36 200 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023

Nr. 154 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 februari 2023

Tijdens de behandeling van de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het jaar 2022, heeft uw Kamer de op 28 oktober 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 15, item 11) ingediende motie van de leden Bromet (GroenLinks) en Van der Plas (BBB) aangenomen (Handelingen II 2021/22, nr. 16, item 13) (Kamerstuk 35 925 VII, nr. 21). In deze motie wordt de regering verzocht te onderzoeken op welke wijze de Rijksoverheid de afname van biologische producten van Nederlandse boeren en tuinders kan vergroten en daarbij onder andere te kijken naar de aanbestedingseisen. Met deze brief geef ik u mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) aan op welke wijze het kabinet uitvoering geeft aan de motie.

Om de motie te kunnen beantwoorden is door mijn ministerie in de periode december 2021 tot maart 2022 onderzoek verricht. Het inkopen van (duurzaam) voedsel binnen het Rijk is in kaart gebracht en er zijn gegevens over afname van biologische producten door de jaren heen opgevraagd. Verder zijn interviews gehouden met vertegenwoordigers van organisaties buiten het Rijk: cateraars, groothandelaren en brancheorganisaties. Binnen het Rijk is onder meer een enquête uitgezet onder rijksambtenaren. Deze enquête geeft een representatief beeld van de zelfbenoemde bereidheid op kantoorlocaties meer biologisch voedsel te consumeren en daar eventueel meer voor te betalen. Het bijgevoegde rapport geeft inzicht in de onderzoeksuitkomsten.

Ik sta positief tegenover het stimuleren van de afname van biologische producten door de Rijksoverheid, zoveel mogelijk van Nederlandse afkomst. Dit past binnen de inzet van het kabinet op de groei van biologische landbouw en binnen het uitgangspunt in het coalitieakkoord dat de overheid zich bij haar inkoop committeert aan duurzaam en lokaal geproduceerd voedsel. Er is op dit moment bij de Rijksbrede inkoopcategorie Consumptieve Dienstverlening ook al het beleid via toepassing van de criteria voor Maatschappelijk Verantwoord Inkopen dat 50% van het voedsel een topkeurmerk voor duurzaamheid moet hebben. Biologisch is één van de topkeurmerken.

Na afronding van het genoemde onderzoek heeft zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan, zoals de sterk gestegen inflatie, die betrokken moeten worden bij het nemen van vervolgstappen. Daarom zal ik nu eerst een gecontroleerde pilot uitvoeren, waarin ik de uitvoerbaarheid van het stellen van een minimumpercentage biologisch voedsel, dat zoveel mogelijk van Nederlandse afkomst is, wil vaststellen. Met de pilot verkrijg ik inzicht in welk percentage biologische producten van Nederlandse bodem uitgevraagd kan worden, mede in relatie tot de aanbestedingswet- en regelgeving, bij aanbestedingen die worden uitgevoerd door de inkoopcategorie Consumptieve Dienstverlening.

Op 19 december jl. (Kamerstuk 30 252, nr. 78) heeft de Minister van LNV een actieplan voor de groei van biologische productie en consumptie uitgebracht. Hierin staan meerdere acties die de regering inzet om biologische landbouw te stimuleren. Daarnaast zijn de gesprekken om te komen tot een Landbouwakkoord van start gegaan, waarin het stimuleren van de afzet van biologische producten onderwerp van overleg met ketenpartijen zal zijn. Met de resultaten van pilot en de ontwikkelingen rondom het actieplan biologisch en het Landbouwakkoord, zal ik samen met de Minister van LNV een besluit nemen over het hanteren van een minimumpercentage biologische inkoop binnen de Rijksoverheid. Ik informeer de Kamer hierover via de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2023.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot

Naar boven