32 504 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2011)

Nr. 69 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 september 2011

Een goed gerichte 30%-regeling draagt in belangrijke mate bij aan het aantrekkelijk en competitief houden van het Nederlandse vestigingsklimaat. In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Financiën van 15 juni jl. is gesproken over de 30%-regeling naar aanleiding van berichten in de media over het gebruik van deze regeling en de maatschappelijke aandacht die vervolgens aan de regeling werd besteed. De vaste commissie voor Financiën heeft daarbij verzocht om meer informatie over de uitwerking van de regeling en de uitkomsten van de beschouwing ervan, dit laatste in overleg met het bedrijfsleven. Middels deze brief informeer ik u over de 30%-regeling en de stappen die ik wil nemen om deze beter te richten op de doelgroep waarvoor deze regeling bedoeld is.

De 30%-regeling

In de sfeer van de loonbelasting is een vergoeding voor kosten van verblijf buiten het land van herkomst (extraterritoriale kosten) die in aanvulling op het loon wordt verstrekt gericht vrijgesteld. Voor bepaalde werknemers die naar het buitenland worden uitgezonden (uitgezonden werknemers) of vanuit het buitenland worden geworven (ingekomen werknemers), geldt desgevraagd, onder voorwaarden, een forfaitaire tegemoetkoming voor deze extraterritoriale kosten (een bewijsregel), beter bekend als de 30%-regeling.1 De werknemer en zijn inhoudingsplichtige doen samen een verzoek om toepassing van de 30%-regeling bij de inspecteur.

Indien de werknemer voldoet aan de voorwaarden, wordt de 30%-regeling voor maximaal 10 jaar bij beschikking toegekend, maar deze looptijd wordt verkort met bepaalde perioden van verblijf of tewerkstelling in Nederland in het verleden.

De 30%-regeling voor ingekomen werknemers is gericht op werknemers met een specifieke deskundigheid die in Nederland schaars of niet aanwezig is.

Gebruik van de 30%-regeling

Door de jaren heen is het gebruik van de 30%-regeling fors toegenomen. De 30%-regeling wordt in de praktijk thans ruimer toegepast dan de bedoeling was bij introductie van de regeling. In 2002 hadden ca. 32 000 werknemers een beschikking voor toepassing van de 30%-regeling en in dat jaar werd ca. 8 000 keer de 30%-regeling aangevraagd. In 2009 was het aantal 30%-beschikkingen toegenomen tot 39 521 en het aantal aanvragen tot ca. 12 000. Deze toename is deels te verklaren doordat het criterium dat een werknemer moet beschikken over een «specifieke deskundigheid» in de praktijk is uitgehold, mede door jurisprudentie hierover. Ook de kortingsregeling, op grond waarvan de genoemde perioden van eerder verblijf en tewerkstelling in Nederland in mindering worden gebracht van de looptijd (van maximaal 10 jaar) blijkt in de praktijk te beperkt uit te werken. Hierdoor kan een aantal werknemers dat tijdelijk in het buitenland heeft verbleven en gewerkt, waaronder een flink aantal Nederlanders, toch nog (soms langjarig) voor de regeling in aanmerking komen. Daarnaast bereiken mij signalen uit de grensstreek dat de 30%-regeling ertoe kan leiden dat bij een vacature bij een Nederlandse werkgever, werknemers uit het buitenland de voorkeur krijgen boven Nederlandse werknemers, enkel om het feit dat de werknemer die afkomstig is uit het buitenland, de 30%-regeling toe kan passen en de Nederlandse werknemer niet.

Promovendi

Bij recente consultatie van het bedrijfsleven door het Topteam Hoofdkantoren2 kwam naar voren dat het bedrijfsleven de 30%-regeling waardeert als één van de belangrijkste elementen van het aantrekkelijke Nederlandse fiscale vestigingsklimaat. Hierbij werd één concreet knelpunt in de regeling aangedragen, namelijk dat de 30%-regeling thans niet openstaat voor buitenlandse promovendi die na hun promotie in Nederland, hier blijven werken. Doordat zij op het moment voorafgaand aan tewerkstelling in Nederland niet uit het buitenland zijn geworven (omdat zij in verband met hun promotie reeds in Nederland verbleven), kunnen dergelijke promovendi thans niet als «ingekomen werknemer» kwalificeren en dus geen aanspraak maken op de 30%-regeling.

Wijziging van de 30%-regeling

Gelet op het voorgaande ben ik voornemens de 30%-regeling dit najaar aan te passen en zodoende beter te richten. Zo wordt het criterium dat de ingekomen werknemer moet beschikken over een «specifieke deskundigheid» voortaan ingevuld door een salarisnorm. Ten tweede zal de kortingsregeling worden uitgebreid. De toetsperiode voor deze kortingsregeling wordt verlengd tot een toetsperiode van 25 jaar3, waardoor meer perioden van eerder verblijf of eerdere tewerkstelling in Nederland in mindering komen op de looptijd. Deze aanpassing heeft gevolgen voor alle werknemers, dus ook vrijwel alle Nederlanders die meer dan 10 jaar weg zijn geweest uit Nederland zullen na terugkomst in Nederland door deze uitbreiding geen recht meer hebben op toepassing van de 30%-regeling.

Een derde maatregel ziet er op dat werknemers uit het buitenlandse grensgebied (met een straal van 150 km. van de Nederlandse grenzen) niet langer in aanmerking kunnen komen voor de 30%-regeling. Tot slot zal het door het bedrijfsleven aangedragen knelpunt worden weggenomen door de regeling open te stellen voor jonge promovendi. Voor deze groep werknemers zal een lagere salarisnorm worden gesteld dan voor andere werknemers.

Door deze aanpassingen wordt de regeling beter gericht en meer in overeenstemming gebracht met de essentie ervan. De wijzigingen zullen derhalve ten goede komen aan het Nederlandse vestigingsklimaat. In het Belastingplan 2012 zal het pakket maatregelen nader worden uitgewerkt en worden de budgettaire consequenties inzichtelijk gemaakt.

De staatssecretaris van Financiën,

F. H. H. Weekers


X Noot
1

Voorbeeld: een belastingplichtige die kwalificeert voor de 30% regeling en per jaar € 70.000 verdient kan € 30.000 onbelast vergoed krijgen, de € 70.000 wordt normaal in de heffing betrokken.

X Noot
2

In het kader van de actie-agenda van het Topteam Hoofdkantoren; zie bijlage bij Kamerstukken II 2010/11, 32 637, nr. 14, Actie-agenda opgesteld door het Topteam Hoofdkantoren, «Met hoofdkantoren naar de top».

X Noot
3

De huidige kortingsregeling verkort de looptijd van de 30%-regeling (maximaal 10 jaar) met eerdere perioden van verblijf of tewerkstelling in Nederland, tenzij deze eerdere periode van verblijf of tewerkstelling meer dan 10 jaar geleden is geëindigd en de werknemer in die periode van 10 jaar niet in Nederland heeft verbleven of tewerkgesteld was. Perioden van verblijf of tewerkstelling die meer dan 15 jaar geleden zijn geëindigd, tellen sowieso niet mee bij deze kortingsregeling.

Naar boven