TOELICHTING
I. Algemeen deel
1. Aanleiding en achtergrond
De Stichting Geonovum (hierna: Geonovum) ontvangt vanaf 2007 een bijdrage van voorheen
de Minister van Infrastructuur en Milieu (hierna: Minister van IenM), de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: de Minister van BZK) en nu
de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna: Minister voor VRO)
voor de uitvoering van het basisprogramma van Geonovum. Dit basisprogramma, waarin
standaardisatie en kennisverspreiding over de geo-informatie infrastructuur centraal
staan, ondersteunt het beleid van de Minister voor VRO op het terrein van de nationale
geo-informatie-infrastructuur (hierna: NGII). Het basisprogramma draagt onder meer
bij aan de geo-basisregistraties en de digitalisering van de Omgevingswet.
De afgelopen vijf jaar heeft eerst de Minister van IenM en daarna de Minister van
BZK subsidie verleend op basis van de Tijdelijke subsidieregeling Geonovum 2017–2021.
Die regeling is vervallen met ingang van 1 januari 2022. Voortzetting van de uitvoering
van het basisprogramma is van belang voor de continuïteit van het geo-informatiebeleid
van de Minister voor VRO. Deze regeling biedt voor de komende vijf jaar de grondslag
voor het verlenen van subsidie aan Geonovum voor het uitvoeren van het basisprogramma.
2. Hoofdlijnen van deze regeling
Geonovum is een in 2007 opgerichte stichting. Het doel van deze stichting is de ontwikkeling,
standaardisering en innovatie van de geo-informatie-infrastructuur en de uitbouw en
verspreiding van kennis op dit gebied. Hiermee draagt Geonovum bij aan een beter presterende
overheid. Geonovum tracht deze doelstelling te bereiken door nauw samen te werken
met overheden, het bedrijfsleven en de wetenschap. De werkzaamheden van Geonovum vloeien
voort uit het basisprogramma en specifieke opdrachten voor overheidspartijen.
Het basisprogramma van Geonovum – ontwikkelen en beheren van geo-standaarden, verspreiden
van kennis en advisering van GI-beraad over geo-informatie en geo-informatie-infrastructuur
– is van belang voor het geo-informatiebeleid van de Minister voor VRO. Continuïteit
in de uitvoering van het basisprogramma is tevens van belang voor het gebruik van
en de verdere ontwikkeling van de geo-informatie-infrastructuur. Met de subsidie voor
het basisprogramma kan deze continuïteit worden gewaarborgd. Ten behoeve van de uitvoering
van het basisprogramma heeft Geonovum vanaf 2007 subsidie ontvangen, vanaf 2017 op
grond van een regeling. Voor de continuïteit is ervoor gekozen om deze subsidiestroom
opnieuw te regelen in een subsidieregeling voor de duur van vijf jaar.
Uit de evaluatie van de Tijdelijke subsidieregeling Geonovum 2017–2021 is gebleken
dat Geonovum activiteiten heeft verricht die bijdragen aan het doel van de subsidie.
De Programmaraad voor het basisprogramma onderschrijft de positieve effecten van het
basisprogramma op het gebruik en kwaliteit van de NGII. Ook heeft de subsidie de samenwerking
binnen de NGII gestimuleerd en organisaties in staat gesteld beter te presteren met
geo-informatie.
Basisprogramma
Het basisprogramma van Geonovum betreft de standaardisatie en kennisverspreiding over
de geo-informatie-infrastructuur. Geonovum ontwikkelt en beheert de basisset geostandaarden
en bijbehorende implementatie-instrumenten. Dit zijn onder andere:
-
– het raamwerk van standaarden voor de NGII;
-
– het basismodel Geo-Informatie (NEN 3610);
-
– de Nederlandse metadatastandaard voor geografie en voor services;
-
– de Nederlandse standaard voor uitwisseling van digitale geo-informatie;
-
– de internationale standaard voor het synchroon houden van objecten in verschillende
registraties;
-
– het metamodel voor informatiemodellen (MIM).
Deze standaarden zijn van belang voor een efficiënte uitwisseling van gegevens tussen
gebruikers van de NGII, waaronder overheden en het bedrijfsleven. De standaarden spelen
ook een belangrijke rol in de ontwikkeling van deze infrastructuur, het open-data-beleid,
de digitalisering van de Omgevingswet (Digitaal Stelsel Omgevingswet), de Basisregistratie
Kadaster, de Basisregistratie Topografie, de Basisregistratie Adressen en Gebouwen,
de Basisregistratie Ondergrond, de Basisregistratie Grootschalige Topografie, de uitvoering
van de Inspire richtlijn1 Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK) en het ontwikkelingen van een Digitale
Tweeling van de Fysieke Leefomgeving.
Ten opzichte van de voorgaande subsidieregeling is het metamodel voor informatiemodellen
(hierna: MIM) toegevoegd aan het basisprogramma. MIM is een gemeenschappelijke basis
voor het maken van informatiemodellen. Het model bevat afspraken over het vastleggen
van gegevensspecificaties en biedt tegelijkertijd ruimte aan de verschillende niveaus
van modellering. Afspraken in MIM gaan over meerdere bestuurslagen heen. MIM past
bij uitstek in het basisprogramma als generieke, domeinoverstijgende standaard en
verschuift daarom vanuit de jaarlijkse opdracht van de Minister voor VRO naar het
gesubsidieerde basisprogramma.
Geonovum adviseert daarnaast het beraad voor Geo-informatie (GI-beraad) door verkenningen
uit te voeren (bijvoorbeeld over vraagstukken ten aanzien van ethiek en privacy bij
het gebruik van geo-informatie). Het GI-beraad is een door de Minister bij het Instellingsbesluit
GI-beraad ingesteld advieslichaam voor geo-informatie.
3. Wettelijk kader
De Kaderwet overige BZK-subsidies vormt samen met het Kaderbesluit BZK-subsidies de
grondslag voor deze regeling.
Het betreft hier een per boekjaar verstrekte subsidie aan een rechtspersoon, in artikel
3 van de deze regeling is afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna:
Awb) van toepassing verklaard (de Awb-regeling voor per boekjaar verstrekte subsidies
aan rechtspersonen). De afdelingen 4.2.1 tot en met 4.2.7 Awb zijn van rechtswege
van toepassing op de subsidieverstrekking.
De subsidie wordt enkel verstrekt voor zover de activiteiten zijn te kwalificeren
als niet-economische activiteiten. Hiermee wordt voorkomen dat (met de gesubsidieerde
activiteiten) er marktverstoring door Geonovum optreedt. Dit zal jaarlijks bij het
aan te leveren activiteitenplan op grond van artikel 4:61, eerste lid, van de Awb
worden nagegaan. Doordat er enkel voor niet-economische activiteiten van Geonovum
subsidie kan worden verstrekt is er geen sprake van staatssteun in de zin van artikel
107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
4. Financiële gevolgen en administratieve lasten
Geonovum ontvangt voor de uitvoering van het basisprogramma bijdragen van het Kadaster
en de Nederlandse Onderzoeksorganisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek
TNO (hierna: TNO). Via deze subsidieregeling levert de Minister voor VRO een bijdrage.
Ook het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: Ministerie van
LNV) draagt jaarlijks bij via deze regeling. Hiermee wordt de bijdrage van het Rijk
gebundeld. Voorheen werd de subsidie van het Ministerie van LNV apart aan Geonovum
verstrekt.
Voor de jaren 2022–2027 kan maximaal € € 2.700.000,– subsidie worden verstrekt. Per
boekjaar is maximaal een bedrag van € 540.000,– beschikbaar (een vijfde van het totale
maximumbedrag). Met het totaal van de bijdragen van de Minister voor VRO (gezamenlijk
met de bijdrage van het Ministerie van LNV), het Kadaster en TNO (in totaal maximaal
€ 755.000,– per jaar) wordt Geonovum in staat geacht het basisprogramma adequaat uit
te kunnen voeren.
Risicoanalyse
Uit een risicoanalyse is gebleken dat de risico’s over de hele linie als zeer laag
worden beoordeeld. Het opnemen van specifieke maatregelen in deze regeling om risico’s
beter te beheersen was derhalve niet nodig.
Administratieve lasten Geonovum
De totale administratieve lasten (aanvraag en verantwoording) voor Geonovum komen
op € 2.280. Hierbij is uitgegaan van een last van 19 uur met een gemiddeld uurtarief
van € 120,–.
5. Totstandkoming
Er heeft geen internetconsultatie plaatsgevonden omdat hier sprake is van een ministeriële
regeling die geen significante verandering brengt in de rechten en plichten van burgers,
bedrijven en instellingen of die grote gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk.
Op grond van het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie kon internetconsultatie
daarom achterwege blijven.2
Op grond van artikel 4.10, zesde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is het ontwerp
van deze ministeriële regeling op 19 november voor een termijn van 30 dagen voor de
vaststelling ter kennis gebracht van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Het betreft
hier namelijk een subsidieregeling die strekt tot het verstrekken van subsidie onder
hoofdzakelijk dezelfde voorwaarden voor overwegen dezelfde activiteiten als van een
vervallen subsidieregeling (de Tijdelijke subsidieregeling Geonovum 2017–2021). De
Tweede Kamer heeft de ontwerpregeling ter kennisgeving aangenomen.
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2022,
aangezien de vorige subsidieregeling vervalt met ingang van die datum. Hiermee is
afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn. Dit is wenselijk,
omdat het voor Geonovum als subsidieaanvrager van belang is dat de subsidie op korte
termijn kan worden aangevraagd en verleend. Aanmerkelijke ongewenste publieke nadelen
worden hiermee vorkomen, er is dus gebruik gemaakt van de uitzondering op de vaste
verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn op grond van aanwijzing 4.17, vijfde
lid, aanhef en onderdeel a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.
De subsidieregeling vervalt met ingang van 1 januari 2027, de uiterste vervaldatum
op grond van artikel 4.10, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2016. Voor die datum
stelt de Minister een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verstrekte
subsidie op.
II. Artikelsgewijs deel
Artikel 2 (doel subsidie)
Dit artikel geeft aan voor welke activiteiten subsidie aan Geonovum kan worden verleend.
Voor de activiteiten wordt verwezen naar het algemeen deel van deze toelichting. In
het tweede lid van dit artikel is aangegeven dat er geen subsidie wordt verstrekt
voor activiteiten die als economische activiteit (marktactiviteit) zijn te kwalificeren.
Artikel 3 (toepassing Afdeling 4.2.8 Awb)
Op de subsidies aan Geonovum is met dit artikel Afdeling 4.2.8 van de Awb van toepassing
verklaard. Die afdeling bevat specifieke regels voor per boekjaar verstrekte subsidies
aan rechtspersonen. Die regels zijn voor deze subsidieregeling wenselijk.
Artikel 5 (aanvraag tot subsidieverlening)
De subsidieverlening vindt plaatst op aanvraag. De aanvraag dient uiterlijk 1 november
van het jaar voorafgaand aan het boekjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd te zijn
ingediend. In het tweede lid is geregeld dat bij de aanvraag een jaarplan, vastgesteld
door het bestuur van Geonovum na goedkeuring van de raad van toezicht van Geonovum,
wordt ingediend. Deze eis komt bovenop de aanvraagvereisten uit artikel 4:61 van de
Awb en artikel 11 van het Kaderbesluit BZK-subsidies.
Voor het boekjaar 2022 is, gelet op de inwerkingtreding van deze regeling met terugwerkende
kracht op 1 januari 2022, in het derde lid bepaald dat de aanvraag binnen een maand
na publicatie van de regeling moet zijn ingediend.
Artikel 22, eerste lid, van het Kaderbesluit BZK-subsidies regelt de termijn van dertien
weken waar binnen een beschikking tot subsidieverlening wordt gegeven.
Artikel 6 (weigeringsgrond)
Artikel 4:35 van de Awb en de artikelen 12 en 13 van het Kaderbesluit BZK-subsidies
geven gronden waarop de Minister de subsidieverlening kan weigeren. In aanvulling
op deze weigeringsgronden regelt dit artikel dat de subsidieverlening ook gedeeltelijk
geweigerd kan worden indien naar zijn onderdeel de aanvraag onderdelen bevat die niet
passen in het basisprogramma of zijn te kwalificeren als economische activiteiten.
Artikel 7 (verplichtingen Geonovum)
In dit artikel zijn de verplichtingen voor Geonovum opgenomen. Deze verplichtingen
komen bovenop de verplichtingen die gelden op grond van artikel 21 van het Kaderbesluit
BZK-subsidies. In het derde lid is in het bijzonder opgenomen dat Geonovum ervoor
zorg draagt dat er een onderzoek wordt uitgevoerd als bedoeld in artikel 4:79, eerste
lid, van de Awb. Dit betreft een onderzoek van de naleving van de aan de subsidie
verbonden verplichtingen. Dit houdt in dat de opdracht tot onderzoek van het financiële
verslag aan een accountant, op grond van artikel 4:78 van de Awb, tevens strekt tot
onderzoek van de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Dit heeft
overigens tot gevolg dat een aanvraag tot vaststelling van de subsidie vergezeld moet
gaan van een verklaring van een accountant over de naleving van de verplichtingen
op grond van artikel 4:79, derde lid, van de Awb. Daarbij gaat het om verplichtingen
die voortvloeien uit de Awb, het Kaderbesluit BZK-subsidies en deze subsidieregeling.
Artikel 10 (toestemming Minister)
Op grond van dit artikel heeft Geonovum toestemming van de Minister nodig als Geonovum
een rechtspersoon wil oprichten, dan wel daarin wil deelnemen, de statuten wil wijzigen,
zichzelf als rechtspersoon wil ontbinden of als Geonovum aangifte tot faillissement
wil doen of surseance van betaling wil aanvragen.
Artikel 11 (aanvraag subsidievaststelling)
Ter afronding van het subsidieproces dient Geonovum een aanvraag tot subsidievaststelling
in te dienen. In artikel 4:75 Awb is aangegeven welke stukken daarbij dienen te worden
gevoegd. Artikel 22, vijfde lid, van het Kaderbesluit BZK-subsidies regelt de termijn
waar binnen een beschikking tot subsidievaststelling wordt gegeven.
Indien de aanvraag tot subsidievaststelling overigens niet tijdig is ingediend, kan
de Minister de subsidie op grond van de artikelen 4:44, vierde lid, en 4:47, onder
b, van de Awb ambtshalve vaststellen.
Artikel 12 (inwerkingtreding)
Om de continuïteit van de uitvoering door Geonovum van het basisprogramma te waarborgen
voorziet het eerste lid van dit artikel in een terugwerkende kracht tot en met januari
2022. Het tweede lid geeft aan dat deze regeling vervalt met ingang van 1 januari
2027, maar in verband met de afwikkeling van de reeds verleende subsidies van toepassing
blijft op die subsidies. Dit is met name van belang voor de subsidievaststelling.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge