31 500 Realisatie Nationaal Ruimtelijk Beleid

Nr. 26 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Ontvangen ter Griffie op 11 juli 2011.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 26 september 2011.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juli 2011

Hierbij zend ik u een ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik naar de ontwerp nota van toelichting.1 De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikelen 4.3, vijfde lid, en 10.8, tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening), en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Ter toelichting op het ontwerpbesluit het volgende. Op 14 juni jl. ontving u reeds, als bijlage bij de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (hierna: SVIR) (kamerstuk 32 660, nr. 17), een geïntegreerd concept van de Amvb Ruimte. De totstandkoming van deze algemene maatregel van bestuur loopt via een tweetal formele besluiten: het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: Barro) en een wijziging van het Barro. Het Barro bevat een deel van de beleidsregels uit het eerdere ontwerpbesluit (d.d. 2 juni 2009; kamerstuk 31 500, nr. 15), die met uw Kamer in de tweede helft van 2009 is besproken en uw instemming kreeg. Het betreft alleen die regels uit het eerdere ontwerp, die als nationaal belang in de SVIR worden herbevestigd. Naar verwachting zal dit besluit op 1 oktober 2011 in werking kunnen treden. De tekst van het Barro wordt in verband met de verplichte voorlegging op grond van artikel 10.9 van de Wet ruimtelijke ordening gelijktijdig aan uw Kamer toegezonden.

Door middel van deze brief ontvangt u de ontwerpwijziging van het Barro. Dit ontwerpbesluit bevat in de SVIR opgenomen nationale belangen die juridische borging vragen en die niet reeds in het Barro zijn opgenomen.

Op grond van de artikelen 4.3, vijfde lid, en 10.8, tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening geschiedt de voordracht aan de Koningin ter verkrijging van het advies van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Aangezien genoemde termijn van vier weken gedeeltelijk binnen een reces valt, is het einde van de termijn vastgesteld op 26 september 2011.

Gelijktijdig met de voorhang bij uw Kamer wordt het ontwerpbesluit ingevolge voornoemde bepalingen van de Wet ruimtelijke ordening in de Staatscourant bekend gemaakt om eenieder de gelegenheid te geven om tot 14 september 2011 wensen en bedenkingen kenbaar te maken

Een eensluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven