Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2023
In het coalitieakkoord (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) is de ambitie uitgesproken om de toeslagen af te schaffen, zodat burgers niet meer
verdwalen in ingewikkelde regelingen of te maken krijgen met hoge terugvorderingen.
Er is afgesproken dat hiervoor deze kabinetsperiode de eerste stappen worden gezet,
en om daartoe ook de huurtoeslag te hervormen en te vereenvoudigen. Hiervoor is een
wetsvoorstel geconsulteerd en aan de Raad van State ter advisering aangeboden. Naar
aanleiding van dit advies en vanwege veranderde situatie omtrent koopkracht is dit
voorstel aangepast. Dit aangepaste voorstel wordt binnenkort door de Koning aan uw
Kamer aangeboden, zoals toegezegd tijdens de begrotingsbehandeling 20221.
Uit het advies van de Afdeling, de uitvoeringstoets en de eerdere consulatie blijkt
dat het onderdeel genormeerde huren in het wetsvoorstel pas op de lange termijn een
(beperkte) vereenvoudiging oplevert, terwijl er grote zorgen zijn over de negatieve
inkomenseffecten in 2024. In dat jaar wordt gelijktijdig met de invoering van dit
wetsvoorstel de koopkrachtondersteuning voor de gestegen energiekosten afgebouwd.
Daarom is besloten om het onderdeel van de genormeerde huren nu uit het wetsvoorstel
te halen en dit onderdeel uit het coalitieakkoord nu niet op deze wijze tot uitvoering
te brengen. Het doel van de hervorming blijft echter onverminderd van belang. Daarom
beziet het kabinet op welke wijze een (alternatieve) hervorming van de huurtoeslag
dit doel dichterbij brengt en hoe met de afspraken uit het coalitieakkoord omgegaan
wordt.
De overige maatregelen in het wetsvoorstel zijn op zichzelf staand nuttige vereenvoudigingen
van de huurtoeslag. Deze maatregelen maken de huurtoeslag op korte termijn eenvoudiger
voor zowel burger als uitvoering, zoals ook eerder aan de Tweede Kamer gepresenteerd
in de reactie op de motie van de leden Lodders en Van Weyenberg over verdere quick
fixes om het toeslagenstelsel te verbeteren en de eindrapportage Alternatieven voor
het toeslagenstelsel2, en zoals wordt toegelicht in de aangepaste memorie van toelichting. Daarom is besloten
om de overige maatregelen uit het voorstel te handhaven, te weten het afschaffen van
de maximum huurgrenzen en de verlaging van de jongerenleeftijdsgrens, als ook het
afschaffen van de subsidiëring van de servicekosten en de verhoging van de eigen bijdrage
met € 4 per maand (ter budgettaire dekking). In de memorie van toelichting zijn de
effecten van dit aangepaste pakket aan maatregelen geactualiseerd, zoals tevens toegezegd
in de begrotingsbehandeling 20223.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge