Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 mei 2010
Bij de invoering van het huidige budgetverdeelsysteem (BVS) voor de regionale politiekorpsen in 2007 is afgesproken om het
BVS periodiek te herijken. Op verzoek van het Korpsbeheerdersberaad (september 2008) heeft de eerste herijking eerder plaatsgevonden
dan was voorzien. In 2009 is met ondersteuning van externe experts een rapport met een advies voor de herijking opgesteld.
De stuurgroep herijking BVS, waarin de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Financiën en Justitie, het
Korpsbeheerdersberaad, de Raad van Korpschefs i.o. en de Voorziening tot samenwerking Politie Nederland/Nederlands Politie
Instituut zitting hadden, heeft het onderzoek begeleid. Het rapport is in januari 2010 afgerond. Ik voeg dit rapport bij1. Voor een beknopte uitleg over de inhoud, het proces en de uitkomsten van de herijking verwijs ik u naar de samenvatting.
Het BVS is verbeterd doordat in de herijking gebruik is gemaakt van gegevens van alle regionale politiekorpsen en er dus geen
sprake meer is van een steekproef. Ook is gebruik gemaakt van de meest recente gegevens over factoren die de werklast van
de korpsen beïnvloeden (zoals het aantal misdrijven, het aantal verkeersongevallen, het aantal meldingen en het aantal telefoongesprekken).
Het voorgestelde BVS is transparanter, eenvoudiger en inzichtelijker dan het huidige BVS. Van belang is ook dat het rapport
een basis biedt om op een betere manier dan nu het geval is rekening te houden met de gevolgen die voor regio’s ontstaan als
gemeenten binnen die regio een centrumfunctie hebben, dan wel te maken hebben met de problematiek van grensregio. Op deze
punten is het voorgestelde stelsel kwalitatief beter dan het huidige BVS. Wel constateer ik dat door de nieuwe voorstellen
grote herverdeeleffecten ontstaan tussen regio’s.
Gelet op de demissionaire status van het kabinet acht ik het niet opportuun nu te beslissen over het invoeren van de voorstellen
uit het rapport, juist gezien de ingrijpende herverdeeleffecten. Naar mijn mening moet bij de aanstaande kabinetsformatie
in samenhang met de uitkomsten van het normkostenonderzoek, waarin wordt bekeken in hoeverre de omvang van de middelen voor
de politie structureel toereikend is om de operationele sterkte te bekostigen, de gewenste organisatievorm en de gewenste
politieprestaties, hierover worden beslist.
Ik vind het echter wenselijk dat de groeiregio’s niet de dupe worden van het uitstel van de besluitvorming en hen de beoogde
voordelen over 2011 te laten toekomen. Het geld hiervoor (het gaat over 2011 om een bedrag van in totaal € 32,7 mln) wordt
gevonden door de middelen voor de prestatiebekostiging over 2011 (€ 44 mln) voor alle korpsen naar rato te verlagen. Het instrument
prestatiebekostiging blijft over 2011 dus bestaan, zij het tegen een lager bedrag. De beslissing die ik neem heeft uitsluitend
over 2011 effect.
Daarnaast zal over 2011 geen actualisatie van omgevingskenmerken plaatsvinden. De ontwikkelingen in bijvoorbeeld de aantallen
inwoners per regio (d.i. het belangrijkste omgevingskenmerk) zullen daardoor in 2011 niet tot een andere verdeling van de
middelen over de korpsen leiden. Hiermee wordt voorkomen dat de herverdeeleffecten tussen de korpsen verder oplopen. Gebleken
is namelijk dat een actualisatie uitkomsten oplevert die niet overeenkomen met de resultaten van de herijking. Om een grotere
discrepantie tussen het huidige en het mogelijke herziene BVS te voorkomen, is een «bevriezing» noodzakelijk. De laatst gepubliceerde
omgevingskenmerken zullen niet meer worden geactualiseerd en hiermee worden de verdeelverhoudingen tussen de korpsen «bevroren».
Het Korpsbeheerdersberaad heeft dinsdag 11 mei jl. in meerderheid mijn BVS voorstel aanvaard. In de junicirculaire 2010 zullen
de politiekorpsen worden geïnformeerd over de uitwerking van deze beslissing.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
E. M. H. Hirsch Ballin