33 118 Omgevingsrecht

Nr. 248 MOTIE VAN HET LID GEURTS C.S.

Voorgesteld 9 februari 2023

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet concludeert dat de voorwaarden voor inwerkingtreding van de Omgevingswet voldoende zijn ingevuld en dat de datum van inwerkingtreding van 1 januari 2024 draagvlak bij bestuurlijke en maatschappelijke partijen heeft;

overwegende dat de implementatie van de Omgevingswet, met name met betrekking tot het digitale stelsel, enkele onzekerheden heeft gekend;

overwegende dat het VNG-congres, mede gelet op het late uitstel, afgelopen najaar verzocht heeft om tijdige duidelijkheid van minimaal zes maanden te geven over de invoering, zodat zij zich er volledig op kunnen richten en de laatste noodzakelijke voorzieningen kunnen treffen;

van mening dat het wenselijk is na een lange tijd van onduidelijkheid de Omgevingswet spoedig van kracht te laten worden;

verzoekt de regering om te voldoen aan de wens van bestuurlijke partijen als de VNG en zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 1 juli 2023, definitief duidelijkheid te verschaffen over de inwerkingtreding per 1 januari 2024, of, indien daar op dat moment onvoldoende zekerheid over bestaat, met de VNG in gesprek te gaan over de consequenties voor de inwerkingtreding,

en gaat over tot de orde van de dag.

Geurts

Minhas

Grinwis

Pouw-Verweij

Boulakjar

Naar boven