34 357 Instellen baten-lastenagentschap Rijksvastgoedbedrijf

Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 mei 2022

In opdracht van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Financiën heeft een doorlichtingsteam de vijfjaarlijkse evaluatie van het agentschap Rijksvastgoedbedrijf uitgevoerd. Hierbij bied ik u de eindrapportage aan1.

Aanleiding

De Regeling agentschappen (Financiën, 2017) schrijft voor dat agentschappen tenminste eens in de vijf jaar worden doorgelicht. Deze doorlichtingen zijn bedoeld om de doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren van het agentschap te beoordelen. Hierbij wordt ook gekeken of het agentschap (nog) voldoet aan de geldende instellingsvoorwaarden.

Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) is een baten-lastenagentschap van het Ministerie van BZK. Het agentschap is per 1 januari 2016 ingesteld na een fusie tussen de agentschappen Dienst Vastgoed Defensie (DVD), Rijksgebouwendienst (RGD), Rijksvastgoed- en Ontwikkelbedrijf (RVOB) en de directie Rijksvastgoed (BZK).

De doelstelling van deze eerste periodieke agentschapsdoorlichting van het RVB is inzicht te geven in het functioneren van het RVB op de gebieden governance, financieel beheer, bekostiging en doelmatigheid en doeltreffendheid over de jaren 2016 tot en met 2020. In zoverre betreft het een reguliere doorlichting. Op verzoek van het RVB is als extra onderdeel van deze doorlichting het «programma RVB 2.0» toegevoegd.

Aanpak van de doorlichting

De centrale vraag van de doorlichting luidt:

Wat gaat goed of wat kan er beter in het functioneren van het agentschap RVB in het licht van de doelstellingen van agentschappen in het algemeen (Regeling agentschappen), gegeven de specifieke taken van het RVB (Besluit taak RVB 2017)?

Ondersteunend aan deze centrale vraag is per thema een aantal onderzoeksvragen geformuleerd.

Beleidsdoelstellingen en beleidsuitvoering vallen buiten de reikwijdte van deze doorlichting. Dit geldt ook voor het evalueren van bestaand beleid en het uitdenken van nieuwe beleidsrichtingen.

Conform het «Doorlichtingskader nieuwe stijl» (Financiën, 2017) heeft een begeleidingscommissie – na instemming met de aanpak voor de doorlichting – de uitvoering van de doorlichting gemonitord en de voortgang bewaakt. De commissie bestaat uit leden van het Bestuurlijk Overleg Rijksvastgoedbedrijf (BOR) en stakeholders van diverse departementen, met de directeur FEZ als voorzitter. Daarnaast is gedurende het doorlichtingstraject inhoudelijk afgestemd met de ingestelde klankbordgroep, bestaande uit met name afnemers van het RVB.

Het doorlichtingsteam heeft onderzoek gedaan door middel van documentstudie, vooronderzoek, interviews en vragenlijsten. Voor kwantitatief onderzoek naar «doelmatigheid» is het bureau IPSE Studies ingeschakeld.

In het voorliggend doorlichtingsrapport zijn de onderzoeksvragen beantwoord, conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. De conclusies zijn samengevat in de «factsheet», vooraan in het rapport.

De eindconclusie uit de doorlichting is dat het RVB over het algemeen naar tevredenheid presteert en invulling geeft aan zijn rol als opdrachtnemer conform de Regeling agentschappen.

De hoofdconclusies sluiten aan op de uitkomsten van andere trajecten, zoals de stelselevaluaties, het IBO vastgoed Defensie, de beleidsdoorlichting van artikel 9 van de BZK begroting en de klanttevredenheidsmeting.

Bij het rapport is de bestuurlijke reactie van het Rijksvastgoedbedrijf op de aanbevelingen gevoegd2.

Het vervolg na de doorlichting

Na openbaarmaking van de voorliggend doorlichtingsrapport met bijlagen onder verantwoordelijkheid van de Minister van BZK, organiseert BZK/FEZ in 2022/Q2 een workshop met de directeuren RVB, BZK/FEZ, FIN en de directeuren van de grootste opdrachtgevers, ter bespreking van de conclusies en aanbevelingen. Daarbij wordt een vertaalslag naar de praktijk gemaakt.

De aanbevelingen van het doorlichtingsrapport en de opbrengsten van deze workshop worden benut voor het implementatieplan, dat door het RVB zal worden opgesteld in overleg met de directeur FEZ. Op basis van het implementatieplan en na overleg met de betrokken directeuren, wordt besloten welke inspanningen en/of investeringen noodzakelijk zijn voor de versterking van het functioneren van het RVB.

Een jaar na vaststelling van het implementatieplan organiseert BZK/FEZ een tweede workshop met de dezelfde deelnemers ter bespreking van de voortgang van de implementatie. U ontvangt hiervan te zijner tijd een verslag.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven