Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 januari 2022
In mijn eerste voortgangsrapportage van 21 oktober 2021 jl.1, informeerde ik uw Kamer op hoofdlijnen de departementale aanpak van de uitvoering
van de moties Marijnissen c.s. en Klaver c.s.2 met het inventariseren, toetsen en opruimen van onrechtmatige of oneigenlijke verwerkingen
van afkomst gerelateerde indicatoren (nationaliteit, etniciteit en geboorteplaats)
in risicoprofielen.
Ik heb uw Kamer in dezelfde voortgangsrapportage toegezegd te informeren over de departementale
plannen van aanpak en planningen voor de uitvoering van beide moties. Hierbij ontvangt
u de plannen van aanpak en planningen van de Ministeries van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties (BZK), Defensie, Economische Zaken en Klimaat en Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit (EZK/LNV), Justitie en Veiligheid (JenV), Infrastructuur en Waterstaat
(IenW), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport
(VWS)3.
Het kabinet hecht er met uw Kamer zeer aan dat discriminatie, zoals bedoeld in artikel
1 van de Grondwet, door het gebruik van risicomodellen te allen tijde wordt voorkomen.
Het kabinet merkt op dat het gebruik van afkomst gerelateerde indicatoren, zoals nationaliteit,
etniciteit of geboorteplaats, alleen is toegestaan als daar een objectieve rechtvaardigingsgrond
voor is.
De plannen van aanpak geven uw Kamer een realistisch beeld van de omvang, complexiteit
en reikwijdte van het onderzoek naar het onrechtmatig en oneigenlijk gebruik van de
afkomst gerelateerde indicatoren in risicomodellen en de termijn waarop resultaten
zijn te verwachten. De ministeries zullen gezamenlijk de komende periode hun onderzoeken
die zij dit jaar zijn gestart onverminderd voortzetten, met als doel uw Kamer in 2022
te informeren over de resultaten. Voor BZK informeer ik uw Kamer in het tweede kwartaal
van 2022 over de onderzoeksresultaten.
Van de Ministeries van Algemene Zaken (AZ), Buitenlandse Zaken (BuZa), Financiën (FIN)
en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) ontvangt u bij deze brief geen plannen van
aanpak. De redenen daarvoor zijn de volgende:
-
• De Ministeries van AZ en BuZa ronden hun onderzoek in december af. In de eerste helft
van 2022 informeren deze ministeries uw Kamer over de eigen aanpak en conclusies van
het onderzoek. Vooruitlopend op de onderzoeksresultaten is het eerste beeld dat er
geen onrechtmatigheden en oneigenlijk gebruik van afkomst gerelateerde persoonsgegevens
zijn aangetroffen.
-
• Het Ministerie van Financiën voert nu het traject «Herstellen, Verbeteren en Borgen»
uit en informeert uw Kamer over de eigen aanpak.
-
• Het Ministerie van SZW heeft haar onderzoek in juli afgerond en heeft uw Kamer inmiddels
de «Inventarisatie nationaliteit» gestuurd4.
Tot slot
Vanuit mijn coördinerende verantwoordelijkheid voor de rijksdienst zal ik de ministeries
ondersteunen door onderlinge kennisdeling en samenwerking te faciliteren in de uitvoering
van beide moties. Gezien de urgentie van dit traject blijf ik uw Kamer namens het
kabinet periodiek informeren over de planning en voortgang van de verschillende ministeries.
De tweede voortgangrapportage stuur ik uw Kamer voor Verantwoordingsdag 2022.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops