Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 34293 nr. 124 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 34293 nr. 124 |
Vastgesteld 24 november 2021
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft op 10 november 2021 overleg gevoerd met de heer Knops, Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over:
– de brief van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 9 juli 2021 inzake zesde rapportage project Renovatie Binnenhof (Kamerstuk 34 293, nr. 122);
– de brief van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 9 juli 2021 inzake reflectie governance project Renovatie Binnenhof (Kamerstuk 34 293, nr. 121);
– de brief van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 12 mei 2021 inzake governance project Renovatie Binnenhof (Kamerstuk 34 293, nr. 120).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De fungerend voorzitter van de commissie, M. Bosma
De griffier van de commissie, Roovers
Voorzitter: Leijten
Griffier: De Vos
Aanwezig zijn zes leden der Kamer, te weten: Bisschop, Boulakjar, Kathmann, Kops, Leijten en Strolenberg,
en de heer Knops, Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Aanvang 10.01 uur.
De voorzitter:
Ik heet u welkom bij de vergadering van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, voor het commissiedebat over de renovatie van het Binnenhof. Nou ben ik geen goede zanger, maar eigenlijk zou ik moeten beginnen met «lang zal ze leven», want onze Staatssecretaris is jarig. We zullen u niet vragen naar uw leeftijd, want zo netjes zijn we, maar van harte welkom en van harte gefeliciteerd. Welkom aan de mensen die het debat volgen en welkom aan mijn collega's.
Mevrouw Van Dijk van het CDA heeft zich net afgemeld. Aanwezig zijn de heer Strolenberg van de VVD, de heer Boulakjar van D66 en de heer Kops van de PVV. Ik zal zelf nog het woord voeren namens de SP; dan zal ik het voorzitterschap even overdragen aan de heer Kops.
Ik stel voor dat wij ons richten op maximaal vijf minuten spreektijd; minder mag altijd. Ik geef graag het woord aan de heer Strolenberg.
De heer Strolenberg (VVD):
Dank u wel, voorzitter. De VVD wil dat we verantwoordelijk en transparant omgaan met publiek geld. We zijn nog steeds voor een sobere en doelmatige renovatie van het Binnenhof. De Staatssecretaris heeft in de zesde voortgangsnotitie van begin juli dit jaar ook aangegeven dat alle inspanningen zijn gericht op het behalen van de doelstelling en dat we de renovatie binnen vijfenhalf jaar uitvoeren.
Tijdens de technische briefing vorige week donderdag kregen we van de rijksvastgoeddienst te horen dat er eind 2026 wordt opgeleverd. We willen graag weten wat de inschatting is van de Staatssecretaris: vindt hij 2026 als einddatum ook realistisch? Kan de Staatssecretaris een gerichtere routekaart schetsen, met de milestones? Dat hoeft niet bij monde, maar op papier. Want de informatie tijdens de briefing was vrij hoog over. We hebben wel behoefte aan wat meer gedetailleerde informatie.
Verder lezen we in de voortgangsnotitie over indexatie door marktinspanning. Door de inflatie zijn er hogere kosten voor bouwmaterialen en ook voor personeel. Ook worden er kosten verwacht vanwege onvoorziene technische uitvoering. Dat zijn twee belangrijke elementen die zeker tot een eventuele ophoging van het budget zouden kunnen leiden. Dat is een groot risico. Remkes heeft in zijn rapport ook geschreven dat het belangrijk is om een structurele risicorapportage op te leveren, waarin duidelijk wordt wat de risico's en de onzekerheden zijn. Daar wil ik graag aan toevoegen de mate waarin er sprake is van een risico. Vanuit de controlerende taak van de Kamer wil ik ook kunnen beoordelen of de risico's in de tijd ook kleiner worden. Naarmate het project vordert, zullen de puzzelstukjes waarschijnlijk helder en duidelijker worden en zal het risico afnemen. Ik vind het wenselijk om te weten welke stappen worden gezet. Dat zou ik in de tijd graag wat transparanter laten maken. Noem het even risicocijfers. Die missen nu gewoon. Kan de Staatssecretaris toezeggen dat er in de volgende rapportage een risicoparagraaf wordt toegevoegd, of dat er iets wordt gedaan met het meer inzichtelijk maken van de staat van de risico's en dat het controleerbaar is dat die risico's in de tijd afnemen?
De realisatie in de tijd is een belangrijke factor. Een kleine uitloop kan een ongewenst domino-effect hebben, met aanzienlijke financiële gevolgen. Dat staat volgens mij ook in de rapportage. Daarnaast komt erbij kijken dat de inflatie toeneemt. We krijgen nu een keer per halfjaar een rapportage. Ik vroeg me af – dat is ook de afspraak – of de rapportage frequenter zal zijn als er tussentijds grote wijzigingen of grote financiële afwijkingen zijn. Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer dat is? Wanneer zouden we dat kunnen verwachten? We gaan begin volgend jaar ook wat dingen aanbesteden. De dingen zijn nu in definitief ontwerp, dus ik kan me voorstellen dat er dan ook meer duidelijkheid komt qua kostenplaatje. Als ik nu een beetje reken, dan zitten we dus in december. Dan zouden we pas in juni ergens weer aan de beurt zijn. Dan verwacht ik dat we misschien best wel laat worden geïnformeerd. Misschien kan de Staatssecretaris daar ook iets over zeggen. De VVD, mijn voorganger Jan Middendorp, heeft ook gepleit voor een frequentere rapportage. Wat ons betreft zou het helemaal niet verkeerd zijn om, zeker bij aanvang, naar een kwartaalrapportage te gaan. Liever frequenter en compacter dan dat we er maar een keer per halfjaar over worden geïnformeerd.
Ten slotte wil ik nog even een compliment maken en aandacht vragen voor de ondernemers die een winkel of een horecazaak hebben rondom het Binnenhof. Die hebben ook wat hinder. Er zal sprake zijn van inkomstenderving. Ik begrijp dat daar verder nog geen concrete afspraken over zijn gemaakt. Ik wil graag weten van de Staatssecretaris of hij van plan is om die afspraken te maken. Wordt er op dit moment bijvoorbeeld gesproken over een nadeelcompensatievergoeding?
Tot slot. Misschien doe ik hiermee een beetje aan rolvermenging, maar de fractie van de VVD maakt zich ook wel zorgen over de veiligheid van B67. De veiligheid was eigenlijk niet heel goed. Die conclusie is te trekken naar aanleiding van incidenten met Greenpeace. Dat moet beter. We willen graag weten hoe dat wordt aangepakt.
Tot zover, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Boulakjar van D66, maar niet dan nadat ik mevrouw Kathmann van de PvdA ook welkom heb geheten. Ga uw gang.
De heer Boulakjar (D66):
Dank u, voorzitter. En ook namens mij van harte gefeliciteerd aan de Staatssecretaris met zijn 50ste verjaardag. Dat weten we inmiddels via Google.
Voorzitter. Het is vandaag de eerste keer dat ik mij mag buigen over de renovatie van het Binnenhof. Ik ben blij dat onze lichting Kamerleden nog enkele maanden gebruik heeft kunnen maken van het iconische Binnenhof. Nu de werkzaamheden aan het Binnenhof dan eindelijk zijn begonnen, hoop ik dat de Kamer straks terugkeert naar een toekomstbestendig, duurzaam en veilig Binnenhof. Het is dan ook goed dat we het vandaag hebben over de voortgang van de renovatie. Ik wil dat graag doen aan de hand van drie thema's: de governance, de planning en de budgetten.
Voorzitter. Mijn fractie heeft tijdens de hele behandeling van de renovatie altijd oog gehad voor de governance. Een groot project als dit moet in juiste banen worden geleid om onnodige vertraging en kostenoverschrijding te voorkomen. Het is goed dat de heer Remkes de governancestructuur van het project onder de loep heeft genomen. De Staatssecretaris geeft in zijn brief aan dat hij de suggestie om een escalatiemogelijkheid via een bestuurlijk overleg in te bouwen, over zal nemen. Kan de Staatssecretaris schetsen hoe in een scenario van opschaling de Kamer vanuit de controlerende rol nog sturing kan houden bij opspelende dilemma's? Is hiermee een snellere besluitvorming rondom majeure afwijking volledig geborgd? Welke andere verbetermogelijkheden ziet de Staatssecretaris nog in de governance en welke rol voorziet hij hierin voor het Rijksvastgoedbedrijf?
Voorzitter. Dan de planning. In de voortgangsrapportage die in juli naar de Kamer is gestuurd, dienden er nog twee zaken in het voorlopig ontwerp vastgesteld te worden: de publieksingang en de huisvesting van Algemene Zaken. Ook zou aan het eind van de zomer een definitief ontwerp voor het gebouwdeel Tweede Kamer klaar moeten zijn voor toetsing. Wat is de huidige stand van zaken rondom de publieksingang en is inmiddels het ontwerp voor het gebouwdeel Tweede Kamer getoetst en definitief? En wat betekent het niet doorgaan van de huisvesting van Algemene Zaken bij het Catshuis voor de budgetten?
Daarnaast zijn we inmiddels ook al een aantal maanden aan het werk in dit nieuwe pand. Als ik het goed heb, staan we vandaag op dag 64. Dat betekent ook dat de werkzaamheden in het oude pand eigenlijk zouden kunnen beginnen. De Staatssecretaris gaf aan dat er direct kon worden gestart met destructieve onderzoeken om een beeld te krijgen van eventuele verborgen gebreken. Hoe staat het met deze onderzoeken? Zijn de werkzaamheden aan het oude pand inmiddels gestart en liggen we nog op schema?
Voorzitter. Dan het budget. In de voortgangsrapportage meldt de Staatssecretaris dat extra middelen nodig zijn voor beveiliging. Natuurlijk, beveiliging is heel belangrijk om onze democratie, onze politici en onze medewerkers te beschermen, maar kan de Staatssecretaris nog nader verduidelijken waardoor deze overschrijdingen ontstaan?
De voorzitter:
We pauzeren eventjes. Dit is de openingsbel voor de vergadering in de plenaire zaal en die duurt altijd een minuut.
De heer Boulakjar (D66):
Voorzitter. Ik was gebleven bij het budgetten. Daarnaast is er nog onduidelijkheid over de bouwindicatie en de marktspanning door niet afgeronde contractering. Ook de eerdergenoemde destructieve onderzoeken kunnen voor aanvullende kosten zorgen. Op welke termijn kan de Staatssecretaris hierover meer informatie delen met de Kamer?
En tot slot de positie van de ondernemers. Mijn collega de heer Strolenberg refereerde er ook al aan. Ik begrijp dat er compensatie is en dat zij worden ondersteund. Maar worden zij ook meegenomen in en goed op de hoogte gehouden van de planning van de werkzaamheden?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Kops van de PVV.
De heer Kops (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Daar zitten we dan: in het nieuwe tijdelijke gebouw van de Tweede Kamer aan de Bezuidenhoutseweg voor de komende vijfenhalf jaar. Want zo lang duurt de renovatie van het Binnenhof. Hoewel, dat is de bedoeling. Het is en blijft een overheidsproject. Laten we eerlijk zijn. De overheid kennende en de reputatie van de overheid kennende, zal het ongetwijfeld wel een beetje langer duren: ik gok zelf op een jaartje of tien.
Voorzitter, het is en blijft een bizar project. De wooncrisis is gigantisch, de gewone man en vrouw kunnen geen betaalbare woning vinden, de huizenprijzen stijgen, de huren stijgen: één groot drama. Maar het Binnenhof wordt gerenoveerd voor een bedrag van 475 miljoen. Hoewel, dat was aanvankelijk, in 2015, de bedoeling. Geactualiseerd naar het prijspeil van 2020 komen we uit op ruim 562 miljoen en dit jaar, in 2021, is het budget al opgelopen naar ruim 718 miljoen euro. Dat is de helft meer dan in 2015. De helft meer, nu al! En dan is de renovatie nog maar net begonnen. Op welk astronomisch bedrag komen we dan uit als de renovatie ergens over tien jaar uiteindelijk klaar zal zijn?
Een vraag aan de Staatssecretaris: hoe wordt in het budget rekening gehouden met het tekort aan bouwmaterialen en de daardoor gestegen prijzen? Enkele maanden geleden meldde het Economisch Instituut voor de Bouw dat meer dan 20% van de bedrijven last heeft van materiaaltekorten, meer dan ooit gemeten. Volgens de ING gaat het dan vooral om de renovatiemarkt. Welke gevolgen hebben deze tekorten voor de planning van de renovatie van het Binnenhof? Die schaarste zorgt uiteraard voor fors hogere prijzen. Bouwend Nederland heeft het over stijgingen van 25% tot 50%. Welke gevolgen heeft dit voor het budget van de renovatie? Graag een reactie.
Voorzitter. In het debat van 14 januari van dit jaar heeft de PVV uitgebreid gevraagd naar de veiligheid van dit nieuwe gebouw aan de Bezuidenhoutseweg ten opzichte van het Binnenhof en dan meer bepaald de af te sluiten veiligheidsringen die zich rondom het Binnenhof bevinden, maar die hier aan de Bezuidenhoutseweg ontbreken. Toen, in januari, zei de Staatssecretaris: niks aan de hand, het is allemaal veilig; komt allemaal goed. Hoe verrast was de Staatssecretaris zelf dan op 14 september van dit jaar? Het gebouw was nog maar een week in gebruik toen Greenpeace-activisten het succesvol hadden beklommen en op het dak een soort tentenkamp hadden opgezet en met spandoeken stonden te zwaaien. Hoe kon dat gebeuren? Op het Binnenhof was dat onmogelijk geweest. Maar hier stonden ze zonder enige moeite opeens op het dak. Dat is exact waar de PVV eerder al voor heeft gewaarschuwd. Maar daar werd niet naar geluisterd. Waarom niet? Hoe kijkt de Staatssecretaris daar nou op terug? Hoe gaat hij dit in de toekomst voorkomen?
Voorzitter, dan de ondernemers, de cafés, restaurants, hotels en winkels. Bijna een jaar geleden bleek al uit een rapport dat de renovatie voor die ondernemers rondom het Binnenhof leidt tot een inkomstenderving van 208 miljoen euro. Dat is dan berekend voor een periode van vijfeneenhalf jaar, dus dat bedrag zal stijgen naarmate de renovatie uitloopt. Hoe ervaren de ondernemers tot dusverre de renovatie? Hoeveel last hebben zij hiervan? Is dat op dit moment al in cijfers uit te drukken? De ondernemers hebben het in tijden van corona al zo ontzettend zwaar.
Voorzitter, tot slot nog over de governance, hoe verschrikkelijk slecht en saai dat woord ook klinkt. In de aangenomen motie-Beckerman staat dat de Tweede Kamer meer inzicht in en grip op het renovatieproces moet krijgen. In de voortgangsrapportage van de Staatssecretaris lezen we bijvoorbeeld «inspanningen gericht op het behalen van de doelstelling», «snelle besluitvorming», «halfjaarlijks bestuurlijk overleg en indien nodig een extra bestuurlijk overleg» en dan misschien nog een bestuurlijk overleg. Als je op je laat inwerken wat daar eigenlijk allemaal staat: al die bestuurlijke overleggen maken het voor ons als Kamer niet per se inzichtelijker. Sterker nog, al die bestuurlijke overleggen kunnen het juist minder inzichtelijk maken voor ons als Kamer. Hoe zit het dankzij of, beter gezegd, ondanks al die extra geplande bestuurlijk onderonsjes met die grip van de Kamer op het renovatieproces?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dan geef ik het woord aan mevrouw Kathmann namens de Partij van de Arbeid, maar niet dan nadat ik de heer Bisschop van de Staatkundig Gereformeerde Partij welkom heb geheten in deze vergadering.
Mevrouw Kathmann (PvdA):
Ook ik wil in de eerste plaats via u, voorzitter, de Staatssecretaris feliciteren. Ik hoop dat hij in zijn drukke agenda van vandaag nog de tijd vindt om het te vieren. 50 jaar; dat moet je groots neerzetten, vind ik altijd. De mooie dingen in het leven moet je vieren.
Dat gezegd hebbende, treffender dan een column in dagblad Trouw krijgen we het niet gezegd. Het uitsturen van de brief gebeurde op de dag dat we een coronapersconferentie achter de rug hadden, de eerste busjes al naar het nieuwe gebouw reden en het reces begon. Toen kregen we de brief over het uit de klauwen lopen van de financiën van de renovatie. In die column werd dat vergeleken met Take Out The Trash Day uit de beroemde serie The West Wing, waarin spindoctors het ultieme moment vinden om slecht nieuws te brengen. Volgens mij is dat gelukt – ik heb het eens nagevraagd aan Kamerleden; die zeiden: dit hebben we eigenlijk nog nooit zo meegemaakt – en dat vind ik jammer.
In die brief staan ook een aantal goede punten, die prettig waren om te lezen. Gelukkig was de geheimhouding eerder al een beetje aangepast en komen nu ook de stukken van het bestuurlijk overleg en van de stuurgroep naar de Kamer. Maar de PvdA wil meer. Ik zou graag van de Staatssecretaris willen weten of dat ook betekent dat die risicoanalyse, waar mijn collega hier op rechts al eerder over sprak, wordt vrijgegeven. Zo nee, waarom niet?
De Partij van de Arbeid zou ook graag zien dat, in lijn met de aanbevelingen van Remkes, de verbouwing van het Binnenhof onder de regeling Grote Projecten wordt geschaard. Remkes spreekt immers ook over de betere controlerende taak van de Tweede Kamer, en niet alleen over de rol van huurder en gebruiker. Ik wil alvast aankondigen dat ik uiteraard het antwoord netjes afwacht, maar dat er misschien al wel een motie over in de maak is.
Dan de verhuizing van AZ naar het Catshuis, die niet doorging. Er wordt in een kort briefje daarover gemeld dat we nog meekrijgen wat de consequenties zijn, maar dit debat hebben we natuurlijk niet voor niks. Ik zou dus vandaag al even een inkijkje willen krijgen in wat dit betekent en welke kosten dit met zich meebrengt.
Ook al eerder aangestipt door mijn collega's hier op rechts en in eerdere debatten, is de veiligheid van het gebouw waar we nu zitten. De afgelopen weken hebben duidelijk gemaakt dat de veiligheid niet te garanderen valt zonder al te snel de wegen af te sluiten. Of denk inderdaad aan het beklimmen van het pand door Greenpeace. Ik zou graag een reflectie van de Staatssecretaris willen. Hoe kijkt hij terug op wat er de afgelopen weken gebeurd is en op zijn eerdere afspraken over het garanderen van de veiligheid van dit pand?
Dan het samenspel met hele belangrijke partners: de gemeente Den Haag, de ondernemers van Den Haag, de culturele instellingen van Den Haag. Op pagina 11 van de brief zie ik echt wel dat er een wil is om dat goed te doen. Er is zelfs ongeveer de wil om samen te partneren en om uit te stralen: «Het Binnenhof wordt dan wel gerenoveerd en is dicht, maar Den Haag is maximaal open. Kom naar Den Haag. Er gaat wat gebeuren.» Het invullen daarvan blijft nog een beetje achter. Dan bedoel ik echt het fijnmazige meenemen van de gemeente Den Haag in al die stappen, zodat we straks niet gaan vertragen door vergunningstrajecten die niet goed zijn afgestemd. Ook de nadeelcompensatieregeling, waar al eerder over is gesproken, is nog niet concreet gemaakt. Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer die nadeelcompensatieregeling wel concreet is?
Dan de reuring die we eigenlijk willen blijven hebben in Den Haag, zodat mensen hier blijven komen en het aantrekkelijk blijven vinden. Er wordt natuurlijk wel gesproken over die uitkijkpost, maar er zou ook een soort activiteitenkalender gemaakt worden, zodat je langer in de tijd kan plannen. Ook dat blijft achter. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe hij dat partnerschap met de gemeente Den Haag beter gaat invullen? Welke periodieke overleggen horen daarbij? Welke lege of extra stoelen worden aan welke tafels gezet om dat partnerschap beter in te vullen?
Dan een vraag over de publieksingang aan de Hofplaats bij het Binnenhof. Dat is volgens mij de voorkeursvariant van de gebruiker. Maar nu we de inzichten hebben van de afgelopen weken over de beveiliging en het faciliteren van demonstraties – dat vind ik ongelofelijk belangrijk – hebben we dan ook nieuwe inzichten over of dat nou de juiste plek is, ook gezien de krapte? Dat hoor ik graag van de Staatssecretaris.
Tot zover.
De voorzitter:
De heer Kops heeft een vraag aan u.
De heer Kops (PVV):
Ik heb een vraag over de Greenpeace-activisten die het gebouw hebben beklommen. Deelt mevrouw Kathmann van de PvdA de mening dat het beklimmen van dit gebouw door Greenpeace-activisten niet mogelijk zou moeten zijn?
Mevrouw Kathmann (PvdA):
«Onmogelijk» lijkt me weer een schijnveiligheid, want we moeten daar ook heel eerlijk over zijn. Volgens mij werd er eerder al over gesproken dat er altijd wat kan. Dat heeft de Staatssecretaris uitgelegd. Maar we moeten wel het risico dat Tweede Kamerleden zich onveilig voelen of zich in onveilige situaties bevinden, tot het minimum zien te beperken.
De heer Kops (PVV):
Dan zou ik aan mevrouw Kathmann willen vragen wat zij vindt van de reactie van haar eigen collega, de heer Thijssen, die namelijk op Twitter nogal lyrisch doet over het feit dat de Greenpeace-activisten het gebouw hebben kunnen beklimmen. Hij schrijft: wat leuk om de oud-collega's van Greenpeace weer te zien. Hij vindt het gewoon fantastisch. Kijk, ik heb zelfs een foto van hem op Twitter waar hij poseert met die Greenpeace-activisten op de achtergrond, die daar gewoon op het dak staan, wat uiteraard niet is toestaan en wat ook niet mogelijk zou moeten zijn. Dus dan is mijn vraag aan mevrouw Kathmann wie nu eigenlijk de woordvoerder in dezen is: zij, mevrouw Kathmann zelf, die toch wel kritisch is over die activisten op het dak, of de heer Thijssen, die het allemaal prima vindt.
Mevrouw Kathmann (PvdA):
Nou, u ziet aan uw linkerzijde mij verschijnen, dus de woordvoerder op dit dossier ben ik. Ik maak me namens de PvdA inderdaad ook zorgen over de beveiliging van dit gebouw. Daarnaast is de heer Thijssen mijn collega en is hij onze woordvoerder op klimaat. We bevinden ons in een klimaatcrisis. Ik zei net ook al dat we alles op alles moeten zetten om demonstraties en de behoefte van activisten om de klimaatcrisis en de urgentie van de aanpak daarvan tot ons te brengen ... Dat heeft er nu toe geleid dat mensen zich genoodzaakt voelden om iets met het Tweede Kamergebouw te doen. Nogmaals, ik ben er volop tegen dat Tweede Kamerleden zich bedreigd of onveilig voelen, maar we moeten het demonstratierecht ook zien te faciliteren. Je ziet dat dat moeilijk is in de buitenruimte van dit gebouw. Want anders had Greenpeace echt een andere weg gekozen.
De voorzitter:
Dan geef ik het woord aan de heer Bisschop, namens de SGP.
De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter, dank u wel. Ik wil allereerst u en uw collega's excuses maken dat ik te laat ben. Maar ik voel mij het slachtoffer van de experimentele woede van de NS, die op woensdag een alternatieve dienstregeling heeft. Daar ben ik de pineut van, zal ik maar zeggen.
Gisteren trof ik op mijn bureau een countdownteller aan van de provincie Limburg. Ik vroeg mij af wat ik daarmee moet en wat het is. Ik heb de brief gelezen, maar ik kon niet precies begrijpen waarom ik dat cadeautje kreeg. Nu heb ik het wel in de gaten, want ik begrijp dat de Staatssecretaris jarig is. Via de provincie Limburg heeft hij natuurlijk ons dat cadeautje doen geworden. Waarom is dit een countdownteller? Omdat wij inmiddels verhuisd zijn en begonnen zijn met aftellen hoelang we hier nog zitten. Je kunt het een paar jaar programmeren, en dan kun je dus per minuut zien hoelang het nog duurt voordat we teruggaan. Ik wil de provincie Limburg via de Staatssecretaris van harte danken voor dit uitermate praktische cadeau. We hopen daar nog vele plezier van te hebben. Ik zal hem inderdaad instellen op het aantal dagen dat is toegezegd dat we hier zitten en dat we terug kunnen naar het echte Binnenhof, zal ik maar zeggen.
Dat brengt mij tegelijkertijd bij de langetermijnplanning, want dat is de onderliggende gedachte daarvan. We worden keurig op de hoogte gehouden van de vorderingen, waarin de voortgangsrapportages een helder en duidelijk inzicht geven. Dank daarvoor, want dat helpt echt. Maar het zou ook goed zijn om die langetermijnplanning in de voortgangsrapportages op te nemen. Mijn vraag aan de Staatssecretaris is daarom: zou dat gewoon onderdeel van de voortgangsrapportages kunnen worden?
Voorzitter, dan de financiën. Wat ik inmiddels van de collega's heb gehoord, is dat we daar allemaal wel een beetje buikpijn, een beetje spanning over hebben. Ik moet zeggen dat daar ook alle reden toe is als je de bedragen ziet: van 475 miljoen inmiddels opgelopen naar 719 miljoen. Er zijn extra kosten vanwege de veiligheid. Hoe dringend dat nodig is, ook in dit gebouw, hebben we inderdaad gezien bij die ongepaste wijze waarop Greenpeace zich presenteerde. Duurzaamheid, marktspanning en dus oplopende kosten zijn allemaal disclaimers. We kunnen dat over ons heen laten komen, maar we kunnen ook proberen daarop regie te voeren. Ik snap dat dat lastig is. Ik ben zelf verwikkeld in de verbouwing van de badkamer, en dan heb je ook een aantal disclaimers nodig, want het wordt altijd duurder dan je denkt. Maar toch: er zijn instrumenten om dat zo veel mogelijk in de hand te houden. Hoe stuurt de Staatssecretaris op deze p.m.-posten, op deze disclaimers? Is de Staatssecretaris van mening dat het huidige budget het uitgangspunt blijft en dat disclaimers zo veel mogelijk binnen het budget moeten worden opgelost?
Voorzitter. Dan de motie-Middendorp/Bisschop. In de reflectie op het proces zoals verzocht in de motie van mevrouw Beckerman en die van de heer Middendorp en mij wordt een groot aantal aanbevelingen gedaan. Ik zie die aanbevelingen voor een deel terugkomen in de voortgangsrapportage, maar niet alle aanbevelingen lijken te worden gevolgd. Er worden heldere aanbevelingen gedaan over de financiën. Ik hoor graag van de Staatssecretaris in hoeverre aanbevelingen wel of niet worden opgevolgd. Op welke punten gebeurt dat wel en op welke niet, en waarom?
Voorzitter. Tot slot een puntje waar ik niet helemaal duidelijkheid over heb. Wij praten altijd over «de renovatie van het Binnenhof». Ik ben er tot nu toe altijd van uitgegaan dat daaronder ook bepaalde restauratiewerkzaamheden begrepen zijn. Zeker de oudere complexen hebben soms restauratie nodig in plaats van renovatie, dus meer dan een opknapbeurt. We weten allemaal dat dit een kostbare aangelegenheid is. In hoeverre zijn de restauratiekosten – dat kan zijn een vloer, een lambrisering en noem het allemaal maar op – echt inbegrepen in dat totale budget? Of moeten daar nog extra middelen voor gefourneerd worden?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het voorzitterschap tijdelijk over aan de heer Kops.
Voorzitter: Kops
De voorzitter:
Dan geef ik het woord aan mevrouw Leijten namens de SP.
Mevrouw Leijten (SP):
Dank. Het voelt heel gek om hier over onszelf, ons eigen gebouw en onze eigen veiligheid te moeten praten, terwijl er zo ontzettend veel stilstaat in Nederland. Er kunnen geen huizen worden gevonden door heel veel mensen, de slachtoffers van Groningen krijgen op hun bord dat er mogelijk weer gas gewonnen gaat worden, de gedupeerden van het toeslagenschandaal krijgen geen financiële kwijting, en ga zo maar door. En hier zitten wij dan over onszelf te praten, over een voortgangsrapportage die bijna een halfjaar oud is.
Mijn eerste vraag aan de Staatssecretaris is toch: waarom heeft hij ons een dag nadat wij het afscheid van het oude Binnenhof vierden verblijd met de enorme kostenstijging en heeft hij die niet gewoon eerder aan ons gemeld? Wanneer wist hij dat? Waarom is die brief op 9 juli gestuurd en niet gewoon fatsoenlijk op tijd? Dat heeft te maken met de vraag of we vertrouwen kunnen hebben in het proces. Laten we heel eerlijk zijn: wij zijn hier allemaal nieuwe woordvoerders, behalve de heren Bisschop en Kops. Maar als je dit dossier bestudeert, word je er niet vrolijk van. De mate van inzicht dat wij krijgen in de belangen van het Rijksvastgoedbedrijf en de manier waarop er wordt omgegaan met de belangen van de Kamer en van ondernemers, stemmen gewoon niet vrolijk. Dat zie je ook in alle moties die zijn aangenomen die vragen om meer grip en meer sturing. Ik vraag de Staatssecretaris of hij het niet meer wil maken dat wij net nadat wij met reces zijn gegaan, belangrijke informatie krijgen. Hij kan dat gewoon niet maken, want dat is gewoon niet goed voor het proces.
Ook wil ik tegen de Staatssecretaris zeggen: als er Kamervragen komen van fracties in deze Kamer over het Catshuis en over het miraculeuze bedrag van 1 miljoen dat de Kamer moet vrijmaken in de begroting van Binnenlandse Zaken voor het gebruiksklaar maken van een extra verdieping, beantwoord die dan ook fatsoenlijk. Op mijn vragen over het Catshuis kreeg ik geen antwoorden. Vorige week kregen we een kort briefje dat het toch niet doorgaat, na protest van de gemeente. Ik ben dan echt hogelijk verbaasd. Dat weet je toch? Dat heb je toch afgestemd als je die plannen maakt? Wat krijgen we nog meer voor ongein op ons bord? Wie was hier de bovenliggende partij? Was dit het Rijksvastgoedbedrijf, dat maar een mooi plannetje had en iedereen ermee overviel, inclusief de gemeenteraad? Wilt u de volgende keer die vragen gewoon fatsoenlijk beantwoorden?
Ook wijs ik op het bedrag van 1 miljoen. Ik zie een amendement op de begroting van ons presidium. Ik ben echt met stomheid geslagen! We gingen verhuizen omdat het vorige gebouw gerenoveerd en/of gerestaureerd moet worden – de heer Bisschop stelde goede vragen over de kosten daarvan – en gingen naar een gebouw dat kleiner is, dat minder energievoorzieningen heeft, waarvan we weten dat de parlementaire enquêtecommissies er niet gehuisvest kunnen worden. En dan is er aan die al die stuurtafels en bestuurlijke overleggen blijkbaar geen ruimte om eruit te komen met het bestuur van onze Kamer om dat op te lossen. En dan stel ik daar Kamervragen over. Die zijn gisteravond beantwoord, waarvoor dank, maar dat is natuurlijk geen antwoord. De «klantwensen». De klantwensen? Je gaat er toch van uit dat we als gebruiker hier niet hoeven te betalen op het moment dat het Rijksvastgoedbedrijf ons niet goed faciliteert? Ik vind dat echt heel raar. Dan vraag ik hoe het eigenlijk met de meerwaarde gaat, want wij investeren nu publiek geld in dit gebouw. Als het straks verkocht gaat worden, komt dat dan ook weer terug? Dan zegt de Staatssecretaris dat hij niet begrijpt wat ik bedoel met meerwaarde. Natuurlijk begrijpt hij dat wel. Hij wil er gewoon geen antwoord op geven.
Voorzitter. Als dit het is waar we het de komende jaren over gaan hebben, dan denk ik dat de mensen die hoog ingezet hebben op menige weddenschap over de duur en de kosten van dit project gaan winnen. Ik vind dat gewoon niet goed. Grip hebben betekent eerlijk communiceren naar de inwoners van de stad, naar de gebruikers van de panden en naar de ondernemers die er zijn. Als dit zo'n donkere kamer blijft, is het niet alleen een valse start sinds het begin, ook gelet op de ruzies die hebben plaatsgevonden totdat wij deze verhuizing hadden, maar blijft dat ook zo het hele project. Volgens mij is niemand daarbij gebaat. Ik zou daar graag een bespiegeling op willen hebben van de Staatssecretaris.
En nog van harte gefeliciteerd, maar dat had ik als voorzitter van de commissie natuurlijk al gezegd.
De voorzitter:
Dank voor uw bijdrage, mevrouw Leijten. Dan draag ik het voorzitterschap weer aan u over.
Voorzitter: Leijten
De voorzitter:
Wij schorsen deze vergadering, zodat de Staatssecretaris onze scherpe vragen goed kan beantwoorden. Om 11.00 uur hervatten wij de vergadering.
De vergadering wordt van 10.34 uur tot 11.01 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik wil er even melding van maken dat we intern wel bekeken kunnen worden in het gebouw, maar dat Debat Direct het niet doet. Dus alle mooie verjaardagwensen zijn in die zin ongehoord. Er wordt natuurlijk wel een verslag gemaakt, dus als het verslag er is, dan kunt u altijd nog zeggen dat de Kamer u ruimschoots heeft gefeliciteerd. Er is verslaglegging, maar we hopen dat het systeem weer snel zichtbaar is, zodat Nederland kan volgen wat de volksvertegenwoordiging doet. Maar op dit moment is het voor «buiten» niet te volgen. Dat neemt niet weg dat wij natuurlijk serieuze antwoorden verwachten.
Het woord is aan de Staatssecretaris voor de beantwoording in de eerste termijn.
Staatssecretaris Knops:
Dank u wel, voorzitter. Dank voor de felicitaties. Het scheelt mij denk ik een hoop appjes dat het niet wordt uitgezonden. Soms zijn er van die leeftijden waarvan je denkt: laat die maar snel voorbijgaan. Dit is er zo eentje. Aan de andere kant moeten we er ook van genieten. Dank voor uw felicitaties, maar ook voor uw inbreng bij dit belangrijke onderwerp.
Ik ben blij dat er veel leden van de commissie de moeite hebben genomen om over dit onderwerp te spreken, omdat er de afgelopen jaren natuurlijk best wel wat reuring is geweest rondom dit onderwerp. Mevrouw Leijten zei dat, maar anderen ook. Het is door sommigen van u geschetst dat het altijd ingewikkeld is om te spreken over iets waar je zelf, en als Kamer in meerdere opzichten, ook een rol in hebt. Dat geldt natuurlijk voor het Rijksvastgoedbedrijf net zozeer, omdat ook het kabinet hier te gast is. Ik denk dat we nu wel in een fase zijn gekomen waarin de verhoudingen goed zijn tussen de gebruikers. Dat durf ik wel te zeggen.
Dat wil niet zeggen dat er geen problemen zijn, maar het gaat erom dat we die op een goede manier oplossen. Daar ga ik het zo over hebben in antwoord op uw vragen, want het is nogal wat wat we gedaan hebben. We hebben weleens gezegd dat dit natuurlijk een project is waar eigenlijk niemand zin in had. Het is in de jaren ervoor door iedereen voor zich uit geschoven, omdat er ook geen enkel precedent is van hoe dit in het verleden ooit is gegaan. Als je het hart van de democratie verplaatst, dan gaat dat altijd met heel veel gevolgen gepaard. Toch ben ik blij dat het gebeurd is.
Ik wil ook refereren aan de toespraak van de Voorzitter van uw Kamer, die dit gebouw bij de opening op 7 september betitelde als een uitstekend onderkomen op steenworp afstand van het Binnenhof. Toen ik hier de afgelopen maanden rondliep, heb ik heel veel mensen gesproken: Kamerleden, medewerkers, mensen van het Restaurantbedrijf en de beveiliging. Iedereen heeft een beetje hetzelfde gevoel: je moet eraan wennen, net zoals wanneer je in je privéomgeving weleens verhuist. We hadden het net al over de looplijnen. Alles is anders. Tegelijkertijd gaat dit de komende jaren toch als het huis van de democratie voelen. Ik denk dat degenen die hier nu al een paar maanden werkzaam zijn ook kunnen beamen dat het zo werkt. De vraag is dus hoe we omgaan met de zaken die zich nu nog gaan voordoen. Ik ben in ieder geval heel blij dat we zo ver gekomen zijn.
Ik wil ook iedereen bedanken. Die gelegenheid heb ik publiekelijk nog niet gehad, maar ik bedank de mensen van de Tweede Kamer, de mensen van het Rijksvastgoedbedrijf, de aannemers die dit allemaal mogelijk hebben gemaakt en degenen die de verhuizing geregeld hebben. Het was natuurlijk een huzarenstukje om in het reces zo veel mensen, apparatuur en inventarissen over te brengen. Ik hoop ook – ik knoop de oproep van de heer Bisschop goed in mijn oren – dat we het de komende vijfenhalf jaar binnen tijd en budget kunnen gaan doen, want dat is ook in het belang van ons allemaal.
Ik snap het ongemak dat u voelt over het feit dat er veel geld gemoeid is met zo'n groot project in een tijd waarin het geld schaars is en er heel veel wensen zijn, maar we doen dit niet voor de huidige Tweede Kamer of voor de huidige Tweede Kamerleden. We doen dit ook om de parlementaire democratie in de komende decennia weer een veilig en goed onderkomen te geven. Het Binnenhof is ook cultuurhistorisch erfgoed. Het is een iconische plek in de Nederlandse geschiedenis. U weet ook dat er ook kritiek is geweest van mensen die zeiden dat het «sobere en doelmatige» eigenlijk losgelaten moet worden, omdat je net als bij het Rijksmuseum of bij andere iconische objecten juist mag laten zien hoe die historie van Nederland hier ontstaan is, dat wij daar nog steeds onderdeel van mogen zijn en dat we daar mogen resideren. Maar goed, de opdracht was sober en doelmatig. Dat is de taakstelling en daar zullen we ook verder aan werken.
Inmiddels is het zover dat behalve de Tweede Kamer ook de Eerste Kamer en de Raad van State verhuisd zijn. Op Algemene Zaken zal ik zo nog even terugkomen. Die zitten er inderdaad nog. We kunnen dus nu ook echt aan de slag. We zijn nu echt een nieuwe fase ingegaan ten aanzien van die renovatie.
In antwoord op de vragen die u heeft gesteld over het budgettaire kader van 475 miljoen kan ik niet anders zeggen dan dat dit bedrag, dat zes à zeven jaar geleden nog 475 miljoen was, inderdaad door de indexatie en de additionele wensen, waar ook middelen voor beschikbaar zijn gesteld, fors is opgelopen. Ik kan nu niet op deze plek zeggen waar dat gaat eindigen. Dat zit hem vooral in het punt dat een aantal van u noemde, maar de heer Bisschop in het bijzonder, namelijk: hoe kun je nu sturen op disclaimers en op die variabelen die je nauwelijks kunt beïnvloeden? Dat is een hele lastige. De heer Kops noemde net bedragen van 25% tot 50%. Dat is wel wat er aan de hand is. Er is schaarste. Schaarste leidt tot prijsopdrijving. Daar hebben wij als Rijksvastgoedbedrijf ook mee te maken, daar waar het gaat om de renovatie van het Binnenhof. Maar juist door die marktspanning buiten de kaders te plaatsen, is er natuurlijk gewoon nog steeds geld, maar gaat het niet ten koste van het oorspronkelijke budget. Zouden we dat wel doen, wat de heer Bisschop opperde of «even in de lucht wierp», dan gaan we ons eigen project opeten. Dan moet je alles wat je aan extra kosten wegens marktspanning hebt, bezuinigen op het budget. Dat kan op een gegeven moment al helemaal niet meer, als je al een aantal aanbestedingen gedaan hebt.
Dat maakt ook dat ik heel blij ben dat het kabinet bij Voorjaarsnota besloten heeft om met name die marktspanning als disclaimer op te nemen. Dat is een variabele die wij niet kunnen bepalen, maar deze verbouwing moet door. We kunnen niet wachten tot de markt een keer ontspannen is, als dat ooit gaat gebeuren, want dan hebben we andere problemen. Dan gaat de voorspelling van de heer Kops werkelijkheid worden. Ik gun hem veel, maar ik gun ik hem niet dat hij daar gelijk in krijgt. Dat zou uiteindelijk penny wise, pound foolish zijn. Dat zou veel en veel meer gaan kosten dan de extra kosten die we nu maken in verband met die verhoogde prijzen.
De voorzitter:
Dat roept een vraag op bij de heer Bisschop.
De heer Bisschop (SGP):
Ik kan de denklijn en de argumentatie van de Staatssecretaris uitstekend volgen. Ik begrijp ook dat je wel gedwongen bent om dit als element in de uitvoering mee te wegen. Alleen, het is me te gemakkelijk om te zeggen: we plaatsen dat helemaal buiten het hele gebeuren. Er is natuurlijk bij de raming indertijd ook rekening gehouden met een zekere marktspanning die kon optreden. Ik noem alleen al de post onvoorzien; die is al ruimschoots uitgegeven. Ik zou wel inzicht willen krijgen in hoe die afweging is gemaakt, want sommige dingen kun je wel degelijk binnen het budget oplossen. Dan hoef je niet een beroep te doen op de marktspanning. Mijn vraag is: is de Staatssecretaris bereid om op dat punt volledig transparant te zijn en inzicht te geven, in de zin van: kijk, zo loopt het? Dan kunnen we dat allemaal volgen en dan snapt iedereen ook waarom het budget omhooggaat en dat dit niet anders kan.
Staatssecretaris Knops:
Uiteraard, voorzitter. Daar heeft de Kamer alle recht op. Dat gaat de Kamer ook krijgen. U heeft gelijk: sommige van die dingen kun je voor een deel wel beïnvloeden. Maar als het puur gaat over die bouwkosten, even los van de algemene indexering, waar natuurlijk vanaf het begin wel rekening mee is gehouden, zeg ik: die 25% tot 50% kostenstijging op specifieke onderdelen had niemand kunnen voorzien. Het zou ook niet fair zijn om dat ten koste te laten gaan van het project, omdat je dan een hele andere uitvoering krijgt. Dan krijg je straks een project dat totaal niet meer voldoet aan het plan van eisen dat door de gebruikers is opgesteld, en dan hebben we ook een probleem. Dat zijn wel de kaders waarbinnen wij werken, namelijk: dit zijn de ontwerpen die gemaakt zijn, met instemming van de gebruikers en dit moet dus ook worden opgeleverd. Dan kun je natuurlijk altijd nog een beetje finetunen.
Als voorbeeld noem ik toch even de Grafelijke Zalen. Die zaten eerst in de scope, maar die hebben we buiten de scope geplaatst, om daarmee financieel voordeel te hebben om een deel van de kosten voor onze rekening te nemen. We hebben het budget voor «onvoorzien» nog niet uitgeput, maar daar moet je altijd terughoudend in zijn. Voor een deel zou je dat dus ook nog kunnen aanwenden. Het is ook niet zo dat we zeggen «the sky is the limit en het maakt ons allemaal niet uit», maar als je zit met een strakke tijdsplanning, zit je ook met een zekere afhankelijkheid, nog even los van de complexiteit van het project. Dit is niet een nieuwbouwwijkje dat je realiseert en waar natuurlijk veel meer aanbieders op actief zijn. Dit is een heel complex project. De heer Strolenberg zei terecht: dit is een project waarvan je in de loop van de tijd, als het goed is – zo gaat dat ook – ziet dat de risico's afnemen en dat de zekerheid van wat de risico's zijn, groter wordt. Nu zitten we in de fase dat we de aanbestedingen nog niet hebben gedaan. We hebben ook dat destructief onderzoek nog niet gedaan en we weten niet exact wat er achter de muren schuilgaat. Voor een groot deel wel, maar we kunnen het niet met 100% zekerheid zeggen. De bedoeling is dat die risicoparagraaf de komende tijd kleiner en zekerder wordt, en dat je weet waar je aan toe bent. Uiteraard wordt de Kamer daarover geïnformeerd. Ik denk dat dat ook de kern is van de rol die de Kamer heeft, ook op basis van «Remkes», namelijk: zorg ervoor dat het project binnen de perken en binnen het budget blijft.
Wat de heer Kops zegt over projecten en de overheid is in die zin natuurlijk van een andere orde. Als namelijk even los van de marktspanning zou blijken dat dit project buiten budget gaat en met kostenoverschrijding te maken heeft, dan spreken we elkaar daarop aan. Dan gaat het niet goed. Ik wil toch even het onderscheid maken tussen wat ook naar aanleiding van de laatst verschenen voortgangsrapportage een aantal van die beelden waren. Er werd gezegd dat er een kostenoverschrijding is. Nee, er is geen kostenoverschrijding, er is een budgetophoging. Dat is iets anders dan een kostenoverschrijding. Het is goed om dat scherp te houden en om te voorkomen dat gebeurt wat de heer Kops zegt: dat grote projecten te maken krijgen met kostenoverschrijdingen. Ik kan overigens veel projecten noemen waarbij dat helemaal niet het geval was. We hebben dus ook een trackrecord dat dat kan. Maar dit is wel een hele complexe – dat geef ik grif toe – op een terrein waar natuurlijk jarenlang nooit achter de muren en onder de vloeren is gekeken. En dat gaan we nu wel doen.
Voorzitter. Ik heb geprobeerd om een aantal vragen te bundelen. Ik ga ze uiteindelijk allemaal gewoon beantwoorden. Mocht dat niet zo zijn, dan hoor ik dat graag. Ik zou iets willen zeggen over de governance. De motie-Beckerman c.s. en de motie-Middendorp/Bisschop hebben heel duidelijk uitgesproken hoe het de afgelopen jaren gegaan is. Dat vraagt wel om enige bijtuning. Ik ben het er ook helemaal mee eens dat het niet is gegaan zoals dat zou moeten. Ik heb in die zesde voortgangsrapportage ook toegelicht dat ik de aanbevelingen van Remkes ga overnemen. Je zou kunnen zeggen dat die aanbevelingen eigenlijk tweeledig zijn. Dat zijn aanbevelingen in de richting van het Rijksvastgoedbedrijf over hoe de communicatie beter kan en hoe we de Kamer beter kunnen informeren. Die aanbevelingen zijn ook voor een deel op de gebruikers gericht. En heel in het bijzonder op de Tweede Kamer, omdat die in een soort van dubbelrol zit. De Tweede Kamer heeft een controlerende taak over het hele project Binnenhof en is tegelijkertijd een van de vier gebruikers.
Ik denk zelf dat de heer Remkes bij een aantal zaken de spijker op de kop sloeg over hoe het beter zou kunnen. Ik was dan ook heel blij met zijn rapport. Dat is overigens ook meteen het antwoord op de vraag van onder anderen mevrouw Leijten, waarom de Staatssecretaris die stukken zo laat, zo vlak voor het reces, stuurt. Laat ik allereerst zeggen dat ik me kan voorstellen dat u het zo gevoeld heeft. Ik had nog nooit van Take Out the Trash Day gehoord en ik had The West Wing niet gezien. Ik kan u ook oprecht zeggen dat het geen doel op zich was. Sterker nog, ik wilde ervoor zorgen dat de gebruikers ook allemaal die paragraaf over Remkes konden onderschrijven. Achteraf is dat misschien niet zo handig geweest.
De ministerraad heeft mijn voortgangsrapportage op 25 juni al behandeld en geaccordeerd. De tijd daarna heb ik nog gebruikt om met de gebruikers te overleggen of zij akkoord waren met datgene wat daar allemaal in stond. Dat is uiteindelijk wel zo gegaan. Het klinkt van «gooi het maar over de schutting» omdat dat op de laatste dag voor het reces was. Eén, dat is niet mijn stijl. Ik ben zelf Kamerlid geweest, dus dat zou ik nooit op die manier doen. Maar het is wel op die datum gebeurd. We raken dan meteen op het punt van de rapportage. Het stuk had volgens onze planning dus eigenlijk de week daarvoor naar de Kamer gemoeten. Wij wisten ook dat de Kamer het niet meer voor de zomer zou gaan behandelen. Daar komen we op het punt van de heer Strolenberg: is het wel zo slim om die rapportage net voor een reces van twee maanden te sturen, terwijl je weet dat de Kamer daar in principe niet meer over gaat debatteren? Dat beeld deel ik. Als we twee keer per jaar rapporteren en we gaan nu in november debatteren over een voorgangsrapportage die in juni gemaakt is, dan is die rapportage alweer gedateerd. We zouden misschien toch even moeten kijken of dat momentum net voor de zomer wel zo handig is. Maar ik leg even terug bij de Kamer wat daar een goede vorm voor zou zijn. Want als die rapportage daarna drie maanden op de plank blijft liggen en u het gevoel krijgt dat u zo'n stuk net voor het reces nog krijgt, dan doen we het volgens mij niet goed.
In de basis heeft de motie-Middendorp indertijd gezegd: twee keer per jaar rapporteren conform de regeling Grote Projecten en zo veel meer als nodig. Die toezegging staat nog steeds voor 100%. Dus ik beloof u dat ik de Kamer tussentijds zal informeren over alles wat grote impact heeft, met name in financiële zin of qua governance. Dat is ook het antwoord op de vragen van mevrouw Leijten over het Catshuis. Dus dan hoeven we ook niet op die voortgangsrapportage te wachten. Want twee keer per jaar rapporteren is natuurlijk nooit altijd actueel.
De voorzitter:
Dat roept een vraag op bij de heer Strolenberg.
De heer Strolenberg (VVD):
Ik wil even reageren op wat de Staatssecretaris aangaf. Het voelt nu natuurlijk alsof we een verouderd document aan het bespreken zijn. Waarschijnlijk krijgen we dan komende maand een nieuwe rapportage. We hebben zelf ook via de commissie verzocht om er voor 1 december op te rapporteren. Dat doen we juist ook omdat we, als er grote afwijkingen zijn, daar eventueel nog even voor het kerstreces met elkaar over zouden kunnen spreken. Ik denk dat het momentum nu elke keer ongelukkig is, want we zouden nu ook al uit kunnen tekenen dat we ergens volgend jaar juni weer aan de beurt zijn met een rapportage. Dat is niet handig. Ik denk dat het op dit moment zeker anders is maar, zoals ik in mijn eerste bijdrage ook heb aangegeven, ik ben benieuwd of het niet veel handiger is om gewoon naar kwartaalrapportages te gaan. In die zin worden we dan frequenter geïnformeerd. Dan kan zo'n rapportage wat mij betreft ook bondiger.
Staatssecretaris Knops:
Over dat laatste, of het bondiger kan, verschillen de meningen. Het gaat er in essentie om dat de Kamer adequaat en bijtijds geïnformeerd wordt. Ik ben het met u eens dat de informatievoorziening in deze fase van het proces wat intensiever zal zijn dan over twee jaar, als het eenmaal loopt. Dat is mijn inschatting. Er zitten nu met name aan de financiële kant nog een aantal onzekerheden, die nog niet kunnen worden ingevuld. Tegelijkertijd heb ik eerder op vragen van de heer Middendorp geantwoord dat, als je vier keer per jaar rapporteert met alle uitvoeringsdruk die daar extra bij zit, het nog maar de vraag is of de Kamer beter geïnformeerd is. Remkes zegt dat eigenlijk ook: je zou het hele palet van informatievoorziening aan de Kamer niet alleen moeten beperken tot rapportages, maar ook tot technische briefings, waar u er vorige week een van heeft gehad, omdat er vanwege de complexiteit van het project behoefte is om op die manier vragen te stellen.
Dat kan wat mij betreft zo veel mogelijk openbaar. Er zijn een paar dingen die niet openbaar kunnen. Daar hebben we eerder over gesproken. Daar kunnen we ook achter gesloten deuren over spreken, maar het principe zou moeten zijn dat alles openbaar is, tenzij het veiligheids- en marktdingen betreft. Ik ben zelf dus geen voorstander van die vier keer, zeg ik u eerlijk. Er zit een hele uitvoeringsdruk achter, omdat dat allemaal interdepartementaal moet worden afgestemd, via de ministerraad, et cetera, et cetera. Ik zou veel meer willen vasthouden aan twee keer per jaar met tussentijdse rapportages. De komende maanden zal ik u, zoals ik heb beloofd, op die manier over de Catshuissituatie berichten. Dat kan ook leiden tot een debat. Daar kan de Kamer uiteraard om vragen, maar ik zou de Kamer in overweging willen geven om dat ritme van twee keer per jaar op een ander moment te laten ingaan, zodat we ook over verse, actuele voortgangsrapportages spreken. Daar zouden we dan misschien niet hier maar buiten deze vergadering afspraken over moeten maken. Volgens mij heeft iedereen daar belang bij. Dat voorkomt ook dat we onnodig brieven gaan sturen.
Voorzitter. Dan ga ik, voor zover ik ze niet al beantwoord heb, alsnog een aantal vragen beantwoorden. De eerste vraag was van mevrouw Leijten. Die heb ik voor een deel al beantwoord. Die gaat over mijn bespiegeling op de communicatie, op de manier waarop dat gegaan is. Remkes heeft daar hele duidelijke woorden over gesproken, die voor een deel ook richting het RVB gaan. Daar hebben wij goede nota van genomen. Er werd zojuist gezegd dat er heel veel bestuurlijke overleggen achter de schermen zijn. Ja, daar hoeft de Kamer zich op zich niet druk over te maken, maar in het kader van de informatievoorziening leggen wij uit hoe dat gaat. Als daar dingen uit komen die relevant zijn, dan wordt de Kamer daar uiteraard over geïnformeerd. Dat intensieve bestuurlijk overleg, ook tussen de gebruikers maar bijvoorbeeld ook met de gemeente, is cruciaal om dit project de komende jaren in goede banen te leiden.
Op de overleggen met de gemeente kom ik zo nog uitvoerig terug. Mevrouw Kathmann heeft onder anderen vragen gesteld over hoe dat contact met de gemeente is. Dat raakt ook aan dat punt van het Catshuis. Over de afstemming is er goed contact met de gemeente, dagelijks zelfs op ambtelijk niveau, alsook over de omgeving, omdat het punt van zorg dat daar leeft, ook mijn punt van zorg is. Niemand weet precies wat het effect zal zijn. Daar loopt ook nog de covid doorheen met alle maatregelen. Dus wat is nu het effect van het feit dat daar geen parlement meer vergadert? Wat doet dat in de omgeving van het Plein? Wij hebben een aantal maatregelen genomen om te kijken hoe ondernemers eventueel daarvoor gecompenseerd kunnen worden. Los daarvan proberen we samen met de gemeente om de loop erin te houden, om van dat gebied geen gebied te maken waar je zo snel mogelijk langs wilt, maar een gebied waar je ook gewoon kunt verblijven, en om te zorgen dat het Plein het Plein blijft met zijn karakter. Wij hebben maatregelen aan de buitenkant van het Binnenhof genomen, rondom die toren, rondom de archeologie, om toeristen en toevallige voorbijgangers te boeien en om dat nog steeds een magneet te laten zijn waar mensen naartoe gaan.
Heel concreet als het gaat om het punt dat u noemde: de ingang. Die nieuwe ingang komt voort uit de wens van de gebruikers van de Tweede Kamer om daar in verband met de veiligheid een verdiepte ingang te krijgen. Heel concreet wordt er nu met de gemeente gekeken naar de inpasbaarheid. Ik heb er zelf met wethouder Bruines ook over gesproken of die wens geaccommodeerd kan worden. Zo'n ingang raakt immers echt de openbare ruimte van de gemeente Den Haag en dat heeft mogelijk weer andere consequenties. Die moet je goed inzichtelijk maken en in kaart brengen. Dat doen we dus op dit moment ook.
De informatievoorziening in de richting van de gemeenteraad is in eerste instantie een zaak van de gemeente zelf. We hebben wel aangeboden dat wij zowel college als raadscommissie willen briefen over de plannen, net zoals de Kamer die gelegenheid ook krijgt. Maar uiteindelijk is het natuurlijk een zaak van de gemeente. Dat is meteen ook het punt van mevrouw Kathmann en mevrouw Leijten: hoe kan het dat de gemeente ineens tegen is, als je al zo lang met de gemeente in gesprek bent. Nou, dat is heel simpel te verklaren. Wij zijn inderdaad al heel lang met de gemeente in gesprek over de locatie Catshuis. De gemeente – onze gesprekspartner dus, het college – heeft ook gezegd medewerking te willen verlenen, maar er kwam steeds meer verzet, ook uit de omgeving, wat uiteindelijk leidde tot die unaniem aangenomen raadsmotie.
Die raadsmotie creëerde een nieuwe politieke werkelijkheid in de gemeenteraad. Zoals ik in de antwoorden op vragen heb aangegeven, is met de gemeente overlegd. Er waren juridisch gezien twijfels of een weigering door de gemeente van een vergunning aangevraagd door het Rijksvastgoedbedrijf stand zou houden bij de hoogste rechter. Maar wij hebben met elkaar overlegd en gezegd: als wij in een gerechtelijke procedure terechtkomen, dan gaat de heer Kops dadelijk gelijk krijgen, want dan hebben wij evengoed een probleem. Dan gaan we namelijk eerst procederen – dat duurt misschien drie jaar – tegen een gemeenteraad die unaniem iets anders vindt. Dit nog even los van dat beeld en de vraag of je dat wel zou moeten willen. Voor het project zou dit een enorm risico betekenen. Daarom hebben wij geconcludeerd, ook al zouden we misschien in rechte staan, dat dit geen begaanbare weg is.
En dan rijst de vraag: wat dan? Daar zijn we nu mee bezig. Ik beloof u dat ik u daar volledig over zal informeren, alleen heb ik de conclusie nog niet en kan ik u daarom op dit moment niet informeren. Omdat het over verschillende belangen en objecten gaat, wil ik eerst intern de analyse maken, maar ik beloof u dat de Kamer daarover geïnformeerd wordt. Ik ga ervan uit dat dat komende maand nog gaat gebeuren. Dan kan de Kamer daar nog een debat over hebben of anderszins een gesprek.
Dat is zoals het gegaan is. Het is een politieke werkelijkheid. Het was voor ons op zich een onaangename verrassing. Gezien de veiligheid hebben het Catshuis en het Trêvesgebied, waar de ministerraad vergadert, niet zomaar een kantoorfunctie. Daar zitten natuurlijk allerlei veiligheidseisen aan vast en dat heb je niet van vandaag op morgen geregeld. Wat daar exact de consequenties van zijn in termen van tijd en eventueel budget, kan ik absoluut niet overzien op dit moment. Maar ik zal de Kamer daarover in december berichten.
Mevrouw Kathmann sprak over de regeling Grote Projecten. Het toekennen van de status groot project aan een project is in principe een zaak van de Tweede Kamer. Die gaat daar zelf over. Over het algemeen, zo begreep ik, ligt de drempel daarvoor bij 1,5 miljard. Daar zit dit nog onder, maar de Kamer zou daarover een andere opvatting kunnen hebben. Tegelijkertijd maakt dat voor de wijze van informatievoorziening in dit geval niet uit, omdat wij ons aan de voorkant al verhouden hebben tot de inhoud van deze regeling. We hebben al gezegd: we gaan doen alsof het onder de regeling Grote Projecten valt en gaan richting de Kamer ook op die wijze procederen. Dat is overigens een besluit dat de commissie voor Financiën van de Tweede Kamer moet nemen.
De heer Strolenberg vroeg of ik niet in staat ben om de risico-inschatting wat concreter te maken. Ik voel daar eigenlijk wel voor, want volgens mij is dat ook de meest relevante vraag op dit moment, als je vanuit de rol van de Kamer grip wilt houden op dit project. Waar zitten de risico's en hoe ontwikkelen die zich? Een risico is immers niet statisch. Iets kan vandaag een risico zijn en morgen niet meer. Voor het inzicht van de Kamer zouden we op dat punt een stap kunnen zetten. Dat wil ik ook graag. We doen dat ook al bijvoorbeeld bij CIO Rijk. Daar hebben we ook goede ervaringen mee. Ik moet daar wel bij zeggen dat dat misschien niet meteen vanaf het begin het volmaakte dashboard zal zijn waar u naar vraagt. Maar het is aan de Kamer om te kijken of het voldoet aan hetgeen men wil. Ik zeg u toe dat ik daar in de volgende voortgangsrapportage uitgebreid op zal ingaan. Ik zal ook de stappen aangeven waarlangs ik denk dat wij het kunnen ontwikkelen. Wat mij betreft gaat dat wel met prio, omdat dit voor de Kamer echt het belangrijkste instrument gaat worden, zeker in de komende twee jaar. Dat zeg ik dus graag toe.
De heer Kops vroeg: zijn we in control? Gaat het allemaal goed? Ja, zou mijn antwoord zijn, ondanks dat we af en toe met verrassingen te maken krijgen, zoals het Catshuis. Maar ik ben nog steeds vastbesloten om die planning in tijd en budget te halen, waarbij ik wel moet zeggen – dat is eerder gezegd – dat we de disclaimers niet allemaal kunnen invullen. Door ze apart te zetten en door de afspraak in de ministerraad te maken dat we daarvoor niet ons eigen budget hoeven op te eten, bijvoorbeeld door het plan van eisen gaandeweg te beperken of niet waar te maken, hebben we in ieder geval voorkomen dat we dadelijk iets krijgen wat we niet wilden. Dat is wel het belangrijkste. We wilden een renovatie van het Binnenhof en die moet ook gewoon gerealiseerd worden binnen tijd en budget. Dus ja, we zijn in control. Hebben we daarmee alles elke dag in de hand? Nee, maar je gaat kaderen, je gaat trechteren en je komt in een situatie waarin je weet wat het gaat kosten om die renovatie echt uit te gaan voeren. Dat is zeker na de aanbesteding het geval; dat is een belangrijk moment. Maar we weten het nu dus nog niet.
Dan de vraag van mevrouw Leijten over die 1 miljoen van het amendement. Het klinkt misschien een beetje onlogisch wat ik nu ga zeggen, maar eigenlijk is het heel logisch. Het is namelijk een nieuwe wens van de gebruiker die niet in het plan van eisen zat waarmee het RVB aan de slag ging. Nieuwe wensen kosten geld. Die moeten ergens van worden betaald. Dat gaat dan via de lijn van hoofdstuk VII van de begroting van Binnenlandse Zaken over aanvullende wensen van Hoge Colleges van Staat die geaccommodeerd moeten worden. Het is niet ongebruikelijk dat dat via amendementen gaat. Vanuit mijn rol als opdrachtnemer zeg ik maar even dat op het moment dat zo'n amendement wordt aangenomen, we dat uiteraard gewoon gaan uitvoeren, maar het zat niet binnen de oorspronkelijke scope. Hadden we geen amendement gehad, dan hadden we natuurlijk elders 1 miljoen moeten vinden om te bezuinigen.
De voorzitter:
Ik neem even de ruimte om hier een vraag over te stellen, want ik vind het heel erg onlogisch overkomen. U informeert ons ieder halfjaar als gebruiker maar ook als controleur. U zegt dat er nog armslag is voor het geld en dat wij daarvan op de hoogte worden gehouden. De wens van de Kamer voor meer ruimte was al bekend voordat we gingen verhuizen, in verband met parlementaire enquêtecommissies. Ik vind het heel raar dat de Tweede Kamer dan op een begroting van de regering een amendement moet indienen. Dan komt het niet over alsof er goed overleg is en alsof het op een bestuurlijk behoorlijke manier wordt opgelost. Dat had de regering kunnen doen in de volgende brief. Ik vraag mij toch af wat daarbij heeft gespeeld.
Staatssecretaris Knops:
Het is juist dat de Kamer dat gevraagd heeft vóór de verhuizing, maar dat was ná het vastgestelde ontwerp en na het vastgestelde plan van eisen. Het was een aanvullende wens, die overigens – dat betwisten we ook helemaal niet – heel legitiem kan zijn. Maar dan geldt gewoon het standaardproces dat hier ook geldt, namelijk dat als zo'n wens voor uitbreiding van het een of ander er is, die wel financieel gedekt moet zijn. Door de voorziening die in de begroting is getroffen voor Hoge Colleges van Staat, ontstaat die dubbelrol. De Tweede Kamer gaat uiteindelijk altijd over haar eigen budget, dus ook over het budget dat bedoeld is voor huisvesting. Dat is op zichzelf een volstrekt logische administratieve oplossing. Nogmaals, ik heb hier op geen enkele wijze verzet tegen gepleegd of wat dan ook want ik begrijp het verzoek, maar het moet wel even begrotingstechnisch netjes worden afgewikkeld. Dat zeg ik in de richting van mevrouw Leijten.
De voorzitter:
Ik blijf het raar vinden dat het op deze manier loopt. Ik zou graag van de Staatssecretaris willen weten hoe hij bij de volgende voortgangsrapportage om wil gaan met volgende wensen van gebruikers. De Tweede Kamer kan inderdaad een amendement indienen, maar wat als de Eerste Kamer nog additionele wensen heeft omdat ze ergens tegen aanloopt in haar parlementaire proces? Zij kan geen amendement indienen. Moeten wij dan als Tweede Kamer voor de Eerste Kamer een amendement indienen of is er gewoon bestuurlijke bereidheid om dat op te lossen? Laten we wel wezen: het gaat niet om een groot bedrag; het gaat maar om 1 miljoen, maar het is wel een heel raar signaal dat het hele presidium een amendement indient. Wij weten niet wat er in het presidium speelt en dat is maar goed ook, want dat is ons dagelijks bestuur. Wij controleren de regering. Daarom stel ik deze vragen wel. Ik snap dat de Staatssecretaris er nu niet verder op ingaat, maar ik wil dan wel dat hij in de volgende voortgangsrapportage aangeeft hoe er met extra wensen wordt omgegaan die niet in het programma van eisen zitten of hoe dat dan ook heet, maar die wel uitgevoerd moeten worden. Moeten wij dan in het vervolg voor de regering aanvullende amendementen indienen, omdat er iets nodig is? Ik zou het eerlijk gezegd een hele rare gang van zaken vinden.
Staatssecretaris Knops:
Nee, voorzitter, het is geen enkel probleem om dat te doen. Ik heb daar overigens ook in de beantwoording van Kamervragen – ik zit even te kijken – al iets over gezegd. Het lijkt me geen enkel probleem om nog eens uit te leggen hoe die procedure in elkaar zit. Overigens wijs ik erop dat in het kader van de Voorjaarsnota een bedrag van in totaal – ik heb het nu even niet paraat – 70 miljoen, geloof ik, aan disclaimers is vrijgemaakt door het kabinet om de wensen van de gebruikers te accommoderen. Het is dus ook niet zo dat er in dit geval weerstand op zit, maar het lijkt me goed om dat even in de voortgangsrapportage mee te nemen.
Dan zijn er een aantal vragen gesteld over de veiligheid, onder anderen door de leden Kops, Strolenberg en Kathmann. De vraag was met name: had de Staatssecretaris deze beklimming voorzien? Nee, die had ik niet voorzien. Ik heb ook nooit kunnen uitsluiten dat zoiets een keer zou gaan gebeuren. Dat geldt net zozeer voor het Koerdenprotest indertijd in de oude Tweede Kamer, waarbij in één keer een hele hoop mensen binnen stonden. Dit soort dingen gebeuren. Dit is dagelijkse kost voor de veiligheidsdiensten, de politie, de gemeente en de gebruikers van de Tweede Kamer. Ik noem ook het gebouwontwerp. Na de bestorming van het Capitool en het debat naar aanleiding van de brief die ik aan uw Kamer heb gestuurd, hebben we uitvoerig uiteengezet hoe het zat met de veiligheid van de oude en de nieuwe, tijdelijke Tweede Kamer. In het debat hebben we toen geconstateerd dat het hele andere gebouwen zijn die op een andere plek liggen, maar dat deze gebouwen in essentie, niet alleen gebouwtechnisch, maar ook in de schil die daaromheen zit, zodanig veilig gemaakt kunnen worden of veilig zijn dat je niet kunt zeggen dat het ene minder of meer veilig is dan het andere, ondanks dat het verschillende locaties zijn.
We zitten nu even in de situatie dat zich een samenspel voordoet tussen politie, gemeente en de mensen die hier komen demonstreren en zich op een bepaalde manier gedragen. Het moet zich even uitkristalliseren hoe dat gaat werken, ook in de praktijk. Gebouwtechnisch heb je een aantal issues, maar je hebt ook in de omgeving een aantal issues. De incidenten die zich nu voordoen, zoals demonstraties die hier op de weg plaatsvinden, worden gebruikt om nieuwe protocollen te maken voor waar dat dan wel kan. Eerlijk is eerlijk, je hebt hier geen plein voor de deur. Je hebt hier minder ruimte in de omgeving. Je zit hier meteen met de verkeersveiligheid. Dat is dus ook iets waarover de gemeente in overleg is met de Tweede Kamer.
Ik sluit niet uit dat dat leidt tot nieuwe aanwijzingen, aanpassingen of protocollen om te voorkomen dat dit kan gebeuren. Want laat één ding duidelijk zijn: het is een buitengewoon onwenselijke situatie dat iedereen die hier onderdeel uitmaakt van het parlementaire proces, in de meest brede zin, gehinderd wordt door mensen die hier binnendringen. Dat staat nog even los van de echt onveilige situaties die zich kunnen voordoen. Er zal maar iemand naar beneden vallen of wat dan ook. Ik heb nooit gegarandeerd dat er niks zou kunnen gebeuren, maar ik heb wel gezegd dat het niet anders is – ik heb me daarbij gebaseerd op dat rapport – dan de oude Tweede Kamer. Er wordt op dit moment goed naar gekeken samen met de gemeente en de gebruikers van de Tweede Kamer. Het is niet uit te sluiten dat dat dus leidt tot andere protocollen.
De heer Boulakjar had nog gevraagd of ik duidelijk kan maken wat de overschrijdingen zijn voor de beveiliging, nu is aangegeven dat er extra middelen nodig zijn. Waar zijn die extra middelen precies voor nodig? De Tweede Kamer heeft als gevolg van een bijgesteld scenariobeeld van de NCTV – het is een exogene factor, maar de wereld is wel veranderd in een aantal jaren – een nieuw programma van eisen voor de veiligheid opgesteld. Dat heeft er onder andere toe geleid dat er een keuze is gemaakt om de publieksingang van de Tweede Kamer op een andere plek te maken. Dat brengt een hele hoop kosten met zich mee. U begrijpt dat ik over veiligheidskosten geen openbare mededelingen kan doen, ondanks dat we nu tijdelijk van de openbaarheid zijn afgesloten. Dat heb ik eerder ook aangegeven. Uiteraard kan de Kamer altijd vertrouwelijk geïnformeerd worden over dit element, maar dit is een hele grote kostenpost. Overigens speelt dat ook bij het Catshuis. Toen het Catshuis enige jaren geleden werd opgebracht, zaten we in een andere veiligheidssituatie dan nu. Wij willen geen enkel risico lopen met dit soort incidenten, omdat het proces hier ongehinderd doorgang moet kunnen vinden. Dit is wel een disclaimer, zeg ik in de richting van de heer Bisschop. We kijken natuurlijk wel of het allemaal wel nodig is, maar het is echt niet uit te sluiten dat daar de komende jaren extra investeringen nodig zullen zijn.
Ik wil toch even heel specifiek ingaan op de vragen die gesteld zijn over de ondernemers en de nadeelcompensatie. We hebben een website binnenhofrenovatie.nl ingericht, waar de mogelijkheid voor ondernemers wordt gecreëerd om zich te melden als ze, ondanks de maatregelen die wij gaan nemen om negatieve effecten te verminderen, denken toch buitenproportionele inkomstenderving te ondervinden. Dan kunnen ze een verzoek tot nadeelcompensatie indienen. We zijn dat nu met de gemeente aan het uitwerken. Daarvoor hebben we eerst de feiten nodig, waar iedereen naar op zoek is. We hopen dat het allemaal meevalt, maar mocht het tegenvallen, dan is dit een mogelijkheid. De maatregelen die we willen nemen om een en ander te voorkomen, zien vooral op de toren, het informatiecentrum voor bezoekers en het aantrekken van een speciale programmeur om events rond het Binnenhof te organiseren die ervoor zorgen dat de loop naar dat gebied blijft. Ondernemers worden hierbij betrokken, ook bij de planning, zeg ik tegen de heer Boulakjar. Er zijn al informatiebijeenkomsten geweest; de laatste was op 29 september jongstleden. Daar gaan we ook mee door, in nauw overleg met de gemeente. De gemeente heeft daar terecht een punt van gemaakt: let ook op ondernemers. Het is niet zomaar een bouwproject, het staat zo in relatie tot alles wat eromheen zit, en al decennialang, dat als je hier iets gaat doen, dat allerlei mogelijke gevolgen heeft. We proberen de ondernemers, net zoals we dat bij de Kamer doen, zo goed mogelijk te informeren.
We gaan in januari ook starten met een stakeholdersonderzoek. Daarbij gaat het om alle aanwonenden en ondernemers van het Binnenhof. Daar wordt ook gevraagd of men tevreden is met de informatievoorziening en of er nog andere punten zijn waarop we moeten letten. Daarmee proberen we de omgevingsdialoog op gang te brengen. Niet in de volgende voorgangsrapportage – want deze uitvraag is pas in januari – maar in de daaropvolgende zal ik hierop terugkomen in de richting van de Kamer.
Dan had de heer Bisschop nog een vraag over restauratie en renovatie. Zit de restauratie in het project? Nee, dat zit niet in het project, wat niet helemaal wil zeggen dat je niet af en toe toch zult moeten restaureren. Als voorbeeld: als je achter een plafond dat een bepaalde waarde heeft, leidingen moet doortrekken, zul je dat plafond wel in de oorspronkelijke staat moeten terugbrengen. Maar het is niet zo dat alles wat van historische waarde is, inclusief schilderijen of wat dan ook, gerestaureerd moet worden. Dan praten we over een heel ander prijskaartje. Dat zat niet in de opdracht van sober en doelmatig. Dit als antwoord op de vraag van de heer Bisschop.
De voorzitter:
Dan geef ik even het woord aan mevrouw Kathmann. Of zal ik eerst meneer Bisschop het woord geven om dit af te ronden? Eerst meneer Bisschop over de restauratie.
De heer Bisschop (SGP):
Dan ben ik toch blij dat ik even die vraag gesteld heb. Want het lijkt mij wel uiterst wenselijk dat daar waar echt sprake is van restauratienoodzaak, dit ook wordt meegenomen in het project. Ik ben graag heel voorzichtig in het ophogen van het budget, maar het zou penny wise, pound foolish zijn om hier niet een bedrag voor te fourneren. Ik heb alleen geen idee welk budget daarvoor nodig is. Het zal niet om gigantische bedragen gaan, want heel veel is al opgenomen. Ik zoek nog even naar een oplossing. Een amendement bij een begroting om daar op de een of andere manier budget voor te fourneren, lijkt mij wenselijk. Is de Staatssecretaris dat met mij eens?
De voorzitter:
Ik zou daaraan toe willen voegen dat, op het moment dat de restauratie nu geen onderdeel is van de renovatie, we niet het risico willen lopen dat zaken die we gerestaureerd zouden willen hebben, verdwijnen in de verbouwing. Het zou zonde zijn als we daarachter komen als we terugkeren naar het Binnenhof.
Staatssecretaris Knops:
Voorzitter, ik heb even een dilemma. Het zijn goede vragen. Ik kan natuurlijk proberen die nu te beantwoorden. Dan loop ik het risico dat ik onvolledig ben, omdat ik ook niet precies weet op welke plekken die dingen zijn. Het lijkt mij goed dat we dat even bekijken. Daar is in die zin ook nog tijd voor, want we zijn nog niet daadwerkelijk gestart met het opleveren of het renoveren. Het gaat dan om de vraag van mevrouw Leijten of er geen dingen die waarde hebben, per ongeluk weggewerkt worden, en om de vraag van de heer Bisschop welke dingen in de restauratie bijvoorbeeld wel worden meegenomen en welke niet. Dan heeft u dat inzichtelijk en kunt u zien of dat een beetje in lijn is met de kritiek die weleens te beluisteren valt in de buitenwereld – de Kamer en het kabinet zijn heel erg van binnen de tijd en het budget, en van sober en doelmatig – namelijk: moet je op zo'n project niet andere dingen doen? Verder dan dit kan ik niet gaan. Dat is aan de Kamer. Maar het lijkt me goed dat u dat wel inzichtelijk heeft. Ik ga mijn best doen om dat met u te delen. Ik weet niet of dat in de volgende voortgangsrapportage lukt, anders wordt het misschien een aparte brief.
De heer Bisschop (SGP):
Mag ik nog even een aanvullende vraag stellen? Het lijkt me een hele goede aanpak dat we dat op basis van een inventarisatie schriftelijk gerapporteerd krijgen. Is het ook mogelijk om te kijken of er een soort kostenindicatie afgegeven kan worden? Ik snap dat alle slagen om de arm gehouden worden, maar het kan helpen bij de verdere besluitvorming.
Staatssecretaris Knops:
We hebben mensen in dienst die daar verstand van hebben. Ik ga die vraag dus doorgeleiden. Als je wil weten of je het überhaupt gaat doen en wat je wel en niet gaat doen, lijkt het mij ook wel relevant om te weten wat voor bedrag dat dan zou behelzen. Maar ik kan niet aangeven of dat op hele korte termijn beschikbaar is. Daar kijken we even naar. We zorgen in ieder geval dat het zodanig op tijd is dat u nog de mogelijkheid heeft om iets te kunnen doen, als u dat zou willen. Maar dan komen we weer terecht bij het traject van de 1 miljoen, of meer, waar mevrouw Leijten het over had, over wat er nog moet gebeuren.
De voorzitter:
Akkoord. Mevrouw Kathmann, u had op het vorige punt nog een vraag. Ik zag toen uw vinger omhooggaan.
Mevrouw Kathmann (PvdA):
Het ging in het vorige blokje ook even over de nadeelcompensatie. Misschien heb ik het gemist, maar heeft de Staatssecretaris al kunnen aangeven wanneer de nadeelcompensatieregeling concreet is ingevuld? Want dat hoort nog bij de punten die uitstaan. Dat hoort eigenlijk ook bij mijn andere vraag. Ik zei al eerder dat ik het fijn vind dat we volgens mij op bladzijde 11 zien dat de wil er echt is om goed te partneren met al die stakeholders in de gemeente en met de gemeente zelf. Zijn er bijvoorbeeld dagelijks overleggen met ambtenaren of zijn er periodieke overleggen met ondernemers? Ik hoor juist geluiden uit Den Haag dat er een tafel mist waaraan iedereen een langetermijnplanning kan maken. Zo'n uitkijktoren is bijvoorbeeld fijn, maar ondernemers hebben behoefte om te weten: als we vijf jaar of langer vooruit moeten kijken, welke evenementen horen daar dan bij? Wanneer moet ik meer personeel hebben? Ik noem maar wat. Is er een tafel waaraan die langeretermijnplanning veel meer besproken kan worden?
Staatssecretaris Knops:
Ja, die gaat ook nog besproken worden. Ik begrijp het ongeduld van ondernemers en de gemeente wel op dat punt. Ik heb daar ook met de wethouder over gesproken. We hebben afgesproken dat we dit meer in detail gaan uitwerken, want uiteindelijk moeten we gewoon naar een activiteitenplanning toe wat betreft die evenementen. Ten aanzien van de nadeelcompensatie is het zo dat we nog dit jaar met de gemeente hopen te komen tot een uitwerking van die regeling. Met inachtname van die twee keer per jaar rapporteren, lijkt het me goed dat dat of in een rapportage komt of in een afzonderlijke brief. Ik vind het geen enkel probleem om dit soort actuele dingen tussentijds te melden zonder die hele rapportageverplichting, die het wat meer in zich heeft om in een soort bureaucratie terecht te komen.
Voorzitter. Tenzij ik iets gemist heb – dan hoor ik het graag – heb ik hiermee volgens mij de vragen die in de eerste termijn gesteld zijn, beantwoord.
De voorzitter:
Mevrouw Kathmann heeft toch nog een vervolgvraag.
Mevrouw Kathmann (PvdA):
Ja, want die brief zie ik dan graag komen. Het is een fijne suggestie, dus het is fijn als het een toezegging kan zijn dat er een aparte brief komt over de nadeelcompensatie.
Ik had nog een vraag gesteld over de risicoanalyse. Die werd deels beantwoord bij de vraag van mijn collega, maar betekent het nou eigenlijk dat die risicoanalyse dus volledig wordt vrijgegeven? Want er is wel meer openheid, maar er staat «openheid, tenzij». Dan denk ik altijd aan wat er vaak wordt gezegd: het is «ja, mits» en «nee, tenzij». Toen dacht ik: betekenen «mits» en «tenzij» nou hetzelfde? «Mits» betekent: als, op voorwaarde dat. «Tenzij» betekent: maar niet als. Dit is weer zo'n soort puntje waarbij ik denk: kunnen we er dus op rekenen dat de risicoanalyse vrijgegeven wordt? Wordt er dan in ieder geval mee omgegaan in de zin van «ja, mits» en niet in de zin van «ja, tenzij»?
De voorzitter:
Ja, Staatssecretaris, taal is belangrijk!
Staatssecretaris Knops:
Dit is bijna een semantische discussie over «mits» en «tenzij». Ja, het lijken bijna synoniemen. Nee, laat ik het volgende daarover zeggen. Ik was in de context van de hele verbouwing van het Binnenhof ontzettend blij dat we die openbaarheid hebben gekregen, want daar zijn heel veel vragen over, iedereen wordt erop aangesproken en we hebben er allemaal belang bij dat de feiten zo veel mogelijk de feiten zijn. Er zijn een aantal beperkingen. Die heb ik eerder gemeld. Dat gaat over veiligheid en commercieel vertrouwelijke dingen die ons, de belangen van de Staat, zouden schaden. Dat zijn de enige uitzonderingen. Voor de rest zijn alle risicorapportages wat mij betreft volstrekt openbaar, zeker als je ze op het niveau van marktspanning benoemt. Als je daar als Kamer exacte bedragen achter zou willen hebben, dan kom je vaak in de situatie dat je dat niet moet willen, maar in principe doen we zo veel mogelijk openbaar. Als dat niet kan, zal ik dat aangeven, maar dan bestaat nog altijd de mogelijkheid voor de Kamer om die informatie niet openbaar te krijgen. We moeten gewoon heel erg opletten dat we onszelf in die drang naar openbaarheid, waar ik heel erg voor ben, niet in de wielen rijden. Dat is een gemeenschappelijk belang. Dat is breder dan de Tweede Kamer als gebruiker. Dat gaat over de hele renovatie van het Binnenhof, met alles wat daaraan vastzit. Dat was in het verleden totaal anders. Toen was er heel weinig openbaar. Toen bepaalden wij wat openbaar werd. Dat was niet echt een hele fraaie situatie. Daar heb ik al eerder wat over gezegd. Of het nou «mits» of «tenzij» is, daar zou ik even over moeten nadenken, maar ik hoop dat dit antwoord voldoende duidelijk maakt hoe ik erin zit.
De voorzitter:
Volgens mij is het slim als de Staatssecretaris zegt: alles is openbaar en ik beargumenteer wanneer dat niet kan.
Staatssecretaris Knops:
Ja, en dan ga ik geen nieuwe dingen bedenken, maar dan houd ik vast aan de eerder afgesproken lijnen ten aanzien van de veiligheid en commerciële vertrouwelijkheid, want dat soort disclaimers hebben we toen al gegeven.
De voorzitter:
Goed, dan kijk ik naar de Kamerleden voor de tweede termijn. Het woord is aan de heer Strolenberg.
De heer Strolenberg (VVD):
Dank u wel. Ik ben blij met de beantwoording en de toezegging over de risicorapportage. Ik ben heel benieuwd hoe die eruit komt te zien. Zoals ik al aangaf in eerste termijn is het belangrijk om te zien dat de risico's naarmate de tijd vordert af kunnen lopen, dat we de trendmatige ontwikkeling kunnen volgen.
U voelt niet direct iets voor per kwartaal rapporteren, maar ik had wel in eerste termijn gevraagd hoe groot de afwijking moet zijn voordat er gerapporteerd wordt. Als u volgens de cadans één keer in het halfjaar gaat rapporteren, dan zullen er volgens u in de volgende voortgangsrapportage waarschijnlijk geen verrassingen staan, want anders hadden we dat al geweten. Ik zou zeggen: verras ons maar of eigenlijk juist niet in de volgende voortgangsrapportage. Ik denk dat het inderdaad handig is om de cadans te veranderen. Om het meteen concreet te maken leg ik het ook maar eventjes aan de commissie voor. We zouden bijvoorbeeld ook op of rond 1 april de volgende rapportage kunnen ontvangen, zodat we eventueel nog voor het zomerreces daarover met u kunnen vergaderen, en we zouden na het zomerreces, op of rond 1 oktober, ook geïnformeerd kunnen worden over de stand van zaken. Dan denk ik dat we voldoende gelegenheid hebben om daar actueel met elkaar over te kunnen praten.
U geeft heel concreet aan dat er ook na dit jaar compensatie zal zijn. In aansluiting op de collega van de PvdA zeg ik: fijn als we dat per brief zouden kunnen krijgen. Houd ons op de hoogte. U weet zelf ook welke zaken politiek gevoelig liggen. Voor ons zou het fijn zijn als u dat goed aanvoelt en ons proactief op de hoogte houdt. Dat scheelt ook weer Kamervragen stellen.
Dan de veiligheid van B67. We wachten maar af hoe dat opgepakt wordt op basis van de incidenten. Het kan gewoon niet zo zijn dat mensen zich onveilig voelen in het gebouw. Daar moeten we scherp naar kijken.
Wat ik nog niet heb gehoord, is een routeplan, milestones, een wat gedetailleerdere planning. Ik heb daar in uw antwoord niets over gehoord. Ik zou graag willen weten wat die momenten zijn. Het hangt misschien een beetje af van het detailniveau, maar een heleboel dingen zijn onduidelijk, bijvoorbeeld hoe de warmte- en energievoorziening worden geregeld op het nieuwe Binnenhof. Wat gaan we doen met parkeergelegenheid en dergelijke? Er zijn allerlei beslissingen die nog genomen moeten worden. Ik zou in ieder geval een wat gedetailleerdere planning willen zien dan de «hoog over»-planning die ik in de technische briefing heb gezien.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Boulakjar van D66.
De heer Boulakjar (D66):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil de Staatssecretaris bedanken voor de beantwoording van de vragen. Ik kijk uit naar de volgende voortgangsrapportage en de bespreking daarvan. Kortheidshalve sluit ik me volledig aan bij de inbreng van mijn collega van de VVD.
Dank u wel.
De voorzitter:
De heer Kops ziet af van zijn tweede termijn. Mevrouw Kathmann.
Mevrouw Kathmann (PvdA):
Excuus, er zit nu precies wat in mijn lens. Kortheidshalve zou ik kunnen zeggen dat ik me aansluit bij mijn collega van de VVD als het gaat over de proactiviteit en de politieke sensitiviteit die daar een beetje bij hoort. Ik vond het heel fijn dat de Staatssecretaris zelf ook al de suggestie deed om informatie over de nadeelcompensatie, als die eraan komt, bijvoorbeeld per brief te sturen. Hou dat vast en doe dat op meerdere terreinen.
Wat ik nog wel heel lastig vind, zijn de financiën. Je mist echt de specificatie op onderdelen. Ik snap dat dat dan weer in de mits/tenzij-discussie zit, maar een van de aanbevelingen van Remkes ging over onafhankelijke auditing. Is dat iets waar de Staatssecretaris iets voor zou voelen? Dan zouden we in ieder geval een partij hebben die meekijkt en dan zouden we meer inzicht hebben in die – ik gebruik misschien een zwaar woord – black box waar Kamerleden nu mee te maken hebben in hun rol van controleur. Het is een beetje een black box. Misschien zou onafhankelijke auditing daarbij wel behulpzaam en raadzaam zijn.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Bisschop.
De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter, dank. Allereerst dank aan de Staatssecretaris voor de beantwoording van de vragen. Dat geeft me ook alle vertrouwen in de leiding over dit project. Spannend; mee eens.
Eén punt nog: het punt van de restauratie. De Staatssecretaris geeft aan: ik weet niet wanneer ik daarover een terugkoppeling kan geven aan de Kamer. Ik snap dat daar wat tijd voor nodig is, maar enige tijdsindicatie zou ik wel op prijs stellen. Ik zou het ook op prijs stellen dat dat in eerste instantie per brief gebeurt; dan kan het later gewoon onderdeel worden van de periodieke rapportage, wat mij betreft. Maar dan kunnen we ons daar als Kamer ook even heel expliciet over uitspreken.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dan geef ik het voorzitterschap weer even aan de heer Kops.
Voorzitter: Kops
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
Deze wisseling doen wij om het mogelijk te maken dat een onafhankelijk voorzitter eventueel een interruptie kan plaatsen; anders kan ik mezelf ofwel heel veel spreektijd geven ofwel geen interrupties toestaan. Dat is het idee. Maar er kijkt niemand mee. Of is het inmiddels gemaakt? Dat weet ik niet.
Voorzitter. Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik de verklaring van de Staatssecretaris voor het feit dat wij de eerste dag van het zomerreces, de avond nadat we afscheid hadden genomen van het bij mij zeer geliefde oude Binnenhof, een brief over de meerkosten kregen ... Daar zat geen opzet achter volgens de Staatssecretaris, maar ik vind het eigenlijk niet kunnen. Twee weken eerder is het vastgesteld in de ministerraad en dan doe je precies twee weken over het afstemmen van de inhoud van de brief met partners. Dat komt op mij niet fijn over. Ik wil niet opnieuw verrast worden op die manier. Ik denk dat dat dan maar gewoon zo gezegd moet worden.
Ik vind het goed dat de Staatssecretaris zegt: terwijl we voortgangsrapportages maken, zal ik, als er nieuws is, de Kamer wel tussentijds informeren. Voortgangsrapportages worden vaak ook weer een deksel, in de zin van: wacht maar tot de volgende voortgangsrapportage. Dat zou ik echt willen voorkomen, juist omdat het vertrouwen broos is of in ieder geval behouden moet blijven.
Dan de transparantie. In het verleden zijn daar moties over ingediend, die het net niet gehaald hebben; ik kijk ook een beetje naar de heer Kops. Ik zou de Staatssecretaris echt op het hart willen drukken: ga ervan uit dat alles in principe «openbaar, tenzij» is. Ook commerciële belangen kunnen openbaar. Het is niet automatisch, qualitate qua, zo dat dat geheim moet blijven. Kijk er dus op die manier naar. Als je onderhandelingspositie als Staat in het geding komt, is er natuurlijk iets aan de hand, maar als er belangen van het Rijksvastgoedbedrijf moeten worden beschermd, dan zou ik dat een heel slecht argument vinden om dingen niet openbaar te maken.
Tot zover, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw bijdrage. Het voorzitterschap is weer aan u.
Voorzitter: Leijten
De voorzitter:
Dan kijk ik naar de Staatssecretaris. Ik denk dat hij in één keer door kan. Ja? Tweede termijn van de kant van de regering.
Staatssecretaris Knops:
Dank aan de leden voor hun reactie in tweede termijn. De heer Strolenberg wilde de milestones zien en vroeg wat er gaat komen, what's next? Dat kunnen wij gewoon aangeven, zeker in combinatie met het voorstel dat hij hier doet, dat expliciet is ondersteund door een aantal mensen en waartegen niemand bezwaar heeft gemaakt.
Ik zou zeggen: liever maart/april. Als het gaat om oktober zou je de informatie misschien al vóór Prinsjesdag willen hebben, kan ik me zo voorstellen, dus misschien moeten we het zelfs iets naar voren halen. Laten we er dan maart van maken, vóór 1 maart, en 1 september, dat is in ieder geval na het reces, niet in het reces. Laten we dat op die manier gaan doen en daarin ook meenemen wat er aan besluitvorming nog komt. Want u wilt niet alleen maar horen wat er is gebeurd, u wilt ook worden meegenomen in de planning. Dat lijkt mij een toezegging die ik gewoon kan doen.
Daarop aansluitend, zijn er inderdaad door mij in dit debat al een aantal toezeggingen gedaan over brieven: over restauratie, over het Catshuis – die was al eerder gedaan – en ook over nadeelcompensatie. Ik kan kijken of ik die allemaal in een brief nog voor het einde van het jaar kan geven, in een soort verzamelbriefje. Daarbij is de vraag van de heer Bisschop vooral: wanneer weten we wanneer we het weten? Ik denk dat ik in ieder geval in die brief in december kan aangeven wanneer ik weet heb van de informatie die u gevraagd heeft over de restauratie, dus dat kunnen we daarin meenemen.
Ook in de richting van mevrouw Leijten, dan laat je twee regimes naast elkaar bestaan, namelijk het formele regime van de voortgangsrapportage met alles wat daaraan vastzit en gewoon het actief informeren van de Kamer op die momenten dat we denken: hier zijn grote dingen aan de hand. Dat kan dan ook altijd leiden tot een tussentijds debat, dat hoeft niet beperkt te zijn tot twee keer per jaar. Dus dat kan ik zonder meer toezeggen.
Over de veiligheid heb ik al iets gezegd. Dat vergt ook een heel samenspel, zeker in deze fase waarin het gebouw in gebruik is genomen door de Tweede Kamer. Daarbij ligt het zwaartepunt vooral bij NCTV, politie, gemeente en Tweede Kamer. Daar hebben we ook gesprekken over met de Kamervoorzitter, maar dan weet u even hoe daar de rolverdeling is.
Mevrouw Kathmann stelde een vraag over de auditing. Daarvoor zijn twee mogelijkheden, maar ik zal daarop ook in de brief verder ingaan, dat zeg ik u toe. Dus die wordt toegevoegd aan dat lijstje van de decemberbrief. Dat kan natuurlijk ook in de vorm van technische briefings. Daar heeft Remkes heel nadrukkelijk van gezegd: gebruik dat instrument nu. Daar zitten de specialisten aan tafel, die kunt u allemaal het hemd van het lijf vragen en dan kunt u daarna het politieke debat met de verantwoordelijke bewindspersoon voeren.
Ik kom toch nog even terug op mevrouw Leijten. Het was buitengewoon ongelukkig, zoals ik al eerder heb gezegd. Ik hoef geen ambtenaren als getuige op te roepen van wat mijn reactie was. Ik had namelijk echt gewild dat dat stuk er eerder was geweest. Ik ben Kamerlid geweest, dus ik weet hoe het geduid kan worden, maar dat was absoluut niet de opzet. Maar ja, ik heb ook altijd geleerd dat je in een reces van acht weken lang niet iets kunt gaan sturen; het werk gaat gewoon door. En ik wist dat de Kamer niet vóór het reces daarover zou gaan debatteren. Dit moeten we gewoon niet meer doen. Ik heb er toch een hoop last van gehad, kan ik u vertellen, terwijl ik daarin echt oprecht gehandeld heb. Maar het was ongelukkig, dat geef ik toe.
Overigens, ten aanzien van het punt over de openbaarheid. Het is goed om te melden. Het gaat niet om de belangen van het RVB, want dat is niet zo relevant in dezen. Het gaat over de belangen van de Staat. Als de onderhandelingspositie van het Rijk geschaad wordt, dan is het wel relevant te achten, net zoals de veiligheid. In principe is de rest gewoon openbaar.
Dank u wel.
De voorzitter:
Ik kijk naar de leden. Er zijn geen nadere vragen meer. Dan komen wij aan het einde van dit commissiedebat over de renovatie van het Binnenhof, maar niet dan nadat ik de toezeggingen heb voorgelezen, want wij hebben een toezeggingenregister.
– De Staatssecretaris zal de Kamer gedetailleerd inzicht geven in de gemaakte afwegingen op het moment dat bijstelling van het budget aan de orde is, naar aanleiding van de vraag van de heer Bisschop.
– De Staatssecretaris zal de Kamer naast de reguliere voortgangsrapportage ook tussentijdse rapportages sturen, naar aanleiding van actuele ontwikkelingen zoals rond het Catshuis, of relevante uitkomsten van bestuurlijk overleggen.
– In december wordt de Kamer geïnformeerd over de consequenties van het feit dat het Ministerie van Algemene Zaken niet kan verhuizen naar het Catshuis en over de afstemming met de gemeente Den Haag.
– In de volgende voortgangsrapportage wordt aangevangen met het opnemen van een meer concrete risico-inschatting, naar aanleiding van de vraag van de heer Strolenberg.
– In de volgende voortgangsrapportage wordt opgenomen hoe de Staatssecretaris in het vervolg zal omgaan met de nieuwe wensen van gebruikers, ook ten aanzien van andere gebruikers dan de Tweede Kamer, naar aanleiding van de vraag van mevrouw Leijten.
– In de achtste voortgangsrapportage wordt de Kamer geïnformeerd over het stakeholderonderzoek onder omwonenden dat in januari 2022 wordt uitgevoerd.
– De Staatssecretaris zal de Kamer informeren over benodigde restauratiewerkzaamheden aan het Binnenhof en daarbij een kostenindexatie voegen, naar aanleiding van de vraag van de heer Bisschop.
– Er komt ook in de brief van december een eerste reactie op de inschatting hoe we verder geïnformeerd worden.
– De Kamer ontvangt een brief over de nadeelcompensatieregeling voor ondernemers nog dit jaar, naar aanleiding van de vraag van mevrouw Kathmann.
– De Kamer ontvangt voortaan in maart en september de voortgangsrapportages en vanaf dat moment wordt er ook een routeplan van de milestones opgenomen met een gedetailleerde planning, ten aanzien van de vraag van de heer Strolenberg.
Ik zie geen verdere opmerkingen. Dan wens ik iedereen een fijne werkdag en een fijne verjaardag voor één in deze zaal.
Sluiting 12.01 uur.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34293-124.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.