27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA)

Nr. 172 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 april 2023

In oktober 2021 deelde mijn ambtsvoorganger met uw Kamer samenvattingen van alle risicoprofielen die sinds de start van het project Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) in 2014 zijn gebruikt.1 Daartoe behoorde ook het profiel «Niet meer woonachtig in Nederland», dat in het verleden in het kader van LAA is gehanteerd. Dit profiel betrof alleenstaande personen ouder dan 60 jaar die in het buitenland zijn geboren en staan ingeschreven op een woonadres in Nederland, met een lopende uitkering en eventueel een toeslag. In het debat op 3 februari 2022 over het wetsvoorstel BRP Landelijke Aanpak Adreskwaliteit, uitten leden Ceder (CU), Leijten (SP) en Van Baarle (DENK) hun bezwaren tegen dit profiel. Ook ik heb de toepassing van dit profiel afgekeurd. Ik heb uw Kamer toegezegd onafhankelijk te laten onderzoeken hoe en waar dit profiel in het kader van LAA is toegepast en wat de eventuele gevolgen daarvan waren voor burgers.2

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomsten van dit onderzoek, mede namens de Staatssecretaris van Financiën (Toeslagen en Douane) en de Staatssecretaris van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst). Het onderzoeksrapport treft u als bijlage bij deze brief. Uit het rapport volgt dat in 2015 twee proefleveringen hebben plaatsgevonden met signalen uit het betreffende profiel, waarbij in de eerste proeflevering in totaal 22 signalen (over 22 personen) zijn geleverd aan drie gemeenten. De tweede proeflevering heeft niet tot levering van signalen aan gemeenten geleid. Het profiel is daarna niet meer gebruikt en de proef is vervolgens definitief stopgezet. De onderzoekers concluderen vervolgens dat er naar aanleiding van 15 van de 22 signalen (administratieve) adresonderzoeken zijn uitgevoerd door de gemeenten, maar dat er geen adreswijzigingen (aanpassingen in de registratie) hebben plaatsgevonden. De in onderzoek genomen signalen hebben volgens de onderzoekers niet geleid tot gevolgen voor individuele burgers.3

Behalve naar de gevolgen voor individuen is ook onderzoek gedaan naar de totstandkoming van dit risicoprofiel in 2015. De onderzoekers stellen vast dat het profiel hoofdzakelijk door de Belastingdienst is ontwikkeld. Het profiel maakte onderdeel uit van een proef met ook andere profielen; deze andere profielen waren reeds opgenomen in het hierboven genoemde overzicht.4 Het doel van de proef was om te komen tot een profiel waarmee voldoende onderzoekswaardige signalen van mogelijk onjuiste adresgegevens werden gevonden. Door een gebrek aan documentatie uit de proeffase, hebben de onderzoekers – buiten de algemene context van LAA (onderzoek naar onjuiste adresgegevens) en een enkele verklaring over de oorsprong van de selectieregels5 – de precieze aanleiding voor dit profiel niet kunnen reconstrueren.

Het onderzoeksbureau merkt in het rapport op dat zij het verkrijgen van informatie en bescheiden als een moeizaam proces hebben ervaren, omdat formele verslaglegging niet meer voorhanden is, veel betrokken medewerkers niet langer dezelfde functie hebben en de Belastingdienst enkele beschikbare conceptdocumenten pas laat heeft aangeleverd. Het gebrek aan documentatie over de totstandkoming valt onder meer te wijten aan onvolkomenheden in de informatiehuishouding bij verschillende betrokken organisaties, waaronder de Belastingdienst. Het Ministerie van BZK heeft in 2021 een actieplan «Open op orde» opgesteld, dat kaders stelt voor de informatiehuishouding voor het hele Rijk. Daarnaast heeft het Ministerie van Financiën, net als alle andere departementen, een eigen actieplan opgesteld waarin staat hoe de informatiehuishouding van de eigen organisatie er nu uitziet en welke acties de komende jaren genomen worden om dat op het vereiste niveau te brengen. De Belastingdienst heeft ook een actieplan ter verbetering van de informatiehuishouding opgesteld specifiek voor de Dienst, dat aansluit op het departementale actieplan. De komende jaren heeft de Belastingdienst zowel een achterstand weg te werken in de informatiehuishouding als een verdere stap te zetten, bijvoorbeeld om te kunnen voldoen aan de nieuwe verplichtingen vanuit de Wet open overheid (Woo).

Zoals aangegeven in het debat over LAA met uw Kamer en in mijn brief van 25 maart 2022, dient de inzet van risicoprofielen gepaard te gaan met waarborgen op het gebied van transparantie en voorafgaande toetsing op onder andere non-discriminatie.6 Alle huidige profielen van LAA zijn onafhankelijk getoetst en met de partijen die deelnemen aan LAA worden afspraken gemaakt over transparante gegevensverwerking. Zo is ook voor de toekomst geborgd dat de inzet van een nieuw profiel voldoet aan de vereisten voor de verwerking en bescherming van persoonsgegevens, waaronder de Handreiking Non-discriminatie by design7 en de Richtlijnen voor het toepassen van algoritmen door overheden.8 Ik informeer uw Kamer separaat over deze afspraken en onafhankelijke toetsing, voordat de wetswijziging ten behoeve van LAA in werking treedt.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen


X Noot
1

Kamerstuk 35 772, nr. 6 met bijlage.

X Noot
2

Zie ook: Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2347.

X Noot
3

Zie onderzoeksrapport ad 194.

X Noot
4

Kamerstuk 35 772, nr. 6 met bijlage.

X Noot
5

Zie onderzoeksrapport ad 194.

X Noot
6

Kamerstuk 35 772, nr. 20.

X Noot
7

Handreiking Non-discriminatie by design (2021), zie ook Kamerstuk 26 643, nr. 765.

X Noot
8

Richtlijnen voor het toepassen van algoritmen door overheden en publieksvoorlichting over data-analyses (2019), Kamerstukken 26 643 en 32 761, nr. 641.

Naar boven