Regeling van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, van 14 februari 2022, nr. 2021-0000600632, houdende regels voor de verstrekking van een subsidie aan de Stichting Geonovum (Subsidieregeling Geonovum 2022–2027)

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Gelet op de artikelen 3, eerste en tweede lid, en 4, eerste lid, van de Kaderwet overige BZK-subsidies en de artikelen 6, zevende lid, 11, tweede en derde lid, en 14 van het Kaderbesluit BZK-subsidies;

Besluit:

Artikel 1 (begripsbepalingen)

In deze regeling wordt verstaan onder:

basisprogramma:

ontwikkelen en beheren van geo-standaarden, het verspreiden van kennis over geo-informatie en geo-informatie-infrastructuur en advisering daarover aan het GI-beraad;

Geonovum:

Stichting Geonovum;

GI-beraad:

beraad voor Geo-informatie, bedoeld in het Instellingsbesluit GI-beraad;

Minister:

Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.

Artikel 2 (doel subsidie)

  • 1. De Minister kan voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2026 op aanvraag per boekjaar subsidie verstrekken aan Geonovum voor het verrichten van activiteiten ten behoeve van het uitvoeren van het basisprogramma.

  • 2. Geen subsidie wordt verstrekt voor zover de activiteiten zijn te kwalificeren als economische activiteiten.

Artikel 3 (toepassing Afdeling 4.2.8 Awb)

Afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de op grond van deze regeling verstrekte subsidies.

Artikel 4 (maximale subsidiebedrag en subsidiabele kosten)

  • 1. Het subsidiebedrag bedraagt voor de jaren 2022 tot en met 2026 maximaal € 2.700.000,–, met een maximum per jaar van € 540.000,–.

  • 2. Als subsidiabele kosten worden uitsluitend in aanmerking genomen de naar het oordeel van de Minister noodzakelijke, rechtstreeks aan de activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, toe te rekenen en door Geonovum gemaakte en betaalde kosten.

Artikel 5 (aanvraag tot subsidieverlening)

  • 1. De aanvraag tot subsidieverlening dient uiterlijk op 1 november van het jaar voorafgaand aan het boekjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd bij de Minister te worden ingediend.

  • 2. In aanvulling op artikel 11 Kaderbesluit BZK-subsidies, bevat de aanvraag het door het bestuur van Geonovum, na goedkeuring van de raad van toezicht van Geonovum, vastgestelde jaarplan voor het basisprogramma.

  • 3. In afwijking van het eerste lid wordt de aanvraag tot subsidieverlening voor het boekjaar 2022 ingediend binnen een maand na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling is geplaatst.

Artikel 6 (weigeringsgrond)

In aanvulling op artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 12 en 13 van het Kaderbesluit BZK-subsidies kan de Minister de subsidieverlening gedeeltelijk weigeren indien naar zijn oordeel de aanvraag onderdelen bevat die niet passen in het basisprogramma of zijn te kwalificeren als economische activiteiten.

Artikel 7 (verplichtingen Geonovum)

  • 1. In aanvulling op de verplichtingen, bedoeld in artikel 21 van het Kaderbesluit BZK-subsidies, is Geonovum verplicht tot:

    • a. het verlenen van medewerking aan een onderzoek naar de rechtmatige en doelmatige aanwending van de ontvangen subsidiegelden, dat wordt verricht namens of in opdracht van de Minister of door de Algemene Rekenkamer en het desverlangd verstrekken van alle informatie aan degene die met dit onderzoek is belast;

    • b. het de Minister vooraf schriftelijk op de hoogte stellen in geval bekendheid wordt gegeven aan projecten, producten of standpunten met een politiek gevoelig of belangrijk beleidsmatig karakter;

    • c. het in acht nemen van het bij de subsidiebeschikking gevoegde controleprotocol;

    • d. het uitvoeren van de gesubsidieerde activiteiten op een neutrale, objectieve en niet-discriminatoire wijze;

    • e. het niet concurreren met de dienstverlening die op de markt door commerciële partijen wordt aangeboden bij het uitvoeren van de activiteiten;

    • f. het voor eenieder zonder onderscheid toegankelijk laten zijn van de activiteiten, alsmede de resultaten daarvan;

    • g. het niet bevoordelen van individuele ondernemingen met de activiteiten en de resultaten van de activiteiten kosteloos publiekelijk ter beschikking te stellen;

    • h. opdrachtverlening aan derden op basis van transparante criteria en marktconforme tarieven;

    • i. het onverwijld doen van een schriftelijke melding aan de Minister van alle omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de hoogte van de subsidie en op de rechtmatige en de doelmatige aanwending; en

    • j. het vormen van een egalisatiereserve.

  • 2. Indien naast de niet-economische activiteiten ook economische activiteiten worden verricht, dienen beide soorten activiteiten en de financiering ervan in de boekhouding te worden onderscheiden.

  • 3. De opdracht tot onderzoek van het financiële verslag, bedoeld in artikel 4:78 van de Algemene wet bestuursrecht, door Geonovum bevat een onderzoek als bedoeld in artikel 4:79, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 8 (verplichtingen Geonovum in beschikking)

De Minister kan bij de beschikking tot subsidieverlening verplichtingen opleggen met betrekking tot:

  • a. het geven van bekendheid aan de gesubsidieerde activiteiten alsmede aan de resultaten ervan;

  • b. het zonder vergoeding aan de Minister of een door de Minister aangewezen derde verstrekken van door de Minister benodigde, op gesubsidieerde activiteiten gerichte informatie;

  • c. het verkrijgen van andere financiële middelen;

  • d. het uitbrengen van een verslag omtrent de voortgang van de uitvoering van de activiteiten steeds na afloop van een periode van twaalf maanden;

  • e. andere verplichtingen die de Minister wenselijk acht ter verwezenlijking van het doel van de subsidie; of

  • f. de omvang van de egalisatiereserve.

Artikel 9 (voorschot)

  • 1. De Minister kan een voorschot verlenen. De beschikking daartoe wordt ambtshalve gelijktijdig met de beschikking tot subsidieverlening gegeven.

  • 2. Het voorschot wordt uitgekeerd in termijnen waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking worden bepaald.

  • 3. De Minister verleent geen voorschot indien Geonovum niet heeft voldaan aan ingevolge de subsidieverlening voor hem geldende verplichtingen, dan wel indien Geonovum failliet is verklaard of aan hem surseance van betaling is verleend of op hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

Artikel 10 (toestemming Minister)

Geonovum behoeft toestemming van de Minister voor de handelingen, genoemd in artikel 4:71, eerste lid, onderdelen a, b, i en j, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 11 (aanvraag subsidievaststelling)

Geonovum dient de aanvraag tot subsidievaststelling bij de Minister in voor 1 juli volgend op het boekjaar waarvoor de subsidie is verleend.

Artikel 12 (inwerkingtreding)

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2027, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op reeds verleende subsidies.

Artikel 13 (citeertitel)

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Geonovum 2022–2027.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

TOELICHTING

I. Algemeen deel

1. Aanleiding en achtergrond

De Stichting Geonovum (hierna: Geonovum) ontvangt vanaf 2007 een bijdrage van voorheen de Minister van Infrastructuur en Milieu (hierna: Minister van IenM), de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: de Minister van BZK) en nu de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna: Minister voor VRO) voor de uitvoering van het basisprogramma van Geonovum. Dit basisprogramma, waarin standaardisatie en kennisverspreiding over de geo-informatie infrastructuur centraal staan, ondersteunt het beleid van de Minister voor VRO op het terrein van de nationale geo-informatie-infrastructuur (hierna: NGII). Het basisprogramma draagt onder meer bij aan de geo-basisregistraties en de digitalisering van de Omgevingswet.

De afgelopen vijf jaar heeft eerst de Minister van IenM en daarna de Minister van BZK subsidie verleend op basis van de Tijdelijke subsidieregeling Geonovum 2017–2021. Die regeling is vervallen met ingang van 1 januari 2022. Voortzetting van de uitvoering van het basisprogramma is van belang voor de continuïteit van het geo-informatiebeleid van de Minister voor VRO. Deze regeling biedt voor de komende vijf jaar de grondslag voor het verlenen van subsidie aan Geonovum voor het uitvoeren van het basisprogramma.

2. Hoofdlijnen van deze regeling

Geonovum is een in 2007 opgerichte stichting. Het doel van deze stichting is de ontwikkeling, standaardisering en innovatie van de geo-informatie-infrastructuur en de uitbouw en verspreiding van kennis op dit gebied. Hiermee draagt Geonovum bij aan een beter presterende overheid. Geonovum tracht deze doelstelling te bereiken door nauw samen te werken met overheden, het bedrijfsleven en de wetenschap. De werkzaamheden van Geonovum vloeien voort uit het basisprogramma en specifieke opdrachten voor overheidspartijen.

Het basisprogramma van Geonovum – ontwikkelen en beheren van geo-standaarden, verspreiden van kennis en advisering van GI-beraad over geo-informatie en geo-informatie-infrastructuur – is van belang voor het geo-informatiebeleid van de Minister voor VRO. Continuïteit in de uitvoering van het basisprogramma is tevens van belang voor het gebruik van en de verdere ontwikkeling van de geo-informatie-infrastructuur. Met de subsidie voor het basisprogramma kan deze continuïteit worden gewaarborgd. Ten behoeve van de uitvoering van het basisprogramma heeft Geonovum vanaf 2007 subsidie ontvangen, vanaf 2017 op grond van een regeling. Voor de continuïteit is ervoor gekozen om deze subsidiestroom opnieuw te regelen in een subsidieregeling voor de duur van vijf jaar.

Uit de evaluatie van de Tijdelijke subsidieregeling Geonovum 2017–2021 is gebleken dat Geonovum activiteiten heeft verricht die bijdragen aan het doel van de subsidie. De Programmaraad voor het basisprogramma onderschrijft de positieve effecten van het basisprogramma op het gebruik en kwaliteit van de NGII. Ook heeft de subsidie de samenwerking binnen de NGII gestimuleerd en organisaties in staat gesteld beter te presteren met geo-informatie.

Basisprogramma

Het basisprogramma van Geonovum betreft de standaardisatie en kennisverspreiding over de geo-informatie-infrastructuur. Geonovum ontwikkelt en beheert de basisset geostandaarden en bijbehorende implementatie-instrumenten. Dit zijn onder andere:

  • het raamwerk van standaarden voor de NGII;

  • het basismodel Geo-Informatie (NEN 3610);

  • de Nederlandse metadatastandaard voor geografie en voor services;

  • de Nederlandse standaard voor uitwisseling van digitale geo-informatie;

  • de internationale standaard voor het synchroon houden van objecten in verschillende registraties;

  • het metamodel voor informatiemodellen (MIM).

Deze standaarden zijn van belang voor een efficiënte uitwisseling van gegevens tussen gebruikers van de NGII, waaronder overheden en het bedrijfsleven. De standaarden spelen ook een belangrijke rol in de ontwikkeling van deze infrastructuur, het open-data-beleid, de digitalisering van de Omgevingswet (Digitaal Stelsel Omgevingswet), de Basisregistratie Kadaster, de Basisregistratie Topografie, de Basisregistratie Adressen en Gebouwen, de Basisregistratie Ondergrond, de Basisregistratie Grootschalige Topografie, de uitvoering van de Inspire richtlijn1 Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK) en het ontwikkelingen van een Digitale Tweeling van de Fysieke Leefomgeving.

Ten opzichte van de voorgaande subsidieregeling is het metamodel voor informatiemodellen (hierna: MIM) toegevoegd aan het basisprogramma. MIM is een gemeenschappelijke basis voor het maken van informatiemodellen. Het model bevat afspraken over het vastleggen van gegevensspecificaties en biedt tegelijkertijd ruimte aan de verschillende niveaus van modellering. Afspraken in MIM gaan over meerdere bestuurslagen heen. MIM past bij uitstek in het basisprogramma als generieke, domeinoverstijgende standaard en verschuift daarom vanuit de jaarlijkse opdracht van de Minister voor VRO naar het gesubsidieerde basisprogramma.

Geonovum adviseert daarnaast het beraad voor Geo-informatie (GI-beraad) door verkenningen uit te voeren (bijvoorbeeld over vraagstukken ten aanzien van ethiek en privacy bij het gebruik van geo-informatie). Het GI-beraad is een door de Minister bij het Instellingsbesluit GI-beraad ingesteld advieslichaam voor geo-informatie.

3. Wettelijk kader

De Kaderwet overige BZK-subsidies vormt samen met het Kaderbesluit BZK-subsidies de grondslag voor deze regeling.

Het betreft hier een per boekjaar verstrekte subsidie aan een rechtspersoon, in artikel 3 van de deze regeling is afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van toepassing verklaard (de Awb-regeling voor per boekjaar verstrekte subsidies aan rechtspersonen). De afdelingen 4.2.1 tot en met 4.2.7 Awb zijn van rechtswege van toepassing op de subsidieverstrekking.

De subsidie wordt enkel verstrekt voor zover de activiteiten zijn te kwalificeren als niet-economische activiteiten. Hiermee wordt voorkomen dat (met de gesubsidieerde activiteiten) er marktverstoring door Geonovum optreedt. Dit zal jaarlijks bij het aan te leveren activiteitenplan op grond van artikel 4:61, eerste lid, van de Awb worden nagegaan. Doordat er enkel voor niet-economische activiteiten van Geonovum subsidie kan worden verstrekt is er geen sprake van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

4. Financiële gevolgen en administratieve lasten

Geonovum ontvangt voor de uitvoering van het basisprogramma bijdragen van het Kadaster en de Nederlandse Onderzoeksorganisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek TNO (hierna: TNO). Via deze subsidieregeling levert de Minister voor VRO een bijdrage. Ook het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: Ministerie van LNV) draagt jaarlijks bij via deze regeling. Hiermee wordt de bijdrage van het Rijk gebundeld. Voorheen werd de subsidie van het Ministerie van LNV apart aan Geonovum verstrekt.

Voor de jaren 2022–2027 kan maximaal € € 2.700.000,– subsidie worden verstrekt. Per boekjaar is maximaal een bedrag van € 540.000,– beschikbaar (een vijfde van het totale maximumbedrag). Met het totaal van de bijdragen van de Minister voor VRO (gezamenlijk met de bijdrage van het Ministerie van LNV), het Kadaster en TNO (in totaal maximaal € 755.000,– per jaar) wordt Geonovum in staat geacht het basisprogramma adequaat uit te kunnen voeren.

Risicoanalyse

Uit een risicoanalyse is gebleken dat de risico’s over de hele linie als zeer laag worden beoordeeld. Het opnemen van specifieke maatregelen in deze regeling om risico’s beter te beheersen was derhalve niet nodig.

Administratieve lasten Geonovum

De totale administratieve lasten (aanvraag en verantwoording) voor Geonovum komen op € 2.280. Hierbij is uitgegaan van een last van 19 uur met een gemiddeld uurtarief van € 120,–.

5. Totstandkoming

Er heeft geen internetconsultatie plaatsgevonden omdat hier sprake is van een ministeriële regeling die geen significante verandering brengt in de rechten en plichten van burgers, bedrijven en instellingen of die grote gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk. Op grond van het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie kon internetconsultatie daarom achterwege blijven.2

Op grond van artikel 4.10, zesde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is het ontwerp van deze ministeriële regeling op 19 november voor een termijn van 30 dagen voor de vaststelling ter kennis gebracht van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Het betreft hier namelijk een subsidieregeling die strekt tot het verstrekken van subsidie onder hoofdzakelijk dezelfde voorwaarden voor overwegen dezelfde activiteiten als van een vervallen subsidieregeling (de Tijdelijke subsidieregeling Geonovum 2017–2021). De Tweede Kamer heeft de ontwerpregeling ter kennisgeving aangenomen.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2022, aangezien de vorige subsidieregeling vervalt met ingang van die datum. Hiermee is afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn. Dit is wenselijk, omdat het voor Geonovum als subsidieaanvrager van belang is dat de subsidie op korte termijn kan worden aangevraagd en verleend. Aanmerkelijke ongewenste publieke nadelen worden hiermee vorkomen, er is dus gebruik gemaakt van de uitzondering op de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn op grond van aanwijzing 4.17, vijfde lid, aanhef en onderdeel a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

De subsidieregeling vervalt met ingang van 1 januari 2027, de uiterste vervaldatum op grond van artikel 4.10, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2016. Voor die datum stelt de Minister een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verstrekte subsidie op.

II. Artikelsgewijs deel

Artikel 2 (doel subsidie)

Dit artikel geeft aan voor welke activiteiten subsidie aan Geonovum kan worden verleend. Voor de activiteiten wordt verwezen naar het algemeen deel van deze toelichting. In het tweede lid van dit artikel is aangegeven dat er geen subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die als economische activiteit (marktactiviteit) zijn te kwalificeren.

Artikel 3 (toepassing Afdeling 4.2.8 Awb)

Op de subsidies aan Geonovum is met dit artikel Afdeling 4.2.8 van de Awb van toepassing verklaard. Die afdeling bevat specifieke regels voor per boekjaar verstrekte subsidies aan rechtspersonen. Die regels zijn voor deze subsidieregeling wenselijk.

Artikel 5 (aanvraag tot subsidieverlening)

De subsidieverlening vindt plaatst op aanvraag. De aanvraag dient uiterlijk 1 november van het jaar voorafgaand aan het boekjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd te zijn ingediend. In het tweede lid is geregeld dat bij de aanvraag een jaarplan, vastgesteld door het bestuur van Geonovum na goedkeuring van de raad van toezicht van Geonovum, wordt ingediend. Deze eis komt bovenop de aanvraagvereisten uit artikel 4:61 van de Awb en artikel 11 van het Kaderbesluit BZK-subsidies.

Voor het boekjaar 2022 is, gelet op de inwerkingtreding van deze regeling met terugwerkende kracht op 1 januari 2022, in het derde lid bepaald dat de aanvraag binnen een maand na publicatie van de regeling moet zijn ingediend.

Artikel 22, eerste lid, van het Kaderbesluit BZK-subsidies regelt de termijn van dertien weken waar binnen een beschikking tot subsidieverlening wordt gegeven.

Artikel 6 (weigeringsgrond)

Artikel 4:35 van de Awb en de artikelen 12 en 13 van het Kaderbesluit BZK-subsidies geven gronden waarop de Minister de subsidieverlening kan weigeren. In aanvulling op deze weigeringsgronden regelt dit artikel dat de subsidieverlening ook gedeeltelijk geweigerd kan worden indien naar zijn onderdeel de aanvraag onderdelen bevat die niet passen in het basisprogramma of zijn te kwalificeren als economische activiteiten.

Artikel 7 (verplichtingen Geonovum)

In dit artikel zijn de verplichtingen voor Geonovum opgenomen. Deze verplichtingen komen bovenop de verplichtingen die gelden op grond van artikel 21 van het Kaderbesluit BZK-subsidies. In het derde lid is in het bijzonder opgenomen dat Geonovum ervoor zorg draagt dat er een onderzoek wordt uitgevoerd als bedoeld in artikel 4:79, eerste lid, van de Awb. Dit betreft een onderzoek van de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Dit houdt in dat de opdracht tot onderzoek van het financiële verslag aan een accountant, op grond van artikel 4:78 van de Awb, tevens strekt tot onderzoek van de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Dit heeft overigens tot gevolg dat een aanvraag tot vaststelling van de subsidie vergezeld moet gaan van een verklaring van een accountant over de naleving van de verplichtingen op grond van artikel 4:79, derde lid, van de Awb. Daarbij gaat het om verplichtingen die voortvloeien uit de Awb, het Kaderbesluit BZK-subsidies en deze subsidieregeling.

Artikel 10 (toestemming Minister)

Op grond van dit artikel heeft Geonovum toestemming van de Minister nodig als Geonovum een rechtspersoon wil oprichten, dan wel daarin wil deelnemen, de statuten wil wijzigen, zichzelf als rechtspersoon wil ontbinden of als Geonovum aangifte tot faillissement wil doen of surseance van betaling wil aanvragen.

Artikel 11 (aanvraag subsidievaststelling)

Ter afronding van het subsidieproces dient Geonovum een aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen. In artikel 4:75 Awb is aangegeven welke stukken daarbij dienen te worden gevoegd. Artikel 22, vijfde lid, van het Kaderbesluit BZK-subsidies regelt de termijn waar binnen een beschikking tot subsidievaststelling wordt gegeven.

Indien de aanvraag tot subsidievaststelling overigens niet tijdig is ingediend, kan de Minister de subsidie op grond van de artikelen 4:44, vierde lid, en 4:47, onder b, van de Awb ambtshalve vaststellen.

Artikel 12 (inwerkingtreding)

Om de continuïteit van de uitvoering door Geonovum van het basisprogramma te waarborgen voorziet het eerste lid van dit artikel in een terugwerkende kracht tot en met januari 2022. Het tweede lid geeft aan dat deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2027, maar in verband met de afwikkeling van de reeds verleende subsidies van toepassing blijft op die subsidies. Dit is met name van belang voor de subsidievaststelling.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge


X Noot
1

Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (PbEU 2007, L108).

X Noot
2

Kamerstukken II 2010/11, 29 279, nr. 121.

Naar boven