De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat enkelglas een warmtelek van jewelste is en tot een onnodig hoge
energierekening en energieverspilling leidt;
overwegende dat enkelglas met name is oververtegenwoordigd in huizen met slechte energielabels,
E, F en G, in de particuliere verhuur, maar in mindere mate ook aanwezig is in huurhuizen
met een beter energielabel in zowel de corporatiesector als de private sector;
overwegende dat de Minister voor VRO tijdens het commissiedebat van 15 september jongstleden
toezegde te onderzoeken of het via normering uitbannen van enkelglas bij verhuur voor
2030 mogelijk zou zijn, met respect voor de gemaakte afspraken met woningcorporaties;
overwegende dat de Minister al in de brief van 21 oktober jongstleden over de aanvullende
normering voor huurwoningen de stelling heeft betrokken dat het niet verstandig zou
zijn om normering specifiek voor enkelglas in te stellen;
overwegende dat de Minister zich al wel bereid getoond heeft met specifieke normen
te werken, zoals blijkt uit de norm dat vanaf 2026 bij vervanging van een cv-ketel
een (hybride) warmtepomp moet worden geïnstalleerd;
verzoekt de regering om in aanloop naar de volgende begroting alsnog met een aanpak
gericht op het versneld uitfaseren van enkelglas te komen, waarbij onder andere wordt
gekeken naar aftrekpunten in het te moderniseren woningwaarderingsstelsel en het verbieden
van enkelglas in 2029 of 2030 in een verhuurde woning, met respect voor de reeds gemaakte
afspraken met de woningcorporaties,
en gaat over tot de orde van de dag.