielijnen. De minister is voornemens om de Tweede Kamer in 2023 te informeren over de verdere voortgang van de aanpak woondiscriminatie. | Kamerbrief Voortgang aanpak woondiscriminatie d.d. 23 december 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 989) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het jaar 2023 geïnformeerd. |
De minister wil dat er voor zowel het biedlogboek als voor tuchtrechtspraak één marktbrede norm komt waar partijen zich aan conformeren. In de komende maanden gaat hij met de brancheorganisaties aan de slag om deze norm te ontwikkelen. Deze norm kan vervolgens worden vastgelegd in de wet zodat alle partijen die betrokken zijn bij het bied- of onderhandelingsproces zich aan deze norm moet houden. Over de exacte vormgeving van het proces rondom de ontwikkeling van deze norm en de evaluatie zal de minister de Tweede Kamer medio zomer 2023 informeren. | Kamerbrief Meer kansen voor koopstarters d.d. 7 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 996) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister werkt met partners van het Landelijk actieplan studentenhuisvesting aan andere maatregelen die het aanbod van onzelfstandige woonruimte kunnen vergroten. De minister streeft ernaar de Tweede Kamer rond de zomer van 2023 een nieuw voorstel van het WWSO aan te kunnen bieden. | Kamerbrief Kamervragen PvdA kamertekort studenten d.d. 20 maart 2023 (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 1920). | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister gaat samen met NHG, kredietverstrekkers en hospitabemiddelaars onderzoeken onder welke voorwaarden het voor kredietverstrekkers mogelijk is om hospitaverhuur standaard toe staan. De minister verwacht de conclusies hiervan voor zomer 2023 aan de Tweede Kamer te kunnen meedelen in de brief over het platform hypotheken. | Kamerbrief Beter benutten van de bestaande voorraad d.d. 17 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1038) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister moedigt corporaties met voldoende financiële middelen dan ook aan om solidair te zijn met woningcorporaties die niet (voldoende) kunnen investeren in hun volkshuisvestelijke opgave. Na zomer 2023 informeert de minister de Tweede Kamer over hoe hij onder andere met projectsteun deze solidariteit ook over de regio’s heen wil faciliteren. | Kamerbrief Financiële haalbaarheid investeringen corporaties en lokale prestatieafspraken 2023 d.d. 16 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 561) | In behandeling. De Kamers worden in september 2023 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt voor de begrotingsbehandeling een terugkoppeling op het gesprek van de minister met de VNG en DUO om ervoor te zorgen dat starters met een DUO-lening aan een hypotheek kunnen komen. | Commissiedebat Woningbouwopgave en koopsector d.d. 5 juli 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor begrotingsbehandeling BZK geïnformeerd. |
De minister onderzoekt de mogelijkheden om wel een beeld te kunnen verkrijgen in het al dan niet afzien van investeringen in onderhoud en verduurzaming en de achterliggende motieven daarvan. De minister verwacht de Tweede Kamer over de uitkomst daarvan in najaar 2023 te kunnen informeren. | Kamerbrief Actualiteit huurbeleid juli 2023: onderzoek huurregister en diverse onderwerpen Huurcommissie en huurbeleid d.d. 12 juli 2023 (2023-0000381864) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt (najaar 2023) de brief inzake wooncoöperaties voorafgaand aan het rondetafelgesprek over wooncoöperaties. | Commissiedebat Woningbouwopgave en koopsector d.d. 5 juli 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Eind 2023 informeert de minister de Kamers middels de Staat van de Volkshuisvesting over de verdere voortgang van het programma Wonen en zorg voor ouderen. | Kamerbrief Tweede Kamer Voortgang programma Wonen en zorg voor ouderen d.d. 27 juni 2023 (2023-0000371869) | In behandeling. De Kamers worden eind 2023 geïnformeerd. |
De minister wil bezien of de middelen bij kunnen dragen aan het stimuleren van projecten met ‘collectief particulier opdrachtgeverschap’ (CPO), waarbij mensen gezamenlijk richting kunnen geven aan een bouwproject vanaf de start. Het streven is om voor zomerreces 2023 met een nadere invulling van de extra financiële middelen te komen. | Kamerbrief Aanpak wooncoöperaties d.d. 8 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 556) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2023 geïnformeerd. |
Daarbij wil de minister zo veel mogelijk lopende initiatieven om via hospitaverhuur statushouders te huisvesten betrekken, zoals bijvoorbeeld de voorgenomen pilot in regio Utrecht van corporaties, bemiddelingspartijen en de gemeente. De minister verwacht de Tweede Kamer hier later dit jaar (2023) over deze pilot specifiek voor statushouders te informeren. | Kamerbrief Beter benutten van de bestaande voorraad d.d. 17 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1038) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt tweede helft 2023 geïnformeerd. |
Op basis van onder andere de Woonbase, maar ook gemeentelijke informatie en andere bronnen wordt met verschillende belangrijke partijen gewerkt aan een monitor Wonen en zorg voor ouderen. Een integraal en landsdekkend databron voor de verschillende monitoringswensen bestaat niet. Verschillende databronnen zullen aan elkaar gekoppeld moeten worden om een zo’n concreet mogelijk beeld op ouderenhuisvesting te krijgen. Het streven is om in het eerste kwartaal van 2024 een eerste versie gereed te hebben, waarover de minister de Kamers zal informeren. | Kamerbrief Tweede Kamer Voortgang programma Wonen en zorg voor ouderen d.d. 27 juni 2023 (2023-0000371869) | In behandeling. De Kamers worden eerste helft 2024 geïnformeerd. |
Het CBS onderzoekt in opdracht van de minister of het haalbaar is om de woonsituatie van verschillende (aandachts)groepen, waaronder migranten verdeeld naar migratiemotief, structureel te monitoren. Mede op basis daarvan wordt de monitor ‘Een thuis voor iedereen’ uitgewerkt. Het streven is om in 2024 een eerste meting gereed te hebben, waarover de Tweede Kamer geïnformeerd zal worden. | Kamerbrief Motie Pouw-Verwey & Toezegging Kl aver d.d. 12 juli 2023 (2023-0000417206) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2024 geïnformeerd. |
De minister gaat een heldere monitoring van de Nationale prestatieafspraken inrichten zodat er beter zicht komt op de plannen die corporaties hebben, hoe zich die verhouden tot de lokale prestatieafspraken en de nationale doelen. Deze informatie zal toegankelijk gemaakt worden voor alle partijen, zodat de lokale partijen scherper inzicht krijgen in hun eigen ambities en prestaties in relatie tot hun regio en Nederland als geheel. De minister zal de Eerste- en Tweede Kamer hier (ook) jaarlijks over informeren. | Kamerbrief Beleidsreactie Staat van de corporatiesector 2022 d.d. 2 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 29453, nr. 558) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio juli 2024 geïnformeerd. |
Voor de transformatie van maatschappelijk vastgoed naar woningen is de samenwerking tussen overheden en corporaties van belang. Voor het inzetten van het rijksvastgoed voor woningen wordt momenteel een inventarisatie uitgevoerd naar kansrijke transformatielocaties. De minister verwacht de Tweede Kamer in het vierde kwartaal 2022 hierover te informeren. | Kamerbrief Versnelling Woningbouw d.d. 10 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 919). | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Om de woningbouwopgave, waarvan de transformatieopgave een belangrijk onderdeel is, te realiseren benadrukken wij de noodzaak om met alle betrokken partijen samen te werken. Uitvoeringskracht bereiken we door samen naar de stip op de horizon toe te werken. Deze stip staat voor het realiseren van toekomstbestendige huisvesting en leefomgeving voor onze generatie en volgende generaties. De minister zal de Tweede Kamer halfjaarlijks rapporteren over de voortgang van de actieplannen. | Kamerbrief Versnelling Woningbouw d.d. 10 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 919). | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe - eerste kwartaal 2023- terug op de suggesties van de ChristenUnie met betrekking tot grond, waarvan volgens de CU 2/3e betaalbaar moet zijn. Hierin neemt de minister ook de suggesties van Nijboer (PvdA) en Geurts (CDA) mee. | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister stuurt in het eerste kwartaal van 2023 een grondbrief naar de Tweede Kamer waarin ook het gemeentelijk instrumentarium met betrekking tot grond, waar de ACM momenteel onderzoek naar doet, wordt meegenomen. | Commissiedebat Wonen d.d. 29 september 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 974) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe uiterlijk in vierde kwartaal 2022 terug te komen op motie Grinwis verbetering van het grondbeleid. Mogelijkerwijs in een paragraaf van het wetsvoorstel Regie op de Volkshuisvesting. | Commissiedebat Staat van de volkshuisvesting d.d. 30 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 933) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Voor zomer 2023 komt de minister met reflectie op de mogelijkheid tot het hanteren van een startbouwimpuls met een overweging van de daarbij te hanteren eisen (toezegging specifiek aan Nijboer) aan de Tweede Kamer (TZ202306-098). | Commissiedebat Staat van de volkshuisvesting d.d. 23 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1066) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Eerder is de Kamer geïnformeerd over het voornemen om de Ladder voor duurzame verstedelijking daarom aan een nadere beschouwing te onderwerpen. Daarbij wordt naast gemeenten en provincies ook met bouwondernemingen, projectontwikkelaars en hun marktorganisaties gesproken om zo een beter en vollediger beeld te krijgen van de knelpunten die zij ervaren en welke oplossingen daarvoor kunnen worden gevonden. In dit onderzoek wordt verder expliciet aandacht besteed aan de gevolgen van de toepassing van de Ladder voor de leefbaarheid in kleine kernen. De minister zegt toe dat het streven is de Tweede Kamer in tweede kwartaal 2023 over de uitkomsten van dit onderzoek te informeren en wat dit betekent voor de Ladder. | Kamerbrief Voortgang woningbouwlocaties d.d. 7 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 996) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Voor de zomer komt de minister op basis van het momenteel lopende onderzoek door ABF Research naar de Kamer met een doorvertaling naar de woningbouwopgave van de door het CBS bijgestelde demografische ontwikkeling (TZ202306-087). | Commissiedebat Staat van de volkshuisvesting d.d. 23 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1066) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe - voor zomer 2023 - de Tweede Kamer te informeren wat te doen om de locaties te gaan realiseren. Dit bij en over de voortgang hoeveel al buitenstedelijk wordt gebouwd. | Commissiedebat Woningbouwopgave en koopsector d.d. 9 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1013) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Naar aanleiding van de gesprekken met gemeenten en provincies volgt er een overzicht van de plancapaciteit per provincie met gehonoreerde gemeentelijke plannen en locaties, met criteria op basis waarvan de keuzes zijn gemaakt. De Tweede Kamer ontvangt de uitkomst daarvan voor de zomer. Dat is een toezegging aan de heer De Groot. | Commissiedebat Woningbouwopgave/Staat van de volkshuisvesting d.d. 12 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 884) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe dat na ommekomst van het sluiten van de Woondeals in het eerste of tweede kwartaal van 2023 terug te komen op hoeveel eengezinswoningen er worden gebouwd. | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Daarnaast stelt het kabinet € 300 miljoen beschikbaar om de bouw van flexwoningen te stimuleren. De minister stuurt de Tweede Kamer hier op korte termijn een brief over. | Kamerbrief Verzoek commissie tav reactie NEPROM en IVBN en diverse onderzoeken d.d. 12 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 27926, nr. 374) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Naar aanleiding van de motie Boulakjar ten aanzien van Kronenburg, komt de minister voor de zomer met een terugkoppeling van de eerste bevindingen van de aangestelde onafhankelijk adviseur (toezegging aan Boulakjar) aan de Tweede Kamer (TZ202306-100). | Commissiedebat Staat van de volkshuisvesting d.d. 23 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1066) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
Zoals afgesproken tijdens het notaoverleg zal de minister, nadat dit onderzoek is uitgevoerd, een handreiking voor gemeenten opstellen voor het gebruik van erfpacht. Het streven is ernaar de handreiking begin 2023 aan de Tweede Kamer te kunnen sturen. | Kamerbrief Voortgang versnelling woningbouw d.d. 12 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32847, nr. 828) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe - voor zomer 2023 - met een reactie te komen op verzoek van het lid Pouw-Verweij voor certificering op afbouwgaranties voor fabrieksmatig bouwen. | Commissiedebat Woningbouwopgave en koopsector d.d. 9 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1013) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Vanwege de urgentie en het hernemen van de regie zal de minister een bestuurlijk aanjager voor de aanpak vakantieparken aanstellen. Deze aanjager zal gemeenten en provincies bij de opgave ondersteunen door mee te denken over oplossingen, verbindingen te leggen en te ondersteunen met expertise bij oplossingsrichtingen. Na zomer 2023 zal de minister de Tweede Kamer hierover nader berichten. | Kamerbrief Vervolgaanpak vakantieparken d.d. 29 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1070) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De komende tijd gaat de minister samen met de collega’s bewindspersonen, medeoverheden en maatschappelijke partners, aan de slag met de genoemde thema´s. De minister zal de Tweede Kamer na zomer 2023 op de hoogte brengen van de verdere uitwerking. | Kamerbrief Vervolgaanpak vakantieparken d.d. 29 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1070) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister voor VRO zal bij de begroting voor 2024 de meetbare doelen uit de 6 beleidsprogramma's opnemen (TZ202306-306). | Wetgevingsoverleg Jaarverslagen en slotwetten over het jaar 2022 Hfst. VII het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, B het Gemeentefonds en C het Provinciefonds d.d. 12 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36360 VII, nr. 7) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor de begrotingsbehandeling 2024 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt na zomer 2023 een brief inzake erfpacht en consumentenbescherming met daarin antwoord op de vraag wie de consument beschermt. | Commissiedebat Woningbouwopgave en koopsector d.d. 5 juli 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt na zomer 2023 een brief inzake de participatie van gemeenten. | Commissiedebat Woningbouwopgave en koopsector d.d. 5 juli 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
In november 2023 wordt een volgend bestuurlijk overleg gepland over de voortgang van de diverse procedures waaronder de financiering. De heer Kuijken zal het proces tot het eind van het jaar begeleiden. De besluiten uit dit komende bestuurlijk overleg zal de minister uiteraard met de Tweede Kamer delen. | Kamerbrief Vervolgstappen ontwikkeling Gnephoek in Alphen aan den Rijn d.d. 14 juli 2023- (2023-0000416786) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio eind 2023 geïnformeerd. |
De minister zal de Tweede Kamer bij het informeren over de voortgang van de woningbouw ook informeren over de voortgang op het realiseren van meer woningen op de kavel. Vanuit het programma ouderen volgen de resultaten op de doorstroming voor ouderen. De minister informeert de Tweede Kamer eind jaar 2023 integraal over de voortgang op de in de brief besproken maatregelen. | Kamerbrief Beter benutten van de bestaande voorraad d.d. 17 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32847, nr. 1038) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd |
De Tweede Kamer ontvangt in najaar 2023 een brief over de te transformeren locaties vanuit de woondeals en de versnellingstafels (de manier waarop we transformatie onderdeel kunnen maken van de woondeals en de versnellingstafels). | Commissiedebat Woningbouwopgave en koopsector d.d. 5 juli 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De Tweede Kamer ontvangt in najaar 2023 een stand-van-zakenbrief inzake het interdepartementaal beleidsonderzoek, ibo, over de Startbouwimpuls. | Commissiedebat Woningbouwopgave en koopsector d.d. 5 juli 2023 | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt de Tweede Kamer toe om opnieuw met collega Harbers aan de slag te gaan om te kijken wat er wel zou kunnen met betrekking tot. de uitvoering van de motie-Boulakjar/Grinwis over de 2.500 studentenwoningen in Kronenburg. | Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Wonen en Ruimte d.d. 14 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 117) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt de Eerste Kamer toe dat er in oktober 2023 een handhavingskader voor het bevoegd gezag zal volgen, waarover de minister de Eerste Kamer zal berichten. | Kamerbrief Beantwoording motie Wkb en toezeggingen mondeling overleg d.d. 17 juli 2023 (2023-0000418852) | In behandeling. De Eerste Kamer wordt in oktober 2023 geïnformeerd. |
Met het ministerie van OCW is een start gemaakt met een onderzoek naar het labelen van monumenten. Dit onderzoek bevat twee onderdelen: (1) een verkenning in hoeverre de energielabelsystematiek voor monumenten aangevuld of verbeterd moet worden en (2) de uitwerking van een realistische norm binnen deze systematiek. De verwachting is dat het onderzoek in 2024 kan worden afgerond. In het voorjaar van 2024 zal de minister de Tweede Kamer over de uitkomsten van het onderzoek informeren. | Kamerbrief Verduurzaming gebouwde omgeving d.d. 14 juli 2023 (2023-0000339146) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in voorjaar 2024 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer te informeren over het overleg tussen het ministerie van BZK, het Huis en de Raad voor Rechtsbijstand met betrekking tot de verdere uitwerking van de toegang tot ondersteuning en de onafhankelijke onderzoekstaak van het Huis. | Kamerbrief Stand van zaken klokkenluidersdossier d.d. 6 juli 2023 (2023-0000387267) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
Over de uitkomst van het (literatuur)onderzoek dat momenteel door het ministerie van BZK wordt uitgevoerd naar de wenselijkheid en mogelijkheid van het publiekelijk bekend maken van de naam van de werkgever die ten onrechte benadeeld heeft, zal de Tweede Kamer na het zomerreces worden geïnformeerd. | Kamerbrief Stand van zaken klokkenluidersdossier d.d. 6 juli 2023 (2023-0000387267) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe de Tweede Kamer voor de kerst van 2023 verder te informeren over de evaluatiestrategie en de voortgang van de verschillende onderzoeken en monitoringsinstrumenten van de Wet bescherming klokkenluiders. | Kamerbrief Stand van zaken klokkenluidersdossier d.d. 6 juli 2023 (2023-0000387267) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in december 2023 geïnformeerd. |
In november 2022 ontvangt de Tweede Kamer een brief over de uitwerking van het voornemen in het coalitieakkoord om het democratisch tekort bij de besluitvorming door de Tweede Kamer over voorstellen van rijkswet op te heffen door ruimte te geven voor een proportionele stem van de Caribische landen van het Koninkrijk (CAS-landen) (TZ202209-018). | Plenair debat Wet kiescollege niet-ingezetenen (36071) d.d. 13 september 2022 (Handelingen II nr. 107, item 22) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2023 geïnformeerd. |
Voor het einde van het jaar 2022 wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de verkenning die de minister van BZK samen met de minister van Buitenlandse Zaken uitvoert naar de wijze waarop Nederlanders wonend in het buitenland kunnen worden geattendeerd op de keuze om zich te registreren voor de permanente registratie (TZ202209-019). | Plenair debat Wet kiescollege niet-ingezetenen (36071) d.d. 13 september 2022 (Handelingen II nr. 107, item 22) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2023 geïnformeerd. |
In één van de binnenkort aan de Tweede Kamer te versturen brieven zal de minister de juridische analyse opnemen over de wettelijke beperking van stemmen door meerderjarige kinderen die onder curatele staan (TZ202301-006). | Commissiedebat Bestuurlijke organisatie, democratie en verkiezingen d.d. 18 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 35165, nr. 55) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2023 geïnformeerd. |
De minister zegt toe in de herfst van 2023 een invoeringstoets met betrekking tot de Wet open overheid (WOO) te laten uitvoeren en daarin de knelpunten bij ministeries en de Hoge Colleges van Staat mee te nemen. De Tweede Kamer ontvangt de resultaten van de invoeringstoets met daarbij concrete aanbevelingen voor de WOO (TZ202303-056). | Commissiedebat Wet open overheid d.d. 16 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 32802, nr. 68) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd. |
De minister informeert in september 2023 de Tweede Kamer, op grond van de raming van de cijfers door het CPB, over de verwachte toegestane huurprijsverhoging in 2024 (TZ202212-119). | Wetgevingsoverleg Wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (wijziging maximering huurprijsverhoging geliberaliseerde huurovereenkomsten) (36218) d.d. 7 december 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36218, nr. 14) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt conform toezegging in september 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris gaat voor de verdere behandeling van de Wet digitale overheid in de Eerste Kamer spreken met de VNG over hoe gemeenten kunnen aansluiten op het stelsel van toegang (n.a.v. kritiek in de brief van de VNG) (TZ202211-182). | Commissiedebat Basisregistratie Personen en E-id d.d. 16 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 27859, nr. 168) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar 2023 over de voortgang van de Werkagenda geïnformeerd. |
De staatssecretaris BZK informeert de Tweede Kamer voor het eind van 2023 over de stand van zaken van het programma Machtigen (TZ202303-127). | Commissiedebat Digitale Dienstverlening door de overheid d.d. 23 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1012) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het derde kwartaal 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zal de regeringscommissaris verzoeken om de Tweede Kamer te informeren over de termijn waarop de Informatiewet naar de Kamer komt, en over hoe het proces zal plaatsvinden (TZ202306-251). | Commissiedebat Opruimen vervuilde data d.d. 15 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1062) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt vóór september 2023 geïnformeerd. |
De staatssecretaris zal Buitenlandse Zaken vragen de Tweede Kamer te informeren over de uitkomsten van de gesprekken over de visumalgoritmes (TZ202306-252). | Commissiedebat Opruimen vervuilde data d.d. 15 juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26643, nr. 1062) | In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd. |
Art. | Naam subsidie(regeling) | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | Laatste evaluatie | Volgende evaluatie | Einddatum subsidie (regeling) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1.1 | 3.953 | 3.969 | 3.963 | 3.963 | 3.963 | 3.963 | 3.963 | Evaluatie subsidieregeling Oorlogsgravenstichting (periode 2016-2021) | 2027 | 1-1-2024 | |
1.1 | 595 | 772 | 692 | 685 | 696 | 696 | 696 | Evaluatieonderzoek subsidieregeling Kenniscentrum Europa decentraal | 2026 | 1-1-2027 | |
1.1 | 225 | 159 | 159 | 159 | 159 | 2026 | 1-1-2027 | ||||
1.1 | 10 | 281 | 281 | 281 | 2026 | Geen einddatum in regeling opgenomen | |||||
1.1 | Subsidies bestuur en regio1 | 2.091 | 2.615 | 648 | 394 | 363 | 594 | 594 | 2023 | ||
1.1 | Werk aan uitvoering | 0 | 1.819 | 1.819 | 1.819 | 1.819 | |||||
1.1 | POK - Multiproblematiek1 | 461 | 1.036 | 1.036 | 1.497 | 1.497 | 1.497 | 1.497 | |||
1.1 | POK - Antidiscriminatie1 | 168 | 159 | 159 | 159 | 159 | 159 | 159 | |||
1.1 | POK - Basisinfrastructuur1 | 4.500 | 5.664 | 10.298 | |||||||
1.1 | Diverse subsidies | 5 | |||||||||
Democratie | |||||||||||
1.2 | 27.456 | 30.431 | 30.719 | 26.587 | 26.587 | 26.587 | 26.587 | Evaluatie subsidieregeling Wet financiering politieke partijen | 2024 | Geen einddatum in regeling opgenomen | |
1.2 | 8.979 | 8.979 | 9.581 | 9.581 | 9.581 | 9.581 | 9.581 | 2026 | 1-1-2027 | ||
1.2 | 122 | 130 | 130 | 130 | 130 | 130 | 130 | 2026 | 1-1-2027 | ||
1.2 | Verbinding inwoner en overheid1 | 2.801 | 1.837 | 1.624 | 1.625 | 1.609 | 1.609 | 1.609 | geen | 2024 | diverse subsidies |
1.2 | Weerbaar bestuur1 | 1.366 | 2.258 | 1.863 | 1.870 | 1.810 | 743 | 743 | geen | 2024 | diverse subsidies |
1.2 | 0 | 0 | 66 | 0 | 0 | 0 | 0 | Evaluatie subsidieregeling Stichting Professor mr. J.R. Thorbecke Leerstoel 2018 | 2023 | 1-1-2024 | |
1.2 | Toerusting en ondersteuning politieke ambtdragers1 | 3.396 | 3.397 | 2.588 | 2.609 | 2.608 | 2.258 | 2.258 | geen | 2025 | 1-1-2025 |
1.2 | Decentrale subsidies politieke partijen3 | ‒ | ‒ | 8.150 | 8.150 | 8.150 | geen | ||||
Woningmarkt | |||||||||||
3.1 | Betaalbare Koopwoningen Starters | 0 | 0 | 40.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
3.1 | Bevordering Eigen Woningbezit (BEW)(inclusief de beschikking geldelijke steun EW 84)4 | 3.149 | 8.600 | 10.000 | 5.600 | 500 | 200 | 200 | Geen einddatum in regeling opgenomen | ||
3.1 | 13.833 | 9.619 | 4.652 | 3.913 | 3.443 | 3.443 | 3.443 | 2026 | 2027 | ||
3.1 | Ouderenhuisvesting | 0 | 14.016 | 20.091 | 8.489 | 1.404 | 1.500 | 0 | 2024 | ||
3.1 | Stimuleringsmiddelen wooncorporaties | 0 | 176 | 9.824 | 0 | 0 | 0 | 0 | Geen | ||
3.1 | Huisvestingsvoorziening statushouders | 28 | |||||||||
Woningbouw | |||||||||||
3.3 | Woningbouw | 532 | 1.006 | 300 | 50 | 0 | 0 | 0 | geen | 2022 | incidenteel |
3.3 | 22.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
Energietransitie en Duurzaamheid | |||||||||||
4.1 | 109 | 10.716 | 26.770 | 37.500 | 38.600 | 24.200 | 20.500 | Het subsidieverzoek wordt incidenteel ingediend, beoordeeld en vastgesteld. Jaarlijks wordt op basis van de verantwoording geevalueerd. | 2025 | 2025 | |
4.1 | Nationaal Isolatie Programma (DoehetZelvers) | 25.980 | 25.980 | 2024 | 2027 | ||||||
4.1 | 6.951 | 15.618 | 47.270 | 30.700 | 14.500 | 10.500 | 5.000 | Evaluatie Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH) 2021 | |||
4.1 | Energiebesparing Huursector(Stimuleringsregeling energieprestatie huursector) | 10.636 | 369 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | Betreft betalingen van verplichtingen uit verleden | 2024 | |
4.1 | Kennis- en innovatieprogramma bouwproductie stikstof | 6.724 | 5.691 | 3.700 | 3.000 | 2.000 | 0 | 0 | geen | 2026 | 2026 |
4.1 | 37.167 | 126.830 | 384.800 | 356.600 | 361.800 | 293.800 | 275.100 | geen | 2026 | 2024 | |
4.1 | 24.801 | 29.227 | 12.732 | 3.577 | 4.502 | 4.552 | 4.552 | 2026 | 2024 | ||
4.1 | 1.000 | 7.739 | 24.198 | 34.290 | 28.773 | 11.250 | 10.000 | 2026 | 2027 | ||
4.1 | 3.773 | 11.700 | 20.500 | 30.000 | 17.000 | 39.500 | 29.500 | RVO.nl/SAH | 2025 | 2025 | |
4.1 | 85.600 | 155.390 | 93.000 | 77.000 | 77.000 | 103.000 | 77.000 | 2024 | Incidenteel | ||
4.1 | Biobased Bouwen8 | 0 | 2.000 | 10.450 | 6.850 | 0 | 0 | 0 | |||
4.1 | Nationaleprogamma Lokale Warmtetransitie | 0 | 0 | 6.000 | 6.000 | 0 | 0 | 0 | geen | 2024 | 2025 |
4.1 | Nationaal Groeifonds | 0 | 11.925 | 24.022 | 31.758 | 11.989 | 6.460 | 0 | geen | 2023 | 2030 |
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | |||||||||||
4.2 | 11.750 | 15.191 | 8.460 | 9.788 | 4.203 | 2.248 | 2.248 | 2026 | 2027 | ||
Ruimtelijke ordening | |||||||||||
5.1 | Programma Ruimtelijk Ontwerp | 0 | 595 | 1.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2025 | incidenteel | |
5.1 | 508 | 581 | 581 | 581 | 581 | 474 | 474 | 2026 | 2027 | ||
5.1 | Ruimtelijk instrumentarium (diversen) | 117 | 800 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | geen | 2025 | incidenteel |
5.1 | Basisregistraties Ondergrond (BRO) | 7 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | geen | 2025 | incidenteel |
Omgevingswet | |||||||||||
5.2 | Eenvoudig Beter | 1.880 | 1.907 | 4.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | geen | 2026/2027 | 2027 |
Overheidsdienstverlening, Informatiebeleid en Informatiesamenleving | |||||||||||
6.2 | Overheidsdienstverlening9 | 5.793 | 9.761 | 13.617 | 7.598 | 7.588 | 7.588 | 7.588 | 2026 | incidenteel | |
Identiteitsstelsel | |||||||||||
6.5 | Overheidsdienstverlening | 1.679 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2026 | incidenteel | |
Investeringspost digitale overheid | |||||||||||
6.6 | Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid1 | 5.584 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2026 | incidenteel | |
Hoogwaardige dienstverlening één overheid | |||||||||||
6.7 | Hoogwaardige dienstverlening één overheid | 941 | 2.691 | 3.891 | 3.891 | 3.891 | 3.891 | 3.891 | geen | 2024 | incidenteel |
6.7 | VNG | 1.059 | 4.059 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | geen | 2024 | incidenteel |
Generieke Digitale Infrastructuur | |||||||||||
6.8 | Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid | 0 | 3.436 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2026 | incidenteel | |
Werkgevers- en bedrijfsvoeringbeleid | |||||||||||
7.1 | Subsidies A&O - incidenteel | 896 | 1.247 | 1.247 | 1.247 | 1.247 | 1.247 | 1.247 | geen | ‒ | incidenteel |
7.1 | Subsidie overlegstelsel - incidenteel1 | 1.172 | 1575 | 1201 | 1901 | 1901 | 1901 | 1901 | geen | ‒ | jaarlijkse subsidieverstrekking |
7.1 | POK-Leiderschap, diversiteit en inclusie | 16 | 95 | 98 | 101 | 105 | 24 | 24 | geen | 2024 | incidenteel |
7.1 | POK - Bevorderen veilig werk- en meldklimaat | 47 | 223 | 68 | geen | 2024 | incidenteel | ||||
7.1 | POK - Ondersteuning melders misstanden | 50 | 105 | geen | 2024 | incidenteel | |||||
7.1 | Subsidies Programma Open Overheid | 50 | 100 | ||||||||
7.1 | Young BZK | 5 | |||||||||
7.1 | 641 | 200 | 221 | 221 | 221 | 221 | 221 | 2024 | 2024 | ||
7.1 | Code Verantwoord Marktgedrag (Bedrijfsvoeringsbeleid)1 | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | geen | ‒ | jaarlijkse subsidieverstrekking |
7.1 | Kwaliteitsmanagement Rijksdienst | 60 | 20 | 20 | 0 | 0 | 0 | 0 | geen | 2024 | incidenteel |
7.1 | 863 | 863 | 863 | 863 | 863 | 863 | 863 | geen | 2026 | 2027 | |
7.1 | 0 | 3.356 | 3.356 | 3.977 | 3.928 | 3.865 | 3.865 | geen | 2026 | 2027 | |
Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité | |||||||||||
14.0 | Maatschappelijke initiatieven | 0 | 0 | 50.000 | 50.000 | 0 | 0 | 0 | geen | ntb | geen einddatum in de wet |
14.0 | Bewustwording, betrokkenheid en doorwerking | 0 | 0 | 25.000 | 25.000 | 0 | 0 | 0 | geen | ntb | geen einddatum in de wet |
14.0 | Herdenkingscomité | 0 | 0 | 8.000 | 8.002 | 7.999 | 8.000 | 8.000 | geen | ntb | geen einddatum in de wet |
Algemeen | |||||||||||
12.1 | 50 | 59 | 59 | 59 | 59 | 59 | 59 | Evaluatie subsidieregeling stichting Koninklijk Paleis Amsterdam 2022 | 2027 | 2028 | |
12.1 | 477 | 461 | 373 | 250 | 249 | 249 | 249 | 2024 | 2024 | ||
12.1 | Subsidies algemeen1 | 699 | 592 | 364 | 350 | 350 | 115 | 115 | geen | incidenteel | |
Totaal Subsidies | 306.720 | 521.779 | 961.889 | 834.950 | 654.413 | 577.272 | 504.162 |
Het subsidieverzoek wordt incidenteel ingediend, beoordeeld en vastgesteld. Jaarlijks wordt op basis van de verantwoording geëvalueerd.
De totstandkoming en ingangsdatum van deze subsidieregeling is afhankelijk van de inwerkingtreding van de Wet op de politieke partijen.
regeling wordt volgend jaar opgesteld, incidentele subsidies worden eind dit jaar verstrekt.
BZK ontwikkelt en voert beleid langs zeven inhoudelijke richtingwijzers. Deze richtingwijzers vormen de thematische basis van de SEA. In deze bijlage worden deze thema’s nader uitgewerkt en toegelicht aan de hand van een inzichtbehoefte en bijpassende onderzoeksprogrammering per thema.
Deze onderzoeksprogrammering biedt een overzicht van de geplande ex ante, ex durante en ex post evaluaties van beleid. Hieronder vallen ook de evaluaties van subsidies, agentschappen en zelfstandige bestuursorganen (ZBO). Tevens wordt de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gehele beleid binnen de (sub)thema’s eens in de vier tot zeven jaar onderzocht middels een beleidsdoorlichting of periodieke rapportage. Wegens de opgenomen overgansbepaling in artikel 11 van de Regeling periodiek evaluatieonderzoek komen beiden onderzoeken voor op deze SEA.
Subthema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Begrotingsartikelonderdeel |
---|---|---|---|---|
Democratie | Ex durante | 2023 en verder | Promotieonderzoek raadsakkoorden | 1.2 |
Ex durante | 2023 en verder | Onderzoek naar het gebruik van het instrumentarium door raads- en statenleden in de praktijk | ||
Ex ante | 2023 en verder | Nationale Wetenschapsagenda project Revitalized Democracy | ||
Overig onderzoek | 2023 en verder | Thorbeckeleerstoel | ||
Ex durante | 2023 | Onderzoek naar gebiedsgerichte aanpak van Leefbaarheid en Veiligheid | ||
Ex durante | 2023 | Nationaal onderzoek slavernijverleden | ||
Overig onderzoek | 2023 | Promotieonderzoek uitdaagrecht | ||
Beleidsdoorlichting | 2023 | Beleidsdoorlichting Openbaar bestuur en democratie | ||
Ex durante | 2023-2024 | Onderzoek Publieke waardecreatie door Bestuurlijk Regionale Ecosystemen en opvolging | ||
Ex ante | 2024 | Rekrutering en selectie kandidaten voor de Provinciale Statenverkiezingen | ||
Ex durante | 2024 | Dashboard Staat van het Bestuur | ||
Ex durante | 2024 | Monitor Burgerparticipatie | ||
Ex durante | 2024 | Basismonitor Politieke Ambtsdragers, gemeenten tweede tranche | ||
Ex post | 2024 | Evaluatie nationaal burgerforum klimaat | ||
Ex durante | 2024 | Actieonderzoek responsieve overheid | ||
Ex ante | 2024 | Nadere verkenning effectieve en legitieme regionale samenwerking | ||
Ex durante | 2023, 2025, 2027 | Staat van het Bestuur | ||
Ex ante | 2024 | Ontwikkeling democratische kernwaarden jongeren |
Toelichting
Het Ministerie van BZK is de hoeder van democratie en goed bestuur in Nederland. Het versterken van de democratische rechtsorde en het verbeteren van het functioneren van de overheid vormt één van de rode draden in het Coalitieakkoord voor de periode 2022-2025. De kennisvragen die relevant zijn hiervoor hebben betrekking op ontwikkelingen en fenomenen in de samenleving, op ontwikkelingen in en het functioneren van het democratisch bestel en op het bestuur en bestuurders.
Kennisvragen in relatie tot de samenleving hebben betrekking op het maatschappelijk fundament van het democratisch en bestuurlijk bestel en wat we daarin zien gebeuren. Hoe bewaken we de maatschappelijke ‘common ground’ die nodig is voor het functioneren van de democratie, en waarin het bestuur zijn legitimatie vindt? Wat bindt burgers in alle verscheidenheid, of wat onderscheidt hen juist van elkaar en hoe verhouden zij zich tot democratie en bestuur? Hierbij is het van belang meer inzicht te verkrijgen in houding en gedrag t.a.v. en binnen de democratie: vertrouwen, wantrouwen, perceptie en beleving van democratie en bestuur door burgers, naast participatie en beïnvloeding. Hierbinnen zijn bijvoorbeeld het in kaart brengen van verschillen tussen groepen en regio’s, ondervertegenwoordigingen diversiteit, omgang met het slavernijverleden, desinformatie en complotdenken, maatschappelijk onbehagen, onrust en ondermijning van belang.
Een tweede thema richt zich op kennisontwikkeling met betrekking tot een toekomstbestendige democratie. Hierbij gaat het primair om het functioneren van de democratie en vernieuwingen in het democratisch bestel. Hoe komt de verbinding tussen burgers en bestuur tot stand, via verkiezingen en andere vormen? Wat kunnen democratische innovaties betekenen voor die verbinding? Hoe functioneert de democratie in de praktijk?
Om te kunnen blijven leren van experimenten en vernieuwingen op het terrein van democratie neemt BZK deel als maatschappelijk partner aan het Nationale Wetenschapsagenda (NWA) project Revitalised democracy (Redress) onder leiding van de Universiteit van Tilburg.
Onderwerpen die verder relevant zijn voor een toekomstbestendige democratie zijn bijvoorbeeld: het verloop van verkiezingen, aanpassingen in het verkiezingsproces en het kiesstelsel, de ontwikkeling naar een ‘meervoudige democratie’, vorm en impact van democratische innovaties, participatie, burgercollectieven, de polderdemocratie en meer theoretische reflecties op ontwikkelingen in de democratie.
Een derde categorie kennisvragen en kennisactiviteiten heeft betrekking op het functioneren van het bestuur. Hierbij staat het bestuurlijk deel van het bestel centraal, het functioneren ervan en de praktische en principiële knelpunten die op dat terrein ervaren worden. Onderwerpen die hierbij horen zijn de ondersteuning van volksvertegenwoordigers en bestuurders, rechtspositie en arbeidsvoorwaarden van politieke ambtsdragers, integriteit en veiligheid van ambtsdragers, weerbaar bestuur, democratische legitimiteit en slagkracht van het bestuur, veranderingen in het bestuurlijk bestel (regionalisering) en interbestuurlijk toezicht.
Voor het ontwikkelen en onderhouden van een sterke en levendige democratie is het, tenslotte, van belang om relevante trends constant te volgen. BZK voert hierom een aantal periodieke onderzoeken uit die zich richten op basale vragen waarop we altijd een antwoord willen. Deze behoefte is structureel en in principe niet afhankelijk van politieke keuzes. Het is informatie die we altijd op orde willen hebben. In veel gevallen zal het bij deze basisinformatie gaan om informatie met een kwantitatief karakter zoals: hoeveel inwoners hebben er gestemd en hoeveel politieke ambtsdragers zijn er momenteel? Het gaat deels ook om kwalitatieve informatie. Voorbeelden hiervan zijn belevingsaspecten of opvattingen van burgers, vertegenwoordigers en bestuurders.
Een belangrijk doel van deze basisinformatie is om goed zicht te houden op de praktijk van democratie en bestuur. Goed gefundeerd empirisch onderzoek levert daaraan een grote bijdrage. Blijvende aandacht voor deze empirische informatiebasis kan veel (terugkerende) incidentele vragen om nieuw onderzoek ondervangen omdat de antwoorden al beschikbaar zijn. Onderzoeken die aan deze informatie bijdragen zijn onder andere: diverse kiezersonderzoeken, kerncijfers over politieke ambtsdragers, basismonitor politieke ambtsdragers, onderzoeken kandidaatselectie, monitor integriteit en veiligheid, Leefbaarometer, Zicht op ondermijning en Zicht op wijken.
Subthema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Begrotingsartikelonderdeel |
---|---|---|---|---|
Bestuur en regio | Beleidsdoorlichting | 2023 | Beleidsdoorlichting Openbaar bestuur en democratie | 1.1 |
Ex post | 2023 | Evaluatie Decentralisatie Uitkering (DU) groeiopgave Almere | ||
Ex durante | 2023 en verder | Data financiën decentrale overheden | ||
Ex durante | 2023 en verder | Monitor en leertraject Regio Deals | ||
Ex durante | 2023 en verder | Innovatiemonitor/evaluatie Agenda, Stad en Regio | ||
Ex durante | 2023 en verder | Evaluatie van de inzet en instrumenten van de Actieagenda Sterk Bestuur | ||
Ex durante | 2023-2024 | Onderzoek Publieke waardecreatie door Bestuurlijk Regionale Ecosystemen en opvolging | ||
Ex durante | 2023, 2025, 2027 | Staat van het Bestuur | ||
Ex post | 2024 | Evaluatie Kenniscentrum Conventionele Explosieven (KCE) | ||
Ex post | 2023 en verder | AIVD jaarverslag | 2 |
Toelichting
BZK is erop gericht om een stevige kennisbasis te creëren voor beleidsvorming, -uitvoering, -monitoring en -evaluatie, die bijdraagt aan haar ambitie: Een sterk, toekomstbestendig en (financieel) stabiel bestuur, waarbij elke regio telt. Gegeven de huidige maatschappelijke en bestuurlijke context waarin waarden als transparantie, vertrouwen en uitvoerbaarheid op de voorgrond treden, vertaalt dit zich in de volgende kennisbehoefte:
Kennis en monitoring voor het versterken van de realisatiekracht van het openbaar bestuur, het in evenwicht brengen van de financiële en bestuurlijke verhoudingen, het verbeteren van de publieke dienstverlening en het opereren als één overheid.
Er komt een zwaarder accent op het verwerven en delen van kennis uit de praktijk en het interbestuurlijk organiseren van kennis en leren (van en voor regio’s ter versterking van de uitvoeringskracht van het decentrale bestuur). Hiermee staat een versterking van de keten ‘opgave-kennis-beleid-praktijk-opgave’ voor ogen.
Hierbij zal de komende jaren expliciet aandacht worden besteed aan de doorvertaling van de Actieagenda Sterk Bestuur naar concrete kennisvragen. Hiervoor is het wel nodig duidelijk te hebben wat de concrete doelstellingen rondom de Actieagenda voor de komende jaren zijn, om vervolgens te kunnen bepalen op welke wijze deze ook geëvalueerd gaan worden. Op dit moment wordt nog gewerkt aan de bepaling van deze doelen en de inrichting van de kennisorganisatie op de kennisbehoeften die hieruit voortvloeien
Vijf jaar na de laatste beleidsdoorlichting van begrotingsartikel 1.1 Bestuur en regio is het tijd voor een nieuwe doorlichting. De uitvoering ervan is voorzien in 2023, met uitloop naar 2024; de voorbereiding is gestart in 2022.
In 2025 komt de 10e editie van de Staat van het Bestuur uit. Het ministerie van BZK maakt iedere twee jaar de feitelijke stand van zaken van de inrichting en het functioneren van het decentrale openbaar bestuur op. Hierdoor worden trends en ontwikkelingen zichtbaar en kan beleid ontwikkeld, onderbouwd en verantwoord worden. De Staat omvat de hele breedte van democratie, bestuur en regio. Voor deze 10e editie zal de optie worden verkend tot internationaal vergelijkend onderzoek. Ook zal worden gekeken of de Staat aanpassingen behoeft in relatie tot de nieuwe Actieagenda Sterk Bestuur. Eerder in 2023 is de 9e editie van de Staat gepubliceerd.
Rijkswaterstaat ontvangt voor de periode 2021 tot en met 2024 een bijdrage in verband met het oprichten en beheren van een landelijk kenniscentrum voor gemeenten die te maken hebben met explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Het ministerie van BZK is opdrachtgever van het Kenniscentrum Conventionele Explosieven (KCE), zoals het officieel heet. Evaluatie van het kenniscentrum zal plaatsvinden in 2024.
In 2023 wordt de meerjarige wetenschappelijke studie naar de publieke waardecreatie door bestuurlijk regionale ecosystemen (BRE) afgerond. Dit is een uniek traject omdat het niet alleen ingaat op de succesfactoren (wat werkt wel en wat werkt niet), maar ook op de effectiviteit van de regionale samenwerkingsverbanden (bijdrage aan brede welvaart). Dit gebeurt aan de hand van een generieke analyse voor heel Nederland en casusonderzoeken in 10 regio’s die zij zelf cofinancieren. Gedurende 2023 zal worden bepaald of, en in welke vorm opvolgende kennisactiviteiten rondom de uitkomsten van dit onderzoek worden opgezet.
Data over de financiën van decentrale overheden worden bij het ministerie van BZK doorlopend gemonitord. Dit levert het openbaar bestuur inzicht in de inkomsten, uitgaven en financiële positie van gemeenten en provincies, en de ontwikkelingen daarin.
De Regiodeals worden gemonitord op het vlak van de governance (leren uit de praktijk van de gebiedsgerichte aanpak) en in relatie tot de brede welvaartsontwikkeling (effecten). Dit laatste lag in de de periode van het kabinet Rutte III nog bij het ministerie van LNV, maar is in de periode van het kabinet Rutte IV bij het ministerie van BZK belegd.
Innovatiemonitor/evaluatie Agenda Stad & Regio: Vanaf 2023 wordt innovatie- en impactmonitoring toegepast. Als ‘nulmeting’ dient een wetenschappelijke terugblik (essay) over de opbrengsten van 7 jaar Agenda Stad als innovatieprogramma. De monitoring vormt een onderdeel van het nieuwe vierjarige programma Agenda Stad & Regio.
De inzet op de nieuwe Actieagenda Sterk Bestuur zal vanaf 2023 ook gemonitord worden. Het gaat dan om een continue proces om de voortgang te bezien en de effectiviteit van inzet en instrumenten te bepalen. Dit proces zal zich deels vertalen in de evaluatie van concrete beleidsinstrumenten zoals de Uitvoerbaarheidstoets Decentrale Overheden (UDO). Daarnaast zal ook breder gekeken worden naar de manier waarop de nieuwe taken in de werkorganisatie zijn/worden belegd.
De evaluatie rondom de besteding van de middelen van artikel 2: Nationale Veiligheid is in de reguliere planning- & controlcyclus van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) ingebed. De AIVD doet haar werk op basis van de Geïntegreerde Aanwijzing Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (GA I&V 2023 ‒ 2026). De GA I&V wordt opgesteld in samenspraak met de behoeftestellers, de ministeries van: BZK, BZ, Def en JenV, onder coördinatie van het ministerie van AZ. In 2023 treedt de nieuwe GA voor de komende vier jaar in werking. De voortgang op de GA wordt gerapporteerd door middel van voortgangsrapportages, welke driemaal per jaar worden behandeld in de Comité Verenigde Inlichtingendiensten Nederland (CVIN) en Raad voor Veiligheids- en inlichtingendiensten (RVI). Tevens dient de rapportage als verantwoordingsdocument voor de Commissie voor Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) van de Tweede Kamer.
De Auditdienst Rijk (ADR) doet op grond van Comptabiliteitswet 2016 intern onderzoek naar het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering. Daarnaast controleert de Algemene Rekenkamer (AR) de uitgaven van de AIVD en rapporteert hierover aan de CIVD. In de onderzoeken van zowel de ADR als de AR ligt de focus ligt op de doel- en rechtmatigheid van de uitgaven van de AIVD. De AR verricht eveneens onderzoek naar specifieke onderwerken, zoals recentelijk naar de operationele slagkracht van de diensten.
De Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) houdt toezicht op de AIVD en de MIVD. De commissie oefent tijdens en achteraf toezicht uit op de rechtmatigheid van de uitvoering van zowel de Wet op inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) 2017 als de Wet veiligheidsonderzoeken. De Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) is een onafhankelijke commissie die vooraf toetst of de inzet van specifieke bijzondere bevoegdheden door de AIVD rechtmatig is.
Tot slot is de AIVD verplicht jaarlijks een openbaar verslag uit te brengen dat terugblikt op de aandachtsgebieden in het afgelopen jaar en zicht geeft op de aandachtsgebieden in het lopende jaar (Jaarverslag 2022 | Jaarverslagen | AIVD).
Subthema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Begrotingsartikelonderdeel |
---|---|---|---|---|
Woningmarkt | Ex durante | 2023 | Evaluatie doorlopend toezicht woningtaxaties | 3.1 |
Ex durante | 2023 | Monitor studentenhuisvesting | ||
Ex post | 2023 | Evaluatie marktwaarde en beleidswaarde woningcorporaties | ||
Agentschapsdoorlichting | 2023 | Agentschapsdoorlichting Dienst van de Huurcommissie | ||
Ex durante | 2024 | Woononderzoek | ||
Ex durante | 2025 | Monitor ouderenhuisvesting | ||
Ex post | 2025 | Evaluatie Wet toeristische verhuur | ||
Ex post | 2025 | Evaluatie differentiatie inkomensgrenzen | ||
Ex post | 2025 | Evaluatie differentiatie overdrachtsbelasting | ||
Ex post | 2026 | Evaluatie nieuwe Huisvestingswet | ||
Ex post | 2027 | Evaluatie Wet goed verhuurderschap | ||
Woningbouw | Ex durante/ex post | 2023 of verder | Periodieke monitoring en evaluatie financiële instrumenten (Woningbouwimpuls, Volkshuisvestingsfonds, stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen, financiële en fysieke herplaatsingsgarantie) | 3.3 |
Ex ante | Jaarlijks | Inzicht in de verwachte ontwikkeling en samenstelling van het aantal Nederlandse huishoudens (PRIMOS en Socrates) | ||
Ex ante | Jaarlijks | Inzicht in de verwachte ontwikkeling van het aantal nieuwe woningen in Nederland, de ontwikkeling van woningvoorraad en het woningtekort (PRIMOS) | ||
Ex ante | n.n.b. | IBO instrumentarium Woningbouw en Grond | ||
Ex durante | n.n.b. | Actualisering en verdiepend onderzoek onrendabele toppen en inzicht in grondprijzen | ||
Ex durante | n.n.b. | Evaluatie van anterieure overeenkomsten en exploitatieplannen | ||
Woningmarkt en Woningbouw | Beleidsdoorlichting | 2023 | Beleidsdoorlichting Woningmarkt en Woningbouw | 3.1 en 3.3 |
Ex durante | Jaarlijks | Staat van de Volkshuisvesting | ||
Periodieke rapportage | 2027 | Periodieke rapportage Woningmarkt en Woningbouw | ||
Energietransitie gebouwde omgeving | Ex durante | 2023-2024 | Evaluatie Warmtefonds | 4.1 |
Ex durante | 2023 | Monitor Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) | ||
Ex post | 2023 | Evaluatie Programma Reductie Energiegebruik | ||
Periodieke rapportage | 2026 | Periodieke rapportage Energietransitie gebouwde omgeving | ||
Bouwkwaliteit | Ex durante | 2024-2026 | Monitoring Wet kwaliteitsborging voor het bouwen | 4.2 |
ZBO doorlichting | 2025 | ZBO doorlichting Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging KwaliteitsborgingBouw | ||
Periodieke rapportage | 2026-2027 | Periodieke rapportage Bouwkwaliteit |
Toelichting
In de Nationale Woon- en Bouwagenda en onderliggende programma’s voor de volkshuisvesting zijn ambities en maatregelen uitgewerkt voor de komende jaren. Voor de komende jaren monitoren we de realisatie van de ambities en de voortgang van het beleid en de factoren die hieraan bijdragen. In de staat van de volkshuisvesting rapporteren we hier jaarlijks over. Het driejaarlijkse WoonOnderzoek en de jaarlijkse PRIMOS prognose zijn belangrijke bronnen om de voortgang te monitoren voor verschillende programma’s. Daarnaast zijn op specifieke thema’s monitors gestart, zoals de monitor studentenhuisvesting en ouderenhuisvesting.
We willen ook weten wat de bijdrage is van het beleid aan het realiseren van de doelen. Zo evalueren we de verschillende instrumenten, waaronder bestaande instrumenten en nieuwe instrumenten uit de programma’s. Nog niet alle instrumenten die in de programma’s zijn geïntroduceerd zijn ingevoerd, waaronder de wet betaalbare huur. Daarom is op enkele onderdelen nog geen evaluatie voorzien. In 2023 is een beleidsdoorlichting uitgevoerd die zal laten zien waar evaluaties verbeterd kunnen worden en die we gebruiken om de strategische evaluatieagenda verder vorm te geven, om te zorgen dat de verschillende instrumenten voorafgaand aan de periodieke rapportage in 2027 zijn geëvalueerd.
We kijken ook vooruit. Uit de beleidsdoorlichting Woningmarkt en Woningbouw worden lessen getrokken uit het beleid van de voorgaande jaren en werken we beleidsopties uit om het beleid te verbeteren. Ook het IBO instrumentarium Woningbouw en Grond draagt bij aan het in kaart brengen van nieuw beleid.
Subthema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Begrotingsartikelonderdeel |
---|---|---|---|---|
Nationale omgevingsvisie (NOVI)/Nota ruimte (NR) | Ex ante | 2023 | PBL - ruimtelijke verkenningen | 5.1 |
Ex ante | 2023 | PBL - Planmonitor Nationale Omgevingsvisie | ||
Ex ante | 2023 | PBL - analyse Nota Ruimte (provinciale puzzels) | ||
Ex ante | 2023 | PBL - Europanisation of spatial planning in the Netherlands | ||
Ex ante | 2023 | Ruimtelijk beleid circulaire economie | ||
Advies | 2023 | RLI/RVS/ROB - Elke regio telt | ||
Ex post | 2023 | Inventarisatie evaluatie nationale programma's | ||
Ex durante | 2023 | Burgerperspectieven Nota Ruimte | ||
Ex durante | 2023 | Jongerenperspectieven Nota Ruimte | ||
Ex ante/ex durante | 2023 | Plan - MER Nota ruimte | ||
Ex post | 2024 | PBL c.s. Monitor op effecten Nationale Omgevingsvisie | ||
Ex durante | 2024 | PBL - Advies en Lerende evaluatie Nota ruimte | ||
Ex durante | 2024 | RUG - onderzoek robuuste adaptiviteit in beleidsuitvoering/bestuurlijke arrangementen | ||
Ex durante | 2025 | Lerende evaluatie beleidssignaal Nota ruimte | ||
Ex post | 2025 | Vijfjaarlijkse evaluatie Kadasterwet | ||
ZBO doorlichting | 2026 | ZBO doorlichting Kadaster | ||
Ex post | 2026 | Evaluatie subsidieregeling Geonovum 2022-2027 | ||
Periodieke rapportage | 2027 | Periodieke rapportage NOVI en Nota Ruimte | ||
Omgevingswet | Ex ante | 2023 | Plan van aanpak monitor stelsel Omgevingswet | 5.2 |
Ex ante | 2023 | Plan van aanpak evaluatie Omgevingswet door evaluatiecommissie | ||
Ex ante | 2023 | Actualisatie IFB | ||
Ex ante | 2023 | Monitormodel financiële effecten Omgevingswet | ||
Ex ante | 2024 | Nulmeting financiële monitor Omgevingswet | ||
Ex durante | 2024 | Evaluatie van de transitiekosten | ||
Ex durante | 2024 en verder | Meting monitor stelsel Omgevingswet | ||
Ex durante | 2024 en verder | Reflectie evaluatiecommissie op monitor Omgevingswet | ||
Ex durante | 2025-2029 | Onderzoek financiën Omgevingswet 2024-2028 | ||
Ex post | 2026 | Evaluatie beheersoverenkomst | ||
Periodieke rapportage | 2027 | Periodieke rapportage Omgevingswet | ||
Ex durante/ex post | 2028 | Evaluatie Omgevingswet door evaluatiecommissie |
Toelichting
We staan aan de vooravond staan van een grote verbouwing van Nederland. De uitvoering van deze grote verbouwing heeft consequenties voor hoe we onze landschappen, steden en dorpen (her)inrichten. De schaarste aan ruimte in ons land maakt dat het Rijk de regie in het ruimtelijk domein moet hernemen: om te kiezen, om te verdelen en om een eerlijke uitkomst mogelijk te maken in dit verdeelvraagstuk. Een mooier, gezonder, duurzamer, welvarender en aantrekkelijker Nederland is het uitgangspunt - met een goede leefomgevingskwaliteit voor alle inwoners van Nederland.
Naast een actualisatie van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is het hiervoor nodig om de NOVI de komende jaren een stap verder brengen, de samenwerking met interbestuurlijke partners te organiseren, evenals het organiseren van de uitvoeringskracht en een datagedreven aanpak. BZK heeft hiervoor zowel een coördinerende systeemverantwoordelijk ten aanzien van de actualisatie van de NOVI (Nota Ruimte) en uitvoering van de NOVI (artikelonderdeel 5.1), als een stelselverantwoordelijkheid voor het opstellen, invoeren en doorontwikkelen van de Omgevingswet en de samenhang in het wetgevingsstelsel (artikelonderdeel 5.2).
Met de Monitor NOVI houden we continu de vinger aan de pols van beleid en ontwikkeling in het fysieke domein. Bij de Monitor NOVI gaat het om een tweejaarlijkse effectmonitor door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) van ontwikkelingen in de leefomgeving. In 2022 is de eerste vervolgmeting verschenen. De tweede vervolgmeting is in het najaar van 2024. Met de Balans voor de Leefomgeving schetst het PBL iedere twee jaar een meer evaluatief en thematisch beeld van de stand van zaken van de Leefomgeving en het leefomgevingsbeleid. De volgende Balans verschijnt eveneens in het najaar van 2024.
Ontwikkelingen in het fysieke domein hebben echter vaak een lange doorlooptijd van planvorming naar realisatie. Hierdoor is het meestal niet mogelijk om op basis van feitelijke ontwikkelingen en evaluaties tijdig bij te sturen. Meer regie op de ruimtelijke ordening vraagt, meer nog dan een terugkijkende monitor, om een systeem van vooruit kijken in een vroeg stadium zicht op de ruimtelijke ontwikkelingen en kan daarop geanticipeerd worden. Nieuw is dan ook dat door het PBL een zogeheten Planmonitor NOVI is uitgewerkt die vooruitblikt op ontwikkelingen. In de planmonitor brengt het PBL in verschillende scenario’s mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen in beeld, waarbij een relatie wordt gelegd met kwetsbare gebieden met een Rijksbelang. De eerste volwaardige meting vond begin 2023 plaats en zal jaarlijks geactualiseerd worden. In 2024 zal doelmatigheid en doeltreffendheid van de NOVI/Nota Ruimte, mede op basis van bovengenoemde onderzoeken, worden geëvalueerd.
Op 1 januari 2024 treedt de nieuwe Omgevingswet in werking. De Omgevingswet bundelt en moderniseert de wetten voor de leefomgeving. Hierbij gaat het onder meer om wet- en regelgeving over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. De nieuwe wet zorgt voor een samenhangende aanpak van de leefomgeving, ruimte voor lokaal maatwerk en betere en snellere besluitvorming. Daarnaast wordt participatie bevorderd. Bijvoorbeeld door burgers en ondernemers zo goed mogelijk te betrekken bij de ontwikkeling van de leefomgeving. De minister voor VRO is verantwoordelijk voor het stelsel van de Omgevingswet (beleid, wetgeving en uitvoering). Om zicht te houden op de werking van de wet en het behalen van de beoogde doelen worden drie monitors onderscheiden: een monitor stelsel Omgevingswet, een monitor financiële evaluatie Omgevingswet medeoverheden en een monitor van de werking van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). De monitor van de NOVI wordt tevens gezien als de monitor van de maatschappelijke waarden van de Omgevingswet.
Het doel van de monitor van het stelsel Omgevingswet is om in kaart te brengen hoe decentrale overheden aan de realisatie van de verbeterdoelen werken en in hoeverre dit lukt en de kerninstrumenten de realisatie van de verbeterdoelen ondersteunen. In 2023 is een plan van aanpak voor de deelmonitoring opgesteld. In 2024 wordt gestart met de uitvoering van deze deelmonitor.
De monitor en financiële evaluatie Omgevingswet medeoverheden biedt overzicht over de transitiekosten van de invoering van de wet. In 2021 is gerapporteerd over de financiële effecten voor bevoegde gezagen in het Integraal Financieel Beeld. In 2023 is het Integraal Financieel Beeld een half jaar voor inwerkintreding geactualiseerd en is een monitormodel ontwikkeld om de structurele effecten te kunnen monitoren. In 2024 zal de nulmeting worden gestart en zullen de transitiekosten inzichtelijk worden gemaakt. Integrale financiele motoring zal één en vijf jaar na inwerking treding plaatsvinden. In de daaropvolgende jaren (2025 en 2029) zijn de cijfers bekend. De deelmonitor DSO geeft inzicht in de invoering en werking van het ondersteunende digitale stelsel.
Op grond van artikel 23.9 van de Omgevingswet stuurt het kabinet binnen vijf jaar na inwerkingtreding een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de prakijk naar de Tweede en Eerste Kamer. Voor de stelselherziening Omgevingswet betekent dit dat de verbeterdoelen van de wet centraal staan in de monitoring en evaluatie: Deze evaluatie zal worden uitgevoerd door een onafhankelijke evaluatiecommissie. Deze commissie is ingesteld per 1 januari 2023. Deze evaluatiecommisie zal ook jaarlijks reflecteren op de bevindingen uit de monitor van het stelsel.
Subthema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Begrotingsartikelonderdeel |
---|---|---|---|---|
Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving | Agentschapsdoorlichting | 2023 | Agentschapsdoorlichting Logius | 6.2 |
Ex durante | 2023 | Staat van de Dienstverlening | ||
Ex ante | 2023 | Beleidsonderzoek uitvoerbaarheid en samenhang EU data acts | ||
Ex durante | 2023 en verder | Monitor effectiviteit beleid digitale inclusie | ||
Ex post | 2024 | Beleidsevaluatie effectiviteit en doelmatigheid van inzet middelen op het reguleren van algoritmes | ||
Ex durante | 2024 | Herhaling en opvolging beleidsonderzoek uitvoerbaarheid en samenhang EU data acts | ||
Ex ante | 2024 | Uitvoeringstoets Netwerk- en Informatiebeveiliging 2 | ||
Ex post | 2024 | Beleidsevaluatie effectiviteit digitale toegankelijksheidsbeleid | ||
Periodieke rapportage | 2026 | Periodieke rapportage Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving | ||
Ex durante | 2026 | Evaluatie Team Informatieveiligheid | ||
Identiteitsstelsel | Ex ante/ex durante/ex post | 2022-2027 | Evaluatie introductie van het burgerservicenummer in Caribisch Nederland | 6.5 |
Ex post | 2023 | Evaluatie Wet wijziging Basisregistratie Personen | ||
Agentschapsdoorlichting | n.n.b. | Agentschapsdoorlichting Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | ||
Ex durante | 2024 | Invoeringstoets Landelijke Aanpak Adreskwaliteit | ||
Periodieke rapportage | 20251 | Periodieke rapportage Identiteitsstelsel | ||
Ex durante | 2024-2026 | Evaluatie experimenten BRP: registratie tijdelijke verblijfsadressen niet-ingezetenen, registratie aantal ingezetenen op woonadres burger, interkerkelijke ledenadministratie en dataminimalisatie | ||
Ex durante | 2024, 2026 | CBS onderzoek adreskwaliteit BRP | ||
Ex durante | 2024 en verder | Monitor implementatie Europese Digitale Identiteit | ||
Ex post | 2026 | Evaluatie Wet Landelijke Aanpak Adreskwaliteit | ||
Ex post | 2027 | Evaluatie van de Paspoortwet en de verordening identiteitskaarten | ||
Ex post | 2028 | Evaluatie Europese Digitale Identiteit | ||
Investeringspost digitale overheid | Ex ante | 2023 | IAK Wet digitale overheid tranche 2 | 6.6 |
Ex durante | 2023 | Evaluatie Baseline Informatiebeveiliging Overheid | ||
Ex durante | 2024 | Evaluatie Inkoopeisen Cybersecurity Overheid | ||
Hoogwaardige dienstverlening één overheid | Periodieke rapportage | n.n.b. | Periodieke rapportage hoogwaardige dienstverlening één overheid | 6.7 |
Ex post | 2026 | Evaluatie Wet elektronische publicaties | ||
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | Ex durante | 2024 | Strategisch onderzoek doorontwikkeling en verdieping CIO en CISO besluit | 7.1 |
Ex durante | 2024 en verder | Evaluatie en actualisatie Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren | 6.2, 6.5, 6.6, 6.7, 7.1 |
De beleidsdoorlichting artikel 6.5 Reisdocumenten en Basisadministratie Personen naar 2025 uitgesteld. Op dit moment zijn de beleidswijzigingen op dit gebied en de daartoe benodigde wijzigingen in wet- en regelgeving te kort in werking om zinvol te kunnen evalueren.
Toelichting
De Staat van de dienstverlening betreft een ex-durante onderzoek naar het oordeel van burgers en het bedrijfsleven over de overheidsdienstverlening. De centrale vraag in dit onderzoek luidt: Hoe belangrijk vinden burgers begrijpelijkheid, en in welke mate ervaren zij moeite met communicatie vanuit de overheid?
Met de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren (WWD) heeft BZK een meerjarige agenda neergezet. Deze Werkagenda was de eerste stap in de invulling van de ambities van het kabinet voor de waardengedreven digitale transitie van Nederland. de WWD is een rolling agenda die opgebouwd is langs vijf lijnen waaronder concrete programma’s en projecten worden gerealiseerd.
Deze WWD wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van de gerealiseerde resultaten. Daarnaast wordt op basis van voortschrijdend inzicht en nieuwe ontwikkelingen bepaald waar de komende periode meer of minder focus moet liggen.
‘Netwerk- en Informatiebeveiliging 2’ (NIB2) betreft een herziene EU-richtlijn. Momenteel is de uitvoeringstoets nog niet gereed, zo dient onder andere de scope van de herziene richtlijn helder te worden. De planning is dat de richtlijn in oktober 2024 in werking treedt. Dit betekent dat de uitvoeringstoets eind 2023 of begin 2024 wordt uitgevoerd.
Om te onderzoeken in welke mate overheidsbeleid effectief is in de zin van digitale inclusie is in 2023 een monitoringsonderzoek afgerond. Vanaf 2024 zal deze monitor jaarlijks uitgevoerd worden. In datzelfde jaar zal er een beleidsevaluatie naar de effectiviteit van het digitale toegankelijkheidsbeleid worden uitgevoerd en afgerond.
BZK focust zich op data acts die vanuit de EU naar Nederland komen. In 2023 is een evaluatie afgerond naar de uitvoerbaarheid en samenhang van deze data acts. Vervolgens zal er in 2024 opvolging aan de uitkomsten van de evaluatie gegeven worden. Tevens wordt dit jaar de beleidsevaluatie afgerond dat zich richt op algoritmes. Het doel van dit onderzoek is om de doelmatigheid en effectiviteit de inzet van middelen op het reguleren van algoritmes in kaart te brengen.
In 2024 wordt begrotingsartikel 6.5, betreffende toegang geëvalueerd. Deze evaluatie zal inzicht geven in de bereikte maatschappelijke doelen en de effecten van het ingerichte stelsel en internationale ontwikkelingen. Daarnaast biedt dit inzicht in welke dienstverleners ontsloten zijn.
Om de digitale dienstverlening, het informatiebeleid en de informatiesamenleving te blijven ontwikkelen wordt in 2026 vervolgens artikel 6.2 geëvalueerd. Deze evaluatie tracht ook te beogen welke maatschappelijke doelen er zijn bereikt, en hoe doelmatig en doeltreffend de ingezette beleidsinstrumenten zijn geweest.
In datzelfde jaar wordt ook de Wet elektronische publicaties geëvalueerd. In dit onderzoek wordt de beschikbaarheid van publicaties voor digitaal minder vaardigen, en de mogelijke gevolgen voor lokale media onderzocht. Daarnaast worden de ingezette beleidsinstrumenten getoetst op doelmatigheid en doeltreffendheid.
Van 2022 tot en met 2027 wordt er een groter evaluatieonderzoek uitgevoerd naar de invoering van het Burgerservicenummer in Caribisch Nederland. Dit onderzoek zal ex-ante, ex-durante en ex-post van aard zijn.
Op verzoek van de Tweede Kamer wordt de invoeringstoets Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) een jaar na inwerktreden, in 2024, uitgevoerd. De evaluatie van de wet LAA is gepland in 2026. Daarnaast voert het CBS in 2024 een onderzoek uit naar de actuele adreskwaliteit in de BRP. Tevens worden in de periode 2024 tot en met 2026 vier wettelijke experimenten omtrent de Wet Basisregistratiepersonen (BRP) geëvalueerd:
1. De kwaliteitsmaatregel registratie tijdelijke verblijfsadressen van niet-ingezetenen.
2. Verbeteren van de informatiepositie van de burger voor het aantal ingezetenen op een woonadres.
3. Regie op gegevens met betrekking tot de Interkerkelijke Ledenadministratie.
4. Dataminimalisatie.
In 2024 zal het strategisch onderzoek naar de doorontwikkeling en verdieping CIO en CISO Besluit worden afgerond. Analyse, evaluatie, afstemming en definiëren de noodzaak van CTO, CDO en de privacy rol met verantwoordelijkheden en bevoegdheden als uitbreiding en verdieping van het CIO-besluit. Tevens is er behoefte om te inventariseren hoe dat nu bij de verschillende departementen en IDV’s verloopt om te komen tot een best of breed en vooral ook onderlinge afbakening van de verschillende rollen.
Bij meerdere initiatieven van het programma Dienstverlening wordt momenteel gewerkt aan het opstellen van beleid en bijbehorende visie. Diverse onderdelen van het programma zullen in de loop van 2024 worden geëvalueerd. De planning van deze evaluaties is opgenomen in de SEA maar zou nog aangepast kunnen worden.
De afronding van de evaluatie van de Paspoortwet is gepland in 2027. De staatssecretaris zegt toe om bij de in de verordening voorziene evaluatiemomenten de vraag mee te nemen in hoeverre het toevoegen van vingerafdrukken op ID-kaarten een verminderend effect heeft op gevallen van ID-fraude.
Enkele jaren na inwerktreden is een evaluatie van de Europese Digitale Identiteit (EDI) mogelijk aan de orde. Vooralsnog is de afronding van de evaluatie gepland in 2028. Vanaf 2024 en verder wordt de implementatie van de EDI periodiek gemonitord.
Subthema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Begrotingsartikelonderdeel |
---|---|---|---|---|
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | Ex durante | 2023 en verder | Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk | 7.1 |
Ex post | 2023 | ADR evaluatie Transitie DigiInkoop | ||
Ex durante | 2023 | Evaluate programma Hybride Werken | ||
Agentschapsdoorlichting | n.n.b. | Agentschapsdoorlichting P-Direkt | ||
Ex durante | 2023 | Visitatiecommissie Algemene Bestuursdienst | ||
Ex post | 2024 | Evaluatie Inkopen met impact | ||
Beleidsdoorlichting | 2024 | Beleidsdoorlichting Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid | ||
Ex post | 2024 | Evaluatie subsidieregeling Center for People and Buildings | ||
Ex durante | 2024 | Rapportage Rijkshuisvestingsstelsels | ||
Agentschapsdoorlichting | n.n.b. | Agentschapsdoorlichting SSC-ICT | ||
Agentschapsdoorlichting | n.n.b. | Agentschapsdoorlichting FM Haaglanden | ||
Ex post | 2025 | Evaluatie bestedingsplan Staat van de Uitvoering | ||
Ex post | 2025 | Evaluatie bestedingsplan Leiderschap, diversiteit en inclusiviteit | ||
Ex durante | 2025 | Evaluatie van de pilots die zien op de ondersteuning van klokkenluiders | ||
Ex post | 2026 | Evaluatie Wet bescherming klokkenluiders en doorlichting Huis voor klokkenluiders | ||
Ex durante | 2026 | Monitor campagne veilig werk- en meldklimaat | ||
Pensioenen en uitkeringen | Beleidsdoorlichting | 2024 | Beleidsdoorlichting Pensioenen en uitkeringen | 7.2 |
Doelmatige Rijkshuisvesting en beheer materiele activa | Periodieke rapportage | 2026 | Periodieke rapportage Doelmatige Rijkshuisvesting | 9.1 en 9.2 |
Toelichting
De jaarlijkse rapportage Bedrijfsvoering Rijk biedt inzicht in het werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid van BZK. In 2024 zal de beleidsdoorlichting van artikel 7 ook verdere inzichten verschaffen in hoeverre het beleid van BZK op dit gebied doelmatig en doeltreffend is.
De Algemene Bestuursdienst (ABD) heeft naar aanleiding van onderzoek van de Universiteit Utrecht over het functioneren van de ABD, een aantal maatregelen aangekondigd in 2021 (Kamerstukken II, 2021/22, 31490, nr. 310). De kennisbehoefte van de ABD is daarom gericht op het krijgen van inzicht in de effecten van deze maatregelen. Hiervoor is een visitatiecommissie ingesteld. In 2023 zal de eerste visitatie plaatsvinden, deze zal in de toekomst met regelmaat uitgevoerd worden (Kamerstukken II, 2022/23, 31490, nr. 326).
De verschillende pilots die zien op de ondersteuning van klokkenluiders op psychosociaal en juridisch gebied worden (tussentijds) geëvalueerd. De Tweede Kamer wordt over de uitkomst van deze evaluaties geïnformeerd.
De nieuwe wet Bescherming klokkenluiders is op 18 februari 2023 in werking getreden. Deze wet moet binnen drie jaar worden geëvalueerd. Volgens de Kaderwet zbo's moeten zbo's om de vijf jaar worden geëvalueerd.
BZK wilt dit jaar een opdracht uitzetten om de campagne veilig werk- en meldklimaat te monitoren zodat er tussentijds bijgestuurd kan worden omdat maatschappelijke ontwikkelingen rondom dit onderwerp elkaar snel opvolgen, en om de doelmatigheid en de effectiviteit van de campagne in het oog houden.
De evaluatie van de impact van het bestedingsplan ‘Leiderschap, diversiteit, inclusie, voorkomen institutioneel racisme en onbewust vooroordelen’ wordt uitgevoerd in 2025 en wordt extern belegd bij een onafhankelijke partij, mogelijk bij een universiteit. Daarbij staan de vragen centraal of de interventies hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de doelstellingen en of aanvullende inspanningen zijn te benoemen die mogelijk meer impact hebben. De uitgangspunten voor de evaluatie zijn aan de voorkant vastgesteld in 2021, zodat deze mede richting kunnen geven aan de ontwikkeling van het programma.
In de afgelopen jaren heeft de afzonderlijke besluitvorming in verschillende huisvestingsstelsels (waaronder: kantoren, specialties, Defensie, Nationale Politie) geleid tot een verschuiving in de spreiding van de werkgelegenheid binnen het Rijk over het land, veelal ten gunste van de Randstad en ten koste van de regio. Ministeries maken zelf de afweging welk perspectief het hoogst geprioriteerd wordt. BZK wordt vaak pas op een laat moment betrokken, waardoor de regierol op het politiek-bestuurlijke perspectief onvoldoende kan worden ingevuld.
Kamerleden vragen om meer regie bij besluitvorming over locatiebesluiten van Rijksorganisaties, waarbij meer gewicht wordt toegekend aan het belang van regio’s buiten de Randstad. Gezien de coördinerende verantwoordelijkheid van de minister van BZK voor de Rijksdienst en het feit dat een deel van de aanpalende dossiers (onder meer woningmarkt en de Rijksvastgoedportefeuille) onder BZK valt, ligt een initiërende rol voor de ministers van BZK en voor VRO voor de hand.
Onderzocht zal worden in welke mate de regels en governance van de verschillende huisvestingsstelsels hiertoe kunnen worden aangepast. Idem voor het Coördinatiebesluit organisatie, bedrijfsvoering en informatiesystemen rijksdienst. Ook dient een uitwerking plaats te hebben van het escalatiemodel bij vermeende botsingen tussen Rijksbrede belangen en belangen van ministeries.
Als gevolg van de ondertekening van het manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen door BZK als Rijksbrede kadersteller op het gebied van de Rijksinkoop zal het programma Inkopen met impact worden geëvalueerd. Tevens zal er een ADR evaluatie naar het programma Transitie DigiInkoop worden uitgevoerd. Hiermee wordt onderzocht of de beoogde doelstellingen behaald zijn en welke lessen er voor gelijksoortige programma’s er zijn.
Conform de regeling periodiek evaluatieonderzoek (RPE) dient elke 4 tot 6 jaar een (sub)thema van de SEA geëvalueerd te worden. De eerstvolgende periodieke rapportage Doelmatige Rijkshuisvesting zal daarom uiterlijk in 2026 gepubliceerd worden. De evaluatie zal dan in 2024 gestart moeten worden. Artikel 9 van de BZK begroting is beleidsarm, het artikel is gericht op de uitvoering van enkele taken door het Rijksvastgoedbedrijf, die verantwoord worden in het Kas/Verplichtingenstelsel. Dit is slechts een beperkt deel van de activiteiten van het RVB. Tegelijk met de doorlichting van artikel 9 vond in 2021 ook de doorlichting van het agentschap RVB plaats (publicatie in 2022). Wanneer deze doorlichting weer tegelijk zal plaatsvinden, zal de evaluatie van artikel 9 wederom een beperkte scope kennen.
Naar aanleiding van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33000 IV, nr. 28) wordt jaarlijks een overzicht van alle rijksuitgaven aan Caribisch Nederland (met uitzondering van de vrije uitkering ofwel het BES-fonds) toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties (IV).
Naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling Advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) volgt het kabinet de aanbeveling op om het overzicht Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland aanzienlijk uit te breiden (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 11). Doel hiervan is om de rol van het Ministerie van BZK te verstevigen en een meer integrale afweging van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland te bevorderen.
In de begroting Koninkrijksrelaties (IV) is het totale overzicht van de Rijksuitgaven Caribisch Nederland te vinden. Hieronder is de uitsplitsing van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland voor de departementale begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) weergegeven. In het overzicht en de bijbehorende toelichtingen wordt aangegeven of het uitgaven zijn ten behoeve van eilandelijke taken (E) of rijkstaken (R), of er sprake is van incidentele (I) of structurele (S) bekostiging en wordt een toelichting gegeven op de wijze van financiering welke gekoppeld is aan de beoogde beleidsdoelen.
Artikel/ instrument | Taak1 | Bijdrage2 | realisatie | ontwerpbegroting 2024 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |||
Totaal uitgaven | 12.118 | 11.225 | 13.178 | 12.455 | 12.285 | 12.535 | 12.485 | ||
Artikel 3 Woningmarkt | 8.801 | 9.500 | 10.150 | 8.500 | 8.600 | 8.950 | 9.000 | ||
Subsidies (regelingen) | E | S | 1.151 | 7.100 | 8.000 | 8.400 | 8.500 | 8.600 | 8.900 |
Subsidies (regelingen) | E | I | 7.650 | 2.100 | 1.800 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | E | I | 0 | 300 | 250 | 0 | 0 | 250 | 0 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | E | S | 0 | 0 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Artikel 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | 1.730 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Bijdrage aan medeoverheden | E | I | 1.730 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving | 1.587 | 1.725 | 3.028 | 3.955 | 3.685 | 3.585 | 3.485 | ||
Subsidies (regelingen) | E | I | 17 | 0 | 18 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | R | I | 0 | 100 | 75 | 50 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | R | I | 0 | 200 | 250 | 2.220 | 2.100 | 2.100 | 2.100 |
Bijdrage aan medeoverheden | R | I | 0 | 140 | 1.400 | 400 | 300 | 200 | 100 |
Bijdrage aan agentschappen | E | S | 1.298 | 1.285 | 1.285 | 1.285 | 1.285 | 1.285 | 1.285 |
Bijdrage aan agentschappen | E | I | 272 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | R | I | 0 | 200 | 2.000 | 2.000 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Artikel 3 Woningmarkt
Subsidies (regelingen)
Aan de openbare lichamen van Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt een bijdrage verstrekt voor het verlagen van de huurlasten van huurders bij de woningstichtingen op de eilanden, en het bouwen/renoveren van (extra) sociale huurwoningen
Aan Bonaire wordt een bijdrage verstrekt ten behoeve van de pilot Bijdrage particuliere Verhuur. Aan Bonaire, Saba en Sint Eustatius wordt in 2023 en 2024 een bijdrage uit de flexpool verstrekt en een bijdrage voor de (op te zetten) huurcommissie. Aan Bonaire wordt een bijdrage verstrekt voor flexwoningen.
Aan het CBS wordt een bijdrage verstrekt voor het opzetten van statistieken en het uitvoeren van een woonbehoefteonderzoek. Verder wordt aan het CBS een bijdrage verstrekt voor het jaarlijks actualiseren van statistieken.
Artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving
De Rijksoverheid en de openbare lichamen werken samen binnen het Programma digitalisering Caribisch Nederland. Vanuit de Werkagenda Waardengedreven Digitalisering werkt dit programma aan verbetering van de dienstverlenende en digitale overheid, dat mensen kunnen meedoen in de digitale samenleving en de verdere digitale transitie in sectoren.
Subsidies (regelingen)
Dit betreft voorgenomen subsidies ten behoeve van de versterking van overheidsdigitalisering en verbetering van de digitale infrastructuur in Caribisch Nederland waarover nog een besluit moet worden genomen.
Opdrachten
In 2023 betreft dit voornamelijk enkele grote onderzoeken, onder andere een scenario-studie voor een nog te ontwikkelen adressen- en gebouwenregistratie in Caribisch Nederland, de vervanging van de Identiteitskaart BES, een precheck voor de invoering van DigiD en een aantal kleinere opdrachten. In latere jaren betreft het ook opdrachten voor implementatie van voorzieningen van de GDI, of de ontwikkeling van gelijkwaardige andere voorzieningen als GDI-componenten (vooralsnog) ongeschikt blijken te zijn voor implementatie in Caribisch Nederland.
Bijdrage aan medeoverheden
Dit betreft bijdragen aan Saba en Sint Eustatius om elk een projectleider digitalisering aan te stellen, ter verwezenlijking van eigen digitaliseringsdoelen en de Werkagenda Waardengedreven Digitalisering. In latere jaren betreft het ook bijdragen ten behoeve van de invoering van het BSN en de uitrol van DigiD. In 2023 betreft het ook nog een bijdrage aan Saba en Sint Eustatius om nieuwe websites te ontwikkelen die voorbereid zijn op de invoering van DigiD/digitale dienstverlening en die digitaal toegankelijk zijn voor mensen met een functiebeperking.
Bijdrage aan agentschappen
Dit betreft een eilandelijke taak: bijhouden van de bevolkingsadminisstratie en uitgifte van reisdocumenten.
De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) ontvangt een structurele bijdrage voor de ondersteuning van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bij het beheer en exploitatie van de Persoonsinformatievoorziening Nederlandse Antillen en Aruba Verstrekkingen (PIVA-V). Deze bijdrage is ook bedoeld voor de betrouwbare uitgifte van de identiteitskaart BES.
Ook betreft het bijdragen ten behoeve van de invoering van DigiD en andere elementen uit de basisinfrastructuur (GDI).
In 2020 is tussen de Zeeuwse partijen en het kabinet het pakket Wind in de Zeilen ofwel het bestuursakkoord Compensatiepakket marinierskazerne tot stand gekomen (Kamerstukken II 2019/20, 33358, nr. 28). Dit pakket heeft een omvang van circa € 651,9 mln. voor de periode van 2020 tot en met 2030. In het bestuursakkoord is in artikel 2.10 afgesproken dat de rijksbijdrage aan de afgesproken maatregelen inzichtelijk wordt gemaakt in een overzicht bij de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII). Met het opnemen van de bedragen in de begroting zijn deze geoormerkt voor dit doel.
Dit overzicht is opgesteld op basis van de verstrekte informatie van de betreffende departementen.
Omschrijving | Begroting | Artikel | Instrument | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 16.180 | 25.967 | 41.842 | 88.398 | 104.091 | 72.513 | 89.269 | |||
0. Compensatie gemaakte kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
1. Law Delta | 1.100 | 2.000 | 2.000 | 60.090 | 60.091 | 60.091 | 60.091 | |||
Extra beveiligde inrichting (EBI) | JenV (VI) | 34. Straffen en Beschermen | Bijdrage aan agentschappen | 0 | 0 | 0 | 52.000 | 52.001 | 52.001 | 52.001 |
Hoogbeveiligde Zittingslocatie (HBZ) | JenV (VI) | 32. Rechtspleging en rechtsbijstand | Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 3.760 | 3.760 | 3.760 | 3.760 |
Beveiligde overnachtingslocatie | JenV (VI) | 32. Rechtspleging en rechtsbijstand | Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 110 | 110 | 110 | 110 |
Strategisch Kenniscentrum | JenV (VI) | 33. Veiligheid en criminaliteitsbestrijding | Bijdrage aan medeoverheden | 1.100 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 |
Locatie Noord/Oost Nederland | JenV (VI) | 32. Rechtspleging en rechtsbijstand | Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 2.220 | 2.220 | 2.220 | 2.220 |
2. Bereikbaarheid | 0 | 11.500 | 6.500 | 20.500 | 25.500 | 10.500 | 12.500 | |||
Aanpassing dienstregeling NS | IenW (MF) | 11. Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte | Reserveringen (Pakket Zeeland) | 0 | 4.500 | 4.500 | 4.500 | 4.500 | 4.500 | 4500 |
Verbetering bereikbaarheid | IenW (MF) | 11. Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte | Reserveringen (Pakket Zeeland) | 0 | 6.000 | 1.000 | 15.000 | 20.000 | 3.000 | 0 |
Rail Gent - Terneuzen | IenW (MF) | 11. Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte | Reserveringen (Pakket Zeeland) | 0 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 3.000 | 8000 |
3. Delta Kenniscentrum | 63 | 0 | 26.942 | 3.908 | 14.600 | 1.922 | 16.678 | |||
Delta Kenniscentrum | OCW (VIII)/LNV (XIV) | 16. Onderzoek en Wetenschapsbeleid | Subsidies (regelingen) | 0 | 0 | 26.942 | 3.908 | 14.600 | 1.922 | 16.678 |
Kwartiermakersfase | OCW | 16. Onderzoek en Wetenschapsbeleid | Opdrachten | 63 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4. Eerstelijnszorg | 4.617 | 6.217 | 5.150 | 3.900 | 3.900 | 0 | 0 | |||
Toekomstgerichte zorginfrastructuur | VWS (XVI) | 3. Langdurige zorg en ondersteuning | Subsidies (regelingen) | 1.067 | 1.067 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Huisartsen / Physical Assistant | VWS (XVI) | 4. Zorgbreed beleid | Subsidies (regelingen) | 2.300 | 3.900 | 3.900 | 3.900 | 3.900 | 0 | 0 |
Gezondheidscentrum Vlissingen/Walcheren | VWS (XVI) | 3. Langdurige zorg en ondersteuning | Subsidies (regelingen) | 1.250 | 1.250 | 1.250 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5/6. Industrie en haven | 150 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Onderzoek industrie/haven | EZK (XIII) | 2. Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei | Subsidies (regelingen) | 150 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7. Versterken Investeringsfonds Zeeland | 5.000 | 5.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Versterken Investeringsfonds Zeeland | EZK (XIII) | 3. Toekomstfonds | Leningen | 5.000 | 5.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
8. Kenniswerf | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
9. Aardgasvrije wijken | 4.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Aardgasvrije wijk Vlissingen | BZK (VII) | 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit | Bijdrage aan medeoverheden | 4.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
10. Werkzoekenden naar werk in de regio | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
11. Ontvlechten Evides en PZEM | 1.250 | 1.250 | 1.250 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Evides | BZK (VII) | 1. Openbaar bestuur en democratie | Bijdrage aan medeoverheden | 1.250 | 1.250 | 1.250 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
1. Law Delta (JenV)
Justitieel complex Vlissingen
Penitentiaire inrichting
De huidige behoefte aan capaciteit voor bijzondere regimes binnen de penitentiaire inrichtingen is nog niet bereikt maar loopt wel tegen het maximum aan. De extra beveiligde inrichting (EBI) in Vught raakt voller en spreiding van deze categorie gedetineerden over meerdere inrichtingen is op dit beveiligingsniveau niet mogelijk. Met een tweede EBI ontstaat ruimte om gedetineerden die voor dit regime in aanmerking komen te kunnen scheiden van elkaar. Deze spreiding is nodig om voortgezet crimineel handelen in detentie (vchd) en ondermijnende criminaliteit te kunnen voorkomen en bestrijden. De penitentiaire inrichting Vlissingen zal niet alleen een EBI huisvesten. Dit heeft te maken met doelmatigheidsredenen zoals een efficiënte inzet van personeel en voorzieningen en vanwege de mogelijkheid om te kunnen op- en afschalen tussen de verschillende regimes. Daarnaast is er behoefte aan cellen die qua beveiligingsniveau tussen een EBI en een reguliere cel liggen. Daarom komen er naast een EBI ook 192 andere plaatsen, mogelijk in de vorm van vier multi-inzetbare gevangenisunits met 48 plaatsen. De ingebruikname van het JCV staat gepland voor medio 2030 ( zie ook Kamerbrief d.d 7 decmber 2022).
Hoogbeveiligde Zittingslocatie (HBZ)
Om in de toekomst nieuwe strafzaken te kunnen faciliteren waarbij zware veiligheidsmaatregelen nodig zijn, is meer extra beveiligde zittingscapaciteit noodzakelijk. De nieuwe hoogbeveiligde zittingslocatie is een landelijke voorziening die zich primair richt op parketten en rechtbanken ten zuiden van de grote rivieren. Door het combineren van een gevangenis en een zittingslocatie in een hoogbeveiligde omgeving ontstaat een voor Nederland nieuw concept. Hierdoor kan een deel van deze zware vluchtgevaarlijke criminelen in één veilige omgeving worden gedetineerd en berecht.
Beveiligde overnachtingslocatie
Advocaten, rechters en officieren van justitie moeten hun werk veilig kunnen doen. Bij zaken die worden behandeld in de hoogbeveiligde zittingslocatie zal het ook vaker voorkomen dat rechters, officieren van justitie en advocaten worden beveiligd. Daarom komt op het Justitieel Complex Vlissingen ook een beveiligde voorziening waarin zij tijdens (meerdaagse) zittingen kunnen werken en overnachten. Dit scheelt reistijd en vermindert het risico tijdens vervoersbewegingen.
Overig Lawdelta
Strategisch Kenniscentrum Ondermijnende Criminaliteit (SKC-OC)
De strategische kenniscentrum ondermijning heeft als doel het verkrijgen van een integraal, gezaghebbend strategisch beeld, dat inzicht geeft in de aard, omvang, trends en ontwikkelingen in fenomenen van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. Voor het opstellen van dit strategisch beeld wordt geabstraheerde informatie gebruikt van opsporings-, handhavings- en toezichtdiensten en uit lokale, regionale, nationale en internationale informatiebronnen.
Locatie Noord/Oost Nederland
Het kabinet investeert in een landelijke voorziening ten noorden van de grote rivieren als alternatief voor de zwaar beveiligde rechtbank in Amsterdam Nieuw-West, beter bekend als "de bunker". De exacte locatie van deze zittingslocatie wordt nog nader bepaald.
2. Bereikbaar (IenW)
Aanpassing dienstregeling NS
Om NS te compenseren voor het aanbieden van de extra en versnelde trein, is € 4,5 miljoen jaarlijks structureel vrijgemaakt vanuit het maatregelenpakket.
Verbetering bereikbaarheid
De versnelde en extra trein vergen kleine ingrepen aan de infrastructuur. Er wordt gestudeerd aan o.a. extra overwegmaatregelen om de veiligheid op pijl te houden en mogelijke extra energievoorziening om te treinen van voldoende spanning te voorzien.
Rail Gent-Terneuzen
In 2024 worden de infrastructurele maatregelen voor Rail Gent Terneuzen verder verkend en uitgewerkt, zoals de zuidoost-boog bij de Sluiskilbrug. De geraamde bedragen zijn de te verwachten studiekosten.
3. Delta Kenniscentrum (OCW)
Delta Kenniscentrum
Het betreft hier het voornemen tot het oprichten van het Delta Climate Center (DCC) voor onderzoek en onderwijs op gebied van water, voedsel en energie. Hierin werken de Zeeuwse kennisinstellingen (Scalda, Hogeschool Zeeland, University College Roosevelt, Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, Wageningen Marine Research) samen met twee Nederlandse Universiteiten (Universiteit Utrecht en Wageningen University & Research). De missie van het DCC wordt om invulling te geven aan de maatschappelijke opgave: «Leven en werken in de Delta: klimaatadaptatie door natuurlijke oplossingen». De kernopdracht van het centrum wordt om innovatieve oplossingen te realiseren voor een toekomstbestendige, veilige en welvarende Delta. Op vier niveaus wordt deze opgave ingevuld: onderzoek, onderwijs, valorisatie en business development. Het onderzoek bij het DCC richt zich op complexe maatschappelijke vraagstukken die onder andere gekenmerkt worden door: de unieke combinatie tussen water, voedsel en energie; de noodzaak om verschil[1]lende kennisgebieden (alfa, gamma, bèta) met elkaar te combineren; en het belang van verschillende onderzoeksdimensies van fundamenteel tot praktijkgericht en doorvertaald naar vraag- en probleemgedreven onderwijs (mbo-hbo-wo).
4. Eerstelijnszorg (VWS)
Huisartsen / Physical Assistant
In Zeeland is sprake van een toenemend tekort aan huisartsen. Uit ervaring blijkt dat artsen na de opleiding vaak blijven wonen in de regio waar de opleiding is genoten. Door huisartsen in opleiding (HAIO’s) de hele opleiding (drie jaar) te laten doorlopen in Zeeland wordt dit effect beoogd. Er is een pilot gestart in 2020 door de huisartsenopleiding van het Erasmus MC, waarbij vier HAIO’s per september 2020 zijn gestart om de hele opleiding in Zeeland te doorlopen. Deze maatregel houdt in dat deze pilot structureel wordt gemaakt, waarbij in 2021 tweemaal vier HAIO’s volgens dit concept aan Zeeland zijn toegewezen. En dit is vanaf 2022 verhoogd naar tweemaal zes instroomplekken per jaar, waardoor er ook in 2024 tweemaal zes instroomplekken zijn toegewezen.
Gezondheidscentrum Vlissingen/Walcheren
Moderne, centraal gelegen gezondheidscentra met satellieten in de wijken en dorpen daaromheen, zijn de toekomst voor het omgaan met multidisciplinaire zorgvragen van patiënten. De compensatiemaatregel houdt in dat de Rijksoverheid de bekostiging van een gezondheidscentrum in Vlissingen en met eventueel een satelliet gezondheidscentrum elders op Walcheren, mogelijk maakt met een financiële impuls van in totaal € 5 mln. In 2024 is hiervoor € 1.25 mln. Beschikbaar.
7. Versterken Investeringsfonds Zeeland (EZK)
Versterken Investeringsfonds Zeeland
Er is voor € 20 mln., waarvan € 5 mln. in 2023, extra geïnvesteerd in de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM) Zeeland met als doel het aantrekken van kennisintensieve bedrijven en het investeren in startups.
11. Ontvlechten Evides en PZEM (BZK)
Evides
Voor de afhandeling van de ontvlechting van Evides uit de Provinciale Zeeuwsche Electriciteits-Maatschappij (PZEM) heeft het Rijk in 2021 besloten een incidentele bijdrage van € 10 mln. aan de Provincie Zeeland te leveren voor de aankoop van de aandelen Evides, waarmee de provincie haar weerstandsvermogen kan ophogen ten behoeve van de garantie op de lening voor de aankoop van Evides. Dit bedrag volgt bovenop het eerder afgesproken pakket Wind in de zeilen. In 2024 wordt het laatste deel van dit bedrag (€ 1,25 mln.) naar de provincie overgemaakt.
Deze bijlage bevat financiële informatie en een beknopte toelichting van de stand van zaken van de NGF-projecten die onder verantwoordelijkheid van BZK vallen.
realisatie | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
Totaal uitgaven NGF-Projecten | 0 | 12.382 | 25.480 | 33.557 | 13.434 | 7.547 | 454 | |
Totaal ontvangsten NGF-projecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Werklandschappen van de toekomst | ||||||||
Subtotaal uitgaven werklandschappen van de toekomst | 0 | 1.925 | 4.022 | 6.758 | 6.989 | 6.460 | 0 | |
Uitgaven Artikel 4 | Subsidies | 0 | 1.925 | 4.022 | 6.758 | 6.989 | 6.460 | 0 |
Subtotaal ontvangsten werklandschappen van de toekomst | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten Artikel 4 | Subsidies | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toekomstbestendige leefomgeving | ||||||||
Subtotaal uitgaven toekomstbestendige leefomgeving | 0 | 10.000 | 20.000 | 25.000 | 5.000 | 0 | 0 | |
Uitgaven Artikel 4 | Subsidies | 0 | 10.000 | 20.000 | 25.000 | 5.000 | 0 | 0 |
Subtotaal ontvangsten toekomstbestendige leefomgeving | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten Artikel 4 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Dutch Metropolitan Innovations | ||||||||
Subtotaal uitgaven Dutch Metropolitan Innovations | 0 | 457 | 1.458 | 1.799 | 1.445 | 1.087 | 454 | |
Uitgaven Artikel 5 | Opdrachten | 0 | 0 | 200 | 201 | 200 | 201 | 194 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 0 | 457 | 998 | 1.338 | 985 | 626 | 0 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 260 | 260 | 260 | 260 | 260 | |
Subtotaal ontvangsten Dutch Metropolitan Innovations | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten Artikel 5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Werklandschappen van de toekomst
Sinds de goedkeuring in oktober 2022 werkt dit project naar toekomstgerichte, groene en klimaatbestendige bedrijventerreinen. Het programma heeft twee doelen: het bevorderen van gezonde werklocaties als standaard voor werklandschappen en het stimuleren van een hoogwaardige, innovatieve groensector. Er wordt gewerkt aan vijf oplossingsrichtingen (business cases, financiering, inzicht in waarde van groen, innovatieve oplossingen en lesmateriaal, en versterking van de groensector), getest via living labs en ambassadeursterreinen. Het kwartiermakersteam is gestart en de stichting Werklandschappen is opgericht. Met zes provincies zijn contacten gelegd over het afsluiten van een ‘Green Deal’ In 2024 geven de kwartiermakers invulling aan de verschillende domeinen (in samenwerking met de partners) binnen Werklandschappen van de Toekomst. Er zullen overeenkomsten over living labs met gemeenten worden gesloten, onderzoek en onderwijs uitgevoerd, en innovatie en financieringsmodellen ontwikkeld.
Toekomstbestendige leefomgeving
Nederland kent grote maatschappelijke uitdagingen in de leefomgeving, waaronder woningnood, verouderde infrastructuur en effecten van klimaatverandering. De ontwerp-, bouw- en technieksector (OBT) levert een grote bijdrage aan de oplossingen voor deze uitdagingen. De productiviteit in deze sector moet nu fors omhoog om de uitdagingen in de leefomgeving voor 2030 tijdig aan te gaan. Het programma Toekomstbestendige Leefomgeving wil een zodanige impuls geven aan de modernisering van de OBT-sector, dat de noodzakelijke versnelling, opschaling en cultuuromslag gaat plaatsvinden en de beleidsdoelen worden behaald.
De oplossingen voor de maatschappelijke uitdagingen resulteren daarbij in een substantiële bijdrage aan het duurzaam verdienvermogen van Nederland. Met een continue stroom van innovaties gaan de consortia samen met de departementen de opgaven op het gebied van woningtekorten, bereikbaarheid en verduurzaming aanpakken én de sector vernieuwen. Het programma bestaat uit deelprojecten op het gebied van digitalisering, duurzame kademuren en gevels, nieuwe renovatietechnieken, duurzame woningbouw en biobased bouwen. Deze zijn weer onder te verdelen in R&D-projecten en grootschalige proeftuinen. Daarbij geldt dat in 2024 alle R&D-projecten van start moeten zijn en tevens de eerste proeftuinen operationeel.
Dutch Metropolitan Innovations (DMI)
Het DMI-ecosysteem is een NGF- ronde 2 project (2023-2028). Met het DMI-ecosyteem wordt invulling gegegeven aan de grote opgaven voor de komende tien tot twintig jaar. DMI voorziet de domeinen van mobiliteit, openbare ruimte en woningbouw van nieuwe instrumenten vanuit de digitale wereld. Het DMI-ecosysteem is een samenwerking van het bedrijfsleven, kennisinstituten, G40- en G4-gemeenten, provincies en de ministeries van I&W en BZK, onder een gezamenlijk uniform afsprakenstelsel. Slimme, duurzame verstedelijking en mobiliteitsvernieuwing worden met behulp van het ecosysteem versneld. Het beter verbinden van domeinen en stakeholders en een gestructureerd gebruik en kostenefficiënte uitwisseling van data, door en voor velen, op een vertrouwde en navolgbare wijze, welke cross-sectoraal, publiek en privaat wordt ondersteund spelen een belangrijke randvoorwaardelijke rol.
DMI bestaat uit 17 deelprojecten. BZK ontvangt een bijdrage van het Nationaal groeifonds (NGF) voor het project ‘Bouwen aan digitale tweelingen voor Slimme Mobiliteit en Duurzame steden - Digital Twins as a Service (DTAAS)’. Het is een consortium van BZK, Geonovum, Flevoland en Almere. DTAAS heeft als doelstelling stelselafspraken voor digitale tweelingen voor de fysieke leefomgeving en het delen van (geo-)data en modellen via een ICT-infrastructuur voor digitale tweelingen te ontwikkelen. De producten en diensten die binnen DTAAS ontwikkeld worden, maken deel uit het van het DMI-Ecosysteem. In de komende vijf jaar levert het project Digital Twin casussen voor de provincie Flevoland en Almere; de door Geonovum ontwikkelde innovaties worden daarin meegenomen en geëvalueerd. De eerste resultaten worden in 2024 opgeleverd.
Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL) is vanaf 1 januari 2023 een zelfstandige baten-lastenagentschap en ontvlochten uit de financiële boekhouding zoals opgenomen in het jaarverslag 2022 van het agentschap UBR.
In de eerste suppletoire begroting 2023 is een indicatieve openingsbalans opgenomen. De hieronder gepresenteerde balans met toelichting is de definitieve openingsbalans welke is voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring van de Auditdienst Rijk.
Definitieve openingsbalans | Indicatieve openingsbalans | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële activa | 660 | 720 |
Materiële activa | 179 | 179 |
- grond en gebouwen | ||
- installaties en inventarissen | 31 | 31 |
- overige materiële vaste activa | 148 | 148 |
Voorraden | ||
Debiteuren | 16.672 | 16.672 |
Nog te ontvangen | 1.773 | 1.702 |
Liquide middelen | ||
Totaal activa | 19.285 | 19.273 |
Passiva | ||
Eigen vermogen | 3.883 | 3.883 |
- exploitatiereserve | 3.883 | 3.883 |
Leningen bij MvF | ||
Voorzieningen | ||
Crediteuren | 197 | 197 |
Nog te betalen | 10.862 | 10.850 |
Liquide middelen | 4.343 | 4.343 |
Totaal passiva | 19.285 | 19.273 |
Waarderingsgrondslagen van de balans
De openingsbalans wordt opgesteld op basis van de Regeling agentschappen, Rijksbegrotingsvoorschriften, Nederland Recht (Burgerlijk Wetboek 2) en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving.
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs, verminderd met afschrijvingen en bijzondere waardeveranderingen. Afschrijvingen op immateriële vaste activa zijn gebaseerd op de geschatte economische levensduur. De afschrijvingstermijn voor immateriële vaste activa is 2-5 jaar.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs, verminderd met afschrijvingen en bijzondere waardeveranderingen. Afschrijvingen op materiële vaste activa zijn gebaseerd op de geschatte economische levensduur, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Deze afschrijving vindt lineair plaats. De afschrijvingstermijnen zijn als volgt:
Verbouwingen | 5-10 jaar |
---|---|
Vervoermiddelen | 4-5 jaar |
Inventaris/installaties | 5-10 jaar |
Hardware | 3-5 jaar |
Projecten in ontwikkeling | niet |
De afschrijvingsbedragen worden berekend vanaf de eerste maand na ingebruikname c.q. beschikbaarstelling aan de gebruikers.
Voorraden
De voorraden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs en gecorrigeerd voor eventuele waardevermindering voor bijvoorbeeld incourantheid of onverkoopbaarheid.
Debiteuren
De vorderingen op debiteuren zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit een exploitatiereserve, waarbij het agentschap gebonden is aan een maximum van 5% van de verwachte jaaromzet.
Leningen bij het ministerie van Financiën
Leningen bij het ministerie van Financiën worden gewaardeerd tegen nominale waarde tenzij anders is bepaald.
Voorzieningen
RBL heeft ervoor gekozen om geen voorziening voor jubileumuitkeringen te treffen, maar de uitkeringen in de betreffende jaren in de staat van baten en lasten te verwerken. Voor de verwachte kosten als gevolg van reorganisatie, wordt in het jaar waarin de toezegging is gedaan een voorziening gevormd. Voor de verwachte kosten voorvloeiend uit mobiliteitstrajecten en verliesgevende opdrachten/projecten wordt een voorziening gevormd.
Crediteuren
De schulden aan crediteuren zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Facturen worden verantwoord in de crediteurenadministratie na het afgeven van de prestatieverklaring.
Belastingen en premies sociale lasten
Onder de belastingen en premies sociale lasten vallen af te dragen BTW en af te dragen vennootschapsbelasting en zijn opgenomen tegen nominale waarde.
Overige activa en passiva
Voor zover niet anders is vermeld zijn de activa en de passiva opgenomen tegen nominale waarde.
Toelichting op de balans
Immateriële vaste activa
De opgenomen investering betreft kosten ten behoeve van het nieuwe orderadministratie en planningssysteem (TMS) bij IPKD. De beschikkingsmacht die RBL heeft over TMS vloeit voort uit licentieafspraken met de leverancier. Met de leverancier zijn contractuele afspraken gemaakt over het gebruiksrecht van de TMS-licenties tot 1 maart 2024 met een mogelijke verlenging tot 1 maart 2027. TMS wordt in de loop van 2023 in gebruik genomen, waarna de afschrijving start rekening houdend met de termijn waarover RBL de beschikkingsmacht heeft over de licenties.
Debiteuren
De post debiteuren betreft de gefactureerde, nog te ontvangen bedragen voor verrichte diensten en leveringen en is als volgt te specificeren:
Debiteuren moederdepartement | 10.600 |
---|---|
Debiteuren overige departementen | 5.957 |
Debiteuren overigen | 114 |
16.672 | |
Af: voorziening voor oninbaarheid | 0 |
Totaal debiteuren | 16.672 |
Van het openstaand saldo ad € 16,7 mln. is in 2023 reeds € 16,7 mln. betaald.
Nog te ontvangen
De post nog te ontvangen betreft voornamelijk nog te facturen omzet voor het boekjaar 2022 als gevolg van geleverde dienstverlening.
Het aandeel van het moederdepartement ministerie van BZK bedraagt € 0,7 mln., het aandeel overige departementen € 1,0 mln. en het aandeel derden € 0,1 mln.
Eigen vermogen
Uit de ontvlechting van het agentschap UBR is door de eigenaar aan RBL een eigen vermogen toegekend van € 3,9 mln. Dit eigen vermogen is 2,8% van de verwachte omzet 2023 en blijft daarbij onder de norm van het in de regeling agentschappen voorgeschreven maximum eigen vermogen van 5%.
Nog te betalen
De post nog te betalen bestaat uit nog te ontvangen inkoopfacturen van € 8,4 mln. en een reservering voor verlofuren van € 2,5 mln.
Het aandeel van het moederdepartement ministerie van BZK bedraagt € 3,2 mln., het aandeel overige departementen € 0,5 mln. en het aandeel derden € 7,2 mln.
Liquide middelen
Dit betreft het saldo wat door RBL wordt aangehouden bij de Rijkshoofdboekhouding.
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen
Onder de niet in de balans opgenomen rechten wordt verstaan, voorwaardelijke rechten, niet verwerkte rechten en overeenkomsten onder opschortende of ontbindende voorwaarden. Onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen wordt verstaan, voorwaardelijke- niet verwerkte- of meerjarige verplichtingen. Posten vanaf € 500.000 worden in de toelichting opgenomen.
Minder dan 1 jaar | Tussen 1 en 5 jaar | |
---|---|---|
Operationele leaseverplichtingen UBR|IPKD | 566 | 280 |
Leaseverplichting TMS | 60 | 10 |
Totaal | 626 | 290 |
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en haar agentschappen hebben geopteerd voor eigen risicodragerschap voor de BW/WW-uitkeringen. De omvang van dit risico voor RBL voor de komende jaren is niet in te schatten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36410-VII-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.