Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 september 2011
Dit jaar is het eerste volledige jaar dat de Monitoring Commissie Code Banken (hierna: Commissie) actief is. In december 2010
heeft de eerste voorrapportage van de Commissie aan de Tweede Kamer plaatsgevonden (kamerstuk 32 013, nr. 14). Voor het jaar 2011 wordt de gehele rapportage van de Commissie in december 2011 afgerond en aangeboden aan de Kamer, met
uitsluiting van de beloningsparagraaf. Deze beloningsparagraaf bied ik u hierbij, zoals afgesproken met de Tweede Kamer bij
het notaoverleg van 7 maart jl. (kamerstuk 31 980, nr. 18), vervroegd aan.1
Tevens ontvangt u hierbij de rapportage van De Nederlandsche Bank (hierna: DNB) inzake de Regeling beheerst beloningsbeleid.1 Beide rapportages zijn heden aan de voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken (voor de rapportage van DNB tevens
het Verbond van Verzekeraars) en mijzelf aangeboden.
Uit de tussenrapportages van de Commissie en DNB blijkt dat er behoorlijke vorderingen zijn gemaakt met de naleving van het
beloningsbeleid door banken en verzekeraars. Banken en verzekeraars zijn druk doende de Code Banken en de Regeling beheerst
beloningsbeleid te implementeren en na te leven.
Zowel de Commissie als DNB concluderen dat aanzienlijke vooruitgang is geboekt en de (grotere) banken in overwegende mate
voldoen aan de eisen van de respectievelijke de Code en de Regeling beheerste beloningsbeleid.
Er zijn echter ook nog aandachtspunten die voor verbetering vatbaar zijn. Ik ondersteun de Commissie en DNB dan ook in haar
streven naar nog verdere naleving van de Code Banken en de Regeling beheerst beloningsbeleid.
In de beleids- en wetgevingsbrief over de maatregelen voor de financiële sector (waarin ik tevens zal ingaan op onder meer
de aanbevelingen van de Commissie De Wit), die medio oktober naar de Kamer zal worden verzonden, zal ik nader ingaan op de
uitkomsten van de rapportages.
De minister van Financiën,
J. C. de Jager