32 757 Bouwbesluit

Nr. 178 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 februari 2021

Met deze brief beantwoord ik de vraag van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken om een reactie te geven op de brief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) te Den Haag d.d. 11 december 2020 met betrekking tot het ontwerpbesluit kwaliteitsborging voor het bouwen (hierna: het Besluit) (Kamerstuk 32 757, nr. 174).

In haar brief geeft de VNG aan tevreden te zijn met de recent gemaakte afspraken met mijn ministerie. Deze afspraken gaan over een betere invulling van de rol van het bevoegd gezag in het ontwerp Besluit. Met die afspraken zijn volgens de VNG specifieke juridische belemmeringen weggenomen en krijgen gemeenten duidelijkheid over de juridische borging van de verantwoordelijkheden van het bevoegd gezag. De informatiepositie van de gemeente is versterkt (handhaafbaarheid).

Voorts geeft de VNG aan gemeenten te stimuleren om zich te gaan richten op de voorbereiding van de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (hierna: Wkb) en om aan de slag te gaan met proefprojecten. Binnen de proefprojecten kunnen alle betrokkenen ervaren hoe de wet in de praktijk functioneert en of hier knelpunten uit naar voren komen die nog moeten worden opgelost voordat de wet in werking treedt. Momenteel wordt hard gewerkt aan het stimuleren van het aantal proefprojecten. Daarnaast geeft de VNG aan dat voor inwerkingtreding van de Wkb dient te zijn voldaan aan de criteria uit het bestuursakkoord dat ik met de gemeenten heb afgesloten.

Ik ben blij dat de VNG constateert dat de specifieke juridische belemmeringen zijn weggenomen en dat zij gemeenten stimuleert zich via proefprojecten voor te bereiden op de beoogde invoering van de WKb per 1 januari 2022. Ik heb er vertrouwen in dat voor inwerkingtreding van de Wkb zal zijn voldaan aan de overige criteria uit het bestuursakkoord.

Voorts zijn er wat de VNG betreft twee belangrijke aandachtspunten.

  • Ten eerste: kan de Minister toezeggen dat er voldoende financiële compensatie komt als uit het artikel 2 onderzoek blijkt dat gemeenten de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (hierna: Wkb) niet budgetneutraal kunnen invoeren?

  • Ten tweede: het tijdspad van het gehele wetgevingstraject is krap. Om te zorgen voor een zorgvuldige voorbereiding en verantwoorde implementatie van het nieuwe stelsel is een heldere planning van de regelgeving noodzakelijk.

Zoals in de brief van de VNG staat vermeld heb ik met hen een afspraak gemaakt over het uitvoeren van een onderzoek om zowel de financiële consequenties van de Wkb als de kosten van het toezicht bestaande bouw in kaart te brengen1 (art. 2 Financiële-verhoudingswet). Onderdeel van dat onderzoek is dat wordt aangegeven via welke bekostigingswijze eventuele negatieve financiële gevolgen kunnen worden opgevangen. Hiermee dient voorkomen te worden dat de Wkb niet budgetneutraal zal kunnen worden ingevoerd. De voorbereidingen van het artikel 2 onderzoek zijn gestart. Met de VNG zal ik afstemmen over de inhoud en de voortgang van het onderzoek.

De VNG constateert terecht dat het gehele wetgevingstraject krap is. De planning van het wetstraject luidt als volgt.

Het Besluit ligt momenteel ter behandeling bij de Eerste Kamer. Zodra deze behandeling is afgerond zal het Besluit voor advies worden voorgelegd aan de afdeling Advisering van de Raad van State. Parallel daaraan zal de technische notificatie aan de Europese Commissie plaatsvinden. Beide trajecten nemen ongeveer 3 maanden in beslag. Het streven is het Besluit uiterlijk medio 2021 vast te stellen.

De Regeling kwaliteitsborging voor het bouwen (hierna: Regeling) is in concept afgerond. Zodra de behandeling van het Besluit door de Eerste Kamer is afgerond zal de Regeling in internetconsultatie worden gebracht. Aansluitend zal de Regeling worden vastgesteld en na de bekendmaking van het Besluit worden gepubliceerd.

De inwerkingtreding van de Wkb, het Besluit en de Regeling is beoogd per 1 januari 2022. Sommige delen zullen ten behoeve van de taakuitvoering door de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging, 6 maanden daarvoor inwerkingtreden.

Over onder andere de stand van zaken van deze planning vindt regelmatig overleg plaats met de VNG, met het oogmerk om een zorgvuldige voorbereiding en verantwoorde implementatie van het nieuwe stelsel te realiseren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Zie toezegging aan de TK: Kamerstuk 32 757, nr. 174

Naar boven