35 772 Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met de invoering van een centrale voorziening ter ondersteuning van de colleges van burgemeester en wethouders bij het onderzoek of een persoon als ingezetene in de basisregistratie personen op een adres in de gemeente dient te worden ingeschreven alsmede naar de juistheid van de gegevens betreffende het adres van een ingezetene in de basisregistratie personen

Nr. 39 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 maart 2023

Op 24 mei 2022 heeft uw Kamer een motie1 van het lid Leijten aangenomen (Handelingen II 2021/22, nr. 83, item 16). Hierin wordt het kabinet verzocht de Kamer te informeren over alle initiatieven, wetten en pilots met betrekking tot gegevensverwerving, -verwerking en -deling die zijn ontstaan in de ministeriële commissie aanpak fraude (MCF) waarvan – aldus de motie – later zou zijn gebleken dat de gegevensverwerking, -verwerving en/of -deling onrechtmatig was. Met deze brief geef ik uitvoering aan de motie.

De MCF werd als tijdelijke commissie ingesteld bij besluit van de ministerraad van 14 juni 2013. De doelstelling was om een bijdrage te leveren aan een rijksbrede aanpak van fraude met publieke middelen. De MCF had daarin met name een coördinerende en aanjagende rol waarbij alle departementen zelf verantwoordelijk bleven voor maatregelen en wetgeving op hun eigen terrein. De MCF richtte zich voornamelijk op coördinatie van departement overstijgende onderwerpen zoals gegevensuitwisseling, mogelijke frauderisico’s met rijkssubsidies en identiteitsfraude. Het actieprogramma voor de rijksbrede aanpak fraude werd opgezet langs vier hoofdlijnen:

  • 1. Fraudebestendige regelgeving

  • 2. Goed functionerende basisregistraties en een verbeterde informatiepositie

  • 3. De bestrijding van faciliterende fraudefenomenen

  • 4. Een gerichte aanpak van fraudeurs

Het actieprogramma omvatte diverse maatregelen ter versterking van de aanpak van fraude met publieke middelen. Elke betrokken bewindspersoon was en bleef zelf verantwoordelijk voor de te ontwikkelen maatregelen op het eigen domein. Een deel van de maatregelen was reeds binnen de beleidsverantwoordelijke departementen ontwikkeld en opgepakt. Andere maatregelen moesten domeinoverstijgend aangepakt worden maar de verantwoordelijkheid voor initiatief, uitwerking en uitvoering bleef bij elk departement zelf belegd.

De Kamer is driemaal door de toenmalige Minister van Veiligheid en Justitie op de hoogte gebracht van de voortgang van dit rijksbrede actieprogramma. In deze voortgangsrapportages zijn diverse onderwerpen belicht. Naast de activiteiten uit het actieprogramma werd ook over andere relevante activiteiten en ontwikkelingen ten aanzien van de fraudeaanpak gerapporteerd. In een aantal gevallen zijn in de voortgangsrapportages thema’s meegenomen die in die periode van belang werden geacht in de bredere context van de versterking van de fraudebestrijding. Deze hadden een zelfstandig karakter en zijn los van de MCF verder ontwikkeld.

Ook werd uw Kamer door de betrokken bewindslieden apart via eigen rapportages of beleidsbrieven geïnformeerd over de domein specifieke aanpak door de verantwoordelijke ministeries en de voortgang daarvan. In de bijlage treft u een overzicht van deze kamerbrieven. Deze geven in gezamenlijkheid een beeld van de initiatieven die in de periode, waarin de MCF heeft gefunctioneerd, zijn genomen en wat daarvan de voortgang is geweest. Aanvullende vragen over het individuele fraudebeleid en de daarbij ontplooide activiteiten kunnen aan de betreffende bewindspersoon gesteld worden.

Voorts is van belang dat uw Kamer de Parlementaire Enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening (PEFD) heeft ingesteld, die momenteel diepgaand onderzoek doet naar het fraudebeleid en dienstverlening aan burgers in de afgelopen dertig jaar2. De periode van de MCF maakt onderdeel uit van deze periode. Betrokken departementen leveren alle relevante stukken aan de commissie voor het onderzoek.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen

Bijlage 1. Overzicht met relevante kamerbrieven waarin over de rijksbrede aanpak of de domeinspecifieke aanpak van fraude toegelicht en/of gerapporteerd is.

Departement

Onderwerp

Kamerstuk

VenJ

Brief Actieplan met aanvullende maatregelen ter versterking van de aanpak van fraude met publieke middelen

Kamerstukken 17 050 en 29 911, nr. 450

VenJ

Nationale coördinatie Fraudebestrijding

Kamerstuk 17 050, nr. 491

VenJ

Brief (eerste) voortgangsrapportage over het Actieplan met aanvullende maatregelen ter versterking van de aanpak van fraude met publieke middelen

Kamerstuk 17 050, nr. 496

VenJ

Kabinetsreactie op de Verkenning naar een kaderwet voor gegevensuitwisseling op het terrein van de fraudebestrijding

Kamerstuk 32 761, nr. 79

VenJ

Brief (tweede) voortgangsrapportage over het Actieplan met aanvullende maatregelen ter versterking van de aanpak van fraude met publieke middelen

Kamerstuk 17 050, nr. 525

VenJ

Brief (derde) voortgangsrapportage over het Actieplan met aanvullende maatregelen ter versterking van de aanpak van fraude met publieke middelen

Kamerstuk 17 050, nr. 533

BZK

Brief kabinetsvisie aanpak identiteitsfraude – «slim voorkomen, vlot herstellen», met als bijlage het rapport «identiteit in cijfers»

Kamerstuk 26 643, nr. 301

BZK

Aanpak identiteitsfraude «Slim voorkomen, vlot herstellen»

Kamerstukken 17 050 en 26 643, nr. 485

OCW

Versterken handhaving studiefinanciering

Kamerstuk 24 724, nr. 122

SZW

Business cases intensivering toezicht UWV, SVB en Inspectie SZW

Kamerstuk 17 050, nr. 440

SZW

Brief fraude aanpak, handhaving en naleving

Kamerstuk 17 050, nr. 439

VWS

Plan van aanpak bestrijding fraude in de zorg

Kamerstuk 28 828, nr. 50

VWS

Programmaplan Rechtmatige Zorg: Aanpak van fouten en fraude in de zorg 2015–2018

Kamerstuk 28 828, nr. 89


X Noot
1

Kamerstuk 35 772, nr. 27.

X Noot
2

Kamerstuk 35 867, nr. 2, p. 7.

Naar boven