31 371 Kredietcrisis

Nr. 364 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2011

Het kabinet verlaagt het tarief van de overdrachtsbelasting van 6% naar 2% voor woningen waarvan de transportakte passeert gedurende de periode 15 juni 2011 tot en met 30 juni 2012. Met deze brief informeer ik u over de dekking van de maatregel.

Achtergrond

De woningmarkt stagneert. Het aantal transacties is de laatste twee jaar fors afgenomen. Mensen hebben moeite hun huis te verkopen, wat in sommige gevallen leidt tot financiële problemen. Tegen deze achtergrond heeft het kabinet besloten om de overdrachtsbelasting tijdelijk fors te verlagen. Dit past binnen het kabinetsbeleid dat erop is gericht om het vertrouwen in de woningmarkt te versterken, door de hypotheekrenteaftrek ongemoeid te laten en de financiële risico’s van de hoge hypotheekschulden te beperken.

De verlaging van de overdrachtsbelasting geeft een forse impuls aan de stagnerende woningmarkt, juist omdat het om een tijdelijke maatregel gaat. De directe voordelen van de maatregel slaan neer bij starters en doorstromers, het bedrijfsleven in het algemeen en de financiële sector in het bijzonder. Verder levert de maatregel een bijdrage in het proces van herstel van de financiële stabiliteit na de kredietcrisis. De gemiddeld lagere LTV-ratio's op hypotheken die in het komende jaar worden afgesloten, zijn (ook in latere jaren) in het belang van consumenten en hypotheekverstrekkers.

Deze achtergrond heeft het kabinet tot een aantal overwegingen gebracht bij de invulling van de dekking van de maatregel. Gegeven het doel van de maatregel – het geven van een impuls aan de woningmarkt – ligt het in de rede geen compenserende lastenmaatregel op het woningmarktdossier zelf te nemen. Hierbij dient bedacht te worden dat de verlaging tijdelijk is, zodat de incidentele inzet van dekkingsmaatregelen volstaat. Verder is van belang dat de voordelen van de maatregel zowel bij burgers als bedrijven neerslaan. Daarmee ligt het in de rede de noodzakelijke dekking bij beiden te vinden.

Het pakket

Met deze overwegingen in het achterhoofd heeft het kabinet gezocht naar dekkingsmaatregelen die hun eigen merites hebben. Het gaat daarbij om maatregelen die het kabinet reeds voornemens was te treffen en waarover ook eerder met de Kamer is gecommuniceerd. De opbrengst van deze maatregelen wordt nu eenmalig ingezet ten behoeve van de verlaging van de overdrachtsbelasting. Het gaat om het volgende pakket:

Tabel: Dekking tijdelijke verlaging overdrachtsbelasting

in miljoenen euro’s

Derving

– 1200

Dekking

 

Bankenbelasting

300

Grondslagverbreding Vennootschapsbelasting (w.o. reparatie Bosal-gat)

340

Fasering vitaliteitsregeling

500

Enveloppe Regeerakkoord

60

Totaal

0

Bankenbelasting

Zoals eerder aan de Kamer gemeld in de kabinetsreactie op de aanbevelingen van de Commissie De Wit1, is het kabinet voornemens om een bankenbelasting in te voeren. De bankenbelasting is een belangrijke aanvulling op de diverse maatregelen die het kabinet neemt om de financiële stabiliteit in Nederland te versterken. Ondanks die maatregelen is een interventie in een systeemrelevante financiële instelling namelijk nooit volledig uit te sluiten. Dit risico, waar de Staat en dus de belastingbetaler impliciet een risico draagt, dient naar het oordeel van het kabinet een prijs te krijgen door middel van een belasting.

Een aangrijpingspunt voor de grondslag van de bankenbelasting vormen de risicodragende passiva. Bij de uitwerking van de bankenbelasting wordt verder rekenschap gegeven van de eerder geschetste aandachtspunten. Zoals aangegeven in mijn brief van 3 februari 20112 is een belangrijke voorwaarde dat sprake zal zijn van een «level playing field». Inmiddels hebben diverse landen, waaronder Duitsland en het Verenigd Koninkrijk een bankenbelasting ingevoerd.

Van de budgettaire opbrengst van de bankenbelasting zal € 300 miljoen worden ingezet ter gedeeltelijke dekking van de incidentele verlaging van de overdrachtsbelasting.

Het kabinet zal u nog nader informeren over de concrete uitwerking van de bankenbelasting en de noodzakelijke fiscale wetgeving voorbereiden.

Grondslagverbreding vennootschapsbelasting

In het Regeerakkoord heeft het kabinet het voornemen uitgesproken om de grondslag van de vennootschapsbelasting te verbreden. De Staatssecretaris van Financiën heeft in zijn Fiscale Agenda de mogelijke contouren van een grondslagverbreding in de vennootschapsbelasting aangegeven. Het kabinet kiest ervoor om € 340 miljoen te dekken uit de budgettaire opbrengst van deze grondslagverbredende maatregelen, waaronder het repareren van het zogenoemde Bosalgat in de vennootschapsbelasting. Het kabinet beziet deze zomer de precieze maatvoering van deze reparatie die zal worden opgenomen in het belastingpakket 2012.

Fasering vitaliteitsregeling

Zoals aangekondigd in de brief «Vitaliteitspakket», die de Kamer dezer dagen ontvangt, zullen de levensloopregeling en de spaarloonregeling opgaan in het vitaliteitspakket. Dit zal op zijn vroegst gebeuren per 1 januari 2013. De middelen voor de spaarloonregeling voor het jaar 2012 zullen worden ingezet ten behoeve van de financiering van de verlaging van de overdrachtsbelasting, waarmee inleg in de spaarloonregeling vooruitlopend op de invoering van het vitaliteitspakket al vervalt per 1 januari 2012. Het opgebouwde vermogen wordt conform de huidige systematiek jaarlijks gedeeltelijk vrijgegeven en de box3 vrijstelling blijft in stand. Na 4 jaar wordt de spaarloonregeling opgeheven.

Enveloppe Regeerakkoord

Tot slot, is in het Regeerakkoord een enveloppe gecreëerd van € 60 miljoen als gevolg van een verhoging van de assurantiebelasting. Dit bedrag wordt in 2012 ingezet voor de incidentele verlaging van de overdrachtsbelasting.

Met deze maatregelen is naar mening van het kabinet een evenwichtig en gericht pakket gevonden ter dekking van een maatregel met directe positieve effecten voor de Nederlandse economie. Het pakket werkt grondslagverbredend en wendt de opbrengsten aan voor de tijdelijke verlaging van een verstorende belasting. Het samenspel van dekking en inzet draagt bovendien bij aan lagere financiële risico’s.

De minister van Financiën,

J. C. de Jager

De staatssecretaris van Financiën,

F. H. H. Weekers


X Noot
1

Kamerstukken II 2010/11, 31 980, nr. 38.

X Noot
2

Kamerstukken II 2010/11, 21 501-07, nr. 776.

Naar boven