9 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde, een aantal aangehouden moties is vervallen, te weten: 33000-XII-54; 33000-XII-55; 33000-V-76; 33000-VIII-82; 30825-128; 30168-43; 32647-7; 32701-25; 29279-136; 29279-137; 29984-286; 29984-294; 29984-295; 33065-12; 33065-14; 32627-6; 30825-160; 30825-165; 30825-166; 30825-169; 31482-80.

Op verzoek van de D66-fractie benoem ik:

  • - in de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het lid Koolmees tot lid in plaats van het lid Verhoeven en het lid Van Veldhoven tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Koolmees.

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik:

  • - in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Dijksma tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het lid Dijksma tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Financiën het lid Dijksma tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de algemene commissie voor Immigratie en Asiel het lid Dijksma tot lid in plaats van het lid Hilkens;

  • - in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Dijksma tot lid in plaats van het lid Samsom.

Op verzoek van PvdD-fractie benoem ik:

  • - in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Thieme tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Thieme tot lid in plaats van het lid Ouwehand en het lid Ouwehand tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Defensie het lid Thieme tot lid in plaats van het lid Ouwehand en het lid Ouwehand tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het lid Thieme tot lid in plaats van het lid Ouwehand en het lid Ouwehand tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Thieme tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Financiën het lid Thieme tot lid in plaats van het lid Ouwehand en het lid Ouwehand tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Thieme tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Thieme tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Ouwehand tot lid in de bestaande vacature en het lid Thieme tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Ouwehand;

  • - in de vaste commissie voor de Rijksuitgaven het lid Thieme tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Ouwehand tot lid in de bestaande vacature en het lid Thieme tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Ouwehand;

  • - in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Thieme tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Thieme tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de algemene commissie voor Immigratie en Asiel het lid Thieme tot lid in plaats van het lid Ouwehand en het lid Ouwehand tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de themacommissie Dierhouderij het lid Thieme tot lid in plaats van het lid Ouwehand en het lid Ouwehand tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten het lid Thieme tot lid in plaats van het lid Ouwehand;

  • - in de algemene commissie Jeugdzorg het lid Thieme tot lid en het lid Ouwehand tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures.

Op verzoek van de PVV-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Defensie het lid Lucassen tot lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in de contactgroep Duitsland het lid Uitslag tot lid.

Op verzoek van het lid Arib (PvdA) stel ik voor, haar motie op stuk 33000-VI, nr. 84 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 32280-12; 32280-13; 33129-49; 33242-1; 32757-37; 31563-8; 32605-58; 32623-63; 31263-48; 32605-90; 23530-93; 32733-60; 2012Z08722; 2012Z08048; 33070-1; 33000-F-3; 33000-XIII-3; 21501-30-276; 2011Z00599; 28385-205; 33000-XIII-139; 32814-21; 27924-50; 33000-XIII-161; 32549-43; 32751-2; 32372-50; 32710-D-7; 32549-47; 32710-XIII-7; 32500-XIV-23; 32201-18; 32002-11; 31923-6; 31923-3; 31923-5; 31923-13; 31923-28; 31354-41; 31305-194; 31349-19; 30501-33; 30825-66; 30825-144; 30825-143; 29838-47; 30475-39; 29683-120; 29683-109; 29023-110; 29683-102; 28807-134; 28973-81; 28807-132; 28807-133; 24095-310; 28625-133; 26231-20; 28625-101; 22112-1345; 25074-179; 24095-308; 26991-333; 28286-543; 24095-302; 26231-19; 22112-1382; 24095-312; 27879-41; 27879-40; 26485-100; 24095-309; 22112-1288; 22112-1344; 27879-33; 26991-334; 22112-1266; 27858-81; 27625-259; 22112-1286; 27406-193; 24095-307; 22112-1225; 22112-1196; 22112-1087; 22054-177; 22112-1000; 21501-33-360; 22054-165; 21501-33-353; 21501-33-364; 21501-33-344; 21501-33-352; 21501-32-580; 21501-33-316; 21501-32-571; 21501-33-339; 21501-30-278; 21501-32-503; 21501-30-277; 21501-32-504; 21501-30-268; 21501-30-274; 21501-30-267; 21501-30-266; 21501-30-264; 21501-30-263; 21501-08-395; 21501-20-627; 20487-39; 2012Z01269; 30862-62; 2011Z22185; 2009Z09845; 29515-329; 2011Z18782; 30015-34; 2011Z05828; 22054-159; 33000-XIII-162; 31410-18; 2009Z23854; 24036-386; 22054-166; 2009Z20359; 24036-388; 2009Z07223; 33000-XIII-150; 21501-32-472; 31412-6; 31412-7; 31412-9; 31412-11; 31412-12; 27858-94; 28625-116; 32609-XIII-5; 28286-515; 29544-284; 32372-8; 28286-443; 31571-10; 31581-15; 28286-476; 28973-51; 26991-313; 26991-312; 31412-31; 28286-501; 31532-45; 22112-1289; 22112-1357; 23987-122; 22112-1342; 21501-20-613; 21501-02-1120; 21501-02-1118; 21501-08-423; 22112-1381; 21501-08-399; 21501-02-1146; 21501-02-1140; 32013-10; 31580-3; 32776-8; 33003-6; 32776-7; 33000-IXA-4; 33000-33; 33000; 33000-IXB-4; 33000-32; 32013-18; 33000-36; 2011Z17945; 32504-69; 21501-07-832; 31371-364; 21501-07-831; 21501-07-834; 2011Z14986; 32500-IXA-8; 24036-390; 32817-(R1956)-1; 32013-16; 32504-68; 29507-102; 32504-67; 31935-10; 32500-IXB-20; 31083-38; 30922-7; 32500-IXA-7; 31083-37; 31935-9; 32642-1; 32681-1; 32500-30; 32500-IXA-6; 32500-28; 32401-12; 32500-29; 32130-21; 31492-20; 21501-03-52; 31935-6; 31935-4; 31371-324; 32036-14; 32013-9; 31371-312; 32013-8; 31371-308; 32013-6; 32036-12; 31371-294; 31371-276; 31935-3; 31369-5; 31834; 31200-IXB-33; 33090-IXA-3; 22112-1305; 2012Z06760; 21501-07-868; 33090-2; 33090; 32728-5; 33003-14; 21501-07-861; 33003-17; 2011Z22440; 2012Z05806; 33245-5; 21501-20-587; 32783-10; 31980-56; 33090-IXB-3; 21501-07-867; 2011Z27060; 2012Z03460; 19637-1455; 2012Z06625; 30175-132; 29383-191; 33118-2; 2012Z00797; 33000-XII-108; 25834-71; 22343-276; 22343-275; 28325-147; 28325-148; 25834-69; 25834-70; 22343-277; 32376-38; 29984-282; 30015-45; 27581-42; 28325-143; 33000-XII-57; 32660-20; 22026-342; 33000-XII-5; 30196-148; 29665-169; 29984-272; 26959-137; 30196-144; 22026-339; 21501-33-331; 31987-9; 32252-46; 32500-XII-77; 27625-181; 2011Z01312; 2010Z19833; 28663-54; 32500-XII-3; 31987-5; 31986-5; 32216-8; 31986-4; 31209-113; 28966-21; 30080-43; 31500-28; 31936-88; 32127-149; 32646-11; 32357-9; 32127-142; 32123-XI-78; 31755-35; 31700-XII-60; 31589-10; 31450-6; 30895-55; 29398-280; 29383-145; 28694-78; 27801-74; 28240-113; 31865-20; 32500-VI-91; 32500-VI-3; 28684-261; 27879-35; 29452-143; 29279-127; 29452-131; 29279-119; 29279-126; 29279-109; 29279-110; 29270-60; 2010Z20196; 29270-40; 28844-43; 29270-38; 28684-264; 28684-326; 25883-169; 28684-296; 24587-395; 28684-260; 25232-57; 24587-391; 24557-130; 24077-267; 24557-127; 24077-265; 23706-71; 22112-1300; 22112-1315; 2011Z16733; 2011Z12963; 2011Z08361; 31839-63; 31766-7; 31766-8; 31766-10; 31766-24; 31753-33; 31700-VII-47; 31109-11; 31265-35; 31109-12; 31001-89; 31001-94; 30985-5; 30880-7; 30880-6; 30880-12; 30880-72; 29911-48; 30169-25; 29628-55; 29838-48; 29628-92; 29628-91; 29628-93; 29628-94; 29628-283; 29628-201; 29628-198; 29628-193; 29628-197; 29628-207; 29628-209; 29628-206; 29628-208; 29628-211; 29628-217; 29628-218; 29628-220; 29628-279; 29628-226; 29628-282; 29517-58; 29517-52; 33090-VI-3; 33000-VI-4; 33000-VI-13; 33000-VI-11; 32891-7; 33000-VI-63; 33000-VI-70; 32841-5; 32780-VI-4; 32841-7; 32710-VI-8; 32761-4; 32609-VI-3; 32565-VI-3; 32500-VII-6; 32500-VII-23; 32500-VI-94; 32500-VI-84; 32500-VI-108; 32500-VI-11; 32500-VI-116; 32500-VI-111; 32360-VI-1; 32426-22; 32123-VI-103; 32337-14; 32015-42; 32169-20; 32319-13; 32045-24; 32123-VI-110; 32123-VI-126; 32168-15; 31841-8; 32123-VI-105; 32015-43; 32317-64; 31841-21; 31841-12; 31841-9; 32317-74; 32123-VII-59; 32264-23; 32123-VI-107; 32177-15; 32123-VII-70; 32250-12; 32194-16; 32177-8; 32185-7; 32123-VI-117; 30950-35; 30950-38; 30950-40; 33000-XVI-174; 27625-203; 31500-25; 31500-27; 33003-15; 30234-59.

Aangezien voor de volgende stukken de termijnen zijn verstreken, stel ik voor deze stukken voor kennisgeving aan te nemen: 31068-13; 32676-16; 32372-47; 31923-1; 29665-164; 32666-7; 29398-284; 31562-14; 32796-1; 31500-26; 23908-(R1519)-100; 33025-20.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Voor het meireces hadden wij een debat over de verloskundige zorg en over kindersterfte. Een motie van mij en collega Smilde is door de Kamer aangenomen. Hierin wordt gepleit voor regionale samenwerking tussen verloskundigen en gynaecologen. De afgelopen weken hebben wij echter gezien dat de verloskundigenzorg in een aantal regio's, met name in Friesland bij De Sionsberg, in Meppel, in Limburg en in Vlissingen, onder enorme druk staat. Voor mijn fractie is dat aanleiding om hierover een debat aan te vragen met de minister van VWS.

De voorzitter:

Mijnheer Van Gerven, u zegt dat er al een dertigledendebat is.

De heer Van Gerven (SP):

Dat klopt, namelijk een dertigledendebat over ziekenhuis De Sionsberg en de sluiting van de afdeling verloskunde aldaar. Dat is heel actueel geworden, want in weerwil van wat is afgesproken, dreigt sluiting. Mijn verzoek is om het dertigledendebat te koppelen aan het verzoek van mevrouw Arib. Dan kunnen wij volgende week een debat houden over dit belangrijke onderwerp.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks wil het verzoek steunen. De aanvulling van de heer Van Gerven is goed.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Steun voor het debat.

Mevrouw Smilde (CDA):

Ik steun het verzoek ook, maar ik wil eerst een brief van de minister ontvangen, zowel over wat mevrouw Arib meldt als over de laatste ontwikkelingen rondom De Sionsberg en de schriftelijke vragen van collega De Rouwe en mij hierover.

De voorzitter:

Kunt u een termijn noemen?

Mevrouw Smilde (CDA):

Ik wil eerst een brief ontvangen en vervolgens een debat houden.

De voorzitter:

Dan moet u wel een termijn voor de brief noemen.

Mevrouw Smilde (CDA):

Volgende week dinsdag de brief en dan het debat.

De voorzitter:

Dat lijkt mij goed. U wilt dan natuurlijk ook de antwoorden op uw schriftelijke vragen.

Mevrouw Smilde (CDA):

Graag.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Steun voor het verzoek en de aanvulling van de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Ik heb nog iets vergeten. De SP-fractie heeft schriftelijke vragen gesteld naar aanleiding van De Sionsberg. De brief is dus dinsdag binnen. Ik stel voor dat wij alvast het debat inplannen voor volgende week. Dat moet makkelijk kunnen. De problematiek bestaat al lang, dus kan het antwoord van het ministerie snel komen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden. Ik zal het debat inplannen voor volgende week. De spreektijd is drie minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Van Hijum.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Op 2 mei jongstleden heeft de rechtbank in Den Haag een uitspraak gedaan in de zaak-Kelvin Vrede, een jongen zonder verblijfsstatus die in Nederland zijn mbo-opleiding met een stage wil afronden. Volgens het kabinet is dat niet mogelijk omdat een stage gezien moet worden als een vorm van arbeid. De uitspraak van de rechter is echter ondubbelzinnig: de Staat handelt in strijd met artikel 2 van het eerste protocol van het EVRM en onrechtmatig jegens Vrede. De onmogelijkheid van het kunnen volgen van een stage treft het recht op onderwijs in het hart, zo stelt de rechter. Bovendien veegt de rechter een aantal bezwaren van het Rijk resoluut van tafel.

In de vaste commissie voor Sociale Zaken is afgesproken dat er, zodra deze uitspraak bekend was, een Kamerdebat zou plaatsvinden over de uitvoering van de motie die ik samen met de fracties van de PvdA en GroenLinks heb ingediend. Ik verzoek de voorzitter om dit debat in te plannen. Daaraan voorafgaand willen wij graag een brief ontvangen waarin het kabinet aangeeft welke conclusies het verbindt aan de rechterlijke uitspraak. Wij zien hierin graag bevestigd dat de minister van Sociale Zaken met onmiddellijke ingang stopt met het uitdelen van boetes aan werkgevers en onderwijsinstellingen die in het kader van een reguliere beroepsopleiding een stage aanbieden aan jongeren zonder verblijfsstatus.

De voorzitter:

Ik geef eerst mevrouw Koşer Kaya het woord, want van haar staat er nog een dertigledendebat op dit punt.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Inderdaad, er is al een debat aangevraagd. Misschien kunnen wij een en ander versneld agenderen.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Het verzoek om de brief lag er ook al. Het kabinet kan dus al aan de slag zijn. Het is fijn dat de heer Van Hijum nu wel het verzoek om een debat steunt. Volgens mij hebt u gelijk: het staat er al.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ieder kind heeft recht op onderwijs, dus steun voor dit verzoek.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Ook ik was eigenlijk wel verbaasd, omdat er inderdaad al een debat op verzoek van mevrouw Koşer Kaya staat. Ik ga ervan uit dat de minister vóór het debat met een brief reageert op deze uitspraak.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Steun voor het debat.

De heer Ulenbelt (SP):

Ik heb de brief niet nodig. Om er definitief een einde aan te maken, stel ik de heer Van Hijum voor dat hij het wetsvoorstel dat we samen met de PvdA aan het maken zijn, steunt. Dan kunnen we dat daarbij betrekken en dan is het probleem opgelost.

De voorzitter:

Dat is een ander onderwerp. Mijnheer Ulenbelt, u zit al zo lang in de Kamer. U weet dat dit nog niet het debat is maar de regeling van werkzaamheden.

De heer Van Hijum (CDA):

Om met dat laatste te beginnen: er is geen wetsvoorstel nodig. De minister kan op basis van een Kameruitspraak een einde aan deze situatie maken.

Ik wil nog reageren op de verbazing over mijn procedurevoorstel. Ik doe niets anders dan wat we in de vaste commissie met elkaar hebben afgesproken. We zouden met elkaar het debat aangaan als die uitspraak er is. Het verzoek om een spoeddebat was naar aanleiding van recente ontwikkelingen in de media en was op dat moment dus voorbarig.

De voorzitter:

We gaan een debat plannen, maar ik wil nog weten wat de termijn is voor de brief waarover wordt gesproken.

De heer Van Hijum (CDA):

De brief mag wat mij betreft binnen een week komen. Ik hoop op een zo spoedig mogelijke agendering van het debat.

De voorzitter:

We noemen dinsdag, 12.00 uur, als termijn voor de brief. We zullen proberen het debat zo snel mogelijk te plannen. We doen dat in één beweging door met het debat van mevrouw Koşer Kaya. Dan zijn we ook van dit punt weer af. Het stenogram wordt doorgeleid naar het kabinet. De spreektijd is vier minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Kuiken.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Ik had gevraagd om een brief over het wegpesten van agenten, maar inmiddels heb ik een brief ontvangen. De rest kunnen we in de procedurevergadering afhandelen.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer El Fassed.

De heer El Fassed (GroenLinks):

Voorzitter. Afrikaanse boeren luiden de noodklok, zagen we afgelopen week in Nieuwsuur. Nog altijd worden lokale markten vernietigd door het dumpen van kippen- en varkensresten uit Europa en Nederland tegen weggooiprijzen. Dat is geen eerlijke handel en dat is ook geen coherentie van beleid. Daarom wil ik een brief van de regering waarin zij aangeeft wat zij hieraan doet op nationaal, bilateraal, Europees en mondiaal niveau en wat er kan worden gedaan om ervoor te zorgen dat de negatieve effecten van ons handelsbeleid zodanig worden beperkt dat lokale Afrikaanse boeren een eerlijke kans krijgen om zelfredzaam te worden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor de brief. Ik wil het kabinet vragen om expliciet in te gaan op de rol van het Europese landbouwbeleid, op hoe dit doorwerkt in deze dumpingspraktijken. Op eerdere vragen van onze fractie, aan het vorige kabinet, werd namelijk nogal arrogant gereageerd: er zou met die dumping niets aan de hand zijn. Dat lijkt toch niet het geval. Ik wil dus heel duidelijke antwoorden en geen vage praatjes.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik heb een beetje hetzelfde punt. Er is eerder in een vergadering al gevraagd om een brief van het kabinet over de effecten van het gemeenschappelijk landbouwbeleid op derdewereldlanden. Daar zou dit heel mooi mee gecombineerd kunnen worden.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden.

De heer Van Bommel (SP):

Mag daaraan worden toegevoegd de laatste actuele stand van zaken met betrekking tot het afsluiten van vrijhandelsverdragen, EPA's, met de betreffende landen?

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Welke termijn zullen we in acht nemen? Twee weken? Ik constateer dat hiermee wordt ingestemd.

Het woord is aan de heer Monasch.

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. Vorige week bereikte ons het bericht dat de vervoerder Syntus een aanbesteding had gedaan die zwaar onder de prijs was en wellicht zwaar onder de maat was. Er zijn meer aanbestedingen waarbij de kwaliteit het laat afweten omdat er op prijs geconcurreerd wordt. We gaan daar vanmiddag over praten met de commissie-Kuiken. Syntus zit nu in de rode cijfers. Er is een geval in Gelderland. Wij willen daar graag een debat over voeren, omdat wij vermoeden dat meer aanbestedingen in het openbaar vervoer op deze manier hebben plaatsgevonden. Ik verzoek om een debat. Met steun van de SP vraag ik dit aan.

De heer Aptroot (VVD):

Een brief lijkt mij prima, maar om nou meteen een debat met de minister te voeren omdat een dochterbedrijf van NS financiële problemen heeft? Dan kunnen we het ook weer over de HSA gaan hebben. Ik vind het niet zo zinvol. Ik zou mij echter kunnen vinden in het verzoek om een brief.

De heer De Jong (PVV):

Ik steun het verzoek om een debat en het verzoek om een brief voorafgaande aan dat debat. Het is goed dat we die discussie voeren.

De heer Verhoeven (D66):

Ik steun in ieder geval de brief. Wij voeren vanmiddag een uitgebreid debat. Laten we dus dat debat voeren, de brief afwachten en dan verder kijken.

De voorzitter:

Mijnheer Monasch, u hebt geen steun voor een debat.

De heer Monasch (PvdA):

Ik reageer op wat mijn collega van D66 zegt. Vanmiddag gaat het over het spoor. Dit verzoek gaat over het totale openbaar vervoer, dus niet alleen over het spoor. Wij willen dus graag dat debat aanvragen. Dat mag begeleid zijn door een brief, maar ik vraag meteen een debat aan.

De voorzitter:

Maar u hebt nog geen meerderheid voor een debat, mijnheer Monasch.

De heer Monasch (PvdA):

Het is jammer dat mijn collega's van de andere partijen niet opletten, maar dan is het niet anders. Bij dezen verzoek ik om een dertigledendebat.

De voorzitter:

Daarvoor hebt u steun van voldoende leden. Ik zal het op de lijst opnemen, met drie minuten spreektijd per fractie. Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van Veldhoven.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Voor het reces hebben wij de eerste termijn gehouden van het debat over de Hedwigepolder. Daarin bleek duidelijk dat er geen steun is voor de Bleker 2-variant. Toen is het kabinet gevraagd om een brief over de wijze waarop het om wil gaan met deze situatie. Die brief was eigenlijk heel duidelijk: het signaal van de Kamer wordt gewoon genegeerd. Daarom pleit ik ervoor dat we dat signaal snel formaliseren door nog deze week, voordat de brief naar Brussel gaat, de tweede termijn te houden.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

De PvdA heeft dit verzoek een dag voor het reces gedaan. Eigenlijk is dit verzoek dus overbodig of extra ondersteunend; het is maar hoe je het wilt zien. Wat mij betreft komt de brief vandaag nog. Er moet niets naar Brussel worden gestuurd voordat de tweede termijn is afgehandeld. Wat dat betreft, gaan we er vol tegenaan.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het lijkt mij goed als de Kamer een duidelijke uitspraak doet over het belang van het natuurherstel en dat er geen brieven naar de Commissie gaan die deels zijn ingegeven door campagneachtige motieven. Deze week het debat afronden lijkt mij dus het verstandigst.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik sluit mij aan bij wat mevrouw Ouwehand zei. We moeten het debat zo snel mogelijk afronden. De natuur kachelt achteruit daar en de Zeeuwen hebben recht op duidelijkheid. De tweede termijn van het debat moeten we dus zo snel mogelijk afronden.

De heer Van Gerven (SP):

De SP zou de hele kwestie rond de Hedwigepolder en het baggerplan van de staatssecretaris dat nu voorligt, controversieel willen verklaren. Mij lijkt een debat nu dus niet aan de orde. Dat is aan een nieuwe coalitie en een nieuw kabinet.

De heer De Mos (PVV):

Het plan van de "Dijken doorprikken 66-club" steunen wij niet. We moeten het gewoon controversieel verklaren. Geen druppel water in de Hedwigepolder.

De voorzitter:

Dat was het voorstel niet. Er wordt gevraagd om een tweede termijn.

De heer De Mos (PVV):

Dat zei ik zojuist: geen steun daarvoor.

Mevrouw Lodders (VVD):

Ik steun het verzoek om de tweede termijn van het debat te houden.

De voorzitter:

Mevrouw Van Veldhoven, u hebt voldoende steun voor de tweede termijn. We gaan die morgenochtend plannen.

Het woord is aan de heer Knops, als voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken.

De heer Knops (CDA):

Voorzitter. Ik vraag namens de vaste commissie voor Europese Zaken een debat aan met de minister-president over de informele Europese Raad die plaatsvindt op 23 mei in Brussel, het liefst voorafgegaan door een brief van de regering met een duiding van de inzet. Bij voorkeur – daarbij kijk ik in uw richting, voorzitter – zal dit debat plaatsvinden op 22 mei.

De voorzitter:

Wij zullen het proberen op te nemen in de agenda. Ik moet erop wijzen dat ik niet kan uitsluiten dat dit met stemmingen te maken heeft. Ik zie de heer Knops zijn handen ten hemel heffen, wat zal betekenen dat dit mogelijk is. Ik begrijp dat dit inderdaad het geval is. De spreektijd per fractie bedraagt drie minuten.

Het woord is aan de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik doe het verzoek om de stemmingen over de Wet werken naar vermogen uit te stellen.

De voorzitter:

Ik constateer dat daar geen bezwaar tegen is. Ik voer deze stemmingen af van de lijst.

Het woord is aan mevrouw Dijksma. Mevrouw Dijksma is weer terug en gaat direct alweer naar de microfoon. Ik had verwacht dat zij daar nog wel een weekje mee zou wachten, maar dat is dus niet het geval.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Voorzitter. U zult het weten ook! Het is trouwens goed om hier weer te zijn.

Ik heb meteen een verzoek. In de afgelopen dagen hebben wij in de media kunnen volgen dat zich bij Ter Apel een heus tentenkamp van uitgeprocedeerde Irakese asielzoekers bevindt. Ik was voornemens om vandaag een brief hierover te vragen, met het oog op een te voeren debat, maar met dank aan collega Fritsma hebben wij van de minister al het een en ander aan informatie ontvangen waaruit blijkt dat hijzelf de situatie aldaar inmiddels onhoudbaar noemt. Dan lijkt mij te rechtvaardigen dat we vanavond nog daarover het debat aangaan met de minister. Ik vraag u, voorzitter, daarvoor ruimte vrij te maken op de agenda. Ik besef overigens dat dit een heel zwaar verzoek is.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Als het agendatechnisch vanavond niet kan, stel ik voor om een spoed-AO over dit onderwerp te houden, gezien de schrijnende situatie in Ter Apel op dit moment.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik had dit onderwerp ook aangemeld voor een dertigledendebat. Ik ben het volkomen eens met de redenering van de Partij van de Arbeid en doe wat dat betreft ook een dringend verzoek aan u, voorzitter.

De heer Schouw (D66):

De situatie in Ter Apel is gewoon echt onwenselijk. Vandaag moet daar dus een debat met de minister over plaatsvinden. Lukt dit niet plenair, dan moet dit gebeuren tijdens een extra AO later vanmiddag.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Wij zijn blij dat de minister al een brief hierover heeft gestuurd. Ik had eigenlijk in gedachten dat er al een AO over dit onderwerp is gepland. Als het eerder kan, hebben wij daar geen bezwaar tegen. In ieder geval staat die mogelijkheid sowieso op de agenda.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik steun het voorstel. Wij moeten zo spoedig mogelijk hierover spreken, want de situatie is daar echt schrijnend.

De heer Dibi (GroenLinks):

Ik sluit mij daar volledig bij aan.

De heer Knops (CDA):

Het CDA steunt het verzoek. Als het vanavond niet kan, dan moet dit zo spoedig mogelijk gebeuren, bijvoorbeeld in een AO.

De voorzitter:

Ik heb even overleg gepleegd. Wij zouden kans zien om vanavond hierover een plenair debat te houden. Dat zullen wij dus doen. De spreektijd is drie minuten per fractie.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Vliet.

De heer Van Vliet (PVV):

Voorzitter. Volgens de Kunduz-partijen is het btw-tarief van 19% van toepassing op luxeproducten. Dit betekent dat energie ook een luxeproduct zou zijn. Door het verhogen van de btw en het stapelen van belasting op energie, zijn huishoudens vanaf volgend jaar minimaal € 160 extra kwijt aan energie. Dat vind ik onacceptabel in crisistijd. Vandaar dat ik namens de PVV zo snel mogelijk een dertigledendebat hierover wil voeren met de minister van EL&I.

De heer Paulus Jansen (SP):

Ik steun het verzoek van de heer Van Vliet, ervan uitgaande dat hij alle oorzaken van de stijging van € 160 wil meenemen, dus ook de export van stroom. Ik verzoek de voorzitter om een indicatie te geven van de termijn waarop dit dertigledendebat gehouden kan worden. Ik ben daar wel benieuwd naar.

De voorzitter:

Ik ook.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Wij zouden inderdaad ook graag een debat hierover voeren, zodat wij ook kunnen bekijken welke partijen gezinnen kunnen helpen om hun energierekening zelf te drukken door zelf stroom op te wekken.

De heer Leegte (VVD):

Ik steun dit verzoek niet. Als er dan toch iets komt, is het misschien handiger om eerst een brief te krijgen met daarin datgene waarover wij het precies hebben. Bovendien komt er een AO energie. Volgens mij kunnen wij dit debat op die plek ook voeren.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik ben er voorstander van om dit in het AO te behandelen. Als er toch een debat komt, wil ik dat in ieder geval ook verbreden naar energiebesparingsmaatregelen. Ik zou bovendien eerst graag een brief van het kabinet ontvangen over de desbetreffende maatregelen.

De heer Groot (PvdA):

Ik steun het verzoek. Het gaat namelijk om een stapeling van lastenverzwaringen.

Mevrouw Van der Werf (CDA):

Het CDA ziet hierin een aanleiding om het AO energie zo snel mogelijk door te laten gaan. Het CDA steunt dus niet het verzoek om een dertigledendebat, maar verzoekt wel om het AO hierover toe te voegen aan de agenda.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik steun de positie van D66.

De voorzitter:

Mijnheer Van Vliet, u hebt ruime steun. Een meerderheid steunt het verzoek. Het is alleen de vraag wanneer dit gaat gebeuren. Daar wees de heer Jansen al een beetje op. Ik denk dat u moet afwegen wat sneller is: een algemeen overleg of een debat in de Kamer. Ik denk dat u sneller toe bent aan een algemeen overleg over dit onderwerp dan aan een dertigledendebat.

De heer Van Vliet (PVV):

Voorzitter. Ik begrijp uw punt. Gezien de kolossale steun – gelukkig – in de Kamer voor een debat over deze opeenstapeling van belastingen, houd ik dolgraag vast aan het dertigledendebat, alstublieft zo snel mogelijk.

De voorzitter:

Ik zet het op de lijst. De spreektijd per fractie is drie minuten. Het stenogram zal doorgeleid worden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Dam.

De heer Van Dam (PvdA):

Voorzitter. Twee weken geleden gaf de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een interview in de Volkskrant aan dat zij er geen traan om zou laten als de wetsvoorstellen over de dubbele nationaliteit en het boerkaverbod in de prullenbak zouden belanden. Op Kamervragen van mij hierover heeft zij geantwoord dat zij niet bereid is om die wetsvoorstellen in te trekken. Bovendien neemt zij haar woorden van eerder, 27 januari, niet terug, namelijk dat een van deze twee wetsvoorstellen van onvoorstelbaar groot belang zou zijn voor de Nederlandse samenleving. De Kamer moet volgende week beslissen of ze deze wetsvoorstellen nog wil behandelen of controversieel wil verklaren. Ik vraag om een interpellatiedebat met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, omdat ik van haar wil horen of zij nog bereid en in staat is om deze wetsvoorstellen in de Kamer ten volle te verdedigen. Dat interpellatiedebat wil ik houden voordat wij moeten beslissen over het controversieel verklaren.

De heer Dibi (GroenLinks):

Het is een merkwaardige situatie de laatste tijd, met al die kandidaat-lijsttrekkers en hun eigenaardige standpunten. Ik steun het verzoek van de heer Van Dam.

De voorzitter:

Ik vond het een vrij sterke tekst, mijnheer Dibi!

De heer Schouw (D66):

Er zijn natuurlijk een paar opmerkelijke uitspraken gedaan door minister Spies, die ook staatsrechtelijk te bediscussiëren zijn. Vandaar dat mijn fractie graag het gesprek wil aangaan met minister Spies, maar dan wel in een gewoon debat in de Kamer en zo snel mogelijk.

Mevrouw Karabulut (SP):

Steun voor het verzoek van de heer Van Dam.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Steun, maar net als de heer Schouw niet voor een interpellatie maar voor een gewoon debat.

De heer Van Klaveren (PVV):

Steun voor het verzoek en hoe sneller, hoe beter.

De voorzitter:

Mijnheer Van Dam, u hebt ruime steun, niet voor een interpellatie, maar wel voor een gewoon debat.

De heer Van Dam (PvdA):

Voorzitter. Ik heb de collega's gehoord. Wat mij betreft, wordt het een gewoon debat. Dat is prima, dan hebben we allemaal even veel spreektijd. Ik hoop dat het deze week of uiterlijk volgende week wordt ingepland, want daarna moeten wij besluiten over de controversieelverklaring.

De voorzitter:

Dan gaan we erop broeden of we dat allemaal in één week ingepland krijgen. De spreektijd wordt drie minuten per fractie. We moeten korte spreektijden hanteren, anders krijg ik het niet voor elkaar.

Het woord is aan mevrouw Berndsen.

Mevrouw Berndsen (D66):

Voorzitter. Vorig jaar september vond er een algemeen overleg over sektes in Nederland plaats. De minister heeft toen toegezegd dat hij het WODC een onderzoek zou laten doen naar sektes in Nederland. Begin dit jaar zou een meldpunt worden ingericht. Tot op de dag van vandaag is het oorverdovend stil. Ik ontvang dus graag een brief met de stand van zaken.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan de heer Van der Ham.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Op 1 mei is de wietpas ingevoerd. In Maastricht en in andere grensregio's levert dat problemen op. Er is zelfs een waterbedeffect naar Nijmegen, waar die pas nog niet is ingevoerd. Ik wil dus heel graag een debat voeren, in ieder geval met de minister van Veiligheid en Justitie, maar wat mij betreft ook met de minister van VWS, over de invoering en de uitvoering van die wietpas en de effecten die dat met zich meebrengt voor die regio's.

Mevrouw Kooiman (SP):

Het verzoek lijkt mij zeer terecht. Het is een bende in het zuiden. Een pas op de plaats lijkt mij daarom juist. Ik steun dus het verzoek van de heer Van Dam.

De heer Van der Steur (VVD):

Voor de VVD-fractie is het goed om te weten hoe het met de wietpas en de invoering daarvan gaat. Dat kan heel mooi in een brief. Als daarna de noodzaak bestaat om een debat te voeren, doen wij daar graag aan mee.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Op zich heb ik geen bezwaar tegen een brief, maar dan ook graag met een uitgebreide reactie op alle problemen rondom de privacy van die pas. Ik steun vooral het voorstel van de heer Van der Ham om hierover spoedig een debat te voeren.

De heer Elissen (PVV):

Wij hebben net het hoofdlijnendebat over drugs gevoerd. Ik denk dat we eerst rustig moeten afwachten hoe zich dit ontwikkelt. Dus geen steun voor het debat, wel steun voor de brief.

De heer Çörüz (CDA):

Daar sluit ik mij kortheidshalve bij aan.

De heer Dibi (GroenLinks):

Een debat over die wereldvreemde wietpas lijkt mij zeer, zeer urgent.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Er zijn nieuwe ontwikkelingen, zoals allerlei overlast in Nijmegen. Wij steunen het debat, maar de Partij van de Arbeid heeft daar schriftelijke vragen over gesteld die zij graag voor het debat beantwoord wil hebben.

De voorzitter:

Mijnheer Van der Ham, u hebt nog geen meerderheid voor een debat.

De heer Van der Ham (D66):

Ik hoorde wel de bereidheid dat er een debat zou kunnen plaatsvinden als er een brief komt met meer informatie over het samenraapsel van alle geluiden uit het land.

De voorzitter:

Dan komt u dus weer terug.

De heer Van der Ham (D66):

Ik moet dan in ieder geval via u om een brief vragen.

De voorzitter:

Dat gaan we doen. We zullen het stenogram doorgeleiden. We zullen zien of de brief aanleiding zal zijn voor een debat.

De heer Van der Ham (D66):

Dan zien we elkaar gewoon weer.

De voorzitter:

Dan zien we elkaar weer.

Het woord is aan de heer Braakhuis.

De heer Braakhuis (GroenLinks):

Voorzitter. Voor het reces hebben we gevraagd om uitstel van stemmingen over de Wet bankenbelasting. De staatssecretaris zou namelijk met een brief komen van de Nederlandsche Bank waarin deze zou toelichten wat de gevolgen ervan zouden zijn. De Nederlandsche Bank zou ook een nadere toelichting geven. Die brief is nog niet gekomen. Daarom vraag ik wederom om uitstel van deze stemmingen over de Wet bankenbelasting, in ieder geval met een week.

De heer Van Vliet (PVV):

GroenLinks werpt zich op als beschermheer van de bankiers. Wij willen stemmen! Die bankenbelasting moet er komen. Geen steun voor weer uitstel.

Mevrouw Neppérus (VVD):

De bankenbelasting zal er komen, maar de VVD-fractie wil wel de brief afwachten. Daarom steun voor het verzoek om de stemmingen even uit te stellen.

De heer Koolmees (D66):

Ook steun voor het verzoek van de heer Braakhuis.

De heer Groot (PvdA):

Geen steun voor het verzoek. Deze stemmingen zijn al een keer uitgesteld. Het voorstel is panklaar. Er liggen keurige amendementen die door de heer Braakhuis, samen met ons, zijn voorbereid.

De heer Omtzigt (CDA):

Steun voor het verzoek om uitstel. Ik verzoek de staatssecretaris om de Kamer uiterlijk morgenavond de brief van de Nederlandsche Bank, met of zonder een toelichting van hem, te doen toekomen.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek, ook voor het verzoek van de heer Omtzigt.

De heer Bashir (SP):

De SP-fractie ziet geen aanleiding om de stemmingen uit te stellen. Ik ben ook verbaasd dat deze stemmingen weer uitgesteld worden. We hebben nu een groot gat in de begroting. Wat mij betreft stemmen we snel en nemen we de Wet bankenbelasting aan.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De Partij voor de Dieren wil ook nu stemmen.

De voorzitter:

Mijnheer Braakhuis, u hebt voldoende steun voor uitstel. We zullen het wetsvoorstel afvoeren van de stemmingslijst.

Het woord is aan mevrouw Sterk.

Mevrouw Sterk (CDA):

Voorzitter. Mede namens de fracties van de PvdA en D66 vraag ik om een brief van het kabinet naar aanleiding van de motie-Van Hijum/Spekman over de voedselbanken. Het kabinet heeft eerder gezegd dat het deze motie niet wil en niet kan uitvoeren omdat de indieningstermijn voor het verzoek zou zijn verstreken. Wij hebben echter begrepen dat het nog tot 31 mei kan. Ik ontvang dus graag voor dinsdag 12.00 uur een brief van het kabinet met een reactie hierop, zodat we mogelijk nog een spoed-AO kunnen aanvragen.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Timmermans.

De heer Timmermans (PvdA):

Voorzitter. Mede namens de fractie van D66 verzoek ik om uitstel van de stemmingen over de moties die zijn ingediend bij het notaoverleg over het mensenrechtenbeleid, totdat duidelijk is welke onderwerpen controversieel worden verklaard.

De heer Van Bommel (SP):

Ook na stemming over die moties zou het mensenrechtenbeleid van dit kabinet, wat de SP-fractie betreft, controversieel zijn. Daarom steunen we graag het verzoek.

De voorzitter:

Niemand bestrijdt het verzoek. We zullen deze stemmingen afvoeren van de lijst.

Naar boven