37 Risicoverevening/risicoselectie

Aan de orde is het VAO Risicoverevening/risicoselectie (AO d.d. 22/06). 

De voorzitter:

Dit is inderdaad nu het VAO Risicoverevening/risicoselectie. Ik geef graag feitelijk als tweede, maar als eerste aanvrager het woord aan mevrouw Bruins Slot namens het CDA. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Voorzitter. Dat is een mooie omschrijving: feitelijk als tweede, maar toch als eerste. Dat zou bij sportwedstrijden soms ook leuk zijn. Ik heb drie moties over de risicoverevening. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat overcompensatie van jonge verzekerden onder de huidige risicoverevening plaatsvindt; 

overwegende dat het weghalen van de overcompensatie voor jonge verzekerden of beter het juist compenseren van jonge verzekerden mogelijkerwijs tot een betere compensatie voor chronisch zieken leidt; 

verzoekt de regering, een onderzoek te laten uitvoeren naar de overcompensatie van jonge verzekerden en de Tweede Kamer hierover voor het algemeen overleg pakketbeheer 2018 te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bruins Slot. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 743 (29689). 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Voor de duidelijkheid, voordat mensen het dictum verkeerd uitleggen: het gaat dus over het algemeen overleg dat we in 2017 hebben over het pakketbeheer in 2018. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de minister voornemens is, de geestelijke gezondheidszorg en wijkverpleging per 1 januari 2017 risicodragend door zorgverzekeraars te laten uitvoeren en de ex-postbandbreedteregeling voor de geestelijke gezondheidszorg en de wijkverpleging te laten vervallen; 

overwegende dat de kwaliteit van de ex-antemodellen voor risicoverevening in de geestelijke gezondheidszorg en de wijkverpleging nog onvoldoende ontwikkeld zijn; 

verzoekt de minister, de ex-postbandbreedteregeling voor zowel de geestelijke gezondheidszorg als de wijkverpleging zo lang in stand te houden als nodig is om goede inhoudelijke criteria te ontwikkelen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bruins Slot en Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 744 (29689). 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Dan de laatste motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de minister voornemens, is de onorthodoxe verdeelcriteria (t-1) per 1 januari 2019 voor zowel de wijkverpleging als de ggz te laten vervallen; 

overwegende dat het laten vallen van deze onorthodoxe verdeelcriteria pas kan als er goede inhoudelijke criteria zijn ontwikkeld; 

verzoekt de minister, de onorthodoxe verdeelcriteria (t-1) te behouden zolang er geen goede inhoudelijke criteria voor de risicoverevening zijn ontwikkeld, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bruins Slot en Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 745 (29689). 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Wij hebben maar twee minuten, maar ik had eigenlijk heel graag de achtergrond en het belang van deze moties willen uitleggen, zodat iemand die toevallig hiernaar luistert ook zou begrijpen wat de bandbreedteregeling, de onorthodoxe verdeelcriteria en de t-1-verdeelsystematiek zijn. Maar helaas resteert mij nog maar één seconde, dus dat kan ik niet doen. 

De voorzitter:

Maar misschien kunnen ze u een mail sturen. Dan kunt u het uitleggen. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Daar heb ik in het zomerreces weer de tijd voor. Dus dank, voorzitter, voor deze suggestie. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Voorzitter. Ik heb een tweetal moties. Ik zal het kort houden. Ik zal ze niet inleiden. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het nog onduidelijk is in hoeverre het invoeren van Solvabiliteit II invloed zal hebben op de risicoselectie binnen de Zorgverzekeringswet; 

van mening dat risicoselectie zeer onwenselijk is en dit nauwlettend in de gaten gehouden dient te worden; 

verzoekt de regering, jaarlijks te (laten) monitoren wat de invloed is van Solvabiliteit II op de risicoselectie, en de Kamer hierover te informeren, te beginnen met een nulmeting op 1 januari 2017, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Pia Dijkstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 746 (29689). 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

De volgende motie is: 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de regering zorgverzekeraars volledig risicodragend wil maken voor de curatieve ggz per 1 januari 2017; 

van mening dat de vereveningssystematiek (nog) niet passend genoeg is om verzekeraars te compenseren voor de groep verzekerden die langdurig, intensief gebruikmaakt van de curatieve ggz; 

van mening dat strikt gemonitord dient te worden dat er geen risicoselectie op deze groep plaatsvindt zolang de verevening voor de (curatieve) ggz wordt doorontwikkeld; 

verzoekt de regering, dit onderwerp specifiek mee te nemen in de monitor risicoselectie en de Kamer hierover jaarlijks te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Pia Dijkstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 747 (29689). 

Wij wachten weer even een momentje totdat de minister alle moties heeft, zodat zij haar oordeel kan geven. 

De minister kan beginnen haar oordeel te geven over de moties. 

Minister Schippers:

Voorzitter. Wij hebben hier heel erg uitgebreid over gediscussieerd in het algemeen overleg. Vandaar dat ik vrij snel kan reageren. 

De motie-Leijten op stuk nr. 741 vraagt een einde te maken aan de budgetpolis. Wat de budgetpolis is, weten wij niet precies. Het gaat wel over selectieve contractering. Het onderzoek van de NZa geeft geen argumenten voor deze motie, omdat daaruit blijkt dat er veel breder wordt gecontracteerd dan je zou verwachten bij een budgetpolis. Dus ik wil deze motie echt ontraden. 

De motie-Leijten op stuk nr. 742 vraagt een einde te maken aan het vrijwillige eigen risico. Wij hebben op verzoek van de Kamer een onderzoek ingesteld naar het eigen risico. Dat komt na het reces. Het CPB doet dat onderzoek. Het eigen risico heeft ook voordelen. Ik vind het belangrijk om het onderzoek naar het vrijwillige eigen risico eerst af te wachten en ontraad dus de motie. 

De motie-Bruins Slot op stuk nr. 743 verzoekt de regering een onderzoek te laten uitvoeren naar de overcompensatie van jonge verzekerden. Wij betalen allemaal premie. Wij compenseren verzekeraars met veel mensen met hoge lasten, want die moeten zij voor dezelfde premie accepteren. Zij mogen daar geen risicoselectie op doen. Ze hebben ook een acceptatieplicht. Dus er is geen sprake van overcompensatie van jonge verzekerden. Er is wel sprake van ondercompensatie van andere groepen verzekerden. Daar doen wij intensief onderzoek naar. Ik denk dat er weinig intensief onderzoek is gedaan in het verleden. In die zin doen wij massaal onderzoek naar onder- en overcompensatie. Dus ik zou deze motie willen ontraden. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Nu merk je dat het zich wreekt dat er relatief weinig tijd was om deze motie toe te lichten. Met deze motie bedoel ik dat in het systeem indirect overcompensatie plaatsvindt voor jonge verzekerden. Dat blijkt waarschijnlijk uit het systeem van de risicoverevening. Mijn vraag is of daar beter onderzoek naar gedaan kan worden. 

Minister Schippers:

Een jonge verzekerde betaalt premie. De verzekeraar verdient daar relatief aan, omdat de premie een gemiddelde is voor alle verzekerden. Met het onderzoek proberen we dit te compenseren. Indirect zit deze notie daar dus altijd in, want we bekijken altijd voor welke groepen meer kosten worden gemaakt dan de premie die de verzekeraars daarvoor krijgen. Bij deze groep is sprake van meerkosten. Dat hoeven we niet te onderzoeken; dat weten we. We onderzoeken waar we een verzekeraar moeten compenseren, opdat hij geen risicoselectie gaat toepassen en geen tekorten krijgt op die groep. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Mijn verzoek is dus om die groep, waarvan we dat weten, beter te onderzoeken om te bekijken of je, als je daarop gaat sturen, ook iets bereikt voor de chronisch zieken en gehandicapten. Dat is dus het omdraaien van de aanvliegroute. Het leek mij interessant om dat nader te bezien. 

Minister Schippers:

Ik denk dat het echt weinig zinvol is om dat onderzoek te doen, want we weten al dat iemand die jong is, meer geld binnenbrengt dan hij opsoupeert. Als je de groepen die verlieslatend zijn, vooraf kunt identificeren, kun je daar iets aan doen in de compensatie. Daar is het onderzoek dus op gericht en daar wil ik het onderzoek ook op gericht houden. Ik blijf dus bij mijn oordeel. 

De voorzitter:

Wat was uw oordeel? 

Minister Schippers:

Ik ontraad de motie op stuk nr. 743. 

In de motie op stuk nr. 744 wordt verzocht om de ex-postbandbreedteregeling voor zowel de ggz als de wijkverpleging zo lang in stand te houden als nodig is om goede inhoudelijke criteria te ontwikkelen. Dat gebeurt ook. Ik heb in politiek opzicht alleen gezegd dat wij er wel druk op moeten houden dat deze criteria uiteindelijk weggaan, want anders zullen zij een perverse prikkel vormen voor de verzekeraar. Ik heb dus niet nu al beleidsvoornemens om die regeling af te schaffen. Deze motie is in die zin overbodig, want ik heb op dat punt niets ingediend. 

Dat ligt anders bij de volgende motie, de motie op stuk nr. 745. Daarmee verzoekt mevrouw Bruin Slot om t-1 te behouden zolang er geen goede inhoudelijke criteria voor de risicoverevening zijn ontwikkeld. De AMvB waarmee bandbreedteregeling is afgeschaft, is vorig jaar al aangenomen door de Kamer. Die afschaffing treedt ook gewoon in werking. Ik vind het ook heel goed dat we dat doen, want met de compensatie zoals wij die nu toepassen bij de risicoverevening, lijden de verzekeraars daar op populatieniveau eigenlijk geen verlies op. We moeten t-1 wel zo snel mogelijk vervangen, maar ik zou deze motie dus willen ontraden. 

Met de volgende motie wordt verzocht om de invloed van Solvency II op de risicoselectie te monitoren en de Kamer daarover te informeren. 

De voorzitter:

Dat is de motie op stuk nr. 746. 

Minister Schippers:

Dat is de motie op stuk nr. 746 van mevrouw Dijkstra. Solvency II wordt in Europees verband geëvalueerd. In de motie wordt gevraagd om dat jaarlijks te doen. Ik vind het wat ver gaan om dat echt jaarlijks te gaan doen. De NZa doet wel onderzoek naar risicoselectie. Volgens mij is zij nu aan haar derde onderzoek toe. Dit is dus geen onontgonnen gebied, maar ik vind dat het wel heel erg veel van de capaciteit zou eisen om dit onderzoek jaarlijks te herhalen. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Wat zou de minister wel een goede regelmaat vinden? 

Minister Schippers:

Ik zou dat even moeten navragen, want ik kan de hiervoor benodigde capaciteit niet inschatten. Ik krijg alleen het bericht dat het echt heel veel capaciteit zou vergen als je dit ieder jaar zou doen. Dat moeten we dus niet willen, maar ik zal even nagaan wat een redelijke cyclus zou kunnen zijn. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Is het een idee om in de motie te zetten: zo vaak als mogelijk? Dan kan dat later worden ingevuld. 

Minister Schippers:

U kunt ook zeggen: periodiek, want dan zit er een zekere regelmaat in. Als u dat doet, laat ik het oordeel aan de Kamer. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Prima. 

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, u wilt nog iets zeggen over een van uw eigen moties? 

Mevrouw Leijten (SP):

Ik wil mijn motie op stuk nr. 742 aanhouden. 

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Leijten stel ik voor, haar motie (29689, nr. 742) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

Minister Schippers:

In de motie-Pia Dijkstra op stuk nr. 747 wordt verzocht om specifiek het onderwerp van de curatieve ggz mee te nemen in de monitor, diezelfde monitor waar we het nu over hebben. Als dat technisch mogelijk is, ben ik daartoe bereid. Ik zal eerst moeten kijken of het technisch kan. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Kan de minister dat op korte termijn laten weten? 

Minister Schippers:

Ik ga u dat heel snel laten weten, nog vandaag. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Prima, dan hoef ik de motie niet aan te houden. 

De voorzitter:

Als het mogelijk is, zult u het oordeel aan Kamer laten? 

Minister Schippers:

Als het mogelijk is, ja. 

De voorzitter:

Dan komt het advies nog. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Over de ingediende moties wordt vanavond aan het eind van de vergadering gestemd. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Voorzitter: Elias

Naar boven