47 Materieel Defensie

Aan de orde is het VAO Materieel Defensie (AO d.d. 29/06). 

De voorzitter:

Wij gaan door met het volgende VAO, met een spreektijd van twee minuten. 

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. De PVV is al jaren tegen de export van wapens naar islamitische landen, onder andere omdat je maar nooit weet in wiens handen dat materiaal uiteindelijk terechtkomt en tegen wie het uiteindelijk gebruikt gaat worden. Je kunt die landen namelijk gewoon niet vertrouwen, en dat is onlangs nog weer bevestigd door de verduistering van een grote hoeveelheid wapens in Jordanië, nota bene met medewerking van hoge veiligheidsfunctionarissen van de Jordaanse inlichtingendienst. Nu wil Nederland militair materieel schenken en verkopen aan dat land. Daarover gaat mijn eerste motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat Nederland voornemens is militair materieel te schenken aan Jordanië; 

constaterende dat hooggeplaatste officieren binnen de Jordaanse inlichtingendienst betrokken zijn geweest bij het verduisteren en doorverkopen van wapens; 

verzoekt de regering om geen militair materieel te schenken aan Jordanië, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Roon. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 179 (27830). 

De heer De Roon (PVV):

Ik heb een tweede motie, die ik meteen ga voordragen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat Defensie op het punt staat om akkoord te gaan met de aanschaf van nieuwe tankvliegtuigen in het kader van het Multi Role Tanker Transportproject; 

overwegende dat er geen onomkeerbare stappen gezet mogen worden voordat de financiële gevolgen voor Defensie zichtbaar zijn; 

verzoekt de regering om geen verplichtingen aan te gaan met betrekking tot de aanschaf van nieuwe tankvliegtuigen voordat de Kamer is ingelicht over de financiële gevolgen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Roon. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 180 (27830). 

De heer De Roon (PVV):

Dan mijn laatste motie. Die spreekt ook voor zich, denk ik. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de Zr. Ms. Van Amstel de afgelopen weken ruim 1.000 gelukszoekers heeft opgepikt uit de Middellandse Zee en in Europa aan land heeft gezet; 

constaterende dat het kabinet de mogelijkheid onderzoekt om een marineschip in te zetten voor de operatie EUNAVFOR MED Sophia; 

verzoekt de regering om geen marineschepen meer in te zetten als veerdienst voor gelukszoekers, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Roon en Fritsma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 181 (27830). 

Dan geef ik het woord aan de heer Houwers. Tegen de tijd dat u hier bent, is uw halve minuut al bijna voorbij. 

De heer Houwers (Houwers):

Voorzitter. Ik lees mijn motie voor. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de minister voornemens is 22.500 nieuwe helmen aan te schaffen waarvan afgerond 4.500 stuks bestemd zijn voor verstrekking vanuit een pool; 

van mening dat het de voorkeur heeft om op basis van need to have een helm te verstrekken en hier onderscheid te maken tussen een militair in het veld en een militair op kantoor; 

van mening dat het hebben van een goede helm een basisvereiste is voor de veiligheid van een militair en dat hier onder geen enkel beding op beknibbeld dient te worden; 

van mening dat het onacceptabel is dat er militairen in het veld gestuurd worden die een helm moeten delen; dit is niet alleen vanuit hygiënisch oogpunt onwenselijk, maar geeft ook geen blijk van waardering; immers wat is een militair zonder eigen helm; 

verzoekt de regering om geen pool van helmen aan te leggen en iedere militair die een helm nodig heeft een eigen helm te verstrekken, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Houwers. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 182 (27830). 

Ik waarschuw de minister. Ergens in de jaren vijftig is een keer KVP-staatssecretaris gevallen over de helmenaffaire. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

De voorzitter:

Ik geef graag het woord aan de minister. Overigens was het een PvdA-staatssecretaris en geen KVP-staatssecretaris. Ga uw gang. 

Minister Hennis-Plasschaert:

Dank u wel voor deze welgemeende waarschuwing, voorzitter. Ik zal haar goed in mijn oren knopen. 

Voorzitter. Ik begin bij de motie op stuk nr. 179 over Jordanië. Ook hierover hebben wij onlangs uitgebreid gesproken. De schenking aan Jordanië is een feit. Het is een coalitiepartner in de strijd tegen ISIS, en wat voor één. Het is een belangrijke gastheer geweest voor de Nederlandse F-16's voor een lange, lange periode, zoals de Kamer weet. Het Midden-Oosten, moet ik zeggen. Maar goed, inmiddels is dit natuurlijk een beetje … Nou goed, laat maar zitten. Laat ik daar even niks meer over zeggen. Hoe dan ook: feit is dat Jordanië een bevriend land is en een belangrijke partner in de strijd tegen ISIS. De schenking is een feit. Ik zal de motie ontraden. Tegen de heer De Roon zeg ik dat er echt voldoende waarborgen en veiligheidskleppen zijn ingebouwd. Je kunt niet zomaar materieel doorverkopen. 

Dan kom ik op de MRTT, de Multi Role Tanker Transport Aircraft. Ik heb ook daarover de vorige keer al aan de heer De Roon duidelijk gemaakt dat ik nooit zomaar de Kamer zal passeren. Als er echter bijvoorbeeld offertes van Airbus dreigen te verlopen, zal ik moeten handelen. Dat verwacht de Kamer, denk ik, ook van mij. Anders is het zomaar een miljoenenstrop, ook voor Nederland. Inmiddels heb ik nog steeds geen brief aan de Kamer kunnen doen toekomen over het eventueel tekenen van de MoU tijdens de top in Warschau. Dat is omdat een land nog steeds bedenkingen heeft waar ik nu niet op kan ingaan. Ik denk dat ik de heer De Roon gerust kan stellen als ik zeg dat het er niet naar uitziet dat ik dit weekend een MoU inzake de MRTT ga tekenen, tot mijn spijt. Ik hoop snel tijdens het reces bij de Kamer terug te komen met meer informatie over hoe dan wel verder met die MRTT. Zoals de Kamer weet, zijn wij lead nation en ook afhankelijk van andere landen. Ik zal de motie op stuk nr. 180 ontraden. 

Ik kom bij de motie op stuk nr. 181, over de Van Amstel. De heer De Roon verwijst naar de kennisgevingsbrief die hedenmiddag naar de Kamer is uitgegaan. Het is slechts een kennisgevingsbrief. Dat betekent dat we kijken naar eventuele mogelijkheden. Het gaat dan niet alleen maar om het tegengaan van irreguliere migratie, maar ook over bijvoorbeeld — en ik denk dat de heer De Roon dat heel belangrijk vindt — het handhaven van een wapenembargo en, met andere woorden, het stoppen van wapensmokkel door Libië. Dat is een direct risico, ook voor Nederland. Het gaat bijvoorbeeld ook over het trainen van de Libische kustwachtautoriteiten. Kortom: er zit een aantal aspecten aan die ik in ieder geval voldoende serieus vindt om daar nader naar te kijken. Als we er nader naar gaan kijken, krijgt de Kamer een kennisgevingsbrief. Ook deze motie ontraad ik. 

De voorzitter:

Mijnheer De Roon, bij voorkeur vragen en geen discussie. Anders komen we met de tijd niet uit en gaan we dingen dupliceren. 

De heer De Roon (PVV):

Ik vraag dan of de minister de motie wel goed gelezen heeft. De motie vraagt namelijk niet om dat schip daar niet naartoe te laten gaan. De motie vraag om, als er enig schip naartoe gaat, dat dan niet meer als veerdienst voor gelukszoekers te laten functioneren. 

Minister Hennis-Plasschaert:

Ik begrijp de opmerkingen van de heer De Roon, maar van een veerdienst is wat mij betreft geen sprake, of dat nu in de Egeïsche Zee of in de Middellandse Zee is. Mensen worden teruggebracht naar het land van herkomst dan wel het doorreisland. Ze gaan de procedure in. Ik moet deze motie dus ontraden. 

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 182. Gelukkig wordt er bij Defensie ook over nagedacht hoe het nou moet met de helmen. Ik begrijp de motie, maar laat ik helder zijn: militairen die een helm nodig hebben, krijgen die. Daarmee wil ik deze discussie graag even beëindigen. De bedrijfsvoeringsaspecten staan echt ook bij ons helder op het netvlies. Ik ga deze motie dus ontraden. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Dank u zeer. Ik stel u voor om later op de avond of vroeg in de morgen over de ingediende moties te stemmen. 

Naar boven