32 634 Financiering politieke partijen

Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 december 2022

De Commissie toezicht financiën politieke partijen (Ctfpp) brengt op grond van de Wet financiering politieke partijen jaarlijks advies uit over de verantwoordingsdocumenten van alle politieke partijen. Hierbij bied ik u het advies van de Ctfpp over het verantwoordingsjaar 2021 aan en reageer ik op dit advies.

Proces aanlevering documenten door politieke partijen

De Wet financiering politieke partijen (Wfpp) verplicht politieke partijen om jaarlijks voor 1 juli de verantwoording over het voorgaande kalenderjaar in te dienen bij het Ministerie van BZK. Over het verantwoordingsjaar 2021 hebben 19 politieke partijen een verantwoording in moeten dienen. Al deze politieke partijen hebben dat gedaan. Van deze 19 politieke partijen moesten 16 partijen een verantwoording indienen over zowel de subsidie als hun overige inkomsten. 3 politieke partijen, te weten de PVV, BBB en BVNL, ontvingen in 2021 geen subsidie en zij hoefden derhalve alleen hun overige inkomsten te verantwoorden. Voorafgaand aan de verantwoording heb ik de politieke partijen schriftelijk gewezen op de eisen waar hun verantwoording aan moest voldoen. Vervolgens heb ik na controle van de aangeleverde documenten de politieke partijen waar nodig vier weken de tijd gegeven om herstelwerkzaamheden uit te voeren. Op 18 augustus jl. heb ik de door de politieke partijen aangeleverde documenten samen met de bijgevoegde adviesaanvraag aangeboden aan de Ctfpp. De Ctfpp heeft op 6 oktober jl. advies uitgebracht.

Algemene bevindingen Ctfpp

De Ctfpp heeft geconstateerd dat de aanlevering van de verantwoording door de politieke partijen steeds professioneler verloopt en dat de administratieve afhandeling beter is dan vorig jaar. Hoewel de verantwoording nog niet bij alle politieke partijen op orde is stel ik gelet op het feit dat de Ctfpp in haar advies over 2020 ook al had geconstateerd dat de verantwoording in vergelijking met eerdere jaren was verbeterd vast dat er sprake is van een positieve trend.

Openbaarmaking reviews en opstellen controleprotocol

De Ctfpp verzoekt om in de toekomst de beschikking te krijgen over de niet-geanonimiseerde reviewverslagen van de Auditdienst Rijk (ADR) bij de accountants van politieke partijen. In mijn brief van 4 oktober jl. waarin ik u de geanonimiseerde verslagen heb toegestuurd van de reviews die de ADR over de verantwoordingsjaren 2019 en 2020 heeft uitgevoerd bij de accountants van politieke partijen, heb ik aangekondigd dat ik de mogelijkheden ga onderzoeken om deze verslagen in de toekomst in niet geanonimiseerde vorm openbaar te maken en dat ik u hier begin 2023 over zal informeren.1 Ik zal het verzoek van de Ctfpp hierbij betrekken. In deze brief heb ik u tevens geïnformeerd dat ik opdracht heb gegeven om een informatie- en controleprotocol op te stellen. De adviezen van de Ctfpp om hierin expliciet op te nemen dat de accountant moet kunnen vaststellen wat de gift is geweest en de omvang ervan was, en in het protocol in te gaan op de waarmerking door de accountant en het ondertekenen van de aanbiedingsbrieven neem ik hierin mee.

Toename giften in natura en giften van bedrijven

De Ctfpp constateert dat er meer giften in natura en giften van bedrijven, waaronder holdings, zijn gemeld dan in voorgaande jaren en zij adviseert de wetgever om politieke partijen nadere instructies te geven om de transparantie over deze donaties te vergroten. In de Evaluatiewet Wfpp, die op 1 januari 2023 in werking zal treden, is bepaald dat politieke partijen bij giften van rechtspersonen moeten melden wie de uiteindelijk belanghebbenden van deze rechtspersonen zijn. Daarnaast moeten politieke partijen bij het ontvangen van giften van stichtingen of verenigingen bepaalde gegevens vragen, indien een gift van een donateur per jaar in totaal meer dan € 1.000 bedraagt. Het betreft de naam en het adres van de donateur, de hoogte van het bedrag of de waarde van de bijdrage en de datum van de ontvangst van de bijdrage. Hiermee wordt de transparantie over giften van rechtspersonen aanzienlijk vergroot. De transparantie over deze giften wordt verder vergroot door andere maatregelen in de Evaluatiewet, zoals de verlaging van de drempel voor anonieme giften naar€ 250 en de drempel voor openbaarmaking naar € 1.000,– en de verplichting om giften vanaf € 10.000,– per donateur per jaar binnen drie dagen na ontvangst te melden bij de toezichthouder.

Bevindingen Ctfpp per politieke partij

De Ctfpp heeft geconstateerd dat tien politieke partijen een volledige en juiste verantwoording hebben ingediend: de VVD, D66, PVV, CDA, GroenLinks, SP, Forum voor Democratie, ChristenUnie, PvdD en JA’21. Naast de verantwoording van deze politieke partijen heeft de Ctfpp ook de verantwoording van de SGP beoordeeld, ondanks een opmerking bij de verantwoording over een deel van de subsidie voor de instelling voor buitenlandse activiteiten.

Omissies in verantwoordingen

Van acht politieke partijen heeft de Ctfpp de verantwoording niet beoordeeld omdat deze niet voldeed aan alle verantwoordingsvereisten. Dit betreft de volgende politieke partijen en omissies:

  • 1) PvdA: ontbreken van de handtekening van een bestuurder van de politieke jongerenorganisatie;

  • 2) DENK: ontbreken van een verklaring over de giften in natura voor het wetenschappelijk instituut en de politieke jongerenorganisatie;

  • 3) Volt: oordeelsonthouding accountant, de handtekeningen van de bestuurders ontbreken op de aanbiedingsbrief en de financiële verslagen, bij de neveninstellingen ontbreekt het overzicht van giften en schulden, de verklaring van giften in natura voor de politieke partij en de neveninstellingen ontbreekt, het aangeleverde overzicht van de schulden van de politieke partij is incompleet door het ontbreken van NAW-gegevens en de financiële verslagen van de neveninstellingen zijn niet gewaarmerkt.

  • 4) BBB: accountantsverklaring met beperking omdat er onvoldoende geschikte controle informatie beschikbaar is over de waarde van een voorraad promotiemateriaal en de in het overzicht van giften en schulden opgenomen diensten in natura;

  • 5) BIJ1: oordeelsonthouding accountant, wijziging eerder afgegeven verklaring m.b.t. de ledentallen van de jongerenorganisatie en het niet ondertekenen door de bestuurders van de aanbiedingsbrief van de partij en de jaarrekening van de jongerenorganisatie;

  • 6) BVNL: onvolledige waarmerking van de accountant op elke pagina van het verslag en het ontbreken van het overzicht van giften en schulden van één van de neveninstellingen;

  • 7) 50PLUS: de schulden van een politieke partij en één van haar neveninstellingen hebben alleen betrekking op de schuld per 31 december en niet over de schulden gedurende het jaar;

  • 8) OPNL: ontbreken van de handtekening van een bestuurder op de aanbiedingsbrief.

Voor een deel betreft dit administratieve gebreken die zich in het verleden vaker hebben voorgedaan bij meerdere politieke partijen en waar ik de politieke partijen voorafgaand aan de aanlevering van de verantwoording over 2021 expliciet op heb gewezen. Gelet op dit terugkerende patroon acht ik het noodzakelijk om hier bij de voorbereiding van de verantwoording over 2022 wederom aandacht aan te besteden. Het opleggen van een bestuurlijke boete aan de politieke partijen die dan mogelijk in gebreke zijn is dan een serieuze overweging. In mijn brief van begin 2023 over het mogelijk niet geanonimiseerd openbaar maken van de reviewverslagen van de ADR zal ik nader toelichten hoe ik voornemens ben om de voorbereiding van de verantwoording over 2022 vorm te geven en ik zal hierbij ingaan op het boetebeleid.

Volt en BIJ1

Ten aanzien van de verantwoordingen van Volt en BIJ1 constateert de Ctfpp dat de gebreken in hun verantwoordingen van een dusdanige ernst zijn dat zij de kern van de Wfpp-subsidieregeling raken. De Ctfpp merkt hierbij op hier enigszins begrip voor te hebben omdat het hier om twee partijen in opbouw gaat. Daarnaast geldt voor Volt dat de onvoldoende kwaliteit van de verantwoording tot gevolg heeft dat transparantie over de overige financiering van de politieke partij in 2021 te wensen overlaat. Ik ben vanaf het moment van het indienen van de verantwoording in gesprek met beide politieke partijen over de mogelijkheden om de kwaliteit van hun verantwoording alsnog te verbeteren. In mijn brief van begin 2023 zal ik u informeren over de dan actuele stand van zaken met betrekking tot de verantwoordingen van Volt en Bij1.

Vrienden van de ChristenUnie

De Ctfpp heeft in haar advies gereageerd op mijn vraag of de groepering met de naam «Vrienden van de ChristenUnie» al dan niet als neveninstelling moet worden aangemerkt. De Ctfpp zet in haar advies duidelijk uiteen dat de ChristenUnie volledig zicht heeft op de donaties van deze groepering en naar haar oordeel niet als neveninstelling hoeft te worden aangemerkt. De groep kent geen gezamenlijke organisatie, bankrekening of bestuur, waardoor artikel 5 van de Wfpp (over de aanwijzing van een rechtspersoon als neveninstelling) niet aan de orde is. Ik neem dit advies van de Ctfpp over.

Reacties eerdere adviezen Ctfpp

De Ctfpp vraagt in haar advies aandacht voor twee van haar eerdere adviezen.

ADR-reviews bij Forum voor Democratie over 2019 en 2020

De ADR heeft in haar advies over 2020 geadviseerd om de ADR een review te laten verrichten bij de accountant van Forum voor Democratie over de verantwoordingsjaren 2019 en 2020. Zoals aangegeven in mijn brief van 4 oktober jl. is dit advies reeds opgevolgd.

Giften aan het CDA bij de Tweede Kamerverkiezingen

De Ctfpp merkt op dat er inhoudelijk niet gereageerd is op haar opmerking dat zij niet over het instrumentarium beschikt om de conclusie van mijn ambtsvoorganger te kunnen controleren dat het CDA inzake de aanvullende transparantieverplichtingen die golden bij de Tweede Kamerverkiezingen in lijn met de Wfpp heeft gehandeld. Ik ga met de Ctfpp in gesprek om te bezien of er mogelijkheden zijn om, binnen de wettelijke taken en bevoegdheden van de commissie, de Ctfpp in de toekomst bij vergelijkbare zaken beter te faciliteren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot


X Noot
1

Kamerstuk 32 634, nr. 7.

Naar boven