31 490 Vernieuwing van de rijksdienst

Nr. 319 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2022

In reactie op de brief 3 februari 2021 van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) over de aanbevelingen van de Inspectieraad heeft u gevraagd om een voortgangsbericht voorafgaand aan het commissiedebat functioneren rijksdienst.1, 2 Aan dat verzoek wil ik uiteraard voldoen.

De in de genoemde brief aangekondigde verkennende gesprekken hebben in twee trajecten plaatsgevonden3. Dit omdat vanuit de inspectieraad al een gespreksronde langs inspecties plaatsvond. In afstemming daarop zijn vanuit het Ministerie van BZK en het Ministerie van Financiën gesprekken gevoerd met diverse ministeries. Uit deze rondes kwam naar voren dat de verschillende gesprekspartners de problematiek ieder op hun eigen manier lijken te ervaren. Hierbij speelt de context waarin men opereert en de eigen rol binnen de onderlinge verhoudingen een rol. De verkregen informatie betrek ik bij het lopende voorbereidingstraject van het voorstel voor een Wet op de rijksinspecties. Daar zal ik ook bijgevoegde brief van de inspectieraad aan mij bij betrekken.

Graag maak ik van de gelegenheid gebruik om u ook te informeren over de stand van zaken van de kabinetsreactie op de Eindrapportage van de brede evaluatie van organisatiekaders voor rijksorganisaties op afstand.4 Deze eindrapportage staat eveneens geagendeerd voor het commissiedebat functioneren rijksdienst. Ik verwacht dat ik u de kabinetsreactie kort na het zomerreces zal kunnen toezenden zodat u deze desgewenst kunt betrekken bij het commissiedebat.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot


X Noot
1

Kamerstuk 31 490, nr. 297.

X Noot
2

Dit debat staat gepland op 14 september 2022.

X Noot
3

Zie bijlage.

X Noot
4

Kamerstuk 31 490, nr. 309.

Naar boven