35 165 Verkiezingen

Nr. 52 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 januari 2023

In deze brief bericht ik u over enkele zaken die het dossier verkiezingen betreffen. Achtereenvolgens gaat het om:

  • 1. de voorbereiding op de gecombineerde provinciale staten- en waterschapsverkiezingen in Europees Nederland van 15 maart 2023;

  • 2. de voorbereiding op de gecombineerde eilandsraads- en kiescollegeverkiezingen in Caribisch Nederland van 15 maart 2023;

  • 3. enkele zaken betreffende kiezers buiten Nederland;

  • 4. de voortgang van de Tijdelijke experimentenwet assistentie bij het stemmen;

  • 5. de voortgang van de hoofdlijnennotitie over versterking van de kandidaatstellingsprocedure;

  • 6. de voortgang van de onderhandelingen over het initiatiefvoorstel inzake de EU-Kiesakte.

1. Provinciale staten- en waterschapsverkiezingen

Gemeenten zijn al volop bezig met de voorbereidingen voor de provinciale staten- en waterschapsverkiezingen. Gecombineerde verkiezingen vragen altijd meer van de uitvoering en ik dank de gemeenten op voorhand voor hun inzet daarvoor. Graag informeer ik uw Kamer over enkele bijzondere aandachtspunten bij deze verkiezingen.

1.1 Nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen

Op 1 januari jl. is de Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen (Stb. 2022, nr. 292) in werking getreden.1 Deze wetswijziging versterkt de waarborgen van transparantie en controleerbaarheid in het verkiezingsproces, maar brengt voor de gemeenten en de openbare lichamen, die de verkiezingen organiseren, ook extra werk mee. In elke gemeente moet in het vervolg een gemeentelijk stembureau (in de openbare lichamen: stembureau voor het openbaar lichaam) worden ingesteld, dat als taak heeft om daags na de stemming tijdens een openbare zitting ofwel de processen-verbaal van de stembureaus te controleren en eventuele fouten te corrigeren (decentrale stemopneming), ofwel alle stemmen integraal te tellen (centrale stemopneming). In de week na de verkiezing kan het gemeentelijk stembureau vervolgens van het centraal stembureau de opdracht krijgen om opnieuw in openbare zitting bijeen te komen, om eventueel resterende fouten te corrigeren.

Met deze veranderingen zullen gemeenten in de organisatie een aantal nieuwe werkwijzen moeten implementeren en uitvoeren. Om de gemeenten goed voor te bereiden op de wetswijziging heeft het Ministerie van BZK in oktober en november zestien regiobijeenkomsten georganiseerd voor de ambtenaren die zijn belast met de voorbereiding en organisatie van de verkiezingen (en een digitale voorlichtingsbijeenkomst aan de openbare lichamen). Aan hen is informatie gegeven (ondersteund door een bundel factsheets2) over de wijzigingen en over de wijze waarop zij zich daarop moeten voorbereiden. In de komende maanden zullen per regio digitale inloopspreekuren worden georganiseerd waar gemeenten terecht kunnen met hun vragen. Verder is er het Informatiepunt verkiezingen, een gezamenlijk initiatief van de Kiesraad en het Ministerie van BZK, waar gemeenten (en ook kiezers) telefonisch en per e-mail hun vragen kunnen stellen. Ook met de openbare lichamen zijn er korte lijnen via welke zij hun vragen kunnen stellen. Elke overgang naar nieuwe werkwijzen heeft tijd nodig. Zo zullen gemeenten voor de organisatie van de stemopneming een inschatting moeten maken hoeveel stembussen mogelijk herteld moeten worden vanwege onverklaarde telverschillen of (vermoedens van) fouten.

Met de voorbereidingen die gemeenten nu treffen voor een zorgvuldige stemopneming, en de mogelijkheid dat het centraal stembureau kan terugverwijzen naar het gemeentelijk stembureau bij (vermoedens van) gemaakte fouten, verwacht ik dat de gewijzigde Kieswet de waarborgen van een transparante en controleerbare uitslag verder zal versterken. Ook in de evaluatie van de verkiezingen geef ik bijzondere aandacht aan de uitvoering van de nieuwe procedure.

1.2 Toegankelijkheid

Bij Najaarsnota (Kamerstuk 36 250, nr. 1) heeft het kabinet besloten dat gemeenten eenmalig totaal € 2,7 miljoen ontvangen als impuls om de toegankelijkheid van verkiezingen te vergroten. Gemeenten kunnen deze bijdrage naar eigen inzicht inzetten om de toegankelijkheid van de verkiezingen voor personen met een beperking te verbeteren. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan verbeteringen aan de inrichting van een stemlokaal om dit rolstoeltoegankelijk te maken, of aan het aanschaffen van stemmallen voor mensen met een visuele beperking.

Ook zijn er, in vervolg op het actieplan Toegankelijk Stemmen dat is uitgevoerd bij de Tweede Kamer- en gemeenteraadsverkiezingen, voor gemeenten in november en december zes regionale bijeenkomsten georganiseerd over toegankelijke verkiezingen. Daar gingen gemeenteambtenaren in gesprek met ervaringsdeskundigen en belangenorganisaties, en wisselden zij tips en ervaringen uit over de toegankelijkheid van de verkiezingen en manieren om die verder te verbeteren. Ook in de communicatie zetten we – in samenwerking met belangenorganisaties – net als bij de vorige verkiezingen in op begrijpelijke en toegankelijke communicatie voor specifieke doelgroepen.

1.3 Corona

Op 1 juli 2022 is de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 (Kamerstuk 35 590) vervallen. Daarmee zijn ook alle maatregelen uit deze wet, zoals vervroegd stemmen, vervallen en gelden bij de verkiezingen van 15 maart 2023 enkel de regels uit de Kieswet. Gezien de huidige epidemiologische situatie is er op dit moment geen noodzaak tot het nemen van coronamaatregelen bij de aankomende verkiezingen en daarom hoeven de stemlokalen niet te worden ingericht met inachtneming van coronamaatregelen. Wel heeft het Ministerie van BZK de gemeenten geadviseerd om preventief kuchschermen in de stemlokalen in te zetten, waarover de gemeenten al beschikken vanwege het gebruik bij eerdere verkiezingen.

Er moet wel rekening worden gehouden met kiezers die graag afstand willen houden. Deze kiezers moeten ook worden gefaciliteerd in het uitbrengen van hun stem. Daarom heeft het Ministerie van BZK aan gemeenten gevraagd om, ongeacht of er maatregelen gelden, een of meerdere stemlokalen in de gemeente zo ruim in te richten dat kiezers die dat willen afstand kunnen houden en op dezelfde wijze hun stem kunnen uitbrengen als bij de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022. Dat houdt in:

  • Een ruime locatie waarin het mogelijk is om 1,5 meter afstand te houden.

  • Bij voorkeur met een aparte in- en uitgang.

  • Kuchschermen op de tafels tussen de stembureauleden en de kiezers.

  • Een looproute met eenrichtingsverkeer, waar bij voorkeur dus geen sprake is van kruisverkeer.

    • Om een dergelijke looproute mogelijk te maken kan de stembus overal in het stemlokaal staan, mits een van de stembureauleden daar altijd toezicht op heeft.

  • Handdesinfectiemiddel bij de ingang van het stemlokaal.

  • Daarnaast kan er gedacht worden aan een extra stembureaulid dat als gastheer of gastvrouw optreedt. Dit stembureaulid kan kiezers vragen om afstand te houden of even te wachten bij de ingang indien het in het stemlokaal te druk is om afstand te houden.

De gemeenten kunnen zelf het aantal stemlokalen bepalen dat op deze wijze wordt ingericht, rekening houdend met het aantal kiesgerechtigden in de gemeente. Gemeenten wordt gevraagd om in de communicatie, zoals in de brief bij de stempas of op de achterkant van het overzicht van kandidaten, kiezers erop te wijzen welke stemlokalen op deze wijze worden ingericht. Het is toegestaan voor kiezers, stembureauleden en tellers om gebruik te maken van persoonlijke beschermingsmiddelen zoals een mondkapje, maar dit is niet verplicht.

De ontwikkelingen rond het coronavirus zal ik in aanloop naar de verkiezingen blijven volgen. Er is gemeenten daarom ook gevraagd om in de voorbereiding rekening te houden met de mogelijkheid dat er op een later moment alsnog coronamaatregelen getroffen moeten worden in het stemlokaal.

2. Eilandsraads- en kiescollegeverkiezingen

Ook in Caribisch Nederland bereiden de openbaar lichamen zich voor op verkiezingen. Op 15 maart 2023 vinden daar de gecombineerde eilandsraads- en kiescollegeverkiezingen plaats. Gebruikelijk ondersteunt het Ministerie van BZK de openbare lichamen in het voorbereiden van de verkiezingen. Hiertoe wordt regulier overleg gevoerd en worden verschillende bijeenkomsten met de betrokken ambtenaren georganiseerd, zoals een bijeenkomst over de eerdergenoemde Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen die ook in Caribisch Nederland per 1 januari 2023 in werking is getreden.

De Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) neemt de informatiecampagnes over de aanstaande verkiezingen voor zijn rekening. Er zal in deze informatiecampagnes worden gefocust op de eilandsraadverkiezingen, de kandidaatstelling voor het kiescollege en de kiescollegeverkiezingen. Ook gaat er extra aandacht uit naar communicatie richting kiezers over het wettelijk kader voor het verlenen van een volmacht.

3. Kiezers buiten Nederland

3.1 Kiescollege niet-ingezetenen

Op 15 maart zal ook voor het eerst een kiescollege niet-ingezetenen worden gekozen door de Nederlanders buiten Nederland die zich daarvoor (eenmalig) hebben geregistreerd. De leden van dit kiescollege nemen op 30 mei 2023 deel aan de Eerste Kamerverkiezing, samen met de leden van provinciale staten en de kiescolleges BES. Op 4 januari 2023 waren er 24.756 geregistreerde kiesgerechtigden voor de verkiezing van het kiescollege niet-ingezetenen. De verzending van de briefstembewijzen per post naar de geregistreerde kiezers is inmiddels gestart. Tot 1 februari kunnen kiesgerechtigden zich nog registreren om bij de kiescollegeverkiezing van 15 maart hun stem uit te kunnen brengen. De ervaring na de invoering van de permanente registratie in 2017 is dat het aantal registraties (ook voor Tweede Kamer- en Europees Parlementsverkiezingen) geleidelijk toeneemt. Op basis daarvan is het aannemelijk dat er ook tijd nodig is om het aantal registraties voor de kiescollegeverkiezing te vermeerderen. Dat neemt niet weg dat Nederlanders in het buitenland goed worden geïnformeerd over deze nieuwe verkiezing en de mogelijkheden om zich daarvoor als kiezer te registreren en dat mijn inzet en die van de gemeente Den Haag en het Ministerie van Buitenlandse Zaken daar ook op is gericht.3

3.2 Aandacht voor registratie kiezers buiten Nederland tijdens verlenging paspoort

Tijdens de internetconsultatie van het wetsvoorstel voor de Wet kiescollege niet-ingezetenen deed de CDA-afdeling België de suggestie om kiezers buiten Nederland bij het verlengen van hun Nederlands paspoort actief te wijzen op de mogelijkheid zich als kiezer buiten Nederland te registreren in de permanente registratie.4 Naar aanleiding van deze suggestie en de aanvullende vragen van de CDA-fractie hierover tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel, heb ik toegezegd dit voorstel samen met de Minister van Buitenlandse Zaken te verkennen en daarbij ook te kijken hoe deze suggestie praktisch vormgegeven zou kunnen worden.5

Graag meld ik uw Kamer hierbij dat op basis van deze verkenning is geconcludeerd dat het voorstel om Nederlanders in het buitenland actief te wijzen op de mogelijkheid tot registratie tijdens het verlengen van hun paspoort kan worden uitgevoerd. Een geldig Nederlands paspoort is voor Nederlanders in het buitenland randvoorwaardelijk om zich te laten opnemen in de permanente registratie én om vervolgens hun stem uit te kunnen brengen. Met de mogelijkheid om bij de consulaire posten bij de aanvraag voor (verlenging van) een paspoort aandacht te vragen voor de registratiemogelijkheid om te stemmen, ontstaat een goede aanvullende manier om alle Nederlanders in het buitenland die zich zouden kunnen registreren om te stemmen via persoonlijk contact direct te bereiken. Wel dient in ogenschouw genomen te worden dat het paspoort slechts éénmaal in de tien jaar dient te worden verlengd; de effectiviteit van deze maatregel zal zich daarom vooral op de lange termijn kunnen voordoen.

De maatregel zal aanvullend zijn op de communicatie-inspanningen die nu al worden verricht door de gemeente Den Haag – op grond van de Kieswet verantwoordelijk voor (het beheer van) de permanente registratie en voor het organiseren van de verkiezingen voor de kiezers buiten Nederland –, het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Voorbeelden zijn het actief aanschrijven door de gemeente Den Haag van Nederlanders die naar het buitenland emigreren, de actieve informatievoorziening via websites zoals www.stemmenvanuithetbuitenland.nl en www.nederlandwereldwijd.nl, de inzet van campagnes via sociale media en netwerken van diplomatieke vertegenwoordigingen en de actieve informatievoorziening in mailcontact en telefonische gesprekken van Nederland Wereldwijd.

Voor de praktische uitvoering is in samenspraak met de Minister van Buitenlandse Zaken en de gemeente Den Haag besloten een flyer te ontwikkelen over de permanente registratie en de mogelijkheid om als kiezer buiten Nederland te stemmen. Deze flyer zal op korte termijn worden ontwikkeld en verspreid. Tijdens de aanvraag voor (verlenging van) het paspoort zullen Nederlanders in het buitenland door de medewerkers op de consulaire posten actief op deze flyer worden gewezen. Er zal een instructie worden opgesteld voor deze medewerkers over hoe zij dit kunnen doen. De uitvoering van deze maatregel zal samen met het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de gemeente Den Haag in 2025 worden geëvalueerd. Over de uitkomsten daarvan zal ik uw Kamer informeren.

Nederlanders in het buitenland kunnen hun paspoort niet alleen verlengen bij de consulaire posten, maar ook bij de grensgemeenten (inclusief de balie op Schiphol). In overleg met de grensgemeenten is afgesproken dat ook bij verlenging van het paspoort in deze gemeenten middels de flyer actief gewezen zal worden op de mogelijkheid tot registratie en stemmen. Ik zal daarnaast in overleg treden met Curaçao, Aruba en Sint Maarten om te bezien of het actief wijzen op deze flyer bij het verlengen van het Nederlands paspoort aldaar ook opportuun kan zijn. Hiervoor zal een aangepaste flyer nodig zijn, omdat de voorwaarden voor kiesgerechtigdheid voor de Tweede Kamerverkiezing en de verkiezing van het kiescollege niet-ingezetenen respectievelijk die voor de Europees Parlementsverkiezing van elkaar verschillen.

3.3 Instructie doorzendplicht posten

Met de inwerkingtreding van de Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen per 1 januari 2023 vervalt de mogelijkheid tot het instellen van briefstembureaus bij diplomatieke of consulaire vertegenwoordigingen en militaire missies.6 Zoals eerder aan uw Kamer gemeld, is het afschaffen van deze briefstembureaus mogelijk omdat zij gepaard gaat met een verruiming van de termijnen voor de ontvangst bij het briefstembureau van de gemeente Den Haag van de briefstemmen die worden afgegeven bij de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen.7

Kiezers buiten Nederland kunnen er in de nieuwe procedure voor kiezen of zij hun briefstem zelf opsturen of afgeven bij de gemeente Den Haag, of dat zij deze in persoon afgeven bij of per post opsturen naar een consulaat of ambassade. De ambassade of het consulaat dient deze briefstemmen vervolgens onverwijld door te sturen naar het briefstembureau van de gemeente Den Haag.8

Om de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen te informeren over de wettelijke regels rond het ontvangen en onverwijld doorsturen van briefstemmen, heeft de gemeente Den Haag in samenwerking met het Ministerie van BZ en BZK een instructie opgesteld. Deze instructie zal eind januari met alle diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen worden gedeeld. U vindt de instructie in de bijlage bij deze brief.

4. Tijdelijke experimentenwet assistentie bij het stemmen

In mijn antwoorden op Kamervragen over stemmen door mensen met een beperking d.d. 13 juli 20229 heb ik toegezegd om de Kamer voor het einde van 2022 te informeren over gesprekken die gevoerd zouden worden met organisaties die op de consultatie van de Tijdelijke experimentenwet assistentie bij het stemmen hebben gereageerd. Ook heb ik toen toegezegd de Kamer voor het einde van 2022 te informeren over hoe de bijstand in het stemhokje geregeld gaat worden.

Zoals ik al eerder aan de Kamer heb laten weten, levert uitbreiding van hulp in het stemhokje een aantal dilemma’s op. Enerzijds kan dit de toegankelijkheid van het verkiezingsproces vergroten en mensen helpen zo zelfstandig mogelijk hun stem uit te brengen. Anderzijds kan uitbreiding van de mogelijkheid tot assistentie worden misbruikt om inbreuk te maken op het stemgeheim en de stemvrijheid.

Inmiddels hebben gesprekken met belangenorganisaties (Iederin, Kennis over Zien, Alzheimer Nederland, de Landelijke Federatie Belangenverenigingen), het College voor de Rechten van de Mens, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Kiesraad en de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken plaatsgevonden. In de versie van het wetsvoorstel dat in consultatie is gebracht is voorgesteld dat ieder die hulp zegt nodig te hebben kan worden geholpen door een stembureaulid. Voor de meeste personen, zoals bijvoorbeeld laaggeletterden die geholpen willen worden, zal deze vorm van hulp voldoende kunnen zijn. Belangenorganisaties geven echter aan dat een deel van de mensen met een beperking juist gebaat is bij hulp door iemand die zij zelf kiezen en vertrouwen. Tijdens de gevoerde gesprekken is een aantal opties besproken inzake of en hoe dit vorm zou kunnen krijgen. Op basis van de gesprekken en een juridische analyse weeg ik nu af of het wetsvoorstel zoals dat in consultatie is gegaan, aanpassing behoeft alvorens het aan de Afdeling advisering van de Raad van State wordt aangeboden.

5. Hoofdlijnennotitie over versterking van de kandidaatstellingsprocedure

Op 30 november is de evaluatie van de gemeenteraadsverkiezingen met uw Kamer gedeeld.10 Ook het advies van de Kiesraad over de mogelijkheden die de Kiesraad ziet voor het verbeteren van de kandidaatstellingsprocedure is als onderdeel van deze evaluatie naar uw Kamer gezonden.

Over de uitvoering van dit advies ben ik met de Kiesraad in gesprek gegaan. Ook heb ik overleg gevoerd met de gemeenten en politieke partijen over waar zij tegenaan lopen in de huidige procedure en of zij verbetering zien op deze punten in de voorgenomen maatregelen. De inbreng van de gemeenten en politieke partijen zal worden meegenomen in de aan uw Kamer toegezegde hoofdlijnennotitie over de versterking van de kandidaatstellingsprocedure.

Eerder heb ik gemeld voornemens te zijn deze hoofdlijnennotitie voor het einde van het jaar naar uw Kamer te laten gaan. Vanwege de zorgvuldigheid van het proces is dit helaas niet mogelijk gebleken. De hoofdlijnennotitie zal in plaats daarvan in het voorjaar van 2023 naar uw Kamer worden gestuurd.

6. Voortgang onderhandelingen initiatiefvoorstel inzake EU-Kiesakte

Conform de vastgestelde afspraken informeer ik u ten slotte over de voortgang van de onderhandelingen over de Europese Kiesakte.11 Dit aanvullend op eerdere momenten waarop u bent geïnformeerd over de voortgang op dit dossier.12

In juni 2022 zijn de eerste gesprekken in Raadsverband gestart over de Kiesakte. Nederland heeft bij de onderhandelingen steeds geïntervenieerd conform het kabinetsstandpunt en de uitkomst van het debat met uw Kamer hierover op 21 juni jl.13 Zo heeft Nederland, conform de motie van het lid Strolenberg c.s.14, zorgen geuit over het voorstel voor transnationale kieslijsten. Daarnaast heeft Nederland zich kritisch uitgelaten over het voorstel voor een vaste verkiezingsdag op 9 mei (conform de motie van het lid Bisschop15). Het is op dit moment onduidelijk wanneer een definitief besluit over het initiatiefvoorstel van het Europees Parlement voor een nieuwe Kiesakte verwacht kan worden binnen de Raad. Uit de gesprekken in Raadsverband komt naar voren dat meerdere lidstaten bezwaren hebben ten aanzien van verschillende elementen uit het initiatiefvoorstel.16

In het kader van het krachtenveld in de Raad is het van belang te benadrukken dat dit initiatiefvoorstel een bijzondere wetgevingsprocedure volgt, waarbij het Europees Parlement initiatiefrecht heeft, en de Raad besluit op basis van unanimiteit, na goedkeuring door het Europees Parlement. Het Raadsbesluit moet daarnaast goedgekeurd worden volgens de grondwettelijke bepalingen van elke lidstaat, voordat deze in werking kan treden. In Nederland gaat dit volgens de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen. Goedkeuring van het Nederlandse parlement is vereist om de voorgestelde verordening voor de Kiesakte in werking te kunnen laten treden. Tegen deze achtergrond acht het kabinet het tijdspad om voor de Europees Parlementsverkiezingen van 2024 tot een herziene Kiesakte te komen niet realistisch.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot


X Noot
3

Zie ook de beantwoording van de schriftelijke vragen van de leden Sjoerdsma en Dekker-Abdulaziz (beiden D66) over Nederlanders in het buitenland die mogen stemmen op het kiescollege niet-ingezetenen (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 1196.)

X Noot
5

Kamerstuk 36 071, nr. 6 en Handelingen II 2021/22, nr. 107, item 22.

X Noot
6

Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen, Stb. 2022, nr. 292.

X Noot
7

Voor een toelichting op de nieuwe termijnen zie Kamerstuk 35 489, nr. 3 en Kamerstuk 35 489, nr. 7 (toelichting op de nota van wijziging).

X Noot
8

Kamerstuk 35 489, nr. 7.

X Noot
9

Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 3520.

X Noot
10

Kamerstuk 35 165, nr. 50.

X Noot
11

Kamerstuk 36 104, nr. 3.

X Noot
12

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2541; Kamerstuk 21 501-02, nr. 2539; Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 352.

X Noot
13

Kamerstuk 36 104, nr. 2.

X Noot
14

Kamerstuk 36 104, nr. 6.

X Noot
15

Kamerstuk 36 104, nr. 4.

X Noot
16

De huidige standpunten van de lidstaten (voor zover bekend) kunt u raadplegen op Delegates Portal, documentnummer 9333/22.

Naar boven