32 634 Financiering politieke partijen

Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 oktober 2022

Bijgaand bied ik u de geanonimiseerde verslagen van de reviews die de Auditdienst Rijk (ADR) heeft uitgevoerd bij de accountants van politieke partijen over de verantwoordingsjaren 2019 en 2020 aan.

Aanbevelingen Auditdienst Rijk

De ADR doet in haar verslag enkele aanbevelingen aan mij. De aanbeveling om de ADR te verzoeken om bij de accountant van de politieke partij die naar het oordeel van de ADR over 2020 een ontoereikende controle heeft uitgevoerd opnieuw een review uit te laten voeren over 2021 neem ik over. Aan de overige aanbevelingen van de ADR heb ik reeds invulling gegeven door een accountantskantoor de opdracht te geven om een modelverklaring en een controleprotocol op te laten stellen. De voorstellen in de Evaluatiewet Wet financiering politieke partijen (verder: Evaluatiewet), dat uw Kamer op 12 april jl. heeft aangenomen, heb ik hier voor zover van toepassing al bij betrokken.

Vragen tijdens Commissiedebat Bestuurlijke Organisatie en Democratie

De fractie van D66 heeft tijdens het Commissiedebat Bestuurlijke Organisatie en Democratie op 23 februari jl. twee vragen over de reviews bij de accountants van politieke partijen gesteld, waar ik nu graag op reageer.1

D66 heeft ten eerste gevraagd of de reviews bij de accountants van de politieke partijen over het verantwoordingsjaar 2019, die als gevolg van de op dat moment geldende coronamaatregelen nog niet hadden plaatsgevonden, alsnog konden worden verricht. Omdat ik evenals de leden van de D66-fractie er belang aan hechtte dat deze reviews alsnog plaats zouden vinden heb ik de ADR verzocht om de reviews bij de accountants van deze twee partijen zowel naar het verantwoordingsjaar 2019 als het verantwoordingsjaar 2020 te kijken. De ADR heeft invulling kunnen geven aan dit verzoek en de verslagen van de reviews bij de desbetreffende accountants hebben daarom betrekking op 2019 en 2020.

De tweede vraag van D66 had betrekking op de anonimiteit van de verslagen bij de reviews van de ADR bij de accountants van de politieke partijen. In reactie op deze vraag heb ik toegezegd dat ik de wens van de Kamer om meer zicht op de reviews bij de accountants van politieke partijen te verkrijgen voor zou leggen aan de ADR.2 De ADR heeft in reactie op mijn vraag laten weten dat het niet-geanonimiseerd publiceren van de reviewverslagen bij de accountants van de politieke partijen alleen mogelijk is indien de accountants en de politieke partijen hier voorafgaand aan de reviews over zijn geïnformeerd. Voor de reviewverslagen die ik u bijgaand toezend is dit niet gebeurd en deze verslagen moeten daarom geanonimiseerd worden gepubliceerd. Daarom zijn in de bijgevoegde beslisnota bij deze brief de namen van de politieke partijen geanonimiseerd.

Gelet op het feit dat het openbaar maken van de verslagen van de reviews mijns inziens goed aansluit op de in de Evaluatiewet ingezette lijn om de transparantie over de financiering van politieke partijen verder te vergroten, vind ik het van belang om het openbaar maken van deze verslagen nader te onderzoeken. Hierbij moet wel rekening worden gehouden met de mogelijke consequenties die dit kan hebben voor het bredere beleid ten aanzien van de openbaarmaking van reviews door de ADR bij de accountants van andere door BZK gesubsidieerde instellingen en de openbaarmaking van dergelijke rapporten door andere departementen. Ik ga hierover in gesprek met andere betrokken partijen op dit terrein en ik ben voornemens om u begin 2023 te informeren over de uitkomsten hiervan.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot


X Noot
1

Kamerstuk 28 479, nr. 87, p.3.

X Noot
2

Kamerstuk 28 479, nr. 87, p.15.

Naar boven