29 453 Woningcorporaties

Nr. 557 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Ontvangen ter Griffie op 17 februari 2023.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 17 maart 2023.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 18 maart 2023.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 februari 2023

Hierbij bied ik uw Kamer het besluit tot wijziging van het Besluit Toegelaten Instellingen 2015 (BTIV) in verband met de aanpassing van het saneringskader aan (hierna: ontwerpbesluit) aan. Op grond van artikel 61s van de Woningwet dient deze wijziging van het BTIV vier weken bij uw Kamer te worden voorgehangen. Het ontwerpbesluit bevat nadere regels over het gewijzigde saneringskader.1 In het BTIV worden verschillende zaken en randvoorwaarden neergelegd die betrekking hebben op (de advisering door) de Adviescommissie noodzakelijke werkzaamheden toegelaten instellingen, die adviseert in de situatie dat een woningcorporatie in financiële moeilijkheden verkeert. Daarmee wordt beoogd tot een regionale oplossing te komen en een aanvraag voor saneringssteun door die woningcorporatie zoveel mogelijk te voorkomen. Beoogde inwerkingtredingsdatum van de wet en het wijzigingsbesluit is 1 juli 2023.

Daarnaast maak ik gebruik van de gelegenheid door een toezegging aan uw Kamer af te doen. In het Algemeen Overleg Toezicht en borging woningcorporaties op 18 mei 2017 is door de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toegezegd uw Kamer (vooraf) te informeren over de uitzonderlijke gevallen die het mogelijk maken dat publiek geld wordt ingezet voor sanering van woningcorporaties in het niet-DAEB-deel (het deel dat niet behoort tot de Diensten van Algemeen Economisch Belang).2 Tot op heden heeft deze uitzonderlijke situatie zich niet voorgedaan, noch is het de verwachting dat deze situatie zich op (korte) termijn zal voordoen. In algemene zin geldt namelijk dat met de aanpassing van het saneringskader wordt beoogd sneller een oplossing te vinden gericht op het voortzetten van de noodzakelijke DAEB-werkzaamheden en een aanvraag voor saneringssteun zoveel mogelijk te voorkomen. Daardoor zal de kans dat zich een situatie zich voordoet, als waar de eerdergenoemde toezegging op is gericht (zeer) klein zijn. Dit is ook toegelicht in paragraaf 2 van de Nota van Toelichting.

Ik heb de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal een soortgelijke brief gestuurd.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstuk 36 055.

X Noot
2

Kamerstuk 29 453, nr. 440.

Naar boven