Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 200 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2023

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2022–2023

GERAAMDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Geraamde uitgaven IX Financiën verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 14.154,5 mln.

Figuur 2 Geraamde ontvangsten IX Financiën (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 201.164,3 mln.

Figuur 3 Geraamde belastingontvangsten IX Financiën verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 198.949,1 mln.

Figuur 4 Geraamde niet-belastingontvangsten IX Financiën verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 2.215,1 mln.

Figuur 5 Geraamde uitgaven IX Nationale Schuld verdeeld over beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 38.885,3 mln.

Figuur 6 Geraamde ontvangsten IX Nationale Schuld verdeeld over beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 69.375,0 mln.

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Artikelen 1, 2 en 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van deze wetsartikelen worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

De minister van Financiën Sigrid A.M.Kaag

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

1. Leeswijzer

Het werkterrein van het ministerie van Financiën

Voor u ligt de begroting 2023 van het ministerie van Financiën, begrotingshoofdstuk IX (Financiën en Nationale Schuld) van de Rijksbegroting. In de begroting staan de belangrijkste beleidsdoelen voor 2023 en de financiële gevolgen hiervan.

Waar relevant wordt in de begroting verwezen naar kamerstukken of andere beschikbare begrotingsinformatie. De Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) en de Comptabiliteitswet (CW) vormen het regelgevend kader voor de begroting.

Vanwege tussentijdse afrondingen op duizenden, miljoenen of miljarden euro’s kan de som der delen afwijken van het totaal in de tabellen.

Opbouw van de begroting

Hoofdstuk 2: de beleidsagenda

Dit hoofdstuk geeft de beleidsprioriteiten weer. Dit zijn de belangrijkste beleidsdoelen van het ministerie van Financiën. Ook bevat dit hoofdstuk een overzicht van de coronamaatregelen, een overzicht van de belangrijkste beleidsmatige mutaties, een openbaarheidsparagraaf, de strategische evaluatie agenda (SEA) en een overzicht van de risicoregelingen.

Hoofdstuk 3: de beleidsartikelen voor Financiën (IXB)

De beleidsartikelen voor Financiën (IXB) zijn:

  • artikel 1 Belastingen;

  • artikel 2 Financiële markten;

  • artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector;

  • artikel 4 Internationale financiële betrekkingen;

  • artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen;

  • artikel 6 Btw-compensatiefonds;

  • artikel 9 Douane;

  • artikel 13 Toeslagen.

Hoofdstuk 4: de niet-beleidsartikelen

De niet-beleidsartikelen zijn:

  • artikel 8 Apparaat;

  • artikel 10 Nog onverdeeld.

Hoofdstuk 5: de beleidsartikelen voor Nationale Schuld (IXA)

De beleidsartikelen voor Nationale Schuld (IXA) zijn:

  • artikel 11 Financiering staatsschuld;

  • artikel 12 Kasbeheer.

Bijlagen

Er zijn zeven bijlagen opgenomen:

  • Bijlage 1: Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s) en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT’s)

  • Bijlage 2: Specifieke uitkeringen

  • Bijlage 3: Verdiepingshoofdstuk

  • Bijlage 4: Moties en toezeggingen

  • Bijlage 5: Uitwerking strategische evaluatie agenda

  • Bijlage 6: Rijksuitgaven Caribisch Nederland

  • Bijlage 7: Lijst van afkortingen

Financiering staatsschuld en kasbeheer (Nationale Schuld)

Sinds 2013 behandelt begroting IX tevens de schuld van de Nederlandse Rijksoverheid. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de schuld die extern wordt gefinancierd, door bijvoorbeeld banken, beleggers en pensioenfondsen, en de schulden of tegoeden die verschillende aan de schatkist gelieerde instellingen – via het geïntegreerd middelenbeheer – hebben bij het ministerie van Financiën. De extern gefinancierde schuld wordt in artikel 11 Financiering staatsschuld behandeld. Het geïntegreerd middelenbeheer wordt behandeld in artikel 12 Kasbeheer. De artikelen worden middels een aparte begrotingsstaat vastgesteld.

De begroting van de Nationale Schuld heeft twee specifieke eigenschappen. De eerste eigenschap is dat de rente-uitgaven en renteontvangsten op transactiebasis worden verantwoord, in plaats van op kasbasis zoals bij alle andere onderdelen van de Rijksbegroting. Dit is vastgelegd in de CW 2016, artikel 2.19. Met de registratie van rente op transactiebasis voor de Nationale Schuld wordt aangesloten bij de Europese voorschriften van het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR) 2010. De tweede eigenschap is dat er voor beide artikelen wordt uitgegaan van het principe dat de aangegane financiële verplichtingen gelijk zijn aan de uitgaven (kas = verplichtingen). Beide artikelen kennen geen verplichting om afzonderlijke ramingen op te nemen van de verwachte kasuitgaven en de verwachte juridisch vastgelegde financiële verplichtingen. Dit is het gevolg van de inherente onvoorspelbaarheid van de leenbehoefte van de Staat (artikel 11) en de fluctuerende geldstromen in het geïntegreerd middelenbeheer (artikel 12).

Financiële instrumenten

Bij het indelen van de uitgaven naar financieel instrument wordt aansluiting gezocht bij de rol en verantwoordelijkheid van de minister. Hierdoor wordt de wijze waarop de uitgaven het ministerie verlaten leidend voor de indeling naar financiële instrumenten. Het ministerie van Financiën maakt daarom, naast de standaard financiële instrumenten zoals opdrachten en garanties, ook gebruik van drie eigen instrumenten: financiering (vermogensverschaffing/-onttrekking), rente, en rekening-courant en deposito’s.

Het instrument financiering (vermogensverschaffing/-onttrekking) wordt gebruikt op artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector bij onder meer kapitaalinjecties in staatsdeelnemingen en dividendontvangsten. De definitie van financiering is als volgt: «van een financiering wordt gesproken, indien een financiële bijdrage aan een wederpartij wordt verstrekt als kapitaalverschaffing voor een investeringsgoed of als algemene vermogensverschaffing voor die wederpartij (een instelling, bedrijf of onderneming). Als een financiële bijdrage wordt verstrekt in de exploitatiesfeer, wordt gesproken van bekostiging. Bij een financiering voert de organisatie die de financiering ontvangt, de kapitaalverstrekking als kapitaalontvangst op de balans op». Van een staatsdeelneming is sprake als de Staat aandelen bezit in een privaat bedrijf.

Het instrument rente komt onder meer terug op artikel 11 en 12 over de financiering van de staatsschuld en het kasbeheer. Op artikel 11 en 12 wordt daarnaast gebruik gemaakt van het instrument leningen. In tegenstelling tot de meeste leningen op de Rijksbegroting gaat het op artikel 11 om leningen die aan de Staat verstrekt worden voor de financiering van de staatsschuld. Op artikel 12 is ook het instrument rekening-courant en deposito’s opgenomen. Het gaat hier om de bankrekeningen waarop geldstromen van decentrale overheden, de sociale fondsen en andere aan de Rijksoverheid gelieerde instellingen in- en uitvloeien.

Motie Schouw

In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. De landenspecifieke aanbevelingen voor 2023 hebben geen gevolgen voor de departementale begroting van Financiën.

Groeiparagraaf

Het ministerie van Financiën werkt doorlopend aan stapsgewijze verbeteringen in de informatievoorziening aan de Kamer en de burger. Dit is een samenspel van eigen ambities en inzichten, en wensen vanuit de Kamer. Ten opzichte van de ontwerpbegroting Financiën en Nationale Schuld 2022 zijn de volgende verbeteringen doorgevoerd.

Artikel 6 Btw-compensatiefonds - Prestatie-indicator

De nieuwe indicator Percentage uitgevoerde fiscaal inhoudelijke uitvoerings- en toezichtactiviteit inzake BTW Compensatiefonds (BCF) bij gemeenten en provincies vervangt de indicator percentage gemeenten en provincies waarvan de mogelijkheid tot klantbehandeling in de actualiteit beoordeeld is. De nieuwe indicator sluit beter aan bij de strategie op het segment Grote Ondernemingen, waar gemeenten en provincies ook onder vallen.

Artikel 9 Douane en artikel 13 Toeslagen - Toerekening indirecte uitgaven van de Belastingdienst

In de ontwerpbegroting IX 2023 is de toerekening van uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van de Douane en Toeslagen doet meerjarig herijkt. De toerekening wordt jaarlijks herijkt in de volgende ontwerpbegrotingen.

Artikel 13 Toeslagen - Prestatie-indicatoren

In artikel 13 Toeslagen in de ontwerpbegroting IX 2022 stond één indicator burgertevredenheid opgenomen. Dit betrof de realisatie op de vraag in het burgeronderzoek: «Hoe tevreden ben je in het algemeen over de dienstverlening van de Dienst Toeslagen?» In de groeiparagraaf van de begroting is destijds aangegeven dat de indicator burgertevredenheid verder zou worden uitgewerkt in daaronder liggende subjectieve indicatoren en te verankeren in de Ontwerpbegroting IX 2023. Toeslagen heeft haar burgeronderzoek afgerond. Omdat er nog een analyse plaats moet vinden om tot goede drivers te komen, streeft Toeslagen ernaar de onderliggende indicatoren inclusief streefwaarden in het Jaarplan 2023 en in de Ontwerpbegroting IX 2024 te verankeren.

Artikel 8 Apparaat Kerndepartement - Naamswijziging

De naam van artikel 8 'Apparaat Kerndepartement' is met ingang van de Ontwerpbegroting 2023 gewijzigd in 'Apparaat’. De aanleiding hiertoe is dat de inspectie belastingen, toeslagen en douane (IBTD) in artikel 8 is opgenomen en de term ‘kerndepartement’ niet aansluit bij de onafhankelijkheid die de IBTD ten opzichte van het kerndepartement heeft.

2. Beleidsagenda

2.1 Beleidsprioriteiten

Inleiding

Als ministerie van Financiën gaan we over geld. Geld van ons allemaal, voor ons allemaal. We werken in dienst van een financieel gezond Nederland. Het ministerie van Financiën beheert de begroting, de belastingen en de staatskas in Nederland. Het is de taak van het ministerie om er op toe te zien dat het geld van de Nederlandse overheid goed besteed wordt. Het doel is dat Nederland financieel gezond is en een sterke economie heeft, nu en in de toekomst.

Het werk van het ministerie van Financiën gaat echter over meer dan cijfers en geld alleen. Het gaat over mensen. Mensen met verwachtingen, zorgen, vragen, dromen en plannen. Het ministerie van Financiën luistert naar wat er speelt in de samenleving van vandaag en heeft aandacht voor hoe Nederlanders hun toekomst zien. Met die kennis en inzichten leggen we samen met andere ministeries en binnen ons internationale netwerk de juiste verbindingen en brengen we Nederland verder. We zorgen ervoor dat Nederland en onze economie klaar zijn voor de steeds sneller veranderende wereld van morgen. En natuurlijk is daar geld voor nodig. Dat geld brengen burgers en bedrijven via belastingen bijeen, en verdeelt de overheid over zaken die we als samenleving belangrijk vinden. Daarvoor moeten er keuzes worden gemaakt en worden ingegrepen als dat nodig is. Om ons land financieel gezond te houden, moet onze economie namelijk in balans blijven en tegelijk ook ruimte krijgen om te groeien.

Ondanks dat de economie beter dan verwacht door de coronacrisis is gekomen, blijven de huidige economische omstandigheden met veel onzekerheden omgeven door de impact van de oorlog in Oekraïne. De gestegen energieprijzen zorgen voor een terugval in de koopkracht. Het kabinet heeft een stevig maatregelenpakket voorgesteld met inkomenssteun voor vooral lage en lage middeninkomens. Hier gaan we bij thema 1 ´Gezonde en duurzame economie in een internationale omgeving’ verder op in.

Thema 2 ‘(fiscaal) beleid en de uitvoering’ gaat in op de beleidsprioriteiten van de uitvoeringsorganisaties en het (fiscaal) beleid wat daarmee te maken heeft. Hierbij hebben we aandacht voor de fouten die in het verleden gemaakt zijn en die we moeten herstellen. Specifiek voor de toeslagengedupeerden, is het programma directoraat-generaal (pDG) Herstel per 1 januari 2022 opgericht om de regie en coördinatie van de aanpak van herstel aan de gedupeerden te voeren. Ook kijken we vooruit om het beleid en de organisaties toekomstbestendig te maken. We werken aan beleid en uitvoering waarbij burgers en bedrijven centraal staan.

Vanwege kritiek op de manier waarop het ministerie van Financiën het parlement van informatie voorziet, startte in de zomer van 2021 het drie jaar durende Departementale Programma Informatie op Orde (IOO). In ’2.4 openbaarheidsparagraaf' gaan we verder in op hoe we de informatiehuishouding zullen verbeteren en wat dat oplevert.

Ook werken we samen aan een financieel gezond Nederland. Met collega’s, binnen teams, tussen afdelingen en natuurlijk met de samenleving. We slaan nieuwe bruggen tussen uitvoering en beleid, organiseren meer bijeenkomsten met stakeholders en zorgen ervoor dat onze kennis op peil blijft. Dit doen we door te verbinden met de omgeving, te investeren in ambtelijk vakmanschap, samen te werken vanuit meerwaarde en de vitaliteit en veerkracht van de medewerkers te versterken.

Met bovengenoemde beleidsprioriteiten wil het ministerie van Financiën de problemen uit het verleden rechtzetten, de hedendaagse ontwikkelingen zoals de oorlog in Oekraïne zo goed mogelijk doorkomen en de manier van werken en de prestaties van het ministerie van Financiën verbeteren. Zo draagt het ministerie van Financiën in 2023 bij aan het versterken van een financieel gezond Nederland.

Figuur 7

Thema 1: Gezonde en duurzame economie in een internationale omgeving

a) Gezonde overheidsfinanciën en verantwoord begrotingsbeleid

Impact externe ontwikkelingen en budgettair beleid

De omstandigheden waarbinnen het kabinet het begrotingsbeleid voert blijven onrustig en zijn met veel onzekerheden omgeven. De economie is beter dan verwacht door de coronacrisis gekomen, maar dit positieve nieuws wordt overschaduwd door de impact van de oorlog in Oekraïne. Naast veel menselijk leed veroorzaakt deze crisis nieuwe financiële onzekerheid die de Nederlandse economie raakt.

Tegen deze achtergrond doet het kabinet ambitieuze investeringen op het terrein van klimaat, stikstof en onderwijs die belangrijk zijn voor onze toekomst. Hiervoor heeft het kabinet in het coalitieakkoord veel geld uitgetrokken. Ook voor het compenseren van het koopkrachtverlies door de gestegen energieprijzen heeft het kabinet een uitgebreid pakket aan maatregelen voorgesteld. Dit pakket biedt gerichte steun aan de meest kwetsbare groepen die het grootste risico lopen om niet meer rond te kunnen komen. Daarnaast gaat door de verhoging van de arbeidskorting werken structureel meer lonen.

Het kabinet streeft hierbij naar gezonde en beheersbare overheidsfinanciën en een verantwoord begrotingsbeleid. Om die reden moeten we aanvullende wensen voorzien van structurele budgettaire dekking. Net als bij de coronacrisis kiest het kabinet ervoor om uitgaven direct gerelateerd aan de oorlog in Oekraïne ten laste te laten komen van het begrotingssaldo, om te voorkomen dat zij ten koste gaan van andere uitgaven. Hiermee wordt tijdelijk afgeweken van de Nederlandse begrotingsregels. Daarnaast is het van belang dat de rechtmatigheid van de overheidsuitgaven en verplichtingen op een hoger niveau komen. Om dit te bevorderen is een taskforce geïnitieerd die hier diverse initiatieven voor zal gaan ontplooien.

Vanwege de wereldwijde onzekerheid, blijven ook de ramingen voor de overheidsfinanciën onzeker. Volgens de recentste inschatting komt het EMU-saldo voor 2022 uit op ‒ 0,9 procent bbp (-8,5 miljard euro). De EMU-schuld wordt geraamd op 49,8 procent bbp (464,4 miljard euro). Voor 2023 bedragen de ramingen voor EMU-saldo en EMU-schuld respectievelijk ‒ 3,0 procent bbp (-29,6 miljard euro) en 49,5 procent bbp (491,7 miljard euro).

Europese ontwikkelingen

Stabiliteits- en Groeipact (SGP)

Elke vijf jaar wordt het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) geëvalueerd en mogelijk hervormd. Eventuele voorstellen van de Europese Commissie om het SGP aan te passen, worden in de tweede helft van 2022 verwacht. Nederland staat constructief tegenover de modernisering van het SGP wanneer deze is gericht op de houdbaarheid van de schulden en gezamenlijke economische groei. Effectieve handhaving is hierbij een vereiste. Nederland staat open voor aanpassingen, mits er goede waarborgen zijn dat deze drie elementen voldoende zijn geadresseerd in een gemoderniseerd SGP. De Kamerbrief ‘Nederlandse inzet inzake het Stabiliteits- en Groeipact (SGP)’1 biedt meer informatie over de modernisering van het SGP en de Nederlandse inzet in deze onderhandelingen.

Recovery and Resilience Facility (RRF)

De faciliteit voor herstel en veerkracht (Recovery and Resilience Facility, RRF)2 biedt EU-lidstaten financiële steun om gezamenlijk te werken aan duurzaam economisch herstel na de coronacrisis. En om de weerbaarheid van hun economieën tegen toekomstige crises te versterken. De resterende herstelplannen van Nederland en Hongarije worden naar verwachting in 2022 goedgekeurd. 2023 zal in het teken staan van de uitvoering van deze plannen. Nederland hecht er aan dat de Europese Commissie bij uitbetalingen aan lidstaten een gedegen beoordeling toevoegt van de wijze waarop deze lidstaten hun plannen hebben uitgevoerd. Als lidstaten gebruik wensen te maken van het resterende leningendeel van de RRF, kunnen zij ook in 2023 nog herstelplannen indienen. Het kabinet is zelf niet van plan om een lening aan te vragen uit de RRF omdat Nederland zelf tegen gunstigere voorwaarden kan lenen op de kapitaalmarkt.

Nieuwe Eigen Middelen

De Europese Commissie heeft eind 2021 drie voorstellen gepresenteerd voor nieuwe eigen middelen om de EU-begroting en de terugbetaling van Next Generation EU-leningen te financieren.

De Commissie stelt voor de toekomstige inkomsten uit enkele beleidsvoorstellen te gebruiken als grondslag voor de EU-afdrachten van lidstaten. Het betreft de beleidsvoorstellen voor een uitbreiding van het EU-emmissiehandelssysteem (ETS), een koolstofcorrectie aan de grens (CBAM) en een nationale belasting op restwinsten van multinationale ondernemingen (Pijler 1 uit het akkoord van de OESO Inclusive Framework). De grondslagen voor deze nieuwe eigen middelen hangen dus nauw samen met de vormgeving van deze beleidsvoorstellen. De beleidsvoorstellen tot een ETS en CBAM dragen bij aan vergroening van de economie. Om die reden worden zij in deze beleidsagenda onder het gelijknamige thema toegelicht (zie 1c). Voor de belasting op restwinsten (Pijler 1) presenteert de Commissie een Richtlijnvoorstel, op zijn vroegst in het najaar van 2022. Een appreciatie van het kabinet over deze voorstellen is opgesteld in het BNC-fiche.3

Oekraïne

In februari 2022 is Rusland Oekraïne binnengevallen. Nederland heeft Oekraïne tot dusverre op verschillende manieren bijgestaan, zo hebben wij een garantie van € 100 mln. gegeven op een lening van de Wereldbank. Daarnaast zal Nederland, samen met de Europese Unie en internationale financiële instellingen, Oekraïne blijven ondersteunen gedurende de oorlog en tijdens de wederopbouw. In artikel 4 gaan we hier nader op in.

b) Integere en stabiele economie

Bedreigingen/sancties

Afhankelijk van de ontwikkelingen in Oekraïne zal de EU Rusland sancties blijven opleggen. Bij ieder nieuw sanctiepakket wordt bezien welke gevolgen dit heeft voor de Douane, hoe de handhaving hierop in te richten en wat daarvoor nodig is. Financiën is en blijft verantwoordelijk voor de uitzonderingen op en interpretatie van sancties voor de financiële sector in Nederland. Los van de ontwikkelingen in Oekraïne is Financiën bezig met het verkennen van verbetermogelijkheden van het huidige toezicht op sancties.

De Douane heeft een belangrijke taak bij de uitvoering van de ingestelde sanctiemaatregelen tegen Rusland en Belarus. Voorbeelden daarvan zijn het beoordelen van vracht- en koerierszendingen van en naar Rusland en Belarus, het scannen van postzakken, het beoordelen van containers in de Rotterdamse haven en het onder toezicht plaatsen van schepen en vliegtuigen.

De ontwikkelingen in Oekraïne hebben ook gevolgen voor de leveringszekerheid van energie in Nederland. De staatsdeelnemingen Gasunie en TenneT, waar de minister van Financiën aandeelhouder van is, spelen een grote rol bij het borgen van de leveringszekerheid van aardgas en elektriciteit. Verder beziet Financiën op basis van de sanctiepakketten wat de gevolgen zijn voor de belastingheffing en invordering.

Vestigings- en ondernemingsklimaat

Het kabinet zet in op een sterk vestigings- en ondernemingsklimaat terwijl de strijd tegen belastingontwijking onverminderd wordt voortgezet. Nederland heeft een ondernemingsklimaat met sterke (innovatieve) clusters4 waarin het ook voor internationaal opererende bedrijven aantrekkelijk is om zich te vestigen5. Tegelijkertijd constateert het kabinet dat het vestigings- en ondernemingsklimaat aandacht behoeft.6 Een voorspelbaar en stabiel fiscaal beleid draagt bij aan een sterk vestigings- en ondernemingsklimaat. Het is echter onwenselijk als het streven naar een aantrekkelijk fiscaal stelsel leidt tot intensieve belastingconcurrentie tussen landen en tot mogelijkheden voor belastingontwijking. Nederland heeft de afgelopen periode daarom internationale afspraken tegen belastingontwijking ingevoerd en nationale maatregelen genomen.7 Dat heeft het Nederlandse belastingstelsel aanzienlijk beter bestand gemaakt tegen belastingontwijkende organisaties en bedrijven. Het kabinet zet het komende jaar onder meer in op een effectieve implementatie van het akkoord dat binnen het Inclusive Framework van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) tot stand is gekomen. Het kabinet wil daarbij in Europa een leidende rol innemen. Nederland zal daarnaast ontwikkelingslanden ondersteunen bij de implementatie van het akkoord. Het kabinet zet zich tot slot in voor een voortvarende behandeling van het EU-richtlijnvoorstel om misbruik van doorstroomvennootschappen aan te pakken.

Financiële sector die dienstbaar, toegankelijk, weerbaar en toekomstgericht is

De coronacrisis heeft laten zien hoe belangrijk het is dat banken en verzekeraars voldoende buffers hebben en dat huishoudens weerbaar zijn. Om de stabiliteit van de economie te verbeteren zet het kabinet in op initiatieven op zowel landelijk als Europees niveau.

Binnen Nederland is er aandacht voor groepen die financieel kwetsbaar zijn, of dat door corona zijn geworden. Zo wordt er onder andere bijgedragen aan het voorkomen van betalingsachterstanden bij consumptieve kredieten en hoge hypotheekschulden onder huishoudens. Ook is het belangrijk dat financiële diensten voor iedereen toegankelijk en bereikbaar zijn. Zo streeft het ministerie ernaar dat iedereen kan deelnemen aan het betalingsverkeer, bijvoorbeeld door te zorgen dat er voldoende contant geld beschikbaar is voor wie daarmee wil betalen.

Op Europees niveau wordt onder andere het kapitaalraamwerk Bazel III aangepast, dat tot doel heeft de financiële stabiliteit van banken te waarborgen. Ook zetten we in op de versterking van de bankenunie. Daarnaast wordt de zogenoemde Solvency II richtlijn herzien, die zorgt voor een duurzaam bedrijfsmodel voor verzekeraars. De Europese Commissie werkt verder aan de uitwerking van het kapitaalmarktunie-actieplan8 dat in 2020 werd gepubliceerd. Op Europees niveau pleit de minister van Financiën voor een betere integratie van duurzaamheidsrisico’s in de Europese raamwerken voor verzekeraars (Solvency II) en pensioenfondsen (IORP II). Ook wordt onderzocht of duurzaamheidsrisico’s kunnen worden geïntegreerd in het generieke deel van de kapitaaleisen van banken (pillar 1 van het kapitaaleisenraamwerk). En zo ja, op welke wijze. Tot slot wordt witwassen en terrorismefinanciering op Europees en nationaal niveau tegengegaan door onder andere de bouw en doorontwikkeling van de registers van uiteindelijke belanghebbenden (UBO’s).

In 2023 wordt het onderzoek naar de positie van de fintech-sector in Nederland opgeleverd. Op basis hiervan en gesprekken met de toezichthouders en financiële sector zelf wordt vervolgens gewerkt aan een eventuele herijking van het FinTech-actieplan.

c) Vergroening en verduurzaming van de economie

Klimaat en fiscale vergroening

Het klimaatvraagstuk en de energietransitie hebben een centrale plaats in het beleid van dit kabinet. Het kabinet verhoogt de klimaatdoelstelling van 49% naar 55% emissiereductie in 2030 ten opzichte van 1990 en streeft zelfs naar een reductie van 60% in 2030. De fiscaliteit is daarin een belangrijk instrument. Het kabinet vergroent het belastingstelsel met maatregelen als het aanscherpen van de CO2-heffing voor de industrie en tariefaanpassingen en grondslagverbreding in de energiebelasting. Binnen de autobelastingen werken we ook aan een systeem voor betalen naar gebruik door tarieven van de motorrijtuigenbelasting kilometerafhankelijk te maken.

De vergroening van de ekv-portefeuille en groene obligaties

Het ministerie van Financiën zet samen met uitvoerder Atradius Dutch State Business (ADSB) in op de vergroening van de exportkredietverzekering (ekv). Internationaal werken we hieraan met de Export Finance for Future coalitie. Ook met onder andere banken en exporteurs is het ministerie over vergroeningsmogelijkheden in gesprek. Daarnaast heeft het kabinet de COP26-verklaring in Glasgow ondertekend. Dit betekent dat we vóór 2023 nieuwe, directe overheidssteun aan de internationale fossiele energiesector beëindigen.

Met de uitgifte van groene obligaties beogen we de groene kapitaalmarkt te bevorderen. Het gaat om investeringen en projecten op het terrein van hernieuwbare energie (waterstofbackbone, SDE-regeling), duurzaam vervoer (uitgaven en investeringen in onder andere hoogfrequentspoor), klimaatadaptatie (Deltafonds) en duurzaam watermanagement.

Vergroening Douane

Ook de Douane draagt bij aan vergroening, onder andere door het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM). CBAM-certificaten reguleren de in- en uitvoer van producten die relatief veel CO2-uitstoot veroorzaken, zoals staal. Deze regulering moet voorkomen dat producenten hun productie hiervan verplaatsen naar buiten de EU en daarmee het Emissions Trading System (ETS) omzeilen. Het is voorzien dat de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) de certificaten af zal geven. De Douane zal verantwoordelijk worden voor het controleren van de aanwezigheid van deze certificaten bij invoer.

Daarnaast is recent de verordening ontbossingsvrije producten gepubliceerd. Hierin staat een certificeringssysteem beschreven voor in- en uitvoer van producten die mogelijk tot ontbossing leiden. De bewijslast om aan te tonen dat een product ontbossingsvrij is ligt bij degene die in- en uitvoert. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit zal de inhoud van de certificaten controleren en verantwoordelijk zijn voor de verificatie van de certificaten en de goederen. De Douane monitort het volume van de ingevoerde goederen en controleert op aanwezigheid van de benodigde certificaten.

De rol van de staatsdeelnemingen in de energietransitie van staatsdeelnemingen

De staatsdeelnemingen Gasunie, Tennet, Havenbedrijf Rotterdam en Invest-NL spelen een belangrijke rol in de energietransitie. Als aandeelhouder draagt Financiën bij aan het verder verduurzamen van de activiteiten van deze bedrijven. Zo heeft het kabinet besloten om € 750 mln. toe te kennen aan Gasunie voor de ontwikkeling van het landelijk waterstofnet. Invest-NL heeft als doel tweederde van het beschikbare kapitaal van € 1,7 mld. te investeren in de carbon-neutrale en circulaire economie.

Klimaatbijdragen (internationale) financiële instellingen

Multilaterale banken spelen een centrale rol in de financiering van klimaatactie, met name in ontwikkelingslanden. Nederland blijft hen dan ook vragen om leiderschap te tonen wat betreft klimaatambitie. Het gaat om de Europese Investeringsbank (EIB), het IMF, de Wereldbank en de regionale investeringsbanken, zoals de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) en de Aziatische Infrastructuur Investeringsbank (AIIB).

Nederland vraagt deze banken om zich in te zetten voor de financiering van klimaatprojecten in de publieke, private en financiële sector in partnerlanden. Ook vragen we hen om hun portefeuilles in lijn te brengen met de Parijsdoelstellingen en om de financiering van fossiele brandstoffenprojecten te verminderen. Tenslotte moedigen we hen aan om klimaat prominent op te nemen in de gesprekken met ontvangende landen en in de nieuwe landenstrategieën.

Bijdrage van de financiële sector aan de duurzame transitie

Ook in 2023 wil Nederland de financiële sector en het bedrijfsleven betrekken bij de mondiale klimaatopgave. De financiële sector heeft met zijn zogenoemde klimaatcommitment het initiatief genomen bij te dragen aan de uitvoering van het Akkoord van Parijs en het Klimaatakkoord. Uiterlijk in 2022 presenteren zij actieplannen over hoe zij hun CO2-voetafdruk gaan terugbrengen. Financiën streeft naar een ambitieuze invulling van de actieplannen. De voortgangsrapportage eind 2022 vormt hiervoor een belangrijk beoordelingsmoment. Financiën vindt het daarnaast belangrijk dat bedrijven internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO). Er wordt daarom gewerkt aan IMVO-wetgeving op nationaal en Europees niveau. Hierbij zetten we in op duidelijkheid voor bedrijven en dus coherentie met andere EU-maatregelen.9

Thema 2: (Fiscaal) beleid en de uitvoering

a) Fiscaal beleid en uitvoering Belastingdienst

De inkomsten uit rijksbelastingen zijn van groot belang om de uitgaven van de rijksoverheid te financieren. Daarnaast zorgen we dat fiscale regelgeving bepaalde doelen stimuleert, zoals werkgelegenheid en klimaatvriendelijk gedrag, en andere dingen ontmoedigt, zoals roken en milieuvervuiling. Jaarlijks presenteren we op Prinsjesdag het Belastingplan met een pakket aanpassingen voor het volgende jaar en latere jaren. Daarnaast dienen we een aantal aparte wetsvoorstellen in voor het fiscaal beleid en voorstellen voor internationale beleidsontwikkeling vanaf 2023. Het kabinet heeft besloten om voortaan in het voorjaar de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda te versturen. Mede omdat beide Kamers hebben gevraagd om meer gelegenheid voor de behandeling van fiscale wetgeving. In deze agenda beschrijven we het fiscale beleid van het komende jaar. Daarmee wordt het mogelijk om nog voor het zomerreces met beide Kamers van gedachten te wisselen over de wetgeving die we op Prinsjesdag indienen.

Fiscale beleidsprioriteiten

De fiscale beleidsprioriteiten zijn onderverdeeld in negen thema’s, waarvan een uitgebreide beschrijving in de fiscale beleids- en uitvoeringsagenda10 gevonden kan worden:

1) Maatschappelijke verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven, hun belastingadviseurs en de rol van het onderwijs.

2) In kaart brengen van de complexiteit van het belastingstelsel met het oog op een vereenvoudiging van dat stelsel. Complexe regelingen kunnen dan mogelijk worden afgeschaft of vereenvoudigd. Gedacht wordt aan de afschaffing van de middelingsregeling en de vrijstelling voor de bpm voor bestelauto’s .

3) ‘Vergroening van de economie’ door bijvoorbeeld het aanscherpen van de CO2-heffing voor de industrie, tariefaanpassingen en grondslagverbreding in de energiebelasting en een systeem voor betalen naar gebruik.

4) Inzet op een aantrekkelijk vestigings- en ondernemingsklimaat en op het tegengaan van belastingontwijking, zie ook het thema ‘Integere en stabiele economie’.

5) Lasten verlagen en de bestaanszekerheid van werknemers en zelfstandigen versterken. We brengen de arbeidsmarkt meer in balans door de verschillen in de fiscale behandeling van werknemers en zelfstandigen te verkleinen, bijvoorbeeld door de afbouw van de zelfstandigenaftrek te versnellen.

6) Rechtsherstel11 voor belasting over vermogen. Er is voor de periode tot het nieuwe stelsel voor box 3 overbruggende wetgeving uitgewerkt.

7) Fiscale regelingen om de woningmarkt weer vlot te trekken en gezondheid te bevorderen. Dit thema betreft bijvoorbeeld de afschaffing schenkingsvrijstelling eigen woning en het verder differentiëren van de overdrachtsbelasting. Onder dit thema valt ook het stimuleren van een gezondere levensstijl. Dat doen we door de accijns op tabak te verhogen. We onderzoeken hoe op termijn een suikerbelasting ingevoerd kan worden en de BTW op groente en fruit naar 0% verlaagd kan worden.

8) Oog voor de menselijke maat en het borgen van rechtsbescherming bij het heffen en innen van belastingen.

9) Beleidsmatige verbeteringen in het fiscale stelsel van Caribisch Nederland.

Burgers en bedrijven centraal

De Belastingdienst werkt stap voor stap aan het terugwinnen van het vertrouwen. Uitgangspunt daarbij is dat de Belastingdienst burgers en bedrijven centraal stelt. Dat doet de dienst door te werken aan snelle, betrouwbare en zorgvuldige behandeling, deskundige en persoonlijke ondersteuning en effectief toezicht en fraudebestrijding. Daarnaast neemt de Belastingdienst zijn verantwoordelijkheid bij de bestrijding van fiscale en financiële criminaliteit. Uitgangspunten hiervoor staan in de Meerjarenvisie 2020-202512. In 2023 maakt de Belastingdienst een volgende slag in de begrijpelijkheid van brieven aan burgers en bedrijven. Ook streeft de dienst naar betere bereikbaarheid van balies, website en telefoon. Daarnaast zet de Belastingdienst in 2023 verdere stappen in zogenoemde vroegsignalering, om te voorkómen dat mensen in de problemen raken.

Om burgers en bedrijven centraal te kunnen stellen, is het belangrijk dat wet- en regelgeving uitvoerbaar is. De Belastingdienst toetst dit met uitvoeringstoetsen, doenvermogenscans en invoeringstoetsen. Ook is er meer aandacht voor het uitwisselen van signalen tussen beleid en uitvoering, zodat het beleid zo nodig kan worden aangepast. Verder doen we een verkennend onderzoek naar knelpunten rondom het doenvermogen van burgers in het huidige belastingstelsel.

Uit onderzoek is een dalende lijn geconstateerd voor het niveau van toezicht achteraf. De oorzaken van de dalende trend zijn een daling van de toezichtscapaciteit, een groeiende populatie en een complexe uitvoering die steeds arbeidsintensiever wordt. Dit geldt voor alle werkzaamheden in het toezicht, zowel voor het toezicht vooraf als het toezicht achteraf. Ook de komende jaren zal het niveau van toezicht een zorgpunt blijven. In 2023 werkt de Belastingdienst hier, binnen de bestaande kaders, aan de hand van een actieplan verder aan.

Herstellen van fouten

De hersteloperaties voor zowel Box 3, FSV (Fraude Signalering Voorziening) als MSNP (minnelijke schuldregeling) hebben een hoge prioriteit. Dit vereist in 2022 en ook in 2023 een grote inzet van de Belastingdienst. Het is – omdat er grenzen zijn aan het kunnen inwerken en opleiden van nieuwe medewerkers – onvermijdelijk dat het werk voor deze hersteltrajecten op zittend personeel neerkomt. Dit zal gevolgen hebben voor de uitvoering van reguliere taken van de Belastindienst. Het kan betekenen dat in 2022 maar ook in 2023 de kpi’s rond de afhandeltermijn bezwaarschriften, de bereikbaarheid van de Belastingtelefoon en het inningsproces niet gehaald worden. Ook het niveau van toezicht, dat al onder druk staat, kan geraakt worden door de hersteltrajecten.

Basis op orde voor een toekomstbestendige en wendbare Belastingdienst

Ook in 2023 wordt er verder gewerkt aan de basis van de Belastingdienst op orde krijgen. Daartoe bouwen we verder op de koers die afgelopen periode is ingezet. De pijlers hiervoor zijn ICT, personeel en sturing en beheersing.

Voor vrijwel al het werk en al onze ambities zijn uitstekende ICT‑voorzieningen nodig. De afgelopen jaren heeft de Belastingdienst - die ook het grootste deel van de ICT-voorzieningen voor Douane en Toeslagen verzorgt - dan ook hard gewerkt aan het ICT-verbeterprogramma (2020-2022). Dit programma heeft tot doel de ICT-organisatie zodanig te verbeteren dat deze doelmatiger en effectiever kan opereren. De Belastingdienst blijf hier ook in 2023 aan werken. Een belangrijke stap is de ontwikkeling van het zogenoemde meerjaren ICT-portfolio. Met behulp hiervan verbeteren we het meerjarig inzicht in de ICT-plannen. Dit maakt het gemakkelijker prioriteiten te kunnen stellen bij ambities van zowel de Belastingdienst, Douane als Toeslagen die ICT-capaciteit vragen. Dit portfolio ontwikkelen we verder in 2023, naar aanleiding van de ervaringen uit 2022. Daarbij worden de ICT-systemen stap voor stap bij de tijd gebracht.

Bij de Belastingdienst wordt in 2023 met het programma Informatiehuishouding op orde (IOO) verder gewerkt aan een open, transparante en controleerbare informatiehuishouding. Dit programma moet bijdragen aan betrouwbare informatie aan burgers en bedrijven. Ook moet het de Belastingdienst in staat stellen efficiënt en effectief te werken aan beleid en ervoor zorgen dat informatie conform wet- en regelgeving voor komende generaties beschikbaar blijft.

Op personeelsgebied investeren we in het tijdig binnenhalen én behouden van voldoende gekwalificeerd personeel. Dat is extra belangrijk in het licht van de onderbezetting in 2022 en de huidige krappe arbeidsmarkt, waarbij in het bijzonder gespecialiseerde functies in bijvoorbeeld de ICT of fiscaliteit soms lastig te vervullen blijken. Daarnaast hebben we aandacht voor de versterking van het vakmanschap van onze medewerkers en werken we aan een snelle en gestructureerde behandeling van signalen over hardheid in beleid en uitvoering.

In 2022 wordt het vierjarige programma Managementinformatie & Risicomanagement afgerond. Dit biedt de basis waarmee we vanaf 2023 de managementinformatie verder ontwikkelen. Tenslotte geeft de Belastingdienst in 2023 een eerste ‘In Control Statement’ af, dat inzicht geeft in de kwaliteit van de interne beheersing.

b) Beleid en uitvoering Toeslagen

Op het gebied van toeslagen hebben we de afgelopen periode hard gewerkt aan het herstellen van fouten uit het verleden en het verbeteren en vernieuwen van de dienstverlening aan burgers. Als onderdeel van de oprichting van een eigen Directoraat-Generaal (DG) Toeslagen hebben wij een missie vastgesteld die luidt: Toeslagen maakt vitale voorzieningen voor iedereen betaalbaar. Om deze missie waar te maken wil Toeslagen in nauwe samenwerking met de beleidsverantwoordelijke departementen SZW, VWS en BZK recht doen aan het verleden, presteren in het heden en anticiperen op de toekomst. Dit zijn de drie strategische doelstellingen die hieronder staan toegelicht. Daarnaast hebben wij twee organisatiebrede strategische ontwikkelopgaven geformuleerd. Aan de hand van deze opgaven willen we drie strategische doelstellingen bereiken.

Om het herstel aan de gedupeerden goed te coördineren, regisseren en uit te voeren, hebben we 1 januari 2022 het programma directoraat-generaal (pDG) Herstel opgericht. Een van de belangrijkste uitvoerders van het herstel is de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT).

1) Recht doen aan het verleden. UHT biedt hierbij financieel herstel aan gedupeerden van de kinderopvangtoeslag, aan hun kinderen en ex-partners en aan gedupeerden van de andere toeslagen. We werken daarbij intensief samen met gemeenten voor trajectzorg op de leefgebieden financiën, wonen, zorg, gezin en werk. Een andere belangrijke partner is de stichting Sociale Banken Nederland (SBN) die de schulden van de gedupeerde ouders afwikkelt. Daarnaast is UHT recent gestart met de hulp aan ouders in het buitenland die niet door de gemeenten geholpen kunnen worden. De regelingen voor gedupeerde ouders, voor kinderen, voor ex-partners en voor gedupeerden van de andere toeslagen worden in (een aanvulling op) de wet Hersteloperatie Toeslagen vastgelegd. Naar verwachting zullen in 2023 alle regelingen worden uitgevoerd. Door gedupeerden op een breed terrein van inkomen, zorg, wonen, schulden en emotioneel herstel integraal te helpen, laten we zien dat we de problematiek erkennen. Daarnaast helpen we gedupeerden met het maken van een nieuwe start. We hebben onze werkwijze herijkt, waardoor we beter aansluiten op de behoeften van de gedupeerde ouders, de kwaliteit van de hersteloperatie verbetert en méér recht doen aan het emotioneel herstel. Een belangrijk onderdeel hiervan is het gesprek dat een gedupeerde met de gemeente en een persoonlijk zaakbehandelaar kan voeren. We blijven continu kijken hoe het proces voor de ouders beter en sneller kan.

2) Presteren in het heden. We werken aan toeslagen met zorg en zekerheid voor iedereen, gericht op de drie burgerbeloften: «Wij staan voor u klaar», «U weet waar u aan toe bent» en «U krijgt waar u recht op heeft». Hierbij staan de begrippen ‘menselijke maat’, ‘zorgvuldigheid’, ‘betrouwbaarheid’ en «toekenningszekerheid» centraal. We blijven onze dienstverlening en uitvoeringsprocessen verbeteren en zo inrichten dat we hoge en onverwachte terugvorderingen voorkomen. We verhogen de burgertevredenheid als geheel en volgens de afzonderlijke burgerbeloftes. We verhogen de vaktechnische kwaliteit van onze beslissingen voor de burger en benutten de ruimte die wet en regelgeving biedt. Waar we geen ruimte zien, gaan we in gesprek met onze opdrachtgevers om knelpunten op te lossen. In de Stand van de Uitvoering geven we hier inzicht in. Onze strategie op het gebied van naleving, toezicht en handhaving wordt vernieuwd. We brengen, binnen de daartoe gestelde waarborgen zoals het inbouwen van een verplicht proces waarbij wordt vastgelegd op welke manier we voldoen aan de eisen uit onder meer privacy wetgeving, anti-discriminatie en zorgvuldig gebruik van algoritmen, balans tussen dienstverlening en toezicht. We doen dit transparant en traceerbaar.

3) Anticiperen op de toekomst. We zetten in op verbetering van beleid voor burgers en uitvoering. Samen met beleidsdepartementen voeren we de plannen uit het coalitieakkoord uit. We laten de gewerkte uren eis los, maar blijven de arbeidseis handhaven. Met het beleidsdepartement stemmen we af hoe we de transitie van het huidige stelsel naar een systeem van inkomensonafhankelijke en directe naar de kinderopvangorganisaties uitgekeerde vergoeding zo soepel mogelijk kunnen vormgeven. We realiseren ons dat we een organisatie zijn die in opbouw en transitie is. Dit zorgt voor uitdagingen, naast de structurele verbeteringen in het stelsel die zijn beoogd en uitgevoerd moeten worden. We bereiden ook wijzigingen in de huurtoeslag voor die in het coalitieakkoord staan. Dit zijn: het invoeren van normhuren, het afschaffen van subsidiëring van de servicekosten, het afschaffen van de maximum huurgrenzen en het verlagen van de jongeren leeftijdsgrens van 23 naar 21. Daarbij blijven we het huidige stelsel verbeteren. Hierbij betrekken we inventarisaties uit de Stand van de Uitvoering van Toeslagen en de inventarisatie uitgevoerd door Toeslagen en de betrokken beleidsdepartementen naar aanleiding van de motie Lodders/Van Weyenberg, die opriep om verbeteringen in het huidige toeslagenstelsel te onderzoeken en waar mogelijk door te voeren. Tenslotte kijken we voor alle toeslagen hoe we de uitvoering en dienstverlening aan burgers kunnen verbeteren. Het ophalen van signalen blijft een continu proces.

Deze drie strategische doelstellingen worden aangevuld met twee organisatiebrede strategische ontwikkelopgaven.

a) We werken aan een wendbare organisatie die de drie doelstellingen kan uitvoeren. In de eerste plaats door het behouden en werven van gekwalificeerde en vitale medewerkers. Daarnaast door goede informatie te geven aan burgers en medewerkers. We passen deze continu aan nieuwe wensen. Om dit te bereiken willen we meer personeel werven dat informatiesystemen kan verbeteren en vereenvoudigen en de gewenste wijzigingen kan prioriteren. Samen met onze opdrachtgevers en onze eigenaar willen we de onderlinge samenwerking binnen de zogenaamde 'driehoek’ nog verder versterken.

b) Met ‘bouwen in verbinding‘ proberen we de verbinding met burgers te herstellen. We gaan of blijven in dialoog met stakeholders en de medewerkers van Toeslagen. We investeren in ons lerend vermogen waar het gaat om ontwikkelingen in de samenleving en de interactie met de burger. Binnen het DG Toeslagen voelen medewerkers zich veilig.

c) Beleid en uitvoering Douane

De komende jaren krijgt de Douane te maken met veranderingen in de organisatie. Dit is nodig om ook in de toekomst de legale handel goed te kunnen faciliteren, de samenleving adequaat te kunnen beschermen, en douanerechten, accijnzen en andere belastingen correct te kunnen heffen en innen. Zo bouwen we aan een Douane die bestand is tegen hedendaagse uitdagingen. Zowel intern, zoals het grote aantal medewerkers dat met pensioen gaat, als extern, zoals e-commerce en de uitvoering van de eisen van het Europese Douanewetboek van de Unie (DWU). Om alles in goede banen te leiden hebben we strategische doelen gesteld: effectieve en slimme handhaving, soepele logistiek en een data-gedreven, professionele en integere organisatie. Ook op het gebied van ondermijning is de Douane in beweging. Steeds is zij bezig met de bestrijding van witwassen en de drugshandel in de mainports te verbeteren.

Onderdeel van de Douane is het team Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit (NSOC), dat gericht is op het duurzaam en langdurig verstoren van criminele bedrijfsprocessen in binnen- en buitenland. Om de toenemende invoer van cocaïne via met name de Rotterdamse haven een halt toe te roepen treft de Douane een aantal maatregelen. (1) De controles worden over de gehele linie geïntensiveerd, zodat alle smokkelmethodes aandacht krijgen. (2) We stellen liaisons aan om de informatiepositie van de Douane te verbeteren, als het gaat om goederenverkeer vanuit distributielanden in Zuid- en Midden-Amerika en het Caribisch gebied. (3) De Douane werkt toe naar autodetectie door scans. Dit zorgt voor minder logistiek oponthoud tijdens controles. Ook investeert de Douane in het verkrijgen van scanbeelden uit oorsprongs- en distributielanden met een hoog risico.

De wijze waarop de Douane het toezicht invult is gebaseerd op een risicogerichte aanpak. Dit houdt in dat de Douane minder interventies doet op de logistieke keten van bewezen betrouwbare bedrijven (‘soepele logistiek’) en daardoor meer kan focussen op zendingen met een hoog risico (‘slimme handhaving’). Ook voor handhaving is modernisering en innovatie nodig. Zo wil de Douane afwijkingen in goederenstromen vaker geautomatiseerd gaan detecteren. Daarnaast wil zij eigen AI-beeldinterpretatie gaan maken van röntgenscans van goederen (zeecontainers en luchtvracht) .

Om de werkzaamheden van de Douane beter te ondersteunen, willen we ons ontwikkelen tot een datagedreven organisatie, waarin feitelijke data en cijfers met behulp van risicovoorspellende algoritmes benut worden. De Douane werkt in 2023 aan een platform voor het ontsluiten, verzamelen, analyseren en vervolgens tot algoritme verwerken van informatie. Met aandacht voor privacy, beveiliging en ethiek.

De Douane wil een toekomstbestendige en professionele organisatie zijn. Daarvoor werken we aan een evenwichtig personeelsbestand dat een afspiegeling is van de maatschappij. Verschillende mensen zorgen voor verschillende zienswijzen en dat verhoogt de creativiteit en innovativiteit. Daarnaast werken we aan bewustzijn over integriteit. In dat kader wordt de komende 5 jaar een breed scala aan activiteiten uitgevoerd. Deze activiteiten zijn gericht op bescherming, weerbaarheid en cultuur en organisatie. Ook wil de Douane aantoonbaar in control zijn. Daarom worden, als onderdeel van het kwaliteitsmanagementsysteem, de belangrijke operationele, besturende en ondersteunende procesketens beschreven en vastgelegd. Dit om de interne beheersing te versterken. Tenslotte heeft de Douane een flinke strategische personeelsopgave. In dit kader is onder andere gestart met de ontwikkeling en implementatie van HR-analytics om hiermee beter inzicht in en overzicht van het huidige personeelsbestand te krijgen en beter geëquipeerd te zijn voor de toekomstige personeelsbehoefte.

2.2 Overzicht coronamaatregelen

2020 en 2021 waren voor een belangrijk deel getekend door de coronacrisis. Het kabinet heeft diverse (nood)maatregelen genomen om de crisis het hoofd te bieden. Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van het ministerie van Financiën zijn genomen. Een uitgebreid overzicht is te vinden op Overheidsfinanciën in coronatijd | Ministerie van Financiën - Rijksoverheid (rijksfinancien.nl).

Tabel 1 Coronamaatregelen op begroting Financiën & Nationale Schuld IX (bedragen x € 1 mln.)

Art

Onderwerp

 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Totaal uitstaande garantie

Relevante Kamerstukken

1

Belasting- en invorderings-rente

Verplichtingen

‒ 40,0

‒ 16,0

‒ 7,0

‒ 5,0

‒ 3,0

0,0

0,0

n.v.t.

Kamerstukken II 2019-2020, 35 412, nr. 1, 35 466, nr. 1 en 35 540, nr. 1.Kamerstukken II 2020-2021, 35 850 nr. 1 en 35 420, nr. 348

Uitgaven

‒ 40,0

‒ 16,0

‒ 7,0

‒ 5,0

‒ 3,0

0,0

0,0

 

Ontvangsten

‒ 289,0

‒ 217,0

‒ 73,5

34,0

33,0

92,5

97,0

 

1

Boetes en schikkingen

Verplichtingen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

n.v.t.

Kamerstukken II 2019-2020, 35 412, nr. 1 en 35 466, nr. 1.Kamerstukken II 2020-2021, 35 850, nr. 1Kamerstukken II 2021-2022, Z 01444

Uitgaven

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Ontvangsten

‒ 189,0

‒ 90,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

1

Kosten vervolging

Verplichtingen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

n.v.t.

Kamerstukken II 2019-2020, 35 412, nr. 1 en 35 466, nr. 1.Kamerstukken II 2020-2021, 35 850 nr. 1Kamerstukken II 2021-2022, Z 01444

Uitgaven

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Ontvangsten

‒ 176,0

‒ 85,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

3

Steunmaat-regelen KLM

Verplichtingen

0,0

‒ 877,1

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

1.560,0

Kamerstukken II 2019-2020, 35 505, nr. 1Kamerstukken II 2020-2021, 29 232, nr. 41

Uitgaven

0,0

722,9

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Ontvangsten

29,3

316,1

17,4

34,7

34,7

740,4

0,0

 

4

EIB pan-Europees Garantie-fonds

Verplichtingen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

1.301,3

Kamerstukken II 2019-2020, 35 492, nr. 1 en 35 492, nr. 2

Uitgaven

0,1

96,4

75,1

17,8

7,6

9,9

9,9

 

Ontvangsten

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

4

SURE

Verplichtingen

62,5

112,9

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

6.246,6

Kamerstukken II 2019-2020, 35 466, nr. 1

Uitgaven

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Ontvangsten

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

4

NGEU

Verplichtingen

254,0

5.934,4

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

33.589,5

Kamerstukken II 2019-2020, 21 501-20, nr. 1575

Uitgaven

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Ontvangsten

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

5

Herver-zekering leveranciers-kredieten

Verplichtingen

‒ 11.851,8

0,7

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Kamerstukken II 2019-2020, 35 433, nr. 1Kamerstukken II 2020-2021, 35 420, nr. 314

Uitgaven

90,6

20,7

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Ontvangsten

135,3

20,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Toelichting op coronamaatregelen

De maatregelen die in 2023 (en verder) van toepassing zijn worden hieronder toegelicht.

Belasting- en invorderingsrente

Vanwege de coronacrisis heeft het kabinet de invorderingsrente die de Belastingdienst in rekening brengt tijdelijk verlaagd naar 0,01%. Dit percentage gold tot en met 30 juni 2022. Dit resulteerde enerzijds in lagere uitgaven, maar vooral in fors lagere ontvangsten. Vanaf 30 juni wordt het percentage per halfjaar stapsgewijs verhoogd. Vanaf 1 juli is de rente verhoogd naar 1%, op 1 januari 2023 wordt de rente verhoogd naar 2%, op 1 juli 2023 naar 3% en vervolgens bereikt de rente op 1 januari 2024 het gebruikelijke tarief van 4%. Wat betreft toeslagen geldt dat er geen invorderingsrente in rekening zal worden gebracht bij burgers die (als onderdeel van de corona-maatregelen) gepauzeerde toeslagvorderingen hebben en hun vordering(en) alsnog voldoen middels de betalingsregeling die aangeboden wordt in het kader van het hervatten van de invordering van toeslagschulden13.

Naast dat het verlagen van de invorderingsrente zorgt voor lagere ontvangsten, zorgt de fors toegenomen belastingschuld er juist voor dat er in latere jaren meer invorderingsrente wordt verwacht. Het bijzonder uitstel van betaling, één van de steunmaatregelen, zorgt voor een toename van de belastingschuld. De uiterste aanvangsdatum voor het aflossen van de opgebouwde schuld is 1 oktober 2022 en de aflossingstermijn is 5 jaar en kan onder voorwaarden worden verlengd naar 7 jaar14.

Steunmaatregelen KLM (lening en garantie)

De Nederlandse staat heeft een directe lening aan KLM verstrekt met een omvang van maximaal € 1 mld. De lening is een achtergestelde lening. Dit betekent dat wanneer KLM haar crediteuren niet kan terugbetalen, deze lening (en daarmee de Nederlandse staat) pas als laatste wordt terugbetaald. Daarmee neemt de Nederlandse staat relatief veel risico op zich via deze lening, hetgeen weerspiegeld wordt door de eveneens relatief hoge rente die KLM op deze lening betaalt. KLM maakt in 2022 gebruik van de mogelijkheid om kosteloos vervroegd af te lossen en lost de uitstaande lening van € 277 mln. af. Daarmee bedraagt de uitstaande lening na aflossing nul, en de opvraagbare lening € 723 mln.

Daarnaast garandeert de Nederlandse staat maximaal 90 procent van een kredietfaciliteit die door een consortium aan banken aan de KLM wordt verstrekt. KLM heeft de banken in 2022 verzocht de faciliteit te verlagen naar een totale omvang van circa € 1,74 mld. Dit resulteert in een maximale garantie van € 1,56 mld. (90% van € 1,74 mld.). Voor deze garantie ontvangt de Nederlandse staat tevens een garantiepremie die gedurende de looptijd in percentage oploopt. Zie ook paragraaf 2.6 Overzicht risicoregelingen.

EIB pan-Europees garantiefonds

De European Investment Bank (EIB) heeft in 2020 een nieuw pan-Europees garantiefonds (EGF) opgericht om de negatieve economische gevolgen van de coronacrisis op te vangen. Door de oprichting van een garantiefonds van € 25 mld., waarvan het Nederlands aandeel € 1,3 mld. bedraagt, kan naar schatting tot maximaal € 200 mld. aan financiering voor het Europese bedrijfsleven worden gemobiliseerd. Doel van het garantiefonds is het financieren van hoge risicoprojecten, waarbij de focus ligt op het mkb. De verwachte nettoverliezen van het garantiefonds van € 25 mld. worden ingeschat op 20 procent. Het percentage verwachte verliezen is sterk afhankelijk van de uiteindelijke productmix die ingezet wordt (leningen, garanties, equity). Het Nederlandse aandeel in de verwachte verliezen komt – op basis van het percentage verwachte verliezen van 20 procent, toegepast op het Nederlandse aandeel in de garantie van € 1,3 mld. – neer op € 260 mln. verdeeld over de looptijd van het fonds. Zie ook paragraaf 2.6 Overzicht Risicoregelingen.

Overig

Naast bovengenoemde noodmaatregelen is het ministerie van Financiën ook indirect betrokken bij de coronacrisis via de EU en internationale financiële instellingen. Hieronder volgt een korte schets van de impact van de coronacrisis op deze beleidstereinen, en de rol van het ministerie.

Overige Europese maatregelen

Het kabinet hecht sterk aan Europese samenwerking om de corona-uitbraak in te dammen en de menselijke en economische gevolgen zo goed mogelijk op te vangen. Er zijn met steun van Nederland snel na het uitbreken van de crisis afspraken gemaakt om lidstaten de flexibiliteit te bieden om te reageren. Zo is de algemene uitzonderingsclausule van het Stabiliteits- en Groeipact in werking getreden en is er een tijdelijk staatssteunkader voor corona vastgesteld (Tijdelijk Steunkader COVID-19). Het kabinet kan zich vinden in het besluit dat de algemene ontsnappingsclausule in 2023 nog van kracht blijft gezien de hoge economische onzekerheid als gevolg van de Russische inval en de neerwaartse risico’s die hiermee gepaard gaan. De begrotingsregels hebben dan vanaf 2024 weer hun gebruikelijke werking. Het tijdelijke staatssteunkader COVID-19 is per 30 juni 2022, in lijn met de Nederlandse inzet, afgelopen. Naar aanleiding van de Russische inval in Oekraïne heeft de Commissie een nieuw tijdelijk crisissteunkader ingesteld. Het kader biedt mogelijkheden om staatssteun te geven voor ondersteuning van bedrijven die getroffen worden door de gevolgen van sancties en hoge energieprijzen. 

Maatregelen Internationale Financiële instellingen (IFI’s)

Internationale Financiële Instellingen (IFI’s) zijn met hun mondiale bereik, breed publieke- en private sector-instrumentarium en expertise bij het bestrijden van eerdere crises goed gepositioneerd om de impact van coronacrisis te verkleinen. Nederland hecht veel belang aan deze proactieve en anticyclische respons van IFI’s en hun centrale rol in de mondiale ontwikkelingssamenwerking, die een financieel vangnet vormt tijdens de crisis.

De aanpak van de crisis door de IFI’s is tweeledig. In eerste instantie richtten de coronamaatregelen van de Wereldbank, Europese Investeringsbank (EIB), Aziatische Infrastructuur Investeringsbank (AIIB) en Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) zich op het snel beschikbaar stellen van financiering voor acute projecten in de gezondheidszorg in landen en het verlenen van liquiditeitssteun aan bedrijven. Hierbij valt te denken aan financiering van capaciteitsversterking van gezondheidssystemen en het versterken van de gezondheidsinfrastructuur, als ook liquiditeitssteun aan de private sector, bijvoorbeeld via financiële intermediairs. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) biedt steun aan landen met urgente financieringsproblematiek door noodfinanciering en liquiditeitssteun te verlenen.

Voor 2023 zullen de IFI’s zich wederom richten op het versterken van economische weerbaarheid en het versnellen van breed sociaal-economisch herstel op de middellange termijn. Nederland pleit er binnen de IFI’s voor om middelen gericht in te zetten voor de hardst getroffen en meest kwetsbare landen en gemeenschappen die beperkte andere financieringsmogelijkheden hebben. Daarbij is het voor Nederland belangrijk dat IFI’s oog hebben voor de (verdere) verslechtering van schuldenposities van met name lage inkomenslanden door de crisis. Verder zet Nederland erop in dat extra IFI-investeringen ten behoeve van economisch herstel zoveel mogelijk gericht zijn op duurzame economische transformatie, klimaatimpact en de daarvoor benodigde hervormingen.

2.3 Belangrijkste beleidsmatige mutaties

In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen inzicht gegeven in de samenstelling en ontwikkeling van de uitgaven en de niet-belastingontvangsten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de artikelen van Financiën en die van Nationale Schuld. De belangrijkste mutaties die worden toegelicht zijn de mutaties die zich hebben voorgedaan na de 1e suppletoire begroting 2022 en betreffen de julibrief- en augustusbriefmutaties. In de verdiepingsbijlage wordt in meer detail ingegaan op de mutaties per artikel. Deze paragraaf bevat ook een overzicht van de begrotingsreserves.

Artikelen 1 tot en met 13 (Financiën)

Tabel 2 Belangrijkste mutaties uitgaven t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art. nr.

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

 

10.561.192

9.798.849

9.984.248

10.041.042

9.820.886

 

Mutatie nota van wijziging 2022

 

622.000

566.000

    

Mutaties incidentele suppletoire begrotingen 2022

 

438.040

14.020

4.020

4.020

4.020

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

 

879.192

617.864

590.887

267.765

361.581

 
        

Belangrijkste mutaties

       

Overdracht WAU middelen vanuit AP

1

17.000

107.300

105.000

105.000

105.000

 

Centrale financiering GDI

1

 

‒ 66.033

‒ 58.033

‒ 58.033

‒ 58.033

 

Ondermijning

1,9

8.952

21.278

29.361

28.022

28.172

 

Schadeloosstelling SNS

2

 

1.000.000

    

Kapitaalinleg ESM

4

 

176.000

    

Bijstelling BCF

6

74.495

97.491

100.594

100.605

196.879

 

Overboeking middelen herstel toeslagen vanuit AP

13

 

99.800

    

Bijdrage aan het generale beeld

div

‒ 76.000

     

Kasschuiven

div

378.848

1.717.123

56.797

371.232

‒ 1.254.000

 

Overig & extrapolatie

 

‒ 7.905

4.850

11.869

‒ 889

‒ 1.888

8.669.845

        

Stand ontwerpbegroting 2023

 

12.895.814

14.154.542

10.824.743

10.858.764

9.202.617

8.669.845

Toelichting

Overdracht WAU middelen vanuit AP

In het coalitieakkoord van Rutte IV zijn middelen gereserveerd op de Aanvullende Post voor dienstverlening/Werk aan Uitvoering/ICT om de dienstverlening te verbeteren en te versterken15. Vanuit deze Aanvullende Post worden middelen overgeheveld naar de begroting van Financiën. Hiermee is tot en met 2031 het leveren van 600.000 ICT-dagen geborgd en zijn middelen beschikbaar gesteld voor inningscapaciteit bij de Belastingdienst.

Centrale financiering GDI

Deze mutatie betreft de structurele overboeking van middelen naar BZK ten behoeve van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) die per 2023 centraal wordt gefinancieerd door BZK.

Ondermijning

Het demissionaire kabinet Rutte III heeft middelen beschikbaar gesteld voor de bestrijding van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit vanaf het jaar 2022. Er worden middelen overgeheveld naar artikel 1 Belastingen voor ondermijning-gerelateerde doelstellingen van de FIOD, het versterken van de aanpak criminele geldstromen in internationaal verband en voor een technologische intensivering in het anti money laundering centre (AMLC). Tevens worden er middelen overgeheveld naar artikel 9 Douane voor de versterking/uitbreiding van het cameratoezicht in havens en kleine luchthavens. Het betreft investeringen in de uitbreiding van cameratoezicht op plaatsen die kwetsbaar zijn voor ondermijnende criminaliteit, en het versterken van de mainportaanpak door het structureel bewaken van voor controle geselecteerde containers op haventerminals. Deze plannen versterken de bijdrage van de Douane aan de aanpak van ondermijnende criminaliteit en passen bij de plannen van Justitie en Veiligheid om de weerbaarheid van de zee- en luchthavens tegen ondermijning te vergroten.

Schadeloosstelling SNS

Op 11 februari 2021 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam uitspraak gedaan in de procedure rond de vaststelling van de omvang van schadeloosstelling, voortvloeiend uit de onteigening van SNS REAAL op 13 februari 2013. De Staat is op 11 mei jl. in cassatie gegaan.16De verwachting is dat de Hoge Raad op 27 januari 2023 uitspraak doet in deze zaak. Indien de Hoge Raad de cassatieberoepen verwerpt, dan zal een uitkeringsproces worden opgestart. Daarom is in de begroting zekerheidshalve een post van het totaal aan schadeloosstelling uit te keren bedrag opgenomen, vermeerderd met geschatte wettelijke rente daarover. Indien de Hoge Raad de klachten van de Staat (gedeeltelijk) gegrond verklaart en de zaak (gedeeltelijk) terugwijst naar de Ondernemingskamer, dan is het mogelijk dat het niet tot uitkering van voornoemde bedrag zal komen en/of het uitkeringsproces langer op zich laat wachten. Het is dus niet zeker of uitbetaling van een bedrag van deze hoogte in het jaar 2023 zal plaatsvinden.

Kapitaalinleg ESM

De kapitaalsleutel voor verdeling van de kapitaalinleg voor het ESM is aangepast door toetreding van Kroatië. Op basis van de geactualiseerde kapitaalsleutel doet Nederland een extra kapitaalinleg van € 176 mln.

Bijstelling BCF

Deze mutatie betreft een bijstelling van de raming van het Btw-compensatiefonds (BCF) op basis van de beschikking van het afgelopen jaar, betalingen van het vierde kwartaal van het afgelopen jaar en driemaal het voorschot van het eerste kwartaal uit het lopende jaar.

Overboeking middelen herstel toeslagen vanuit AP

Van de Aanvullende Post (AP) worden middelen overgeboekt naar de Financiënbegroting. Het gaat daarbij om € 30 mln. voor de brede hulp die gemeenten bieden aan gedupeerden, ca. € 10 mln. voor de kwijtschelding van publieke schulden van ex-partners en ca. € 60 mln. voor de kwijtschelding van de private schulden van ex-partners.

Bijdrage aan het generale beeld

De apparaats- en programmauitgaven op de Financiënbegroting vallen lager uit dan verwacht. Dit wordt onder andere veroorzaakt door personeelsverloop en krapte op de arbeidsmarkt, waardoor het langer duurt om vacatures te vervullen. Deze onderuitputting komt ten goede aan het generale beeld.

Kasschuiven

Er wordt een aantal kasschuiven doorgevoerd om middelen in het gewenste meerjarenritme te plaatsen. Dit betreft ten eerste middelen voor Toeslagenherstel (artikel 13), waarbij ca. € 784 mln. vanuit 2022 naar latere jaren wordt geschoven, voornamelijk omdat een aantal regelingen later starten dan aanvankelijk voorzien. Voor de handhaving van de door het kabinet afgekondigde sanctiemaatregelen tegen Rusland en Belarus als gevolg van de oorlog in Oekraïne, worden tot en met 2026 extra middelen (€ 49 mln. cumulatief) toegevoegd aan de Douane (artikel 9). Met een kasschuif worden deze additionele middelen in het juiste meerjarige ritme gezet. Op artikel 3 worden in verband met de kapitaalbehoefte van TenneT middelen uit latere jaren (2024 tot en met 2026) naar de jaren 2022 en 2023 gehaald. Tot slot worden nog kasschuiven verwerkt ten behoeve van de herstelactie ‘invorderingsrente’, WAU-middelen (beiden artikel 1) en het project Digitale Snelweg Douane (artikel 10). Deze kasschuiven worden in de verdiepingsbijlagen van de betreffende artikelen nader toegelicht.

Tabel 3 Belangrijkste mutaties niet-belastingontvangsten t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art. nr.

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

 

2.967.650

3.092.668

3.402.233

3.275.004

4.249.595

 

Mutaties incidentele suppletoire begrotingen 2022

 

1.020

9.004

9.004

9.004

9.004

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

 

88.107

‒ 810.852

‒ 594.493

‒ 399.938

‒ 416.958

 
        

Belangrijkste mutaties

       

Belasting- en invorderingsrente (BIR)

1

12.000

‒ 10.000

‒ 25.000

‒ 37.000

‒ 39.000

 

Kasschuif project invorderingsrente

1

40.000

‒ 40.000

    

Dividenden staatsdeelnemingen

3

20.000

40.000

30.000

 

‒ 25.000

 

Premieontvangsten garantie KLM

3

‒ 783

‒ 6.650

‒ 13.300

‒ 6.767

17.493

 

Renteontvangsten lening KLM

3

‒ 25.681

‒ 44.926

‒ 48.712

‒ 51.438

‒ 21.573

 

Aflossing lening KLM

3

277.083

   

‒ 277.083

 

Overig & extrapolatie

 

‒ 13.676

‒ 14.100

‒ 1.000

  

2.785.193

        

Stand ontwerpbegroting 2023

 

3.365.720

2.215.144

2.758.732

2.788.865

3.496.478

2.785.193

Toelichting

Belasting- en invorderingsrente (BIR)

De ontvangsten invorderingsrente worden per saldo naar beneden bijgesteld. Per juni 2022 staat er ca. € 21 mld. uitgestelde belastingschuld vanwege corona uit bij ondernemers. Gezien de openstaande schuld is toegenomen ten opzicht van de stand die bij de raming in de begroting 2022 is gehanteerd, ontstaat er enerzijds een positief effect op de te ontvangen invorderingsrente. Anderzijds gaat het kabinet uit van een derving van € 6 mld. aan belastingschuld ten opzichte van € 1,5 mld. begin 2022. De geraamde extra derving aan belastingschulden zorgt voor minder te ontvangen invorderingsrente over de coronaschuld.

Kasschuif project invorderingsrente

Voor de herstelactie ‘invorderingsrente’, die wordt opgestart n.a.v. het onjuist toepassen van wetgeving rondom de invorderingsrente en waardoor de Belastingdienst invorderingsrente zal terugbetalen, zijn middelen gereserveerd in 2022 en 2023. Met deze schuif worden de middelen in het juiste ritme gezet.

Dividenden staatsdeelnemingen

Een actualisatie van de dividendramingen van de staatsdeelnemingen geeft voor dit jaar (2022) en voor 2023 en 2024 een positieve bijstelling (respectievelijk € 20 mln., € 40 mln. en € 30 mln. hoger dan eerder voorzien). Voor de jaren 2026 en 2027 is een correctie naar beneden ten opzichte van de eerdere raming, respectievelijk € 25 mln. en € 35 mln.

Premieontvangsten garantie KLM

De Nederlandse staat ontvangt een premie voor de afgegeven garantie inzake de revolving credit facility (met een totale omvang van € 2,4 mld.) voor KLM. KLM heeft de banken verzocht de RCF te verlagen met € 665 mln., waardoor de garantie premie over een lager bedrag wordt berekend. Daarom worden de premieontvangsten (gedurende de looptijd) naar beneden bijgesteld.

Renteontvangsten lening KLM

De Nederlandse staat heeft een lening verstrekt aan KLM. De aflossing van de gehele lening stond geraamd in 2026, maar KLM maakt gebruik van de mogelijkheid om kosteloos vervroegd af te lossen en lost de uitstaande lening van € 277 mln. in 2022 af. Gezien KLM alleen rente betaalt over het getrokken deel van de lening, wijzigen de renteontvangsten na de vervroegde aflossing van € 277 mln. Voor 2022 worden de renteontvangsten naar beneden bijgesteld, vanaf 2023 staan de renteontvangsten op nul geraamd.

Aflossing lening KLM

Zie ook de toelichting hierboven. KLM maakt gebruik van de mogelijkheid om kosteloos vervroegd af te lossen en lost de uitstaande lening van € 277 mln. in 2022 af. Daarmee bedraagt de uitstaande lening na aflossing nul, en de opvraagbare lening € 723 mln.

Meerjarig overzicht uitgaven en ontvangsten (IXB)

Onderstaande grafiek geeft een overzicht van de uitgaven en ontvangsten op de departementale begroting van het ministerie van Financiën (dus exclusief Nationale Schuld). De ontvangsten zijn uitgesplitst naar belastingontvangsten en niet-belastingontvangsten.

Figuur 8 Meerjarig overzicht uitgaven en ontvangsten (bedragen x € 1 mld.)

Begrotingsreserves

Een begrotingsreserve is bestemd voor een concreet doel en kan in principe alleen voor dat doel worden gebruikt. Onderstaand overzicht geeft (het geraamd verloop van) de begrotingsreserves van het ministerie van Financiën weer. In de betreffende artikelen worden de begrotingsreserves toegelicht.

Tabel 4 Overzicht geraamd verloop begrotingsreserves ministerie van Financiën (bedragen x € 1 mln.)

Begrotingsreserve

Artikel

Stand per 1/1/2022

Onttrekkingen 2022

Toevoegingen 2022

Stand per 1/1/2023

Onttrekkingen 2023

Toevoegingen 2023

Stand per 31/12/2023

Depositogarantiestelsel (DGS) BES-eilanden

2

5,0

0,0

1,0

6,0

0,0

0,0

6,0

NHT-garantie

2

2,1

0,0

0,6

2,8

0,0

0,6

3,4

Ekv

5

465,3

24,0

70,2

511,5

24,0

70,2

557,8

Totaal

 

472,4

24,0

71,9

520,3

24,0

70,9

567,1

Artikelen 11 en 12 (Nationale Schuld)

In onderstaande tabel wordt de verwachte EMU-schuld en staatsschuld aan het einde van 2022 en 2023 weergegeven, alsmede de daarbij behorende rentelasten. De cijfers van 2021 betreffen realisatiecijfers.

Tabel 5 Kerncijfers ontwerpbegroting en realisaties (bedragen x € 1 mld.)1
 

2021

2022

2023

Omvang schuld aan het einde van het jaar

   

EMU-schuld

448,1

464,4

491,7

Staatsschuld(art. 11)

371,8

387,1

413,4

Interne schuldverhouding (art. 12)

32,2

44,3

53,6

Uitgaven en ontvangsten (+ = uitgave)

   

Relevant voor het EMU-saldo

   

Rentelasten vaste en vlottende schuld (art. 11)

4,2

4,2

4,5

Rentelasten interne schuldverhouding (art. 12)

‒ 0,1

0,0

0,8

Totaal rentelasten (art. 11 en 12)

4,2

4,2

5,3

Niet relevant voor het EMU-saldo2

   

Rentelasten derivaten

‒ 0,8

‒ 0,6

‒ 0,2

Voortijdige beëindiging derivaten

‒ 1,5

0,0

0,0

Voortijdige beëindiging schuld

0,0

0,0

0,0

X Noot
1

Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

X Noot
2

De ontvangsten of uitgaven als gevolg van voortijdige beëindiging derivaten en schuld worden niet geraamd.

De EMU-schuld is de bruto, dus uitstaande schuld van de gehele collectieve sector. De staatsschuld is daar een onderdeel van en omvat alleen de schuld van de Rijksoverheid. De staatsschuld wordt gefinancierd door het Agentschap van de Generale Thesaurie, onderdeel van het ministerie van Financiën. De interne schuldverhouding geeft de schuldverhouding weer tussen de Staat en de instellingen die meedoen met het schatkistbankieren, zoals decentrale overheden, RWT's (Rechtspersoon met een Wettelijke Taak), sociale fondsen en agentschappen.

Volgens de Europese boekhoudregels (ESA-2010) worden bij de berekening van het EMU-saldo alleen de rentelasten op schuldpapier meegenomen en niet de rentelasten op derivaten. De rentelasten op derivaten worden daarom apart weergegeven.

Binnen het renterisicobeleid maakt het Agentschap gebruik van haar bevoegdheid om rentederivaten af te sluiten of voortijdig te beëindigen. Bij het beëindigen van een rentederivaat wordt de actuele marktwaarde van het derivaat verrekend tussen beide partijen. Als deze marktwaarde positief is voor de Staat, leiden deze voortijdige beëindigingen tot eenmalige ontvangsten die een verlagend effect hebben op de staatsschuld. Tegenover deze eenmalige baten, staan lagere verwachte rentebaten in toekomstige jaren.

De staatsschuld en de bijbehorende rentelasten zullen naar verwachting in 2023 toenemen ten opzichte van 2022.

Belangrijkste mutaties rentekosten

In onderstaande tabel worden de belangrijkste mutaties in de rentelasten vanaf de ontwerpbegroting 2022 weergegeven.

Tabel 6 Overzicht belangrijkste mutaties rentelasten en rentebaten naar oorzaak (bedragen x € 1 mln.)12
 

Art.

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

 

3.350

2.248

1.966

1.891

1.856

 
        

Mutaties

11

‒ 115

‒ 414

‒ 35

‒ 3

38

 

Bijstelling kassaldo

11

348

2.128

1.820

2.024

2.115

 

Bijstelling rekenrente

11

511

499

486

461

476

 

Effect nieuwe schulduitgifte en vervroegde aflossingen

       

Bijstelling rentelasten interne schuldverhouding

12

84

871

120

228

316

 

Extrapolatie

11&12

     

4.998

        

Stand ontwerpbegroting 2023

 

4.178

5.332

4.357

4.601

4.801

4.998

X Noot
1

Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

X Noot
2

De ontvangsten of uitgaven als gevolg van voortijdige beëindiging derivaten en schuld worden niet geraamd.

De rentelasten op de staatsschuld (artikel 11) liggen bij het opstellen van de begroting al voor een groot deel vast. Immers, de meeste rente wordt betaald op leningen die in het verleden zijn afgesloten. Hoe verder vooruit, hoe groter de onzekerheid in de ramingen. De hoogte van de rentelasten die al vastliggen volgt uit de toenmalige rentestanden en schuldopbouw, en uit de keuzes die in het verleden werden gemaakt ten aanzien van financieringsbeleid en risicomanagement.

De rentelasten op nieuw uit te geven schuld worden geraamd op basis van de meest recente rentetarieven van het Centraal Planbureau (CPB) en op basis van de raming van het kassaldo van het Rijk. Bijstelling van deze twee variabelen is de belangrijkste oorzaak van de aanpassing van de rentelasten. Daarnaast is tussen het moment van opstellen van de begrotingen van 2022 en 2023 een deel van de schuld opnieuw gefinancierd tegen nieuwe voorwaarden. Ook dit heeft een effect op de geraamde rentelasten.

Voor het bijstellen van de geraamde rentelasten op de interne schuldverhouding geldt dat dit het gevolg is van gewijzigde rentetarieven en omvang van de schuldverhouding. Naar verwachting neemt de schuldverhouding toe doordat meer middelen worden aangehouden op de rekeningen-courant. Door de toename van de schuldverhouding en de oplopende rente zullen de rentelasten voor de Staat toenemen in 2023.

In onderstaande grafiek wordt de (verwachte) staatsschuld aan het einde van ieder jaar weergegeven, alsmede de daarbij behorende rentelasten. De jaren 2019-2021 zijn realisaties, 2022 en 2023 zijn ramingen.

Figuur 9 Overzicht staatsschuld en rentelasten (bedragen x € 1 mld.)

De omvang van de staatsschuld bedraagt ultimo 2023 naar verwachting circa € 413 mld. De raming voor de rentelasten van de staatsschuld, exclusief rentederivaten, bedraagt voor 2023 € 5,3 mld. Wanneer derivaten ook worden meegeteld bedragen de geraamde rentelasten € 5,1 mld. Op de rentederivaten die de Staat in bezit heeft wordt per saldo rente ontvangen. De rentelasten exclusief derivaten zijn voor 2023 hoger geraamd dan in 2022 omdat verwacht wordt dat staatsobligaties tegen een hogere rente geherfinancierd moeten worden dan waartegen deze oorspronkelijk zijn uitgegeven. Ook de rentelasten inclusief derivaten laten een stijging zien t.o.v. voorgaande jaren. De rentebaten op derivaten zullen de komende jaren naar verwachting afnemen doordat derivaten aflopen of beëindigd worden.

2.4 Openbaarheidsparagraaf

Actieve Openbaarmaking

In 2021 is Rijksbreed gestart met actieve openbaarmaking van beslisnota’s. Met ingang van Prinsjesdag 2022 worden bij alle Kamerstukken beslisnota’s openbaar gemaakt. Binnen het ministerie is hiervoor een ondersteuningscluster ingericht. Met het oog op de uitbreiding is extra personele capaciteit geworven. Ook op grond van de Wet open overheid zal ook worden gestart met actieve openbaarmaking van interne documenten. De voorbereidingen hiervoor lopen, zo worden processen aangepast en personele ondersteuning verstevigd.

Passieve Openbaarmaking

Op 1 mei 2022 is de Wob vervangen door de Woo. Vanwege het ontbreken van overgangsrecht, betekent dit dat alle nieuwe en lopende verzoeken vanaf 1 mei behandeld worden als Woo-verzoeken. In aanloop naar deze wetswijziging en de daarmee samenhangende proceswijzigingen is gekeken naar mogelijke stappen om het Woo-proces efficiënter te maken. Zo is, naast de interdepartementale initiatieven, de onderlinge samenwerking binnen het ministerie verder versterkt en worden extra medewerkers geworven die benodigd zijn om de Woo uit te kunnen voeren. Daarnaast zijn stappen gezet in het vastleggen en verbeteren van procedures en het verspreiden van kennis over de Woo. Ook wordt een zaaksysteem ontwikkeld om beter zicht en controle te krijgen op de binnenkomende en lopende Woo-verzoeken. Waar nodig worden verbetertrajecten gestart om de openbaarmaking richting verzoekers te bespoedigen en te komen tot een afhandeling waarbij de menselijke maat en dienstverlening centraal staan.

Verbeteren van de informatiehuishouding

Om bovenstaande verbetering mogelijk te maken zijn binnen Financiën programmateams gestart, de benodigde plannen hiervoor opgesteld, en is de governance -inclusief rapportage en monitoring- ingericht. De start is gemaakt om medewerkers te mobiliseren en te ondersteunen op informatiehuishouding via het verander- en communicatieplan en het opstellen en ontsluiten van toepasbare kaders en richtlijnen. Met de ontwikkeling van een strategisch personeelsplan(SPP) I-functies wordt ingezet op de versterking van de informatieprofessionals binnen het beleidsdepartement. Dit moet medio 2023 resulteren in structurele extra capaciteit en versterking op het vlak van informatiehuishouding. De verbetertrajecten zijn gestart voor de archivering van e-mails en berichten. Om in de toekomst op één centrale plek dossiers goed op te bouwen en te kunnen archiveren of openbaren, is besloten om één Document Management Systeem (DMS) binnen heel Financiën te implementeren. Naast de lopende -beperkte- uitrol van het bestaande DMS systeem Digidoc, wordt inzichtelijk gemaakt wat minimaal nodig is om DMS breed in te kunnen zetten binnen het departement. Daarnaast is de voorbereiding gestart voor de implementatie van de nieuwe archiefwet.

2.5 Strategische Evaluatie Agenda

  • De indeling van de beleidsagenda, naar onderwerpen en hoofddoelen, vormt de basis voor de Strategische Evaluatie Agenda (SEA).

  • In onderstaande SEA zijn thema's geformuleerd binnen de hoofddoelen uit de beleidsagenda. Voor deze thema's zullen waar zinvol en haalbaar de periodieke rapportages plaatsvinden.

  • Binnen de thema’s zijn de evaluatieonderzoeken opgenomen. Die onderzoeken per thema zijn te vinden in bijlage 5: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda. De evaluatieonderzoeken dienen bij te dragen aan een beeld ten behoeve van de strategische inzichtbehoefte van de thema’s.

  • De inzichtbehoefte verschilt per thema en onderwerp. Het vervullen van de inzichtbehoefte kan zowel door middel van ex-ante, ex-durante (of monitoring) als ex-post evaluaties of onderzoeken. De verschillende typen evaluaties zijn er op gericht om het inzicht te vergroten in de doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid en leveren zo input voor het verbeteren van beleid.

Tabel 7 Planning Strategische Evaluatie Agenda 1: Een gezonde en duurzame economie in een internationale omgeving

Thema

Type onderzoek

Afronding

Begrotingsartikel

Hoofddoel 1: Gezonde overheidsfinanciën en verantwoord begrotingsbeleid

Effectief en efficiënt begrotingsbeleid en begrotingsbeheer

Periodieke rapportage

2023

Hoofdlijnenbrief Comptabiliteitswet

Effectief en efficiënt begrotingsbeleid en begrotingsbeheer

Periodieke rapportage

2024

Studiegroep begrotingsruimte1

Optimaal financieel resultaat bij het beheren van de deelnemingen en investeringen van de Staat

Periodieke rapportage

2027

3

Schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke kosten onder acceptabel risico

Periodieke rapportage

2025

11

Optimaal kasbeheer van het Rijk en van gelieerde instellingen

Periodieke rapportage

2024

12

    

Hoofddoel 2: Een integere en stabiele economie

Ondernemen en tegengaan belastingontwijking

   

Stabiele, integere en betrouwbare financiële markten

Periodieke rapportage

2024

2

Een financieel gezond en welvarend Europa en evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling

Periodieke Rapportage

2025

4

Een stimulans voor de Nederlandse export

Periodieke Rapportage

2022

5

    

Hoofddoel 3: Vergroening en verduurzaming van de economie

Klimaat

   
X Noot
1

De Studiegroep Begrotingsruimte (SBR) is breder dan het ministerie van Financiën en opereert onafhankelijk. Evengoed synthetiseert de SBR grote delen van het beleid van het ministerie van Financiën vanuit een strategische blik. Daardoor past de SBR in deze lijst.

Tabel 8 Planning Strategische Evaluatie Agenda 2: (Fiscaal) beleid en de uitvoering

Thema

Type onderzoek

Afronding

Begrotingsartikel

Hoofddoel 4: Fiscaal beleid en uitvoering Belastingdienst

Vermogen

   

Wonen, gezondheid, en consumptie

   

Arbeid en inkomen

   

Effectief toezicht en fraudebestrijding

Periodieke rapportage1

2029

1

Passende dienstverlening

Periodieke rapportage1

2029

1

Adequate massale processen

Periodieke rapportage1

2029

1

Algemeen belastingstelsel

  

1

    

Hoofddoel 5: Beleid en uitvoering Toeslagen

Recht doen aan het verleden

Periodieke rapportage

2027

13

Presteren in het heden

Periodieke rapportage

2027

13

Anticiperen op de toekomst

Periodieke rapportage

2029

13

    

Hoofddoel 6: Beleid en uitvoering Douane

Effectgericht sturen

Periodieke rapportage

2025

9

X Noot
1

De periodieke rapportage betreft de verschillende beleidsinstrumenten (toezicht en opsporing, dienstverlening en massale processen) om ze ook in samenhang te kunnen evalueren, het gaat om één rapportage.

Zie voor een nadere uitwerking van en een toelichting op de SEA bijlage 5: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda. Voor het meest recente overzicht van de realisatie van beleidsdoorlichtingen, klik op deze link: Status beleidsdoorlichtingen. Zie verder www.rijksfinancien.nl voor meer informatie over de strategische evaluatie agenda.

2.6 Overzicht risicoregelingen

Tabel 9 Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Nr.

Art.

 

Omschrijving

Uitstaande Garanties 2021

Geraamd te verlenen 2022

Geraamd te vervallen 2022

Uitstaande garanties 2022

Geraamd te verlenen 2023

Geraamd te vervallen 2023

Uitstaande Garanties 2023

Garantieplafond

Totaal plafond

1

1

Belastingen

Garantie procesrisico's

378

326

326

378

326

326

378

326

0

2

2

Financiële markten

DGS BES-eilanden

66.219

0

200

66.019

0

0

66.019

0

66.019

3

2

Financiële markten

Garantie Stichting Waarborgfonds Motorverkeer

217

0

0

217

0

0

217

0

217

4

2

Financiële markten

NBM

2.500

0

0

2.500

0

0

2.500

0

2.500

5

2

Financiële markten

Single Resolution Fund

4.163.500

0

0

4.163.500

0

0

4.163.500

0

4.163.500

6

2

Financiële markten

Terrorisme-schades (NHT)

50.000

0

0

50.000

0

0

50.000

0

50.000

7

2

Financiële markten

Waarborgfonds motorverkeer

2.500

0

0

2.500

0

0

2.500

0

2.500

8

2

Financiële markten

WAKO (kern-ongevallen)

9.768.901

0

568.901

9.200.000

0

0

9.200.000

0

9.200.000

9

3

Financierings-activiteiten publiek-private sector

Garantie en vrijwaring inzake verkoop en financiering van staatsdeel-nemingen

2.168.587

200.000

600.000

1.768.587

0

0

1.768.587

0

1.768.587

10

3

Financierings-activiteiten publiek-private sector

Financierings-maatschappij voor ontwikkelings-landen (FMO)

5.507.000

0

0

5.507.000

0

0

5.507.000

0

5.507.000

11

4

Internationale financiële betrekkingen

Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB)

728.413

0

2.226

726.187

0

0

726.187

0

726.187

12

4

Internationale financiële betrekkingen

DNB - deelneming in kapitaal IMF

30.459.192

614.568

0

31.073.760

1.187.063

0

32.260.823

0

32.260.823

13

4

Internationale financiële betrekkingen

EIB - kredietver-lening in ACP en OCT

64.752

0

0

64.752

0

0

64.752

0

64.752

14

4

Internationale financiële betrekkingen

EIB - pan Europees Garantiefonds

1.301.328

0

0

1.301.328

0

0

1.301.328

0

1.301.328

15

4

Internationale financiële betrekkingen

European Bank for Reconstruction and Development (EBRD)

589.100

0

0

589.100

0

0

589.100

0

589.100

16

4

Internationale financiële betrekkingen

European Financial Stabilisation Mechnism (EFSM)

2.767.419

0

67.507

2.699.912

0

0

2.699.912

0

2.699.912

17

4

Internationale financiële betrekkingen

European Financial Stability Facility (EFSF)

34.154.159

0

0

34.154.159

0

0

34.154.159

0

34.154.159

18

4

Internationale financiële betrekkingen

European Investment Bank (EIB)

11.795.972

0

0

11.795.972

0

0

11.795.972

0

11.795.972

19

4

Internationale financiële betrekkingen

European Stability Mechanism (ESM)

35.363.650

0

24.710

35.338.940

1.364.000

0

36.702.940

0

36.702.940

20

4

Internationale financiële betrekkingen

Kredieten EU-betalings-balanssteun

3.776.000

0

0

3.776.000

0

0

3.776.000

0

3.776.000

21

4

Internationale financiële betrekkingen

Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA)

29.582

0

90

29.492

0

0

29.492

0

29.492

22

4

Internationale financiële betrekkingen

Next Generation EU (NGEU)

27.655.157

5.934.375

0

33.589.532

0

0

33.589.532

0

33.589.532

23

4

Internationale financiële betrekkingen

Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE)

6.133.666

112.898

0

6.246.564

0

0

6.246.564

0

6.246.564

24

4

Internationale financiële betrekkingen

Wereldbank

5.038.849

100.000

15.400

5.123.449

0

0

5.123.449

0

5.123.449

25

5

Exportkrediet-verzekeringen, -garanties en investerings-verzekeringen

Exportkrediet-verzekering

21.854.407

10.000.000

10.000.000

21.854.407

10.000.000

10.000.000

21.854.407

10.000.000

0

26

5

Exportkrediet-verzekeringen, -garanties en investerings-verzekeringen

Herverzekering leveranciers-kredieten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

             
 

Totaal

  

203.441.448

16.962.167

11.279.360

209.124.255

12.551.389

10.000.326

211.675.318

10.000.326

189.820.533

Tabel 10 Overzicht uitgaven en ontvangsten garanties (bedragen x € 1.000)

Nr.

Art.

 

Omschrijving

Uitgaven 2021

Ontvangsten 2021

Stand risicovoorziening 2021

Saldo 2021

Uitgaven 2022

Ontvangsten 2022

Stand risicovoorziening 2022

Saldo 2022

Uitgaven 2023

Ontvangsten 2023

Stand risicovoorziening 2023

Saldo 2023

1

1

Belastingen

Garantie procesrisico's

68

0

0

‒ 68

171

0

0

‒ 171

171

0

0

‒ 171

2

2

Financiële markten

DGS BES-eilanden

0

0

5.000

0

0

0

6.000

0

0

0

6.000

0

3

2

Financiële markten

Garantie Stichting Waarborgfonds Motorverkeer

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

4

2

Financiële markten

NBM

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

5

2

Financiële markten

Single Resolution Fund

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

6

2

Financiële markten

Terrorismeschades (NHT)

0

625

2.125

625

0

625

2.750

625

0

625

3.375

625

7

2

Financiële markten

Waarborgfonds motorverkeer

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

8

2

Financiële markten

WAKO (kernongevallen)

0

516

0

516

0

612

0

612

0

612

0

612

9

3

Financierings-activiteiten publiek-private sector

Garantie en vrijwaring inzake verkoop en financiering van staatsdeel-nemingen

0

12.000

0

12.000

0

24.237

0

24.237

0

21.350

4.000

21.350

10

3

Financierings-activiteiten publiek-private sector

Financierings-maatschappij voor ontwikkelings-landen (FMO)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

11

4

Internationale financiële betrekkingen

Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

12

4

Internationale financiële betrekkingen

DNB - deelneming in kapitaal IMF

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

13

4

Internationale financiële betrekkingen

EIB - kredietverlening in ACP en OCT

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

14

4

Internationale financiële betrekkingen

EIB - pan Europees Garantiefonds

53

0

0

‒ 53

96.352

0

0

‒ 96.352

75.145

0

0

‒ 75.145

15

4

Internationale financiële betrekkingen

European Bank for Reconstruction and Development (EBRD)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

16

4

Internationale financiële betrekkingen

European Financial Stabilisation Mechnism (EFSM)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

17

4

Internationale financiële betrekkingen

European Financial Stability Facility (EFSF)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

18

4

Internationale financiële betrekkingen

European Investment Bank (EIB)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

19

4

Internationale financiële betrekkingen

European Stability Mechanism (ESM)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

20

4

Internationale financiële betrekkingen

Kredieten EU-betalings-balanssteun

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

21

4

Internationale financiële betrekkingen

Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

22

4

Internationale financiële betrekkingen

Next Generation EU (NGEU)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

23

4

Internationale financiële betrekkingen

Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

24

4

Internationale financiële betrekkingen

Wereldbank

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

25

5

Export-krediet-verzekeringen, -garanties en investerings-verzekeringen

Export-krediet-verzekering

208.978

122.928

465.328

‒ 86.050

112.000

85.359

511.540

‒ 26.641

87.000

85.150

557.752

‒ 1.850

26

5

Export-krediet-verzekeringen, -garanties en investerings-verzekeringen

Herverzekering leveranciers-kredieten

35.311

135.259

0

99.948

20.000

20.000

0

0

0

0

0

0

                
 

Totaal

  

244.410

271.328

472.453

26.918

228.523

130.833

520.290

‒ 97.690

162.316

107.737

571.127

‒ 54.579

Tabel 11 Overzicht verstrekte leningen (x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Uitstaande Lening

Looptijd Lening

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Lening KLM

722.917

5,5

Algemeen

De garantieregelingen groter dan € 5 mln. in 2023 worden toegelicht.

Alle risicoregelingen worden in de periodieke beleidsdoorlichtingen getoetst op nut en noodzaak. Voor de planning van deze periodieke evaluaties wordt verwezen naar overzicht 2.5 ‘Strategische Evaluatie Agenda’ en bijlage 5 ‘Toelichting op de Strategische Evaluatie Agenda’.

2. DGS BES-eilanden

Doel en werking garantieregeling

Het depositogarantiestelsel (DGS) voor de BES-eilanden (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba) is in 2017 ingesteld om de depositohouders op die eilanden te beschermen en de stabiliteit van het financiële stelsel te vergroten. In de Wet financiële markten BES staat dat de aan het DGS deelnemende kredietinstellingen de kosten van het DGS dragen. Gezien de situatie van de kredietinstellingen op de BES-eilanden is gekozen voor een model waarbij de sector achteraf indien mogelijk het DGS financiert maar de Staat de uitkering zo nodig voorfinanciert. De onmiddellijke uitkering uit het DGS komt ten laste van de schatkist. Vervolgens wordt de uitkering, in door DNB vast te stellen termijnen, door de sector terugbetaald. In 2020 is de in de wet vastgelegde evaluatie DGS BES afgerond, waarbij er voornamelijk is gekeken of de doelstellingen van het stelsel nog steeds bereikt worden middels de huidige opzet. Uit de evaluatie blijkt dat de huidige vorm van het DGS niet meer aansluit bij de oorspronkelijke doelstellingen. Aan de hand van deze evaluatie zijn aanpassingen bekeken om het DGS te versterken. Het voornemen is om deze aanpassingen in 2023 in te laten gaan.

Kans, impact en beheersing risico’s

Het DGS garandeert deposito’s van ingezetenen van de BES-eilanden bij op de BES-eilanden actieve banken tot een bedrag van USD 10.000. Het DGS keert enkel uit in de situatie dat een bank door faillissement tegoeden van spaarders niet kan terugbetalen. Alleen in de uitzonderlijke situatie van een faillissement van een bank kan een beroep worden gedaan op de regeling. De schade voor depositohouders wordt berekend op basis van de administratie van de failliete bank: DNB heeft op grond van de Wet financiële markten BES de bevoegdheid de administratie op te vragen. Het is een tijdelijke garantie: zodra meer structurele oplossingen gerealiseerd zijn, kan de regeling geheel of gedeeltelijk worden beëindigd. Aangezien het DGS deposito’s in USD garandeert, is het totaal uitstaand risico in euro gevoelig voor wisselkoersontwikkelingen.

Premiestelling en kostendekkendheid

Tot 2023 bedraagt de premie € 1 mln. per jaar. Deze premie wordt in een begrotingsreserve gestort. Tot op heden heeft er geen uitkering plaatsgevonden onder deze regeling.

5. Single Resolution Fund

Doel en werking garantieregeling

In de verklaring van de ministers van de Eurogroep en Economic and Financial Affairs Council (Ecofinraad) van 18 december 2013 is opgenomen dat er voor de overgangsperiode (2016-2023) van het gemeenschappelijke afwikkelingsfonds (Single Resolution Fund, SRF) voorzien zal worden in een systeem waarbij voor de afwikkeling van een bank(engroep) in laatste instantie brugfinanciering aan de Single Resolution Board (SRB) verstrekt kan worden. Brugfinanciering is noodzakelijk aangezien zich situaties kunnen voordoen waarbij de aanwezige middelen in het SRF ontoereikend zijn om de kosten voortkomend uit een afwikkelingscasus mee te financieren en het vervolgens niet (voldoende) mogelijk is om onmiddellijk ex-post bijdragen bij banken in de betreffende lidstaat te innen. Voor de geloofwaardigheid van het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme (Single Resolution Mechanism, SRM) is het van cruciaal belang dat het SRF effectief en voldoende gefinancierd is.

Voor de vormgeving van brugfinanciering is gewerkt aan een systeem van individuele kredietlijnen van lidstaten. De totale omvang van alle individuele kredietlijnen van de lidstaten van de eurozone is gelijk aan het afgesproken streefbedrag van het SRF. Op dit moment is de omvang van het SRF bepaald op € 55 mld. De omvang van de individuele kredietlijnen is gelijk aan de omvang van het nationale compartiment in het SRF. Het Nederlandse compartiment is vastgesteld op circa € 4,16 mld., ofwel 7,57% van de totale omvang van de verwachte ex-ante contributies aan het SRF in de periode 2016-2023.

Kans, impact en beheersing risico’s

Er kan geen direct beroep worden gedaan op het SRF om de verliezen van een instelling te absorberen of om de instelling te herkapitaliseren. Uitgangspunt bij afwikkeling is immers dat eventuele kosten of verliezen worden gedragen door aandeelhouders en crediteuren van een falende bank en niet de belastingbetaler. Ten aanzien van het opvangen van verliezen en herkapitalisatie geldt daarom dat ten minste 8% bail-in van de totale passiva inclusief eigen vermogen moet plaatsvinden. Hierna mag een bedrag van maximaal 5% van de totale passiva inclusief het eigen vermogen van de bank in afwikkeling worden aangewend uit het SRF. Alleen indien alle niet-preferente passiva, met uitzondering van in aanmerking komende deposito’s, volledig zijn afgeschreven kan, indien nodig, een groter beroep worden gedaan op het fonds.

Als een beroep wordt gedaan op het SRF tijdens de overgangsperiode worden de middelen aangewend volgens een getrapt systeem. Daarbij zijn de nationale compartimenten van de lidstaten en de mate waarin zij zijn gemutualiseerd van belang. Deze compartimenten worden gevuld met vooraf te betalen (ex-ante) bijdragen door de banken in de aan de bankenunie deelnemende lidstaten. Het getrapte systeem tijdens de overgangsfase bestaat uit vijf treden. Pas als alle treden uit het getrapte systeem volledig zijn afgelopen kan de SRB gebruikmaken van de individuele kredietlijn van de lidstaat waar de afwikkelingscasus plaatsvindt.

De kans dat er op de garantie (de kredietlijn) getrokken wordt, is op zichzelf laag doordat een beroep op de garantie alleen kan worden gedaan in laatste instantie en na het doorlopen van het getrapte systeem van het SRF. Bij afwikkeling van een enkele instelling zal het risico tevens kleiner zijn dan bij de afwikkeling van meerdere instellingen tegelijkertijd of kort na elkaar. Doordat het fonds de komende jaren wordt gevuld door de banken zelf, neemt het risico dat een beroep moet worden gedaan op de garantie ook af.

Premiestelling en kostendekkendheid

Lidstaten die hebben gekozen voor een kredietlijn zonder parlementaire goedkeuring voorafgaand aan iedere uitbetaling of tranchering, zoals Nederland, krijgen een bereidstellingsprovisie van 0,1%. De bereidstellingsprovisie wordt berekend over het bedrag onder de kredietlijn waar de SRB daadwerkelijk een beroep op kan doen. De provisie is zodoende afhankelijk van de totale middelen die aangewend kunnen worden uit het SRF, de uitstaande leningen en de externe financieringsmogelijkheden van de SRB. De inkomsten uit de bereidstellingsprovisie zijn behoedzaam geraamd. Daarbij is uitgegaan van het uitblijven van een resolutiecasus waardoor de middelen die aangewend kunnen worden uit het SRF toenemen en zodoende het beschikbare bedrag onder de kredietlijn en daarmee ook de bereidstellingsprovisie afnemen. Als het beschikbare bedrag onder de kredietlijn nul is, ontvangt de lidstaat geen bereidstellingsprovisie, omdat er dan überhaupt niet op de kredietlijn getrokken kan worden. De bereidstellingsprovisie wordt aan het einde van het jaar door de SRB vastgesteld en potentieel uiterlijk 20 dagen na het einde van ieder kalenderjaar aan de lidstaat betaald. Om bovenstaande reden is de bereidstellingsprovisie geraamd op nul.

In de situatie dat de SRB een beroep doet op de kredietlijn en (een deel van) de garantie wordt ingeroepen, ontvangt de Nederlandse staat rente, welke gelijk is aan de financieringskosten vastgesteld op de dag dat de SRB het verzoek heeft ingediend om gebruik te maken van de kredietlijn (of in het geval dat de lening verlengd wordt, op de dag dat de SRB vraagt om de verlenging van de lening).

6. Terrorismeschades (NHT)

Doel en werking garantieregeling

De Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden (NHT) is in 2003 opgericht, nadat verzekeraars en herverzekeraars terrorismerisico’s uitsloten op hun polissen. Binnen de NHT leveren verzekeraars, herverzekeraars en de Staat gezamenlijk een dekkingscapaciteit van € 1 mld. per jaar. De Staat geeft een garantie voor de laatste € 50 mln. van deze dekkingscapaciteit.

Kans, impact en beheersing risico’s

Terrorismebestrijding vergt vanwege de hoge dreiging onverminderde politieke aandacht van de Staat. De financiële risico’s voor de Staat zijn in eerste instantie beperkt doordat de verzekeraars en herverzekeraars de eerste € 950 mln. van de dekkingscapaciteit garanderen en pas daarna de garantie van de Staat kan worden aangesproken.

Premiestelling en kostendekkendheid

De Staat heft een premie over het afgegeven garantiebedrag van € 50 mln. Deze middelen worden vanaf 2019 gestort in een begrotingsreserve. Tot op heden heeft er geen uitkering plaatsgevonden onder deze regeling.

8. WAKO (kernongevallen)

Doel en werking garantieregeling

De Wet aansprakelijkheid kernongevallen (WAKO) regelt de aansprakelijkheid van exploitanten van nucleaire installaties voor kernongevallen. De exploitant is aansprakelijk voor schade bij kernongevallen, maar de Staat der Nederlanden staat garant. De Staat staat voor vijf exploitanten garant tot maximaal € 1,5 mld. per ongeval. Het bedrag van € 1,5 mld. is gebaseerd op de Verdragen van Parijs en Brussel, die verdragsstaten verplichten tot een garantstelling. Aangezien een kernongeval bij Borssele hogere schades kan veroorzaken is er nationaal door het kabinet voor gekozen hiervoor een hogere garantie af te geven. Voor de staatsgarantie betaalt de exploitant van kerncentrale Borssele jaarlijks een vergoeding aan de Nederlandse staat. De totale garantieverplichting komt uit op € 9,2 mld.

Voorts hebben alle kerninstallaties een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten bij commerciële verzekeraars en voor bepaalde risico’s bij de Nederlandse staat. Hiertoe zijn zij op grond van de WAKO verplicht. De verzekerde som is afhankelijk van de risico’s bij de betreffende installatie, maar is in geen geval hoger dan € 1,2 mld. De Staat ontvangt hiervoor van alle kerninstallaties premies. Voor schades die door verzekeraars worden vergoed hoeft geen beroep te worden gedaan op de staatsgarantie.

Het doel van deze garantie is tweeledig: enerzijds schadeloosstelling van slachtoffers indien zich een ernstig kernongeval in Nederland voordoet en anderzijds het internaliseren van kosten die met het gebruik van kernenergie samenhangen.

Kans, impact en beheersing risico’s

Kerncentrales moeten voldoen aan strenge veiligheidseisen. De kerncentrale in Borssele is ook bestand tegen externe omstandigheden, zoals een aardbeving of overstroming. Uit onder andere de Europese stresstest blijkt dat Borssele voldoet aan de bestaande veiligheidseisen. Voor de overige installaties zijn nationale stresstests uitgevoerd, die ook positief waren17.

Kerncentrales staan onder streng nationaal en internationaal toezicht. Dit ligt vast in de Nederlandse wet en in internationale verdragen. Daarnaast staan in de vergunningen talrijke eisen aan een kerncentrale. Dit zijn bijvoorbeeld eisen om internationale contacten tussen kerncentrales te onderhouden om kennis en ervaringen uit te wisselen. Wettelijk toezicht in Nederland valt onder de verantwoordelijkheid van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS), die het toezicht ook uitvoert. De ANVS ziet erop toe dat alle nucleaire installaties in Nederland de relevante veiligheidseisen naleven. Ook zorgt de ANVS dat veiligheids- en beveiligingsmaatregelen worden getroffen. Er zijn regelmatig contacten tussen de kerncentrale en de ANVS. Inspecteurs houden vaak ter plekke toezicht en controles. Zij kijken of de vergunningen worden nageleefd, of technische specificaties en de werkwijzen kloppen en of voorgenomen wijzigingen aan installaties mogen worden uitgevoerd.

Premiestelling en kostendekkendheid

De doelstelling is dat een premie wordt geïnd die een reële weergave vormt van het risico voor de Staat. Voor de berekeningssystematiek wordt aangesloten bij de premieberekening die de markt hanteert voor kernongeval schadeverzekeringen. De premies worden niet afgestort in een begrotingsreserve. Tot op heden heeft er geen uitkering plaatsgevonden onder deze regeling.

9. Garantie en vrijwaring inzake verkoop en financiering van staatsdeelnemingen

Doel en werking garantieregeling & leningen

De Staat heeft garanties en vrijwaringen afgegeven aan verschillende instellingen die het gevolg zijn van de verkoop van staatsdeelnemingen. Aan de koper van Fortis Corporate Insurance (Amlin PLC, € 5,5 mln.) en de koper van de Koninklijke Nederlandse Munt (KNM; Group Heylen, € 2,0 mln.) zijn garanties en vrijwaringen verstrekt. Deze garanties en vrijwaringen zijn gebruikelijk bij dit soort transacties en zien bijvoorbeeld toe op navorderingen van de Belastingdienst. Hiermee wordt voorkomen dat de koper dit soort zaken verdisconteert in een lager bod op de aandelen. Daarnaast heeft de Staat specifieke garanties en vrijwaringen verstrekt om de financiering van NWB Bank (€ 1,1 mln.) mogelijk te maken.

In juni 2020 heeft de Staat een garantie aan KLM afgegeven. Een groep van internationale banken verstrekt liquiditeit aan KLM in de vorm van een revolving credit facility (RCF) waarbij KLM de liquiditeit kan aantrekken wanneer nodig en dient terug te storten wanneer deze overvloedig is. De Nederlandse staat garandeert maximaal 90% van de totale omvang van deze faciliteit. Voor verdere details, zie het bij deze garantie behorende toetsingskader risicoregelingen.18

In april 2022 heeft de Staat een garantie aan Gasunie verstrekt van € 160 mln. Om de leveringszekerheid voor gas in de winter van 2022/2023 te kunnen garanderen en de afhankelijkheid van Rusland voor levering van gas af te bouwen, heeft Gasunie een LNG-terminal gehuurd. De garantie die de Staat verstrekt is afgegeven voor een periode van 5 jaar voor de huur van de drijvende LNG-terminal om de potentiële negatieve exploita-tiekosten te kunnen dekken. Voor verdere details, zie het bij deze garantie behorende toetsingskader risicoregelingen19. Daarnaast heeft de Staat in juni 2022 een tweede garantie van € 40 mln. aan Gasunie verstrekt. Deze (kortlopende) garantie is afgegeven voor de optie tot annuleren van de huur van een tweede LNG-terminal, en heeft alleen effect op ontvangsten en garantieverplichtingen in 2022.

Kans, impact en beheersing risico’s

De steun die wordt verleend aan KLM is een combinatie van een garantie op externe financiering en een achtergestelde directe lening van de Nederlandse staat. Het kabinet heeft deze vorm gekozen, zodat ook de banken een deel van het risico dragen. De financiering wordt dus zo veel mogelijk door de markt gefaciliteerd en de Nederlandse staat neemt enkel de risico’s op zich daar waar deze niet in de markt kunnen worden ondergebracht.

KLM heeft de banken in 2022 verzocht de RCF te verlagen met € 665 mln., naar een totale RCF van circa € 1,74 mld. Hierdoor wijzigt ook de omvang van de garantie afgegeven door de Staat, deze wordt bijgesteld naar € 1,56 mld. (90% van € 1,74 mld.). Daarnaast maakte KLM gebruik van de mogelijkheid om kosteloos vervroegd af te lossen en lost de uitstaande lening van € 277 mln. af. Daarmee bedraagt de uitstaande lening na aflossing nul, en de opvraagbare lening € 723 mln.

In het geval KLM volledig gebruik zal maken van beide faciliteiten, betekent dit dat de Staat garant staat voor een bedrag van € 1,56 mld. (90% van € 1,74 mld.) en zelf een lening verstrekt van € 723 mln. Het risico bestaat dat KLM niet in staat zal zijn de leningen (volledig) terug te betalen. Zodoende bedraagt het maximale risico van deze regeling € 2,28 mld., deze zullen generaal worden gedekt.

Op twee manieren is getracht de risico’s zo veel mogelijk te minimaliseren. Zo stelt de Staat allereerst financieringsvoorwaarden aan de garantie en de achtergestelde lening die gangbaar zijn bij dergelijke financiële instrumenten. Te denken valt aan de financiële criteria waar de onderneming gedurende de looptijd aan dient te voldoen om gebruik te kunnen blijven maken van de kredietfaciliteiten. Daarnaast is het verstrekken van de tranches onder de directe lening voorwaardelijk op voortgang van vervulling van de voorwaarden.

Premiestelling en kostendekkendheid

De Nederlandse staat ontvangt een premie voor de afgegeven garantie inzake de revolving credit facility voor KLM. De premie die KLM aan de Nederlandse staat betaalt voor deze garantie loopt op gedurende de looptijd en ziet er als volgt uit:

Tabel 12 Te betalen premie KLM aan de Nederlandse staat

Jaar

Jaarlijks te betalen premie

1e jaar van garantie

0,5% over het kredietplafond1 

2e en 3e jaar van garantie

1% over het kredietplafond

4e,5e en 6e jaar van garantie

2% over het kredietplafond

X Noot
1

Het kredietplafond was aanvankelijk € 2,4 mld., maar is in 2022 bijgesteld met € 665 mln. naar € 1,74 mld.

Voor de garanties aan Fortis, Groep Heylen en NWB ontvangt de Staat geen premie. Tot op heden heeft geen uitkering plaatsgevonden onder de garantie.

Voor de garantie van € 160 mln. aan Gasunie ontvangt de Staat gedurende de looptijd van de garantie een premie van € 4 mln. per jaar. De eerste premie wordt in 2023 ontvangen. De premieontvangsten worden gedoteerd in een begrotingsreserve. Voor de tweede garantie van € 40 mln. aan Gasunie ontvangt de Staat eenmalig een premie van € 1 mln. in 2022.

De Nederlandse staat ontvangt rente voor de afgegeven lening aan KLM. De rente die KLM aan de Nederlandse staat betaalt voor deze lening loopt op gedurende de looptijd en is afhankelijk van het moment van trekken. Gezien KLM alleen rente betaalt over het getrokken deel van de lening, wijzigen de renteontvangsten na de vervroegde aflossing van € 277 mln. Voor 2022 worden de renteontvangsten naar beneden bijgesteld, vanaf 2023 staan de renteontvangsten op nul geraamd. Dit ziet er als volgt uit:

Tabel 13 Lening KLM

Leningen

 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Renteontvangsten lening

 

17.318

15.782

0

0

0

0

Aflossing lening

 

0

0

0

0

0

722.917

10. Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO)

Doel en werking garantieregeling

De Nederlandse Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO) is in 1970 opgericht om duurzame economische groei in ontwikkelingslanden te bevorderen, door het verschaffen van eigen vermogen of leningen voor projecten die impact creëren en voldoen aan FMO’s standaarden op het gebied van sociale omstandigheden, milieu en «good governance». Hierbij gaat het alleen om projecten die niet door marktpartijen gefinancierd kunnen worden, voornamelijk vanwege het hoge risico dat zij associëren met onder meer het investeren in ontwikkelingslanden. FMO verschaft het eigen vermogen en de leningen aan private partijen in die landen. Door de private sector in ontwikkelingslanden te versterken wil de Staat een bijdrage leveren aan het terugdringen van armoede.

In de overeenkomst uit 1998 tussen de Staat en FMO is een garantie van de Staat richting FMO opgenomen. De garantie bestaat uit twee onderdelen:

  • 1. De Staat zal de verliezen uit de bedrijfsvoering dekken, die volgen uit activiteiten van FMO, voor zover deze verliezen niet zijn of worden gedekt door waardecorrecties en/of schadevergoedingen en/of uitkeringen uit hoofde van verzekeringen. Voorts geldt als voorwaarde voor de garantie dat een dergelijk verlies de reserve voor algemene risico’s overstijgt en dat de verliezen het resultaat zijn van niet-normale bedrijfsrisico’s.

  • 2. Daarnaast heeft de Staat zich verplicht om situaties te voorkomen waarin FMO niet in staat is om bepaalde verplichtingen te voldoen, namelijk de verplichtingen die op FMO rusten uit hoofde van:

    • 1. op de kapitaalmarkt opgenomen leningen;

    • 2. op de geldmarkt opgenomen korte financieringsmiddelen met een looptijd gelijk aan of minder dan twee jaar;

    • 3. swap-overeenkomsten met uitwisseling van hoofdsom en rentebetaling;

    • 4. swap-overeenkomsten zonder uitwisseling van hoofdsom met rentebetaling;

    • 5. valuta-termijncontracten en Future Rate Agreements;

    • 6. optie- en future-contracten;

    • 7. combinaties van de hiervoor bedoelde producten (a t/m f);

    • 8. garanties door de FMO aan derden verstrekt ten behoeve van de financiering van private ondernemingen in ontwikkelingslanden;

    • 9. die voortvloeien uit het onderhouden van een adequaat apparaat.

Omdat het gaat om een instandhoudingsverplichting is de omvang van de garantie in theorie onbeperkt. In bovenstaand overzicht is, omwille van transparantie, de garantie gekwantificeerd. Het vreemd vermogen van FMO ultimo 2018 is gebruikt als inschatting van het uitstaande risico. De letterlijke tekst van de overeenkomst is leidend voor de interpretatie.

Kans, impact en beheersing risico’s

Aangezien het gegarandeerde bedrag meer dan € 5 mld. is, zou de financiële impact van het inroepen van (een deel van) de garantie zeer groot zijn. De kans hierop is echter zeer klein, aangezien er op verschillende niveaus aan actief risicomanagement wordt gedaan. Dit is nodig, aangezien FMO actief risico’s neemt die voortvloeien uit het verschaffen van leningen en eigen vermogen aan ontwikkelingslanden om daarmee haar doelstelling te bereiken: het bevorderen van de private sector in ontwikkelingslanden. Hiervoor is het van essentieel belang dat FMO een adequaat risicomanagementsysteem heeft om financiële risico’s te identificeren, te meten, te volgen en te beperken. Ten grondslag hieraan ligt de risicobereidheid van FMO. Dit is het risico dat FMO bereid is om te aanvaarden in het nastreven van toegevoegde waarde. De risicobereidheid van FMO wordt minstens een keer per jaar herzien.

De beheersing van de risico’s wordt verder ondersteund door behoedzame kapitaal- en liquiditeitsposities en sterke diversificatie van de leningen en eigenvermogenportefeuille over regio’s en sectoren. Ongeveer 80% van het economisch kapitaal van FMO wordt ingezet voor kredietrisico. Hoewel andere financiële risico’s niet altijd voorkomen kunnen worden, vermindert FMO deze zoveel mogelijk. FMO heeft geen handelsposities en is in het algemeen niet geïnteresseerd in valutarisico en renterisico.

Binnen FMO is de afdeling Risicomanagement verantwoordelijk voor het beheren van de risico’s in de eigenvermogenportefeuille (‘emerging market portfolio’), de eigen vermogensportefeuille (‘treasury portfolio’) en alle daarmee samenhangende marktrisico’s. Daarnaast heeft FMO een Investeringscommissie bestaande uit senior medewerkers van verschillende afdelingen. Deze commissie analyseert financieringsvoorstellen voor nieuwe transacties. Elk financieringsvoorstel wordt beoordeeld in termen van tegenpartijrisico, productrisico en landrisico. De financieringsvoorstellen worden vergezeld van het advies van de kredietafdeling. Deze afdeling is verantwoordelijk voor de beoordeling van de kredietrisico’s van zowel nieuwe transacties als de bestaande portefeuille.

FMO heeft een bankvergunning en staat onder toezicht van DNB. De Staat als aandeelhouder is conform de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2013 actief betrokken bij staatsdeelnemingen zoals FMO. Relevante (financiële) ontwikkelingen worden onder andere besproken in kwartaaloverleggen, het halfjaarlijkse beleidsoverleg en in bijvoorbeeld de aandeelhoudersvergadering.

Premiestelling en kostendekkendheid

Voor deze garantie wordt geen premie ontvangen, waardoor ook geen middelen worden gestort in een begrotingsreserve. Het grootste deel van de winst van FMO wordt jaarlijks conform de afspraken in de overeenkomst tussen de Staat en FMO toegevoegd aan de reserves van FMO. Een klein deel wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders van FMO. De Staat heeft 51% van de aandelen. Tot op heden heeft er geen uitkering plaatsgevonden onder deze garantieregeling.

11. Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB)

Doel en werking garantieregeling

In 2015 is besloten om toe te treden tot de nieuw op te richten Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB), welke sinds januari 2016 operationeel is. Op basis van een door de oprichtende aandeelhouders bepaalde verdeelsleutel heeft Nederland een aandeel toegewezen gekregen en zich hierop ingeschreven. Dit aandeel bestaat uit een gedeelte ingelegd (paid-in) kapitaal (20%) en een gedeelte garantiekapitaal (80%). Deze verplichting betreft het garantiekapitaal. Het Nederlandse aandeel in het garantiekapitaal bedraagt in 2023 na wisselkoerscorrectie € 726,2 mln.

De doelstelling van de AIIB is tweeledig:

  • 1. het bevorderen van duurzame economische ontwikkeling, het creëren van welvaart en het verbeteren van het infrastructuurnetwerk in Azië door te investeren in infrastructuur en andere productieve sectoren;

  • 2. het bevorderen van regionale samenwerking en partnerschappen door samen te werken met andere multilaterale en bilaterale ontwikkelingsinstellingen bij het adresseren van ontwikkelingsuitdagingen.

Kans, impact en beheersing risico’s

De garantie kan worden ingeroepen door de AIIB op het moment dat de instelling niet meer aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. De kans dat dit gebeurt, wordt echter als zeer klein aangemerkt. De optie om garantiekapitaal in te roepen op een internationale financiële instelling is nog nooit ter sprake geweest (bijvoorbeeld de mondiale financiële crisis van 2008). De AIIB heeft een zogenoemde Preferred Creditor Status. Het interne beleid t.a.v. kapitaaltoereikendheid is zeer prudent en erop gericht dat kapitaalgaranties nooit ingeroepen hoeven te worden. De externe kredietbeoordelingsbureaus (Moody’s, S&P en Fitch) geven de AIIB allen een AAA/Aaa-rating, wat een reflectie is van onder meer de governance-raamwerken van de AIIB, waaronder het risicomanagement- en liquiditeitbeleid van de AIIB, de sterke kapitaaltoereikendheid en de steun van de brede aandeelhoudersbasis.

Premiestelling en kostendekkendheid

Voor deze garantie wordt geen premie ontvangen, waardoor er ook geen middelen worden gestort in een begrotingsreserve. Noch voor het ingelegde noch voor het oproepbare kapitaal wordt door de aandeelhouders een dividend of vergoeding gevraagd, aangezien zij het zonder winstbejag ten dienste van de gemeenschappelijke doelstellingen van de AIIB hebben gesteld. Noch voor het ingelegde noch voor het oproepbare kapitaal wordt door de aandeelhouders/lidstaten een dividend of vergoeding gevraagd, aangezien zij dit zonder winstbejag ten dienste van de gemeenschappelijke doelstellingen van de AIIB hebben gesteld. Rendementen op investeringen komen wel ten goede aan het eigen vermogen van de AIIB, welke de aandeelhouders, waaronder Nederland, toebehoort.

12. DNB – deelneming in kapitaal IMF

Doel en werking garantieregeling

De Nederlandse staat verleent aan De Nederlansche Bank (DNB) een garantie om het risico te dekken indien het International Monetary Fund (IMF) in gebreke blijft. Deze garantie wordt alleen ingeroepen in het geval dat het IMF niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en een beroep doet op middelen van DNB. Een deel van de garantie is tijdelijk. Dat betreft de garantie voor het verstrekken van de New Arrangements to Borrow (NAB) en de Bilateral Borrowing Agreements, die respectievelijk in 2025 en 2024 aflopen. Voldoende financiële slagkracht voor het IMF is belangrijk financiële schokken het hoofd te bieden.

Eerder was het gebruikelijk dat de Nederlandse staat een garantie afgeeft voor gealloceerde speciale trekkingsrechten (SDR’s) van het IMF. Voor 2023 wordt deze garantie voor Nederland geraamd op € 32,3 mld. na een wisselkoerscorrectie en afbouw van de garantie inzake SDR’s.

Kans, impact en beheersing risico’s

De kans dat het IMF in gebreke blijft bij DNB op de algemene middelen van het IMF (Quota/NAB/BBA) en DNB daarom de garantie bij het ministerie van Financien moet inroepen is zeer klein. De optie om garantiekapitaal in te roepen op een internationale financiële instelling is nog nooit ter sprake geweest (bijvoorbeeld de mondiale financiële crisis van 2008).

Er zijn verschillende mitigerende factoren die ervoor zorgen dat de kans zeer klein is dat DNB de garantie moet inroepen omdat het IMF in gebreke blijft. Het IMF verstrekt leningen aan landen met betalingsbalansproblemen. In de eerste plaats kent een IMF-steun waar nodig conditionaliteiten. Hiermee verlangt het IMF niet alleen economische aanpassingen van de lidstaat om de betalingsbalansproblemen op orde te krijgen, maar zorgt het IMF er ook voor dat het land de lening tijdig terugbetaalt. Ten tweede heeft het IMF een de facto preferred-creditor status, waardoor het IMF bij terugbetalingen voorrang krijgt boven andere private en publieke crediteuren. Tenslotte hanteert het IMF ook een reservebuffer, die ongeveer SDR 15-20 mld. bedraagt, waarmee achterstallige betalingen kunnen worden opgevangen. Het komt overigens nauwelijks voor dat landen achterstanden hebben bij het IMF, mede dankzij het prudente beleid dat het IMF voert. Een belangrijk element hierin vormt het toegangsbeleid: voordat het IMF een programma verstrekt wordt vastgesteld of een land voldoende capaciteit heeft om het IMF terug te betalen. Daarnaast zijn er richtlijnen voor limieten van leningen zodat het IMF grenzen kan stellen aan de beschikbare financiering voor een programma.

Ook de kans dat het IMF in gebreke blijft op de speciale leningenaccount voor lage-inkomenslanden, de PRGT, is klein. De eerdergenoemde waarborgen voor de algemene middelen gelden ook voor middelen uit de PRGT. In de afgelopen 25 jaar is het slechts één keer voorgekomen dat er een betalingsachterstand ontstond bij de PRGT. Daarbij moet wel worden aangetekend dat de impact van de coronacrisis zonder precedent is en dat voor een aantal landen dat gebruik maakt van PRGT-middelen in de aankomende jaren een onhoudbare schuldsituatie dreigt. De PRGT heeft reserves, waardoor betalingsachterstanden niet direct een risico vormen voor het inroepen van de garantie.

Premiestelling en kostendekkendheid

Voor de afgegeven garanties aan DNB wordt geen premie ontvangen en er worden geen middelen gestort in een begrotingsreserve. Het IMF zelf ontvangt geen garantie van de Nederlandse staat en betaalt dus ook geen premie voor deze garantie aan de Nederlandse staat. Het IMF vraagt wel premie aan landen die financiële steun krijgen en betaalt een premie aan landen die middelen verstrekken. Dit laatste geldt ook voor Nederland. Wanneer het IMF een beroep doet op een Nederlandse lening, krijgt DNB hiervoor een vergoeding; de SDR-rente. Deze is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van de 3 maandrente op staatspapier van de onderliggende valuta van de SDR, de Euro/Dollar/Yen/Renminbi en Pond. De SDR-rente kan niet negatief worden en kent een minimum van 5 basispunten (0,05%). Momenteel bedraagt de SDR-rente het minimum. Het IMF is kostendekkend, de uitvoeringskosten van het monitoren en opstellen van programma’s wordt door het IMF gedragen. Het IMF kent een complexe vergoeding structuur. In de basis rekent het IMF een vergoeding voor de gelopen risico’s voor programmafinanciering. Voor programma’s die groot van omvang zijn wordt een extra opslag gerekend omdat deze een groter risico kennen. Deze opslag kan na verloop van tijd verder worden verhoogd om groot en langdurig gebruik van IMF-middelen te ontmoedigen. Ook rekent het IMF een vergoeding om de uitvoeringskosten van een programma te dekken. Een uitzondering wordt gemaakt voor lage-inkomenslanden: zij betalen een lagere premie via de PRGT. Tot op heden heeft er geen uitkering plaatsgevonden onder deze garantieregeling.

13. EIB-kredietverlening in ACP en OCT

Doel en werking garantieregeling

De European Investment Bank (Europese Investeringsbank, EIB) verricht activiteiten in de landen in Sub-Sahara-Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ook wel de Afrikaanse, Caribische en Pacifische landen genoemd, ofwel de ACP-landen), alsmede in Europese Overzeese Gebieden (Overseas Countries and Territories, ofwel OCT-landen). De projecten in deze regio’s richten zich op economische ontwikkeling via de ontwikkeling van de private sector en de financiële sector, investeringen in infrastructuur en het verbeteren van het ondernemingsklimaat. Een deel van deze activiteiten wordt bekostigd uit het Investment Facility, een ‘revolverend fonds’ dat gefinancierd is uit het European Development Fund (EDF). De EIB financiert daarnaast ook activiteiten uit eigen middelen. Op deze eigen middelen hebben de lidstaten vier garanties (Lomé IV, Cotonou I, Cotonou II en Cotonou III) afgegeven om het risico dat op deze activiteiten wordt gelopen af te dekken. Voor 2023 wordt deze garantie voor Nederland geraamd op € 64,7 mln.

Kans, impact en beheersing risico’s

In tegenstelling tot de algemene garantie op de EIB die op instellingsniveau is ingericht (zie hierboven), dekt de garantie op EIB-kredietverlening onder eigen middelen in ACP en OCT individuele projecten. De EIB schat de verwachte verliezen voor het totale portfolio onder de vier garanties op 6,3%20. Er is geen uitgavenraming opgenomen op de Financiënbegroting omdat niet in te schatten is wanneer potentiële verliezen zich voordoen en de spreiding over de jaren groot is (de laatste terugbetalingen vinden plaats in 2050), waardoor de hoogte van een potentieel verlies in enig jaar relatief gering zal zijn. Verliezen zullen, zodra deze wel concreet zijn, in de begroting worden opgenomen. In uitzonderlijke gevallen kan dit, als een verlies aan het einde van een jaar concreet wordt, betekenen dat de uitgaven pas in de slotwet verwerkt kunnen worden. In 2013 is er voor het laatst een verlies uitgekeerd21. Om inspraak van de lidstaten in financieringsbesluiten, gefinancierd uit zowel EDF als eigen middelen, te waarborgen is er een comité opgericht waarin alle lidstaten vertegenwoordigd zijn. Dit comité beoordeelt alle investeringsvoorstellen inhoudelijk en brengt advies uit aan de Raad van bewind van de EIB inzake eventuele goedkeuring. Tevens heeft het beheer van de portefeuille dezelfde waarborgen als de EIB-portefeuille binnen de EU.

Premiestelling en kostendekkendheid

Voor deze garantie wordt geen premie ontvangen en er worden geen middelen gestort in een begrotingsreserve. Door de aandeelhouders wordt geen dividend of vergoeding gevraagd, aangezien zij de garantie zonder winstbejag ten dienste van de gemeenschappelijke doelstellingen van de EIB/EU-lidstaten in de ACP- en OCT-landen hebben gesteld.

14. EIB pan-Europees garantiefonds

Doel en werking garantieregeling

In een Eurogroep in 2020 zijn afspraken gemaakt over de Europese beleidsreactie om de economische gevolgen van de corona uitbraak te mitigeren. Onderdeel hiervan is het voorstel voor het opzetten van een pan-Europees garantiefonds COVID-19 (EGF) beheerd door de EIB-groep van € 25 mld. waarmee tot € 200 mld. aan financiering voor Europese bedrijven, met name midden- en kleinbedrijf (mkb), kan worden gemobiliseerd. Het fonds heeft als doel de economische gevolgen van corona in de reële economie op te vangen door het verstrekken van liquiditeit aan de bedrijven in Europa. Het EGF is inmiddels operationeel doordat de grens van deelname een groep lidstaten met 60% van het stemgewicht is bereikt.

Het EGF financiert hoge risicoprojecten die de EIB-groep normaliter niet zou financieren waardoor de activiteiten van het EGF complementair zijn aan de reguliere activiteiten van de EIB-groep. Het EGF verstrekt first loss garanties aan de EIB en het Europees Investeringsfonds (EIF) waarmee eventuele eerste verliezen op in aanmerking komende operaties in deelnemende lidstaten gedekt worden. Verliezen uit het EGF worden door de lidstaten die deelnemen aan het EGF naar rato gedragen en door lidstaten in vaste termijnen betaald. De totaal te betalen verliezen kunnen niet meer zijn dan de individuele inleg per lidstaat. De hoogte van de in te leggen garanties door lidstaten wordt bepaald naar rato van het stemgewicht van de lidstaat bij de EIB. Voor 2023 wordt deze garantie voor Nederland geraamd op € 1,3 mld. (5,21% stemgewicht).

De investeringsperiode van het garantiefonds loopt tot 31 december 2021, met mogelijkheid tot een verlenging van 6 maanden als een gekwalificeerde meerderheid van de deelnemende lidstaten hiermee instemt. Hierna kan de investeringsperiode alleen met unanieme instemming verlengd worden. Het fonds zal blijven bestaan totdat één van de volgende situaties zich voordoet: het fonds wordt opgeheven met een unaniem besluit van de deelnemende lidstaten, de onderliggende committeringen zijn verlopen of de datum 31 december 2037 is bereikt. Aan het eind van de investeringsperiode zal de Contributors Committee op basis van een voorstel van de EIB bepalen of een verlaging van de garanties van de lidstaten passend is gegeven de dan uitstaande committeringen.

Kans, impact en beheersing risico’s

Indien het garantiefonds moet uitbetalen aan een garantiehouder, worden de lidstaten gevraagd om een deel van hun garanties om te zetten in een betaling zodat het garantiefonds aan haar verplichtingen kan voldoen. De verwachte netto verliezen van het fonds worden rond de 20% geschat, voor Nederland komt dit neer op € 260 mln. welke zijn opgenomen als uitgave onder artikel 4 van deze begroting. De EIB baseert zich hierbij op de gemiddelde netto verwachte verliezen in een conservatief scenario (23%) en een basis scenario (16.6%). De netto verwachte verliezen van 20% bestaan uit de verwachte verliezen op het portfolio inclusief de terugvorderingen (29.2%) plus alle kosten die voortkomen uit het opzetten en beheren van het fonds min de verwachte inkomsten.

De EIB zal actief ex ante risicobeheer toepassen om de verwachte netto verliezen rond de 20% te houden en regelmatig rapporteren over de gerealiseerde en verwachte verliezen aan het zogeheten Contributors Committee van het EGF, waarin Nederland zitting heeft. Dit comité is verantwoordelijk voor de besluitvorming van het gebruik van de EGF garantie voor individuele operaties van de EIB en het EIF. Deze besluitvorming zal gebeuren op basis van een gekwalificeerde meerderheid. Dat wil zeggen dat 50% van de deelnemende lidstaten die minimaal twee derde van de totale bijdrages aan het EGF vertegenwoordigen moet instemmen om een voorstel goed te keuren. Belangrijke strategische besluiten vereisen een supermeerderheid (50% van de deelnemende lidstaten goed voor 80% van de totale bijdrages). Vergaderingen van het comité zullen maandelijks plaats vinden. Daarnaast doorlopen alle onderliggende investeringsvoorstellen die door het fonds gegarandeerd worden de reguliere besluitvormingsprocedures bij de EIB of het EIF. Nederland is vertegenwoordigd in de Raad van Bewind van de EIB.

Premiestelling en kostendekkendheid

Opbrengsten van het garantiefonds (bestaande uit premies voor gebruik van de garanties) zullen in eerste instantie gebruikt worden om de uitvoeringskosten van het fonds te dekken. Eventuele resterende financiële voordelen van de garanties komen ten goede aan de lidstaten die hebben ingelegd in het fonds op pro-rata basis.

15. European Bank for Reconstruction and Development (EBRD)

Doel en werking garantieregeling

De European Bank for Reconstruction and Development (EBRD, oftewel de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling) is opgericht om de landen in Midden- en Oost-Europa en de voormalige Sovjet Unie bij te staan in hun transitie naar een democratie en naar een markteconomie. Inmiddels is het operatiegebied uitgebreid met een aantal Centraal-Aziatische landen en enkele landen in de Zuidoostelijk Mediterrane regio. Het mandaat van de EBRD is specifiek gericht op de transitie van (aanvankelijk ex-communistische) economieën naar markteconomieën met een robuuste private sector en integratie daarvan in de wereldeconomie. De EBRD wordt gefinancierd door kapitaal, waarvan zo’n 20% is ingelegd door de lidstaten (paid-in) en de rest wordt verstrekt in de vorm van garanties (callable capital). Dat laatste betreft het garantiekapitaal dat door deelnemende landen, waaronder Nederland, is afgegeven en kan worden ingeroepen in het geval de instelling niet meer kan voldoen aan haar financiële verplichtingen. Op basis van ingelegd kapitaal en garanties verstrekt door aandeelhouders, kan de EBRD financiering aantrekken op de kapitaalmarkt en deze financiering als leningen verstrekken aan voornamelijke de private sector. Voor 2023 wordt deze garantie voor Nederland geraamd op € 589,1 mln.

Kans, impact en beheersing risico’s

De garantie kan alleen worden ingeroepen door de EBRD wanneer de EBRD niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen en de bank dus failliet dreigt te gaan. De kans dat dit gebeurt wordt als zeer klein aangemerkt. De optie om garantiekapitaal in te roepen op een internationale financiële instelling is nog nooit ter sprake geweest (bijvoorbeeld de mondiale financiële crisis van 2008). De EBRD voert een prudent beleid. Het liquiditeit- en risicobeleid zijn conservatief. De EBRD heeft een sterke kapitaalpositie met een gezonde verhouding tussen de portfolio en de capaciteit om het risico in de portfolio te dragen. Het interne beleid t.a.v. kapitaaltoereikendheid is zeer prudent en erop gericht dat kapitaalgaranties nooit ingeroepen hoeven te worden. De externe kredietbeoordelingbureaus (Moody’s, S&P en Fitch) geven de EBRD allen een AAA/Aaa-rating. De EBRD heeft een zogenoemde Preferred Creditor Status. Tevens heeft het dagelijks bestuur van de EBRD een Audit comité dat de risico’s van de EBRD nauwgezet in de gaten houdt. Er is daarnaast een intern Audit comité dat toeziet op de kwaliteit van procedures en processen (deze rapporteert aan de president van de EBRD).

Premiestelling en kostendekkendheid

Voor deze garantie wordt geen premie ontvangen, waardoor er ook geen middelen worden gestort in een begrotingsreserve. Noch voor het ingelegde noch voor het oproepbare kapitaal wordt door de aandeelhouders een dividend of vergoeding gevraagd, aangezien zij het zonder winstbejag ten dienste van de gemeenschappelijke doelstellingen van de EBRD hebben gesteld. Rendementen op investeringen komen wel ten goede aan het eigen vermogen van de EBRD, welke de aandeelhouders, waaronder Nederland, toebehoort. Uit het eigen vermogen worden regelmatig (beperkt) middelen onttrokken met goedkeuring van de Raad van Gouverneurs, bijvoorbeeld voor het EBRD-fonds waaruit onder andere technische assistentie-activiteiten worden betaald of het door de EBRD beheerde Chernobyl Shelter Fund. Tot op heden heeft er geen uitkering plaatsgevonden onder deze garantieregeling.

16, 20, 22 en 23. Garanties uit hoofde van de marges in het EU-Eigenmiddelenbesluit (European Financial Stabilisation Mechanism (EFSM), Kredieten EU-betalingsbalans (BoP-faciliteit), Next Generation EU (NGEU), Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE)

Doel en werking garantieregelingen

De begroting van de Europese Unie (EU) wordt hoofdzakelijk gefinancierd door zogenoemde eigen middelen van de Unie. Sluitpost van deze eigen middelen is een nationale afdracht op basis van het bruto nationaal inkomen (bni) van de lidstaten. Voor iedere euro die de EU aanvullend uitgeeft naast wat er in de jaarlijkse EU-begroting wordt vastgesteld, worden de bijdragen van de lidstaten dus bepaald door het aandeel van hun bni in het totale bni van de EU.

De omvang van de jaarlijkse begroting is gemaximeerd door de plafonds zoals die vastgelegd zijn in het Meerjarig Financieel Kader (MFK), vermeerderd met de toegestane uitgaven voor zogenoemde speciale instrumenten. Dit maximum voor de jaarbegroting vormt de basis voor de raming van de Nederlandse afdrachten aan de EU-begroting op de begroting van Buitenlandse Zaken (artikel 3.1).

Om zeker te stellen dat de Europese Unie in staat is om aan al haar financiële verplichtingen te voldoen, wordt in het Besluit van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (het Eigenmiddelenbesluit, EMB) een jaarlijks maximum vastgelegd voor de eigen middelen die de Unie op mag vragen bij de lidstaten. Dit ligt hoger dan het hiervoor beschreven maximum voor de jaarlijkse begroting. In het Eigenmiddelenbesluit, dat op 1 juni jl. met terugwerkende kracht per 1 januari 2021 in werking is getreden, is voorzien in een reguliere marge bovenop het maximum voor de jaarlijkse begroting en een tijdelijke aanvullende marge t/m 2058 ten behoeve van het Europees Herstelinstrument (Next Generation EU, NGEU). Deze marge dient voornamelijk als zekerheid voor de aflossings- en renteverplichtingen op leningen die de Unie aan kan gaan. Deze leningen worden gebruikt om middelen te mobiliseren voor het verstrekken van financiële steun in buitengewone omstandigheden, in de vorm van leningen van de Unie aan lidstaten (op basis van artikel 143 en 122 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie). Voor financiële steun in buitengewone omstandigheden kan moeilijk gebudgetteerd worden in de EU-begroting, dus mobiliseert de Unie de benodigde middelen door deze te lenen op de kapitaalmarkt of bij financiële instellingen. In het onwaarschijnlijke geval dat lidstaten de rente- en aflossingsverplichtingen op de aan hen verstrekte leningen niet tijdig aan de Unie voldoen, zal de Unie aanvullende eigen middelen opvragen bij de lidstaten, opdat de Unie zelf wel tijdig in staat zal zijn om de eigen rente- en aflossingsverplichtingen te kunnen voldoen.

De risico’s voor de Nederlandse afdrachten aan de EU die daardoor ontstaan worden als garantieverplichting in de begroting opgenomen, uitgesplitst naar de specifieke instrumenten die de Europese Commissie machtigen om namens de Unie middelen te lenen. Die instrumenten zijn het mechanisme voor financiële ondersteuning van de betalingsbalansen van de lidstaten zonder de euro (Balance of Payments facility, BoP), het European Financial Stability Mechanism (EFSM) en het in 2020 nieuw opgerichte Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand als gevolg van de corona uitbraak (Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency, SURE) en het herstelinstrument voor de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel in de nasleep van de coronacrisis (Next Generation EU, NGEU). Voor NGEU gaat de Unie zowel leningen aan voor het verstrekken van leningen aan lidstaten als voor het financieren van uitgaven van Unieprogramma’s. De voor NGEU opgenomen garantieverplichting op de Financiënbegroting heeft alleen betrekking op de middelen die gebruikt worden voor het verstrekken van leningen aan lidstaten, binnen de faciliteit voor herstel en veerkracht (Recovery and Resilience Facility, RRF). De aflossing en rente op de leningen die de Unie aangaat voor het financieren van uitgaven (voornamelijk via de RRF maar ook via andere Unieprogramma’s) zullen worden betaald via de EU-begroting. De gevolgen voor de Nederlandse begroting daarvan zullen op termijn worden verantwoord in de raming van de afdrachten aan de EU-begroting op de begroting van Buitenlandse Zaken.

Voor alle instrumenten geldt dat het Nederlandse aandeel in de garantstelling wordt bepaald door het aandeel van het Nederlandse bni in het totale bni van de Europese Unie. Door veranderingen in dit aandeel zullen de garanties regelmatig moeten worden bijgesteld. De begroting zal hier op de standaard momenten (1e suppletoire en jaarverslag) voor worden bijgewerkt. De garanties brengen het totale (verwachte) risico voor Nederland over de looptijd van de instrumenten in kaart. Bij het opvragen van aanvullende afdrachten voor het voldoen van rente- en aflossingsverplichtingen, kan de Commissie als voorlopige maatregel afwijken van een verdeling naar rato van het bni, als sommige lidstaten niet in staat zijn tijdig hun volledige bijdrage te leveren. In dat geval kan het voorkomen dat Nederland tijdelijk een hogere bijdrage levert dan op basis van het bni-aandeel verwacht wordt. Deze tijdelijke afwijking van bijdragen naar rato van het bni-aandeel wordt bij de eerstvolgende aanpassing van de EU-begroting hersteld. Om deze reden zal het Nederlandse risico, wat voor de gehele looptijd van de instrumenten wordt weergegeven, niet hoger zijn door deze tijdelijke afwijking van de bijdragen.

European Financial Stabilisation Mechanism (EFSM)

Het EFSM is bedoeld om de financiële stabiliteit van de Europese Unie in stand te houden door financiële bijstand te verlenen aan lidstaten waarin sprake is van een feitelijke of ernstig dreigende economische of financiële verstoring die wordt veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen22, op basis van artikel 122.2 VWEU. Via het EFSM kan de Europese Unie leningen aan deze lidstaten verstrekken. Deze steun gaat gepaard met een economisch en financieel aanpassingsprogramma dat de lidstaat uitvoert. Het mechanisme kent geen einddatum, maar de verwachting is dat het EFSM niet meer zal worden gebruikt omdat voor niet-eurolanden de betalingsbalansfaciliteit beschikbaar is en voor eurolanden het ESM. Omdat verder gebruik van het mechanisme onwaarschijnlijk is wordt de garantie gebaseerd op de rente- en aflossingsverplichtingen op de momenteel voor het EFSM uitstaande Unieschuld (die is gebruikt voor het verstrekken van leningen aan Portugal en Ierland). Dit houdt ook in dat bij het aflossen van deze uitstaande schuld de garantie in omvang zal dalen. Omdat op basis van afspraken uit 2013 nog tot 2026 sprake kan zijn van het doorrollen van een deel van de uitstaande schuld, kunnen wijzigingen in de couponrentes tot die tijd nog voor wijzigingen in de hoogte van de garantie zorgen. Het Nederlandse aandeel in de garantie voor het EFSM wordt bepaald door het Nederlandse bni-aandeel in het bni van de EU plus het Verenigd Koninkrijk, omdat het VK middels het terugtrekkingsakkoord tussen de EU en het VK nog aansprakelijk is voor de financiële verplichtingen die de Unie voor de financiering van het EFSM is aangegaan. Het Nederlandse aandeel in deze garantie wordt voor 2023 geraamd op € 2,7 mld. (inclusief rente).

Kredieten EU-betalingsbalanssteun (BoP-faciliteit)

De BoP-faciliteit is bedoeld voor niet-eurolanden met feitelijke of ernstig dreigende moeilijkheden in de betalingsbalans23, op basis van artikel 143 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU). Via de betalingsbalansfaciliteit kan de Europese Unie voor maximaal € 50 mld. aan leningen aan deze lidstaten verstrekken. Deze steun gaat gepaard met een herstelprogramma dat de lidstaat uitvoert. De faciliteit kent geen einddatum. Daarom wordt de garantie op de Nederlandse begroting gebaseerd op het maximale bedrag dat aan steun kan worden verleend, waarbij voor zowel de aflossing als voor de rentebetalingen op de door de Unie aangegane schuld een inschatting moet worden gemaakt. Op dit moment staat er onder de BoP een lening uit aan Letland (van voor de introductie van de euro in Letland in 2014), waarvoor het Nederlandse aandeel in de garantie wordt bepaald door het Nederlandse bni-aandeel in het bni van de EU plus het Verenigd Koninkrijk, omdat het VK middels het terugtrekkingsakkoord tussen de EU en het VK nog aansprakelijk is voor de financiële verplichtingen die de Unie voor deze financiering is aangegaan. Voor toekomstige leningen onder de BoP zal dit niet gelden. Echter, de BoP wordt begroot op basis van de maximale uitleencapaciteit, waarvoor het Nederlandse bni-aandeel hierin wordt bepaald door het Nederlandse bni aandeel in het bni aandeel van de EU. Het Nederlandse aandeel in deze garantie wordt voor 2023 geraamd op € 3,8 mld. (inclusief rente).

Next Generation EU (NGEU)

NGEU is ingesteld in reactie op de coronacrisis en bedoeld om het herstel van de gevolgen ervan te ondersteunen24, op basis van artikel 122 VWEU. De Europese Commissie zal daartoe middelen lenen conform de gepresenteerde leenstrategie25 en deze deels gebruiken voor uitgaven in EU-programma’s en deels als leningen verstrekken aan lidstaten. Via NGEU kan de Europese Unie tot het eind van 2026 voor maximaal € 360 mld. (in prijzen van 2018) aan leningen verstrekken aan lidstaten en de daarvoor benodigde middelen zelf lenen. De garantie is gebaseerd op een raming van de uitstaande schuld en de renteverplichtingen, op basis van informatie van de Commissie. Omdat het moment van uitgifte van het schuldpapier van de Unie, de looptijd en de couponrente nog niet bekend zijn is deze raming met veel onzekerheid omgeven. Zodra het instrument is ingezet zal deze raming aan de werkelijke schulduitgifte door de Unie worden aangepast. Aflossing van de schuld zal daarbij op termijn zorgen voor een daling van de garantie. Het Nederlandse aandeel in deze garantie wordt bepaald door het Nederlandse bni-aandeel in het bni van de EU en wordt voor 2023 geraamd op € 33,6 mld. (inclusief rente).

Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE)

SURE is in 2020 ingesteld in reactie op de coronacrisis en bedoeld om lidstaten te ondersteunen bij het financieren van hoofdzakelijk werktijdverkortingsregelingen of soortgelijke maatregelen ter bescherming van werknemers en zelfstandigen, en zodoende voor het verminderen van werkloosheid en inkomensverlies, en in aanvulling daarop, voor de financiering van sommige maatregelen op gezondheidsgebied, met name op de werkplek7 (op basis van artikel 122 VWEU). Via SURE kan de Europese Unie maximaal € 100 mld. leningen aan lidstaten verstrekken en de lidstaten staan hiervoor garant. De leningen kunnen tot het eind van 2022 worden verstrekt, tenzij de Raad besluit om de duur van het instrument te verlengen. Het Nederlandse aandeel in deze garantie wordt bepaald door het Nederlandse bni-aandeel in het bni van de EU en wordt voor 2023 geraamd op € 6,2 mld. (inclusief rente). De garantie wordt gebaseerd op de maximale uitleencapaciteit van SURE, inclusief rentelasten. De rentelasten zijn gebaseerd op de daadwerkelijke rentelasten van de desbetreffende uitstaande schuld van de Unie. Voor het gedeelte van SURE wat nog niet is uitgegeven, is dit gebaseerd op een raming op basis van informatie versterkt door de Commissie. Aflossing van de schuld zal daarbij op termijn zorgen voor een daling van de garantie aangezien SURE daarna niet opnieuw kan worden gebruikt. Voor SURE geldt dat ook een bilaterale garantie door de lidstaten aan de Unie is verstrekt. Dit was nodig omdat ten tijde van de besluitvorming over dit instrument onvoldoende zekerheid bestond over de hoogte van de marge onder het plafond voor de eigen middelen. Deze bilaterale garantie van de lidstaten bedraagt in totaal € 25 mld. (onderdeel van de totale omvang van SURE van € 100 mld.), waar Nederland voor 5,9% garant voor staat, en wordt alleen ingeroepen als de marge onder het plafond voor de eigen middelen onvoldoende is.

Kans, impact en beheersing risico’s

De mogelijkheid om tot aan het plafond voor de eigen middelen aanvullende afdrachten op te vragen bij de lidstaten geeft de Europese Unie aanvullende zekerheid dat zij aan haar financiële verplichtingen richting de kapitaalmarkt en financiële instellingen kan voldoen. De verwachting is echter dat de lidstaten die leningen van de Unie hebben ontvangen, deze ook terug kunnen betalen. Al deze leningen worden verstrekt met het oog op het voorkomen van economische en financiële schade dan wel het bespoedigen van economisch herstel. In het geval van BoP, EFSM en NGEU is het verstrekken van leningen voorwaardelijk aan het uitvoeren van een herstel- of aanpassingsprogramma. Bij SURE zijn de leningen voorwaardelijk aan de kosten die landen maken voor het stabiliseren van hun economie.

Daarnaast kan de Europese Commissie een beroep op aanvullende afdrachten van de lidstaten aan de Unie voorkomen of beperken door zorgvuldig kasbeheer en het aanhouden van voldoende marges in de jaarlijkse begroting van de Unie.

Een beroep op de lidstaten leidt tot aanvullende nationale afdrachten aan de Europese Unie en heeft daardoor een effect op zowel het Nederlandse EMU-saldo als de EMU-schuld. Er is tot op heden geen beroep op aanvullende afdrachten voor lidstaten gedaan door de Unie.

Premiestelling en kostendekkendheid

Conform de verordeningen waarmee de instrumenten zijn opgericht en middels het Financieel Reglement26 dragen de lidstaten die de steun van de Unie ontvangen alle kosten die de Unie met betrekking tot financiële bijstand aan deze lidstaat heeft gemaakt.

17 en 19. European Financial Stability Facility (EFSF) en European Stability Mechanism (ESM)

Doel en werking garantieregeling

In 2010 is besloten tot de oprichting de European Financial Stability Facility (EFSF) en tot de oprichting van een permanent noodmechanisme, het European Stability Mechanism (ESM). Deze noodmechanismen verstrekken steun aan eurozonelanden in nood onder strikte voorwaarden. In 2023 staat Nederland voor maximaal € 34,2 mld. garant voor het EFSF en € 36,7 mld. voor het ESM. De noodfondsen ontvangen rentevergoedingen voor de verstrekte leningen. Het EFSF wordt in principe niet meer gebruikt voor het verstrekken van nieuwe stabiliteitssteun, maar beheert de nog uitstaande leningen aan Ierland, Portugal en Griekenland. Bij het beheer van de uitstaande leningen van het EFSF aan Griekenland is sprake van uitgestelde rentebetaling op een deel van de verstrekte leningen. Dit is het gevolg van een schuldmaatregelen uit november 2012 en juni 2018. De uitgestelde rente (stand eind 2020: € 9,2 mld.) leidt ertoe dat de vordering van het EFSF op Griekenland t/m 2032 toeneemt. Deze rente wordt berekend op basis van de financieringskosten van het EFSF en is daardoor aan verandering onderhevig (zie ook premiestelling en kostendekkendheid).

Kans, impact en beheersing risico’s

De regeling betreft financiële steun aan landen middels een leningenprogramma met strikte voorwaarden die in tranches wordt uitgekeerd. De steun is erop gericht om zo spoedig mogelijk weer een houdbare financieel-economische positie te realiseren voor de lidstaat en weer toegang te verkrijgen tot de financiële markten.

Op het moment dat een lidstaat, die steun uit het EFSF ontvangt, niet aan de betalingsverplichtingen aan het EFSF kan voldoen en als gevolg daarvan het EFSF haar schuldeisers niet meer kan betalen, zal Nederland naar rato van zijn aandeel in de garantie moeten bijdragen aan de rentebetalingen en de aflossing aan de schuldeisers van het EFSF. Als andere landen die garanties hebben verleend op dat moment niet in staat zijn hun bijdrage aan het EFSF te voldoen, dan zal Nederland (samen met andere lidstaten) hier ook (naar rato) voor moeten betalen, tot maximaal de verstrekte garantie (165% van het Nederlandse aandeel in de garantie voor de hoofdsom en renteverplichtingen op de uitstaande schuld van het EFSF). Het EFSF krijgt hierbij een vordering op de in gebreke blijvende garanderende lidstaat. Zodra het EFSF garanties inroept heeft dit dus effect op het Nederlandse EMU-saldo en de EMU-schuld.

Het ESM kent een andere structuur, waardoor de risico’s voor landen die garanties verstrekken zijn ingeperkt. Indien lidstaten die steun hebben ontvangen uit het ESM niet in staat zijn om aan de betalingsverplichtingen aan het ESM te voldoen en als gevolg daarvan het ESM haar schuldeisers niet meer kan betalen, dan zal het ESM deze verliezen moeten opvangen. Het ESM zal dan eerst putten uit het reservefonds, daarna uit het ingelegd kapitaal en als laatste optie pas het oproepbaar kapitaal (garanties) bij lidstaten oproepen. Als andere garanderende landen op dat moment niet in staat zijn hun bijdrage aan het ESM te voldoen, dan zal Nederland (samen met andere lidstaten) hier ook (naar rato) voor moeten betalen, tot maximaal het bij Nederland oproepbare kapitaal. Het ESM krijgt hierbij een vordering op de in gebreke blijvende garanderende lidstaat. Naast deze opzet, worden de risico’s beheerst doordat het ESM een preferente schuldeiserstatus (Preferred Creditor Status) kan claimen over andere crediteuren (behalve ten opzichte van het IMF). Zodra het ESM garanties inroept, heeft dit ook effect op het Nederlandse EMU-saldo en de EMU-schuld.

Premiestelling en kostendekkendheid

De rente die de verschillende programmalanden momenteel betalen aan het ESM en het EFSF is afhankelijk van de rente waarvoor het EFSF/ESM op de geld- en kapitaalmarkt leent (zogenoemde cost of funding). Het verschuldigde rentepercentage is voor het grootste deel van de leningen een samenstelling van de rente die het EFSF/ESM betaalt voor obligatie-uitgiftes met verschillende looptijden (in de zogenaamde funding pool). Op basis van de op de markt aangetrokken middelen berekent het EFSF/ESM op dagbasis de gemiddelde financieringskosten, welke worden doorberekend aan de programmalanden. Daarnaast betalen lidstaten die steun ontvangen van het EFSF/ESM aan het EFSF/ESM bij ontvangst van een lening een service fee van 50 basispunten, jaarlijks een service fee van 0,5 basispunten en in bepaalde gevallen een commitment fee. Lidstaten betalen aan het ESM ook nog een renteopslag, waarbij de hoogte afhangt van het gekozen instrument. De exacte opslagen zijn vastgelegd in de beprijzingsrichtsnoer van het ESM. De renteopslag van het EFSF is vastgesteld op nul basispunten.

In reactie op de coronacrisis is er op 15 mei 2020 door het ESM besloten de Pandemic Crisis Support kredietlijn tijdelijk beschikbaar te stellen voor alle lidstaten van de eurozone. De kredietlijn zal een omvang hebben van 2% van het bruto binnenlands product (bbp) van een lidstaat als uitgangspunt. Ten aanzien van een aantal componenten van de beprijzing zullen de tarieven lager liggen dan voor een reguliere preventieve kredietlijn van het ESM. De marge op de leningen onder de PCS-kredietlijn zal 10 basispunten op jaarbasis bedragen, tegenover 35 basispunten bij een reguliere preventieve kredietlijn. Daarnaast zal er een service vergoeding van 25 basispunten worden gerekend op de omvang van de uitkeringen onder de kredietlijn, tegenover 50 basispunten onder een reguliere preventieve kredietlijn. Verder zijn de standaard tarieven van toepassing.

In 2023 legt Nederland 176 mln. kapitaal extra in. De aanpassing van het ingelegde kapitaal wordt veroorzaakt door het actualiseren van de kapitaalsleutel van het ESM, dat noodzakelijk is geworden door de toetreding van Kroatië. Tot nu toe werd de kapitaalsleutel van de ECB van 2009 gebruikt, maar na toetreding van Kroatië zal dat de kapitaalsleutel van de ECB van 2020 zijn.

18. European Investment Bank (EIB)

Doel en werking garantieregeling

De European Investment Bank (Europese Investeringsbank, EIB) heeft tot taak bij te dragen aan een evenwichtige en ongestoorde ontwikkeling van de interne markt in het belang van de EU door middel van een beroep op de kapitaalmarkten en op haar eigen middelen. Op basis van kapitaal en garanties van de lidstaten leent de EIB op de kapitaalmarkt, waarmee het middelen genereert voor investeringen in zowel de publieke als de private sector. Voor 2023 wordt deze garantie voor Nederland geraamd op € 11,8 mld.

Kans, impact en beheersing risico’s

Garanties kunnen alleen worden ingeroepen door de EIB op het moment dat de EIB niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen. De kans dat dit gebeurt wordt echter als zeer klein aangemerkt, omdat de EIB een zeer prudent risicobeleid voert dat als doel heeft kapitaalgaranties nooit te hoeven inroepen. De optie om garantiekapitaal in te roepen op een internationale financiële instelling is nog nooit ter sprake geweest (bijvoorbeeld de mondiale financiële crisis van 2008). Het leenportfolio van de EIB functioneert historisch gezien goed. De externe kredietbeoordelingbureaus (Moody’s, S&P en Fitch) geven de EIB allen een AAA/Aaa-rating. Deze sterke rating is een reflectie van de kwalitatief hoogwaardige portefeuille van de EIB en de steun van de aandeelhouders, en met name van de meest kredietwaardige aandeelhouders met een AAA/Aaa rating zoals Nederland en Duitsland. De EIB heeft geen winstmotief en hecht veel waarde aan de AAA-status die de instelling in staat stelt voordelig te lenen op de kapitaalmarkt. De EIB heeft een zogenoemde Preferred Creditor Status. Tevens heeft de Raad van Bewind van de EIB een risicocomité dat de risico’s van de bank in de gaten houdt. Bij afwezigheid van extern toezicht heeft de EIB in de Best Banking Practice (BBP) Guiding Principles de uitgangspunten vastgelegd waaraan de EIB moet voldoen ten aanzien van governance, prudentieel beheer en interne en externe rapportage. Daarnaast leggen de BBP Guiding Principles vast dat de EIB zich aan alle voor commerciële banken relevante regelgeving moet houden, of moet uitleggen wanneer deze regelgeving voor de EIB niet relevant is. Eén van de hoofdtaken van het Audit Comité is om op de uitvoering van deze BBP toe te zien.

Zoals besloten in 2019, is op het moment van de brexit het Britse kapitaal vervangen door een garantieverhoging vanuit de resterende aandeelhouders en hebben Polen en Roemenië hun aandeel in het kapitaal verhoogd. Als gevolg hiervan is de Nederlandse garantie in de EIB toegenomen met € 1,9 mld. tot € 11,8 mld. in 2020. Dit is ook de geraamde hoogte van de garantie in 2023.

Premiestelling en kostendekkendheid

Voor deze garantie wordt geen premie ontvangen, waardoor er ook geen middelen worden gestort in een begrotingsreserve. Noch voor het ingelegde noch voor het oproepbare kapitaal wordt door de aandeelhouders/lidstaten een dividend of vergoeding gevraagd, aangezien zij het zonder winstbejag ten dienste van de gemeenschappelijke doelstellingen van de EIB/EU-lidstaten hebben gesteld. Rendementen op investeringen komen wel ten goede aan het eigen vermogen van de EIB. Zou de EIB ooit worden opgeheven dan zou dit eigen vermogen terugstromen naar de aandeelhouders. Tot op heden heeft er geen uitkering plaatsgevonden onder deze garantieregeling, wel zijn de eigen middelen in het verleden ingezet als vervanging van een kapitaalstorting vanuit de lidstaten bij een kapitaalverhoging (zoals bij de vervanging van het Britse kapitaal).

21. en 24. Wereldbank Groep (incl. Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA))

Doel en werking garantieregeling

Onder de Wereldbank Groep vallen twee garantieregelingen, ten behoeve van de International Bank for Reconstruction and Development (IBRD, oftewel de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling) en het Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA). De IBRD is het Wereldbankonderdeel dat leningen verstrekt aan middeninkomenslanden. De IBRD functioneert als een coöperatieve bank, waarvan lidstaten aandeelhouder zijn. Op basis van ingelegd kapitaal en garanties verstrekt door aandeelhouders, kan de IBRD financiering aantrekken op de kapitaalmarkt en deze financiering als leningen verstrekken aan klantlanden. Het Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA) ondersteunt de private sector bij het verzekeren van buitenlandse investeringen. De activiteiten van MIGA kunnen eveneens gefinancierd worden doordat aandeelhouders kapitaal en garanties hebben verstrekt. Voor 2023 bedraagt de hoogte van de IBRD garantieverplichting € 5,1 mld. Voor MIGA gaat het in 2023 om € 29,5 mln.

Kans, impact en beheersing risico’s

De garanties kunnen alleen worden ingeroepen door de IBRD op het moment dat de IBRD niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen en failliet dreigt te gaan. De kans dat dit gebeurt, wordt als zeer klein aangemerkt. De optie om garantiekapitaal in te roepen is bij de internationale financiële instellingen nog nooit ter sprake geweest, zelfs niet in tijden van crises (bijvoorbeeld de mondiale financiële crisis van 2008). De IBRD voert namelijk een prudent beleid met als expliciet doel het risico op een «call on capital» te minimaliseren en het risicobeleid van de IBRD is conservatief. De Wereldbank Groep opereert mondiaal waardoor de portefeuille goed gediversifieerd is. De externe kredietbeoordelingbureaus (Moody’s, S&P en Fitch) geven de IBRD allen een AAA/Aaa-rating (stabiel). IBRD heeft geen winstmotief en hecht veel waarde aan de AAA-status die de instelling in staat stelt voordelig te lenen op de kapitaalmarkt. Tevens heeft de IBRD een zogenoemde ‘Preferred Creditor Status’. Dit houdt in dat lenende landen de IBRD voorrang verschaffen bij betaling indien zij moeite hebben om aan hun verplichtingen te voldoen. MIGA voert eveneens prudent risicobeleid. De kans dat de garantie wordt ingeroepen door MIGA is laag. Sinds de oprichting van MIGA in 1988 is er in slechts enkele gevallen overgegaan tot uitkering van schade. De overige gevallen van (potentiële) claims zijn opgelost door middel van settlement. Leverage die de Wereldbank Groep heeft op overheden speelt hierbij een belangrijke rol.

Premiestelling en kostendekkendheid

Voor deze garanties worden geen premies ontvangen, waardoor er ook geen middelen gestort worden in een begrotingsreserve. De financiële voordelen van de garantie aan IBRD worden door de IBRD middels betere leenvoorwaarden doorberekend aan de klantlanden, waarmee het bijdraagt aan de realisatie van de door IBRD opgelegde beleidsdoelstellingen. Hetzelfde is ook het geval voor de verzekeringsproducten van MIGA. Het instellen van een premie zou de bijdrage van de IBRD aan het maatschappelijke doel verminderen. Tot op heden heeft er geen uitkering plaatsgevonden aan IBRD en MIGA onder deze garantieregelingen.

25. Exportkredietverzekering 

Doel en werking garantieregeling

De Nederlandse staat biedt de mogelijkheid voor het verzekeren van betalingsrisico’s verbonden aan het handels- en dienstenverkeer met het buitenland. Het productenassortiment van de exportkredietverzekeringsfaciliteit (ekv-faciliteit) omvat momenteel onder andere de kapitaalgoederenverzekering, financieringsverzekering, koersrisicoverzekering en verzekering van garanties. In de tabel ‘Overzicht verstrekte garanties’ wordt naast het verplichtingenplafond van € 10 mld. een verwachte afloop van € 10 mld. structureel opgenomen. De exacte omvang van de aangegane en vervallen verplichtingen is na afloop van een begrotingsjaar bekend en wordt verantwoord in het jaarverslag van het ministerie van Financiën.

Kans, impact en beheersing risico’s

De randvoorwaarden voor de afgifte van verzekeringen worden voortdurend gemonitord en indien nodig aangepast, opdat alleen aanvaardbare risico’s worden geaccepteerd. Het risicoprofiel van de bestaande ekv-portefeuille en van nieuwe aanvragen wordt daarom nauwlettend gevolgd door het ministerie van Financiën met behulp van een uitgebreid risicokader.

Voor de ekv is in de begroting een bedrag van € 10 mld. opgenomen als plafond, wat het bedrag inhoudt waarvoor de Staat jaarlijks nieuwe verplichtingen kan aangaan (brutoplafond). De afgelopen jaren is dit plafond niet knellend geweest, zodat er naar verwachting voldoende ruimte zal zijn voor het aangaan van de door Nederlandse exporteurs gevraagde verzekeringen.

Premiestelling en kostendekkendheid

Internationaal is om concurrentieverstoring te voorkomen afgesproken dat ekv-faciliteiten over een middellange periode kostendekkend moeten zijn. Dat betekent dat op de middellange termijn de premie-inkomsten voldoende moeten zijn om de uitvoeringskosten en de netto schade-uitkeringen (inclusief de recuperaties) te dekken. De participanten van de Arrangement – de internationale afspraken ten aanzien van exportkredietverzekeringen – stellen hiertoe minimumpremies op, die in Europese regelgeving zijn verankerd. Nederland monitort de kostendekkendheid met een intern ontwikkeld model: bedrijfseconomische resultaatbepaling (berb). Voor het geheel aan exportkredietverzekeringen is een begrotingsreserve beschikbaar van € 557,8 mln. Deze voorziening is statistisch gezien, gegeven de huidige ekv-portefeuille, in een gegeven jaar met een kans van 3 op 4 toereikend.

Zowel uitgaven als inkomsten van de ekv zijn lastig te ramen en in de loop van een jaar niet of nauwelijks met beleidsmaatregelen te beïnvloeden. De schades kunnen in een jaar hoog oplopen, gegeven het uitstaande risico van circa € 21,9 mld. ultimo 2021.

Lening KLM

Zie toelichting 9. Garantie en vrijwaring inzake verkoop en financiering van staatsdeelnemingen.

3. Beleidsartikelen (Financiën)

Artikel 1 Belastingen

A. Algemene doelstelling

Het genereren van inkomsten voor de financiering van overheidsbeleid. Solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale wet- en regelgeving is hiervoor de basis. Doeltreffende en doelmatige uitvoering door de Belastingdienst van die wet- en regelgeving dragen bij aan de bereidheid van burgers en bedrijven om hun wettelijke verplichtingen ten aanzien van de Belastingdienst na te komen (compliance).

Onder ‘compliance’ verstaat de Belastingdienst dat burgers en bedrijven bereid zijn hun wettelijke fiscale verplichtingen ten aanzien van de Belastingdienst structureel uit zichzelf na te komen. De term ‘bereidheid’ geeft aan dat de Belastingdienst ernaar streeft dat belastingplichtigen uit zichzelf fiscale regels naleven, zonder (dwingende en kostbare) acties van de kant van de Belastingdienst. Als burgers en bedrijven hun wettelijke verplichtingen nakomen, dan komt belastinggeld de staatskas binnen zoals de wetgever beoogt.

B. Rol, verantwoordelijkheid en beleidsinformatie

De minister van Financiën is verantwoordelijk en heeft een regisserende rol op het terrein van de fiscaliteit. Daarbij gaat het om:

  • het te voeren fiscale beleid;

  • het opstellen van fiscale wet- en regelgeving;

  • het internationaal behartigen van de Nederlandse fiscale belangen.

De minister van Financiën is verantwoordelijk en heeft een uitvoerende rol op het terrein van:

  • de heffing en inning van de premies werknemers- en volksverzekeringen;

  • de heffing en inning van de inkomensafhankelijke bijdragen Zorgverzekeringswet;

  • de heffing en inning voor derden van een aantal belastingen, heffingen en overige vorderingen;

  • handhavingstaken op het gebied van de economische ordening en financiële integriteit.

Op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) en de Invorderingswet 1990 voert de Belastingdienst de heffing en inning van de rijksbelastingen uit. Op grond van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten voert de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) de handhavingstaken uit op het gebied van de economische ordening en financiële integriteit.

De minister bevordert, door inzet van de Belastingdienst, naleving van wet- en regelgeving door passende dienstverlening te leveren, massale processen juist en tijdig uit te voeren, adequaat toezicht uit te oefenen en waar nodig naleving bestuurs- of strafrechtelijk af te dwingen.

Aanvullende beleidsinformatie, zoals de strategie, doelen en prestatie-indicatoren van de Belastingdienst zijn te vinden in onderdeel F2 van dit artikel.

C. Beleidswijzigingen

In 2023 wordt verder gewerkt aan het centraal stellen van burgers en bedrijven, het herstellen van fouten en de basis op orde brengen voor een toekomstbestendige en wendbare Belastingdienst. In paragraaf F1 wordt nader ingegaan op de fiscale beleidswijzigingen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Belastingen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

3.306.918

3.410.610

3.059.245

2.977.546

2.914.525

2.858.772

2.845.903

        

Uitgaven

3.187.436

3.118.972

3.197.340

3.035.541

2.941.520

2.885.767

2.872.898

        

(1) Apparaatsuitgaven

2.639.201

2.922.347

3.052.054

2.918.502

2.819.586

2.766.794

2.761.666

waarvan: Uitvoering fiscale wet- en regelgeving en douanetaken Caribisch Nederland

14.347

14.000

14.000

14.000

14.000

14.000

14.000

        

Personele uitgaven

2.280.487

2.526.279

2.570.785

2.461.810

2.397.682

2.353.599

2.349.535

Eigen personeel

1.921.276

2.078.431

2.172.136

2.124.708

2.124.985

2.089.510

2.085.446

Inhuur externen

352.864

440.047

390.698

329.151

264.746

256.138

256.138

Overig personeel

6.347

7.801

7.951

7.951

7.951

7.951

7.951

        

Materiële uitgaven

358.714

396.068

481.269

456.692

421.904

413.195

412.131

ICT

18.589

27.110

27.509

29.610

26.588

26.587

26.587

Bijdrage aan SSO's

236.235

289.485

362.591

349.961

322.997

315.249

314.185

Overig materieel

103.890

79.473

91.169

77.121

72.319

71.359

71.359

        

(2) Programma-uitgaven

548.234

196.625

145.286

117.039

121.934

118.973

111.232

        

Bekostiging

1.103

3.251

3.251

3.251

3.251

3.251

3.251

Vergoeding proceskosten

1.103

3.251

3.251

3.251

3.251

3.251

3.251

        

Garanties

68

171

171

171

171

171

171

Garantie procesrisico's

68

171

171

171

171

171

171

        

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

15.930

14.971

14.991

14.991

14.991

14.991

14.991

Waarderingskamer

2.349

2.446

2.446

2.446

2.446

2.446

2.446

Kadaster

2.432

2.849

2.849

2.849

2.849

2.849

2.849

Kamer van Koophandel

131

339

339

339

339

339

339

Overige bijdrage ZBO's/RWT's

11.019

9.337

9.357

9.357

9.357

9.357

9.357

        

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

5.989

478

478

478

478

478

478

Internationale Douaneraad

280

185

185

185

185

185

185

Overige internationale organisaties

5.709

293

293

293

293

293

293

        

Opdrachten

327.870

363.845

372.952

359.238

361.676

353.394

345.666

ICT opdrachten

266.114

298.755

302.643

292.209

294.587

286.305

278.577

Overige opdrachten

61.756

65.090

70.309

67.029

67.089

67.089

67.089

        

Bijdrage aan agentschappen

91.137

64.855

4.722

4.234

4.234

4.034

4.034

Bijdrage Logius

86.271

63.456

3.323

2.835

2.835

2.635

2.635

Bijdrage overige agentschappen

4.865

1.399

1.399

1.399

1.399

1.399

1.399

        

(Schade)vergoeding

7.433

18.912

28.899

28.899

2.961

2.961

2.961

(Schade)vergoedingen

7.433

18.912

28.899

28.899

2.961

2.961

2.961

        

Rente

170.071

132.369

130.722

127.371

130.813

130.838

130.825

Belasting- en invorderingsrente

170.071

132.369

130.722

127.371

130.813

130.838

130.825

        

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

‒ 71.367

‒ 402.227

‒ 410.900

‒ 421.594

‒ 396.641

‒ 391.145

‒ 391.145

Toerekening uitgaven aan Douane

‒ 71.367

‒ 194.545

‒ 203.543

‒ 203.595

‒ 203.607

‒ 203.438

‒ 203.438

Toerekening uitgaven aan Toeslagen

0

‒ 207.682

‒ 207.357

‒ 217.999

‒ 193.034

‒ 187.707

‒ 187.707

        

Ontvangsten (3) + (4)

166.431.153

185.309.713

196.089.253

228.738.909

232.847.040

244.009.199

255.792.660

        

Programma-ontvangsten (3)

166.317.485

185.210.870

196.003.347

228.653.364

232.770.918

243.938.077

255.721.538

        

waarvan: Belastingontvangsten

165.268.171

184.576.777

195.188.311

227.591.079

231.665.191

242.811.825

254.586.299

        

Bekostiging

36.607

7.000

145.176

181.517

210.492

210.492

210.492

Doorbelasten kosten vervolging

36.607

7.000

145.176

181.517

210.492

210.492

210.492

        

Rente

798.814

475.071

482.668

678.310

675.889

696.388

705.375

Belasting- en invorderingsrente

798.814

475.071

482.668

678.310

675.889

696.388

705.375

        

Boetes en schikkingen

213.894

152.022

187.192

202.458

219.346

219.372

219.372

Ontvangsten boetes en schikkingen

213.894

152.022

187.192

202.458

219.346

219.372

219.372

        

Apparaatsontvangsten (4)

113.667

98.843

85.906

85.545

76.122

71.122

71.122

Tabel 15 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

3.306.918

3.410.610

3.059.245

2.977.546

2.914.525

2.858.772

2.845.903

waarvan garantieverplichtingen

277

326

326

326

326

326

326

waarvan overige verplichtingen

3.306.641

3.410.284

3.058.919

2.977.220

2.914.199

2.858.446

2.845.577

Tabel 16 Geschatte budgetflexibiliteit1
 

2023

juridisch verplicht

25,75%

bestuurlijk gebonden

3,46%

beleidsmatig gereserveerd

70,79%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,00%

X Noot
1

De berekende budgetflexibiliteit heeft alleen betrekking op de programma-uitgaven

Budgetflexibiliteit

De programma-uitgaven die vallen onder de rubrieken «Bijdragen aan ZBO's/RWT's», «Bijdragen aan (inter)nationale organisaties» en «Bijdragen aan agentschappen» zijn voor 100% bestuurlijk gebonden verplichtingen. De bijdrage aan de Waarderingskamer is voor 100% bestuurlijk gebonden op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Voor het Kadaster en de Kamer van Koophandel heeft de Belastingdienst samenwerkingsovereenkomsten voor gegevensuitwisseling die worden gebruikt bij de uitvoering van taken van de Belastingdienst. Ook bij de bijdragen aan Agentschappen en bijdragen aan Internationale organisaties geldt dat afspraken zijn gemaakt over de bijdragen en de dienstverlening, waardoor ook deze uitgaven als 100% bestuurlijk gebonden worden aangemerkt. De uitgaven die vallen onder de rubrieken «Bekostiging» en «Rente» zijn voor 100% juridisch verplicht. Ze vloeien bijvoorbeeld voort uit de Awr en de Invorderingswet 1990 (rente-uitgaven) en vanuit de Algemene wet bestuursrecht (uitgaven bekostiging).

De overige programma-uitgaven betreffen met name de categorie «Opdrachten», waarvoor geldt dat deze gedeeltelijk als juridisch verplicht zijn aan te merken op het moment van het vaststellen van de begroting 2023. Hiervoor zijn dan bijvoorbeeld contracten gesloten ten behoeve van ICT en/of andere benodigde diensten voor de uitvoering van de primaire processen van de Belastingdienst. Voorbeelden hiervan zijn (verlenging van) licenties en onderhoudscontracten voor software en hardware. Een ander voorbeeld zijn de uitgaven voor papieren dienstverlening (brieven aan burgers en bedrijven). Over het algemeen geldt wel dat de niet-juridische verplichte uitgaven noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering van de primaire processen.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen en uitgaven

Apparaatsuitgaven

Personele uitgaven

Dit betreft alle personele uitgaven inclusief externe inhuur voor de dienstonderdelen van de Belastingdienst.

Materiële uitgaven

Dit betreft de materiële uitgaven van de dienstonderdelen van de Belastingdienst en omvat met name facilitaire diensten, middelen en communicatie. ICT bevat voornamelijk uitgaven die horen bij de uitrusting van de ambtenaren van de Belastingdienst (telefoon, laptop, etc.). De bijdrage aan Shared Service Organisaties (SSO’s) betreft met name de huisvesting (Rijksvastgoedbedrijf).

Programma-uitgaven

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

De uitgaven aan de Waarderingskamer betreft de eigenaarsbijdrage van het ministerie van Financiën voor de begroting 2023 die reeds is vastgesteld en verplicht is op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Voor het Kadaster en de Kamer van Koophandel heeft de Belastingdienst samenwerkingsovereenkomsten voor gegevensuitwisseling die wordt gebruikt bij de uitvoering van taken van de Belastingdienst. Onder de bijdrage aan overige ZBO’s/RWT’s vallen onder andere de bijdragen aan de RDW en de Nationale Politie.

Opdrachten

Onder «Overige opdrachten» vallen met name de uitgaven die geraamd worden voor de papieren dienstverlening. Bij «ICT opdrachten» gaat het met name over ICT-uitgaven die te maken hebben met de digitale dienstverlening (licenties, software applicaties en hardware).

Bijdrage aan agentschappen

Per 2023 wordt het budget voor de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) gecentraliseerd bij BZK, wat leidt tot een aanzienlijke daling van de bijdrage vanuit de Belastingdienst voor Logius ten opzichte van 2022; er resteren op dit begrotingsinstrument nog enkele beperkte posten. De bijdragen aan overige agentschappen zijn met name detacheringsovereenkomsten en opdrachten die gesloten worden met de Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR).

(Schade)vergoeding

Dit betreft aanspraken van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon op vergoeding van de kosten voor de uitvoering van overheidsmaatregelen of een vergoeding van kosten die door toedoen van de overheid zijn ontstaan. Hieronder vallen compensatievergoedingen die door de Belastingdienst worden betaald, waaronder de compensatie die zal worden betaald aan gedupeerden die ten onrechte niet in de Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (MSNP) zijn gekomen.

Rente

Dit budget betreft de belasting- en invorderingsrente die wordt vergoed aan belastingplichtigen. De rente-uitgaven komen voort uit de Awr en de Invorderingswet 1990 en zijn voor 100% juridisch verplicht. Er is geen einddatum voor deze regeling vastgesteld.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van douane- en toeslagenprocessen maakt worden toegerekend aan artikel 9 respectievelijk artikel 13. In artikel 9 (Douane) en artikel 13 (Toeslagen) is in de toelichting op de instrumenten een tabel opgenomen met een uitsplitsing van de toegerekende uitgaven.

Ontvangsten

Programma-ontvangsten

Belastingontvangsten

De in de bovenstaande tabel opgenomen belastingontvangsten zijn netto-ontvangsten. De netto-ontvangsten zijn gelijk aan de totale belastingontvangsten minus de afdrachten aan het Gemeentefonds en het Provinciefonds op grond van de Financiële verhoudingswet, en minus de afdrachten aan het Btw-compensatiefonds en het BES-fonds.

In onderstaande tabel staat de aansluiting van de Miljoenennota 2023 met begrotingshoofdstuk IX. De Miljoenennota bevat een toelichting op de belastingontvangsten.

Tabel 17 Aansluiting belastingontvangsten Miljoenennota 2023 met begroting IX (bedragen x € 1.000)1
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Totaal belastingontvangsten

206.556.737

231.045.772

242.476.279

271.939.827

275.695.562

285.530.531

296.059.974

– /– Afdracht Gemeentefonds

35.028.122

39.807.555

40.477.613

37.558.506

37.362.228

36.056.886

35.024.107

– /– Afdracht Provinciefonds

2.541.945

2.846.598

2.996.423

2.982.821

2.857.823

2.755.918

2.640.285

– /– Afdracht BES-fonds

51.708

54.004

53.094

46.583

49.482

49.064

48.445

– /– Belastingontvangsten artikel 6 Btw-compensatiefonds

3.666.793

3.760.838

3.760.838

3.760.838

3.760.838

3.856.838

3.760.838

Belastingontvangsten artikel 1 Belastingen

165.268.171

184.576.777

195.188.311

227.591.079

231.665.191

242.811.825

254.586.299

X Noot
1

Dit betreft de begrotingstotalen van het gemeentefonds en provinciefonds, stand Miljoenennota 2023. Volgens de vaste systematiek zijn de accrestranches voor het uitvoeringsjaar en het voorbereidingsjaar hieraan toegevoegd. De accrestranches voor t+2 tot en met t+4 zijn nog niet toegevoegd aan deze fondsen.

Bekostiging

De ontvangsten hebben betrekking op kosten die worden doorberekend aan belastingplichtigen van invorderingsmaatregelen (aanmaning, dwangbevel, beslaglegging, etc.). Dit gebeurt op grond van de Kostenwet invordering rijksbelastingen. Deze ontvangsten zijn in 2023 veel hoger dan in 2021 en 2022, onder andere omdat in 2021 en 2022 sprake was van verrekening van te hoog berekende vervolgingskosten in eerdere jaren.

Rente

Deze post betreft de belasting- en invorderingsrente die wordt ontvangen van belastingplichtigen. Onderdeel van het coronasteunpakket is een verlaging van de invorderingsrente tot 2024. Een deel van de raming (in 2022-2027) bestaat uit verwachte ontvangsten invorderingsrente over de opgelopen belastingschuld naar aanleiding van bijzonder uitstel van betaling; een maatregel die onderdeel uitmaakt van het coronasteunpakket.

Boetes en schikkingen

Deze ontvangstenpost betreft de opbrengsten van bestuurlijke boetes en van fiscale strafbeschikkingen.

Apparaatsontvangsten

Deze post betreft onder andere ontvangsten van facilitaire en ICT-diensten die de Belastingdienst levert aan andere overheidsdiensten en die op factuurbasis worden afgerekend.

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op dit beleidsterrein. De minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regelingen en voor de budgettaire middelen. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage ‘Fiscale regelingen’ in de Miljoenennota. De fiscale regelingen die niet in onderstaande tabel zijn opgenomen, maar wel op dit beleidsartikel betrekking hebben, zijn:

  • BTW Vrijstelling vakbonden, werkgeversorganisaties, politieke partijen, kerken

  • BTW Vrijstelling fondswerving

  • BTW Vrijstelling lijkbezorging

  • BTW Vrijstelling overig

  • Accijnzen Vrijstelling tabak, alcohol en motorbrandstof diplomatiek personeel en medewerkers internationale organisaties

  • Accijnzen overige regelingen

Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie, wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de fiscale regelingen’.

Tabel 18 Fiscale regelingen 2021–2023, budgettair belang op transactiebasis in lopende prijzen (bedragen x € 1 mln.)1
 

2021

2022

2023

Giftenaftrek inkomstenbelasting

433

437

440

Onderhoudsverplichtingen aftrek

259

249

238

Belaste ontvangen alimentatie

‒ 180

‒ 179

‒ 178

Middelingsregeling

173

175

117

Schenk- en erfbelasting Eenmalige vrijstelling kinderen

14

14

39

Vrijstelling rechten op bepaalde kapitaalsuitkeringen, waaronder KEW, box 3

808

747

1.081

Vrijstelling rechten op kapitaalsuitkering bij overlijden box 3

27

27

43

Heffingvrij vermogen box 3

1.280

1.288

1.615

Doorschuifregelingen inkomen uit aanmerkelijk belang box 2

119

121

124

Laag vpb-tarief

3.169

4.580

2.285

Schenk- en erfbelasting Faciliteiten ANBI’s

228

232

237

Giftenaftrek vennootschapsbelasting

9

9

10

30%-regeling

715

751

788

Vrijstelling uitkering wegens 25- of 40-jarig dienstverband

129

133

136

Algemene heffingskorting

23.664

24.016

25.777

Alleenstaande ouderenkorting

542

560

611

Ouderenkorting

4.421

4.421

4.825

EB Teruggaaf kerkgebouwen en non-profit2

30

24

20

EB Belastingvermindering per aansluiting

3.799

5.542

6.408

EB Degressieve tariefsstructuur elektriciteit

4.407

2.404

1.526

EB Degressieve tariefsstructuur gas

1.895

2.193

2.216

BTW Verlaagd tarief voedingsmiddelen en water

7.071

7.659

7.914

BTW Verlaagd tarief overig

79

165

175

BTW Nultarief zonnepanelen

0

0

31

BPM Teruggaaf diverse voertuigen3

14

14

15

MRB Vrijstelling diverse voertuigen4

28

29

30

MRB Vrijstelling motorrijtuigen ouder dan 40 jaar

83

91

99

MRB Overgangsregeling motorrijtuigen vanaf bouwjaar 1988

12

11

10

MRB Kwarttarieven

196

221

240

X Noot
1

[-] = regeling is in dat jaar niet van toepassing; [0] = budgettair belang van de regeling bedraagt in dat jaar afgerond nihil.

X Noot
2

EB - Energiebelasting

X Noot
3

BPM = Belasting van personenauto’s en motorrijwielen

X Noot
4

MRB = Motorrijtuigenbelasting

F1. Fiscaal beleid en wetgeving

Belastingplanpakket

Het pakket Belastingplan 2023 heeft betrekking op een breed terrein en bestaat dit jaar uit 7 wetsvoorstellen. Het gaat om circa 45 maatregelen.

In het pakket Belastingplan 2023 wordt een aantal fiscale maatregelen aangepast of uitgebreid. Dit jaar bestaat het pakket voornamelijk uit voorstellen die voortkomen uit het coalitieakkoord. De wetsvoorstellen in dit pakket zijn vooral uitgewerkte ambities op het terrein van arbeid en inkomen, vereenvoudiging, klimaat, vermogen en wonen en gezondheid. De versterking van de koopkracht vormt vanwege de energieprijzen en inflatie een belangrijk onderdeel van het wetsvoorstel Belastingplan 2023. De AOW wordt gekoppeld aan de stapsgewijze verhoging van het wettelijk minimumloon. Daarnaast zijn er aanvullende koopkrachtmaatregelen genomen, zoals de verlaging van het btw-tarief op energie. Daarnaast worden ook belangrijke stappen gezet om het belastingstelsel te vereenvoudigen. Zo wordt bijvoorbeeld de IACK afgeschaft. Op het gebied van klimaat worden er verschillende voorstellen gedaan, waarbij rekening wordt gehouden met de geopolitieke situatie in Oekraïne. Er wordt een minimum CO2-prijs geïntroduceerd voor de industriële sector en de vliegbelasting wordt verhoogd. Ook het thema vermogen en daarbij aansluitend wonen wordt uitgebreid behandeld. Het lage vpb-tarief wordt verhoogd naar 19%, de zelfstandigenaftrek wordt verder afgebouwd en de overdrachtsbelasting gaat van 8% naar 10,4%. De opbrengst van deze maatregelen wordt teruggegeven via een vermindering van de lasten op arbeid voor werkgevers en werknemers. Hiermee komt de belasting op arbeid en vermogen meer met elkaar in balans. Tot slot draagt deze wet bij aan een gezonder Nederland. De tabaksaccijns worden verhoogd en ook de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken, zoals frisdrank, wordt met ingang van 1 januari 2023 verhoogd.

In december 2021 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen over de belastingheffing in box 3 (hierna: Kerstarrest). De kern van dit arrest is dat het box 3-stelsel in bepaalde gevallen in strijd is met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Dit moet worden hersteld. Het wetsvoorstel rechtsherstel box 3 regelt het rechtsherstel voor de massaal bezwaarmakers over de jaren 2017 tot en met 2020 en alle andere aanslagen die nog niet onherroepelijk vaststonden ten tijde van het arrest van de Hoge Raad of nog moesten worden opgelegd. Dat zijn onder meer alle aanslagen over 2021 en 2022.

Met het wetsvoorstel overbruggingswet box 3 wordt voor de periode tot invoering van een nieuw box 3-stelsel op basis van werkelijk rendement, de jaren 2023 en 2024, box 3 in lijn gebracht met het Kerstarrest. Hierbij wordt de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen aangepast. Deze nieuwe berekening wordt gebaseerd op de voor het rechtsherstel gekozen oplossing, de forfaitaire spaarvariant.

Verder kan de ontvanger in uitzonderlijke omstandigheden besluiten om de invordering van belastingschulden aan te houden. Ook in dergelijke situaties wordt er op grond van de huidige wet- en regelgeving na het vervallen van de enige of laatste betalingstermijn invorderingsrente in rekening gebracht. Dit kan onredelijk zijn, bijvoorbeeld als er sprake is van een situatie waarbij de belastingschuldige geen verwijt kan worden gemaakt voor het aanhouden van de invordering. Het wetsvoorstel Delegatiebepaling geen invorderingsrente in specifieke gevallen biedt een juridische grondslag om bij algemene maatregel van bestuur situaties aan te wijzen waarin er geen invorderingsrente in rekening wordt gebracht, omdat het in rekening brengen van invorderingsrente door uitzonderlijke omstandigheden niet redelijk wordt geacht.

In het wetsvoorstel minimum CO2-prijs industrie wordt ter uitvoering van het coalitieakkoord een minimum CO2-prijs ingevoerd voor de industrie. Deze minimum CO2-prijs maakt onderdeel uit van de bestaande CO2-heffing industrie en vormt een aanvulling op de voorgestelde herijking en aanscherping van deze heffing. De minimum CO2-prijs zorgt er voor dat er een nationale belasting wordt geheven zodra de Europese ETS-termijnkoers onder een bepaald minimum zakt. Dit biedt de industrie meer zekerheid bij investeringen die benodigd zijn voor de verdere verduurzaming.

Het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de overgangsperiode bij de invoering van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens wijst de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) aan als bevoegde autoriteit. Dit is nodig naar aanleiding van een Verordening van het Europees Parlement over een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens. Ook voorziet het in de bevoegdheid voor de NEa om met een last onder dwangsom aangevers van goederen alsnog te bewegen de noodzakelijke CBAM-rapportage aan te leveren of een bestuurlijke boete op te leggen indien wordt nagelaten die rapportage aan te leveren.

Met het zevende wetsvoorstel in het pakket Belastingplan wordt de Algemene Ouderdomswet en de Wet op het kindgebonden tot intensivering van het kindgebonden budget gewijzigd in verband met koopkrachtonder-steuning. Het kindgebonden budget wordt deels structureel verhoogd en de Inkomensondersteuning AOW-ers wordt afgeschaft per 1 januari 2025. Voor deze laatste maatregel geldt dat deze niet los gezien kan worden van de buitengewone verhoging van het wettelijk minimumloon met 8,05% per 1 januari 2023.

F2. Belastingdienst

Strategie Belastingdienst

De Belastingdienst beoogt met zijn strategie het gedrag van burgers en bedrijven zodanig te beïnvloeden dat zij structureel uit zichzelf (fiscale) regels naleven (compliance); dat wil zeggen zonder (dwingende en kostbare) acties van de kant van de Belastingdienst. Dit moet zorgen voor de borging van de continuïteit van belastingopbrengsten. De Belastingdienst streeft ernaar te handelen conform de beginselen van behoorlijk bestuur en probeert waar mogelijk proactief en in de actualiteit te handelen in plaats van reactief te zijn. Hierbinnen zet de Belastingdienst, waar mogelijk, burgers en bedrijven centraal.

Dit alles betekent dat de Belastingdienst, waar mogelijk in samenwerking met publieke en private partijen:

  • burgers en bedrijven een adequate behandeling geeft (juist, tijdig, proportioneel);

  • burgers en bedrijven effectief informeert over hun rechten en plichten;

  • ernaar streeft om het voor burgers en bedrijven zo makkelijk mogelijk te maken om te voldoen aan (fiscale) verplichtingen;

  • op gepaste wijze corrigerend optreedt bij niet-naleving.

Dit zijn de vier tussendoelen van compliance.

Jaarlijks vertaalt de Belastingdienst zijn strategie in een beleid per doelgroep (Particulieren, MKB-bedrijven en grote ondernemingen), waarbij de Uitvoerings- en Handhavingsstrategie wordt vertaald naar de concrete inzet van de capaciteit van de Belastingdienst per doelgroep. In het Jaarplan 2023 van de Belastingdienst dat de Tweede Kamer in het najaar ontvangt, wordt opgenomen welke activiteiten de Belastingdienst uitvoert met welke middelen (budget en formatie) om naleving te bevorderen en niet-naleving tegen te gaan. Daarnaast zullen in het Jaarplan de ontwikkelstappen worden benoemd die de Belastingdienst gaat zetten om de organisatie wendbaar en toekomstbestendig te maken.

Doelen en prestatie-indicatoren

De set prestatie-indicatoren sluit aan bij de Uitvoerings- en Handhavingsstrategie van de Belastingdienst. Op die manier zijn prestatie-indicatoren een uiting van de strategie van de organisatie en kan, in lijn met de strategie, gestuurd worden op resultaten en effecten. De set van indicatoren stelt de Belastingdienst bovendien in staat thematisch en actueel te verantwoorden; niet alleen gericht op een specifieke indicator, maar ook over de bovenliggende doelstellingen.27

De set is als volgt opgebouwd:

  • Kengetallen verdeeld naar de vier compliance-factoren:

    • 1. Juiste registratie;

    • 2. Tijdige aangifte;

    • 3. Juiste en volledige aangifte;

    • 4. Tijdige betaling.

  • Daarnaast wordt de belastingmoraal en het vertrouwen in de Belastingdienst gemeten.

  • Subjectieve28 en objectieve prestatie-indicatoren op de volgende vier tussendoelen van compliance:

    • 1. Een adequate behandeling (juist, tijdig, proportioneel);

    • 2. Effectief informeren over rechten en plichten;

    • 3. Het nakomen van verplichtingen zo makkelijk mogelijk maken (gemak);

    • 4. Op gepaste wijze corrigerend optreden bij niet-naleving.

  • Op ieder tussendoel is een belevingsindicator geformuleerd die de ervaring van burgers en bedrijven met betrekking tot de tussendoelen van de Belastingdienst inzichtelijk maakt;

  • Ieder tussendoel is voorzien van een of meerdere objectieve indicatoren, die de feitelijke prestatie van de Belastingdienst meetbaar maken.

Met de belevingsindicatoren brengt de Belastingdienst in kaart hoe burgers en bedrijven de tussendoelen beoordelen. In 2021 heeft met de Fiscale Monitor de eerste meting plaatsgevonden. Op een schaal van één tot vijf is bij de doelgroepen vastgesteld hoe zij het handelen van de Belastingdienst op het gebied van de hierboven genoemde tussendoelen hebben ervaren. De uitkomsten hiervan zijn hieronder in de verschillende tabellen opgenomen als voorlopige streefwaarde. De cijfers zijn in deze fase namelijk nog niet nader te duiden vanwege het ontbreken van historie. Daardoor is het lastig een waardering te geven aan de uitkomsten en kunnen nog geen concrete uitspraken worden gedaan over de impact die wijzigingen in de uitvoering hebben op de uitkomst van de indicatoren. De komende jaren zal hier meer ervaring mee worden opgedaan wat zal leiden tot meer definitieve streefwaarden.

In het begrotingsartikel worden alleen prestatie-indicatoren met een significante wijziging toegelicht. Dit kan bijvoorbeeld gaan om een nieuwe prestatie-indicator, het wijzigen van een streefwaarde of het wijzigen van de manier van meten.

Tabel 19 Kengetallen Algemene doelstelling: Compliance
 

Waarde 2018

Waarde 2019

Waarde 2020

Waarde 2021

Belastingmoraal (schaal 1-5)1

-

-

-

P2 4,1MKB 4,4GO 4,4FD 4,4

Vertrouwen in de Belastingdienst (schaal 1-5)1

-

-

-

P 3,2MKB 3,3GO 3,4FD 3,3

Juiste registratie3

-

-

-

-

Percentage tijdige aangiften vennootschapsbelasting4

94,7%

91,9%

92,4%

86,5%

Percentage tijdige aangiften inkomensheffing4

94,7%

91,9%

92,4%

92,6%

Percentage tijdige aangiften omzetbelasting

95,6%

95,6%

95,0%

95,1%

Percentage tijdige aangiften loonheffingen

99,1%

99,1%

99,0%

99,0%

Percentage tijdige aangiften erfbelasting

 

55,7%

64,4%

57,5%

Juist en volledig doen van aangifte: structureel terugdringen van het nalevingstekort Particulieren

0,7%

n.v.t.

0,5%.

n.v.t.

Juist en volledig doen van aangifte: structureel terugdringen van het nalevingstekort MKB

5,7%

n.v.t.

n.v.t.

4,3%

Percentage van het nalevingstekort dat de Belastingdienst corrigeert bij burgers (IH)

-

-

n.n.b.

57,6%

Percentage van het nalevingstekort dat de Belastingdienst corrigeert bij MKB (IH, VPB, OB en LH)

-

-

n.n.b.

38,5%

Percentage tijdige betaling van belastingen en premies

98,5%

98,5%

98,5%

99,3%

X Noot
1

De realisatiecijfers voor het belastingmoraal en het vertrouwen in de Belastingdienst zijn voor het eerst gerapporteerd in het jaarverslag IX 2021.

X Noot
2

P = Particulieren; MKB = Midden - en Kleinbedrijf; GO = Grote ondernemingen; FD = Fiscale Dienstverleners.

X Noot
3

Het kengetal dat toeziet op juiste registratie is voor het eerst opgenomen in de ontwerpbegroting IX 2022. In het jaarverslag IX 2022 wordt hierop voor het eerst gerapporteerd.

X Noot
4

Tot en met 2020 zijn de percentages voor tijdige aangiften VPB en IH gecombineerd gemeten. In de tabel zijn tot en met 2020 de gecombineerde waarden voor VPB en IH opgenomen. Vanaf 2021 zijn deze percentages separaat inzichtelijk gemaakt.

Belastingmoraal

De intrinsieke motivatie van burgers en bedrijven om belastingverplichtingen na te komen wordt ook wel aangeduid als de belastingmoraal. De belastingmoraal is een bepalende – mogelijk zelfs de meest bepalende – factor voor bereidwillige naleving van belastingverplichtingen door belastingplichtigen. Daarmee is inzicht in de belastingmoraal van strategisch belang. Dit kengetal wordt ieder jaar gemeten met behulp van een monitor.

Vertrouwen in de Belastingdienst

Een belangrijke determinant van compliance en de belastingmoraal in Nederland is de mate waarin burgers en bedrijven vertrouwen hebben in de Belastingdienst. Hoe hoger het niveau van publiek vertrouwen, hoe groter de intrinsieke motivatie om belasting te betalen.

Percentage tijdige aangiften

Dit kengetal weerspiegelt of het beleid van de Belastingdienst succesvol is om belastingplichtigen te bewegen tijdig een aangifte in te dienen. Het gaat hier om de volgende belastingmiddelen: Inkomensheffing (IH), Omzetbelasting (OB), Loonheffing (LH), Vennootschapsbelasting (VPB) en Erfbelasting.

Percentage tijdige betaling van belastingen en premies

Dit kengetal meet het deel van de ontvangen belastingen en premies dat door belastingplichtigen voor de vervaldatum of na het versturen van de aanmaning, tijdig wordt betaald aan de Belastingdienst. Dit kengetal geeft een indicatie van de mate waarin het beleid van de Belastingdienst succesvol is om belastingplichtigen te bewegen tot tijdig betalen. Met ingang van 2022 worden tevens gemeten de overdrachtsbelasting en autobelastingen.

Hierna volgt een toelichting op de tussendoelen Adequate behandeling, Informeren, Gemak en Corrigerend optreden en de daaraan gerelateerde prestatie-indicatoren.

Adequate behandeling

De Belastingdienst geeft burgers en bedrijven een adequate behandeling (correct en passend)

De Belastingdienst streeft ernaar dat burgers en bedrijven uit zichzelf fiscale regels naleven, zonder dwingende en kostbare acties van de kant van de Belastingdienst. Het onderhouden en waar nodig versterken van de intrinsieke motivatie van belastingplichtigen om aan hun fiscale verplichtingen te voldoen is daarom belangrijk. Een adequate behandeling door de Belastingdienst draagt hieraan bij. Adequaat betekent correct (op de juiste wijze) en passend, geschikt voor het beoogde doel. De basis van een adequate behandeling ligt bij het door de Belastingdienst volgen van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het zorgvuldigheidsbeginsel, het motiveringsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel.

Adequate behandeling behelst echter meer dan het volgen van regels en procedures en het nakomen van toezeggingen door de Belastingdienst. Adequate behandeling heeft ook te maken met de manier waarop de Belastingdienst burgers en bedrijven benadert; met respect en behulpzaam, en de mate waarin de Belastingdienst zich inleeft in en rekening houdt met de omstandigheden of behoeften van burgers en bedrijven. Het bieden van maatwerk en ondersteuning, niet alleen reactief maar ook proactief, is hier een voorbeeld van. Menselijke maat is hiermee een onderdeel van adequate behandeling. Adequate behandeling raakt sterk aan het begrip procedurele rechtvaardigheid: het gevoel van rechtvaardigheid afgemeten aan de manier waarop belastingplichtigen zich behandeld voelen en hoe uitkomsten of beslissingen tot stand zijn gekomen.

In de onderstaande tabel zijn de prestatie-indicatoren opgenomen voor het tussendoel Adequate behandeling:

Tabel 20 Prestatie-indicatoren Adequate behandeling (meetbare gegevens)

Prestatie-indicator 

Waarde 2020

Waarde 2021

Streefwaarde 2022

Streefwaarde 2023

Burgers en bedrijven geven aan dat ze adequate behandeling hebben gekregen (schaal 1-5)

-

P 2,9 MKB 3,3GO 3,5FD 3,3

-

P1 2,9 MKB 3,3GO 3,5FD 3,3

Afgehandelde bezwaren binnen Awb-termijn2

79,3%

85,1%

≥90%

≥90%

Afgehandelde klachten binnen Awb-termijn2

93,3%

95,3%

≥93%

≥93%

Percentage burgers en bedrijven dat op afspraak tijdig wordt teruggebeld door een Belastingdienst-medewerker

97,4%

95,6%

≥90%

≥90%

Percentage tijdig afgehandelde verzoeken tot registratie

-

93,7%

≥95%

≥95%

Kwaliteit volgens interne fiscale kwaliteitscontrole

-

89,3%

≥87%

≥87%

Percentage definitieve aanslagen IH dat binnen een jaar na aangifte is opgelegd.

-

-

>85%

>85%

X Noot
1

P = Particulieren; MKB = Midden - en Kleinbedrijf; GO = Grote ondernemingen; FD = Fiscale Dienstverleners.

X Noot
2

De waarde voor 2020 is inclusief Douane en Toeslagen.

Burgers en bedrijven geven aan dat ze adequate behandeling hebben ervaren

Deze indicator geeft de mate aan waarin burgers en bedrijven zich adequaat behandeld voelen op basis van onderzoek naar subjectieve beleving.

Afgehandelde bezwaren binnen Awb-termijnBurgers en bedrijven die het niet eens zijn met een beslissing kunnen een bezwaarschrift indienen bij de Belastingdienst. Deze prestatie-indicator betreft het aantal in 2023 binnen Awb- beslistermijn tijdig afgedane bezwaarschriften ten opzichte van het totaal afgedane bezwaren in kalenderjaar 2023. Door de hersteloperaties (o.m. bij Box 3 als gevolg van de uitspraak van de Hoge Raad van december 2021) kan de realisatie van de streefwaarde voor tijdige bezwaarafhandeling onder druk komen te staan. Deze hersteloperaties doen een beroep op het zittend personeel en betekenen naar verwachting ook extra werk in de bezwaarafhandeling. Door de inzet van extra medewerkers en het automatiseren van processen wordt geprobeerd dit zoveel mogelijk te ondervangen. Hiernaast heeft de Hoge Raad-uitspraak rond Box 3 ook geleid tot een extra stroom van bezwaren die deels ook in 2023 nog moeten worden afgehandeld.

Informeren

De Belastingdienst informeert burgers en bedrijven effectief over hun rechten en plichten

De Belastingdienst ontplooit activiteiten op verschillende terreinen om bereidwillige naleving van belastingregels door belastingplichtigen te stimuleren. Eén daarvan is het ondersteunen van belastingplichtigen in het kennen, begrijpen en kunnen uitvoeren van hun verplichtingen door ze daarover te informeren. Onderzoek heeft laten zien dat meer kennis van belastingzaken positief samenhangt met het naleven van belastingregels. Daarbij zet de Belastingdienst in op het proactief informeren van burgers en bedrijven om te voorkomen dat zij verplichtingen niet of te laat nakomen.

De situatie van zowel burgers als bedrijven kan fiscaal complex zijn en kan sterk veranderen gedurende hun levensloop. Hoe complexer de wet- en regelgeving, hoe meer kennis nodig is om deze na te leven. Het vereenvoudigen van belastingregels is daarom cruciaal. Wetende dat bestaande wet- en regelgeving complex is, is het de taak van de Belastingdienst om burgers en bedrijven effectief te informeren over hun rechten en plichten, zodat zij aan hun plichten kunnen voldoen en gebruik kunnen maken van hun rechten. Om burgers en bedrijven optimaal te informeren en om de complexe wet- en regelgeving indien mogelijk te vereenvoudigen, gaat de Belastingdienst het klantsignaalmanagement versterken.

In de onderstaande tabel zijn de prestatie-indicatoren opgenomen voor het tussendoel effectief informeren:

Tabel 21 Prestatie-indicatoren Effectief informeren (meetbare gegevens)

Prestatie-indicator 

Waarde 2020

Waarde 2021

Streefwaarde 2022

Streefwaarde 2023

Burgers en bedrijven geven aan dat de Belastingdienst hen voldoende informeert (schaal 1-5)

-

P 3,4MKB 3,4GO 3,5FD 3,5

-

P1 3,4MKB 3,4GO 3,5FD 3,5

Antwoorden op vragen via de BelastingTelefoon zijn kwalitatief juist

94%

91,5%

>95%

>95%

Bereikbaarheid BelastingTelefoon

88%

90,3%

>90%

>90%

Bereikbaarheid Webcare

71%

80,7%

>80%

>80%

Klanttevredenheid

  

Minimaal 70% van de bellers, website- en baliebezoekers scoort een 3 of hoger op de gehanteerde 5-puntsschaal (neutraal tot zeer tevreden)

 

- Website

86%

84%

>80%

>83%

- Balie

80%

84%

>75%

>80%

- Belastingtelefoon

81%

82%

>80%

>82%

Klantontevredenheid

  

Maximaal 10% van de bellers, website- en baliebezoekers scoort een 1,5 of lager

 

- Website

2%

3%

<7%

<6%

- Balie

6%

5%

<8%

<6%

- Belastingtelefoon

6%

6%

<10%

<9%

Aantal registraties waarmee MKB-ondernemers participeren in FD-convenanten

179.211

176.434

>178.000

>188.000

X Noot
1

P = Particulieren; MKB = Midden - en Kleinbedrijf; GO = Grote ondernemingen; FD = Fiscale Dienstverleners.

Burgers en bedrijven geven aan dat de Belastingdienst hen voldoende informeert

Deze indicator stelt vast in hoeverre burgers en bedrijven ervaren dat ze door de Belastingdienst voldoende geïnformeerd worden over de voor hen relevante fiscale onderwerpen. Voldoende geïnformeerd betekent dat ze weten wat ze moeten doen en hoe ze het moeten doen. De informatie die de Belastingdienst biedt aan burgers en bedrijven moet daarom aan een aantal criteria voldoen:

  • de informatie sluit aan bij de fiscale situatie van burgers en bedrijven;

  • de informatie is eenvoudig te begrijpen en sluit aan bij het kennisniveau van burgers en bedrijven;

  • de informatie is eenvoudig te vinden;

  • de informatie is eenvoudig toe te passen door burgers en bedrijven in hun specifieke situatie;

  • de informatie moet burgers en bedrijven in staat stellen aan hun fiscale verplichtingen te voldoen of hen in staat stellen daarvoor hulp in te schakelen.

Bereikbaarheid Belastingtelefoon en Webcare

Deze indicator meet de bereikbaarheid van de BelastingTelefoon en webcare. De bereikbaarheid van de BelastingTelefoon wordt gemeten aan de hand van het aantal telefoontjes waar een beller is geholpen via een BelastingTelefoonmedewerker, de bestelautomaat of via het keuzemenu. De bestelautomaat betreft de automatische functionaliteiten waarbij de burger bijvoorbeeld uitstel van aangifte kan aanvragen zonder een BelastingTelefoonmedewerker te spreken. Onder webcare wordt verstaan alle vragen vanuit burgers op de accounts op de social media waar een antwoord op wordt gegeven door een webcaremedewerker. Voor webcare wordt de gemiddelde reactietijd per maand berekend over alle gegeven antwoorden binnen een case tijdens openingstijden.

Klanttevredenheid en klantontevredenheidDe indicatoren klanttevredenheid en klantontevredenheid meten direct na de dienstverlening hoe de persoonlijke insteek van de Belastingdienst ten aanzien van telefoon, website en balie is beleefd door burgers en bedrijven. Deze meting vindt plaats door burgers en bedrijven te bevragen op zowel aspecten die bijdragen aan de klanttevredenheid als op de ervaren klanttevredenheid zelf. Hiermee krijgt de Belastingdienst goed zicht op de variabelen die klanttevredenheid bepalen, waardoor betere sturing op en verantwoording over prestaties mogelijk is.

Gemak

De Belastingdienst streeft ernaar om het voor burgers en bedrijven zo makkelijk mogelijk te maken om te voldoen aan fiscale verplichtingen. Dit kan door het aantal stappen dat een burger of bedrijf moet zetten zo klein mogelijk te maken en zo vorm te geven dat zij worden geholpen om de acties juist uit te voeren. Daarmee maakt een belastingplichtige bij wijze van spreken ‘als vanzelf’ minder fouten.

Gemak betekent met een zo klein mogelijke inspanning (zowel in tijd als in ‘mentale’ inspanning, zoals frustratie), tegen zo gering mogelijke kosten, het goede kunnen doen. Nakomen van verplichtingen moet makkelijk zijn, aansluiten op de processen of routines van de doelgroep (bijvoorbeeld middels de automatische winstaangifte) en gericht op het voorkomen van dubbel werk voor burgers en bedrijven.

Door in één keer het goede te kunnen doen, worden fouten zo veel mogelijk voorkomen. De Vooringevulde aangifte (VIA) is hiervan een duidelijk voorbeeld. In één keer goed slaat zowel op het invullen en insturen als op het betalen van de verplichting. Wordt er desondanks een fout gemaakt, door belastingplichtige óf door de Belastingdienst, dan is het herstellen daarvan voor burgers en bedrijven eenvoudig en vergt een minimum aan inspanning. Dat geldt ook voor formele procedures als klachten of bezwaar maken. Burgers en bedrijven moeten de voor hen relevante informatie op eenvoudige wijze kunnen vinden en benaderen (zoals op de portals).

Nadat een proces is afgerond (een aangifte ingediend bijvoorbeeld) moeten burgers en bedrijven zich er zeker van voelen dat hetgeen gedaan is, ook het juiste is. Gemak raakt aan verschillende aspecten van het voldoen aan verplichtingen en daarmee is het belangrijk om te meten hoe dat door burgers en bedrijven wordt ervaren.

In de volgende tabel zijn de prestatie-indicatoren voor het tussendoel gemak opgenomen:

Tabel 22 Prestatie-indicatoren Gemak bieden en fouten voorkomen (meetbare gegevens)

Prestatie-indicator 

Waarde 2020

Waarde 2021

Streefwaarde 2022

Streefwaarde 2023

Burgers en bedrijven geven aan dat zij gemak ervaren (schaal 1-5)

-

P 3,5MKB 3,4GO 3,3FD 3,5

-

P1 3,5MKB 3,4GO 3,3FD 3,5

Percentage aangiften IH-NW waarbij de belastingplichtige niet hoeft aan te vullen

-

-

≥35%

≥35%

X Noot
1

P = Particulieren; MKB = Midden - en Kleinbedrijf; GO = Grote ondernemingen; FD = Fiscale Dienstverleners.

Burgers en bedrijven geven aan dat zij gemak ervaren

Deze indicator geeft de mate waarin burgers en bedrijven gemak ervaren aan op basis van onderzoek naar subjectieve beleving.

Percentage aangiften IH-NW waarbij belastingplichtige niet hoeft aan te vullen

De Belastingdienst probeert het doen van aangifte zo makkelijk mogelijk te maken. Daartoe zet de Belastingdienst de vooringevulde aangifte (VIA) in. Met deze nieuwe indicator wordt gemeten hoeveel procent van de aangifte IH-niet-winst (IH-NW) zodanig is vooringevuld dat de belastingplichtige geen aanpassingen meer hoeft te doen. Het streven is om jaarlijks 35% van de ingediende aangiften IH-niet winst zodanig vooraf in te vullen, dat belastingplichtige geen inhoudelijke aanpassingen aan zijn aangifte hoeft te doen. De indicator wordt bepaald aan de hand van een selectie van aangifterubrieken. Daarbij wordt een aantal aannames gedaan bij het maken van de berekening.

Corrigerend optreden

De Belastingdienst treedt op gepaste wijze corrigerend op bij niet-naleving.

De strategie van de Belastingdienst is erop gericht om naleving te bevorderen en niet-naleving te voorkomen. De Belastingdienst houdt toezicht op de naleving door middel van geautomatiseerde checks en het uitvoeren van controles. Als niet-naleving of fouten worden geconstateerd kan de uitkomst worden gecorrigeerd (zoals door het opleggen van ambtshalve aanslagen, correcties en invorderingsmaatregelen). Daar waar belastingplichtigen regels verwijtbaar niet hebben nageleefd, kan een sanctie worden opgelegd; in de vorm van een (administratieve) boete of zwaarder via het strafrecht.

De doelen van corrigerend optreden liggen zowel bij de gecontroleerde, gecorrigeerde en/of gesanctioneerde belastingplichtige als bij andere belastingplichtigen die dit handelen of optreden van de Belastingdienst bemerken. De doelen zijn specifieke en generieke afschrikking, vergelding en het borgen of vergroten van de legitimiteit van en het vertrouwen in de Belastingdienst en de belastingheffing. Met als achterliggend doel om toekomstige naleving te borgen of te stimuleren. Corrigerend optreden zorgt er bovendien voor dat verschuldigde belastinggelden (ten minste voor een deel) alsnog in de staatskas terecht komen.

In de volgende tabel zijn de prestatie-indicatoren voor het tussendoel Corrigerend optreden opgenomen:

Tabel 23 Prestatie-indicatoren Corrigerend optreden

Prestatie-indicator 

Waarde 2020

Waarde 2021

Streefwaarde 2022

Streefwaarde 2023

Burgers en bedrijven geven aan dat zij corrigerend optreden ervaren (schaal 1-5)

-

P 3,4MKB 3,4GO 3,3FD 3,2

-

P1 3,4MKB 3,4GO 3,3FD 3,2

Percentage processen verbaal dat leidt tot veroordeling of transactie

72%

72%

>82%

>82%

Percentage opsporingscapaciteit dat wordt ingezet op omgevingsgerichte strafonderzoeken

44%

45%

>40%

>40%

Betalingsachterstand

7,5%

3,4%

≤3,5%

≤3,5%

Percentage binnengekomen aangiften IH, VPB en erfbelasting na herinnering of aanmaning

-

-

-

-

Inning invorderingsposten binnen een jaar

53,8%

41,1%

≥55%

≥55%

Percentage oninbaarheid

0,4%

0,1%

<0,6%

<0,6%

X Noot
1

P = Particulieren; MKB = Midden - en Kleinbedrijf; GO = Grote ondernemingen; FD = Fiscale Dienstverleners.

Burgers en bedrijven geven aan dat zij corrigerend optreden ervaren

Deze indicator geeft weer in welke mate men ervaart dat de Belastingdienst corrigerend optreedt.

Inning invorderingsposten binnen een jaarDeze indicator toont het percentage van de vorderingen die niet op tijd betaald worden, maar die binnen een jaar toch worden geïnd, als resultaat van de door de Belastingdienst ingezette invorderingsmaatregelen. De afwikkeling van de tijdens de coronapandemie opgebouwde belastingschulden vergt bijzondere aandacht. Deze afwikkeling is relatief complex wat mogelijk gevolgen heeft voor de realisatie van de streefwaarde rond inning.

Artikel 2 Financiële markten

A. Algemene doelstelling

Beleid en regelgeving maken voor een stabiele en integere werking van financiële markten, met betrouwbare dienstverlening van financiële instellingen aan burgers en bedrijven.

B. Rol, verantwoordelijkheid en beleidsinformatie

De minister van Financiën bevordert het goede functioneren van het financiële stelsel en heeft een regisserende rol. De minister is verantwoordelijk voor de goede werking van het betalingsverkeer. De minister is daarnaast verantwoordelijk voor goed functionerende en integere financiële markten en voor de Nederlandse wetten en regels ten aanzien van de financiële markten en de institutionele structuur van het toezicht. Verder draagt de minister samen met de minister van Justitie en Veiligheid verantwoordelijkheid voor wet- en regelgeving om het gebruik van het financieel stelsel voor het witwassen van geld en het financieren van terrorisme te voorkomen. Ook is de minister verantwoordelijk voor de regelgeving van bepaalde bijzondere financiële beroepsgroepen, zoals accountants. De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) voeren het daadwerkelijke toezicht op de financiële markten uit. Dat wil zeggen dat de minister verantwoordelijk is voor het functioneren van het toezichtsysteem als geheel en verantwoordelijk is voor de uitvoering van het toezicht door DNB en de AFM. Echter, om de onafhankelijke positie van de toezichthouders te bevorderen is de minister noch verantwoordelijk noch bevoegd ten aanzien van individuele besluiten van de toezichthouders, en beschikt de minister niet over toezichtvertrouwelijke informatie. Daarnaast worden steeds meer toezichttaken op Europees niveau belegd. Zo voert de Europese Centrale Bank (ECB) ook in belangrijke mate het toezicht op grote en grensoverschrijdende Europese banken uit.

De randvoorwaarden die de minister stelt voor een integer en stabiel systeem hebben hun basis in de Wet op het financieel toezicht (Wft) en de Wet ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme (Wwft). Het gaat hierbij om (het toezicht op nakoming van) regelgeving die financiële instellingen stimuleert en verplicht om op integere en transparante wijze te werk te gaan. Deze regelgeving en dit toezicht dragen eraan bij dat consumenten en bedrijven met voldoende informatie en vertrouwen financiële producten kunnen afnemen.

Tot slot bevordert de minister het verantwoord financieel gedrag door de burger en zet zich in voor de ongestoorde voorziening van voldoende munten in circulatie.

Verantwoordelijkheden minister van Financiën op de BES-eilanden

Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (BES-eilanden) maken deel uit van Nederland. De eilanden zijn openbare lichamen in de zin van de Grondwet. De verantwoordelijkheid van de minister van Financiën ten aanzien van de toezichttaken voor de BES-eilanden is dezelfde als voor Europees Nederland, omdat de verhouding tussen de minister en de toezichthouders dezelfde is. Het toezicht op de BES-eilanden is net als in Nederland op afstand geplaatst bij DNB en de AFM; de minister van Financiën is systeemverantwoordelijk.

Meetbare gegevens

Kengetallen financiële stabiliteit

Financiële stabiliteit staat centraal in het beleid van de minister van Financiën ten aanzien van de financiële sector. Een belangrijk onderdeel hierbij zijn de buffers die banken hebben zodat zij weerbaarder zijn. Twee belangrijke indicatoren hierbij zijn de zogenaamde (niet-risicogewogen) leverage ratio29 en de (risico gewogen) Common Equity Tier 1 (CET1) -ratio zoals beschreven in het prudentieel raamwerk voor banken.30 In dat raamwerk gelden zowel ongewogen kapitaaleisen (de leverage ratio) als gewogen eisen. Bij die laatste eisen hangt de hoeveelheid kapitaal af van het onderliggende risico van een investering. Bij de leverage ratio is dat onderscheid er niet.

De afgelopen jaren hebben banken beide typen buffers verder opgebouwd.31 Mede dankzij die opbouw zijn banken in staat geweest om de financiële gevolgen van de coronapandemie goed op te vangen.32 In de tabel is te zien dat de leverage ratio van Nederlandse banken is toegenomen naar 6,5%. Uit nadere cijfers van de Europese Banken Autoriteit (EBA) is te zien dat de CET1-ratio is toegenomen naar 17%.33 CET1 is kapitaal van de hoogste kwaliteit en draagt daarmee nadrukkelijk bij aan de weerbaarheid van banken.

Tabel 24 Kengetallen financiële stabiliteit (Nederlandse banken)1

Jaar

2018

2019

2020

2021

Leverage ratio (%)

4,6

4,7

4,8

6,5

CET1-ratio (%)

16,1

16,4

16,7

17

X Noot
1

Zie EBA Risk dashboard

Kengetallen betalingsverkeer

Het ministerie van Financiën zet zich, samen met DNB, in voor een efficiënt, veilig en toegankelijk betalingsverkeer.34 Hierbij wordt nauw samengewerkt in het kader van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB), waarin banken, betaaldienstverleners en maatschappelijke organisaties zijn vertegenwoordigd.

Teneinde de goede werking van het girale betalingsverkeer te borgen, is in de Regeling Oversight goede werking betalingsverkeer opgenomen dat de beschikbaarheid van pinnen (incl. contactloos betalen) 99,88% moet zijn. Deze norm richt zich tot de private partijen die het girale betalingsverkeer verzorgen en wordt gehandhaafd door DNB. De norm is in 2021 behaald. Voor de beschikbaarheid van mobiel en internetbankieren bestaan geen wettelijke eisen. Desalniettemin is ook bij deze betaalmethodes de beschikbaarheid zeer hoog, zoals blijkt uit onderstaande tabel.

Tabel 25 Kengetallen betalingsverkeer1

Beschikbaarheid

2018

2019

2020

2021 (gerealiseerd)

2021 (norm)

Pinnen en contactloos betalen

99,89%

99,89%

99,89%

99,89%

99,88%2

Mobiel bankieren

99,75%

99,81%

99,83%

99,80%

n.b.

Internetbankieren

99,72%

99,78%

99,88%

99,76%

n.b.

X Noot
1

Bron: Bijlage bij Kamerstukken II, 2021-2022, 27 863, nr. 87 (MOB-rapportage 2021), en Betaalvereniging Nederland:  

X Noot
2

Cf. artikel 6.2. Regeling Oversight goede werking betalingsverkeer

Voorts vindt het ministerie het van belang dat de toegang tot contant geld voldoende is. In het MOB zijn hier (niet-bindende) afspraken over gemaakt tussen de banken, maatschappelijke organisaties en DNB, waarbij de doelstelling is dat in principe alle Nederlandse huishouden binnen een straal van 5 kilometer (hemelsbreed) contant geld moeten kunnen opnemen. Uit onderstaande cijfers blijkt dat deze norm vrijwel overal wordt gehaald.

Tabel 26 Kengetallen Vijfkilometernorm 1

Het percentage aan huishoudens in Nederland dat binnen een straal van vijf kilometer contant geld kan opnemen.

2017

99,58%

2018

99,55%

2019

99,50%

2020

99,54%

X Noot
1

Zie MOB-rapportage 2021

C. Beleidswijzigingen

In 2020 is de in de wet vastgelegde evaluatie DGS BES afgerond, waarbij er voornamelijk is gekeken of de doelstellingen van het stelsel nog steeds bereikt worden middels de huidige opzet. Uit de evaluatie blijkt dat de huidige vorm van het DGS niet meer aansluit bij de oorspronkelijke doelstellingen. Aan de hand van deze evaluatie zijn aanpassingen bekeken om het DGS te versterken. Het voornemen is om deze aanpassingen in 2023 in te laten gaan.

Het ministerie van Financiën zet zich in op het tegengaan van witwassen en terrorismefinanciering. Om dit internationaal aan te pakken is de Financial Action Task Force (FATF) opgericht. In 2022 is het rapport van de Nederlandse FATF-evaluatie gepresenteerd. Verder werken we in 2023 verder aan de kwaliteitsverbetering van de accountancysector. Daarvoor wordt het wetgevingstraject ter uitvoering van de aanbevelingen van de Commissie toekomst accountancysector voortgezet.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 27 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Financiële markten (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

29.698

‒ 514.087

1.031.101

26.288

25.681

24.273

24.273

        

Uitgaven

27.105

55.014

1.031.101

26.288

25.681

24.273

24.273

        

Bekostiging

3.786

8.742

7.304

7.327

6.998

7.070

7.070

Accountantskamer

1.403

1.432

1.432

1.432

1.432

1.432

1.432

Muntcirculatie

2.068

5.011

4.309

4.305

4.306

4.378

4.378

IMVO convenanten

0

57

30

30

30

30

30

Overig

315

2.242

1.533

1.560

1.230

1.230

1.230

        

Opdrachten

13.181

35.833

1.009.724

7.988

7.687

6.232

6.232

Wijzer in geldzaken

1.832

1.767

1.634

1.634

1.634

179

179

Vakbekwaamheid

4.388

5.666

4.901

4.901

4.600

4.600

4.600

Uitvoeringskosten SRH

330

1.000

1.000

0

0

0

0

Schadeloosstelling SRH

5.782

650

1.000.750

0

0

0

0

Convertibiliteit Oekraïense hryvnia

0

23.250

0

0

0

0

0

Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia

0

450

0

0

0

0

0

Overig

849

3.050

1.439

1.453

1.453

1.453

1.453

        

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

7.956

8.260

12.894

9.794

9.817

9.792

9.792

Bijdrage AFM BES-toezicht

580

705

705

705

705

705

705

Bijdrage DNB toezicht en DGS BES

2.141

2.003

2.020

2.020

2.020

2.020

2.020

Bijdrage toezicht en handhaving MIF

0

10

460

460

460

460

460

Bijdrage PSD II

367

363

558

558

558

558

558

Bijdrage FEC

3.728

4.024

3.724

3.724

3.724

3.724

3.724

Overig

1.141

1.155

5.427

2.327

2.350

2.325

2.325

        

Storting/onttrekking begrotingsreserve

1.625

1.625

625

625

625

625

625

Dotatie begrotingsreserve DGS BES

1.000

1.000

0

0

0

0

0

Dotatie begrotingsreserve NHT

625

625

625

625

625

625

625

        

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

557

554

554

554

554

554

554

IASB

420

420

420

420

420

420

420

(Caribean) Financial Action Task Force

137

134

134

134

134

134

134

        

Ontvangsten

29.555

34.145

8.459

10.209

9.905

8.450

8.450

        

Bekostiging

15.514

2.746

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

Ontvangsten muntwezen

2.260

2.746

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

Toename munten in circulatie

13.254

0

0

0

0

0

0

        

Opdrachten

1.325

24.705

1.455

1.455

1.455

0

0

Wijzer in geldzaken

1.325

1.455

1.455

1.455

1.455

0

0

Convertibiliteit Oekraïense hryvnia

0

23.250

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

12.716

6.694

5.004

6.754

6.450

6.450

6.450

Overig

12.716

6.694

5.004

6.754

6.450

6.450

6.450

Tabel 28 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

29.698

‒ 514.087

1.031.101

26.288

25.681

24.273

24.273

waarvan garantieverplichtingen

5.099

‒ 569.101

0

0

0

0

0

Garantie DGS BES

5.099

‒ 200

0

0

0

0

0

Garantie WAKO (kernongevallen)

0

‒ 568.901

0

0

0

0

0

        

waarvan overige verplichtingen

24.599

55.014

1.031.101

26.288

25.681

24.273

24.273

Muntcirculatie

‒ 256

5.011

4.309

4.305

4.306

4.378

4.378

Vakbekwaamheid

4.388

5.666

4.901

4.901

4.600

4.600

4.600

Bijdrage DNB toezicht en DGS BES

2.141

2.003

2.020

2.020

2.020

2.020

2.020

Bijdrage FEC

3.728

4.024

3.724

3.724

3.724

3.724

3.724

Convertibiliteit Oekraïense hryvnia

0

23.250

0

0

0

0

0

Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia

0

450

0

0

0

0

0

Schadeloosstelling SRH

5.782

650

1.000.750

0

0

0

0

Overige betalingsverplichtingen

8.818

13.960

15.397

11.338

11.031

9.551

9.551

Tabel 29 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2023

juridisch verplicht

1,8%

bestuurlijk gebonden

0,9%

beleidsmatig gereserveerd

97,3%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Budgetflexibiliteit

Van de uitgaven op artikel 2 is in 2023 1,8% juridisch verplicht. Deze verplichte uitgaven (€ 17,4 mln.) bestaan voor het grootste deel uit uitgaven voor vakbekwaamheid (€ 4,6 mln.), muntcirculatie (€ 4,3 mln.) en de bijdragen aan AFM en DNB voor het toezicht op de BES-eilanden (€ 2,7 mln) en het Financieel Expertise Centrum (FEC) (€ 3,7 mln.).

De juridisch verplichte uitgaven aan vakbekwaamheid betreffen de kosten van de centrale Wft-examinering. Het inhoudelijk beheer van de Wft-examinering is opgedragen aan het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD), terwijl het functionele en technische beheer is ondergebracht bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Uitgangspunt is dat de uitgaven worden gefinancierd uit de examengelden (leges) die worden afgedragen aan het ministerie (zie ontvangsten overig). De daaromtrent gemaakte afspraken zijn vastgelegd in een overeenkomst met het CDFD en een overeenkomst met de DUO.

De juridisch verplichte uitgaven vanwege de muntcirculatie komen voort uit de Muntwet, de afspraken met DNB en de afspraken in muntcontract voor circulatiemunten en het muntcontract voor verzamelaarsmunten van DNB met de Koninklijke Nederlandse Munt (KNM). De afspraken betreffen onder meer de te verstrekken vergoedingen vanwege:

  • de productie van circulatiemunten (hieronder vallen niet de aanschafkosten van de circulatiemunten);

  • de productie en distributie van munten die speciaal voor verzamelaars worden geslagen;

  • het verzorgen van de geldsomloop voor zover deze uit munten bestaat;

  • het fungeren als Nationaal Analysecentrum voor Munten.

De bestuurlijk gebonden uitgaven (0,9%) hebben in hoofdzaak betrekking op de uitvoeringstoets van het verbod op cashbetalingen van €3.000 of meer. De beleidsmatig gereserveerde uitgaven (97,3%) hebben in hoofdzaak betrekking op de voorzichtigheidshalve opgenomen post schadeloosstelling SRH. Daarnaast op de implementatie en beheerskosten van de UBO-registers.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen en uitgaven

Bekostiging

Accountantskamer

De Accountantskamer beoordeelt klachten over gedragingen van accountants bij hun beroepsmatig handelen. Het gaat daarbij vooral om gedragingen die mogelijk in strijd zijn met de wet of met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep. In een tuchtprocedure staat het belang van een goede beroepsuitoefening voorop. Aldus wordt bijgedragen aan het (herstel van) vertrouwen van het publiek in de beroepsuitoefening van accountants.

Muntcirculatie

De kosten van muntcirculatie bestaan uit de door De Nederlandsche Bank (DNB) te verzorgen munttaken.

Overig

De overige kosten betreffen voornamelijk kosten die het gevolg zijn van de uitvoeringstoets behorend bij het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen en het verbod op contante betalingen voor handelaren vanaf € 3.000. Daarnaast betreffen de kosten de werkzaamheden ter verbetering van de kwaliteit van de accountancysector. Daarvoor wordt het wetgevingstraject ter uitvoering van de aanbevelingen van de Commissie toekomst accountancysector voortgezet.

Opdrachten

Wijzer in geldzaken

Het platform Wijzer in geldzaken zet zich in voor het bevorderen van financieel verantwoord gedrag door de burger in Nederland. Het ministerie van Financiën financiert het platform samen met een aantal partijen uit de sector. Het platform ontwikkelt verschillende typen interventies om verantwoord financieel gedrag te bevorderen en om invulling aan de strategische doelstellingen te geven. Enkele voorbeelden zijn de website www.wijzeringeldzaken.nl, de Week van het geld, de website www.financieelgezondewerknemers.nl en de Pensioen3daagse. In het najaar van 2022 maken de partners van Wijzer in geldzaken afspraken over de bijdragen van de private partners gedurende de periode 2023-2025. De in de begroting opgenomen inkomsten en uitgaven zijn gebaseerd op de afspraken over de periode 2020-2022.

Vakbekwaamheid

Het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) adviseert en ondersteunt het ministerie van Financiën inzake de beroepskwalificatie van financieel adviseurs, oftewel de vakbekwaamheid. Het CDFD is verantwoordelijk voor inhoudelijk beheer van de Centrale Examenbank, het adviseren over en vaststellen van eind- en toetstermen, en het erkennen van en toezicht houden op Wft-exameninstituten. Voor het uitvoeren van haar taken ontvangt het CDFD jaarlijks een overheidsbijdrage.

Uitvoeringskosten en schadeloosstelling SRH

Op 11 februari 2021 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam uitspraak gedaan in de procedure rond de vaststelling van de omvang van schadeloosstelling, voortvloeiend uit de onteigening van SNS REAAL op 13 februari 2013. De Staat is op 11 mei jl. in cassatie gegaan35. De verwachting is dat de Hoge Raad op 27 januari 2023 uitspraak doet in deze zaak. Indien de Hoge Raad de cassatieberoepen verwerpt, dan zal een uitkeringsproces worden opgestart. Daarom is in de begroting zekerheidshalve een post van het totaal aan schadeloosstelling uit te keren bedrag opgenomen, vermeerderd met geschatte wettelijke rente daarover. Indien de Hoge Raad de klachten van de Staat (gedeeltelijk) gegrond verklaart en de zaak (gedeeltelijk) terugwijst naar de Ondernemingskamer, dan is het mogelijk dat het niet tot uitkering van voornoemde bedrag zal komen en/of het uitkeringsproces langer op zich laat wachten. Het is dus niet zeker of uitbetaling van een bedrag van deze hoogte in het jaar 2023 zal plaatsvinden.

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

Bijdrage AFM BES-toezicht

Voor het gedragstoezicht op de financiële markten op de BES-eilanden ontvangt de Autoriteit Financiële Markten (AFM) jaarlijks een overheidsbijdrage.

Bijdrage DNB toezicht en DGS BES

Voor het integriteitstoezicht op de BES-eilanden ontvangt DNB jaarlijks een overheidsbijdrage. In de afgelopen jaren is door DNB meer capaciteit ingezet op de BES-eilanden, met name als gevolg van interventie, handhaving en toetsingen.

Bijdrage toezicht en handhaving Multilateral Interchange Fee (MIF)

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) is de toezichthouder op de uitvoering van de MIF-verordening. Vergoed worden de kosten voor het houden van toezicht op de naleving en de handhaving van een aantal bepalingen uit de MIF-verordening. Hieronder vallen onder meer de kosten voor het controleren van de hoogte van de afwikkelingsvergoedingen bij betalingsdienstaanbieders, het behandelen van klachten en de rechtshandhavingskosten.

Bijdrage PSD II

In de wet ter implementatie van de PSD II richtlijn (Payment Services Directive) zijn vier toezichthouders belast met het toezicht op de naleving van PSD II, te weten DNB, de AFM, de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en de ACM. De kosten zijn de geschatte jaarlijkse kosten van de ACM en de AP voor de uitvoering van het toezicht op de naleving door marktpartijen van PSD II.

Bijdrage FEC

Het ministerie draagt bij aan de financiering van het Financieel Expertise Centrum (FEC). Het FEC is een samenwerkingsverband tussen verschillende autoriteiten binnen de financiële sector op het gebied van toezicht, controle, opsporing en vervolging.

Overig

In 2023 wordt het register van uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s) van vennootschappen en andere juridische entiteiten verder gevuld en doorontwikkeld. Aan de doorontwikkeling zijn kosten verbonden die deels worden gedekt door het ministerie van Financiën. Daarnaast wordt het UBO-register voor trusts en soortgelijke juridische constructies verder opgebouwd. In 2023 draagt het ministerie bij aan deze kosten.

Storting/onttrekking begrotingsreserve

Dotatie begrotingsreserve Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden (NHT)-garantie

De Staat heft een jaarlijkse premie (€ 625.000) over het afgegeven garantiebedrag van € 50 mln. Deze middelen worden sinds 2019 gestort in een begrotingsreserve.

Tabel 30 Overzicht geraamd verloop begrotingsreserve NHT-garantie (bedragen x € 1mln.)

Stand per 1/1/2022

Onttrekkingen 2022

Toevoegingen 2022

Stand per 1/1/2023

Onttrekkingen 2023

Toevoegingen 2023

Stand per 31/12/2023

2,125

0

0,625

2,750

0

0,625

3,375

Ontvangsten

Bekostiging

Ontvangsten muntwezen

De ontvangsten muntwezen hebben betrekking op de door de KNM af te dragen nominale waarde van de munten die de KNM in opdracht van de Staat speciaal voor verzamelaars heeft geslagen. In een voorkomend geval hebben de ontvangsten muntwezen tevens betrekking op ontwaarde munten en/of rondellen waarvan het residu als metaalschroot is verkocht.

Toename munten in circulatie Het in circulatie brengen van euromunten leidt tot ontvangsten voor de Staat en leidt tegelijkertijd tot een schuld aan het publiek. Zodra munten uit circulatie terugkeren, dient de Staat de nominale waarde van deze munten via DNB terug te geven. Op voorhand is niet te voorspellen of de nominale waarde van de in circulatie zijnde munten in enig jaar zal toe- of afnemen. Vandaar dat in de begroting een stelpost van nul is opgenomen.

Opdrachten

Wijzer in Geldzaken

Het programma Wijzer in Geldzaken wordt medegefinancierd uit bijdragen vanuit de sector en DNB. Daarnaast draagt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ook bij aan het programma. Elke drie jaar worden er nieuwe afspraken gemaakt met de partners van Wijzer in Geldzaken over de financiering. In het najaar van 2022 maken de partners van Wijzer in geldzaken afspraken over de bijdragen van de private partners gedurende de periode 2023-2025. De in de begroting opgenomen inkomsten en uitgaven zijn gebaseerd op de afspraken over de periode 2020-2022.

Ontvangsten

De overige ontvangsten betreffen met name: de ontvangen leges voor de examens inzake het onderdeel vakbekwaamheid, de door de ACM aan de sector doorberekende kosten in het kader van het toezicht op de naleving van de MIF-verordening en eventuele ontvangen boetegelden van DNB, de AFM en de Accountantskamer.

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

A. Algemene doelstelling

Het borgen van publieke belangen via het aandeelhouderschap op een zo efficiënt mogelijke wijze.

B. Rol, verantwoordelijkheid en beleidsinformatie

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor:

  • een optimaal financieel resultaat bij het beheren, aangaan en afstoten van staatsdeelnemingen met inachtneming van de betrokken publieke belangen;

  • het beheren en afwikkelen van de tijdelijke overheidsinvesteringen in de gesteunde financiële instellingen. In dit kader is de minister van Financiën verantwoordelijk voor zwaarwegende en/of principiële beslissingen (onder andere de exitstrategie en het beloningsbeleid van de financiële instellingen) van NL Financial Investments (NLFI). Voorts houdt de minister van Financiën toezicht op NLFI;

  • de inbreng van bedrijfseconomische expertise op specifieke onderdelen zoals bij investeringen in de energietransitie, en financiële zekerheidstelling. In het kader van deze onderdelen is de minister verantwoordelijk voor het toetsen van door vergunninghouders gestelde financiële zekerheid ter dekking van de kosten die voortvloeien uit het buiten gebruik stellen en de ontmanteling van instellingen vallend onder de Kernenergiewet.

De minister van Financiën heeft een aantal instrumenten tot haar beschikking, die ingezet kunnen worden voor de invulling van zijn verantwoordelijkheid:

  • bevoegdheden die de minister van Financiën heeft op basis van de Comptabiliteitswet;

  • bevoegdheden die de minister van Financiën heeft als aandeelhouder op basis van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en de statuten van de ondernemingen;

  • de Wet stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI);

  • de gedragsregels uit de Corporate Governance Code voor zijn rol als aandeelhouder in staatsdeelnemingen;

  • structureel en incidenteel overleg met bestuurders en commissarissen van de staatsdeelnemingen;

  • bevoegdheden die de minister van Financiën heeft op basis van de Kernenergiewet;

Bovenstaande instrumenten zijn verschillend van aard. De bevoegdheden die voortvloeien uit het Burgerlijk Wetboek, Comptabiliteitswet, Wet stichting administratiekantoorbeheer financiële instellingen en de Kernenergiewet vormen de basis van de (formele) zeggenschap. De overige instrumenten hebben een meer informeel karakter, zijn richtinggevend (zoals de Corporate Governance Code) of dienen als randvoorwaarde om invulling te kunnen geven aan de beleidsdoelstelling (zoals de beschikbaarheid over en/of toegang tot de benodigde kennis).

Beleidsinformatie

In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de staatsdeelnemingen waarvan het beheer van het aandeelhouderschap ligt bij het ministerie van Financiën. Hierbij staat aangegeven hoeveel procent van de aandelen in handen is van de Staat, op welke wijze deze aandelen worden gehouden en in welke sector ze actief zijn.

Tabel 31 Aandeelhouderschap ministerie van Financiën

Staatsdeelneming

Percentage aandelen (per 20/5/2022)

Wijze van aandeelhouderschap

Sector

ABN AMRO

56,3%

Indirect (via NLFI)

Financiële Dienstverlening

Air France-KLM

9,3%

Direct

Transport

BNG Bank

50%

Direct

Financiële Dienstverlening

COVRA

100%

Direct

Radioactief-afvalmanagement

FMO

51%

Direct

Financiële Dienstverlening

Gasunie

100%

Direct

Energie

Havenbedrijf Rotterdam

29,2%

Direct

Infrastructuur

Holland Casino

100%

Direct

Kansspelen

Invest-NL

100%

Direct

Financiële Dienstverlening

Invest International

51%

Direct

Financiële Dienstverlening

KLM

5,9%

Direct

Transport

Nederlandse Loterij

99%

Direct

Kansspelen

Nederlandse Spoorwegen

100%

Direct

Transport

NIO

100%

Direct

Financiële Dienstverlening

NWB Bank

17,2%

Direct

Financiële Dienstverlening

Schiphol

69,8%

Direct

Infrastructuur

SRH

100%

Direct

Financiële Dienstverlening

TenneT

100%

Direct

Energie

Thales Nederland

1%

Direct

Energie

UCN

100%

Direct

Defensie

De Volksbank

100%

Indirect (via NLFI)

Financiële Dienstverlening

Kengetallen

Onderstaande kengetallen zien op de implementatie en uitvoering van het staatsdeelnemingenbeleid. Hierbij wordt alleen gekeken naar deelnemingen met volwaardige bedrijfsactiviteiten, waar de Staat >15% van de aandelen heeft, en deze met direct aandeelhouderschap beheert.

Tabel 32 Kengetallen deelnemingenbeleid
 

Realisatie 2021

Streefwaarde 2022

Streefwaarde 2023

Percentage deelnemingen met >30% vrouwen in de raad van bestuur

82% (n=11)1

100%

100%

Percentage deelnemingen met >30% vrouwen in de raad van commissarissen

100% (n=14)2

100%

100%

Aantal deelnemingen waar een meerjarig dividendbeleid is herijkt

03

2

2

X Noot
1

Gecorrigeerd voor staatsdeelnemingen met één bestuurder. De volgende elf vennootschappen zijn meegenomen: BNG Bank, FMO, Gasunie, Havenbedrijf Rotterdam, Holland Casino, Invest-International, NS, NWB Bank, Schiphol, NLO en TenneT.

X Noot
2

De volgende dertien vennootschappen zijn meegenomen: BNG Bank, COVRA, FMO, Gasunie, Havenbedrijf Rotterdam, Holland Casino, NS, NWB Bank, Schiphol, NLO, Invest-NL, Invest-International, TenneT en UCN.

X Noot
3

De volgende elf vennootschappen zijn meegenomen: BNG Bank, COVRA, FMO, Gasunie, Havenbedrijf Rotterdam, Holland Casino, NS, NWB Bank, Schiphol, TenneT en UCN.

Meer kengetallen over het deelnemingenbeleid (zoals de omvang van het balanstotaal van alle staatsdeelnemingen, de vermogenspositie van staatsdeelnemingen en het door staatsdeelnemingen gerealiseerde rendement) zijn te vinden in het meest recente Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen.

C. Beleidswijzigingen

In 2022 is de nieuwe nota Deelnemingenbeleid aan uw Kamer gestuurd. Het beleid rondom staatsdeelnemingen zal in lijn met de nieuwe nota worden vormgegeven.

Financiën heeft als aandeelhouder oog voor de bredere rol van Staatsdeelnemingen. Staatsdeelnemingen kunnen op het snijvlak van publiek en privaat een belangrijke bijdrage leveren aan de transitie naar een duurzamere economie. In de nieuwe Nota Deelnemingen wordt nader gespecificeerd hoe de Staat als aandeelhouder waarborgt dat deelnemingen de juiste investeringen doen, met oog voor publieke belangen, MVO en financieel waardebehoud.

In deze begroting heeft een wijziging plaatsgevonden in artikel 3 bij de Rol en verantwoordelijkheid van de minister van Financiën. De minister van Financiën heeft haar rol ten aanzien van de contractvorm Design-Build-Finance-Maintain-Operate (DBFMO) per 1 juni 2022 beëindigd. Zoals beoogd is DBFMO namelijk volledig en succesvol overgedragen aan en geïntegreerd binnen de aanbestedende diensten Rijkswaterstaat en Rijksvastgoedbedrijf. Het uitgangspunt is dat DBFMO net als andere contractvormen wordt behandeld. Dit betekent ook dat de speciale rol van Financiën bij DBFMO wordt beëindigd.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 33 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

571.098

1.391.647

2.411.862

1.189.167

1.991.672

433.374

113.537

        

Uitgaven

323.401

2.791.647

2.411.862

1.189.167

2.047.272

433.374

113.537

        

Garanties

0

20

20

20

20

20

20

Regeling Bijzondere Financieringen

0

20

20

20

20

20

20

        

Leningen

0

722.917

0

0

0

0

0

Lening KLM

0

722.917

0

0

0

0

0

        

Opdrachten

14.329

7.588

3.746

4.051

4.156

4.421

4.421

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

5.107

4.957

3.746

4.051

4.156

4.421

4.421

Opstart Invest International

9.222

2.631

0

0

0

0

0

        

Vermogensverschaffing/-onttrekking

304.972

2.057.000

2.399.000

1.176.000

2.034.000

419.837

100.000

Kapitaalinjectie TenneT

0

1.230.000

1.822.000

600.000

1.458.000

0

0

Aan-/verkoop vermogenstitels

0

220.000

0

0

0

0

0

Afdrachten Staatsloterij

110.809

100.000

100.000

100.000

100.000

100.000

100.000

Kapitaalinjectie Invest-NL

125.000

330.000

330.000

330.000

330.000

172.000

0

Kapitaalinjectie Invest International

69.163

177.000

147.000

146.000

146.000

147.837

0

        

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

4.100

4.122

5.096

5.096

5.096

5.096

5.096

NLFI

4.100

4.122

5.096

5.096

5.096

5.096

5.096

        

Storting/onttrekking begrotingsreserve

0

0

4.000

4.000

4.000

4.000

4.000

Dotatie begrotingsreserve Gasunie

0

0

4.000

4.000

4.000

4.000

4.000

        

Ontvangsten

1.447.138

2.085.049

1.124.850

1.253.200

1.248.200

1.943.910

1.193.500

        

Garanties

12.000

24.237

21.350

38.700

38.700

21.493

4.000

Premieontvangsten garantie KLM

12.000

23.217

17.350

34.700

34.700

17.493

0

Premieontvangsten Gasunie

0

1.020

4.000

4.000

4.000

4.000

4.000

        

Leningen

17.318

292.865

0

0

0

722.917

0

Renteontvangsten lening KLM

17.318

15.782

0

0

0

0

0

Aflossing lening KLM

0

277.083

0

0

0

722.917

0

        

Vermogensverschaffing/-onttrekking

1.412.926

1.763.885

1.099.000

1.210.000

1.205.000

1.195.000

1.185.000

Aan-/verkoop vermogenstitels

0

281.300

0

0

0

0

0

Afdrachten Staatsloterij

110.809

100.000

100.000

100.000

100.000

100.000

100.000

Dividenden staatsdeelnemingen

1.286.922

1.367.358

990.000

1.110.000

1.105.000

1.095.000

1.085.000

Winstafdracht DNB

15.244

15.227

9.000

0

0

0

0

waarvan: Griekse inkomsten SMP

0

0

0

0

0

0

0

waarvan: rente-inkomsten ESM

15.244

15.227

9.000

0

0

0

0

        

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

4.895

4.062

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

NLFI

4.895

4.062

4.500

4.500

4.500

4.500

4.500

Tabel 34 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

571.098

1.391.647

2.411.862

1.189.167

1.991.672

433.374

113.537

waarvan garantieverplichtingen

‒ 578

‒ 400.000

0

0

0

0

0

Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen

‒ 578

‒ 400.000

0

0

0

0

0

        

waarvan overige verplichtingen

571.676

1.791.647

2.411.862

1.189.167

1.991.672

433.374

113.537

Verwerving vermogenstitels

0

220.000

0

0

0

0

0

Kapitaalinjectie Invest-NL

385.000

330.000

330.000

330.000

274.400

172.000

0

Kapitaalinjectie Invest International

69.163

177.000

147.000

146.000

146.000

147.837

0

Afdrachten Staatsloterij

110.809

100.000

100.000

100.000

100.000

100.000

100.000

Lening SRH

‒ 11.414

0

0

0

0

0

0

Lening KLM

0

‒ 277.083

0

0

0

0

0

Kapitaalinjectie TenneT

0

1.230.000

1.822.000

600.000

1.458.000

0

0

Overige betalingsverplichtingen

18.118

11.730

12.862

13.167

13.272

13.537

13.537

Tabel 35 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2023

juridisch verplicht

4,5%

bestuurlijk gebonden

19,8%

beleidsmatig gereserveerd

75,7%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Budgetflexibiliteit

De uitgaven op artikel 3 zijn voor 4,5% juridisch verplicht, voor 19,8% bestuurlijk gebonden en voor 75,7% beleidsmatig gereserveerd.

Kapitaalinjectie TenneT

De kapitaalinjecties voor TenneT is nog niet juridisch verplicht. Pas na goedkeuring van concrete aanvragen voor de kapitaalinjecties door TenneT wordt de verplichting juridisch vastgelegd. Het kabinet heeft echter wel de doelstelling uitgesproken om de begrootte kapitaalinjectie beschikbaar te stellen.

Kapitaalinjectie Invest-NL en Invest International

De kapitaalinjecties voor Invest-NL en Invest International zijn nog niet juridisch verplicht. Pas na goedkeuring van concrete aanvragen voor de kapitaalinjecties door Invest-NL en Invest International wordt de verplichting juridisch vastgelegd. Het kabinet heeft echter wel de doelstelling uitgesproken om de begrootte kapitaalinjecties beschikbaar te stellen.

Afdrachten Staatsloterij

De reeks aan de uitgaven- en ontvangstenzijde van de begroting van artikel 3 is 100% juridisch verplicht op basis van de Wet op de Kansspelen (WOK).

NLFI

De bijdrage aan NLFI is voor 100% juridisch verplicht op basis van de door de minister van Financiën goedgekeurde begroting van NLFI en artikel 7 Wet stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen. De begroting van NLFI van het aankomende jaar wordt telkens voor het einde van het lopende jaar vastgesteld en ter goedkeuring aan de minister voorgelegd. De verplichting loopt zolang NLFI kosten maakt bij de uitvoering van haar wettelijke taak.

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

Dit budget is bestemd voor de inhuur van adviseurs omtrent het beheer van de staatsdeelnemingen en is beleidsmatig gereserveerd. Deze advieskosten worden ieder jaar geraamd op basis van de verwachte inhuur.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen en uitgaven

Opdrachten

Dit budget is voornamelijk bestemd voor de inhuur van adviseurs ter ondersteuning in de diverse expertises die benodigd zijn voor het professioneel beheer van de staatsdeelnemingen.

Vermogensverschaffing/-onttrekking

Kapitaalinjectie TenneT

Uit de berekeningen van TenneT, gevalideerd door een externe adviseur blijkt dat TenneT een totale eigenvermogensbehoefte heeft van € 9,3 mld. voor de periode 2022 t/m 2031 om haar A- rating te behouden. Dit is ca. € 4,2 mld. hoger dan de € 5,1 mld. die gereserveerd is voor TenneT. TenneT heeft hiervan tot en met 2023 € 3,1 mld. aan eigen vermogen nodig, € 2,6 mld. meer dan de € 490 mln. die is begroot. Ook voor de jaren 2024 en 2025 vallen de ingeschatte bedragen anders uit. Dit wordt door de kasschuif ondervangen. Omdat de eerste storting in 2022 plaats zal vinden en de schattingen de komende jaren nog kunnen wijzigen (zoals de afgelopen jaren ook is gebeurd), worden de tranches conditioneel beschikbaar gesteld. Het uitgangspunt is dat de Staat als aandeelhouder pas additioneel kapitaal ter beschikking stelt op het moment dat TenneT dit daadwerkelijk nodig heeft voor het behoud van de kredietwaardigheid. Daarna worden ook de formele overeenkomsten tussen de Staat en TenneT opgesteld en getekend.

Afdrachten Staatsloterij

Om te voldoen aan de wettelijke bepalingen in de Wet op de Kansspelen (WOK) dat alle afdrachten van de Staatsloterij aan de Staat toekomen, is structureel zowel bij uitgaven als ontvangsten een reeks opgenomen voor afdrachten Staatsloterij.

Kapitaalinjectie Invest-NL

In 2019 is Invest-NL N.V. opgericht. Verspreid over enkele jaren ontvangt Invest-NL N.V. een kapitaalinjectie van € 1,7 mld. van de Staat. Hiervan valt naar verwachting € 330 mln. in 2023.

Kapitaalinjectie Invest International

In 2021 is Invest International opgericht. Invest Internationaal ontvangt cumulatief een kapitaalinjectie van € 833 mln. verspreid over enkele jaren. Hiervan valt naar verwachting € 147 mln. in 2023.

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

NLFI is een rechtspersoon met een wettelijke taak. NLFI voert het staatsaandeelhouderschap uit voor de financiële instellingen die tijdelijk in beheer zijn. De kosten van NLFI worden grotendeels doorbelast aan de in beheer zijnde financiële instellingen. De netto-uitgaven aan NLFI om uitvoering te geven aan haar wettelijke taak zijn naar verwachting € 0,5 mln. over 2023 (€ 5,0 mln. uitgaven minus € 4,5 mln. ontvangsten).

Storting/ onttrekking begrotingsreserveAan Gasunie wordt een garantie verstrekt van € 160 mln. voor een periode van 5 jaar voor de huur van een drijvende LNG-terminal. Gedurende de looptijd van de garantie zal Gasunie een marktconforme premie betalen voor het verlenen van de garantie. Deze premieontvangsten worden gedoteerd in een begrotingsreserve.

Ontvangsten

Garanties

Premieontvangsten garantie KLM

De Staat ontvangt premies van de banken voor de door de Staat verstrekte garantie aan de banken voor KLM.

Premieontvangsten GasunieZie: Uitgaven – Storting/ onttrekking begrotingsreserve.

Leningen

Renteontvangsten lening KLM

De Staat ontvangt rente-ontvangsten van KLM voor de door de Staat verstrekte lening aan KLM.

Vermogensverschaffing/-onttrekking

Afdrachten Staatsloterij

zie: Uitgaven – Vermogensverschaffing/-onttrekking.

Dividenden Staatsdeelnemingen

Deze post bestaat uit alle dividenden, winstafdrachten en verkoopopbrengsten die zien op zowel de reguliere deelnemingen zoals bijvoorbeeld de Nederlandse Spoorwegen, Schiphol, Gasunie en DNB als de tijdelijke financiële deelnemingen (ABN AMRO, de Volksbank).

Winstafdracht DNB

Naar verwachting zal er in de voorzienbare toekomst geen dividenduitkering van DNB aan de Staat plaatsvinden. De verwachting is dat DNB de komende jaren forse verliezen zal maken. Dit gaat ten laste van de buffers van DNB36. Deze verliezen zijn het gevolg van het materialiseren van het renterisico dat DNB loopt over haar balans. DNB heeft in het kader van het gezamenlijke monetaire beleid in de afgelopen jaren langlopende obligaties tegen een lage of zelfs negatieve rente aangekocht en gerichte langeretermijn financiering verstrekt aan banken (TLTRO, targeted longer-term refinancing operations) tegen een negatieve rente. DNB betaalt op de financiering van deze activa de korte, variabele beleidsrente.

De ECB is bezig de beleidsrente te verhogen om de oplopende inflatie te beteugelen. Dit leidt naar verwachting tot verliezen, waarvan de omvang sterk gevoelig is voor de mate en snelheid waarmee de ECB de beleidsrentes verhoogt. Volgens de laatste formele raming die inzicht geeft in de stand van eind mei (medio juli door DNB afgegeven), bedraagt dit verlies cumulatief € 2,7 mld. tussen 2023 en 2026. Dit is ongeveer gelijk aan de opgebouwde voorziening voor financiële risico’s (VFR). Sindsdien heeft de ECB de beleidsrente verhoogd en zijn marktrentes verder opgelopen. Als gevolg daarvan houdt DNB inmiddels rekening met cumulatieve verliezen ter grootte van negen miljard euro. De verwachte verliezen doen zich over een periode van enkele jaren voor. Volgens de raming vinden de grootste verliezen plaats in de jaren 2023 en 2024. Eventuele verliezen die de VFR overstijgen komen ten laste van het kapitaal van DNB.

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

Zie: Uitgaven – Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s.

Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

A. Algemene doelstelling

Een bijdrage leveren aan een financieel gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling. 

B. Rol, verantwoordelijkheid en beleidsinformatie

De minister van Financiën speelt in Nederland op dit gebied een regisserende rol en maakt daarbij gebruik van een aantal instrumenten. Ten behoeve van de bevordering van de financiële stabiliteit neemt de minister actief deel aan internationale overleggen (onder andere de Ecofinraad en de Eurogroep) ter versterking van de begrotingsdiscipline van lidstaten van de EU en een stabiele macro-economische omgeving in de eurozone. Hieronder valt ook de economische beleidscoördinatie in de EU en de EMU in het kader van het Europees Semester. Verder neemt de minister van Financiën besluiten over het Nederlandse standpunt met betrekking tot toetreding van landen tot het Exchange Rate Mechanism (ERM-II) en invoering van de euro.

De minister houdt als aandeelhouder toezicht op de verschillende Internationale Financiële Instellingen met als doel om o.a. financiële soliditeit en goed bestuur te waarborgen. Hierbij bewaakt de minister ook de financiële belangen van de Nederlandse overheid en de Nederlandse burger en ziet de minister toe op de effectiviteit van de internationale financiële architectuur.

Daarnaast levert de minister een bijdrage aan de internationale beleidsdiscussies en beleidsresponses bij internationale fora zoals de Ecofinraad, de Eurogroep, de G20, verschillende OESO-werkgroepen en commissies en discussies bij het IMF, de Wereldbank en andere IFI’s.

Meetbare gegevens

De onderstaande tabel geeft een aantal kengetallen van internationale financiële fondsen en instellingen waarin Nederland deelneemt. Per fonds of instelling is de financiële binding met Nederland weergeven, zoals de omvang van de garantie en het gestorte kapitaal. Hierbij bestaat een onderscheid tussen garanties die afgegeven zijn op instellingen (zoals het geval voor de garanties op de IFI’s) en garanties op bepaalde activiteiten (zoals EIB-ACP en OCT en het EGF)37. Verder wordt door middel van verschillende kengetallen (o.a. verstrekte bedragen en de maximale uitleencapaciteit) de financiële slagkracht van het fonds of de instelling gepresenteerd.

Tabel 36 Overzicht internationale financiële instellingen en fondsen (bedragen x € 1 mld.)
 

IFC1

MIGA2

IBRD3

EIB4

EIB - pan-Europees garantie-fonds5

EIB – krediet-verlening o.b.v. eigen middelen (OR) in ACP en OCT6

AIIB7

EBRD8

IMF9

ESM10

EFSF11

EFSM12

BoP12

SURE12

NGEU12

Garantie/oproepbaar bedrag

n.v.t.

0,03

5,0

11,8

1,3

0,06

0,7

0,6

32,3

36,7

34,2

2,7

3,8

6,2

33,6

Deelneming in kapitaal

0,48

0,01

0,42

1,2

n.v.t.

n.v.t.

0,2

0,155

n.v.t

4,7

0

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Deelneming in %

2,3

1,9

1,97

5,2

5,2

4,5

1,07

2,5

1,83

5,8

6,1

5,0

5,9

5,9

5,9

Financieel profiel instelling of fonds

      

A. Uitstaande bedragen

39,6

20,2

192,6

433,4

2,4

5,6

22,3

34,7

112,2

89,9

184,6

46,3

0,2

91,8

33,3

B. Toegezegd-niet uitgekeerd

11,2

n.v.t.

65,5

123,0

15,7

2,0

9,1

14,4

116,8

0,0

0,0

0,0

0,0

2,6

132,0

Totaal toegezegde bedragen (A+B)

50,8

20,2

258,1

556,4

18,1

7,6

31,3

49,1

229,0

89,9

184,6

46,3

0,2

94,4

165,3

Totale uitleencapaciteit

110,0

26,4

289,2

622,013

24,4

 

85,9

42,5

421,3

500,0

240,0

46,3

50,0

100,0

390,3

X Noot
1

Cijfers financieel profiel 30-06-2021, wisselkoers 01-03-2022. IFC Financial Statements Fiscal Year 2021

X Noot
2

Cijfers financieel profiel 30-06-2021, wisselkoers 01-03-2022. MIGA Financial Statements 2021

X Noot
3

Cijfers financieel profiel 30-06-2022, wisselkoers 01-03-2022. IBRD Financial Statements 2021

X Noot
4

Cijfers financieel profiel 31-12-2021. EIB Financial Report 2021

X Noot
5

Cijfers financieel profiel 31-12-2021. EIB Financial Report 2021; EGF Financial Statement for the Year ended 31 December 2021.

X Noot
6

Cijfers financieel profiel 31-12-2021. Bron: halfjaarlijks overzicht ACP/OCT OR blootstelling NL.

X Noot
7

Cijfers financieel profiel 31-12-2021, wisselkoers 01-03-2022. AIIB Auditor's Reports and Financial Statements for the Year Ended Dec. 31, 2021

X Noot
8

Cijfers finaniceel profiel 31-12-2021. EBRD Financial Report 2021.

X Noot
9

Cijfers financieel profiel 30-04-2021, wisselkoers SDR-EUR per 01-03-2022 waarbij 1 SDR = 1,24954 EUR. IMF Financial Statements 2021.

X Noot
10

Cijfers per 8-7-2021. Bron: ESM Annual report 2021, https://www.esm.europa.eu/publications/annual-report-2021

X Noot
11

EFSF Financial statement 2021, https://www.esm.europa.eu/how-we-decide/efsf#headline-efsf_annual_accounts

X Noot
12

Cijfers per 6-7-2022. Bron: website Europese Commissie.

X Noot
13

Bij berekening van de totale leencapaciteit (leningen en garanties) voor de EIB wordt ervanuit gegaan dat de statutaire limiet voor de gearing ratio (250%) de beperkende factor is. De berekening is als volgt: (subscribed capital + reserves + niet-gealloceerde reserves + winst – equity investeringen) * 250%.

C. Beleidswijzigingen

Internationale Financiële Instellingen

Oekraïne

Oekraïne heeft volgens recente cijfers van het IMF een aanzienlijk financieringsgat van ca. 5 mld. dollar per maand. Oekraïne heeft aangegeven zo snel mogelijk financiële steun nodig te hebben, omdat al verleende steun door andere landen en de internationale financiële instellingen onvoldoende is om het oplopende financieringstekort te dekken. In aanvulling op de eerder verstreke financiële bijdrage voor begrotingssteun via de Wereldbank, heeft het kabinet tijdens de Ukraine Recovery Conference in Lugano op 4 en 5 juli jl. aangekondigd een bilaterale lening van € 200 mln. aan Oekraïne te willen verstrekken via het Administered Account van het IMF. Deze lening zal een bijdrage leveren aan Oekraïense inspanningen om de dagelijkse uitgaven te financieren en daarmee de economie draaiende te houden. Een voorstel voor deze lening wordt in lijn met de begrotingsregels verwerkt via een versneld budgettair proces (Incidentele Suppletoire Begroting) en ter goedkeuring aan uw Kamers voorgelegd.

Op 1 juli 2022 heeft de Europese Commissie (de Commissie) een voorstel gedaan voor de eerste stap in additionele macro-financiële bijstand (MFB) aan Oekraïne met een omvang tot € 1 mld. in de vorm van concessionele leningen. Dit betreft het eerste deel van de eerder door de Commissie aangekondigde MFB-steun met een totaalomvang tot € 9 mld. Het is op dit moment nog onbekend wanneer het tweede deel van de MFB-steun verschijnt. Voor dit deel is de Commissie voornemens om bilaterale garanties van de lidstaten aan de EU-begroting te vragen. Een voorstel voor een Nederlandse bilaterale garantie wordt in lijn met de begrotingsregels verwerkt in een begrotingswet van het ministerie van Financiën en wordt samen met een ingevuld toetsingskader risicoregelingen ter goedkeuring aan uw Kamers voorgelegd.

IMF garanties

De oorlog in Oekraïne beïnvloedt economieën wereldwijd. Lage-inkomenslanden die nog herstellend zijn van de coronacrisis worden extra hard geraakt door voedseltekorten en stijgende energieprijzen. Hierdoor is de vraag naar PRGT-middelen van het IMF verder toegenomen. Om deze middelen aan te vullen kunnen lidstaten gealloceerde speciale trekkingsrechten (Special Drawing Rights, SDR’s) doorlenen aan de PRGT. Hiervan is reeds een bijdrage van 300 mln. SDR aan de PRGT-leningenaccount door de Eerste en Tweede Kamer goedgekeurd. Het kabinet is voornemens 200 mln. SDR extra door te lenen aan de PRGT en daarom de bestaande IMF-garantie met ca. € 250 mln. te verhogen.

Om economieën wereldwijd weerbaarder te maken voor toekomstige schokken, wil het kabinet een bijdrage van 1,2 mld SDR leveren aan de Resilience and Sustainability Trust (RST) van het IMF. De RST is op 1 mei 2022 opgericht en is bedoeld voor financiering aan kwetsbare opkomende economieën en lage-inkomenslanden die hervormingen doorvoeren om risico’s van onder meer klimaatverandering en pandemieën te mitigeren en tevens stabiliteit van de betalingsbalans in de toekomst te borgen. Om de RST te operationaliseren zijn er tijdig voldoende financiële bijdragen nodig.

Nederland zal in totaal SDR 1,7 mld. doorlenen van de in 2021 gealloceerde SDR’s (t.w.v. SDR 8,4 mld.). Het totaal van doorgeleende SDR’s komt daarmee uit op 20%.

Actualisatie kapitaalsleutel ESM

Met de toetreding van Kroatië tot de eurozone moet het land ook toetreden tot het ESM. De verwachting is dat hiervoor de kapitaalsleutel (de verdeling van de aandelen van alle ESM-lidstaten) in het ESM geactualiseerd moet worden. Als gevolg van de Kroatische toetreding zal de totale omvang van het ESM kapitaal toenemen. Bij eerdere toetredingen (Estland, Letland, Litouwen) was het niet nodig om op dat moment ook de onderliggende kapitaalsleutel te actualiseren, omdat de kapitaalsleutel die vanaf het begin van het ESM was gebruikt (de kapitaalsleutel van de ECB in 2009) al deze landen al bevatte. Immers, deze landen waren in 2009 al lid van de EU en zaten dus in de ECB. Kroatië werd echter pas in 2013 EU-lid en stond dus niet in de kapitaalsleutel van 2009 die het ESM gebruikte.

Daarom is de verwachting dat de kapitaalsleutel die gebruikt wordt in het ESM wordt geactualiseerd naar de meest recente kapitaalsleutel van de ECB38 van 2020 (in het ESM-verdrag is vastgelegd dat het ESM de ECB-kapitaalsleutel gebruikt, zonder te specificeren van welk jaar). De ECB-kapitaalsleutel is gebaseerd op de omvang van de bevolking en van de economie van alle lidstaten. Omdat Nederland op de combinatie van deze twee factoren (elk weegt voor 50% mee) harder is gegroeid dan het Eurozone gemiddelde, is het Nederlands aandeel toegenomen. Wanneer deze kapitaalsleutel wordt toegepast leidt dit tot herverdeling van het kapitaal tussen de lidstaten waarbij het Nederlandse aandeel toeneemt toe. Hiervoor wordt een reservering opgenomen in de Ontwerpbegroting, in afwachting van het definitieve besluit binnen het ESM. Naar huidig inzicht betekent dit dat het Nederlandse aandeel in het ESM-kapitaal met ca. € 1,5 mld. toeneemt, waarvan ca. € 176 mln. additioneel kapitaal moet worden volgestort (betaald) in 2023. Het overige deel is oproepbaar kapitaal (oproepbaar kapitaal werkt als een soort garantie, het kan worden opgeroepen als het ESM dat nodig heeft om aan zijn verplichtingen te voldoen).

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 37 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Internationale financiële betrekkingen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

‒ 12.102.703

7.680.240

2.728.964

1.901

967.472

1.901

1.901

        

Uitgaven

93.930

603.174

570.227

354.065

370.540

371.266

282.722

        

Garanties

53

96.352

75.145

17.794

7.559

9.927

9.927

EIB pan-Europees garantiefonds

53

96.352

75.145

17.794

7.559

9.927

9.927

        

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

59.444

277.021

493.201

334.390

361.100

359.458

270.914

Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen

0

40

20

20

20

20

20

Rentecompensatie ESM

15.244

15.227

9.000

0

0

0

0

Wereldbank

44.200

261.754

308.181

334.370

361.080

359.438

270.894

Kapitaalinleg ESM

0

0

176.000

0

0

0

0

        

Leningen

33.300

227.920

0

0

0

0

0

Teruggave winsten

33.300

27.920

0

0

0

0

0

Lening aan Oekraïne

0

200.000

0

0

0

0

0

        

Opdrachten

1.133

1.881

1.881

1.881

1.881

1.881

1.881

Technische assistentie

1.133

1.881

1.881

1.881

1.881

1.881

1.881

        

Ontvangsten

127.083

325.026

16.534

183.813

185.780

184.396

216.271

        

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

2.387

5.188

1.954

1.876

1.719

1.639

1.639

Ontvangsten IFI's

2.387

1.998

1.954

1.876

1.719

1.639

1.639

Ontvangsten ESM Kapitaal

0

3.190

0

0

0

0

0

        

Leningen

124.696

319.838

14.580

181.937

184.061

182.757

214.632

Aflossing lening Griekenland

124.696

319.838

0

159.919

159.919

159.919

159.919

Renteontvangsten lening Griekenland

0

0

9.576

17.014

19.138

17.834

16.584

Aflossing lening Oekraïne

0

0

0

0

0

0

33.333

Renteontvangsten lening Oekraïne

0

0

5.004

5.004

5.004

5.004

4.796

Tabel 38 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

‒ 12.102.703

7.680.240

2.728.964

1.901

967.472

1.901

1.901

waarvan garantieverplichtingen

‒ 12.209.141

6.651.908

2.551.063

0

0

0

0

Kredieten EU-betalingsbalanssteun

64.000

0

0

0

0

0

0

Garantie aan DNB inzake IMF

‒ 12.693.185

614.568

1.187.063

0

0

0

0

EFSM

‒ 4.163

‒ 67.507

0

0

0

0

0

AIIB

56.096

‒ 2.226

0

0

0

0

0

EIB

2.670

0

0

0

0

0

0

Wereldbank

108.980

84.510

0

0

0

0

0

ESM

‒ 60.050

‒ 24.710

1.364.000

0

0

0

0

SURE

62.516

112.898

0

0

0

0

0

NGEU

254.048

5.934.375

0

0

0

0

0

EIB - pan-Europees garantiefonds

‒ 53

0

0

0

0

0

0

        

waarvan overige verplichtingen

106.438

1.028.332

177.901

1.901

967.472

1.901

1.901

Lening aan Oekraïne

0

200.000

0

0

0

0

0

Kapitaalinleg ESM

0

0

176.000

0

0

0

0

Rentecompensatie ESM

70.244

‒ 30.773

0

0

0

0

0

Wereldbank

2.716

829.264

0

0

965.571

0

0

Teruggave winsten SMP/ANFA

33.300

27.920

0

0

0

0

0

Technische assistentie kiesgroeplanden

125

1.881

1.881

1.881

1.881

1.881

1.881

EIB - pan-Europees garantiefonds

53

0

0

0

0

0

0

Overige betalingsverplichtingen

0

40

20

20

20

20

20

Tabel 39 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2023

juridisch verplicht

99,7%

bestuurlijk gebonden

0,0%

beleidsmatig gereserveerd

0,3%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Budgetflexibiliteit

Het totaal aan juridisch verplichte uitgaven bedraagt 99,7 % van het totaal aan uitgaven. Het bestaat voornamelijk uit uitgaven op garanties, bijdrage aan internationale organisaties en leningen. De resterende 0,3 % bij beleidsmatig gereserveerd bestaat uit technische assistentie aan kiesgroeplanden waarvoor nog geen verplichting is aangegaan.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen en uitgaven

Garanties

De European Investment Bank (EIB) heeft in 2020 het pan-Europees garantiefonds (EGF) opgericht om de negatieve economische gevolgen. De investeringen onder het garantiefonds zullen een hoog risicoprofiel hebben. Nederland acht het daarom waarschijnlijk dat de garantie ingeroepen zal worden. Het Nederlandse aandeel in de verwachte verliezen komt – op basis van het percentage verwachte verliezen van 20 procent, toegepast op het Nederlandse aandeel in de garantie van € 1,3 mld. – neer op € 260 mln. verdeeld over de looptijd van het fonds.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Met het oog op het Nederlandse belang om het ingelegd kapitaal van het European Stability Mechanism (ESM) op peil te houden, zal Nederland het ESM compenseren voor de negatieve rente op het ESM deposito bij DNB. De door het ESM afgedragen depositorente wordt ontvangen op artikel 3 van de Financiënbegroting als onderdeel van de DNB-winstafdracht en vervolgens via artikel 4 doorgegeven aan het ESM. De constructie is hiermee budgetneutraal.

Nederland draagt via algemene bijdragen aan de Wereldbank bij aan ontwikkelingssamenwerking. Het grootste deel dat hiervan op de begroting van het ministerie van Financiën staat betreft de International Development Association (IDA), het onderdeel van de Wereldbankgroep dat concessionele leningen – en in beperkte mate schenkingen – verstrekt aan de armste landen in de wereld. Elke drie jaar worden de middelen voor dit onderdeel van de Wereldbank aangevuld door donoren. De rest van de uitgaven aan de Wereldbank bestaan uit aanvullende kapitaalinleg voor de bankonderdelen IBRD en IFC. Al deze bijdragen zijn volledig juridisch verplicht.

Leningen

De inkomsten uit het Single Market Programme/Agreement on Net Financial Assets (SMP/ANFA) aan Griekenland worden teruggegeven aan Griekenland. De teruggave van de SMP/ANFA-gelden is onder de voorwaarde dat Griekenland afgesproken hervormingen implementeert en geen hervormingen terugdraait. De betalingen zijn daarmee juridisch verplicht, maar kunnen worden stopgezet als Griekenland zich niet aan de afspraken voor het post-programmaraamwerk houdt.

Opdrachten

Voor de komende jaren zijn middelen gereserveerd voor technische assistentie aan landen in de Nederlandse IMF/Wereldbank/EBRD-kiesgroepen. De technische assistentie is er vooral op gericht om deze kiesgroeplanden te ondersteunen in hun financieel-economische beleid. Daarbij wordt gebruik gemaakt van Nederlandse expertise.

Ontvangsten

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Er wordt een structurele reeks verwacht aan ontvangsten van IFI’s. Het gaat hierbij om terugbetalingen van leningen door de EIB en de Wereldbank.

Leningen

In totaal heeft Nederland voor € 3,2 mld. aan bilaterale leningen verstrekt aan Griekenland, waarover Griekenland per kwartaal rente betaalt. Deze rente is de 3-maands Euribor-rente plus een opslag van 50 basispunten. Vanaf 2020 is Griekenland deze bilaterale leningen gaan aflossen.

Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

A. Algemene doelstelling

Het verzekeren van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan Nederlandse export en investeringen in het buitenland die zonder deze verzekering niet tot stand zouden zijn gekomen, en het creëren en handhaven van een internationaal gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op het terrein van de exportkredietverzekeringsfaciliteit (ekv-faciliteit). 

B. Rol, verantwoordelijkheid en beleidsinformatie

De minister van Financiën heeft de rol van regisseur bij de uitvoering van de exportkredietverzekeringsfaciliteit (ekv-faciliteit). De Nederlandse staat treedt op als verzekeraar en Atradius Dutch State Business N.V. (ADSB) voert de ekv-faciliteit uit, in naam van en voor rekening en risico van de Staat. De minister stelt de randvoorwaarden vast waaronder ADSB verzekeringen mag afgeven. De minister van Financiën is budgetverantwoordelijk, maar is samen met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking verantwoordelijk voor het beleid op gebied van de ekv. Beide ministers stimuleren een gelijkwaardig speelveld op het gebied van deze exportondersteunende maatregelen.

Op basis van de ‘Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën’ biedt de Nederlandse staat, in aanvulling op de private markt, faciliteiten aan waarmee Nederlandse ondernemers en hun financiers betalingsrisico’s kunnen afdekken bij de Staat. Met de verschillende producten binnen de exportkrediet- en investeringsverzekeringen kunnen Nederlandse bedrijven meer exportorders binnenhalen die in het bijzonder op (middel)lange termijn gefinancierd worden.39

De ekv-faciliteit van de Nederlandse staat is aanvullend aan de markt. Dit betekent dat exporteurs aanspraak kunnen maken op de ekv-faciliteit als exportorders niet commercieel verzekerd kunnen worden. Zo kan de export, ook naar politiek en economisch ingewikkelde landen, toch doorgaan. Er is duidelijk vastgelegd welke risico’s (looptijd, omvang en landen) verzekerd kunnen worden op de private markt en dus voor welke risico’s de Nederlandse staat aanvullende zekerheid kan bieden. Daarnaast stelt de minister van Financiën voor alle verzekeringsproducten een risicokader vast. Hierin staan de randvoorwaarden voor het afgeven van een verzekering, waarmee de Staat vaststelt welke risico’s als verantwoord worden beschouwd.

Net als Nederland hebben veel andere landen in de wereld ook een ekv-faciliteit. Nederland zet zich internationaal in om afspraken te maken over exportondersteuning en om Nederlandse exporteurs en hun financiers onder gelijke voorwaarden te kunnen laten concurreren. Deze afspraken zijn vastgelegd in de ‘Arrangement’ en waarborgen een internationaal gelijk speelveld.40 Zo zijn er afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder exportkredietverzekeringen mogen worden verstrekt. Hierbij kan gedacht worden aan afspraken over de kostendekkendheid van de steun, minimumpremies, maximale looptijden, het gebruik van ontwikkelingshulpgelden en verantwoord leenbeleid.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) heeft internationaal, maar ook nationaal de aandacht. Er is continu aandacht voor een gedegen uitvoering van het beleid voor mvo binnen de ekv-aanvragen. Het Nederlandse beleid voor de toetsing van ekv-aanvragen op de milieu- en sociale-effecten, dat in een aantal opzichten strenger is dan de internationale richtlijnen op dit gebied, is vastgelegd in het zogeheten Beleidsdocument mvo.41 ADSB publiceert jaarlijks een duurzaamheidsverslag waarin de inspanningen en resultaten worden beschreven.

Meetbare gegevens

Voor de ekv-faciliteit worden drie indicatoren gehanteerd om inzicht te krijgen in hoeverre de doelstelling wordt behaald.

Directe en indirecte bijdrage aan het Nederlandse bbp

Deze indicator geeft inzicht in de directe en indirecte bijdrage van de ekv-faciliteit aan het Nederlandse bbp op basis van berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Hiervoor wordt aangesloten bij de wijze waarop de doeltreffendheid van de faciliteit (tussen 2010 en 2014) is onderzocht in de beleidsdoorlichting van 2016. De streefwaarde is gebaseerd op historische realisaties.

Bedrijfseconomische resultaatbepaling (berb)

De berb geeft aan in welke mate de ekv-faciliteit voldoet aan de internationale afspraak om minimaal kostendekkend te zijn. Deze afspraak is gemaakt om te voorkomen dat er concurrentieverstoring kan plaatsvinden. De berb brengt in kaart in welke mate de inkomsten (premies en recuperaties) op de lange termijn de uitgaven (schades en uitvoeringskosten) dekken. Een positieve uitkomst duidt erop dat de faciliteit cumulatief gezien sinds 1999 kostendekkend is gebleken met inachtneming van nog te verwachten schades over de uitstaande risico’s.

Groene transacties

De beleidsmatige inzet bij de exportkredietverzekering is erop gericht het aandeel in de portefeuille van transacties die een bijdrage leveren aan het bereiken van de doelstellingen van het Akkoord van Parijs te laten groeien. In 2019 is een model ontwikkeld om te kunnen inventariseren welke transacties als groen gekwalificeerd kunnen worden. Dit model is gebaseerd op de richtlijnen van de International Finance Corporation (onderdeel van de Wereldbankgroep). Begin 2020 is dit model door externe deskundigen gevalideerd. Vanaf 2020 worden alle transacties geclassificeerd en worden de uitkomsten gebruikt om te rapporteren over het aantal groene transacties in de portefeuille. De doelstelling voor 2023 is het verhogen van het aantal groene transacties met 15% ten opzichte van 2022. In dit kader zijn verschillende maatregelen getroffen om groene export te stimuleren. Zo komen groene exporttransacties in aanmerkingen voor gunstige voorwaarden onder de ekv en daarnaast wordt momenteel gewerkt een groene exportontwikkelingsgarantie.42 Hierbij dient echter wel opgemerkt te worden dat de ekv een vraag gestuurd instrument is, waardoor de doelstelling afhankelijk blijft van het aanbod van projecten en export.

Tabel 40 Indicatoren
 

2018

2019

2020

2021

Streefwaarde 2022 t/m 2024

Bijdrage bbp in %

0,11%

0,11%

0,07%

n.t.b.

> 0,10%1

Berb

€ 518 mln.

€ 555 mln.

€ 582 mln.

€ 667 mln.

> € 0

Nieuw aangegane donkergroene transacties o.b.v. commitment in %

 

23,13%2

42,37%

24,41%

3

Absoluut aantal nieuw aangegane donkergroene transacties

 

12

5

9

15% meer dan het voorgaande jaar

Absoluut aantal nieuw aangegane middelgroene transacties

 

0

1

5

15% meer dan het voorgaande jaar

Absoluut aantal nieuw aangegane lichtgroene transacties

 

0

1

10

15% meer dan het voorgaande jaar

Absoluut aantal nieuw aangegane totaal aan groene transacties4

 

12

7

24

15% meer dan het voorgaande jaar

X Noot
1

Het productassortiment dat ADSB namens de Staat aanbiedt betreft onder andere: kapitaalgoederenverzekering, financieringsverzekering werkkapitaaldekking en de exportkredietgarantie (ekg). Zie voor een volledige beschrijving van het productassortiment de website van ADSB: www.atradiusdutchstatebusiness.nl/index.html

X Noot
2

De eerdere vermelde waarde van 19% was op de contractwaarde gebaseerd. De waarde in de huidige tabel is gebaseerd op de commitment waarde.

X Noot
3

Er is geen vergelijkbare streefwaarde opgenomen voor 15% meer nieuw aangegane commitment ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit zou namelijk een perverse prikkel geven om te focussen op grotere transacties en exporteurs.

X Noot
4

In vorige begrotingsstukken werd alleen over het aantal nieuw aangegane donkergroene transacties gerapporteerd. Vanwege wijzigingen in interne administratie zijn de getallen dit jaar anders. Voor de volledigheid is in deze tabel daarnaast over het totaal aantal groene transacties gerapporteerd.

C. Beleidswijzigingen

Vergroening

Net als de afgelopen jaren blijft ook in 2023 het vergoenen van de ekv-portefeuille een prioriteit. In 2023 evalueren we de specifiek voor de ekv opgestelde meetmethodiek groen. Hierbij wordt ook de in 2022 in werking getreden EU taxonomie voor groene financiering als referentiekader meegenomen. In 2023 worden ook de maatregelen die in 2020 zijn genomen om een groter aandeel groen in onze portefeuille te krijgen geëvalueerd.

Internationaal zetten we in op vergroenen van de ekv met de Export Finance for Future coalitie. Daarnaast heeft het kabinet zich in 2021 met het tekenen van de COP26-verklaring in Glasgow gecommitteerd aan het beëindigen van nieuwe directe overheidssteun aan de internationale fossiele energiesector vóór 2023.

Verbeteren internationaal speelveld

Internationaal zet het ministerie van Financiën zich in voor een sterk multilateraal afsprakenkader voor publieke exportfinanciering met het oog op een internationaal gelijk speelveld voor Nederlandse exporteurs. In 2023 zullen we actief blijven bijdragen aan de onderhandelingen over de modernisering van de OESO Arrangement on official supported export credits waarin de internationale afspraken voor publieke exportfinanciering zijn opgenomen. Door flexibelere financiële voorwaarden in bijvoorbeeld looptijd van de lening en afbetalingsschema’s kan de export beter worden ondersteund.

Anti-omkopingsbeleidDe evaluatie van het anti-omkopingsbeleid is in het voorjaar van 2021 van start gegaan en is inmiddels afgerond. De onderzoekers concluderen dat er een aanzet tot verscherpt beleid is gedaan en dat het belang van een effectief anti-omkopingsbeleid breed wordt erkend. Het huidige anti-omkopingsbeleid vergt echter nadere uitwerking. Hiervoor doen de onderzoekers een aantal aanbevelingen. Zo dient het risicokader te worden geconcretiseerd en behoeft er verdere standaardisering van de zogeheten enhanced due diligence procedures. Om opvolging te geven aan de aanbevelingen is reeds een Taskforce anti-omkoping opgericht waarin de Staat en uitvoerder Atradius Dutch State Business vertegenwoordigd zijn. Hierover is de Kamer op 8 juli geïnformeerd. In de brief is aangekondigd dat vóór het einde van dit jaar een vervolgbrief gestuurd zal worden hoe het anti-omkopingsbeleid verder verbeterd en verstevigd zal worden.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 41 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

‒ 4.483.155

10.089.926

10.089.366

10.089.366

10.089.366

10.089.366

10.089.366

        

Uitgaven

400.211

221.926

176.366

166.366

151.366

151.366

151.366

        

Opdrachten

74.740

19.682

19.122

19.122

19.122

19.122

19.122

Kostenvergoeding Atradius DSB

19.191

18.900

18.900

18.900

18.900

18.900

18.900

Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten

55.300

650

0

0

0

0

0

Overige uitgaven

250

132

222

222

222

222

222

        

Garanties

244.289

132.000

87.000

77.000

62.000

62.000

62.000

Schade-uitkering EKV

208.978

112.000

87.000

77.000

62.000

62.000

62.000

Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten

35.311

20.000

0

0

0

0

0

        

Storting/onttrekking begrotingsreserve

81.182

70.244

70.244

70.244

70.244

70.244

70.244

Mutatie begrotingsreserve EKV

81.182

70.244

70.244

70.244

70.244

70.244

70.244

        

Ontvangsten

382.566

129.391

109.182

108.206

106.207

106.224

104.607

        

Garanties

258.187

105.359

85.150

84.174

82.175

82.192

80.575

Premies EKV

81.221

70.244

70.244

70.244

70.244

70.244

70.244

Premies herverzekering leverancierskredieten

131.119

0

0

0

0

0

0

Schaderestituties EKV

41.707

15.115

14.906

13.930

11.931

11.948

10.331

Schaderestituties herverzekering leverancierskredieten

4.140

20.000

0

0

0

0

0

        

Storting/onttrekking begrotingsreserve

124.379

24.032

24.032

24.032

24.032

24.032

24.032

Mutatie begrotingsreserve EKV

124.379

24.032

24.032

24.032

24.032

24.032

24.032

Tabel 42 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

‒ 4.483.155

10.089.926

10.089.366

10.089.366

10.089.366

10.089.366

10.089.366

waarvan garantieverplichtingen

‒ 4.668.941

10.000.000

10.000.000

10.000.000

10.000.000

10.000.000

10.000.000

Herverzekering leverancierskredieten

‒ 11.936.809

0

0

0

0

0

0

Exportkredietverzekeringen

7.267.867

10.000.000

10.000.000

10.000.000

10.000.000

10.000.000

10.000.000

waarvan: aangegane garantieverplichtingen

7.267.867

10.000.000

10.000.000

10.000.000

10.000.000

10.000.000

10.000.000

waarvan: vervallen garantieverplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

        

waarvan overige verplichtingen

185.787

89.926

89.366

89.366

89.366

89.366

89.366

Kostenvergoeding Atradius DSB

19.191

18.900

18.900

18.900

18.900

18.900

18.900

Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten

55.300

650

0

0

0

0

0

Storting begrotingsreserve EKV

81.182

70.244

70.244

70.244

70.244

70.244

70.244

Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten

29.689

0

0

0

0

0

0

Overige betalingsverplichtingen

425

132

222

222

222

222

222

Tabel 43 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2023

juridisch verplicht

100%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Budgetflexibiliteit

Opdrachten

Dit budget is 100% juridisch verplicht op basis van een overeenkomst met ADSB.

Garanties

Deze uitgaven zijn 100% juridisch verplicht, aangezien deze voortvloeien uit afgesloten exportkredietverzekeringen. Indien de verzekerde risico’s zich materialiseren en aan alle verzekeringsvoorwaarden is voldaan, moet de Staat als verzekeraar tot uitkering overgaan.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen en uitgaven

Opdrachten

ADSB is de uitvoerder van de ekv-faciliteit. ADSB ontvangt voor de werkzaamheden in het kader van de ekv-faciliteit jaarlijks een vergoeding op basis van een vergoedingsovereenkomst.

Garanties

Voor de ekv-faciliteit is in de begroting een plafond van € 10 mld. opgenomen. Dit is het bedrag dat jaarlijks aan nieuwe verplichtingen kan worden aangegaan. Alle schade-uitkeringen, premies en restituties op dit artikel komen voort uit deze garantie.

De ekv heeft zowel definitieve als voorlopige juridische verplichtingen in de portefeuille. Indien het voor een exporteur nog onzeker is of de opdracht wordt gegund, maar er voor een offerte wel al financiering geregeld moet zijn, kan een dekkingstoezegging worden afgegeven. Dit is nog geen polis, maar de dekkingstoezegging zal bij daadwerkelijke gunning van een opdracht worden omgezet naar een polis. Gemiddeld wordt ongeveer de helft van de dekkingstoezeggingen uiteindelijk een polis. Als er duidelijke aanwijzingen zijn dat het risico sterk is verslechterd, is de Staat niet verplicht om een dekkingstoezegging in een polis om te zetten. Schade kan uitsluitend onder een polis worden uitgekeerd. Wanneer zich onder een ekv-polis schade voordoet, zal de Staat bij schade-uitkering doorgaans het betalingsschema van de debiteur volgen. Dit betekent dat het bedrag niet in een keer wordt uitgekeerd, maar gespreid over de resterende looptijd van de verzekering (doorgaans twee betalingen per jaar).

Storting/onttrekking begrotingsreserve

Naar aanleiding van het garantiekader voor risicoregelingen wordt voor de ekv een risicovoorziening opgebouwd. De risicovoorziening fungeert als een buffer om tegenvallers, zoals een grote schade, op te vangen; ontvangsten en uitgaven kunnen bij de ekv sterk over de tijd verspreid zijn.

Toevoegingen aan de begrotingsreserve worden als uitgaven weergegeven op de begroting en onttrekkingen aan de begrotingsreserve als ontvangsten. De raming van de toevoeging aan de begrotingsreserve van de ekv is gelijk aan de raming van de premieontvangsten. Het toevoegen van de premieontvangsten aan de begrotingsreserve is een uitgave voor de Financiënbegroting. De begrotingsreserve muteert eens per jaar op 31 december. De stand van de reserve was ultimo 2021 € 465,3 mln.

Tabel 44 Overzicht geraamd verloop begrotingsreserve ekv (bedragen x € 1.000)

Stand per 1/1/2022

Onttrekking 2022

Toevoeging 2022

Stand per 31/12/2022

Onttrekking 2023

Toevoeging 2023

Stand per 31/12/2023

465.300

24.032

70.244

511.512

24.032

70.244

557.724

Ontvangsten

Garanties

De ontvangsten bestaan uit premies en schaderestituties. De omvang van deze posten wordt beïnvloed door de hoeveelheid afgegeven exportkredietverzekeringen en ontwikkelingen in de kredietwaardigheid van buitenlandse debiteuren.

Als er een ekv-polis wordt afgegeven is de verzekerde premie verschuldigd. De premie wordt berekend op basis van een internationaal afgesproken systematiek. De in Arrangement-verband overeengekomen minimumpremies zijn van belang voor het voorkomen van concurrentieverstoring. De premies dienen het onderliggende risico te reflecteren en bij te dragen aan de kostendekkendheid van de faciliteit.

Schaderestituties op de ekv kunnen uiteraard alleen ontstaan indien eerst uitgaven zijn gedaan in de vorm van schade-uitkeringen. De Club van Parijs is een belangrijk platform waar crediteurlanden informatie delen over betalingsachterstanden van overheden of overheidsbedrijven op publiek gedekte exportkredieten en bilaterale leningen. Deze coördinatie tussen landen verhoogt de schaderestituties van een publieke exportverzekeraar.

Storting/onttrekking begrotingsreserve

Toevoegingen aan de begrotingsreserve worden als uitgaven weergegeven op de begroting en onttrekkingen aan de begrotingsreserve als ontvangsten. De raming van de toevoeging aan de begrotingsreserve van de ekv is gelijk aan de raming van de premieontvangsten. Het toevoegen van de premieontvangsten aan de begrotingsreserve is een uitgave voor de Financiënbegroting. De stand van de reserve was ultimo 2021 € 465,3 mln.

Artikel 6 Btw-compensatiefonds

A. Algemene doelstelling

Gemeenten, provincies en andere regionale openbare lichamen als bedoeld in de Wet op het Btw-compensatiefonds hebben de mogelijkheid om een evenwichtige keuze te maken tussen in- en uitbesteding. De btw speelt hierin geen rol.

B. Rol, verantwoordelijkheid en beleidsinformatie

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor en heeft een uitvoerende rol bij:

  • het verstrekken, verzamelen en controleren van de opgaafformulieren en het uitbetalen van de compensabele btw;

  • het beheer van het Btw-compensatiefonds (BCF).

Het BCF is opgericht om btw weg te nemen als factor in de afweging van decentrale overheden tussen uitbesteden en inbesteden (uitvoering door de eigen organisatie). Decentrale overheden kunnen betaalde btw terugvragen bij het BCF. De betaalde btw moet daarvoor aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet de btw betaald zijn over een niet-ondernemerstaak en mag er geen sprake zijn van verstrekking aan een individuele derde. Voorbeelden van taken waarvoor gemeenten en provincies btw kunnen terugvragen zijn: inzameling van huisvuil, onderhoud aan gebouwen, straatbeheer, schoonmaakactiviteiten, archivering, ingenieurswerkzaamheden en groenbeheer.

C. Beleidswijzigingen

Voor het BCF zijn geen beleidswijzigingen voorzien in 2023. In het najaar van 2021 is de beleidsdoorlichting van het BCF afgerond. Hierin is geconcludeerd dat de algemene en operationele doelstellingen van het BCF worden behaald: door de invoering van het BCF speelt btw geen rol meer bij de afweging tussen zelf uitvoeren of uitbesteden. Hierdoor ontstaat er een grotere vrijheid voor gemeenten en provincies in de keuze tussen in- en uitbesteden. Verder is geconcludeerd dat het plafond niet afdoet aan de effectiviteit van het BCF.

De beleidsdoorlichting heeft daarnaast ook aangetoond dat het lastig is om de doelmatigheid en eventuele doelmatigheidswinst aan te tonen. Dit komt doordat er geen recente onderzoeken zijn die de uitvoeringskosten van het BCF meten. Om de doelmatigheidswinst in de toekomst beter te kunnen analyseren zijn in de beleidsdoorlichting twee aanbevelingen voor toekomstig onderzoek naar voren gebracht. De uitvoering van deze onderzoeken wordt dit jaar opgestart en is gekoppeld aan de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) 2023. Deze is te vinden in paragraaf 2.5 en bijlage 5.

Naast de toegezegde onderzoeken bevatte de beleidsdoorlichting ook nog een drietal verbeterpunten voor de uitvoering en vormgeving van het BCF. Deze zijn vertaald in een zevental praktische verbeteringsvoorstellen. Aan het oppakken van deze verbeterpunten en verbeteringsvoorstellen wordt inmiddels (ambtelijk) gewerkt.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 45 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 Btw-compensatiefonds (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

3.666.792

3.760.838

3.760.838

3.760.838

3.760.838

3.856.838

3.760.838

        

Uitgaven

3.666.792

3.760.838

3.760.838

3.760.838

3.760.838

3.856.838

3.760.838

        

Bijdrage aan medeoverheden

3.666.792

3.760.838

3.760.838

3.760.838

3.760.838

3.856.838

3.760.838

Bijdragen aan gemeenten

3.252.802

3.356.182

3.356.182

3.356.182

3.356.182

3.432.182

3.356.182

Bijdragen aan provincies

413.990

404.656

404.656

404.656

404.656

424.656

404.656

        

Ontvangsten

3.666.792

3.760.838

3.760.838

3.760.838

3.760.838

3.856.838

3.760.838

Tabel 46 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2023

juridisch verplicht

100%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Budgetflexibiliteit

De bijdrage van het Rijk ter compensatie van de door decentrale overheden betaalde btw is opgenomen in de Wet op het Btw-compensatiefonds. De wet bevat de voorwaarden waarbinnen gemeenten en provincies kunnen claimen uit het BCF. Met ingang van 2015 is het BCF geplafonneerd43. Dit plafond groeit jaarlijks mee met de uitkomst van de normeringssystematiek. Als minder geclaimd wordt uit het fonds dan het plafond, dan wordt de ruimte onder het plafond gestort in het Gemeente- en Provinciefonds. Als meer wordt geclaimd uit het fonds dan het plafond, dan wordt het bedrag boven het plafond teruggevorderd uit het Gemeente- en Provinciefonds. Hierdoor zijn het BCF en het Gemeente- en Provinciefonds communicerende vaten.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen en uitgaven (bijdrage aan medeoverheden)

De raming van de uitgaven uit het BCF voor het lopende jaar wordt geëxtrapoleerd voor de jaren daarna. Uitgangspunt voor de raming van het lopende jaar is de beschikking van het afgelopen jaar die in het lopende jaar wordt uitbetaald. De raming wordt gemaakt aan de hand van het voorschot van het vierde kwartaal van het afgelopen jaar en driemaal het voorschot van het eerste kwartaal uit het lopende jaar.

Gemeenten declareren in absolute zin meer btw bij het BCF dan provincies. Dit declaratiepatroon komt doordat alle gemeentelijke begrotingen tezamen groter zijn dan alle provinciale begrotingen tezamen. In relatieve zin declareren de provincies meer bij het BCF. Een mogelijke oorzaak hiervan is dat de provincies vooral actief zijn op het gebied van verkeer en vervoer. Deze uitgaven komen vaak in aanmerking voor compensatie van btw.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn gelijk aan de uitgaven.

Tabel 47 Geraamd plafond Btw-compensatiefonds (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Plafond

4.143.394

4.426.490

4.724.262

5.004.389

4.980.188

5.021.105

Grondslag

4.001.909

4.093.885

4.193.766

4.331.829

4.472.638

4.472.638

Waarvan overhevelingen i.v.m taakmutaties

21.963

1.491

‒ 1.612

‒ 1.623

94.103

‒ 1.897

Waarvan accres

119.522

331.114

532.108

674.183

413.447

550.364

Uitgaven

3.760.838

3.760.838

3.760.838

3.760.838

3.856.838

3.760.838

Waarvan Gemeenten

3.356.182

3.356.182

3.356.182

3.356.182

3.432.182

3.356.182

Waarvan Provincies

404.656

404.656

404.656

404.656

424.656

404.656

Ruimte onder plafond

382.556

665.652

963.424

1.243.551

1.123.350

1.260.267

Waarvan Gemeenten

320.917

570.051

834.420

1.081.576

966.301

1.088.825

Waarvan Provincies

61.639

95.601

129.004

161.975

157.049

171.442

Compensatie

De Belastingdienst is belast met de uitvoering, de controle en het toezicht van het BTW-compensatiefonds. Hierbij compenseren ze de btw over niet-ondernemersactiviteiten van provincies en gemeenten.

Controle- en toezichtsbeleid

Bij de uitvoering van de Wet op het Btw-compensatiefonds is een centrale rol toegekend aan de Belastingdienst. Dit vanwege de nauwe relatie tussen de heffing van de omzetbelasting op grond van de Wet op de omzetbelasting en de compensatie van de omzetbelasting op grond van het BCF. Uit het oogpunt van eenvoud en doelmatigheid is ervoor gekozen de Wet op het Btw-compensatiefonds in belangrijke mate aan te laten sluiten bij het systeem van heffing van omzetbelasting in de Algemene wet betreffende rijksbelastingen. Dit betekent onder meer dat het toezicht op het BCF onderdeel uitmaakt van het reguliere toezicht bij gemeenten en provincies. Dit toezicht bestaat uit bedrijfsbezoeken waarbij de uitvoering van het BCF beoordeeld wordt, waarbij technische vragen rond het BCF besproken worden tot volledige boekenonderzoeken door de belastingdienst naar de BCF-claim.

De handelwijze van de Belastingdienst met betrekking tot de opgaven voor het BCF is, gezien de nauwe relatie met het systeem van heffing van omzetbelasting, niet anders dan die met betrekking tot de aangifte omzetbelasting. Dit betekent dat:

  • controle achteraf gedurende een periode van vijf jaar mogelijk is;

  • de controle op de juistheid van ingediende aangiften achteraf en op basis van risicoafweging plaats vindt.

Meetbare gegevens

Tabel 48 Meetbare gegevens

Prestatie-indicator

Waarde 2019

Waarde 2020

Streefwaarde 2021

Streefwaarde 2022

Percentage uitgevoerde fiscaal inhoudelijke uitvoerings- en toezichtactiviteit inzake BTW Compensatiefonds (BCF) bij gemeenten en provincies

-

-

n.v.t.

>45%

Toelichting

Percentage uitgevoerde fiscaal inhoudelijke uitvoerings- en toezichtactiviteit inzake BTW Compensatiefonds (BCF) bij gemeenten en provincies

Deze nieuwe indicator vervangt de indicator percentage gemeenten en provincies waarvan de mogelijkheid tot klantbehandeling in de actualiteit beoordeeld is. De nieuwe indicator sluit beter aan bij de strategie op het segment Grote Ondernemingen, waar gemeenten en provincies ook onder vallen. Deze strategie richt zich op individuele klantbehandeling. Hiermee wordt passende behandeling beoogd ter afdekking van de risico’s, binnen de beschikbare capaciteit.

Het streven is om bij een deel van de gemeenten en provincies binnen één kalenderjaar ten minste één fiscaal inhoudelijke uitvoerings- en toezichtactiviteit inzake het BCF vanuit de Belastingdienst uit te voeren. Onder een fiscaal inhoudelijke uitvoerings- en toezichtactiviteit worden activiteiten verstaan waarbij de Belastingdienst met de klant en/of vice versa inhoudelijk in contact treedt. De activiteiten die hieronder vallen zijn heffing BCF met klantcontact, boekenonderzoek BCF, vooroverleg BCF, behandeling van bezwaarschrift BCF, bedrijfsgesprek, activiteiten rondom Horizontaal Toezicht.

Dat betekent dat indien er bijvoorbeeld meer dan één activiteit in een jaar bij één gemeente of provincie is uitgevoerd en afgerond, dat deze voor één activiteit meetelt.

Artikel 9 Douane

A. Algemene doelstelling

De Douane draagt bij aan een solide financiering van de Europese en nationale overheid, aan een veilige samenleving en aan een sterke, aantrekkelijke en eerlijke interne markt waarmee de welvaart in de EU en Nederland wordt bevorderd. Dit doet de Douane door als handhavingsdienst toezicht te houden op het EU-grensoverschrijdende goederenverkeer en daarbij te controleren op de naleving van fiscale en niet-fiscale regels en door het bonafide bedrijfsleven daarbij te faciliteren. Douanerechten en nationale belastingen (accijnzen en verbruiksbelastingen en omzetbelasting bij invoer) worden zo veel mogelijk tijdig, juist en volledig geheven en geïnd.

Kortweg bestaat de opdracht van de Nederlandse Douane uit de ABC-doelen:

  • Afdracht: zorgen dat opbrengsten zo juist, tijdig en volledig mogelijk zijn;

  • Beschermen: de samenleving zo goed mogelijk beschermen tegen onveilige en ongewenste goederen;

  • Concurrentiepositie: bijdragen aan het versterken van de concurrentiepositie van de Europese Unie.

B. Rol, verantwoordelijkheid en beleidsinformatie

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor en heeft een regisserende rol op het terrein van het beleid en de wet- en regelgeving inzake douaneformaliteiten en douanerechten. Dit is hoofdzakelijk Europese wet- en regelgeving. Daarnaast is de minister verantwoordelijk voor de wet- en regelgeving inzake binnenlandse accijnzen en verbruiksbelastingen.

Op grond van het Douanewetboek van de Unie (DWU), Europese verordeningen, de Algemene douanewet en andere nationale wet- en regelgeving handhaaft de Douane fiscale en niet-fiscale wet- en regelgeving. Met de uitvoering van de reguliere taken en door samenwerking met ketenpartners draagt de Douane bij aan de integrale aanpak van ondermijning.

De minister bevordert via de inzet van de Douane de naleving van wet- en regelgeving. Dit gebeurt door het leveren van passende en faciliterende dienstverlening door bijvoorbeeld zorg te dragen voor een goed werkend aangiftesysteem. Maar ook door processen juist en tijdig uit te voeren, door adequaat toezicht uit te oefenen en door naleving te stimuleren en waar nodig deze naleving bestuurs- of strafrechtelijk af te dwingen.

Strategie Douane

De ambitie van de Douane is om tot de beste douanediensten ter wereld te behoren, die door slim te werken legale handel optimaal faciliteert, de samenleving adequaat beschermt, en douanerechten, accijnzen en andere belastingen volgens de wetgeving correct heft en int.

Deze ambitie wordt langs drie doelstellingen programmatisch opgepakt:

  • Eén professionele en integere Douane: de Douane wil een wendbare en integere organisatie zijn, met een evenwichtig personeelsbestand;

  • Slimme handhaving, soepele logistiek: om het toezicht effectief en efficiënt te houden, moeten mensen en middelen op een slimme en innovatieve manier worden ingezet;

  • Data-gedreven organisatie: de Douane wil zich in de uitvoering van zijn werkprocessen in hoge mate laten leiden door data en de informatie en kennis die daaruit kan worden afgeleid.

Kwantitatieve doelstellingen

De algemene doelstelling van de Douane en de hierboven beschreven strategie komt, langs de lijnen van de ABC-doelen, tot uiting in onderstaande meetbare gegevens.

Tabel 49 Prestatie-indicatoren Douane

Prestatie-indicator

Waarde 2020

Waarde 2021

Streefwaarde 2022

Streefwaarde 2023

Afdracht: Juiste invoeraangiften

97

105

≥100

≥100

Beschermen: Uitvoering afspraken niet-fiscale taken

97%

98%

≥95%

≥95%

Concurrentiepositie: Waardering bedrijfsleven

104,3

107,2

≥100

≥100

Afgehandelde bezwaren binnen de Awb-termijn

94%

88%

≥90%

≥90%

Afgehandelde klachten binnen de Awb-termijn

96%

97%

≥95%

≥95%

Afdracht: Juiste invoeraangiften

De A-doelstelling van de Douane zorgt ervoor dat opbrengsten zo juist, tijdig en volledig mogelijk zijn. De prestatie-indicator Juiste invoeraangiften geeft weer hoe groot het aandeel juiste invoeraangiften is in het totaal aantal invoeraangiften. Dit wordt uitgedrukt in een indexcijfer waarbij het jaar 2016 geldt als indexjaar.

De Douane zorgt dat de afdracht van douanerechten, belastingen bij invoer en binnenlandse accijnzen zo juist, tijdig en volledig mogelijk zijn. Dit houdt in dat de verschuldigde douanerechten, belastingen en accijnzen wordt vastgesteld, geheven en geïnd. De geïnde bedragen worden afgedragen aan:

  • De Europese Unie (douanerechten);

  • De Nederlandse schatkist (accijnzen, verbruiksbelasting en omzetbelasting bij invoer).

De juistheid van de invoeraangifte is een belangrijke graadmeter voor de fiscale regelnaleving. Een juiste invoeraangifte betekent dat de juiste afdracht van de bij invoer verschuldigde belastingen kan worden vastgesteld. Door handhavingsinterventies beïnvloedt de Douane de regelnaleving, met als doel deze op een hoger peil te brengen. Bedrijven kunnen in verschillende systemen een aangifte van invoer doen. Een van deze systemen is het aangiftesysteem AGS. De prestatie-indicator gaat specifiek om de invoeraangiften die voldoen aan de wettelijke eisen voor een juiste aangifte en zijn ingediend in het aangiftesysteem AGS van de Douane.

Beschermen: Uitvoering afspraken niet-fiscale taken

De B-doelstelling betreft de opdracht om de samenleving te beschermen tegen onveilige en ongewenste goederen. Onder deze opdracht vallen alle niet-fiscale douanetaken, zoals die zijn vastgelegd in de wettelijk verplichte convenanten (o.g.v. Adw 1:3 lid 5) tussen de opdrachtgevende beleidsdepartementen en de Douane. Samengevat betreft dit de beleidsterreinen «veiligheid, gezondheid, economie en milieu» (VGEM), waarmee de Douane tevens bijdraagt aan de integrale aanpak van ondermijnende criminaliteit. De begrotingsindicator geeft de mate aan waarin de Douane deze taken heeft kunnen uitvoeren.

Concurrentiepositie: Waardering bedrijfsleven

De C-doelstelling betreft het bijdragen aan het versterken van de concurrentiepositie. De waardering bedrijfsleven is een indicator gericht op het versterken van de concurrentiepositie door een snelle en goede douaneafhandeling. Voor het meten en verbeteren van de waardering voor de Douane door het bedrijfsleven wordt het instrument Bewijs van Goede Dienst ingezet. Hierin zijn doelstellingen opgenomen die in samenspraak met het bedrijfsleven tot stand zijn gekomen en waaraan zowel de Douane als het bedrijfsleven grote waarde hecht. De Douane heeft als opdracht bij te dragen aan het versterken van de concurrentiepositie van de Europese Unie. Enerzijds ziet de Douane toe op de naleving van Europese maatregelen voor marktordening. Anderzijds bevordert de Douane een snelle en goede douaneafhandeling, resulterend in zo min mogelijk logistiek oponthoud en administratieve lasten voor het bedrijfsleven.

Met het bedrijfsleven worden ook afspraken gemaakt over verbeteracties rondom dienstverlening en toezichtslasten. De score op deze doelstellingen wordt jaarlijks gemeten. De waardering wordt als index opgenomen met als indexjaar 2015.

Afgehandelde bezwaren binnen Awb termijn

Burgers en bedrijven die het niet eens zijn met een beslissing kunnen een bezwaarschrift indienen bij de Douane. Deze prestatie-indicator betreft het aantal in 2023 binnen Algemene wet bestuursrecht (Awb) beslistermijn afgedane bezwaarschriften ten opzichte van het totaal aantal afgedane bezwaren in kalenderjaar 2023.

Afgehandelde klachten binnen de Awb termijn

Burgers en bedrijven die ontevreden zijn over gedragingen of processen van de Douane kunnen een klacht indienen. Deze prestatie-indicator betreft het aantal in 2023 binnen Awb-beslistermijn afgedane klachten ten opzichte van het totaal aantal afgedane klachten in kalenderjaar 2023.

C. Beleidswijzigingen

De Douane heeft de komende jaren diverse uitdagingen, zoals het tegengaan van ondermijning, uitvoering van de sanctiemaatregelen tegen Rusland en Belarus, pensioengerelateerde personele uitstroom, versterken van integriteit en een sterke groei van het aantal aangiften.

Op het gebied van ondermijning lopen er verschillende trajecten waar de Douane aan deelneemt, zowel op internationaal, nationaal als lokaal niveau. Een voorbeeld is de participatie in de Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit (NSOC).

De Douane heeft een belangrijke taak bij de uitvoering van de ingestelde sanctiemaatregelen tegen Rusland en Belarus. Voorbeelden daarvan zijn het beoordelen van vracht- en koerierszendingen van en naar Rusland en Belarus, het scannen van postzakken, het beoordelen van containers in de Rotterdamse haven en het onder toezicht plaatsen van schepen en vliegtuigen. Bij ieder nieuw sanctiepakket wordt bezien welke gevolgen dit heeft voor de Douane, hoe de handhaving hierop in te richten en wat daarvoor nodig is.

De Douane heeft in de komende jaren te maken met een grote uitstroom van medewerkers, voor een belangrijk deel veroorzaakt door pensionering. Ondertussen neemt de wervingsopgave juist toe, door het toenemende aantal aangiften en de sanctiemaatregelen in relatie tot Rusland en Belarus. De Douane besteedt daarom veel aandacht aan het werven, selecteren, opleiden en begeleiden van nieuwe medewerkers.

In lijn met de Verbeteragenda voor het integriteitsbeleid wordt de komende jaren een breed scala aan verbeteractiviteiten uitgevoerd. Deze activiteiten zijn gericht op bescherming, weerbaarheid, cultuur en organisatie en ook op versterkte screening.

De groei van het aantal aangiften hangt met name samen met de implementatie van EU wet- en regelgeving en door de groei van de e-commerce. Dit betekent dat geïnvesteerd moet worden in ICT om realtime verwerking van grote aantallen aangiften te kunnen doen en de informatiepositie ten behoeve van het toezicht te verbeteren.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 50 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 Douane (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

518.330

695.243

736.312

744.536

733.029

730.261

717.423

        

Uitgaven (1) + (2)

520.488

695.243

736.312

744.536

733.029

730.261

717.423

        

(1) Apparaatsuitgaven

426.376

469.555

497.677

506.797

498.087

495.983

483.145

        

Personele uitgaven

423.019

460.249

492.239

501.425

492.716

489.611

476.773

Eigen personeel

412.637

440.146

479.802

492.062

483.763

483.329

472.429

Inhuur externen

10.183

19.835

12.219

9.145

8.735

6.064

4.126

Overig personeel

199

268

218

218

218

218

218

        

Materiële uitgaven

3.358

9.306

5.438

5.372

5.371

6.372

6.372

ICT

735

1.559

1.476

1.414

1.414

2.339

2.339

Bijdrage aan SSO's

511

156

156

156

156

156

156

Overig materieel

2.112

7.591

3.806

3.802

3.801

3.877

3.877

        

(2) Programma-uitgaven

94.112

225.688

238.635

237.739

234.942

234.278

234.278

        

Bekostiging

0

52

52

52

52

52

52

Overige bekostiging

0

52

52

52

52

52

52

        

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

1.556

1.405

1.405

1.405

1.405

1.405

1.405

Overige bijdrage ZBO's/RWT's

1.556

1.405

1.405

1.405

1.405

1.405

1.405

        

Opdrachten

18.418

26.334

30.283

29.335

26.526

26.031

26.031

ICT opdrachten

1.477

5.258

7.653

6.703

3.809

3.225

3.225

Overige opdrachten

16.940

21.076

22.630

22.632

22.717

22.806

22.806

        

Bijdrage aan agentschappen

2.764

3.352

3.352

3.352

3.352

3.352

3.352

Bijdrage overige agentschappen

2.764

3.352

3.352

3.352

3.352

3.352

3.352

        

(Schade)vergoeding

7

0

0

0

0

0

0

(Schade)vergoedingen

7

0

0

0

0

0

0

        

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

71.367

194.545

203.543

203.595

203.607

203.438

203.438

Toegerekende uitgaven van Belastingen

71.367

194.545

203.543

203.595

203.607

203.438

203.438

        

Ontvangsten

749

605

605

605

605

605

605

Apparaatsontvangsten

749

605

605

605

605

605

605

Tabel 51 Geschatte budgetflexibiliteit1
 

2023

juridisch verplicht

63%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

37%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

X Noot
1

De berekende budgetflexibiliteit heeft alleen betrekking op de programma-uitgaven, waarbij de toegerekende uitgaven van Belastingen buiten beschouwing zijn gelaten.

Budgetflexibiliteit

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

De bijdrage aan ZBO's en RWT's zijn beleidsmatig gereserveerd.

Opdrachten

Voor de correcte toepassing van de douanewetgeving worden opdrachten gegeven om ICT-systemen aan te passen. In de Algemene Douanewet staan de toezichtstaken en bevoegdheden uitgewerkt. Voor de uitvoering van de Algemene Douanewet geeft Douane opdrachten voor de inkoop van Douane specifieke middelen, bijvoorbeeld speurhonden, detectiesystemen, werktuigen, meldkamervoorzieningen en laboratoria. De post ICT opdrachten is voor 100% juridisch verplicht en de post Overige opdrachten is voor 50% juridisch verplicht en voor de overige 50% beleidsmatig gereserveerd.

Bijdrage agentschappen

Dit betreft met name de bijdrage aan de Rijksrederij van Rijkswaterstaat en is 100% juridisch verplicht vanuit samenwerkingsovereenkomsten.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Apparaatsuitgaven

Personele uitgaven

Dit betreft alle personele uitgaven inclusief externe inhuur voor de Douane.

Materiële uitgaven

Dit betreft de materiële uitgaven van de Douane en omvat Douane-specifieke diensten, middelen en communicatie. De standaarddiensten huisvesting en de toerusting van de ambtenaren van de Douane (telefoon, laptop, werkplek, mobiele devices, etc.) lopen via dienstonderdelen van de Belastingdienst en deze uitgaven worden verantwoord op artikel 1 Belastingen.

Programma-uitgaven

Opdrachten

Voor de correcte toepassing van de douanewetgeving worden opdrachten gegeven om ICT-systemen aan te passen. In de Algemene Douanewet staan de toezichtstaken en bevoegdheden uitgewerkt. Voor de uitvoering van de Algemene Douanewet geeft de Douane opdrachten voor de inkoop van Douane specifieke middelen, bijvoorbeeld speurhonden, detectiesystemen, werktuigen, meldkamervoorzieningen en laboratoria.

Als gevolg van meerdere Europese wetgevingstrajecten die tot een groei van onder andere de te verwerken aangiften leiden, is een ICT-oplossing ontwikkeld onder de noemer Digitale Snelweg Douane (DSD). Dit programma is gericht op het opschalen en robuust maken van de technische infrastructuur en het optimaliseren van transactiesystemen voor de verwachte volumegroei van te verwerken aangiften.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Met de toerekening van uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van de Douane doet wordt inzicht gegeven in de integrale uitgaven die voor de Douane worden gemaakt. Deze toerekening wordt jaarlijks herijkt in de ontwerpbegroting.

In onderstaande tabel is de toerekening van de uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van de Douane doet, verdeeld naar de verschillende activiteiten. Het toegerekende bedrag is per activiteit gebaseerd op een tussen de Belastingdienst en de Douane overeengekomen verdeelsleutel, gebaseerd op aantallen fte, werkplekken of ICT-capaciteit.

Tabel 52 Toegerekende uitgaven tbv douaneprocessen (bedragen x € 1.000)

Activiteit

Bedrag

IV

105.977

Huisvesting en facilitaire zaken

65.204

HRM-activiteiten

9.467

Management informatie en Data Analyse

3.746

Kanaal & Ketenregie en Kanaal Digitaal/ Webcare

1.787

Team Handel en Team OLGA grote ondernemingen

1.708

Internationale Fiscale Behandeling (IFB)

134

Gegevens- en betalingsverkeer

134

Bijkomende indirecte kosten per BD-medewerker cf Handleiding Overheidstarieven

15.388

Totaal

203.543

Artikel 13 Toeslagen

A. Algemene doelstelling

Het uitvoeren van de toeslagregelingen voor de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport, die vallen onder de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir).

De doelstelling van de Awir is het bewerkstelligen van harmonisatie tussen inkomensafhankelijke regelingen, het bevorderen van klantvriendelijkheid en doelmatigheid door het instellen van een uitvoeringsloket, en het realiseren van een betere aansluiting van inkomensafhankelijke regelingen bij de draagkracht door het gebruik van het actuele inkomen. Dit betreft de huurtoeslag, zorgtoeslag, kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag.

Daarnaast is de uitvoering van de hersteloperatie toeslagen een belangrijke doelstelling.

B. Rol, verantwoordelijkheid en beleidsinformatie

Beleid

De minister van Financiën is verantwoordelijk en heeft een regisserende rol op het terrein van de inkomensafhankelijke regelingen. Daarbij gaat het om het te voeren beleid en het opstellen van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) en de daarop gebaseerde regelgeving.

Daarnaast is de minister van Financiën verantwoordelijk voor de hersteloperatie, waarbij het pDGH, in nauwe samenwerking met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het Rijk en overige partijen in een regisseursrol en opdrachtgeversrol het overkoepelende herstelproces aanstuurt. Een belangrijk onderdeel hierbij zijn de nieuwe regelingen die in de wet Hersteloperatie Toeslagen zijn vastgelegd en in 2023 over de volle breedte uitgevoerd gaan worden.

Uitvoering

De minister van Financiën is verantwoordelijk en heeft een uitvoerende rol op het terrein van de vaststelling en de uitbetaling van toeslagen. Toeslagen streeft naar klantgerichte dienstverlening aan burgers, de rechtmatige toekenning van toeslagen en efficiënte uitvoering van processen.

C. Beleidswijzigingen

Medio december 2021 is het coalitieakkoord gepresenteerd, dat grote ambities kent op het terrein van toeslagen. Het kabinet wil dat mensen niet meer verdwalen in de ingewikkelde regelingen of te maken krijgen met hoge terugvorderingen. Gedurende deze kabinetsperiode worden daarom fundamentele herzieningen in de kinderopvangtoeslag en huurtoeslag doorgevoerd. Ook gaat het kabinet door met verbeteringen in het huidige toeslagenstelsel, zowel verbeteringen in de uitvoering als de dienstverlening richting burgers. De uitwerking van het coalitieakkoord wordt in nauwe samenwerking opgepakt door de beleidsverantwoordelijke departementen (primair de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en het DG Toeslagen. Het burger- en uitvoeringsperspectief zijn daarin belangrijke randvoorwaarden bij de uitwerking van de maatregelen.

Kinderopvangtoeslag

In 2023 is de uitwerking en implementatie van de maatregelen uit het coalitieakkoord een grote prioriteit voor Toeslagen. Ten aanzien van de stelselherziening van de kinderopvangtoeslag blijft de arbeidseis gehandhaafd, maar laat Toeslagen de koppeling gewerkte uren als grondslag voor de kinderopvangtoeslag per 2023 los en is Toeslagen betrokken bij de voorbereidingen voor het veranderen van de vergoeding van de kinderopvang naar 95%, inkomensonafhankelijk, voor werkende ouders. Daarnaast participeert Toeslagen in het onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar een geschikte uitvoerder van het nieuwe stelsel. Toeslagen heeft daarin in de eerste plaats een rol als de uitvoerder van het huidige stelsel en de transitie naar het nieuwe stelsel. Het onderzoek, dat wordt uitgevoerd door ABD TOPConsult, zal na de zomer van 2022 helderheid geven of Toeslagen ook een rol heeft in de uitvoering van het nieuwe stelsel waarin de toeslagen rechtstreeks worden uitbetaald aan kinderopvangorganisaties.

Huurtoeslag

Daarnaast werkt Toeslagen mee aan de hervormingen van de huurtoeslag. Het streven is om vanaf 2024 over te stappen naar een systeem van genormeerde huren en worden hervormingen doorgevoerd waaronder het afschaffen van de maximale huurgrens en het verlagen van de minimale leeftijdsgrens van 23 naar 21 jaar. Bij het uitwerken van deze maatregelen kijkt Toeslagen naar de uitvoerbaarheid en het burgerperspectief. Om de beoogde planning te realiseren is tijdige parlementaire behandeling van het pakket van huurtoeslagmaatregelen nodig.

Verbeteringen huidig stelsel

Toeslagen zet zich verder in om de uitvoering van toeslagen en dienstverlening naar de burger te verbeteren door het toegankelijker en laagdrempeliger te maken en een zo groot mogelijke toekenningszekerheid voor burgers te realiseren. Deze verbeteringen zien op alle vier de toeslagen. Onder meer via het programma Vernieuwing Dienstverlening en de verbetertrajecten voor elk van de toeslagen worden stappen gezet. Deze richten zich onder andere op het terugdringen van niet-gebruik, intensiveren van (fysieke) dienstverlening en persoonlijke begeleiding. Ook een goede IV-huishouding en begrijpelijke en goed uitvoerbare wet- en regelgeving zijn belangrijk om het huidige toeslagenstelsel beter te laten functioneren.

D. Budgettaire gevolgen van beleid en budgetflexibiliteit
Tabel 53 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 Toeslagen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

1.314.742

1.879.165

898.568

678.893

370.582

318.878

318.906

        

Uitgaven (1) + (2)

961.044

1.223.650

1.798.176

1.094.017

379.802

318.878

318.906

        

(1) Apparaatsuitgaven

191.075

348.358

432.159

348.284

168.231

130.934

130.962

        

Personele uitgaven

182.922

340.876

427.905

346.808

167.731

130.559

130.587

Eigen personeel

93.786

137.905

186.785

185.471

130.782

118.926

118.954

Inhuur externen

89.049

201.891

240.090

160.307

35.919

10.603

10.603

Overig personeel

87

1.080

1.030

1.030

1.030

1.030

1.030

        

Materiële uitgaven

8.153

7.482

4.254

1.476

500

375

375

ICT

102

36

210

210

210

210

210

Bijdrage aan SSO's

137

1.228

231

25

25

25

25

Overige materiële uitgaven

7.914

6.218

3.813

1.241

265

140

140

        

(2) Programma-uitgaven

769.970

875.292

1.366.017

745.733

211.571

187.944

187.944

        

Bekostiging

66

0

0

0

0

0

0

Overige bekostiging

66

0

0

0

0

0

0

        

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

1.774

106

106

106

106

106

106

Bijdrage overige ZBO's/RWT's

1.774

106

106

106

106

106

106

        

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.616

3.930

0

0

0

0

0

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

1.616

3.930

0

0

0

0

0

        

Opdrachten

3.682

33.044

45.231

7.331

131

131

131

ICT opdrachten

44

1.647

27

27

27

27

27

Overige opdrachten

3.639

31.397

45.204

7.304

104

104

104

        

Bijdrage aan medeoverheden

11.864

35.445

78.000

93.000

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

11.864

35.445

78.000

93.000

0

0

0

        

(Schade)vergoeding

750.967

595.085

1.035.323

427.297

18.300

0

0

Compensatie toeslagengedupeerden

712.636

306.583

221.389

215.197

18.300

0

0

Kwijtschelden private schulden

35.531

164.986

233.400

64.900

0

0

0

Herstelprogramma voor kinderen

1

75.000

454.800

100.200

0

0

0

Herstelregeling voor ex-partners

0

0

60.000

38.000

0

0

0

Herstelregeling voor gedupeerden andere toeslagen

0

0

47.000

9.000

0

0

0

Overige (schade)vergoedingen

2.800

48.516

18.734

0

0

0

0

        

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

207.682

207.357

217.999

193.034

187.707

187.707

Toegerekende uitgaven van Belastingen

0

207.682

207.357

217.999

193.034

187.707

187.707

        

Ontvangsten

42

0

0

0

0

0

0

Apparaatsontvangsten

42

0

0

0

0

0

0

Tabel 54 Geschatte budgetflexibiliteit1
 

2023

juridisch verplicht

98,2%

bestuurlijk gebonden

0,0%

beleidsmatig gereserveerd

1,8%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

X Noot
1

De berekende budgetflexibiliteit heeft alleen betrekking op de programma-uitgaven, waarbij de toegerekende uitgaven van Belastingen buiten beschouwing zijn gelaten.

Budgetflexibiliteit

De programma-uitgaven zijn overwegend gerelateerd aan de compensatie voor de gedupeerden van de toeslagenaffaire. Deze uitgaven zijn voor circa 98% juridisch verplicht doordat regelingen zijn verankerd in wetgeving of anderszins bindende afspraken die contractueel zijn vastgelegd.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Apparaatsuitgaven

Personele uitgaven

Dit betreft alle personele uitgaven voor zowel DG Toeslagen als het programma DG Herstel, inclusief externe inhuur.

Materiële uitgaven

Dit betreft de materiële uitgaven van DG Toeslagen en pDG Herstel, inclusief herstelorganisatie. Het omvat middelen voor voorlichting, trainingen, ondersteuning voor het herstel Kinderopvangtoeslagen en middelen voor de klankbordgroep.

Programma-uitgaven

Opdrachten

Onder «Overige opdrachten» vallen met name de uitgaven die geraamd worden voor het kwijtschelden van private schulden. Bij «ICT opdrachten» gaat het met name over ICT-uitgaven (telefonie, licenties, software applicaties en hardware).

Bijdrage aan medeoverheden

Onder Bijdrage aan medeoverheden vallen de budgetten die worden ingezet voor programma's bij de gemeentes, provincies en waterschappen.

(Schade)vergoeding

Dit betreft de budgetten voor de compensatie van toeslagengedupeerden, waaronder de forfaitaire 30k-regeling, de integrale beoordelingen, de kwijtschelding van de private schulden, de kindregeling, ex-partnerregeling, herstelregeling voor gedupeerden van andere toeslagen en de betaling van dwangsommen.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Met de toerekening van uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van Toeslagen doet wordt inzicht gegeven in de integrale uitgaven die voor Toeslagen worden gemaakt. Deze toerekening wordt jaarlijks herijkt in de ontwerpbegroting.

In onderstaande tabel is de toerekening van de uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van Toeslagen doet, verdeeld naar de verschillende activiteiten. Het toegerekende bedrag is per activiteit gebaseerd op een tussen de Belastingdienst en Toeslagen overeengekomen verdeelsleutel, gebaseerd op aantallen fte, werkplekken of ICT-capaciteit.

Tabel 55 Toegerekende uitgaven tbv toeslagenprocessen (bedragen x € 1.000)

Activiteit

Bedrag

IV

76.543

Huisvesting en facilitaire zaken

29.969

HRM-activiteiten

9.377

Management informatie en Data Analyse

1.489

Kanaal & Ketenregie en Kanaal Digitaal/Webcare

30.251

Gegevensbeheer en administratieve afhandeling

22.277

Balies, buitenlandtaken, toezicht en bezwaarafhandeling

5.742

Bijkomende indirecte kosten per BD-medewerker cf Handleiding Overheidstarieven

31.710

Totaal

207.357

  
F. Toeslagen

De uitvoering van Toeslagen is erop gericht om de toekenningszekerheid en begrijpelijkheid voor de burger te vergroten en de menselijke maat toe te passen. Verder wordt toezicht gehouden dat gericht is op het voorkomen of snel herstellen van fouten en is sprake van een zorgvuldige en doortastende aanpak van (het risico van) misbruik.

Toeslagen streeft – binnen de mogelijkheden van wet- en regelgeving – naar het vergroten van zekerheid voor mensen die toeslagen ontvangen: het toegekende voorschot komt zoveel mogelijk overeen met wat de definitief toe te kennen toeslag zal zijn. Nabetalingen en vooral (grote) terugvorderingen worden zoveel mogelijk voorkomen. Dit doet Toeslagen door:

  • De dienstverlening en toezicht te richten op het helpen van burgers een juiste aanvraag in te dienen en (veelgemaakte) fouten te voorkomen;

  • Het gebruik van gegevens van derden, onder andere van kinderopvangorganisaties en zorgverzekeraars en vastgestelde gegevens uit basisregistraties;

  • Maatwerk bieden aan burgers bij bijvoorbeeld complexe problemen in de rechten en plichten, aanpassen aan de ervaring en beleving van burgers en/of digitale vaardigheden.

De ontwikkeling van de kennis, de houding en het gedrag van medewerkers die nodig zijn voor deze benadering gaat in 2023 onverminderd door.

Toeslagen verricht zijn werk als uitvoerder van de toeslagenregelingen op het raakvlak van beleid en maatschappij. Het burgerperspectief is een van de vaste gezichtspunten van de uitvoeringstoetsen waaruit voorgenomen wijzigingen van beleid, wet- en regelgeving door Toeslagen beoordeeld worden. Vanuit dit perspectief verbeteren we de dienstverlening van Toeslagen verder in 2023 en worden de in gang gezette ontwikkelingen doorgezet en op grotere schaal toegepast. De focus ligt hierbij op het vergroten van de toekenningszekerheid in de samenwerkingstrajecten per toeslagsoort met de betrokken beleidsdepartementen, de burgerbehandeling en communicatie in de massale processen specifiek maken voor de doelgroep Toeslaggerechtigden. Daarnaast brengen we de dienstverlening via eigen kanalen en derden (bijvoorbeeld toeslagservicepunten) zowel fysiek als online dichter naar de burger en versterken we verder de menselijke maat en rechtsbescherming in de processen.

Naleving, handhaving en toezicht

De doorontwikkeling en implementatie van de strategie voor naleving, handhaving en toezicht vergen een aantal jaren en zullen gefaseerd plaatsvinden. Deze strategie wordt gekoppeld aan relevante wet- en regelgeving en aan de missie, visie en strategische doelen van DG Toeslagen. Hij is erop gericht het gedrag van burgers zodanig te beïnvloeden dat zij uit zichzelf structureel de regels naleven, om te komen tot maximale toekenningszekerheid. Toeslagen probeert zoveel mogelijk proactief en in de actualiteit te handelen en problemen te voorkomen. De situatie van en het vertrouwen in de burger staat hierbij centraal. Er wordt een waarborgenkader geformuleerd waaraan alle nalevingsactiviteiten moeten voldoen en dat als toetsingskader kan worden gebruikt bij en voorafgaand aan de activiteiten. Daarnaast wordt er inzicht geboden in het gebruik van de detectie- en selectie-instrumenten (geautomatiseerd en handmatig), waarbij bijzondere aandacht zal zijn voor de vraag welke mix aan instrumenten wanneer en met welk doel wordt ingezet (zogenaamde handhavingsregie). De handhavingsstrategie wordt afgestemd met de betrokken beleidsdepartementen en andere stakeholders.

Toeslagenherstel

Ook in 2023 gaat de hersteloperatie door met het bieden van financieel en emotioneel herstel voor de gedupeerde ouders en hun gezin. Met de verbreding van de hersteloperatie in de brede aanpak, samenwerking met verschillende partners en de uitvoering van de nieuwe regelingen, is de aansturing en coördinatie van alle betrokken partijen steeds belangrijker geworden. Vanuit een coördinerende en opdrachtgevende rol stuurt pDGH de opgavegerichte en domein-overstijgende aanpak aan, uiteraard in samenwerking met alle partijen die betrokken zijn bij de hersteloperatie.

Als onderdeel van het herstel stelt UHT in een eerste toets vast of een ouder gedupeerd is op basis waarvan zij recht hebben op een forfaitair bedrag van €30.000 (de Cathuishuisregeling). Hierop volgt (eventueel) een integrale beoordeling die kan leiden tot een verhoging van het eerder toegekende compensatiebedrag. Het proces en de benadering van de ouders is in de herijking meer aangesloten op de behoeften van de ouders. In de uitvoering hiervan staan de begrippen zorgvuldigheid, ruimhartig en betrouwbaarheid centraal. Tevens wordt daarbij meer aangesloten bij de behoeften van ouders, die in de herijking naar boven zijn gekomen. Naast het beoordelen van dossiers werkt UHT aan het afhandelen van bezwaren van en nazorg aan gedupeerde ouders/burgers waarvan het dossier al is behandeld.

Het kwijtschelden van publieke schulden wordt uitgevoerd door verschillende betrokken Rijksorganisaties en lokale overheden, waaronder de Dienst Uitvoering Onderwijs, de Sociale Verzekeringsbank en de Belastingdienst en Toeslagen. Gedupeerde ouders en hun toeslagpartner kunnen bij de stichting Sociale Banken terecht voor het oplossen van private schulden.

Gemeenten bieden gedupeerden ondersteuning op de vijf leefgebieden financiën, wonen, zorg, gezin en werk. Gedupeerden geven aan dat zij naast de ondersteuning die de overheid biedt, ook zelf initiatieven willen opzetten die bijdragen aan collectief emotioneel herstel. Door het steunen van initiatieven van ouders wil de overheid bijdragen aan het emotioneel herstel van gedupeerde ouders, kinderen en jongeren. In de komende periode wordt, samen met de gedupeerden, interdepartementaal en interbestuurlijk besloten hoe en door welke organisaties de ondersteuning bij het emotioneel herstel aangeboden kan worden.

Ook de beleidsmaatregelen voor ouders in het buitenland zijn gestart. Tevens worden regelingen voor ex- partners, de kinderen van gedupeerde ouders en andere toeslagen verder vorm gegeven. 

Tabel 56 Prestatie-indicatoren uitvoering toeslagen (meetbare gegevens)

Prestatie-indicator

Waarde 2020

Waarde 2021

Streefwaarde 2022

Streefwaarde 2023

Beleving van burgers

Burgertevredenheid

  

≥ 90%

≥ 90%

Klanttevredenheid

*telefonie

81%

82%

Minimaal 70% van de bellers, website- en baliebezoekers scoort een 3 of hoger op de gehanteerde 5-puntsschaal (neutraal tot zeer tevreden)

Minimaal 70% van de bellers, website- en baliebezoekers scoort een 3 of hoger op de gehanteerde 5-puntsschaal (neutraal tot zeer tevreden)

*website

86%

84%

*balie

80%

84%

Klantontevredenheid

*telefonie

6%

6%

Maximaal 10% van de bellers, website- en baliebezoekers scoort een 1,5 of lager

Maximaal 10% van de bellers, website- en baliebezoekers scoort een 1,5 of lager

*website

2%

3%

*balie

6%

5%

Aantal ontvangen klachten

2.771

1.547

Minder klachten dan vorig jaar

≤ 1.700

     

Toekenningszekerheid en tijdigheid van de uitvoering

 

Het percentage definitief toegekende toeslagen dat niet leidt tot een terug te betalen bedrag > € 500

95%

94%

≥ 93%

≥ 94 %

Definitief vaststellen toeslagen (voortgang jaar t-1)

91%

93%

≥ 85%

≥ 90%

Afgehandelde bezwaren binnen Awb-termijn

85%

91%

≥ 90%

≥ 90%

Afgehandelde klachten binnen Awb-termijn

91%

96%

≥ 95%

≥ 95%

Percentage toeslagen dat tijdig wordt uitbetaald

99,9%

99,98%

≥ 99,9%

≥ 99,9%

Aantal ernstige productieverstoringen

7

10

< 10

< 10

     

Rechtmatigheid

 

Rechtmatige toekenning van toeslagen

Gerealiseerd

Gerealiseerd

Het bedrag aan onrechtmatig verstrekte toeslagen is dusdanig laag dat betrouwbaarheid van de weergegeven cijfers op het betreffende beleidsartikel van het betreffende departement niet ter discussie staat

Fouten en onzekerheden blijven binnen rapporteringstolerantie op artikelniveau van het betreffende beleidsdepartement

Toelichting per gewijzigde indicator

Toekenningszekerheid en tijdigheid van de uitvoering

Het percentage definitief toegekende toeslagen dat niet leidt tot een terug te betalen bedrag > € 500

Toeslagen streeft ernaar het ontstaan van de door de burger terug te betalen bedragen bij het definitief toekennen van toeslagen zoveel mogelijk te beperken. Als kwantitatieve indicator wordt het percentage van het totale aantal definitief toegekende toeslagen gebruikt waarbij niet terugbetaald hoeft te worden of het terug te betalen bedrag onder € 500 blijft. Voor kinderopvangtoeslag wordt een grens van € 1.000 aangehouden, omdat het bij de toekenningen veelal gaat om hogere bedragen dan bij andere toeslagen. De verstrekking van toeslagen gebeurt aan de hand van voorschotten, hetgeen ertoe kan leiden dat bij de eindberekening na afloop van het jaar nog een aanvullend bedrag moet worden teruggevraagd. De intentie is het aantal terug te betalen bedragen groter dan het normbedrag terug te dringen. De score op deze indicator wordt hoger naarmate aanvragers tijdig mutaties en juiste schattingen doorgeven. Toeslagen ondersteunt burgers hierbij. Waar mogelijk worden burgers actief erop geattendeerd dat inkomens of andere grondslagen (gaan) afwijken van die welke tot dan zijn gebruikt. Hierdoor verbetert de compliance. Als het mogelijk is, wordt aanpassing van gegevens door Toeslagen zelf verzorgd.

Een voorbeeld van de ondersteuning bij het tijdig doorgeven van mutaties is de app voor de ontvangers van kinderopvangtoeslag, waarin de ontvangers over het doen van wijzigingen genotificeerd worden en gemakkelijk en snel wijzigingen kunnen doorgeven. Vanwege de realisatiecijfers uit 2020 en 2021 is besloten de streefwaarde voor 2023 op te hogen van 93% naar 94%.

Definitief vaststellen toeslagen

Doel van de prestatie-indicator is dat 90% van de toeslaggerechtigden voor 31 december van het jaar t+1 de definitieve toekenning krijgt van het toeslagjaar t. Vanwege de realisatiecijfers uit 2020 en 2021 is besloten de streefwaarde op te hogen van 85% naar 90%.

Omdat een deel van de noodzakelijke gegevens voor het definitief vaststellen van een toekenning nog niet bekend zijn, zoals inkomens of andere gegevens in het jaar t+1, is het niet mogelijk een streefwaarde van 100% op te nemen.

Aantal ernstige productieverstoringen

Deze indicator meet in welke mate er sprake is van ernstige productieverstoringen binnen Toeslagen (met uitzondering van de tijdelijke Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen) welke leiden tot overlast, benadeling of onjuiste informatievoorziening aan burgers en/of bedrijven. Van een productieverstoring is ook sprake wanneer er schade optreedt in de kasstroom van het Rijk of als er afbreuk wordt gedaan aan de compliance. De doelstelling is om -in lijn met vorig jaar- in 2023 minder dan tien ernstige productieverstoringen te realiseren. Bij de realisatie van de indicator wordt de impact (aantal geraakte burgers en/of bedrijven) en de ernst van de overlast in ogenschouw genomen.

Beleving van burgers

Burgertevredenheid

In de ontwerpbegroting IX 2022 stond één indicator burgertevredenheid opgenomen. Dit betrof de realisatie op de vraag in het burgeronderzoek: «Hoe tevreden ben je in het algemeen over de dienstverlening van de Dienst Toeslagen?» In de groeiparagraaf van de begroting is destijds aangegeven dat de indicator burgertevredenheid verder zou worden uitgewerkt in daaronder liggende subjectieve indicatoren, die vanuit het eigen onderzoek van Toeslagen kunnen worden gemeten. Toeslagen streeft ernaar de onderliggende indicatoren inclusief streefwaarden in het Jaarplan 2023 te verankeren. 

Aantal ontvangen klachten

Het aantal door Toeslagen ontvangen klachten geeft een indicatie van het zorgvuldig handelen van Toeslagen in het hele traject waaronder aanvraag, voorschotverlening, muteren, toezicht, definitief toekennen en bezwaarbehandeling. Toeslagen streeft ernaar het aantal ontvangen klachten van burgers minder dan 1.700 te laten zijn.

Rechtmatigheid

Toeslagen streeft naar een rechtmatige toekenning van toeslagen. Voor het rapporteren van fouten en onzekerheden gelden kwantitatieve rapportagegrenzen op artikelniveau die jaarlijks in de Rijksbegrotingsvoorschriften worden vastgelegd. Door een snelle rechtmatige toekenning wordt de toekenningszekerheid vergroot en neemt het vertrouwen in Toeslagen toe. Burgers zullen meer geneigd zijn hun verplichtingen na te komen. Om de rechtmatigheid van toeslagen te bevorderen wordt onder andere aandacht besteed aan de kwaliteit van bestanden van derden die worden gebruikt. Bij toeslagen die worden vastgesteld na handmatige behandeling door medewerkers wordt de kwaliteit van de behandeling getoetst.

4. Niet-beleidsartikelen

Artikel 8 Apparaat

A. Apparaatsuitgaven/Tabel Budgettaire gevolgen

Op dit artikel staan alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het ministerie van Financiën met uitzondering van de Belastingdienst (zie artikel 1), de Douane (zie artikel 9) en Toeslagen (zie artikel 13). Het omvat de verplichtingen en uitgaven voor personeel (inclusief inhuur externen) en materieel (zoals huisvesting en ICT).

Tabel 57 Budgettaire gevolgen artikel 8 Apparaat (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

305.846

384.343

374.166

362.508

356.294

342.950

341.877

        

Uitgaven

300.137

384.343

374.166

362.508

356.294

342.950

341.877

        

Personele uitgaven

207.920

238.888

233.874

230.468

226.766

225.320

224.410

Eigen personeel

190.958

222.447

223.080

220.031

216.739

215.293

214.383

Inhuur externen

16.191

15.352

10.293

9.936

9.526

9.526

9.526

Overig personeel

771

1.089

501

501

501

501

501

        

Materiële uitgaven

92.217

145.455

140.292

132.040

129.528

117.630

117.467

ICT

15.795

21.653

16.265

15.757

14.867

13.762

13.762

Bijdrage aan SSO's

42.279

55.274

54.328

54.325

52.655

52.297

52.099

Overig materieel

34.143

68.528

69.699

61.958

62.006

51.571

51.606

        

Ontvangsten

62.402

58.568

54.572

54.869

56.319

55.519

55.399

Apparaatsontvangsten

62.402

58.568

54.572

54.869

56.319

55.519

55.399

Uitgaven (en verplichtingen)

Personele uitgaven

Dit betreft alle personele uitgaven inclusief externe inhuur.

Materiële uitgaven

Dit betreft de materiële uitgaven en omvat onder andere zaken zoals bijdragen aan Shared Services Organisaties (SSO’s), ICT en facilitaire diensten.

De ICT uitgaven betreffen onder andere de aanschaf en beheer- en onderhoudskosten van hardware, software en programmatuur. Net als uitgaven voor de aanleg, het beheer en onderhoud van infrastructuur en de bijdragen voor de aan externe partijen uitbestede ICT-dienstverlening. De structurele uitgaven, welke gerelateerd zijn aan werkplekondersteuning zoals web-ex voorzieningen, afname devices, beheer, support en onderhoud, zijn overgedragen aan het Shared Service Center-ICT (SSC-ICT).

De bijdrage aan Shared Service Organisaties betreft onder andere huisvesting (Rijksvastgoedbedrijf), uitgaven voor afname facilitaire voorzieningen bij het Consortium SAFIRE (een pps-consortium voor het faciliteren van het gebouw), ICT, het Financieel Diensten Centrum, bedrijfszorg en beveiliging.

Onder overig materieel vallen onder andere het omslagstelsel Rijkswagenpark, Domeinen Roerende Zaken (DRZ) en diverse facilitaire uitgaven.

Ontvangsten

Deze post betreft voornamelijk ontvangsten vanuit DRZ en de Auditdienst Rijk (ADR). Bij DRZ zijn dat ontvangsten uit gevoerde CIJB- en deurwaardersprocessen, ruimingen van hennepkwekerijen en andere verkopen. Vanuit de Auditdienst Rijk (ADR) zijn het inkomsten uit diverse verrichte onderzoeken zoals uit hoofde van de EU-regeling EFRO/Interregeling en door personeel terug betaalde opleidingsbudgetten. Daarnaast worden gelden van departementen ontvangen voor het omslagstelsel Rijkswagenpark en voor de verhuur van interne huisvesting.

B. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven ministerie van Financiën

Onderstaande tabel geeft de totale apparaatsuitgaven voor het ministerie van Financiën weer. Dit betreft de apparaatsuitgaven voor het departement, de Belastingdienst, de Douane en Toeslagen en de ZBO’s en RWT’s.

Voor de Waarderingskamer, de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB) wordt de volledige overheidsbijdrage gebruikt voor apparaat.

Tabel 58 Totale apparaatsuitgaven ministerie van Financiën (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Totaal apparaatsuitgaven ministerie van Financiën

3.569.687

4.137.903

4.370.047

4.150.082

3.856.189

3.750.652

3.731.641

Totaal departement

3.556.790

4.124.603

4.356.056

4.136.091

3.842.198

3.736.661

3.717.650

Beleidsdepartement Financiën

300.138

384.343

374.166

362.508

356.294

342.950

341.877

DG Belastingdienst

2.639.201

2.922.347

3.052.054

2.918.502

2.819.586

2.766.794

2.761.666

DG Douane

426.376

469.555

497.677

506.797

498.087

495.983

483.145

DG Toeslagen

191.075

331.355

410.621

321.946

163.596

130.934

130.962

Programma-DG Herstel

0

17.003

21.538

26.338

4.635

  

Totaal apparaatskosten ZBO’s en RWT’s

12.897

13.300

13.991

13.991

13.991

13.991

13.991

Waarderingskamer

2.349

2.446

2.446

2.446

2.446

2.446

2.446

AFM

580

705

705

705

705

705

705

DNB

2.141

2.003

2.020

2.020

2.020

2.020

2.020

FEC

3.728

4.024

3.724

3.724

3.724

3.724

3.724

NLFI

4.100

4.122

5.096

5.096

5.096

5.096

5.096

C. Apparaatsuitgaven beleidsdepartement per directoraat-generaal

In onderstaande tabel worden de apparaatsuitgaven van het beleidsdepartement per directoraat-generaal (DG) uitgesplitst en de uitgaven aan de inspectie belastingen, douane en toeslagen (IBTD). De apparaatsuitgaven van het directoraat-generaal Belastingdienst wordt verantwoord op artikel 1 Belastingen, Douane op artikel 9 en Toeslagen op artikel 13.

Tabel 59 Apparaatsuitgaven per DG (bedragen x € 1.000)

Directoraat-generaal

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Totaal Beleidsdepartement Financiën

300.138

384.343

374.166

362.508

356.294

342.950

341.877

Generale Thesaurie

26.767

31.567

30.821

30.806

30.806

30.005

29.113

DG Rijksbegroting

29.486

38.438

32.286

31.509

31.489

31.489

31.489

SG/pSG-cluster

223.298

285.360

280.728

272.389

266.195

254.252

254.071

DG Fiscale Zaken

20.585

24.634

26.006

23.480

23.480

22.880

22.880

Inspectie belastingen toeslagen douane

1.000

4.344

4.325

4.324

4.324

4.324

4.324

Artikel 10 Nog onverdeeld

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 60 Budgettaire gevolgen artikel 10 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

0

49.858

98.154

91.417

92.422

90.514

88.875

        

Uitgaven

0

41.007

98.154

91.417

92.422

87.644

86.005

        

Nog te verdelen

0

41.007

98.154

91.417

92.422

87.644

86.005

Loonbijstelling programma

0

2.340

0

0

0

0

0

Loonbijstelling apparaat

0

15.982

8.948

8.251

7.579

7.621

7.580

Prijsbijstelling apparaat

0

17.132

12.832

9.898

9.624

9.682

9.650

Onvoorzien programma

0

1.526

25.194

19.692

35.115

19.730

15.118

Onvoorzien apparaat

0

4.027

51.180

53.576

40.104

50.611

53.657

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Vanuit dit artikel wordt bij de eerste suppletoire begroting toegekende loon- en prijsbijstelling naar de beleids- en apparaatsartikelen overgeboekt.

In de kabinetsreacite op het rapport «Ongekend Onrecht» van 15 januari 2021 heeft het kabinet maatregelen aangekondigd om de informatiehuishouding op orde te brengen, zowel intern als extern. Een gedeelte van deze middelen is destijds gereserveerd op artikel 10 in afwachting van concrete plannen. Van deze middelen is een gedeelte inmiddels besteed en staat nog circa € 23 mln. gereserveerd voor 2023.

Voorts staan op dit artikel middelen gereserveerd voor de uitvoeringskosten van fiscale wet- en regelgeving door DG Belastingdienst, DG Toeslagen en DG Douane. Daarnaast zijn in het coalitieakkoord nog middelen gereserveerd op de Aanvullende Post voor de uitvoering van fiscale wet- en regelgeving.

Dit artikel is tevens bedoeld om eventuele onzekere ontwikkelingen binnen de begroting van Financiën op te vangen.

5. Beleidsartikelen (Nationale Schuld)

Artikel 11 Financiering staatsschuld

A. Algemene doelstelling

Schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke kosten onder acceptabel risico voor de begroting.

B. Rol, verantwoordelijkheid en beleidsinformatie

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor de financiering van de staatsschuld. De wettelijke basis voor deze uitvoerende rol is geregeld in de Comptabiliteitswet 201644. Het Agentschap van de Generale Thesaurie van het ministerie van Financiën is namens de minister van Financiën verantwoordelijk voor de financiering van de staatsschuld.

De doelstelling van artikel 11 sluit aan bij de internationaal geaccepteerde uitgangspunten voor schuldmanagement, zoals verwoord door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank in de ‘Revised Guidelines for Public Debt Management’45. Voor de uitvoering van de schuldfinanciering wordt steeds voor meerdere jaren een beleidskader vastgesteld dat is gebaseerd op twee belangrijke pijlers: het financieringsbeleid en het renterisicokader.

Het financieringsbeleid dient er vooral toe het (her)financieringsrisico en het liquiditeitsrisico te beheersen en mitigeren. Het bestaat uit de regels en randvoorwaarden die het Agentschap hanteert bij het gebruik van financiële instrumenten voor het financieren van de staatsschuld. Zo valt niet alleen de keuze voor de schuldinstrumenten hieronder, maar bijvoorbeeld ook de communicatie naar investeerders. Drie kernwaarden staan centraal in het financieringsbeleid: consistentie, transparantie en liquiditeit. Binnen de kernwaarden probeert het Agentschap zo flexibel mogelijk te zijn, om bijvoorbeeld veranderingen in de financieringsbehoefte en marktomstandigheden gedurende het jaar op te kunnen vangen.

Het renterisicokader heeft als belangrijkste doel het beheersen van het renterisico; het risico dat de rentelasten op de staatsschuld stijgen door veranderingen in de rente. Gemiddeld genomen geldt dat hoe langer de looptijd van een lening, hoe lager het risico voor de begroting. Immers, bij gemiddeld langere financiering is het gedeelte van de staatsschuld dat jaarlijks opnieuw gefinancierd moet worden, en waarvoor dus de rente opnieuw moet worden vastgesteld, lager. Hierdoor werken tegenvallende renteontwikkelingen minder snel door in de rentelasten. Echter, hoe langer de looptijd van een financieringsinstrument, hoe hoger over het algemeen de rentekosten zijn. Er zal daarom steeds een optimale afweging gezocht moeten worden tussen kosten en risico.

Naast bovengenoemde risico’s en kernwaarden houdt het Agentschap bij het opstellen van het beleidskader verder nog rekening met onder andere valutarisico, kredietrisico (tegenpartijrisico) en operationele risico’s.

Voor de nadere invulling van de schuldfinanciering wordt op basis van het beleidskader jaarlijks in december het financieringsplan gepubliceerd, in de zogeheten Outlook46. Hierin wordt uiteengezet hoe de Staat in het komende kalenderjaar de schuldfinanciering zal uitvoeren. Schommelingen in de financieringsbehoefte worden zo veel mogelijk opgevangen op de geldmarkt. Deze werkwijze maakt het financieringsbeleid consistent en transparant en draagt bij aan het betrouwbare imago van de Nederlandse staat op de financiële markten.

Prestatie-indicatoren en kengetallen

Het beleidskader voor de periode 2020-2025 kent twee indicatoren: de gemiddelde looptijd van de schuld- en swapportefeuille en het renterisicobedrag (RRB). De gemiddelde looptijd zegt iets over de afruil tussen kosten en risico over alle toekomstige jaren samengenomen. De gemiddelde looptijd is de afgelopen jaren sterk verlengd en zal uiterlijk in 2025 minimaal 8 jaar bedragen. Het RRB is het deel van de schuld- en swapportefeuille waarover binnen 12 maanden de rente opnieuw vastgesteld moet worden, uitgedrukt als percentage van de schuld. Het RRB zegt daarmee iets over het renterisico binnen een jaar.

In 2021 heeft een tweejaarlijkse evaluatie plaatsgevonden welke heeft geleid tot een nadere aanscherping van het risicokader. Aanleiding voor de aanscherping zijn onder andere de hogere staatsschuld en de behoefte om de huidige rentes voor een langere periode vast te leggen. De grens voor het renterisicobedrag (RRB) is per 2022 bijgesteld van 30% naar 25%. Verder is voor het kalenderjaar 2022 een minimum gesteld voor de gemiddelde looptijd van 7,9 jaar in plaats van een bandbreedte tussen 6 en 8 jaar. Het Agentschap zal voor aanvang van elk nieuw kalenderjaar een jaarlijkse looptijdtarget vaststellen die bijdraagt aan de doelstellingen van het risicokader en inspeelt op de laatste markt- en financieringsontwikkelingen. De looptijdtarget voor het eerstvolgende kalenderjaar zal steeds in december worden vastgesteld en gepubliceerd in de Outlook voor het komende jaar, alsmede een invulling van de staatsschuldfinanciering waarmee deze naar verwachting te behalen is.

Tabel 61 Kengetallen risico staatsschuldfinanciering 2022-2025
 

2021

2022-2025

Gemiddelde looptijd staatsschuld (streefwaarden in jaren)

7,9

min. 8,0

RRB (max.)

22,6%

25%

C. Beleidswijzigingen

Voor de periode 2020 tot en met 2025 is een beleidskader ingesteld. In 2025 zal het kader door middel van een beleidsdoorlichting voor het gehele artikel 11 integraal worden geëvalueerd. Daarnaast voert het Agentschap minimaal tweejaarlijks een interne evaluatie uit, die in 2023 voor de tweede keer zal plaatsvinden. Een interne kort cyclische evaluatie, en indien noodzakelijk herziening van het beleid, biedt de kans om sneller en flexibeler te kunnen inspelen op ontwikkelingen in de markt (bijvoorbeeld ten aanzien van rente, ECB-beleid, liquiditeit) en om economische en budgettaire ontwikkelingen en vooruitzichten sneller tot uitdrukking te laten komen in het beleidskader voor de financiering van de staatsschuld. Op die manier wordt bereikt dat steeds op basis van de dan geldende omstandigheden wordt bezien of bijstelling van het beleidskader gewenst is, zonder van tevoren een precieze reactiefunctie vast te leggen. Hiermee wordt ook voldoende flexibiliteit gecreëerd.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 62 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 Financiering staatsschuld (bedragen x € 1 mln)1

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

46.538

35.075

36.166

37.157

24.421

31.866

35.909

        

Uitgaven

46.538

35.075

36.166

37.157

24.421

31.866

35.909

        

Opdrachten

16

21

17

17

17

17

17

Overige kosten

16

21

17

17

17

17

17

        

Rente

4.459

4.255

4.544

4.323

4.456

4.558

4.722

Rente vaste schuld

4.447

4.255

4.133

4.274

4.369

4.449

4.614

Rente vlottende schuld

0

0

411

49

87

109

108

Voortijdige beëindiging schuld

4

0

0

0

0

0

0

Rente derivaten kort

4

0

0

0

0

0

0

Voortijdige beëindiging derivaten

4

0

0

0

0

0

0

        

Leningen

42.063

30.799

31.605

32.817

19.948

27.291

31.170

Aflossing vaste schuld

16.543

30.799

31.605

32.817

19.948

27.291

31.170

Mutatie vlottende schuld

25.521

0

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

60.641

46.837

58.126

55.582

45.306

49.161

53.329

        

Rente

2.570

693

268

240

242

222

197

Rente vlottende schuld

212

105

30

30

30

20

11

Rente derivaten lang

826

588

238

210

212

202

186

Voortijdige beëindiging derivaten

1.533

0

0

0

0

0

0

        

Leningen

58.071

46.144

57.858

55.342

45.064

48.939

53.132

Uitgifte vaste schuld

58.071

42.500

57.858

55.342

45.064

48.939

53.132

Mutatie vlottende schuld

0

3.644

0

0

0

0

0

X Noot
1

Als gevolg van afronding op miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.

Tabel 63 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2023

juridisch verplicht

99,95%

bestuurlijk gebonden

0,00%

beleidsmatig gereserveerd

0,05%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,00%

Budgetflexibiliteit

De beleidsmatige ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de algemene doelstelling bestaan uit renteontvangsten en -betalingen als gevolg van transacties op de geld- en de kapitaalmarkt. Omdat de verplichtingen voornamelijk voortvloeien uit de in het verleden opgebouwde schuld is de budgetflexibiliteit voor dit artikel zeer gering. De uitgaven zijn voor 99,95% als juridisch verplicht aan te merken. Enkele overige kosten (€ 17,0 mln.), zoals advieskosten en drukkosten, zijn niet juridisch verplicht.

Aangezien de (betalings)verplichtingen van de aangegane staatsschuld voortvloeien uit beleids- en bedrijfsvoeringsuitgaven die ten laste van andere begrotingen komen, heeft een verplichtingenbenadering (als begrotingsstelsel) voor de begroting van Nationale Schuld noch uit het oogpunt van budgettaire beheersing, noch uit het oogpunt van budgetrecht meerwaarde ten opzichte van het kasstelsel. Om die reden is in de Comptabiliteitswet 2016 bepaald dat voor de uitgaven ten laste van de begroting van Nationale Schuld de verplichtingen in een jaar gelijkgesteld mogen worden aan de uitgaven in dat jaar.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Opdrachten

Het leeuwendeel van de overige kosten bestaat uit provisiekosten voor de Primary Dealers. De Nederlandse staat maakt gebruik van een stelsel van momenteel 12 banken (de Primary Dealers) voor de distributie en promotie van Nederlandse staatsleningen. De Primary Dealers verplichten zich onder andere om DSL’s af te nemen, te verspreiden en te promoten. Tot de verplichtingen behoren ook een maandelijkse rapportage over de verrichte activiteiten op de secundaire markt en het quoteren van prijzen voor Dutch State Loans (DSL’s) en Dutch Treasury Certificates (DTC’s).

Rente

Rente vaste schuld

Onder vaste schuld wordt schuld met een oorspronkelijke looptijd langer dan een jaar verstaan. De vaste schuld bestaat voornamelijk uit Nederlandse staatsleningen (Dutch State Loans, DSL’s), waarvoor de rentekosten voor een groot deel vastliggen. Deze rentekosten zijn grotendeels het gevolg van de tekortontwikkeling en schuldopbouw uit het verleden, en van de keuzes die toen gemaakt zijn in het financieringsbeleid en het risicomanagement.

Rente vlottende schuldOnder vlottende schuld wordt schuld verstaan met een oorspronkelijke looptijd korter dan één jaar. Deze schuld bestaat voor het grootste deel uit schatkistpapier met een looptijd van 3 tot 6 maanden (Dutch Treasury Certificates, DTC’s) en Commercial Paper (CP)47 meestal met een looptijd tussen een week en drie maanden. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om tijdelijk overtollige middelen als gevolg van een positief kassaldo uit te zetten op de geldmarkt. De verwachting is dat de korte rente vanaf 2022 weer positief zal zijn, waardoor er op de nieuwe kortlopende leningen weer rente betaald moet worden.

Voortijdige beëindiging schuld

Uit cashmanagementoverwegingen kunnen DSL’s ingekocht worden. Op die manier worden grote pieken in de aflossingen verkleind en worden aflosmomenten gekozen die beter aansluiten bij het kasbeheer. Het gaat hier alleen om DSL’s die op het moment van inkoop in de komende 24-maands periode afgelost worden. Het verschil tussen het nominale bedrag dat wordt ingekocht en het bedrag dat daarvoor wordt betaald, wordt tot de rentelasten of rentebaten gerekend. Voortijdige beëindigingen zijn niet EMU-saldorelevant, omdat zij als een financiële transactie worden beschouwd.

Rentelasten derivaten kort

De Staat geeft kortlopend schuldpapier uit met looptijden variërend van enkele dagen tot maximaal 12 maanden. Op basis van evaluaties is bepaald dat het optimaal is om de geldmarkt te financieren tegen daggeldtarief. Daartoe worden €STR-swaps afgesloten. €STR is de afkorting van Euro short-term rate. €STR is de eendaagse referentierente voor het eurogebied. Ook hier geldt dat het saldo van de rentebaten en rentelasten wordt weergegeven.

Leningen

Aflossing vaste schuld

Ieder jaar wordt een deel van de vaste schuld afgelost omdat het einde van de looptijd van leningen wordt bereikt. Daarnaast kan vanuit cashmanagementoverwegingen besloten worden DSL’s deels vervroegd af te lossen.

Ontvangsten

Rente

Rente vlottende schuld

Door de negatieve rentestanden is er in 2022 op de kortlopende leningen rente ontvangen en op de uitgezette middelen rente betaald. Om die reden wordt de raming van de rente vlottende schuld voor 2022 gesaldeerd weergegeven bij de rentebaten. De verwachting van het CBP is dat de korte rente in 2023 weer positief zal zijn. Verder vallen ook de rentebaten over de overgenomen leningen aan ABN AMRO (voorheen Fortis Bank Nederland) onder deze rubriek.

Rente derivaten lang

Binnen het renterisicokader is een streefwaarde gedefinieerd voor de gemiddelde looptijd van de schuldportefeuille en een maximale waarde voor het renterisicobedrag (RRB). Rentederivaten worden gebruikt om op deze waarden bij te sturen. Op deze derivaten wordt zowel rente ontvangen als betaald. Wanneer er per saldo rente betaald respectievelijk ontvangen wordt, wordt dit tot de rentelasten respectievelijk rentebaten derivaten gerekend. Voor de jaren 2023-2027 zijn voor de renteswaps rentebaten voorzien. Deze rentebaten tellen sinds de overgang naar nieuwe Europese boekhoudregels in september 2014 niet meer mee in de bepaling van het EMU-saldo. Zij hebben wel effect op de EMU-schuld.

Voortijdige beëindiging derivaten

Uit overwegingen van risicomanagement kan besloten worden om renteswaps met een positieve marktwaarde voortijdig te beëindigen. Bij het voortijdig beëindigen van een renteswap met positieve marktwaarde wordt de netto contante waarde van alle toekomstige rentestromen in één keer ontvangen. Deze rentestromen tellen sinds de overgang naar nieuwe Europese boekhoudregels in september 2014 niet meer mee in de bepaling van het EMU-saldo. Zij hebben wel effect op de EMU-schuld. De opbrengsten uit voortijdige beëindiging van swaps worden niet geraamd omdat van tevoren niet bekend is in welke mate van dit instrument gebruik wordt gemaakt.

Leningen

Uitgifte vaste schuld en mutatie vlottende schuld

De raming van de uitgifte van vaste schuld is gebaseerd op de jaarlijkse financieringsbehoefte. De financieringsbehoefte bestaat uit de omvang van de af te lossen vaste schuld, de uitstaande schuld op de geldmarkt van het jaar ervoor en de raming van het kassaldo van de Rijksoverheid. Voor toekomstige jaren wordt verondersteld dat de uitstaande schuld op de geldmarkt gelijk blijft en het resterende deel van de financieringsbehoefte op de kapitaalmarkt wordt gedekt door de uitgifte van DSL’s. In deze veronderstelling muteert de geldmarkt niet, maar blijft het gelijk. De verwachte verhouding tussen financiering op de geldmarkt en financiering op de kapitaalmarkt wordt jaarlijks bekend gemaakt bij de publicatie van het financieringsplan (Outlook) in december.

Artikel 12 Kasbeheer

A. Algemene doelstelling

Optimaal kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd.

B. Rol, verantwoordelijkheid en beleidsinformatie

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor het beheer van publieke middelen en de bijbehorende geldstromen. De wettelijke basis is geregeld in de Comptabiliteitswet 201648 en nader uitgewerkt in de Regeling schatkistbankieren RWT’s en andere rechtspersonen49 (voor RWT’s), de Wet financiering decentrale overheden50 (voor decentrale overheden), de Wet financiering sociale verzekeringen51 en de Zorgverzekeringswet52 (voor sociale fondsen) en de Regeling Agentschappen53 (voor agentschappen).

Het kasbeheer is onder te verdelen in het schatkistbankieren en het betalingsverkeer van de Rijksoverheid.

Bij schatkistbankieren heeft de minister van Financiën een beleidsmatige en uitvoerende rol. De uitvoering van het schatkistbankieren is belegd bij het Agentschap van de Generale Thesaurie. Schatkistbankieren houdt in dat deelnemers hun liquide (overtollige) middelen aanhouden bij het ministerie van Financiën (de schatkist). De publieke middelen verlaten de schatkist niet eerder dan noodzakelijk voor de uitvoering van de publieke taak. Daarnaast kunnen onder voorwaarden sommige categorieën deelnemers aan schatkistbankieren ook leningen afsluiten.

Het schatkistbankieren heeft drie doelstellingen: reductie van de EMU-schuld, risicoreductie en doelmatig kasbeheer. Door alle overtollige middelen binnen de overheid te concentreren bij het ministerie van Financiën vermindert de leenbehoefte van de overheid als geheel. Deze lagere leenbehoefte zorgt voor een lagere EMU-schuld. Het risico dat deelnemers lopen met hun overtollige middelen is kleiner doordat er minder geld bij externe partijen in beheer is. Het kasbeheer is doelmatiger doordat, over de gehele collectieve sector bezien, deelnemers met een leenfaciliteit besparen op hun rentekosten omdat het ministerie van Financiën tegen lagere rentetarieven uitleent dan marktpartijen.

Het betalingsverkeer van het Rijk wordt door commerciële partijen uitgevoerd. Periodiek wordt hiertoe het betalingsverkeer, dat verdeeld is in verschillende zogenaamde percelen, aanbesteed. Het ministerie van Financiën coördineert deze aanbestedingen. Door deze aanbestedingen worden commerciële partijen geprikkeld om hun diensten tegen een zo gunstig mogelijke prijs-kwaliteitverhouding aan te bieden. De doelstelling van het betalingsverkeer is het waarborgen en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening en het bewaken van de kosten hiervan.

Kengetallen

Het schatkistbankieren kent kengetallen die laten zien hoeveel deelnemers er zijn, wat de omvang is van de aangehouden en uitgeleende middelen én wat de bijdrage is aan het reduceren van de EMU-schuld. De EMU-schuld bestaat uit alle schulden van de collectieve sector aan instellingen buiten de overheid. Doordat de deelnemers aan het schatkistbankieren hun overtollige middelen bij het Rijk aanhouden, hoeft het Rijk minder te lenen. Het gevolg is dat de omvang van de totale extern uitstaande schuld van de hele collectieve sector daalt en daardoor de EMU-schuld afneemt.

Tabel 64 Deelnemers en omvang middelen (ultimo 2021)
 

Aantal deelnemers

Overtollige middelen in rekening-courant en deposito

Verstrekte leningen en roodstand

(bedragen x € 1 mld.)

(bedragen x € 1 mld.)

Agentschappen

28

2,7

7,6

RWT’s en derden

556

17,1

4,9

Sociale fondsen

3

21,0

10,9

Decentrale overheden

704

15,0

0,0

Totaal

1291

55,8

23,4

Tabel 65 EMU-schuldreductie (ultimo 2021)

In miljarden euro

€ 55,8 mld.

In procenten bbp

6,48%

C. Beleidswijzigingen

In 2023 zijn geen beleidswijzigingen voorzien. Er wordt wel een onderzoek gestart naar groen schatkistbankieren. Hiermee zal onderzocht worden of het doelmatig en doeltreffend is om RWT’s en andere deelnemers aan het schatkistbankieren leningen uit de schatkist te laten gebruiken voor klimaatdoelstellingen (zoals het financieren van isolatiemaatregelen via een schatkistlening).

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 66 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 Kasbeheer (bedragen x € 1 mln.)1

Omschrijving

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

1.511

2.121

2.719

1.987

2.092

2.174

2.195

        

Uitgaven

1.511

2.121

2.719

1.987

2.092

2.174

2.195

        

Rente

34

121

919

187

292

374

395

Rente kasbeheer

34

121

919

187

292

374

395

        

Leningen

1.477

2.000

1.800

1.800

1.800

1.800

1.800

Verstrekte leningen

1.477

2.000

1.800

1.800

1.800

1.800

1.800

        

Ontvangsten

17.632

14.208

11.249

8.094

8.745

8.579

6.003

        

Rente

95

94

101

122

117

111

107

Rente kasbeheer

95

93

101

122

117

111

107

Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer

0

1

0

0

0

0

0

        

Leningen

981

1.228

971

1.053

1.172

1.179

1.309

Ontvangen aflossingen

981

1.228

971

1.053

1.172

1.179

1.309

        

Mutaties in rekening-courant en deposito's

16.556

12.886

10.177

6.918

7.456

7.288

4.586

Mutaties in rekening courant en deposito

16.556

12.886

10.177

6.918

7.456

7.288

4.586

X Noot
1

Als gevolg van afronding op miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.

Tabel 67 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2023

juridisch verplicht

100%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Budgetflexibiliteit

De uitgaven en ontvangsten op dit artikel zijn voor 100% als juridisch verplicht aan te merken. Alle rentelasten en -baten zijn juridisch verplicht omdat deze volgen uit de leningen, deposito’s en rekening-courant-tegoeden die deelnemers in de schatkist aanhouden. De andere uitgaven en ontvangsten volgen ook uit de toename of afname van de middelen die door deelnemers in de schatkist worden aangehouden of uit de schatkist worden geleend.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven en ontvangsten

De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit drie onderdelen: rente, leningen en mutaties in rekening-courant en deposito.

Rente

Onder de rentelasten vallen de rentebetalingen van het Rijk aan de deelnemers van schatkistbankieren. Deelnemers ontvangen rente over een positief saldo op hun rekening-courant en op de deposito’s die ze bij de schatkist hebben geplaatst. De rentebaten bestaan uit de door deelnemers aan het Rijk betaalde rente op leningen en op roodstanden in rekening-courant. De verwachte rentelasten zijn vanaf 2022 hoger dan de verwachte rentebaten vanwege de verwachting van het CPB dat de korte rente weer positief zal zijn.

Leningen

De posten verstrekte leningen en ontvangen aflossingen geven de geraamde uitgifte van nieuwe leningen (uitgave voor het Rijk) en de aflossingen op eerder afgesloten leningen (ontvangst voor het Rijk) weer. Als leningen voortijdig worden beëindigd dan worden deze afgelost tegen de marktwaarde van de lening op dat moment of is een boetebedrag verschuldigd (afhankelijk van het type deelnemer). Hierdoor kan gedurende het jaar een extra uitgave of ontvangst voor het Rijk ontstaan. Deze worden geboekt als uitgaven of ontvangsten bij voortijdige beëindiging.

Mutaties in rekening-courant en deposito’s

De posten toename en afname saldi in rekening-courant54 en deposito’s55 geven het bedrag weer dat naar verwachting door alle deelnemers in de schatkist wordt gestort (ontvangst voor het Rijk) of juist wordt opgenomen (uitgave voor het Rijk). Voor 2023 wordt een instroom van middelen van € 10,2 mld. geraamd.

6. Bijlagen

Bijlage 1: ZBO's en RWT's

Tabel 68 Overzicht Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (vallend onder het ministerie van Financiën)

Naam organisatie

zbo/rwt

Begrotingsartikel

Begrotingsramingen

Uitgevoerde evaluatie zbo onder Kaderwet

Volgende evaluatie zbo

Waarderingskamer

zbo en rwt

Artikel 1

2.446

Link

2022

Autoriteit Financiële Markten (AFM)

zbo en rwt

Artikel 2

705

Link

2026

De Nederlandsche Bank (DNB)

zbo en rwt

Artikel 2

2.020

Link

2026

Stichting Waarborgfonds Motorverkeer

rwt

Artikel 2

0

Evaluatieplicht niet van toepassing

Evaluatieplicht niet van toepassing

Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars (NBM)

rwt

Artikel 2

0

Evaluatieplicht niet van toepassing

Evaluatieplicht niet van toepassing

Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA)

zbo

Artikel 2

0

Link

2023

Stichting administratiekantoor financiële instellingen (NLFI)

rwt

Artikel 3

5.096

Evaluatieplicht niet van toepassing

Evaluatieplicht niet van toepassing

Tabel 69 Overzicht Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (vallend onder andere ministeries)

Naam organisatie

Ministerie

zbo/rwt

Begrotingsartikel

Begrotingsramingen

Kadaster

Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties

zbo en rwt

Artikel 1

2.849

Kamer van Koophandel

Economische Zaken en Klimaat

zbo en rwt

Artikel 1

339

RDW

Infrastructuur en Waterstaat

zbo en rwt

Artikel 1

2.900

Nationale Politie

Justitie en Veiligheid

rwt

Artikel 1

991

Autoriteit Consument en Markt (ACM)

Economische Zaken en Klimaat

zbo

Artikel 2

655

Autoriteit Persoonsgegevens (AP)

Justitie en Veiligheid

zbo

Artikel 2

363

Bijlage 2: Specifieke uitkeringen

Tabel 70 Overzicht Specifieke Uitkeringen (SPUKS) (bedragen x € 1.000)

SiSa nr.

Onderdeel

Toelichting

2022

2023

2024

2025

2026

2027

B1

Naam

Regeling specifieke uitkering gemeentelijke hulp gedupeerden toeslagenproblematiek

 

Korte duiding

Ten behoeve van gemeentelijke hulp aan Toeslagengedupeerden is in 2020 via deze specifieke uitkering circa. € 10,8 mln. (100% voorschot; tevens circa. € 214.000 via het BTW-compensatiefonds) ter beschikking gesteld aan 344 gemeenten. Gemeenten kunnen deze middelen tot en met 2023 inzetten en verantwoorden.

      
 

Juridische grondslag

Ministeriële regeling

      
 

Maatschappelijke effecten

Deze uitkering stelt gemeenten in staat om gedupeerden in het kader van het Toeslagenherstel van adequatie «brede hulp» op de vijf gemeentelijke hulpgebieden te voorzien. Dit draagt bij aan de doelstelling van de Toeslagenherstelactie: compensatie en herstel, zodat gedupeerden zo snel mogelijk hun leven weer kunnen oppakken.

      
 

Ontvangende partijen

344 Nederlandse gemeenten

      
 

Artikel

1. Belastingen

      

B2

Naam

Regeling specifieke uitkering gemeentelijke hulp aan gedupeerden kinderopvangtoeslagproblematiek 2021

 

Korte duiding

Ten behoeve van gemeentelijke hulp aan Toeslagengedupeerden is in 2021 via deze tweede specifieke uitkering circa. € 11,8 mln. (25% voorschot van totaal beschikbare € 47,2 mln.; tevens € 935.000 via het BTW-compensatiefonds) ter beschikking gesteld aan 352 gemeenten. Gemeenten kunnen deze middelen tot en met 2025 inzetten en verantwoorden. Deze tweede specifieke uitkering «vervangt» en verbreedt de eerste specifieke uitkering op dit onderwerp (2020). Dit betekent dat gemeenten de onder de eerste specifieke uitkering ontvangen middelen voorts verantwoorden als onderdeel van de verantwoordingen over de tweede specifieke uitkering). Op het moment van schrijven wordt gewerkt aan een verdere verbreding van de tweede specifieke uitkering voor onder meer de hulp aan ex-partners en (uitwonende) kinderen van gedupeerden en vanwege mogelijke meerkosten bij gemeenten ten opzichte van de bestaande regeling. Voor deze uitbreiding is cumulatief nog eens € 141 mln. beschikbaar op de begroting IXB Financiën.

      
 

Juridische grondslag

Ministeriële regeling

      
 

Maatschappelijke effecten

Deze uitkering stelt gemeenten in staat om gedupeerden in het kader van het Toeslagenherstel van adequatie «brede hulp» op de vijf gemeentelijke hulpgebieden te voorzien. Dit draagt bij aan de doelstelling van de Toeslagenherstelactie: compensatie en herstel, zodat gedupeerden zo snel mogelijk hun leven weer kunnen oppakken.

      
 

Ontvangende partijen

352 Nederlandse gemeenten

      
 

Artikel

13. Toeslagen

      
         

Totaal

 

      

Bijlage 3: Verdiepingshoofdstuk

Artikel 1 Belastingen

Tabel 71 Uitgaven beleidsartikel 1 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

3.098.706

3.004.037

2.825.549

2.764.801

2.747.542

 

Mutatie incidentele suppletoire begroting

17.700

9.700

    

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

‒ 13.629

76.349

101.018

37.564

1.491

 
       

Nieuwe mutaties

      

Herstellen, verbeteren en borgen

14.680

     

Loon- en prijsbijstelling

111.510

107.685

101.649

99.906

99.189

 

Centrale financiering GDI

 

‒ 66.033

‒ 58.033

‒ 58.033

‒ 58.033

 

Overdracht WAU middelen vanuit AP

17.000

107.300

105.000

105.000

105.000

 

Rechtsherstel box 3

 

11.430

8.880

   

Ondermijning

8.212

14.208

19.621

20.522

20.522

 

Kasschuif WAU middelen

 

‒ 13.300

‒ 3.400

11.600

5.100

 

Bijdrage aan het generale beeld

‒ 100.000

     

Toerekening van artikel Belastingen aan artikel Douane

‒ 22.800

‒ 14.909

‒ 14.961

‒ 14.973

‒ 14.804

 

Toerekening van artikel Belastingen aan artikel Toeslagen

‒ 15.980

‒ 39.168

‒ 49.810

‒ 24.845

‒ 19.518

 

Overig & extrapolatie

3.573

41

28

‒ 22

‒ 722

2.872.898

       

Stand ontwerpbegroting 2023

3.118.972

3.197.340

3.035.541

2.941.520

2.885.767

2.872.898

Tabel 72 Ontvangsten beleidsartikel 1 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

182.389.112

185.055.210

193.338.942

198.497.064

205.426.014

 

Mutatie nota van wijziging 2022

‒ 80.000

‒ 80.000

‒ 80.000

‒ 80.000

‒ 80.000

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

‒ 5.029.198

17.444.306

18.109.328

22.594.637

26.009.771

 
       

Nieuwe mutaties

      

Pilot CFD

‒ 16.900

     

Belasting- en invorderingsrente (BIR)

12.000

‒ 10.000

‒ 25.000

‒ 37.000

‒ 39.000

 

Belastingontvangsten

7.994.699

‒ 6.271.163

17.395.639

11.872.339

12.692.414

 

Kwijtschelden publieke schulden ex-partners

 

‒ 9.100

    

Kasschuif project invorderingsrente

40.000

‒ 40.000

    

Extrapolatie

     

255.792.660

       

Stand ontwerpbegroting 2023

185.309.713

196.089.253

228.738.909

232.847.040

244.009.199

255.792.660

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven

Herstellen, verbeteren en borgen

De mutatie van € 14,7 mln. omvat de personele inzet omtrent de communicatie met burgers en bedrijven over hun registratie in de Fraude Signalerings Voorziening (FSV) en het verwerken van hun reacties (AVG verzoeken, FSV meldingen, klachten, bezwaren en beroep) in 2022.

Loon- en prijsbijstelling

De tranche 2022 van de loon- en prijsbijstelling is in de eerste suppletoire begroting toegevoegd aan de begroting van Financiën (artikel 10). De loon- en prijsbijstelling wordt nu naar rato verdeeld over de artikelen.

Centrale financiering GDI

Deze mutatie betreft de structurele overboeking van middelen naar BZK ten behoeve van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) die per 2023 centraal wordt gefinancieerd door BZK.

Overdracht WAU middelen vanuit AP

In het coalitieakkoord van Rutte IV zijn middelen gereserveerd op de Aanvullende Post voor dienstverlening/Werk aan Uitvoering/ICT om de dienstverlening te verbeteren en te versterken56. Vanuit deze Aanvullende Post worden middelen overgeheveld naar de begroting van Financiën. Hiermee is tot en met 2031 het leveren van 600.000 ICT-dagen geborgd en zijn middelen beschikbaar gesteld voor inningscapaciteit bij de Belastingdienst.

Rechtsherstel box 3

Voor de uitvoering van de werkzaamheden voor het rechtsherstel box 3 worden extra uitgaven in 2023 en 2024 voorzien en toegevoegd aan de begroting van Financiën. Eerder zijn middels een incidentele suppletoire begroting middelen beschikbaar gesteld57. De herstelwerkzaamheden box 3 zijn per 1 juli 2022 gestart58.

Ondermijning

Het demissionaire kabinet Rutte III heeft middelen beschikbaar gesteld voor de bestrijding van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit vanaf 2022. Er worden middelen overgeheveld naar artikel 1 van de begroting van Financiën voor ondermijning-gerelateerde doelstellingen van de FIOD, het versterken van de aanpak criminele geldstromen in internationaal verband en voor een technologische intensivering in het anti money laundering centre (AMLC).

Kasschuif WAU middelen

Zie toelichting «Overdracht WAU middelen vanuit AP» hierboven. Met een kasschuif worden de middelen die bij het coalitieakkoord gereserveerd waren in het gewenste ritme gezet.

Bijdrage aan het generale beeld

De Belastingdienst draagt € 100 mln. aan middelen die in 2022 niet meer tot besteding komen af aan het generale beeld. Het betreft onder andere vrijval van middelen voor externe inhuur in verband met de krappe arbeidsmarkt, overheadskosten en ICT-uitgaven.

Toerekening van artikel Belastingen aan artikel Douane en artikel Toeslagen

Met de toerekening van uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van de Douane en Toeslagen doet, wordt inzicht gegeven in de integrale uitgaven die voor de Douane en Toeslagen worden gemaakt. Het betreft hier onder andere activiteiten als facilitaire zaken, ICT, de Belastingtelefoon en heffing en inning. Deze mutatie betreft een toerekening van middelen van artikel 1 Belastingen naar artikel 9 Douane en een toerekening van middelen van artikel 1 Belastingen naar artikel 13 Toeslagen. De toerekening vindt plaats voor alle dienstonderdelen van de Belastingdienst die uitgaven doen ten behoeve van de Douane- en/of Toeslagenprocessen. De mutaties zijn het gevolg van een toename van uitgaven die aan de Douane en Toeslagen worden toegerekend, onder meer op het gebied van ICT en facilitaire zaken.

Ontvangsten

Pilot CFD

Er wordt toegewerkt naar verzakelijking van de opdrachten tussen de Belastingdienst, Douane en Toeslagen. Hiertoe was besloten in 2022 een pilot uit te voeren waarbij de Belastingdienst aan de Douane factureert voor facilitaire werkzaamheden en levering van uniforms (vanuit de directie Centrum voor Facilitaire Dienstverlening, CFD). Op basis van de opzet van de pilot is besloten tot het terugdraaien van ontvangsten op artikel 1 Belastingen en uitgaven op artikel 9 Douane.

Belasting- en invorderingsrente (BIR)

De ontvangsten invorderingsrente worden per saldo naar beneden bijgesteld. Per juni 2022 staat er ca. € 21 mld. uitgestelde belastingschuld vanwege corona uit bij ondernemers. Gezien de openstaande schuld is toegenomen ten opzicht van de stand die bij de raming in de begroting 2022 is gehanteerd, ontstaat er enerzijds een positief effect op de te ontvangen invorderingsrente. Anderzijds gaat het kabinet uit van een derving van € 6 mld. aan belastingschuld ten opzichte van € 1,5 mld. begin 2022. De geraamde extra derving aan belastingschulden zorgt voor minder te ontvangen invorderingsrente over de coronaschuld.

Belastingontvangsten

Zie de Miljoenennota voor een toelichting op de belastingontvangsten.

Kwijtschelden publieke schulden ex-partners

De niet-belastingontvangsten worden met € 9,1 mln. negatief bijgesteld i.v.m. het kwijtschelden van publieke schulden van de ex-partners van de toeslagengedupeerden door de Belastingdienst.

Kasschuif project invorderingsrente

Voor de herstelactie ‘invorderingsrente’, die wordt opgestart n.a.v. het onjuist toepassen van wetgeving rondom de invorderingsrente en waardoor de Belastingdienst invorderingsrente zal terugbetalen, zijn middelen gereserveerd in 2022 en 2023. Met deze schuif worden de middelen in het juiste ritme gezet.

Artikel 2 Financiële markten

Tabel 73 Uitgaven beleidsartikel 2 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

27.997

22.911

22.818

22.841

22.885

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

25.551

7.646

2.916

2.285

830

 
       

Nieuwe mutaties

      

Schadeloosstelling SNS

0

1.000.000

0

0

0

 

Overig & extrapolatie

1.466

544

554

555

558

24.273

       

Stand ontwerpbegroting 2023

55.014

1.031.101

26.288

25.681

24.273

24.273

Tabel 74 Ontvangsten beleidsartikel 2 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

9.705

7.450

7.450

8.450

8.450

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

24.440

1.009

2.759

1.455

  
       

Nieuwe mutaties

      

Extrapolatie

     

8.450

       

Stand ontwerpbegroting 2023

34.145

8.459

10.209

9.905

8.450

8.450

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven

Schadeloosstelling SNSOp 1 februari 2013 is SNS Reaal genationaliseerd. De Ondernemingskamer heeft in haar uitspraak van 11 februari 2021 de hoogte van de schadeloosstelling aan bepaalde groepen personen wier effecten of vermogensbestanddelen daarbij zijn onteigend, vastgesteld op in totaal € 804,8 mln. exclusief wettelijke rente per 1 februari 2013. Tegen deze uitspraak hebben de Staat en ook de Stichting Beheer SNS Reaal cassatieberoep ingesteld bij de Hoge Raad. Daarover is de Kamer bij brief van 11 mei 2021 geïnformeerd59.

De verwachting is dat de Hoge Raad op 27 januari 2023 uitspraak doet in deze zaak. Indien de Hoge Raad de cassatieberoepen verwerpt, dan zal een uitkeringsproces worden opgestart. Daarom is in de begroting zekerheidshalve een post van het totaal aan schadeloosstelling uit te keren bedrag opgenomen, vermeerderd met geschatte wettelijke rente daarover. Indien de Hoge Raad de klachten van de Staat (gedeeltelijk) gegrond verklaart en de zaak (gedeeltelijk) terugwijst naar de Ondernemingskamer, dan is het mogelijk dat het niet tot uitkering van voornoemde bedrag zal komen en/of het uitkeringsproces langer op zich laat wachten. Het is dus niet zeker of uitbetaling van een bedrag van deze hoogte in het jaar 2023 zal plaatsvinden.

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Tabel 75 Uitgaven beleidsartikel 3 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

618.425

1.075.675

1.544.968

1.672.068

1.466.323

 

Mutatie incidentele suppletoire begroting

220.000

4.000

4.000

4.000

4.000

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

721.943

  

33.000

232.837

 
       

Nieuwe mutaties

      

Kasschuif kapitaalinjectie TenneT

1.230.000

1.332.000

‒ 360.000

338.000

‒ 1.270.000

 

Overig & extrapolatie

1.279

187

199

204

214

113.537

       

Stand ontwerpbegroting 2023

2.791.647

2.411.862

1.189.167

2.047.272

433.374

113.537

Tabel 76 Ontvangsten beleidsartikel 3 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

1.499.963

1.553.426

1.785.212

1.678.405

2.603.073

 

Mutatie incidentele suppletoire begroting

1.020

4.000

4.000

4.000

4.000

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

313.220

‒ 416.000

‒ 503.000

‒ 376.000

‒ 357.000

 
       

Nieuwe mutaties

      

Dividenden staatsdeelnemingen

20.000

40.000

30.000

 

‒ 25.000

 

Premieontvangsten garantie KLM

‒ 783

‒ 6.650

‒ 13.300

‒ 6.767

17.493

 

Renteontvangsten lening KLM

‒ 25.681

‒ 44.926

‒ 48.712

‒ 51.438

‒ 21.573

 

Aflossing lening KLM

277.083

   

‒ 277.083

 

Overig & extrapolatie

227

‒ 5.000

‒ 1.000

  

1.193.500

       

Stand ontwerpbegroting 2023

2.085.049

1.124.850

1.253.200

1.248.200

1.943.910

1.193.500

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven

Kasschuif kapitaalinjectie TenneT

Uit de berekeningen van TenneT, gevalideerd door een externe adviseur blijkt dat TenneT een totale eigenvermogensbehoefte heeft van € 9,3 mld. voor de periode 2022 t/m 2031 om haar A- rating te behouden. Dit is ca. € 4,2 mld. hoger dan de € 5,1 mld. die gereserveerd is voor TenneT. TenneT heeft hiervan tot en met 2023 € 3,1 mld. aan eigen vermogen nodig, € 2,6 mld. meer dan de € 490 mln. die is begroot. Ook voor de jaren 2024 en 2025 vallen de ingeschatte bedragen anders uit. Dit wordt door de kasschuif ondervangen.

Ontvangsten

Dividenden staatsdeelnemingen

Een actualisatie van de dividendramingen van de staatsdeelnemingen geeft voor het jaar 2022, 2023 en 2024 een positieve bijstelling (respectievelijk € 20 mln., € 40 mln. en € 30 mln. hoger dan eerder voorzien). Voor de jaren 2026 en 2027 vallen de dividendontvangsten lager uit dan eerder geraamd, respectievelijk € 25 mln. en € 35 mln.

Premieontvangsten garantie KLM

De Nederlandse staat ontvangt een premie voor de afgegeven garantie inzake de revolving credit facility (met een totale omvang van € 2,4 mld.) voor KLM. KLM heeft de banken verzocht de RCF te verlagen met € 665 mln., waardoor de garantie premie over een lager bedrag wordt berekend. Daarom worden de premieontvangsten (gedurende de looptijd) naar beneden bijgesteld.

Renteontvangsten lening KLM

De Nederlandse staat heeft een lening verstrekt aan KLM. De aflossing van de gehele lening stond geraamd in 2026, maar KLM maakt gebruik van de mogelijkheid om kosteloos vervroegd af te lossen en lost de uitstaande lening van € 277 mln. in 2022 af. Gezien KLM alleen rente betaalt over het getrokken deel van de lening, wijzigen de renteontvangsten na de vervroegde aflossing van € 277 mln. Voor 2022 worden de renteontvangsten naar beneden bijgesteld, vanaf 2023 staan de renteontvangsten op nul geraamd.

Aflossing lening KLM

Zie ook de toelichting hierboven. KLM maakt gebruik van de mogelijkheid om kosteloos vervroegd af te lossen en lost de uitstaande lening van € 277 mln. in 2022 af. Daarmee bedraagt de uitstaande lening na aflossing nul, en de opvraagbare lening € 723 mln.

Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Tabel 77 Uitgaven beleidsartikel 4 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

402.972

400.272

377.205

397.062

395.430

 

Mutatie incidentele suppletoire begroting

200.040

20

20

20

20

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

‒ 129

‒ 1.129

‒ 22.224

‒ 26.606

‒ 24.248

 
       

Nieuwe mutaties

      

Kapitaalinleg ESM

 

176.000

    

Overig & extrapolatie

291

‒ 4.936

‒ 936

64

64

282.722

       

Stand ontwerpbegroting 2023

603.174

570.227

354.065

370.540

371.266

282.722

Tabel 78 Ontvangsten beleidsartikel 4 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

165.107

161.873

164.832

168.857

168.280

 

Mutatie incidentele suppletoire begroting

0

5.004

5.004

5.004

5.004

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

159.919

‒ 150.343

13.977

11.919

11.112

 
       

Nieuwe mutaties

      

Extrapolatie

     

216.271

       

Stand ontwerpbegroting 2023

325.026

16.534

183.813

185.780

184.396

216.271

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven

Kapitaalinleg ESM

De kapitaalsleutel voor verdeling van de kapitaalinleg voor het ESM moet worden aangepast door toetreding van Kroatië. Er wordt € 176 mln. gereserveerd voor de aanpassing van de kapitaalsleutel.

Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

Tabel 79 Uitgaven beleidsartikel 5 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

221.941

176.291

166.291

151.291

151.291

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

‒ 15

75

75

75

75

 
       

Nieuwe mutaties

      

Extrapolatie

     

151.366

       

Stand ontwerpbegroting 2023

221.926

176.366

166.366

151.366

151.366

151.366

Tabel 80 Ontvangsten beleidsartikel 5 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

131.076

111.175

111.363

109.363

109.363

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

‒ 1.685

‒ 1.993

‒ 3.157

‒ 3.156

‒ 3.139

 
       

Nieuwe mutaties

      

Extrapolatie

     

104.607

       

Stand ontwerpbegroting 2023

129.391

109.182

108.206

106.207

106.224

104.607

Artikel 6 Btw-compensatiefonds

Tabel 81 Uitgaven beleidsartikel 6 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

3.663.678

3.661.856

3.661.856

3.661.856

3.661.856

 

Mutatie nota van wijziging 2022

702

     

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

14.757

1.491

‒ 1.612

‒ 1.623

‒ 1.897

 
       

Nieuwe mutaties

      

Bijstelling BCF

74.495

97.491

100.594

100.605

196.879

 

Overig & extrapolatie

7.206

    

3.760.838

       

Stand ontwerpbegroting 2023

3.760.838

3.760.838

3.760.838

3.760.838

3.856.838

3.760.838

Tabel 82 Ontvangsten beleidsartikel 6 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

3.663.678

3.661.856

3.661.856

3.661.856

3.661.856

 

Mutatie nota van wijziging 2022

702

     

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

14.757

1.491

‒ 1.612

‒ 1.623

‒ 1.897

 
       

Nieuwe mutaties

      

Bijstelling BCF

74.495

97.491

100.594

100.605

196.879

 

Overig & extrapolatie

7.206

    

3.760.838

       

Stand ontwerpbegroting 2023

3.760.838

3.760.838

3.760.838

3.760.838

3.856.838

3.760.838

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven en ontvangsten

Bijstelling BCF

Deze mutatie betreft een bijstelling van de raming van het Btw-compensatiefonds (BCF) op basis van de beschikking van het afgelopen jaar, betalingen van het vierde kwartaal van het afgelopen jaar en driemaal het voorschot van het eerste kwartaal uit het lopende jaar.

Artikel 8 Apparaat

Tabel 83 Uitgaven artikel 8 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

332.766

312.652

307.881

308.013

307.689

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

40.592

50.310

43.311

37.835

24.782

 
       

Nieuwe mutaties

      

Loon- en prijsbijstelling

10.813

9.839

9.675

9.681

9.672

 

Bijdrage aan het generale beeld

‒ 3.000

     

Overig & extrapolatie

3.172

1.365

1.641

765

807

341.877

       

Stand ontwerpbegroting 2023

384.343

374.166

362.508

356.294

342.950

341.877

Tabel 84 Ontvangsten artikel 8 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

54.137

53.995

53.995

53.995

53.995

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

1.434

577

874

2.324

1.524

 
       

Nieuwe mutaties

      

Overig & extrapolatie

2.997

    

55.399

       

Stand ontwerpbegroting 2023

58.568

54.572

54.869

56.319

55.519

55.399

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven

Loon- en prijsbijstelling

De tranche 2022 van de loon- en prijsbijstelling is in de eerste suppletoire begroting toegevoegd aan de begroting (artikel 10). De loon- en prijsbijstelling wordt nu naar rato verdeeld over de artikelen.

Bijdrage aan het generale beeld

De apparaatsuitgaven op artikel 8 Apparaat vallen lager uit dan verwacht. Dit wordt onder andere veroorzaakt door personeelsverloop en krapte op de arbeidsmarkt, waardoor het langer duurt om vacatures te vervullen. Deze onderuitputting komt ten gunste van het generale beeld.

Artikel 9 Douane

Tabel 85 Uitgaven beleidsartikel 9 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

670.411

674.412

677.257

673.367

673.192

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

4.701

7.939

7.939

7.974

8.093

 
       

Nieuwe mutaties

      

Loon- en prijsbijstelling

15.632

15.101

15.171

14.997

15.004

 

Ondermijning

740

7.070

9.740

7.500

7.650

 

Pilot CFD

‒ 16.900

     

Sancties

 

5.300

5.300

   

Uitvoeringskosten douane (sancties Rusland/Belarus) van artikel 10

49.000

     

Kasschuif uitvoeringskosten douane (sancties Rusland/Belarus)

‒ 49.000

10.900

13.600

13.600

10.900

 

Toerekening van artikel Belastingen aan artikel Douane

22.800

14.909

14.961

14.973

14.804

 

Overig & extrapolatie

‒ 2.141

681

568

618

618

717.423

       

Stand ontwerpbegroting 2023

695.243

736.312

744.536

733.029

730.261

717.423

Tabel 86 Ontvangsten beleidsartikel 9 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

605

605

605

605

605

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

0

0

0

0

0

 
       

Nieuwe mutaties

      

Extrapolatie

     

605

       

Stand ontwerpbegroting 2023

605

605

605

605

605

605

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven

Loon- en prijsbijstelling

De tranche 2022 van de loon- en prijsbijstelling is in de eerste suppletoire begroting 2022 toegevoegd aan de begroting (artikel 10 Nog Onverdeeld). De loon- en prijsbijstelling is naar rato verdeeld over de artikelen.

Ondermijning

Bij Voorjaarsnota 2022 is door het kabinet € 524 mln., waarvan € 434 mln. structureel, vrijgemaakt voor de bestrijding van ondermijnende criminaliteit. De Douane heeft een claim ingediend bij het ministerie van Justitie enVeiligheid voor de versterking/uitbreiding van het cameratoezicht in havens en kleine luchthavens. Het betreft investeringen in het versterken van douanetoezicht door uitbreiding van cameratoezicht op plaatsen die kwetsbaar zijn voor ondermijnende criminaliteit, en het versterken van de mainportaanpak door het structureel bewaken van voor controle geselecteerde containers op haventerminals. Deze plannen versterken de bijdrage van de Douane aan de aanpak van ondermijnende criminaliteit en passen bij de plannen van het ministerie van Justitie enVeiligheid om de weerbaarheid van de zee- en luchthavens tegen ondermijning te vergroten.

Pilot CFD

Er wordt toegewerkt naar verzakelijking van de opdrachten tussen de Belastingdienst, Douane en Toeslagen. Hiertoe was besloten in 2022 een pilot uit te voeren waarbij de Belastingdienst aan de Douane factureert voor facilitaire werkzaamheden en levering van uniforms. Op basis van de opzet van de pilot is besloten tot het terugdraaien van ontvangsten op artikel 1 Belastingen en uitgaven op artikel 9 Douane. Er wordt gewerkt aan een nieuwe pilot.

Sancties

De handhaving van de sanctiemaatregelen Rusland vereisten sinds 2014 een specifieke en massieve inzet van de Douane. Daarnaast vormden ook andere ontwikkelingen de aanleiding om in 2018 met een aanvullende claim te komen. Niet enkel ten aanzien van Rusland, maar sanctiemaatregelen breed. De claim was reeds tot 2022 gefinancierd, met een toezegging voor de jaren 2023 en 2024. Nu zijn ook 2023 en 2024 door het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) gefinancierd (BZ is het opdrachtgevende departement).

Kasschuif uitvoeringskosten Douane (sancties Rusland/Belarus)

Ten behoeve van de handhaving van de Douane, op de door het kabinet afgekondigde sanctiemaatregelen tegen Rusland/Belarus als gevolg van de oorlog in Oekraïne, worden tot en met 2026 extra middelen toegevoegd aan de begroting van Douane vanuit artikel 10 Nog Onverdeeld. Om de middelen (€ 49 mln.) in het juiste ritme te zetten, is een kasschuif noodzakelijk, waarbij middelen worden vooruitgeschoven van het jaar 2022 naar 2023 tot en met 2026.

Toerekening van artikel Belastingen aan artikel Douane

Met de toerekening van uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van de Douane doet, wordt inzicht gegeven in de grotendeels integrale uitgaven die voor de Douane worden gemaakt. Het betreft hier onder andere activiteiten als facilitaire zaken, ICT, de Belastingtelefoon en heffing en inning. Deze mutatie betreft daarom een toerekening van middelen van artikel 1 Belastingen naar artikel 9 Douane. De toerekening vindt plaats voor alle dienstonderdelen van de Belastingdienst die uitgaven doen ten behoeve van de Douaneprocessen.

Artikel 10 Nog onverdeeld

Tabel 87 Uitgaven artikel 10 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

375.197

122.499

110.691

100.600

105.535

 

Mutatie nota van wijziging 2022

‒ 236.147

     

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

129.780

115.048

106.981

115.693

113.605

 
       

Nieuwe mutaties

      

Loon- en prijsbijstelling

‒ 182.216

‒ 138.985

‒ 131.231

‒ 129.302

‒ 128.596

 

Kasschuif Digitale Snelweg Douane

‒ 18.032

1.000

9.000

8.032

  

Bijdrage aan het generale beeld

47.000

     

Uitvoeringskosten douane (sancties Rusland/Belarus) naar artikel 9

‒ 49.000

     

Herstellen, verbeteren en borgen

‒ 14.680

     

Overig & extrapolatie

‒ 10.895

‒ 1.408

‒ 4.024

‒ 2.601

‒ 2.900

86.005

       

Stand ontwerpbegroting 2023

41.007

98.154

91.417

92.422

87.644

86.005

Tabel 88 Ontvangsten artikel 10 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

0

0

0

0

0

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

0

0

0

0

0

 
       

Nieuwe mutaties

      
       

Stand ontwerpbegroting 2023

0

0

0

0

0

0

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven

Loon- en prijsbijstelling

De tranche 2022 van de loon- en prijsbijstelling is in de 1e suppletoire begroting toegevoegd aan de begroting (artikel 10). De loon- en prijsbijstelling wordt nu naar rato verdeeld over de artikelen.

Kasschuif Digitale Snelweg Douane

Het gedeelte van de middelen van Digitiale Snelweg Douane dat niet in 2022 wordt benut, wordt doorgeschoven naar latere jaren. De verwachting is dat de middelen in latere jaren wel worden benut.

Bijdrage aan het generale beeld en uitvoeringskosten Douane (sancties Rusland/Belarus) naar artikel 9

In 2022 is € 125 mln. vrijgevallen. Van deze middelen wordt € 49 mln. geheralloceerd via het generale beeld ten behoeve van sanctiemaatregelen Rusland/Belarus.

Herstellen, verbeteren en borgen

Er wordt € 14,7 mln. overgeheveld vanuit artikel 10 naar artikel 1 ten behoeve van de personele inzet omtrent de communicatie met burgers en bedrijven over hun registratie in de Fraude Signalerings Voorziening (FSV) en het verwerken van hun reacties (AVG verzoeken, FSV meldingen, klachten, bezwaren en beroep) in 2022. Zo worden mensen die in het FSV stonden geïnformeerd over de registratie, worden zij geïnformeerd over de reden en of de informatie gedeeld is met andere partijen en wordt onderzocht of dit gevolgen voor burgers en bedrijven heeft gehad.

Artikel 11 Financiering staatsschuld

Tabel 89 Uitgaven beleidsartikel 11 (bedragen x € 1 mln.)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

34.615

34.441

33.099

20.159

21.154

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

198

515

2.981

3.226

6.840

 
       

Nieuwe mutaties

      

Rente vaste schuld

174

897

1.106

1.092

1.053

7

Rente vlottende schuld

 

411

‒ 29

‒ 56

‒ 73

‒ 8

Aflossing vaste schuld

89

‒ 98

  

2.892

 

Extrapolatie

     

35.910

       

Stand ontwerpbegroting 2023

35.075

36.166

37.157

24.421

31.866

35.909

Tabel 90 Ontvangsten beleidsartikel 11 (bedragen x € 1 mln.)1
       
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

55.418

41.621

36.395

24.684

24.618

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

13.199

16.150

23.986

29.379

30.987

 
       

Nieuwe mutaties

      

Rente vlottende schuld

‒ 141

‒ 79

    

Rente derivaten

‒ 39

‒ 186

‒ 42

 

‒ 6

 

Uitgifte vaste schuld

‒ 2.500

620

‒ 4.757

‒ 8.757

‒ 6.438

182

Mutatie vlottende schuld

‒ 19.100

     

Extrapolatie

     

53.147

       

Stand ontwerpbegroting 2023

46.837

58.126

55.582

45.306

49.161

53.329

X Noot
1

Als gevolg van afronding op miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven en ontvangsten

De ramingen voor rente en uitgifte schuld zijn bijgesteld als gevolg van een veranderde financieringsbehoefte, nieuwe schulduitgiftes en aangepaste rentepercentages. De rentelasten vlottende en vaste schuld nemen toe in 2023 met name als gevolg van oplopende rentepercentages geraamd door het CPB.

Artikel 12 Kasbeheer

Tabel 91 Uitgaven beleidsartikel 12 (bedragen x € 1 mln.)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

1.531

1.528

1.521

1.518

1.514

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

303

303

397

459

504

 
       

Nieuwe mutaties

      

Rentelasten kasbeheer

87

888

69

115

156

15

Verstrekte leningen

200

     

Extrapolatie

     

2.180

       

Stand ontwerpbegroting 2023

2.121

2.719

1.987

2.092

2.174

2.195

Tabel 92 Ontvangsten beleidsartikel 12 (bedragen x € 1 mln.)1
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

7.248

8.965

7.354

6.534

6.177

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

2.880

1.209

‒ 2.113

‒ 1.340

‒ 1.964

 
       

Nieuwe mutaties

      

Rentebaten kasbeheer

 

17

41

37

33

 

Aflossingen op leningen

109

28

28

29

23

 

Mutatie in rekening courant en deposito

3.970

1.030

2.784

3.485

4.309

‒ 1.364

Overig & extrapolatie

1

    

7.367

       

Stand ontwerpbegroting 2023

14.208

11.249

8.094

8.745

8.579

6.003

X Noot
1

Als gevolg van afronding op miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven en ontvangsten

Rentelasten en -baten kasbeheer

De raming voor de rentelasten en -baten zijn bijgesteld als gevolg van gewijzigde rekening-courantstanden, nieuw afgesloten leningen en aangepaste rentepercentages n.a.v. de CPB ramingen.

Aflossingen op leningen

De mutaties in de aflossingen op leningen zijn voornamelijk het gevolg van nieuw aangegane leningen door de deelnemers van schatkistbankieren.

Mutaties in rekening-courant en deposito's

De mutaties in rekening-courant en deposito's worden vooral veroorzaakt door mutaties in de rekening-courantstand van de sociale fondsen.

Artikel 13 Toeslagen

Tabel 93 Uitgaven beleidsartikel 13 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

1.149.099

348.244

289.732

289.143

289.143

 

Mutatie nota van wijziging 2022

857.445

566.000

    

Mutatie incidentele suppletoire begroting

300

300

    

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

‒ 44.359

360.135

352.483

61.568

6.013

 
       

Nieuwe mutaties

      

Loon- en prijsbijstelling

43.353

5.615

3.983

3.959

3.959

 

Kasschuif herstel toeslagen

‒ 784.120

386.523

397.597

   

Overboeking middelen herstel toeslagen vanuit AP

 

99.800

    

Kwijtschelden publieke schulden ex-partners

 

‒ 9.100

    

Bijdrage aan het generale beeld

‒ 20.000

     

Toerekening van artikel Belastingen aan artikel Toeslagen

15.980

39.168

49.810

24.845

19.518

 

Overig & extrapolatie

5.952

1.491

412

287

245

318.906

       

Stand ontwerpbegroting 2023

1.223.650

1.798.176

1.094.017

379.802

318.878

318.906

Tabel 94 Ontvangsten beleidsartikel 13 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

0

0

0

0

0

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

0

0

0

0

0

 
       

Nieuwe mutaties

      
       

Stand ontwerpbegroting 2023

0

0

0

0

0

0

Toelichting belangrijkste mutaties

Uitgaven

Loon- en prijsbijstelling

De tranche 2022 van de loon- en prijsbijstelling is in de eerste suppletoire begroting toegevoegd aan de begroting (artikel 10). De loon- en prijsbijstelling wordt nu naar rato verdeeld over de artikelen.

Kasschuif herstel toeslagen

In 2022 wordt ca. € 784 mln. van het budget voor Toeslagenherstel geschoven. Enkele regelingen gaan later van start dan voorzien. De budgetten voor deze regelingen (de kindregeling, de ex-partnerregeling en de compensatieregeling voor Huur- en Zorgtoeslag en Kindgebondenbudget; HZK-regeling) worden doorgeschoven naar 2023 en 2024. Het grootste deel van deze kasschuif wordt gevormd door de schuif in de middelen van de kindregeling (€ 345 mln.). Naar verwachting gaat de kindregeling van start in Q4 van 2022. Dit betekent dat de meeste middelen in 2023 nodig zullen zijn. Voor de HZK-regeling wordt het budget van € 47 mln. voor 2022 doorgeschoven naar 2023 en 2024. Voor de ex-partnerregeling wordt € 60 mln. doorgeschoven. Daarnaast wordt ook ca. € 125 mln. van het budget voor de forfaitaire 30.000 euro-regeling geschoven en ca. € 155 mln. van het budget van de kwijtschelding van private schulden. Tot slot vinden er nog enkele kleinere kasschuiven plaats (totaal ca. € 52 mln. van 2022 naar 2023 en 2024). Van de totale kasschuif wordt ca. € 387 mln. naar 2023 geschoven en ca. € 398 mln. naar 2024. Deze kasschuiven komen bovenop de budgetten die al voor deze jaren gereserveerd zijn. Een uitgebreider overzicht van deze kasschuiven en de financiële stand van zaken van het Toeslagenherstel, is te vinden in de bijlage bij de Miljoenennota ‘Herstel Toeslagen’.

Overboeking middelen herstel toeslagen vanuit AP

Van de Aanvullende Post (AP) worden middelen overgeboekt naar de Financiënbegroting. Het gaat daarbij om € 30 mln. voor de brede hulp die gemeenten bieden aan gedupeerden, ca. € 10 mln. voor de kwijtschelding van publieke schulden van ex-partners en ca. € 60 mln. voor de kwijtschelding van de private schulden van ex-partners.

Kwijtschelden publieke schulden ex-partners

De niet-belastingontvangsten (artikel 1) worden middels een desaldering vanaf artikel 13 Toeslagen met € 9,1 mln. negatief bijgesteld i.v.m. het kwijtschelden van publieke schulden van de ex-partners van de toeslagengedupeerden door de Belastingdienst. De benodigde middelen aan de uitgavenkant worden via een aparte mutatie (zie hiervoor) opgevraagd van de reservering voor de (voorgenomen) ex-partnersregeling op de AP.

Bijdrage aan het generale beeldDe apparaatsuitgaven op artikel 13 Apparaat vallen lager uit dan verwacht. Dit wordt onder andere veroorzaakt door personeelsverloop en krapte op de arbeidsmarkt, waardoor het langer duurt om vacatures te vervullen. Deze onderuitputting komt ten goede aan het generale beeld.

Toerekening van artikel Belastingen aan artikel Toeslagen

Met de toerekening van uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van Toeslagen doet, wordt inzicht gegeven in de grotendeels integrale uitgaven die voor Toeslagen worden gemaakt. Het betreft hier onder andere activiteiten als facilitaire zaken, ICT, de Belastingtelefoon en heffing en inning. Deze mutatie betreft daarom een toerekening van middelen van artikel 1 Belastingen naar artikel 13 Toeslagen. De toerekening vindt plaats voor alle dienstonderdelen van de Belastingdienst die uitgaven doen ten behoeve van Toeslagenprocessen.

Bijlage 4: Moties en toezeggingen

Deze bijlage bevat de stand van zaken van alle nieuwe moties en toezeggingen sinds de ontwerpbegroting IX 2022, de nog openstaande moties en toezeggingen uit voorgaande jaren en de moties en toezeggingen die sinds de ontwerpbegroting IX 2022 zijn afgehandeld. Doorlopende moties en toezeggingen zullen vanaf dit jaar als afgedaan worden beschouwd wanneer de Kamer is geïnformeerd over het permanent inregelen van een doorlopende motie of toezegging. De moties en toezeggingen die op basis van deze nieuwe werkwijze als afgedaan zijn beschouwd, zijn opgenomen in een aparte tabel.

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die zijn afgerond (fiscaal)
Tabel 95 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die zijn afgerond

Vergaderjaar

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken / planning

2015/2016

Motie van het lid Van Vliet over economische effecten betrekken bij de volgende evaluatie

Kamerstukken II 2015-2016, 32 545, nr. 49

Afgerond. Kamerstukken 2021-2022, 32 545, nr. 151, bijlage 1005075,  blz. 13

2016/2017

Motie van het lid Mei Li Vos over na de transitie stapsgewijs de handhaving aanvangen

Kamerstukken II 2016-2017, 34 036, nr. 34

Afgedaan. De motie is afgedaan in de 7e voortgangsbrief over de maatregelen die in het Regeerakkoord zijn afgesproken op het gebied van werken als zelfstandige die de Kamer in september 2021 heeft ontvangen (Kamerstukken II 2020-2021, 31311, nr. 240).

2018/2019

Motie van het lid Van der Lee c.s. over voorkomen van dubbele energiebelasting

Kamerstukken II 2018-2019, 35 000-XIII, nr. 27

Deze motie is afgedaan met het wetsvoorstel om dubbele heffing van energiebelasting bij batterijopslag bij grootverbruikers weg te nemen dat was opgenomen in het Belastingplan 2022.

2019/2020

Motie van het lid Omtzigt c.s. over misstanden melden bij een onafhankelijke instantie

Kamerstukken II 2019-2020, 31 066, nr. 552

De (eenmalige) tussentijdse rapportage van de raadspersonen is op 12 november 2020 aan de Tweede Kamer verzonden (Kamerstukken II 2020/21, 31066, nr. 734). De eindrapportage is op 12 oktober 2021 aan de Tweede Kamer verzonden (Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 919).

2019/2020

Gewijzigde motie van het lid Lodders c.s. over een oplossing voor de problematiek van de Nederlandse/Noorse vrachtwagenchauffeurs en Rijnvarenden (t.v.v. 35110-10)

Kamerstukken II 2019-2020, 35 110, nr. 13

Afgerond. De gemaakte afspraken ter voorkoming van dubbele belasting zijn inmiddels uitgewerkt en voorgelegd aan de vrachtwagenchauffeurs; de motie is afgedaan voor zover deze betrekking heeft op de vrachtwagenchauffeurs (Kamerstukken II 2019-2020, 35300-IX, nr. 20, p.8).Voor de Rijnvarenden zijn er tijdelijk geen invorderingsmaatregelen van toepassing. De Kamer is voor het zomerreces geïnformeerd over de voortgang (Kamerstukken II 2020-2021, 26834, nr. 52).

2019/2020

Motie van het lid Van der Lee over niet afwachten van de Europese Richtlijn Energiebelasting

Kamerstukken II 2019-2020, 32 813, nr. 540

Afgerond. De gevraagde wetswijziging was onderdeel van het Belastingplan 2022 en is inmiddels aangenomen.

2020/2021

Motie van het lid Azarkan over een plan van aanpak om voor de Belastingdienst gevluchte Nederlanders te ondersteunen bij hun terugkeer.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 842

Afgedaan in de 10e voortangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1003.

2020/2021

Motie van het lid Azarkan c.s. over de haalbaarheid van de doelstelling om voor het eind van het jaar 8.300 ouders integraal beoordeeld te hebben.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 861

Afgedaan in de 10e voortangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1003.

2020/2021

Motie van het lid Azarkan c.s. over de capaciteit van de Commissie Werkelijke Schade.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 862

Afgedaan in de 10e voortangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1003.

2020/2021

Motie van het lid Azarkan c.s. over de groep van 10.000 ouders een beschikking geven in de zin van de Awb.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 863

Afgedaan in de 10e voortangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1003.

2020/2021

Motie van het lid Kat c.s. over ondersteuning van ouders in het buitenland bij re-integratie op de arbeidsmarkt

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 830

Afgedaan in de 10e voortangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1003.

2020/2021

Motie van het lid Alkaya over het onaantrekkelijk maken van constructies om belasting te ontwijken

Kamerstukken II 2020-2021, 25 087, nr. 275

Afgedaan in de Bijlage ondernemen en belastingontwijking in de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda (Kamerstukken II 2021-2022, 32 140, nr. 119, blg-1034802).

2020/2021

Motie van de leden Lodders en Van Weyenberg over verdere quick fixes om het toeslagenstelsel te verbeteren

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 49

Afgedaan in de Kamerbrief van 29 juni 2021, Kamerstukken II 2020/21, 31066, nr. 898.

2020/2021

DBA

Kamerstukken II 2020-2021, 32 140, nr. 96

Afgedaan in de zevende voortgangsbrief 'Werken als zelfstandige'.

2020/2021

afschaffing van de levensloopregeling

 

Afgedaan in Kamerbrief "Fiscale moties en toezeggingen Prinsjesdag Tweede Kamer", Kamerstukken II 2021/22, 35925-IX, nr. 4.

2020/2021

Motie van de leden Inge van Dijk en Kat over onderzoek naar een orgaan dat directe fiscale bijstand kan leveren

Kamerstukken II 2020-2021, 35510, nr. 74

Afgedaan in Kamerbrief Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda, Kamerstukken II 2021/22, 32140, nr. 119.

2020/2021

Gewijzigde motie van het lid Amhaouch c.s. over het verkennen van beleidsvarianten voor een tijdelijke solidariteitsheffing (t.v.v. 35420-293)

Kamerstukken II 2020-2021, 35 420, nr. 313

Afgedaan in Kamerbrief reactie motie solidariteitsheffing, Kamerstukken II 2021/22, 35420, nr. 403.

2020/2021

Motie van het lid Stoffer over het verbeteren van de uitvoerbaarheid van alle categorieën van vermogensbestanddelen

Kamerstukken II 2020-2021, 32 140, nr. 91

Afgedaan met de brief «Contourennota box 3-heffing op basis van werkelijk rendement» van 15 april 2022, Kamerstukken II 2021/22, 32140 nr. 105.

2020/2021

Motie van het lid Inge van Dijk c.s. over een contourennota voor de vormgeving van een heffing op werkelijk rendement

Kamerstukken II 2020-2021, 32 140, nr. 92

Afgedaan met de brief «Contourennota box 3-heffing op basis van werkelijk rendement» van 15 april 2022, Kamerstukken II 2021/22, 32140 nr. 105.

2020/2021

Motie van het lid Idsinga c.s. over tussentijdse oplossingen voor spaargeld binnen box 3

Kamerstukken II 2020-2021, 32 140, nr. 93

Afgedaan met de brief «Contourennota box 3-heffing op basis van werkelijk rendement» van 15 april 2022, Kamerstukken II 2021/22, 32140 nr. 105.

2020/2021

Motie van het lid Idsinga c.s. over het doorzetten van het werk aan een stelsel van werkelijk rendement

Kamerstukken II 2020-2021, 32 140, nr. 94

Afgedaan met de brief «Contourennota box 3-heffing op basis van werkelijk rendement» van 15 april 2022, Kamerstukken II 2021/22, 32140 nr. 105.

2020/2021

Motie van de leden Ephraim en Eppink over een operationeel plan van aanpak voor het belasten van werkelijk rendement

Kamerstukken II 2020-2021, 32 140, nr. 99

Afgedaan met de brief «Contourennota box 3-heffing op basis van werkelijk rendement» van 15 april 2022, Kamerstukken II 2021/22, 32140 nr. 105.

2020/2021

Motie van het lid Lodders c.s. over ICT als aandachtsgebied van de op te richten inspectie op de Belastingdienst

Kamerstukken II 2020-2021, 35 527, nr. 12

Afgedaan met de oprichting van de inspectie belastingen, toeslagen en douane en de verzending van het werkprogramma voor 2022 naar beide Kamers (Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 931).

2020/2021

Motie van het lid Leijten over aandacht voor snelle en eerlijke informatie uit de Belastingdienst

Kamerstukken II 2020-2021, 31 934, nr. 42

Afgedaan met de toezending van het concept voor de ministeriële regeling voor de inspectie belastingen, toeslagen en douane naar de Kamer (Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 922).

2020/2021

Gewijzigde motie van het lid Marijnissen over de zwarte lijst van de Belastingdienst (t.v.v. 28362-41)

Kamerstukken II 2020-2021, 28 362, nr. 55

Afgedaan met de "Kwartaalrapportage Herstellen, Verbeteren, Borgen, derde kwartaal 2021, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 920.

2020/2021

Motie van het lid Kat c.s. over het advies van de kinderen en jongeren van gedupeerde ouders overnemen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 860

Afgedaan. Dit is opgenomen in de Kamerbrief van 29 oktober 2021 Nieuwe regelingen gedupeerden. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 912. Zie hiervoor tevens paragraaf 2.1.1 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 932.

2020/2021

Motie van de leden Van Raan en Simons over het proces van heling centraal stellen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 843

Afgedaan. Dit is opgenomen in de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Motie van het lid Idsinga c.s. over waar nodig prioriteiten stellen en dat duidelijk communiceren aan alle mensen die wachten op herstel.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 864

Afgedaan. Dit is opgenomen in de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Motie van de leden Van Raan en Simons over initiatieven uit de groep gedupeerden deze zomer meenemen in de herijking.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 867

Afgedaan. Dit is opgenomen in de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Gewijzigde motie van het lid Van Raan c.s. over een plan van aanpak waarin maatwerk en heling centraal staan (t.v.v. 35510-70)

Kamerstukken II 2020-2021, 35 510, nr. 78

Afgedaan. Dit is opgenomen in de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Motie van het lid Alkaya over een versnelde uitrol van de pilots om gedupeerden binnen één dag op één plek te beoordelen

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 827

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.1 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag en de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Motie van het lid Inge van Dijk c.s. over langetermijnplanningen voor een zo snel mogelijke behandeling van de aanmeldingen

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 828

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.1 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag en de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Motie van het lid Snels c.s. over een forfaitaire tegemoetkoming voor ouders die nu niet in aanmerking komen voor de Catshuisregeling

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 832

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.1 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Motie van het lid Grinwis c.s. over het geanonimiseerd publiceren van de uitspraken van de Commissie Werkelijke Schade

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 833

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.2 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II, 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Motie van het lid Azarkan over een aangepast plan van aanpak om de hersteloperatie uiterlijk in 2024 te kunnen afronden

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 838

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.2 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Motie van het lid Kat c.s. over onderzoek naar ondersteuning van ouders bij wonen, werk, financiën, zorg en gezin

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 831

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.3 van de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

Motie van het lid Grinwis c.s. over de compensatie van nagekomen schulden

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 834

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.4 van de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

Motie van het lid Inge van Dijk c.s. over een uitvoerbare en juridisch houdbare brede schuldenaanpak als eerste prioriteit

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 829

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.4 van bijgaande negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Motie van de leden Azarkan en Van Raan over ieder kwartaal onderzoek doen naar het vertrouwen in de overheid bij getroffen ouders

Kamerstukken II 2020-2021, 35 510, nr. 65

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 2.7 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag en de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Motie van het lid Inge van Dijk c.s. over een signalerende rol voor gemeenten in de urgentie van dossiers.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 858

Afgedaan. Dit is opgenomen in de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken 2020-2021 II, 31 066, nr. 899.

2020/2021

Motie van de leden Van Raan en Simons over gesprekken met de culturele sector over het terugbrengen van de menselijke maat bij de Belastingdienst.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 868

Afgedaan. Dit is opgenomen in de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

Motie van de leden Van Raan en Simons over het benadrukken van ambtelijke ethiek bij de Belastingdienst.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 869

Afgedaan. Dit is opgenomen in de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

Motie van het lid Idsinga c.s. over voorleggen wat nodig is om de hersteloperatie structureel op te schalen

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 835

Afgedaan. Dit is opgenomen in de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Motie van het lid Grinwis c.s. over een denktank om te komen tot een advies voor een goed uitvoerbare schadeafhandelings- en hersteloperatie.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 865

Afgedaan. Dit is opgenomen in de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Motie van het lid Inge van Dijk c.s. over het initiëren en bevorderen van samenwerking tussen alle betrokken partijen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 859

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.3 van de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

Motie over neveneffecten belastingmaatregelen

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 62

Afgerond. CW3.1 vereist een toelichting op doelmatigheid van een maatregel. Ook neveneffecten zijn hiervan een onderdeel. We gaan hier dan ook standaard aandacht aan besteden bij indiening van wetgeving.

2020/2021

Motie-Crone (PvdA) c.s. over de doenvermogentoets

Kamerstukken I 2020-2021, 35 572, nr. N

Afgerond. De doenvermogenscan is in 2021 geïntroduceerd om bij de ontwikkeling van fiscale wetgeving meer aandacht te hebben voor het begrensde doenvermogen van burgers en ondernemers. Daarnaast is het onderwerp doenvermogen ook onderdeel van het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK).

2020/2021

Motie van het lid Lodders c.s. over beleidsvoorstellen om investeringen aan te jagen en ondernemerschap en innovatie te versterken

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 47

De motie is afgedaan in de brief «Beantwoording motie Lodders c.s. over investeringen, ondernemerschap en innovatie» van 25 juni 2021, Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 99.

2020/2021

Gewijzigde motie van het lid Nijboer over de NAM laten opdraaien voor schadeherstel en versterking (t.v.v. 35603-64)

Kamerstukken II 2020-2021, 35 603, nr. 76

De motie is afgedaan in de brief «Reactie op de gewijzigde motie van het lid Nijboer over de NAM laten opdraaien voor schadeherstel en versterking» van 23 november 2021, Kamerstukken II 2021-2022, 33 529, nr. 916.

2020/2021

Motie van het lid Gijs van Dijk c.s. over extra opsporingsbudget voor handhaving van de aanpak van schijnzelfstandigheid

Kamerstukken II 2020-2021, 29 544, nr. 1077

De motie is uitgevoerd. Gemeld in de eerste suppletoire begroting 2022, p. 40: "Voor de uitvoering van de wet DBA wordt er tevens 5 mln. overgeboekt naar artikel 1 Belastingen". Kamerstukken II 2021-2022, 36 120 IX, nr. 2.

2020/2021

Motie van het lid Grinwis over inzetten op een Europese btw-vrijstelling voor kringloopwinkels

Kamerstukken II 2020-2021, 32 852, nr. 147

Deze motie is afgedaan bij brief Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda, bijlage 5 Beleidsruimte btw-tarievenrichtlijn (voetnoot 8), Kamerstukken II 2021/22, 32140, nr.119.

2020/2021

Motie van de leden Grinwis en Van Weyenberg over snelle invoering van een Europese CO2-grensheffing

Kamerstukken II 2020-2021, 35 216, nr. 17

Deze motie is afgedaan bij het BNC-fiche, Kamerstukken II 2021/22, 22112, nr. 3197.

2020/2021

Motie van het lid Segers c.s. over waarborgen dat alle uitvoeringsorganisaties voldoende ruimte krijgen voor maatwerk en de menselijke maat

Kamerstukken II 2020-2021, 28 362, nr. 52

Deze motie is afgedaan in de biref «Voortgangsrapportage Jaarplan Belastingdienst periode januari-augustus 2021» van 3 december 2021, Kamerstukken II 2021-2022, 31066, nr. 929.

2020/2021

Motie van het lid Van Raan over het toepassingsbereik van de RPE uitbreiden naar fiscale regelingen

Kamerstukken II 2020-2021, 35 830, nr. 18

Deze motie is afgedaan in de brief «Kamerbrief over herziening Regeling periodieke evaluatie (RPE)» van 8 december 2021, Kamerstukken II 2021/22, 31865, nr. 203.

2020/2021

Motie-Essers (CDA) en Geerdink (VVD) c.s. over onderzoek naar een neutrale behandeling van ondernemers in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting

Kamerstukken I 2020-2021, 35 572, nr. O

Deze motie is afgedaan in de brief «Reactie motie neutrale behandeling van ondernemers in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting» van 12 november 2021, Kamerstukken I 2021-2022, 35572, nr. AC.

2020/2021

Motie van het lid Grinwis c.s. over de veelheid en complexiteit aan fiscale regelingen verkleinen

Kamerstukken II 2020-2021, 35 830, nr. 15

Deze motie afgedaan in de Kamerbrief 'Fiscale moties en toezeggingen', Kamerstukken II 2021-22, 35925-IX, nr. 4.

2020/2021

Motie van het lid Nijboer over in kaart brengen welke fiscale regelingen verantwoord afgeschaft kunnen worden

Kamerstukken II 2020-2021, 35 830, nr. 10

Dit is afgedaan in de Kamerbrief 'Fiscale moties en toezeggingen', Kamerstukken II 2021-22, 35925-IX, nr. 4.

2020/2021

Motie van de leden Stoffer en Van Haga over gezamenlijke afspraken om de afbetaling van schulden te vereenvoudigen

Kamerstukken II 2020-2021, 35 420, nr. 291

Motie is afgedaan in Kamerstukken II 2020-2021, 35 420, nr. 365 en een update is gegeven in de Kamerbrief scenario's (corona)belastingschuld van 1 juli 2022.

2021/2022

de motie-Stoffer over belasting op vermogen op basis van werkelijk rendement zo snel mogelijk invoeren

Kamerstukken II 2021-2022, 35 9 27,, nr.

Afgedaan in «Kamerbrief over contourennota voor box 3-heffing op basis van werkelijk rendement» van 15 april 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 35 927 nr. 125.

2021/2022

de gewijzigde motie-Eppink over kleine spaarders als eerste in aanmerking laten komen voor compensatie

Kamerstukken II 2021-2022, 35 9 27,, nr.

Afgedaan in «Kamerbrief over contourennota voor box 3-heffing op basis van werkelijk rendement» van 15 april 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 35 927 nr. 125.

2021/2022

de motie-Prast c.s. over beëindigen van op basis van fictief rendement belasten van spaargeld

Kamerstukken I 2021-2022, 35 927, nr. I

Afgedaan in «Kamerbrief over contourennota voor box 3-heffing op basis van werkelijk rendement» van 15 april 2022.

2021/2022

de motie-Romke de Jong c.s. over voorstellen voor het hervatten van de belastingheffing op vermogen

Kamerstukken II 2021-2022, 35 9 27, nr. 94

Afgerond. Kamerstukken II 2021-2022, 35 927 nr. 125.

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die nog niet zijn afgerond (fiscaal)
Tabel 96 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die nog niet zijn afgerond

Vergaderjaar

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken / planning

2017/2018

Motie van het lid Snels over monitoren van onvoorziene gevolgen

Kamerstukken II 2017-2018, 34 819, nr. 15

In behandeling.

2018/2019

verzoekt de regering, om zich in Europees en OESO-verband constructief op te stellen bij de uitwerking van voorstellen voor minimale belastingen die grote multinationale ondernemingen zouden moeten betalen

Kamerstukken II 2018-2019, 25 0 87,, nr.

Het richtlijnvoorstel wordt onderhandeld in de Raad.

2019/2020

Motie van het lid Lodders c.s. over het monitoren van administratieve last voor mkb'ers door ATAD 2

Kamerstukken II 2019-2020, 35 302, nr. 45

De gevolgen van de implementatie van de documentatieverplichting uit ATAD2 op de administratieve lasten van het mkb worden meegenomen in een bredere rapportage over de gemonitorde gegevens die verband houden met de maatregelen die voortvloeien uit ATAD1. Dit wordt in 2024 aan Uw Kamer verzonden. Zie Kamerbrief 'Prinsjesdagbrief fiscale moties en toezeggingen aan de Tweede Kamer',Kamerstukken II 2021/22, 35 925-IX, nr. 4.

2019/2020

Motie van het lid Lodders c.s. over het voorkomen van dubbeling tussen een Europese en een nationale heffing

Kamerstukken II 2019-2020, 35 205, nr. 23

In behandeling. De motie zal worden afgedaan in het kader van de verhoging van de vliegbelasting. Deze maatregel loopt mee in het BP2023 en wordt op Prinsjesdag ingediend bij de Tweede Kamer.

2019/2020

Motie van het lid Lodders over onderzoek naar modernisering van de reiskostenvergoeding

Kamerstukken II 2019-2020, 35 302, nr. 44

In behandeling. Samen met het Belastingplan 2023 is een onderzoek naar het gebruik van de onbelaste reiskostenvergoeding naar de Kamer gestuurd. Dit geeft een kwantitatief inzicht in de wijze waarop mensen (willen) reizen en het gebruik en aanbod van de onbelaste reiskostenvergoeding. Momenteel wordt als vervolg op dat onderzoek een evaluatie van de onbelaste reiskostenvergoeding gestart waarin ook onderzocht wordt welke mogelijkheden voor modernisering er zijn. Dit onderzoek wordt in de eerste helft van 2023 naar de Kamer gestuurd.

2020/2021

Motie van de leden Lodders en Van Weyenberg over breder wetenschappelijk onderzoek naar kwetsbaarheden in het integriteitsbeleid

Kamerstukken II 2020-2021, 31 934, nr. 41

De Tweede Kamer is in de brief «Stand van zaken invoering en implementatie VOG politiegegevens en continue screening Douane» van 12 februari 2021 geïnformeerd over de uitvoering van deze motie (Kamerstukken II 2020-2021, 31934, nr. 47).Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) voert momenteel een onderzoek uit met als focus de risico's en weerbaarheid ambtelijke en niet-ambtelijke corruptie in relatie tot ondermijnende criminaliteit in de Rotterdamse haven en op luchthaven Schiphol. Afronding van het onderzoek is voorzien voor begin 2023.

2020/2021

(Aangehouden) Motie van het lid Omtzigt c.s. over het organiseren van een hoorzitting

Kamerstukken II 2020-2021, 31 934, nr. 43

Deze motie is aangehouden.De Tweede Kamer heeft op 1 februari 2021 een rondetafelgesprek georganiseerd over corruptie en criminaliteit in de Rotterdamse haven.Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) voert momenteel een onderzoek uit met als focus de risico's en weerbaarheid ambtelijke en niet-ambtelijke corruptie in relatie tot ondermijnende criminaliteit in de Rotterdamse haven en op luchthaven Schiphol. Afronding van het onderzoek is voorzien voor begin 2023.In de brief van de Minister van Justitie en Veiligheid van 18 december 2020 (Kamerstukken II 2020-2021, 28844/29911, nr. 222) is dit onderzoek aangekondigd.

2020/2021

verzoekt het kabinet, in Europa en de wereld het voortouw te nemen om belastingontwijking aan te pakken en een stevig minimumtarief voor de winstbelasting zo spoedig mogelijk te realiseren

Kamerstukken II 2020-2021, 25 0 87,, nr.

Het richtlijnvoorstel wordt onderhandeld in de Raad.

2020/2021

verzoekt de regering, in de OESO en in de EU een voortrekkersrol te nemen teneinde een internationaal minimumwinstbelastingtarief af te spreken in de OESO of de EU

Kamerstukken II 2020-2021, 25 0 87,, nr.

Het richtlijnvoorstel wordt onderhandeld in de Raad.

2020/2021

Motie van de leden Van Haga en Baudet over onderzoek doen naar de gevolgen van afbouw van de wet-Hillen

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 71

In behandeling.

2020/2021

Motie van het lid Pouw-Verweij c.s. over precedentwerking nooit als argument gebruiken om gedupeerden compensatie te onthouden

Kamerstukken II 2020-2021, 28 362, nr. 48

In behandeling.

2020/2021

Motie van het lid Sjoerdsma c.s. over de OESO-afspraken voor een minimumbelastingtarief zo snel mogelijk omzetten in een EU-richtlijn (overgenomen van EZK)

Kamerstukken II 2020-2021, 35 663, nr. 14

In behandeling.

2020/2021

Motie van de leden Van Weyenberg en Bruins over de scholingsvrijstelling voor opleidingen in het STAP-register zo veel mogelijk voorbereiden

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 59

In behandeling. In het najaar wordt het onderzoek van Ecorys afgerond naar de benutting van individuele leer- en ontwikkelbudgetten. Bij bestudering en reactie van dit onderzoek zal de motie worden meegenomen.

2020/2021

Motie van het lid Snels over grote bedrijven verplichten om commerciële winst in Nederland te rapporteren

Kamerstukken II 2020-2021, 35 570-IX, nr. 10

In de Nota n.a.v. het Verslag Belastingplan 2021 (Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 17, p. 105) wordt toegezegd, conform aangenomen motie, onderzoek te doen hoe tot meer transparantie over winsten en belastingafdrachten van bedrijven gekomen kan worden. Het onderzoek naar het effectieve tarief op basis van commerciële winst wil het kabinet in 2022 aan uw Kamer aanbieden.

2020/2021

Motie van de leden Omtzigt en Bosman over kenbaar maken dat afstappen van besluitvorming bij unanimiteit op het gebied van belastingheffing voor Nederland onbespreekbaar is

Kamerstukken II 2020-2021, 21 501-20, nr. 1599

Wordt in behandeling genomen, nadat een voorstel van de Europese Commissie is ontvangen.

2020/2021

Motie van de leden Lodders en Agnes Mulder over het monitoren van de voortgang met realisatie van in het meerjarenprogramma voorziene infrastructuur

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 50

Wordt voldaan middels de Memorie van Toelichting bij het BP2023 (Q3 2022).

2021/2022

de motie-Romke de Jong over belastingontwijkingsconstructies betrekken bij het onderzoek naar de BOR of bij het ibo vermogensongelijkheid

Kamerstukken II 2021-2022, 35 9 27,, nr.

Het IBO vermogensverdeling is in juli gepubliceerd. Het kabinet zal in de zomer maar uiterlijk op Prinsjesdag met een brede reactie op de vermogensverdeling in Nederland komen.

2021/2022

de motie-Inge van Dijk/Idsinga over voorstellen om beleggingsvermogen aangehouden in box 2 beter in kaart te brengen

Kamerstukken II 2021-2022, 35 9 27,, nr.

Het IBO vermogensverdeling is vóór het zomerreces opgeleverd. Het kabinet zal in de zomer maar uiterlijk op Prinsjesdag met een brede reactie op de vermogensverdeling in Nederland komen.

2021/2022

Motie van het lid Hammelburg over de Kamer informeren over noodzakelijke wetsaanpassingen naar aanleiding van een internationaal winstbelastingakkoord

Kamerstukken II 2021-2022, 359 27 , nr. 65

Het kabinet zal in het implementatiewetsvoorstel aandacht besteden aan de implementatiegevolgen voor Nederland.

2021/2022

Motie van den leden Boucke, Erkens en Bontebal over beschermingvan de inkomenspositie van lage en middeninkomens

Kamerstukken II 2021-2022, 32 813, nr. 888

Het kabinet zal na vaststelling van het FF55 pakket door de Europese Unie, het nationale klimaatbeleid herijken aan de hand van de verwachte CO2-effecten en betaalbaarheid voor huishoudens en het mkb.

2021/2022

Motie van het lid Stoffer c.s. over onderzoek naar fiscale knelpunten bij bedrijfsbeëindiging in de veehouderij

Kamerstukken II 2021-2022, 35 927, nr. 87

In behandeling.

2021/2022

Motie van het lid Inge van Dijk c.s. over met de sector in gesprek gaan over de gevolgen van de wijziging van de grondslag voor alcoholaccijns op bier

Kamerstukken II 2021-2022, 3591 8, , nr.

In behandeling.

2021/2022

Motie van het lid Hammelburg over een jaarlijkse rapportage over de belastingdruk op verschillende vermogenssamenstellingen

Kamerstukken II 2021-2022, 359 27 , nr. 63

In behandeling. Kamerbrief in voorbereiding.

2021/2022

Motie van de leden Maatoug en Nijboer over een aanpak van belastingontwijking met zo min mogelijk afzwakkingen en vrijstellingen

Kamerstukken II 2020-2021, 359 27 , nr. 69

In behandeling.

2021/2022

Motie-Van der Linden (Fractie-Nanninga) c.s. over vereenvoudiging van het stelsel van sociale zekerheid, belastingen en toeslagen

Kamerstukken I 2021-2022, 35 927, nr. K

In behandeling.

2021/2022

Motie van het lid Inge van Dijk c.s. over jaarlijks een paragraaf over de status van ICT bij de Belastingdienst aan het Belastingplanpakket toevoegen

Kamerstukken II 2021-2022, 359 27 , nr. 67

In eerstvolgende parameterbrief wordt uitvoering gegeven aan deze motie.

2021/2022

de motie-Azarkan over monitoren van de fiscale schuldenberg van ondernemers

Kamerstukken II 2021-2022, 35 927, nr. 117

Op 1 juli 2022 zijn de brieven scenario's (corona)belastingschuld en de tweede monitoringsbrief fiscale coronamaatregelen verzonden aan de TK. In het najaar wordt een gezamenlijk monitoringsbrief van de coronasteunmaatregelen verzonden vanuit SZW, EZK en Fin. Daarmee wordt de motie afgedaan.

2021/2022

Motie van de leden Hammelburg en Grinwis over het monitoren van oneigenlijk gebruik van het lage winstbelastingtarief

Kamerstukken II 2021-2022, 359 27 , nr. 64

Op 28 juni 2022 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de effecten van de aanpak van belastingontwijking (Kamerstukken II 2021/22, 25087, nr. 294). De Eerste Kamer heeft eenzelfde brief gekregen. In de Kamerbrief is aangegeven dat op dit moment het fiscaal opsplitsen van activiteiten over zelfstandig belastingplichtige lichamen geanalyseerd wordt en dat het resultaat van dit onderzoek naar verwachting vóór Prinsjesdag aan de Kamer zal worden aangeboden.

2021/2022

Motie van het lid Van Raan c.s. over de MBW en de KEV integreren in de besluitvorming rond het Belastingplan

Kamerstukken II 2020-2021, 359 27 , nr. 72

Wat betreft de MBW zal bij de uitvoering van de motie worden aangesloten in de bij de stapsgewijze benadering van het integreren van brede welvaart in de begrotingssyclus zoals verwoord in de brief van de minister van Financiën van 22 mei jl. ( Kamerstukken II 2021-2022, 35788, nr. 135.) Het integraal afwegingskader is reeds van toepassing; brede welvaart maakt hier onderdeel van uit. Wat betreft de integratie van KEV cyclus op de begrotingscyclus is het kabinet in gesprek met het PBL.

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die zijn afgerond (niet fiscaal)
Tabel 97 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die zijn afgerond

Vergaderjaar

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken / planning

2015/2016

Motie van het lid Ronnes c.s. over een adequate prioritering van de herbeoordelingen

Kamerstukken II 2015-2016, 31 311, nr. 169

Afgerond. Eind 2019 hebben alle klanten reeds al een compensatie-aanbod ontvangen. Per 31 maart 2021 zijn de reguliere controles van de externe dossierbeoordelaars afgerond en heeft de AFM een eindrapportage opgesteld, die per brief van 1 juni 2021 aan uw Kamer is toegezonden. Kamerstukken II 2020-21, 31 311 nr. 238.

2017/2018

Motie van het lid Omtzigt over de evaluatie van de risicoreductie

Kamerstukken II 2017-2018, 21 501-20, nr. 1347

Afgedaan. Een nadere appreciatie van de bereikte risicoreductie is gegeven in de Kamerbrief over risico’s in de Europese bankensector (Kamerstukken  II 2020-2021, 21501-07, nr.1728) waarna de Tweede Kamer de bereikte risicoreductie heeft besproken tijdens het AO Eurogroep en Ecofinraad, gehouden ter voorbereiding van de Eurogroep en Ecofinraad van 30 november en 1 december 2020 (Kamerstukken II 2020-2021, 21501-07, nr CK)

2017/2018

Motie van de leden Ronnes en Paternotte over de afwikkeling van het herstelkader

Kamerstukken II 2017-2018, 32 013, nr. 156

Afgerond met de publicatie van de eindrapportage van de AFM, die per brief van 1 juni 2021 aan uw Kamer is toegezonden. Kamerstukken II 2020-21, 31 311, nr. 238.

2017/2018

Motie van de leden Slootweg en Paternotte over invulling van het begrip maatschappelijke betamelijkheid

Kamerstukken II 2017-2018, 34 910, nr. 20

Afgerond. Op 22 februari 2021 heeft DNB de beleidsregel maatschappelijke betamelijkheid gepubliceerd. In brief moties en toezeggingen voorjaar 2021 is de Tweede Kamer hierover geinformeerd. Kamerstukken II 2020-2021, 32 545, nr. 133.

2017/2018

Motie van de leden Leijten en Van der Linde over evalueren van het hersteltraject rond de rentederivaten

Kamerstukken II 2017-2018, 32 013, nr. 162

Afgedaan met de Kamerbrief «Appreciatie van het evaluatierapport afwikkelingsproces rentederivaten mkb»

2018/2019

Motie van de leden Sneller en Snels over het tegengaan van excessen bij niet-bancaire kredietverlening

Kamerstukken II 2018-2019, 32 545, nr. 90

Afgerond met Kamerstukken 2020-2021, 32 545, nr. 122.

2018/2019

Gewijzigde motie van de leden Moorlag en Van der Lee over het publieke belang borgen in het investerings- en financieringsbeleid (t.v.v. 35123-25)

Kamerstukken II 2018-2019, 35 123, nr. 31

Afgerond. De inhoud van deze motie is opgenomen in de aanvullende overeenkomst tussen de Staat en Invest-NL

2018/2019

Motie van het lid Snels c.s. over de effecten van PSD2 op het punt van marktverhoudingen

Kamerstukken II 2017-2018, 34 813, nr. 22

Afgerond. De Tweede Kamer is geinformeerd over het onderzoek van de ACM ten aanzien van de positie van Bigtech op de Nederlandse betaaalmarkt met de brief moties en toezeggingen op het terrein van de financiële markten najaar 2019. Kamerstukken II 2019-2020, 32 545, nr. 111. De rapportage is aangeboden aan de Tweede Kamer per brief d.d. 1 december 2020. Kamerstukken II 20-21, 27863, nr. 91.

2018/2019

Motie van het lid Ronnes c.s. over bij een schikking hertoetsen van bestuurders in de bankensector

Kamerstukken II 2018-2019, 31 477, nr. 34

Afgerond. De Tweede Kamer is op 28 oktober 2020 middels een brief geïnformeerd over opvolging van de motie. Kamerstukken II 2020-2021, 32545, nr. 123.

2018/2019

Motie van het lid Van der Lee c.s. over het proactief informeren van de Kamer

Kamerstukken II 2018-2019, 35 123, nr. 22

Afgerond. De inhoud van de motie is opgenomen in het protocol van EZK en Financiën over de uitoefening van het aandeelhouderschap.

2018/2019

Motie van de leden Snels en Sneller over de stabiliteitsrisico's van klimaatverandering

Kamerstukken II 2018-2019, 32 545, nr. 91

Afgerond. DNB blijft de blootstelling van financiële instellingen op CO2-intensieve sectoren monitoren, in algemene en specifieke publicaties. In de brief moties en toezeggingen voorjaar 2021 is de Tweede Kamer hierover geinformeerd. Kamerstukken II 2020-2021, 32 545, nr. 133.

2019/2020

Gewijzigde motie van het lid Bruins over inzicht voor UBO's in het aantal keren dat hun gegevens in het register zijn opgezocht (t.v.v. 35179-13)

Kamerstukken II 2019-2020, 35 179, nr. 18

Afgerond. Aan de gewijzigde motie van het lid Bruins over het gecategoriseerd inzicht geven in het aantal keer dat de UBO-gegevens zijn geraadpleegd is gevolg gegeven. UBO’s kunnen een verzoek indienen bij de KVK om dit inzicht te krijgen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen raadplegingen door banken, andere financiële ondernemingen en notarissen, en overige raadplegers. Deze categorisering is gekozen omdat de KVK de hoedanigheid van deze typen raadplegers voldoende betrouwbaar kan vaststellen. De Kamer is hierover geinformeerd met de Kamerbrief stand van zaken UBO-register van 14 april 2022 (Kamerstukken II, vergaderjaar 2021/2022, 32 545, nr. 168).

2019/2020

Motie van het lid Van Raan over een bespiegeling over brede welvaart opnemen in de Miljoenennota

Kamerstukken II 2019-2020, 35 470, nr. 9

Afgedaan in de Miljoennota 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 35 570, nr. 1)

2019/2020

Motie van het lid Alkaya over een brede acceptatie van contant geld als betaalmiddel

Kamerstukken II 2019-2020, 35 107, nr. 7

Afgedaan met de brief van 8 april 2022 "Convenant Contant geld", Kamerstukken II 2021/22, 27863, nr. 100.

2019/2020

Gewijzigde motie van de leden Tony van Dijck en Graus over KLM losweken van Air France (t.v.v. 35470-6)

Kamerstukken II 2019-2020, 35 470, nr. 21

Afgerond. In oktober 2021 heeft  een vertrouwelijk overleg over dit onderwerp met uw Kamer plaatsgevonden. Het kabinet heeft hiermee de motie uitgevoerd (zie ook Kamerstukken II 2021–2022, 28 165, nr. 356).

2019/2020

Motie van de leden Krol en Van Brenk over het verlagen van het maximumkredietvergoedingspercentage

Kamerstukken II 2019-2020, 24 515, nr. 511

Agedaan. Per 1 juli 2022 is de maximale kredietvergoeding structureel verlaagd.

2019/2020

Gewijzigde motie van de leden Ronnes en Bruins over de doelstellingen van het kansspelbeleid expliciet bespreken met de staatsdeelnemingen (t.v.v. 28165-309)

Kamerstukken II 2019-2020, 28 165, nr. 316

Deze motie is afgedaan in de brief «Kamerbrief Beheer Staatsdeelnemingen» van 16 juni 2020, Kamerstukken II 2019-2020, 28 165, nr. 327.

2019/2020

Motie van het lid Nijboer c.s. over overwegen om het aandelenbelang te vergroten

Kamerstukken II 2019-2020, 29 232, nr. 11

Afgerond. KLM heeft het kapitaalverzoek ingetrokken. Dit betekent dat de staat geen kapitaalsteun verleend. Zie ook Kamerstukken II, 2021-2022, 36108 nr. 4. Motie is daarom niet langer van toepassing.

2020/2021

Motie van het lid Bruins over het inschrijven van het gehele bestuur van een anbi in het UBO-register

Kamerstukken II 2020-2021, 35 179, nr. 14

Afgerond. Aan de motie-Bruins over de status van bestuurders van Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI’s) is gevolg gegeven. Bij elk uittreksel wordt een met de Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF) afgestemde toelichting verstrekt. In deze toelichting wordt nader uitleg gegeven over de situatie bij ANBI’s, namelijk dat zij in de regel geen personen kennen die op basis van eigendom of zeggenschap als UBO kwalificeren en derhalve het hoger leidinggevend personeel wordt geregistreerd. Daarbij wordt ook doorverwezen naar het ANBI-register. Deze toelichting is ook op meerdere plekken op de website van de KVK opgenomen. De Kamer is hierover geinformeerd met de Kamerbrief stand van zaken UBO-register van 14 april 2022 (Kamerstukken II, vergaderjaar 2021/2022, 32 545, nr. 168).

2020/2021

Motie van het lid Heinen c.s. over een protocol voor het informeren van de Kamer over uitgaven in het kader van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet

Kamerstukken II 2020-2021, 35 830, nr. 7

Afegdaan met de «Kamerbrief over vervolg toezeggingen en moties Verantwoordingsdebat» van 2 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 31865, nr. 199.)

2020/2021

Verzoekt de regering bij de appreciatie van moties en amendementen in verband met belastingen, waar relevant, aan te geven welke gevolgen deze hebben voor de complexiteit van wetgeving, de uitvoering en de termijn van uitvoering

Kamerstukken II 2020-2021, 35 927 , nr. 68

Afgedaan in Kamerbrief 'Aanbiedingsbrief bij het Verslag van een Schriftelijk Overleg Fiscale moties en toezeggingenbrief Prinsjesdag Tweede Kamer (35 925-IX, nr. 4)', Kamerstukken II 2021/22, 35925-IX, nr. 16, p.2.

2020/2021

Gewijzigde motie van het lid Den Haan c.s. over onderzoeken hoeveel bedrijven alsnog failliet zullen gaan als de steunpakketten wegvallen (t.v.v. 35830-29)

Kamerstukken II 2020-2021, 35 830, nr. 37

Afgedaan in Kamerbrief over de steunpakketten (Kamerstukken II 2020/21, 35420, nr. 365).

2020/2021

Motie van het lid Van Raan over bij het deelnemingenbeleid aandacht besteden aan het begrip «brede welvaart»

Kamerstukken II 2020-2021, 28 165, nr. 341

Afgedaan met de «Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022» van 1 juli 2022, Kamerstukken II 2021/22, 28165, nr. 370.

2020/2021

Gewijzigde motie van de leden Van Baarle en Hammelburg over brede diversiteit nastreven bij staatsdeelnemingen (t.v.v. 28165-347)

Kamerstukken II 2020-2021, 28 165, nr. 350

Afgedaan met de «Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022» van 1 juli 2022, Kamerstukken II 2021/22, 28165, nr. 370.

2020/2021

Motie van het lid Van Toorenburg c.s. over in overleg gaan over invoering van een stelsel van directe verzekering

Kamerstukken II 2020-2021, 33 552, nr. 73

Afgedaan met de brief van 28 juni van de minister van Rechtsbescherming over de verbetering afhandeling langlopende letselschadezaken. Kamerstukken II 2020-2021, 33552, nr. 84

2020/2021

Motie van lid Nijboer c.s. over kosteloos geld kunnen blijven opnemen

Kamerstukken II 2020-2021, 3254 5, , nr.

Afgedaan met de brief van 8 april 2022 "Convenant Contant geld", Kamerstukken II 2021/22, 27863, nr. 100.

2020/2021

Motie van het lid Nijboer c.s. over kosteloos geld kunnen blijven opnemen

Kamerstukken II 2020-2021, 32 545, nr. 140

'Afgedaan met de brief van 8 april 2022 "Convenant Contant geld", Kamerstukken II 2021/22, 27863, nr. 100.

2020/2021

Motie van het lid Stoffer over duidelijke kaders voor financieel degelijk beleid

Kamerstukken II 2020-2021, 35 850, nr. 11

Afgedaan. Deze motie is niet uitgevoerd omdat het demissionaire kabinet geen bezuinigingen heeft doorgevoerd.

2020/2021

Verzoekt de regering 1. Onafhankelijk onderzoek te laten verrichten naar de omvang van het probleem (uithuisplaatsing kinderen – toeslagen) en hoe dit jarenlang heeft kunnen gebeuren 2. Voorstellen te doen wanneer en hoe ouders en kinderen herenigd worden waar uithuisplaatsing nu nog voortduurt 3. Een meldpunt op te zetten voor ouders die hiermee te maken (gehad) hebben 4. Aan te geven hoe recht gedaan kan worden aan kinderen en ouders. En verzoekt de regering de Kamer binnenkort te informeren hoe deze motie ter hand genomen gaat worden,

Kamerstukken II 2020-2021, 359 27 , nr. 79

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 26 november 2021 Aanpak uithuisplaatsingen kinderen van gedupeerde ouders kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 921.

2020/2021

Motie van het lid Nijboer over realistische data als doelstelling formuleren voor diverse groepen ouders

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 888

Afgedaan. Dit is opgenomen in de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Motie van de leden Simons en Van Raan over in het proces van heling specifiek aandacht besteden aan de emotionele gevolgen van institutioneel racisme

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 889

Afgedaan. Dit is opgenomen in de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Motie van de leden Grinwis en Van der Plas over de mogelijkheid van een traject binnen de schuldhulpverlening

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 890

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.4 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Gewijzigde motie van het lid Leijten c.s. over niet accepteren dat slachtoffers van misstanden bij de Belastingdienst naar de rechter moeten gaan (t.v.v. 35925-VII-17)

Kamerstukken II 2020-2021, 3592 5 V, nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.5 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Motie van de leden Van Raan en Simons over een schaalsprong in het proces van heling

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 893

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.4 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Motie van de leden Snels en Nijboer over onderzoek naar de trendmatige verslechtering in de rechtmatigheid van uitgaven en verplichtingen

Kamerstukken II 2020-2021, 35 830, nr. 14

Afgerond in Kamerbrief: 'Toezeggingen en Moties Verantwoordingsdebat' van 2 november 2021, Kamerstukken II 2021 ‒ 2022, 31 865, nr. 199.

2020/2021

de gewijzigde motie-Faber-van de Klashorst c.s (PVV). over het persoonlijk tegenstrijdig belang (35529, letter O, was letter I);

Kamerstukken I 2020-2021, 35529-O, nr.

Afgerond. Een bredere definitie van tegenstrijdig belang is opgenomen in de statuten.

2020/2021

Motie van het lid Van Raan over een indicator dierenwelzijn toevoegen aan de Monitor Brede Welvaart

Kamerstukken II 2020-2021, 35 830, nr. 19

Afgerond. CBS is gevraagt een indicator voor dierenwelzijn in de Monitor Brede Welvaart op te nemen.

2020/2021

Actieplan probleemschulden, motie van lid Aartsen, Stoffer en Grinwis

Kamerstukken II 2020-2021, 35 420, nr. 382

De motie is afgedaan in de brief «Aanpak belastingschulden in verband met corona» van 11 oktober 2021, Kamerstukken II 2021-2022, 35420, nr. 412.

2020/2021

Motie van de leden Grinwis en Inge van Dijk over structurele compensatie van de woningcorporaties

Kamerstukken II 2020-2021, 35 850, nr. 10

Deze motie is afgedaan «Pakket Belastingplan 2022» van 21 september 2021, Kamerstukken II 2021 ‒ 2022, 35 9276, nr. 6.

2020/2021

Motie van het lid Grinwis c.s. over de eis dat 50% van te ontwikkelen woningen betaalbare huur- en koopwoningen is

Kamerstukken II 2020-2021, 35 925, nr. 94

Deze motie is afgedaan door Staatssecretaris Knops (BZK).

2020/2021

Motie van het lid Van Raan c.s. over aandacht voor brede welvaart in het opleidingsaanbod voor ambtelijk professionals

Kamerstukken II 2020-2021, 35 830, nr. 16

Deze motie is afgedaan in de brief «Invulling motie van het lid Van Raan c.s. over aandacht voor brede welvaart in het opleidingsaanbod voor ambtelijke professionals» van 13 december 2021, Kamerstukken II, 2021-2022, 34 298 Nr. 34

2020/2021

Motie van het lid Inge van Dijk over meetbare doelstellingen in rijksbeleid voor een beter inzicht in de effectiviteit

Kamerstukken II 2020-2021, 35 830, nr. 13

Deze motie is afgedaan in de brief 'Verbetering verantwoording en begroting'  van 1 november 2021, Kamerstukken II 2021-2022, 31 865, nr. 198.

2020/2021

Motie van het lid Stoffer over de SPV-bestedingstermijn verlengen naar eind 2022

Kamerstukken II 2020-2021, 35 850, nr. 12

Deze motie is afgedaan met publicatie in de Staatscourant 2021, 42940 (datum publicatie: 14-10-2021)

2020/2021

Motie van het lid Alkaya over het zwaarder belasten van vermogens boven een miljoen

Kamerstukken II 2020-2021, 35 925, nr. 85

Deze motie is niet gericht aan de regering.

2020/2021

De motie-Amhaouch/Weverling over met de regionale ontwikkelingsmaatschappijen een samenwerkingsvorm onderzoeken (35529, nr. 13);

Kamerstukken II 2020-2021, 35529, nr. 13

Deze motie is uitgevoerd. Een overeenkomst en het gezamenlijke fonds met de ROM's t.w.v. 50 miljoen Euro is daarvan het concrete resultaat. Zie ook: International Trade Facility RDA-Netherlands and Invest International

2020/2021

Motie van het lid Van Raan over een indicator voor de financiële waarde die Nederland onttrekt aan ontwikkelingslanden

Kamerstukken II 2020-2021, 35 830, nr. 20

Afgerond. Dit is aan CBS verzocht.

2020/2021

Motie van het lid Van Raan over voorkomen dat binnen Air France-KLM bonussen worden uitgekeerd

Kamerstukken II 2020-2021, 28 165, nr. 339

Hoewel deze motie niet expliciet is benoemd , heeft het kabinet reeds gereageerd op de inhoud van deze motie in reactie op een andere vergelijkbare motie. Zie Kamerstukken II, 2020-2021, 29232, nr. 49

2020/2021

Motie van leden Heinen en Alkaya over negatieve rente voor kleine spaarders voorkomen

Kamerstukken II 2020-2021, 32 545, nr. 142

Afgedaan in Kamerbrief 'Negatieve spaarrente 2021'. Kamerstukken II, 2021-22, 32013, nr. 251.

2020/2021

Motie van lid Van der Lee c.s. over de herziening van de relevante toezichts- en rapportageraamwerken voor de financiële sector

Kamerstukken II 2019-2020, 35446, nr. 4

Afgedaan met de Kamerbrief «Verzamelbrief moties en toezeggingen op het terrein van financiële markten voorjaar 2022»

2020/2021

de motie-Bouali/Weverling over rekening houden met bedrijfsgrootte en administratieve draagkracht (35529, nr. 15).

Kamerstukken II 2020-2021, 35529, nr. 15

Motie afgedaan. Invest International heeft deze motie op verschillende plekken in acht genomen. Zo komt dit terug bij de due diligence onderzoeken en bij het interne goedkeuringsproces voor kleine transacties (de zogenaamde ‘EC-light’ procedure). Invest International kent verder een gedifferentieerde manier van iESG en KYC toetsing, waarmee ook rekening wordt gehouden met administratieve lasten voor mkb-ondernemers.

2020/2021

motie-Sneller c.s. (35 830, nr. 9) over tussentijdse rapportages over het aanpakken van de onvolkomenheden.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 830, nr. 9

Motie afgerond in Kamerbrief «Toezeggingen en Moties Verantwoordingsdebat» van 2 november 2021, Kamerstukken II, 2021-2022, 31 865 Nr. 199

2020/2021

Gewijzigde motie van het lid Azarkan (35 830, nr. 25) over bezien hoe de Rekenkamer gedurende het boekjaar onrechtmatigheden een halt kan toeroepen.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 830, nr. 25

Motie afgerond in Kamerbrief «Toezeggingen en Moties Verantwoordingsdebat» van 2 november 2021, Kamerstukken II, 2021-2022, 31 865 Nr. 199

2020/2021

Motie van het lid Stoffer c.s. over versterking van de eigen financiering van maatschappelijke organisaties die subsidie van het Rijk ontvangen

Kamerstukken II 2020-2021, 35 830, nr. 23

Motie afgerond in Kamerbrief «Toezeggingen en Moties Verantwoordingsdebat» van 2 november 2021, Kamerstukken II, 2021-2022, 31 865, nr. 199

2020/2021

Motie van het lid Inge van Dijk over de uitwisseling van best practices tussen departementen

Kamerstukken II 2020-2021, 35 830, nr. 12

Motie afgerond in Kamerbrief «Toezeggingen en Moties Verantwoordingsdebat» van 2 november 2021, Kamerstukken II, 2021-2022, 31 865, nr. 199.

2020/2021

Motie over onderzoek naar vereenvoudiging van belastingstelsel

Kamerstukken I 2020-2021, 35925, nr.

Motie is aangehouden.

2020/2021

de motie-Van den Nieuwenhuijzen/Van der Lee over de gehele investeringsportefeuille in overeenstemming bren?gen met de Parijsdoelstellingen (35529, nr. 14);

Kamerstukken II 2020-2021, 35529, nr. 14

Motie is afgedaan. Het klimaatbeleid van Invest International is conform de Aanvullende Overeenkomst tussen de Staat, FMO en Invest International nader geoperationaliseerd in het Business Plan 2022.

2020/2021

Gewijzigde motie van de leden Van den Berge en Van Nispen over de samenwerking met financiële dienstverleners intensiveren (33552-71)

Kamerstukken II 2020-2021, 33 552, nr. 78

Afgerond. De Kamer is op 8 juli 2022 geïnformeerd over de integrale aanpak van online fraude.

2021/2022

de gewijzigde motie-Heinen/Inge van Dijk over geen boetes of taakstraffen voor mensen die de UBO-deadline niet hebben gehaald

Kamerstukken II 2021-2022, 31 4 77, nr. 70

Aan de gewijzigde motie van de leden Heinen en Inge van Dijk wordt gevolg gegeven door enkel risicogebaseerd te handhaven tot de uitspraak van het Europese Hof van Justitie. De Kamer is hierover geinformeerd met de Kamerbrief stand van zaken UBO-register van 14 april 2022 (Kamerstukken II 2021/2022, 32 545, nr. 168).

2021/2022

Motie van de leden Erkens en Bontenbal over het inzichtelijk maken van de totale financiële impact van Fit for 55

Kamerstukken II 2021-2022, 32 813, nr. 889

Afgedaan in brief «Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie» van 5 april 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 22 112, nr. 3372.

2021/2022

de motie-Grinwis/Alkaya over een terughoudender en minder wervende inzet van gokreclames door de staatsdeelnemingen Nederlandse Loterij en Holland Casino

Kamerstukken II 2021-2022, 28 1 65,, nr.

Afgedaan in de Kamerbrief Vooruitblik beheer staatsdeelnemingen 2022 van 19 april 2022, Kamerstukken II 2021/22, 28 165, nr. 369.

2021/2022

de gewijzigde motie-Heinen/Inge van Dijk over bij het belastingplan 2023 bezien of de onbelaste reiskostenvergoeding eerder kan worden verhoogd

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. XV, nr. 133

Afgedaan in de Voorjaarsnota 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 36 120, nr. 1.

2021/2022

Motie van het lid Inge van Dijk (CDA), over opvolging geven aan aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer rondom bezittingen van het Rijk.

Kamerstukken II 2021-2022, 35 975, nr. 7

Afgedaan in brief «Evaluatie verslaggevingsstelsel rijksoverheid» van 8 juni 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 31 865 nr. 209.

2021/2022

Motie van het lid Van Houwelingen over garanderen dat contant geld een wettelijk betaalmiddel blijft

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 102

Afgedaan met de brief van 8 april 2022 "Convenant Contant geld", Kamerstukken II 2021/22, 27863, nr. 100.

2021/2022

de motie-Van der Lee over regelen dat Oekraïense vluchtelingen op korte termijn een rekening kunnen openen zonder repercussies voor banken

Kamerstukken II 2021-2022, 31 4 77,, nr.

Afgedaan met de Kamerbrief van 19 april 2022, Kamerstukken II 2021/22, 31477, nr. 75.

2021/2022

Motie van het lid Hammelburg c.s. over internationale afspraken over het uitfaseren van exportkredietverzekeringen voor vervuilende activiteiten

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 87

Afgedaan met de Kamerbrief "Stand van zaken uitwerking COP26-verklaring" , Kamerstukken II 2021/22, 31793, nr. 209.

2021/2022

Motie van het lid Mulder mbt Infectieziektenbestrijding

Kamerstukken II 2021-2022, 25 295, nr. 1753

Afgedaan met Kamerbrief scenario's (corona)belastingschuld verzonden op 1 juli 2022 aan de TK.

2021/2022

de motie-Amhaouch/Van Haga over verkennen wat nodig is om de kermistraditie en -cultuur te behouden

Kamerstukken II 2021-2022, 35 420, nr. 445

Afgedaan met de Kamerbrief van 6 juli 2022 «Invulling toezeggingen commissiedebat Toerisme d.d. 11 mei 2022»

2021/2022

de motie-Azarkan/Van Raan over uitspreken dat voor institutioneel racisme binnen de Belastingdienst Toeslagen en alle andere onderdelen van de overheid geen plaats is

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

Afgedaan. Deze motie is niet gericht aan het kabinet.

2021/2022

de motie-Nijboer c.s. over ook dit jaar voorkomen dat er ook maar een gedupeerde uit huis wordt gezet of te maken krijgt met beslaglegging

Kamerstukken II 2021-2022, 3106 6, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 10 maart 2022 "Reactie op de moties van het lid Nijboer c.s. over ook dit jaar voorkomen dat er ook maar een gedupeerde uit huis wordt gezet of te maken krijgt met beslaglegging (Kamerstuk 31066-964), van het lid Paul c.s. over zo snel mogelijk de verkenning over een eventuele verlenging van het moratorium afronden (Kamerstuk 31066-966) en van het lid Omtzigt c.s. over de Kamer voor 10 maart informeren bij hoeveel mensen gerechtelijke vorderingen geeffectueerd zijn (Kamerstuk 31066-967)", Kamerstukken 2021-2022, 31066, nr. 981.

2021/2022

de motie-Paul c.s. over zo snel mogelijk de verkenning over een eventuele verlenging van het moratorium afronden

Kamerstukken II 2021-2022, 3106 6, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 10 maart 2022 "Reactie op de moties van het lid Nijboer c.s. over ook dit jaar voorkomen dat er ook maar een gedupeerde uit huis wordt gezet of te maken krijgt met beslaglegging (Kamerstuk 31066-964), van het lid Paul c.s. over zo snel mogelijk de verkenning over een eventuele verlenging van het moratorium afronden (Kamerstuk 31066-966) en van het lid Omtzigt c.s. over de Kamer voor 10 maart informeren bij hoeveel mensen gerechtelijke vorderingen geeffectueerd zijn (Kamerstuk 31066-967)", Kamerstukken 2021-2022, 31066, nr. 981.

2021/2022

de motie-Omtzigt c.s. over de Kamer voor 10 maart informeren bij hoeveel mensen gerechtelijke vorderingen geeffectueerd zijn

Kamerstukken II 2021-2022, 3106 6, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 10 maart 2022 "Reactie op de moties van het lid Nijboer c.s. over ook dit jaar voorkomen dat er ook maar een gedupeerde uit huis wordt gezet of te maken krijgt met beslaglegging (Kamerstuk 31066-964), van het lid Paul c.s. over zo snel mogelijk de verkenning over een eventuele verlenging van het moratorium afronden (Kamerstuk 31066-966) en van het lid Omtzigt c.s. over de Kamer voor 10 maart informeren bij hoeveel mensen gerechtelijke vorderingen geeffectueerd zijn (Kamerstuk 31066-967)", Kamerstukken 2021-2022, 31066, nr. 981.

2021/2022

Motie van het lid Inge van Dijk c.s. over de spelregels voor het budgetrecht en het informatierecht van de Kamer op de deelkaders zorg en sociale zekerheid verduidelijken

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 91

Afgerond in de Kamerbrief: Reactie op motie Van Dijk c.s. over plafonds Zorg en Sociale Zekerheid van 6 juli 2022.

2021/2022

Gewijzigde motie van het lid Hammelburg c.s. over bredewelvaartsindicatoren een centrale positie geven in de Miljoenennota, begrotingen en jaarverslagen (t.v.v. 35925-88)

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 88

Afgerond in de Kamerbrief 'Brede welvaart in de begrotingscylus van  23 mei 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 34 298, nr. 37.

2021/2022

Motie van het lid Van Raan c.s. - over een duidelijke plek voor brede welvaart in de begrotingsvoorbereiding

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 159

Afgerond in de Kamerbrief 'Brede welvaart in de begrotingscylus van  23 mei 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 34 298, nr. 37.

2021/2022

Motie van het lid Boucke over een kopgroep in Europees verband om de invoering van de CO2-grensheffing zo veel mogelijk te versnellen

Kamerstukken II 2021-2022, 21 501, nr. 33, nr. 912

De motie Boucke is meegenomen in de periodieke Kamerbrief omtrent de stand van zaken van het krachtenveld en het verloop van de onderhandelingen over het Fit for 55-pakket van 7 maart 2022, Kamerstukken II 2021/22, 22112 nr 3311. Deze brief is namens de minister voor Klimaat en Energie naar de Tweede Kamer verstuurd.

2021/2022

de motie-Van Baarle over aan de energiebedrijven overbrengen dat de btw-verlaging ten gunste moet komen aan burgers

Kamerstukken II 2021-2022, 36 0 88,, nr. 13

De Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst heeft op 29 juni met Energie-Nederland gesproken. Energieleveranciers hebben via Energie-Nederland uitgesproken zich maximaal in te spannen om de btw-verlaging al in 2022 (in meerdere of mindere mate) voor consumenten zichtbaar te maken in hun maandelijkse voorschotten. Daarmee is de motie van het lid Van Baarle afgedaan, zie Kamerstukken II 2021-2022, 36 088, nr. 13.

2021/2022

de motie-Kat c.s. over na inwerkingtreding van de Wet hersteloperatie direct van start gaan met uitbetaling aan kinderen van wie de bankrekeningnummers bekend zijn

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

De tegemoetkoming voor de kindregeling wordt  bij de inwerkingtreding van de Wet hersteloperatie toeslagen (36151) voor het overgrote deel ambtshalve toegekend omdat veel kinderen al in beeld zijn bij UHT. De uitbetaling van de tegemoetkoming vindt groepsgewijs plaats. De eerste groepen die de tegemoetkoming ontvangen bestaan uit meerderjarige kinderen van wie de rekeningnummers al bekend zijn.

2021/2022

de motie-Azarkan over in het opleidingsprogramma van de Belastingdienst meer aandacht geven aan privacy en gegevensbescherming

Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, nr. 941

Deze motie is afgedaan in de brief «Reactie op nadere verzoeken Fraude signalering Voorziening» van 30 mei 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 31066, nr. 1030.

2021/2022

Motie van het lid (Inge) van Dijk over geen geld uit de begrotingsfondsen halen zonder degelijke bestedingsvoorstellen

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 157

Deze motie is afgedaan in de brief «Samenhang en voortgang fondsen» van 10 juni 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 35 976, nr. F.

2021/2022

Motie van het lid Van Houwelingen over een overzicht van de laatste vijf jaar van de destijds voorspelde inflatie en de daadwerkelijke inflatie

Kamerstukken II 2021-2022, 21 501-07, nr. 1830

Deze motie is afgedaan in de brief «Verslag Eurogroep en Ecofinraad van 4 en 5 april 2022» van 14 april 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 21501-07, nr. 1836.

2021/2022

Motie van het lid Stoffer c.s. over de benodigde middelen voor beheer en onderhoud van de rijksinfrastructuur inzichtelijk maken

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 111

Deze motie is afgedaan in de brief 'Financiële situatie instandhouding en ontwikkeling Rijksinfrastructuur van 29 oktober 2021', Kamerstukken II 2021 ‒ 2022,35925 A, nr. 14.

2021/2022

Motie van het lid van der Plas c.s. over het instellen van een loket familiebedrijven bij de belastingdienst 2021D37942 (overgenomen van EZK)

Kamerstukken II 2020-2021, 35 7 24 , nr. 12

Deze motie is afgedaan in de brief «Reactie op motie-Van der Plas c.s. (32724 nr.12)» van 25 oktober 2021.

2021/2022

Motie van de leden Hammelburg en Paulusma, D66 over het zo goed mogelijk uitvoering geven aan adviezen over de communicatie over de zorguitgaven

Kamerstukken II 2021-2022, 35 975, nr. 6

Deze motie is afgedaan in de Kabinetsreactie op het WRR-rapport: ‘Kiezen voor houdbare zorg. Mensen, middelen en maatschappelijk draagvlak’ van 3 juni 2022, Kamerstukken II 2021 ‒ 2022, 35 925-XVI, nr. 192.

2021/2022

Motie van de leden Kröger en Thijssen over onderzoeken in hoeverre de invoering van CBAM een obstakel vormt voor de ontwikkelingslanden.

Kamerstukken II 2021-2022, 2211 2 n, nr.

Deze motie is afgedaan in de Kamerbrief Stand van Zaken Fit for 55-pakket van 8 juli 2022, die namens de Minister voor Klimaat en Energie naar de Tweede Kamer is gestuurd. Kamerstuk 22 112, nr. 3461.

2021/2022

de motie-Erkens/Bontenbal over het voorkomen van weglek van export en CO2 bij Fit for 55

Kamerstukken II 2021-2022, 2211 2, , nr.

Deze motie is afgedaan in de Kamerbrief Stand van Zaken Fit for 55-pakket van 8 juli 2022, die namens de Minister voor Klimaat en Energie naar de Tweede Kamer is gestuurd. Kamerstuk 22 112, nr. 3461.

2021/2022

Motie van het lid Boucke over een onderzoek naar versnelde afbouw van gratis emissierechten

Kamerstukken II 2021-2022, 22 1 12,, nr.

Deze motie is afgedaan in de Kamerbrief Stand van Zaken Fit for 55-pakket van 8 juli 2022, die namens de Minister voor Klimaat en Energie naar de Tweede Kamer is gestuurd. Kamerstuk 22 112, nr. 3461.

2021/2022

de motie-Grinwis/Inge van Dijk over in de nieuwe Nota Deelnemingenbeleid opnemen dat buitenlandse investeringen van staatsdeelnemingen het publieke belang moeten dienen

Kamerstukken II 2021-2022, 28 1 65,, nr.

Deze motie is afgedaan in de nieuwe Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022 van 1 juli 2022.

2021/2022

de motie-Alkaya c.s. over het niet verhogen van de lasten op arbeid of consumptie

Kamerstukken II 2021-2022, 35 9 27,, nr.

Deze motie is afgedaan met Voorjaarsnota 2022, Kamerstukken II 2021/22, 36 120, nr. 1.

2021/2022

Motie van de leden Grinwis en Stoffer over tegemoetkoming van het mkb met een hoger energieverbruik

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 133

Deze motie is afgedaan middels de vierde NvW Belastingplan 2022, Kamerstukken II 2021/22, 35 927, nr 30.

2021/2022

Motie van de leden Hammelburg en Inge van Dijk over onderzoek naar een energietoelage voor huishoudens met een laag inkomen (aangehouden)

Kamerstukken II 2021-2022, 35 295, nr. 129

Deze motie is door stas SZW afgedaan in de brief «Eenmalige energietoeslag lage inkomens» van 10 december 2021, Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, XV, nr. 84.

2021/2022

Motie-Van Rooijen (50PLUS) c.s. over een eenmalige uitkering aan AOW-gerechtigden

Kamerstukken I 2021-2022, 35 927, nr. J

Deze motie is door SZW afgedaan in de Voorjaarsbesluitvorming. Er is niet gekozen voor een eenmalige uitkering, maar voor structurele verhoging van de AOW met 7,5%.

2021/2022

de motie-Omtzigt c.s. over mogelijk maken dat een gekwalificeerde minderheid het besluit kan nemen om eeninspecteur-generaal uit te nodigen

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

Deze motie is gericht aan het presidium van de Tweede Kamer.

2021/2022

Motie Omtzigt c.s. over voorlichting vragen aan de Raad van State over de wijze waarop de Kamer beschikking kan hebben over het Raad van State-advies bij de voorhang van de AMvB

Kamerstukken II 2021-2022, 3595 7 n, nr.

Deze motie is niet gericht aan het kabinet en wordt daarom als afgedaan beschouwd.

2021/2022

Motie van de leden Inge van Dijk en Grinwis over de ondertekening van wetsvoorstellen die decentrale overheden raken

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 90

Deze motie is overgedragen aan Ministerie BZK.

2021/2022

de motie-Aartsen c.s. over een extra uitvoeringsplan om de uitvoering van de steunpakketten te verbeteren

Kamerstukken II 2021-2022, 35 420, nr. 440

Deze motie wordt uitgevoerd door EZK en SZW.

2021/2022

de motie-Aartsen c.s. over een aparte TVL-startersregeling

Kamerstukken II 2021-2022, 35 420, nr. 439

Deze motie wordt uitgevoerd door EZK.

2021/2022

de motie-Amhaouch/Kuiken over een structureel overleg met sociale partners over de aanpak van de coronacrisis

Kamerstukken II 2021-2022, 35 420, nr. 443

Deze motie wordt uitgevoerd door SZW met EZK en VWS.

2021/2022

de motie-Amhaouch/Palland over verkennen hoe problemen als gevolg van verschillende coronaregels in de grensregio's voorkomen kunnen worden

Kamerstukken II 2021-2022, 35 420, nr. 444

Deze motie wordt uitgevoerd door VWS.

2021/2022

de motie-Van der Lee c.s. over wettelijke verankering van de formeel onafhankelijke positie van de IBTD

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

Deze motie zal door de minister van BZK worden betrokken bij de uitwerking van de wet op de Rijksinspecties. De Kamer is hierover geïnformeerd met de Kamerbrief van 9 juni «Toelichting op de aangenomen moties ingediend tijdens het tweeminutendebat over de ministeriële regeling Inspectie Belastingen Toeslagen en Douane (IBTD)» (2022Z11719, nog geen Kamerstuknummer).

2021/2022

de motie-Romke de Jong over de autonome bevoegdheid voor specifieke rijksinspecties om rapporten uit eigen naamnaar de Kamer te sturen

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

Deze motie zal door de minister van BZK worden betrokken bij de uitwerking van de wet op de Rijksinspecties. De Kamer is hierover geïnformeerd met de Kamerbrief van 9 juni «Toelichting op de aangenomen moties ingediend tijdens het tweeminutendebat over de ministeriële regeling Inspectie Belastingen Toeslagen en Douane (IBTD)» (2022Z11719, nog geen Kamerstuknummer).

2021/2022

de motie-Grinwis/Inge van Dijk over een inspanning om de kwaliteit van de ramingen te verbeteren

Kamerstukken II 2020-2021, 359 27 , nr. 71

Dit betreft staand beleid. In de Miljoenennota wordt jaarlijks ingegaan op de ramingsmethoden.

2021/2022

de motie-Nijboer c.s. over de maatstaf voor compensatie voor zwangere of zieke zzp'ers opnieuw beoordelen op individueel niveau

Kamerstukken II 2021-2022, 35 420, nr. 432

Dit doet EZK met SZW. Zijn bezig met onderzoeken naar schrijnende gevallen.

2021/2022

Motie van het lid Nijboer c.s. over onderzoeken hoe een Penparade over vermogen er voor Nederland uitziet

Kamerstukken II 2021-2022, 359 27 , nr. 66

Dit wordt door het CBS reeds gedaan.

2021/2022

Motie van de leden Van Haga en Ephraim over uitspreken dat vermogensongelijkheid in principe niet verkeerd is

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 165

Afgerond. Een zekere mate van vermogensongelijkheid is een kenmerk van een gezonde, concurrerende economie. Een te hoge concentratie van vermogen en een te scheve economische verdeling heeft echter wel negatieve effecten op de economie en de maatschappij als geheel. Dit komt terug in het IBO vermogensverdeling waar op Prinsjesdag een kabinetsreactie op komt.

2021/2022

de motie-Inge van Dijk c.s. over de toereikendheid van het noodbedrag van €500 voor gedupeerde ouders

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

Afgerond. Er wordt in de voortgangsrapportages periodiek gerapporteerd over het aantal verzoeken van ouders met een acuut probleem. Monitoring of het bedrag van 500 euro voldoende is vindt plaats. Zie hiervoor ook paragraaf 2.3 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

Motie van de leden Van Haga en Ephraim over expliciet aandacht besteden aan pensioenvermogen in het interdepartementale beleidsonderzoek

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 166

Afgerond. Het IBO is onafhankelijk en werkt niet vanuit een opdracht van bewindspersonen. In het IBO zelf komt pensioenvermogen aan bod.

2021/2022

de motie-Van Raan c.s. over binnen de gemeentelijke aanpak ruimte creëren voor ondersteuning aan kinderen die nu uitwonend en 18-plus zijn

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

Het kabinet heeft in de op 27 juni 2022 gezonden brief bij het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen (36151-5) aangekondigd de doelgroep van de brede ondersteuning door gemeenten uit te breiden met 18-plussers en uitwonenden. Dit zal geregeld worden in een nota van wijziging die naar verwachting begin september aan de Tweede kamer wordt gezonden.

2021/2022

de motie-Van Baarle over coulance voor taxichauffeurs die in de knel zijn geraakt

Kamerstukken II 2021-2022, 35 420, nr. 446

Het steunpakket is beëindigd in Q2, zie onder andere Kamerstukken 2021/22, 35 420, nr. 478.

2021/2022

de motie-Grinwis/Maatoug over verlenging van de verruimde regels voor de Bbz

 

Het steunpakket is beëindigd in Q2, zie onder andere Kamerstukken 2021/22, 35 420, nr. 478.

    

2021/2022

de motie-Inge van Dijk c.s. over een uitwerking van de verschillende scenario's voor niet-bezwaarmakers waarbij nadrukkelijk onderscheid wordt gemaakt tussen grote en kleine spaarders

Kamerstukken II 2021-2022, 32 1 40,, nr. 116

Afgedaan, Kamerstukken II 2021-2022, 32 140, nr. 116

2021/2022

Motie van het lid Heinen c.s. over de oorzaken van de sterke stijging van energieprijzen in kaart brengen

Kamerstukken II 2021-2022, 3592 5 8, nr.

Motie is afgedaan door Stas EZK in oktober 2021.

2021/2022

de motie-Eerdmans c.s. over ook voor de domeinen toeslagen en douane een wettelijke basis creëren voorontheffing van de geldende geheimhoudingsplicht

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

Motie is afgedaan met de Kamerbrief van 9 juni «Toelichting op de aangenomen moties ingediend tijdens het tweeminutendebat over de ministeriële regeling Inspectie Belastingen Toeslagen en Douane (IBTD)» (2022Z11719, nog geen Kamerstuknummer). De ontheffing van de geldende geheimhoudingsplicht wordt in de wet opgenomen.

2021/2022

de gewijzigde motie-Van der Lee c.s. over de mogelijkheid voor de IBTD om onderzoek te starten naar aanleiding vanindividuele meldingen

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

Motie is afgedaan met de Kamerbrief van 9 juni «Toelichting op de aangenomen moties ingediend tijdens het tweeminutendebat over de ministeriële regeling Inspectie Belastingen Toeslagen en Douane (IBTD)» (2022Z11719, nog geen Kamerstuknummer). De IBTD heeft de mogelijkheid om onderzoek te starten naar aanleiding van individuele meldingen.

2021/2022

de motie-Eerdmans c.s. over de mogelijkheid om een inspecteur-generaal uit te nodigen zonder toestemming vaneen bewindspersoon

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

Motie is afgedaan met de Kamerbrief van 9 juni «Toelichting op de aangenomen moties ingediend tijdens het tweeminutendebat over de ministeriële regeling Inspectie Belastingen Toeslagen en Douane (IBTD)» (2022Z11719, nog geen Kamerstuknummer). Deze motie zal tevens door de minister van BZK worden betrokken bij de uitwerking van de wet op de Rijksinspecties.

2021/2022

de gewijzigde motie-Stoffer/Idsinga over ondernemingen met toekomstperspectief de mogelijkheid bieden hun terugbetaaltermijn te verlengen

Kamerstukken II 2021-2022, 3592 7, , nr.

Motie is afgedaan met verzending kamerbrief scenario's (Corona)belastingschuld op 1 juli jl.

2021/2022

de motie-Van Haga/Ephraim over het aantal fte's van de Financial Intelligence Unit aanzienlijk uitbreiden

Kamerstukken II 2021-2022, 31 4 77,, nr.

Motie wordt overgenomen door J&V

2021/2022

de motie-Nijboer/Van der Lee over bij KLM aandringen op een toekomstbestendig en duurzaam bedrijfsmodel

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 08,, nr.

Overgedragen aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dit is behandeld door de minister van Infrastructuur en Waterstaat tijdens het Wetgevingsoverleg Derde incidentele suppletoire begroting inzake aandelenemissie Air France-KLM op 30 mei 2022.

2021/2022

de gewijzigde motie-Van der Plas c.s. over onderzoeken of het mogelijk is rode diesel op korte termijn terug te laten keren

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. XV, nr. 144

Tijdens het commissiedebat met de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, op 11 mei 2022 jl. heeft de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aangegeven dat het kabinet niet voornemens is om opnieuw rode diesel in te voeren (Kamerstukken II 2021-2022, 36 045, nr. 76).

2021/2022

de motie-Graus/Van Kent over een ruimhartige omzetdervingsregeling voor Limburgse ondernemers die getroffen zijn door de watersnoodramp

Kamerstukken II 2021-2022, 35 420, nr. 429

Afgerond.

2021/2022

Motie van het lid Klink c.s. over de transitie van fossiel naar niet-fossiel

Kamerstukken II 2021-2022, 35 9 25 , nr.

Afgedaan in de Kamerbrief stand van zaken uitwerking COP26-verklaring, Kamerstukken II 2021/22, 31793, nr. 209.

2021/2022

Motie Exportinstrumentaria voor eind 2022 in lijn brengen met Parijs en Glasgow (t.v.v. 35925-XVII-27)

Kamerstukken II 2021-2022, 35 9 25 , nr.

Afgedaan in de Kamerbrief stand van zaken uitwerking COP26-verklaring, Kamerstukken II 2021/22, 31793, nr. 209.

2021/2022

de motie-Heinen over in sterke bewoordingen kenbaar maken dat het verdragsrechtelijke mandaat en verbod op monetaire financiering op geen enkele wijze door de ECB geschonden mag worden

Kamerstukken II 2021-2022, 21 501, nr. 07, nr. 1873

Afgerond. De minister heeft tijdens de Eurogroep van 11 juli 2022 dit mondeling toegelicht.

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die nog niet zijn afgerond (niet fiscaal)
Tabel 98 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die nog niet zijn afgerond

Vergaderjaar

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken / planning

2015/2016

Gewijzigde motie van de leden Merkies en Nijboer (t.v.v. 34346, nr.6) over SNS Bank in staatshanden houden

Kamerstukken II 2015-2016, 34 346, nr. 17

In behandeling. Wordt meegenomen bij het besluit over de toekomst van de Volksbank

2017/2018

Gewijzigde motie van het lid Van Rooijen over toekennen van passende risicowegingen aan staatsobligaties (t.v.v. 21501-07-1520)

Kamerstukken II 2017-2018, 21 501-07, nr. 1523

In behandeling, dit is reeds de positie van Nederland.

2017/2018

Motie van de leden Alkaya en Snels over de evaluatie van de financieringswijze

Kamerstukken II 2017-2018, 34 870, nr. 13

In behandeling. Dit wordt meegenomen in de evaluatie vijf jaar na inwerkingtreding van de Wet bekostiging financieel toezicht 2019 (1-1-2019).

2017/2018

Motie van het lid Leijten over verzekeringen met een beleggingselement

Kamerstukken II 2017-2018, 34 770, nr. 8

In behandeling. Er zijn de afgelopen jaren veel stappen gezet om de risico’s voor consumenten die een verzekering met een beleggingscomponent sluiten te verkleinen (zie bijlage 2 bij brief van 28 juni 2019 aan de Tweede Kamer over de stand van zaken beleggingsverzekeringen aanbiedingsbrief-stand-van-zaken-beleggingsverzekeringen (1).pdf). Daarnaast heeft de AFM aandachtspunten opgesteld voor het verbeteren van de kennis- en ervaringstoets naar aanleiding van een onderzoek naar het afsluiten van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen via execution only. Hiermee hebben ook aanbieders van beleggingsverzekeringen handvatten om de kennis- en ervaringstoets aan te scherpen. Ten slotte zal ik deze motie betrekken bij het Burgerinitiatief Tijd voor transparantie, met name voor wat betreft de informatievoorziening richting consumenten.

2017/2018

Motie van het lid Ronnes c.s. over niet verkopen van aandelen URENCO

Kamerstukken II 2017-2018, 28 165, nr. 278

In behandeling. Verkoop van het Nederlandse aandeel in Urenco is niet aan de orde. Het kabinet kan niet voor de overige aandeelhouders van Urenco (de Britse overheid en de Duitse private aandeelhouders E.on en RWE) bepalen wat zij met hun aandeel doen. Bij zowel het Verenigd Koninkrijk als E.on en RWE blijft de wens tot verkoop van de aandelen aanwezig. Net zoals het kabinet is het Verenigd Koninkrijk van mening dat van verkoop van de aandelen in Urenco pas sprake kan zijn als de publieke belangen van non-proliferatie en veiligheid op adequate wijze zijn geborgd.

2019/2020

Nader gewijzigde motie het lid Jasper van Dijk c.s. over stoppen van verdienmodellen die mensen in de schulden brengen (t.v.v. 35316-20)

Kamerstukken II 2019-2020, 35 316, nr. 21

In behandeling. De maximale kredietvergoeding is tijdelijk verlaagd (als crisismaatregel). Het is aan een nieuw kabinet om de maximale kredietvergoeding eventueel structureel te verlagen.

2019/2020

Motie van de leden Alkaya en Nijboer over uitbreiden van de invloed van de regering als aandeelhouder in de holding

Kamerstukken II 2019-2020, 29 232, nr. 13

In behandeling

2019/2020

Motie van het lid Bruins over perspectief op het openen van een rekening bij de centrale bank

Kamerstukken II 2019-2020, 35 107, nr. 9

In behandeling. Een wetgevend voorstel van de Europese Commissie voor de digitale euro wordt verwacht in 2023.

2019/2020

Motie van de leden Van der Linde en Ronnes over dubbelingen in cliëntenonderzoek zo veel mogelijk voorkomen

Kamerstukken II 2019-2020, 35 245, nr. 12

In behandeling, wordt betrokken bij het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen waarin wordt voorgesteld de bevoegdheid te introduceren om informatie te delen over hoog risico klanten.

2019/2020

Gewijzigde motie van de leden Alkaya en Van der Linde over de monitoring van de uitwerking van de implementatiewet anti-witwasrichtlijn op kleine ondernemingen (t.v.v. 35245-13)

Kamerstukken II 2019-2020, 35 245, nr. 15

In behandeling.

2019/2020

Nader gewijzigde motie van het lid Bruins over aanscherpingen in het risicobeleid van banken onderzoeken (t.v.v. 35107-14)

Kamerstukken II 2019-2020, 35 107, nr. 15

In behandeling.

2019/2020

Motie van het lid Alkaya over het waar nodig ondersteunen van DNB en ECB bij experimenten met digitaal centralebankgeld

Kamerstukken II 2019-2020, 35 107, nr. 6

In behandeling. De ECB is medio 2021 over gegaan tot de onderzoeksfase van de digitale euro, die 24 maanden duurt.

2019/2020

Motie van de leden Ronnes en Bruins over een evaluatie van de impact van het UBO-register op de privacy van betrokkenen

Kamerstukken II 2019-2020, 35 179, nr. 12

In behandeling. De wettelijke deadline voor de vulling is 27 maart 2022. De eerste evaluatie wordt één jaar na de vulling van het UBO-register uitgevoerd.

2019/2020

Motie van het lid Bruins over richting Basel V inzetten op strengere kapitaaleisen en een hogere leverage ratio

Kamerstukken II 2019-2020, 35 107, nr. 10

In behandeling. Het voorstel van de Europese Commissie voor implementatie van de Bazel 3.5 eisen is in oktober 2021 gepubliceerd. Hieraan voorafgaand heeft Nederland samen met De Nederlandsche Bank een non-paper opgesteld. Het kabinet heeft zijn definitieve positie gedeeld met de Kamer via de gebruikelijke weg van een BNC-fiche. De Raadsonderhandelingen vinden momenteel plaats onder het Tsjechisch voorzitterschap.

2019/2020

Motie van het lid Pieter Heerma c.s. over de Volksbank

Kamerstukken II 2019-2020, 35 300, nr. 14

In behandeling. Wordt meegenomen bij het besluit over de toekomst van de Volksbank

2020/2021

Motie van de leden Snels en Groothuizen over een onderzoek naar de samenhang tussen witwassen en belastingontwijking in Nederland

Kamerstukken II 2020-2021, 31 477, nr. 46

In behandeling. In eerste instantie is gekeken of de geactualiseerde NRA witwassen van 1 juli 2020 meer inzicht zou bieden. Dit onderwerp is vervolgens toegevoegd aan de opdracht van de commissie doorstroomvennootschappen. De Kamer wordt dit najaar geinformeerd over de bevindingen van de commissie.

2020/2021

Motie van het lid Inge van Dijk over geen taken overdragen aan gemeenten zonder bijbehorende financiën

Kamerstukken II 2020-2021, 35 850, nr. 9

De motie is in behandeling en verzoekt de regering om geen taken over te dragen (behalve als het echt noodzakelijk is en in goed overleg) voordat de fundamentele discussie over de ontwikkelrichting van het binnenlands bestuur met concrete voorstellen in het voorjaar van 2022 is afgerond. Er zijn geen taken overgedragen en er worden momenteel onderzoeken uitgevoerd t.b.v. de fundamentele discussie, welke in 2022 afgerond zal worden.

2020/2021

Motie van het lid Stoffer over de privacygevolgen van het UBO-register voor anbi's

Kamerstukken II 2020-2021, 35 179, nr. 15

In behandeling.

2020/2021

de motie-Van Ballekom (VVD) over het informeren van de Kamer over de inhoud van de af te sluiten samenwerkingsovereenkomsten met FMO, RVO en Invest-NL (35529, letter Q).

Machtigingswet oprichting Invest International (35.529) letter Q.

In behandeling. De genoemde samenwerkingsovereenkomsten zullen worden gedeeld met de Kamer zodra deze finaal zijn. In het periodieke beleidsoverleg tussen BHOS, FIN, FMO en Invest International zal de samenwerking en de te realiseren synergie tussen FMO en Invest International een terugkerend punt van aandacht zijn. De minister voor BHOS heeft in de derde termijn bevestigd dat de regelingen blijvend onder haar verantwoordelijkheid vallen. Jaarverslagen en jaarrekeningen van Invest International worden, zoals in de machtigingswet bepaald, met de Kamer gedeeld.

2020/2021

Motie van het lid Kuiken c.s. over een wettelijke verankering van tuchtrecht en een tuchtraad voor letselschadeprofessionals

Kamerstukken II 2020-2021, 33 552, nr. 77

In behandeling. De Kamer is in de brief van 28 juni 2021 van de minister van Rechtsbescherming geïnformeerd over de voortgang. Kamerstukken II 2020-2021, 33552, nr. 84.

2020/2021

Motie van het lid Van Nispen c.s. over een wettelijke verankering van de Gedragscode Behandeling Letselschade

Kamerstukken II 2020-2021, 33 552, nr. 74

In behandeling. De Kamer is in de brief van 28 juni 2021 van de minister van Rechtsbescherming geïnformeerd over de voortgang. Kamerstukken II 2020-2021, 33552, nr.84.

2020/2021

de motie-Prast (PvdD) c.s. over het uitsluitend ondersteunen van projecten en activiteiten zonder gedolven kobalt uit Congo (35529, letter M);

Kamerstukken I 2020-2021, 35529-M, nr.

In behandeling.

2020/2021

Motie van leden van Dijk en Grinwis over het definiëren van een grensspaarsaldo voor negatieve spaarrente

Kamerstukken II 2020-2021, 3254 5, , nr.

In behandeling

2020/2021

Motie van de leden Sjoerdsma en Van Ojik over instrumenten van het buitenlandbeleid en de diplomatie in lijn brengen met de doelstellingen uit het Klimaatakkoord van Parijs

Kamerstukken II 2020-2021, 35 5 70 , nr.

In behandeling.

2020/2021

Motie van het lid Nijboer over een wijziging van de Comptabiliteitswet om het budgetrecht van de Kamer te versterken

Kamerstukken II 2020-2021, 35 830, nr. 11

In behandeling.De uitvoering van deze motie wordt betrokken bij de evaluatie van de CW 2016. Oplevering van de evaluatie staat gepland voor primo 2023.

2021/2022

de motie-Aartsen c.s. over extra uitstel tot zeven jaar voor belastingschuld door corona

Kamerstukken II 2021-2022, 35 4 20,, nr.

De Kamer wordt in september geïnformeerd over de uitvoering van de motie en de vormgeving van de verlenging van de betalingsregeling (corona) belastingschuld van 5 naar 7 jaar. Het beleidsbesluit zal uiterlijk 1 oktober worden gepubliceerd.

2021/2022

de nader gewijzigde motie-Azarkan c.s. over bezien hoe het proces van integrale beoordeling substantieel kan worden versneld

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

De stand van zaken op deze motie is opgenomen in paragraaf 2.1  van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

de motie-Alkaya c.s. over bureaucratische belemmeringen wegnemen in het herstel van het toeslagenschandaal

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

De stand van zaken op deze motie is opgenomen in paragraaf 2.1  van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

de gewijzigde motie-Azarkan c.s. over een kader op grond waarvan de Commissie Werkelijke Schade de compensatiebedragen kan vaststellen

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

De stand van zaken van deze motie is opgenomen in aanbiedingsbrief en paragraaf 2.4.2 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

de motie-Alkaya over de pilot om te bezien of het treffen van vaststellingsovereenkomsten versnellend werkt in het afhandelen van langlopende dossiers van toeslagengedupeerden een echte kans geven om te slagen

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

De stand van zaken van deze motie is opgenomen in de aanbiedingsbrief en paragraaf 1.6 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

de motie-Paul/Kat over de proef met de vso bij positieve afronding zo snel mogelijk substantieel opschalen

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

De stand van zaken van deze motie is opgenomen in de aanbiedingsbrief en paragraaf 1.6 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

de motie-Paul c.s. over het ontwikkelen van voorzieningen om initiatieven van ouders en kinderen te ondersteunen

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

De stand van zaken van deze motie is opgenomen in paragraaf 1.2 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

de motie-Paul c.s. over onderzoeken van onorthodoxe maatregelen/scenario's voor versnellingen van het proces

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

De stand van zaken van deze motie is opgenomen in paragraaf 2.4.1 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

Motie van het lid Grinwis c.s. over het onderzoek naar het niet-gebruik van toeslagen actualiseren

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 93

Deze motie wordt onder meer geadresseerd in de nog lopende evaluatie van de Awir. Dit onderzoek wordt naar verwachting in Q3 afgerond, waarna de kabinetsreactie volgt.

2021/2022

de gewijzigde motie-Azarkan over een jaarlijkse audit binnen de Belastingdienst op de bescherming van persoonsgegevens

Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, nr. 943

Deze motie is in behandeling en wordt afgedaan in de Stand van zakenbrief voor het commissiedebat Belastingdienst.

2021/2022

de gewijzigde motie-Azarkan over de tegemoetkomingsregeling FSV zo spoedig mogelijk van start laten gaan

Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, nr. 942

Deze motie is in behandeling. DeTweede Kamer is met de brief «Vormgeving tegemoetkoming FSV» gëinformeerd over de denkrichting hoe het kabinet tegemoet wil komen aan die gevallen waarin burgers of bedrijven onterechte en/of nadelige gevolgen hebben ondervonden van een FSV registratie. In het najaar wordt de Tweede Kamer hierover nader geinformeerd.

2021/2022

Motie van de leden Maatoug en Gijs van Dijk over het inzetten van de webmodule in één sector, bijvoorbeeld de gezondheidszorg

Kamerstukken II 2021-2022, 29 544, nr. 1078

Deze motie is in behandeling. Voorstel is om de Tweede Kamer hier via een brief van SZW over te informeren in het najaar van 2022.

2021/2022

de motie-Idsinga over de effecten van de verlaging van de brandstofaccijns in Duitsland in kaart brengen en de afstemming met buurlanden versterken

Kamerstukken II 2021-2022, 36 0 88,, nr.

Er wordt nog bezien hoe dit bij het lopende onderzoek van grenseffecten kan worden betrokken.Onderzoek mbt grenseffecten loopt en wordt rond Prinsjesdag opgeleverd en gedeeld met de Kamer. Kamer geïnformeerd middels brief (Kamerstukken II 2021-2022, 35927, nr. 128)

2021/2022

Motie leden Heinen en Grinwis over objectieve toetsing op doelmatigheid en doeltreffendheid van uitgaven uit het klimaat- en stikstoffonds

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 149

Er zijn conceptwetten waar Horizonbepaling in zit. Streven is dat deze wetten dit najaar worden gestuurd naar het Parlement voor behandeling.

2021/2022

de motie-Thijssen/Kröger over onderzoeken van de gevolgen van inclusie van de chemische sector in CBAM

Kamerstukken II 2021-2022, 2211 2, , nr.

Het kabinet is bezig met het uitzetten van dit onderzoek. In een volgende Kamerbrief over de stand van zaken van het Fit for 55-pakket zal uw Kamer hierover verder worden geïnformeerd.

2021/2022

de motie-Azarkan c.s. over een einde maken aan onvoldoende rechtsbescherming

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

Hierover wordt u in de twaalfde Voortgangsrapportage geïnformeerd.

2021/2022

de motie-Azarkan over het coalitieakkoord naleven op het specifieke punt van de herijking van de hersteloperatie

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

Hierover wordt u in de twaalfde Voortgangsrapportage geïnformeerd.

2021/2022

de motie-Inge van Dijk/Van Raan over de Kamer informeren hoe de brede hulp aan kinderen ouder dan 18 jaar en de groep die binnen afzienbare tijd 18 jaar wordt verloopt

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

Hierover wordt u in de twaalfde Voortgangsrapportage geïnformeerd.

2021/2022

de motie-Alkaya over het niet langer geheel uitbesteden van essentiële diensten op Schiphol

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 08,, nr.

In behandeling

2021/2022

de motie-Heinen c.s. over met de toezichthouder voorstellen doen om de transparantie van financiële producten te verbeteren

Kamerstukken II 2021-2022, 35 8 62,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Heinen c.s. over in de Comptabiliteitswet de voorwaarde opnemen dat de Staten-Generaal zich voldoende geïnformeerd achten

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 00,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Inge van Dijk over in de monitoring van de effecten een onderscheid maken in omvang van bedrijven

Kamerstukken II 2021-2022, 35 9 29,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de gewijzigde motie-Romke de Jong over drie jaar na inwerkingtreding van de wet een reflectietoets uitvoeren

Kamerstukken II 2021-2022, 35 9 29,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Nijboer/Maatoug over alternatieven om ook het rendement op vastgoed direct mee te nemen bij de start van het nieuwe stelsel

Kamerstukken II 2021-2022, 32 1 40,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Grinwis over bij de verdere uitwerking van de vermogensbelasting op basis van werkelijk rendement uitgaan van de werkelijke waarde van vastgoed

Kamerstukken II 2021-2022, 32 1 40,, nr.

In behandeling.

2021/2022

-de motie-Romke de Jong/Kat over rekening houden met de doelstellingen van schuldhulpverlening

Kamerstukken II 2021-2022, 32 1 40,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Omtzigt over in kaart brengen hoe verschillende vormen van vermogen belast worden

Kamerstukken II 2021-2022, 32 1 40,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Van der Graaf c.s. over rekening houden met de administratieve last van de motiveringsplicht

Kamerstukken II 2021-2022, 35 4 20,, nr.

In behandeling.

2021/2022

-de motie-Grinwis c.s. over bij de uitwerking van de vermogensaanwasbelasting opties in kaart brengen om liquiditeitsproblemen te voorkomen

Kamerstukken II 2021-2022, 32 1 40,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Grinwis over de interacties tussen de toeslagen en de aankomende vermogensbelasting op basis van werkelijk rendement in kaart brengen

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Inge van Dijk/Maatoug over opstellen van een contourennota

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Van Weyenberg c.s. over het in kaart brengen van de optie van een verhoging van de mijnbouwheffingen

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 20,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Van Weyenberg/Segers over het onderzoeken van een verzilverbare heffingskorting

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 20,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Azarkan c.s. over het verhogen van de belastingen op winst en vermogen

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 20,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Van Haga over een verhoging van de arbeidskorting voor diverse scenario's onderzoeken

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 20,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Alkaya over bezien welke belemmeringen er bestaan om winstdelingsregelingen breder toegankelijk te maken voor alle werknemers

Kamerstukken II 2021-2022, 35 9 29,, nr.

In behandeling. Bij de Kabinetsreactie op het CNV rapport over winstdeling zal de Kamer tevens geinformeerd worden over de wijze waarop uitvoering gegeven zal worden aan deze motie.

2021/2022

de gewijzigde motie-Tony van Dijck over zorg dragen voor een landelijk netwerk van servicepunten

Kamerstukken II 2021-2022, 32 5 45,, nr.

In behandeling. Binnen het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer is een Actieplan Toegankelijk Betalingsverkeer opgesteld. Een van de acties hiervan is het verbeteren van de persoonlijke aandacht op lokaal niveau - waar daar behoefte aan is - eventueel door servicepunten op te richten op plekken waar bankkantoren zijn verdwenen. Ook het opstellen van een stappenplan voor de sluiting van bankkantoren is hier onderdeel van. Een ander onderdeel is het in samenwerking met maatschappelijke organisaties inventariseren van de precieze behoeften van kwetsbare groepen en het bedenken van oplossingen om aan die behoeften tegemoet te komen.

2021/2022

de motie-Ephraim over een overzicht van mogelijke besparingen binnen de twaalf ministeries

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 00,, nr.

In behandeling. De mogelijkheden hiertoe worden op het moment verkend.

2021/2022

Motie van de leden Nijboer en Maatoug over de gevolgen van macro-economische beslissingen wegen naar de stabiliteitsdoelstellingen uit de begrotingsregels

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 156

In behandeling. Loopt mee in de augustusbesluitvorming.

2021/2022

de motie-Nijboer c.s. over middelen pas aanwenden als getoetst is dat de gekozen aanpak effectief en doelmatig is

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 00,, nr.

In behandeling. Planning om de motie in het najaar 2022 uit te voeren en hierop terug te komen.

2021/2022

de motie-Alkaya over zich als aandeelhouder inspannen voor betere arbeidsvoorwaarden en een lagere werkdruk bij KLM

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 08,, nr.

In behandeling. Voor wat betreft het deel van de motie dat verwijst naar de nieuwe nota Staatsdeelnemingen, zie Kamerstukken II, 2021-2022, 28165, nr. 370.

2021/2022

Verzoekt de regering voor alle categorie-A-projecten de status van de aanvraag publiekelijk te vermelden in de ex-ante lijst,

Kamerstukken II 2021-2022, 26 485, nr. 392

In behandeling. Wordt naar verwachting aan voldaan in het najaar

2021/2022

de motie-Van Raan/Sneller over bij alle beleidsvoorstellen toelichten hoe ze bijdragen aan de brede welvaart

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 00,, nr.

In behandeling. Zal naar verwachting worden meegenomen in evaluatie van de werkwijze 'Beleidskeuzes uitgelegd'.

2021/2022

de motie-Romke de Jong c.s. over het budget voor cultuurleningen indien nodig aanvullen

Kamerstukken II 2021-2022, 35 420, nr. 433

In behandeling.

2021/2022

de motie-Tony van Dijck over het niet verder verruimen van het negatieve rentebeleid

Kamerstukken II 2021-2022, 32 5 45,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Alkaya c.s. over de invloed van krimp in medewerkersaantallen bij NS op de beschikbaarheid van de beoogde dienstverlening

Kamerstukken II 2021-2022, 28 1 65,, nr.

In behandeling.

2021/2022

Verzoekt de regering de verklaring niet strenger te interpreteren dan andere landen die de verklaring hebben getekend, met het bedrijfsleven in gesprek te gaan over de reikwijdte van de verklaring en de duurzame transities en om het gelijke speelveld voor het Nederlandse bedrijfsleveninternationaal te bewaken,

Kamerstukken II 2021-2022, 26 485, nr. 387

In behandeling.

2021/2022

Motie van de leden Van Weyenberg en Maatoug over het goed monitoren van de loonontwikkeling en het aanspreken van sociale partners als lonen onvoldoende stijgen

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 154

In behandeling.

2021/2022

de motie-Azarkan over een onderzoek naar de risicoselecties die banken ter implementatie van de Wwft gebruiken

Kamerstukken II 2021-2022, 31 4 77,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Azarkan over het voor banken onmogelijk maken om gehele branches een bankrekening te ontzeggen

Kamerstukken II 2021-2022, 31 4 77,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Tony van Dijck over nieuw overleg met de VNG om te voorkomen dat de uitvoering van de eenmalige energietoeslag in het gedrang komt

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. XV, nr. 122

In behandeling.

2021/2022

de motie-Grinwis/Van Weyenberg over overleg met gemeenten om knelpunten te inventariseren bij de uitkering van de eenmalige tegemoetkoming

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. XV, nr. 123

In behandeling.

2021/2022

de motie-Van Weyenberg/Grinwis over het op korte termijn verruimen van de subsidievoorwaarden

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. XV, nr. 124

In behandeling.

2021/2022

de motie-Van Weyenberg c.s. over met bewindvoerders, schuldhulpverleners en schuldeisers bespreken of termijnbedragen tijdelijk aangepast kunnen worden

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. XV, nr. 125

In behandeling.

2021/2022

de motie-Inge van Dijk/Grinwis over zo snel mogelijk via diverse landelijke mediakanalen communiceren van een overzicht van de bestaande ondersteunende regelingen

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. XV, nr. 131

In behandeling.

2021/2022

de motie-Den Haan c.s. over zo veel mogelijk huishoudens die aanvullende maatregelen nodig hebben proactief benaderen

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. XV, nr. 137

In behandeling.

2021/2022

Motie van de leden Alkaya en Heinen over mogelijk maken van anonieme betalingen met de digitale euro tot een bepaald maximumbedrag per transactie en per maand

Kamerstukken II 2021-2022, 21 501-07, nr. 1829

In behandeling.

2021/2022

de motie-Heinen/Alkaya over zich tevens inzetten voor een neutrale, toegankelijke digitale euro die niet programmeerbaar is

Kamerstukken II 2021-2022, 21 501, nr. 07, nr. 1874

In behandeling.

2021/2022

de motie-Eppink over de middelen voor kernenergie openstellen

Kamerstukken II 2021-2022, 21 501, nr. 07, nr. 1875

In behandeling.

2021/2022

de motie-Azarkan/Van Raan over de adviezen van de IBTB standaard in behandeling te nemen

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie van de leden Inge van Dijk en Werner over bij de invulling van de maatschappelijke diensttijd verkennen of en hoe jongeren ingezet kunnen worden om ondersteuning te bieden aan financieel kwetsbare inwoners

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Romke de Jong over voortvarend aan de slag gaan met de geïnventariseerde quick fixes in het toeslagenstelsel

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Eerdmans over scenario's om hoger dan begrote btw-inkomsten als lastenverlichtingen te laten terugvloeien naar de middeninkomens

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 20,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Stoffer over bij financiële transacties per casus bezien of een budgettaire dekking geleverd dient te worden

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 08,, nr.

In behandeling.De uitvoering van de motie ligt in de fase van de praktische vormgeving. In de komende Miljoenennota 2023 zal een passage gewijd worden aan de uitvoering van de motie.

2021/2022

Motie van de leden Heinen en Grinwis over opnemen horizonbepaling klimaat- en stikstoffondsen.

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 148

In behandeling.Er zijn conceptwetten waar Horizonbepaling in zit. Streven is dat deze wetten in het najaar 2022 worden gestuurd naar het Parlement voor behandeling.

2021/2022

Motie van het lid Van Houwelingen c.s. over het uitwerken van verschillende scenario's over de schuldhoudbaarheid voor de Nederlandse staatsschuld

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 161

In behandeling.Het verzoek is ingediend bij het CPB. Publicatie volgt na het zomerreces 2022.

2021/2022

de motie-Sneller c.s. over een rapporteringstolerantiegrens van 1% voor de rijksrekening

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 00,, nr.

In behandeling.Publicatie van de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV 2023) in de Staatscourant zal invulling geven aan deze motie. Verwachte publicatiedatum is begin november 2022.

2021/2022

Motie van de leden Van Weyenberg c.s. over meerjarige duidelijkheid voor gemeenten over de reële stijging van het accres

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 153

In de Voorjaarsnota 2022 wordt verwezen naar deze motie. Hierover vindt nog gesprek plaats met de medeoverheden.

2021/2022

de gewijzigde motie-Alkaya over onderzoek doen naar effecten voordat er een wet rekeningrijden wordt ingediend

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 00,, nr.

In het najaar van 2022 zullen de onderzoekresultaten naar de beleidseffecten van betalen naar gebruik beschikbaar komen en aan bod komen in de tweede hoofdlijnenbrief die dan naar de Kamer zal worden gestuurd. De vragen in deze motie komen dan ook aan bod.

2021/2022

de motie-Nijboer/Van der Lee over onverkort vasthouden aan de aan KLM gestelde voorwaarden en afdwingen dat deze worden nageleefd

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 08,, nr.

In Kamerbrief derde rapportage staatsagent (Kamerstukken II 2021/22, 29232, nr. 54) wordt aangegeven welke stappen het kabinet heeft genomen en zal nemen om invulling te geven aan deze motie.

2021/2022

de motie-Stoffer over het monitoren van de effecten van de compensatie voor de gestegen energie- en brandstofprijzen

Kamerstukken II 2021-2022, 36 0 88,, nr.

Motie is in behandeling, op Prinsjesdag wordt een brief verzonden aan de kamer waarin de stand van zaken wordt besproken.

2021/2022

de motie-Azarkan over monitoren hoe het verschil in brandstofprijzen zich ontwikkelt

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. XV, nr. 127

Onderzoek loopt en wordt rond Prinsjesdag opgeleverd en gedeeld met de Kamer. Kamer geïnformeerd middels brief (Kamerstukken II 2021-2022, 35927, nr. 128)

2021/2022

Motie van de leden Grinwis en Stoffer over het risico op onderuitputting verkennen

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 158

Uitwerking van de oproep van de motie vindt nu plaats. Nog in behandeling.

2021/2022

de motie-Grinwis c.s. over het onderzoeken van gevolgen van de wetswijziging en het functioneren van de massaalbezwaarprocedure

Kamerstukken II 2021-2022, 32 1 40,, nr.

Voor Prinsjesdag wordt de Kamer geïnformeerd over de stand van het onderzoek en indien mogelijk worden de (eerste) resultaten gedeeld.

2021/2022

de motie-Kat/Van Raan over het monitoren van de effecten op huishoudens van de kwijtschelding van schulden

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

Zoals opgenomen in de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen (Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093) zullen SZW en Fin op basis van het actieplan geldzorgen, armoede en schulden van de minister van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, hier komende tijd nadere uitwerking aan geven. Daarbij wordt ook de motie van de leden Kat en Van Raan meegenomen. Zie hiervoor ook de brief van 12 juli 2022 aan de Tweede Kamer inzake actieaanpak geldzorgen, armoede en schulden van de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen (24515-643).

2015/2016

Motie van het lid Ronnes over zeer terughoudend zijn bij verdere harmonisatievoorstellen voor hypothecair krediet

Kamerstukken II 2015-2016, 34 292, nr. 7

Doorlopend, in behandeling.

2019/2020

Gewijzigde motie van het lid Baudet over nooit akkoord gaan met een voorstel waarbij Nederland garant staat voor de staatsschuld van een ander land (t.v.v. 21501-07-1672)

Kamerstukken II 2019-2020, 21 501-07, nr. 1681

Doorlopend. In behandeling, er is momenteel geen sprake van een voorstel waarbij Nederland garant staat voor de staatsschuld van een ander land. In een brief van 30 maart 2022 is een reactie gegeven op de motie Omtzigt en van Haga over hetzelfde thema (Kamerstukken II, 2021-2022, 35925, nr 170).

2021/2022

Gewijzigde motie van het lid Ephraim c.s. over voorkomen dat het Recovery Resilience Fund een meer permanent karakter krijgt (t.v.v. 35925-118)

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 118

Doorlopend. In behandeling, er is momenteel geen sprake van een voorstel om de RRF een meer permanent karakter te geven.

2021/2022

Motie van het lid Omtzigt over niet akkoord gaan met een gezamenlijke schulduitgifte voor nieuwe Europese fondsen en projecten

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 169

Doorlopend. In behandeling, er is momenteel geen sprake van een voorstel voor gezamenlijke schulduitgifte voor nieuwe Europese fondsen en projecten. In een brief van 30 maart 2022 is een reactie gegeven op deze motie (Kamerstukken II, 2021-2022, 35925, nr 170).

2021/2022

Motie VVD, CDA, CU over niet instemmen met het structureel maken van de Recovery and Resilience Facility

Kamerstukken II 2021-2022, 2022 D25, nr.

Doorlopend. In behandeling,er is momenteel geen sprake van een voorstel om de RRF structureel te maken.

2021/2022

Motie van de leden Van Haga en Ephraim over niet instemmen met eurobonds of andere vormen van schuldmutualisering

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 167

Doorlopend. In behandeling,er is momenteel geen sprake van een voorstel voor eurobonds of andere vormen van schuldmutualisering. In een brief van 30 maart 2022 is een reactie gegeven op de motie Omtzigt en van Haga over hetzelfde thema (Kamerstukken II 2021-2022, 35925, nr 170).

2021/2022

de motie-Van Haga over een langetermijnperspectief voor ondernemers per situatie in de toekomst

Kamerstukken II 2021-2022, 35 420, nr. 438

In behandeling.

Door bewindslieden gedane toezeggingen die zijn afgerond (fiscaal)
Tabel 99 Door bewindslieden gedane toezeggingen die zijn afgerond

Vergaderjaar

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken / planning

2015/2016

Toezegging Tussenlaag zzp-middeling (34.036)

Handelingen I 2015-2016, nr. 17, item 7, p. 42

Afgedaan in Kamerbrief "Fiscale moties en toezeggingenbrief Prinsjesdag Eerste Kamer", Kamerstukken I 2021/22, 35927, nr. A.

2015/2016

Toezegging Inschatting aandeel schijnzelfstandigheid bij de formele evaluatie na 3 jaar (34.036)

Handelingen I 2015-2016, nr. 17, item 7, p. 45

Afgedaan in Kamerbrief "Fiscale moties en toezeggingenbrief Prinsjesdag Eerste Kamer", Kamerstukken I 2021/22, 35927, nr. A.

2015/2016

Toezegging openbaarheid kern overeenkomst

Plenaire vergadering 26-01-2016 Verslag EK 2015/2016, nr. 17, item 7

Deze toezegging is afgedaan in de bijlage 23e halfjaarsrapportage aan de Brief «Brief van de staatsecreataris van financiënover de 23e halfjaarsrapportage van de belastingdienst en over de eerste resultaten van de aanpak beheerst vernieuwen» van 17 april 2019, Kamerstukken II 2018-2019, 31066, nr. E.

2016/2017

Toezegging brief over vermogen en betalingscapaciteit

Kamerstukken II 2016-2017, 34 552, nr. 70, blz. 110

Afgedaan in de Kamerbrief «Voortgang op toezeggingen herijking invorderingsstrategie en heroverweging Stroomlijnen Rood-Blauw» van 25 maart 2022, Kamerstukken II 2021/22, 24515, nr. 619.

2017/2018

Toezegging informeren Kamer bij veranderingen zwarte lijst

Handelingen II 2017-2018, nr. 67, item 8, p. 24-25

Afgerond. De zwarte lijst wordt twee keer per jaar vastgesteld, de Kamer wordt dan ook twee keer per jaar geïnformeerd via het verslag van de Ecofin, Kamerstukken II 2021–2022, 21 501-07, nr. 1816.

2017/2018

Toezegging transparantie in EU-Gedragscodegroep

Handelingen II 2017-2018, nr. 67, item 8, p. 24-25

De toezegging is afgedaan bij het "Verslag Eurogroep en Ecofinraad 6 en 7 december 2021", Kamerstukken II 2021–2022, 21 501-07, nr. 1804.

2017/2018

Toezegging evaluatie Wet fiscale arbitrage in praktijk

Handelingen II 2018-2019, nr. 89, item 3, p. 14

Afgerond. Opgenomen op evaluatie-agenda (2024).

2017/2018

Toezegging rol banken bij aangifte bitcoins mee te nemen in fiscale beleidsagenda

Kamerstukken I 2017-2018, 34 775, nr. AA, p. 9

Toezegging is afgedaan in bijlage 3 bij de Kamerbrief 'Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda, Kamerstukken II 2021/22, 32140, nr. 119.

2018/2019

Toezegging periodieke analyse Wet fiscale arbitrage

Handelingen II 2018-2019, nr. 89, item 3, p. 9

Afgerond, i.v.m. de toezeggingen m.b.t. de WFA is er een evaluatie opgenomen op de evaluatie agenda (2024).

2019/2020

Toezegging monitoringsverzoek Van Weyenberg knelpunten langere ritten

Handelingen II 2019-2020, nr. 23, item 8 p. 17

Afgedaan met de Kamerbrief "Onderzoek MIA uitstootvrije personenautotaxi’s en taxibussen", Kamerstukken II 2021/22, 32800, nr. 75.

2019/2020

Toezegging monitoren emissievrije voertuigen binnen doelgroepenvervoer

Kamerstukken II 2019-2020, 35 302, nr. 68, blz. 79

Afgedaan met de Kamerbrief "Onderzoek MIA uitstootvrije personenautotaxi’s en taxibussen", Kamerstukken II 2021/22, 32800, nr. 75.

2019/2020

Toezegging Milieu-investeringsaftrek

Handelingen II 2019-2020, nr. 23, item 8 p. 16

Afgedaan met de Kamerbrief "Onderzoek MIA uitstootvrije personenautotaxi’s en taxibussen", Kamerstukken II 2021/22, 32800, nr. 75.

2019/2020

Toezegging Kamer op de hoogte te houden van de voortgang van de uitvoering van de Wet hardheidsaanpassing Awir

Kamerstukken I 2019-2020, T02935, nr.

Afgerond. De Eerste Kamer wordt net als de Tweede Kamer regelmatig geïnformeerd over de hersteloperatie via de voortgangsrapportages en de tussentijdse stand van zaken en update brieven.

2019/2020

De staatssecretaris zegt toe dat de ministeriële regeling, die vastlegt dat er een adviserend ouderpanel bestaat om de uitvoering van de hersteloperatie te begeleiden met gevraagd en ongevraagd advies, in nauw contact met het ouderpanel zal worden opgesteld.

Kamerstukken II 2019-2020, 31 066, nr. 693.

Afgerond. De Instellingsregeling Oudercommissie kinderopvangtoeslag is op 14 juli 2021 gepubliceerd in de Staatscourant (Stcrt. 2021, 34722). Deze Instellingsregeling is opgesteld in nauw contact met het ouderpanel.

2019/2020

Toezegging informeren over afname aantal controles Belastingdienst

Kamerstukken II 2019-2020, 31 066, nr. 622, p. 74

De Kamer is geïnformeerd in de brief «Jaarplan 2021 Belastingdienst, Toeslagen en Douane 2021» van 24 november 2020, Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 737.Het rapport Analyse niveau toezicht achteraf is op 31 januari 2022 naar de Kamer verstuurd als bijlage bij het Jaarplan 2022 (Kamerstukken II, 2021-2022, 31066, nr. 958).

2019/2020

Toezegging informeren over ontwikkelingen Europese voorstellen energiebelastingen

Kamerstukken II 2018-2019, 21 501-07, nr. 1625, p.27

Deze toezegging is afgedaan doordat de Tweede Kamer is betrokken bij het voorstel voor herziening van de richtlijn energiebelastingen via het in september 2021 toegezonden BNC fiche.De Kamer wordt daarnaast op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen bij de behandling van het herzieningsvoorstel via de zesweken brief van EZK over de voorstellen uit het fit for 55 pakket conform het verzoek daartoe van de vaste commissie van Economische Zaken en Klimaat (2021Z15315/2021D33994). De eerste zeswekenbrieven zijn te vinden in Kamerstukken II 2021-2022, 22112, nr. 3239.

2019/2020

Toezegging werking opkoopfonds schulden van gezinnen

Handelingen II 2019-2020, nr. 90

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Waarborgfonds Saneringskredieten en Uitzonderingsjaar Ophogingen» van 13 september 2021, Kamerstukken II 2020-2021, 24 515, nr. 610.

2019/2020

Toezegging onderzoek kloof fiscale behandeling vreemd en eigen vermogen

Handelingen II 2019-2020, nr. 76, item 6, p. 37-38

Deze toezegging is afgedaan in de Kamerbrief 'Onderzoek fiscale behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen'. Kamerstukken 2020-21, 35572, nr. 100.

2019/2020

Toezegging uitkomsten onderzoek o.b.v. motie Ronnes en afspraken Klimaatakkoord

Kamerstukken I 2019-2020, 35 302, nr. E, blz. 26

Deze toezegging is afgedaan in Korte aantekeningen vergadering commissie Financiën (FIN) van 22 september 2020, Kamerstukken I 2020/2021, 35302, S en 35572 / 35205, A.

2019/2020

Toezegging Evaluatie effectiviteit en doelmatigheid schenkvrijstelling voor eigen woning

Kamerstukken I 2019-2020, T02964, nr.

Deze toezegging is afgedaan op 5 juli 2021, Kamerstukken II 2020-21, 35 572, nr. 95.

2019/2020

Toezegging informatieverzoek Van Rooijen (50PLUS)

Handelingen I 2019-2020, nr. 28, item 8, p. 2

Er zijn kort na de toezegging gesprekken gevoerd met dhr Van Rooijen.

2019/2020

Toezegging afschrift keuzes lidstaten implementatie van EU-arbitragerichtlijn

Kamerstukken I 2018-2019, 35 110, nr. B, blz. 3

Afgerond. Er wordt een evaluatie van de wet fiscale arbitrage gepland voor eind 2024. Een afschrift daarvan zal t.z.t met de EK worden gedeeld.

2019/2020

Toezegging kosten Wet fiscale arbitrage

Handelingen II 2018-2019, nr. 89, item 3, p. 10

Afgerond, i.v.m. de toezeggingen m.b.t. de WFA is er een evaluatie opgenomen op de evaluatie agenda (2024).

2019/2020

Toezegging implementatie lidstaten Wet fiscale arbitrage

Handelingen II 2018-2019, nr. 89, item 3, p. 7

Afgerond, i.v.m. de toezeggingen m.b.t. de WFA is er een evaluatie opgenomen op de evaluatie agenda (2024).

2019/2020

Toezegging Vergroening bankenbelasting

Kamerstukken II 2019-2020, 35 446, nr. 3, bijlage tabel 1.

Afgedaan met Kamerstukken 2021-2022, 32 545, nr. 151

2019/2020

Toezegging Seminar over Tax Governance (35.305) (T02966)

Kamerstukken I 2019-2020, T02966, nr.

Afgedaan met Kamerstukken II 2020-2021, 35570-IX, nr. 45, p. 23.

2020/2021

Toezegging Uitvoeringstoets

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 17, p. 135

Afgedaan met Kamerstukken I 2021–2022, 35 572, AA.

2020/2021

Toezegging Belastingadviseurs

Kamerstukken II 2020‐2021, 31 066, nr. 767, p. 29. & Aanhangsel van de handelingen 2020‐2021, nr. 358.

Afgedaan in bijlage 1 bij Kamerbrief 'Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda, Kamerstukken II 2021/22, 32140, nr. 119.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de ADR zal worden gevraagd te reconstrueren wat er bij belastingschulden precies is gebeurd en hoe dit heeft kunnen gebeuren. De opdracht aan de ADR zal spoedig worden vastgesteld en verstrekt en de Tweede kamer zal geïnformeerd worden over de planning.

Kamerstuk nummer n.t.b. Kenmerk Tweede Kamer 2021D27591.

Afgedaan in de 10e voortangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1003.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer in de volgende voortgangsrapportage nader te informeren over het overleg met de Raad voor de rechtspraak over de bij de rechtbanken eventueel nog aanwezige beroepsdossiers Toeslagen die voortijdig vernietigd zijn en het contact met de afdeling Bestuursrechtsspra

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

Afgedaan in de 10e voortgangsrapportage KOT, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1003.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de Kamer middels de reguliere besluitvormingscyclus zal worden geïnformeerd over de kosten van de subsidieregeling voor juridische bijstand, die op dit moment worden geraamd op circa € 16 mln. voor de jaren 2021-2025.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

Afgedaan in de 11e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093. In het Jaarverslag en slotwet Ministerie van Financiën en Nationale Schuld 2021 is hierover opgenomen dat de kosten voor de rechtsbijstand 2021-2024 geraamd worden op 30,5 mln (36100-IX, nr 1).

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de digitale «upload»-functie, die bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Kinderopvangtoeslag is gerealiseerd, ook beschikbaar te maken voor alle processen binnen Toeslagen. Om de transparantie van het proces voor de Toeslaggerechtigde te versterken, belooft de staatssecre

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 796.

Afgedaan in de 11e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.De gerealiseerde functionaliteit biedt nog geen mogelijkheid om de binnenkomende stukken te kunnen classificeren. De inzet is hierdoor nu beperkt tot situaties waarbij we telefonisch contact met de burger hebben. Om de upload functionaliteit breder te kunnen toepassen zal er een vorm van classificatie moeten worden gerealiseerd. In verband met het volle IV-portfolio kan dit voorlopig niet worden gerealiseerd. Uw Kamer wordt geïnformeerd wanneer de bredere invoering van deze functionaliteit gerealiseerd is.

2020/2021

Toezegging Verhouding Wetsvoorstel excessief lenen tot de coronacrisis (35.577) (T03172)

Kamerstukken I 2020-2021, T03172, nr.

Afgedaan in de brief van 2 juli 2021, "Nadere informatie Wet excessief lenen bij eigen venootschap", Kamerstukken II, 2020–2021, 35 496, nr. 11.

2020/2021

Toezegging Verhouding Wetsvoorstel excessief lenen tot de coronacrisis

Kamerstukken I 2020-2021, 35 577-T03172, nr.

Afgedaan in de brief van 2 juli 2021, "Nadere informatie Wet excessief lenen bij eigen venootschap", Kamerstukken II, 2020–2021, 35 496, nr. 11.

2020/2021

Toezegging Stroomlijnen 2

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 23 p. 21

Afgedaan in de Kamerbrief "Voortgang op toezeggingen herijking invorderingsstrategie en heroverweging Stroomlijnen Rood-Blauw", Kamerstukken II 2021/22, 24515, nr. 619.

2020/2021

Toezegging Art. 17-2 IW 1990

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 820, p. 4.

Afgedaan in Kamerbrief "Evaluatie afschaffing schorsende werking bij fiscaal verzet", Kamerstukken II 2021/22, 31 066, nr. 896.

2020/2021

Toezegging buitenlandse kentekens

Kamerstukken II 2020/21, 31066, nr. 877, p. 48

Afgedaan in Kamerbrief "Fiscale moties en toezeggingen Prinsjesdag Tweede Kamer", Kamerstukken II 2021/22, 35925-IX, nr. 4.

2020/2021

Toezegging Co2 heffing industrie; onderzoek warmtebenchmark

Kamerstukken II 2020-2021, 35 575, nr. 6,  p. 16

Afgedaan in Kamerbrief "Fiscale moties en toezeggingen Prinsjesdag Tweede Kamer", Kamerstukken II 2021/22, 35925-IX, nr. 4.

2020/2021

Toezegging Vliegbelasting

Kamerstukken I 2020-2021, 35 572 nr. 14 p. 9

Afgedaan in Kamerbrief "Prinsjesdag fiscale moties en toezeggingen aan de Eerste Kamer", Kamerstukken I 2021/22, 35927, nr. A.

2020/2021

Toezegging Steeds pleiten voor een bredere heffing van de luchtvrachtbelasting bij Ecofin-Raden (35.572) (T03179)

Kamerstukken I 2020-2021, T03179, nr.

Afgedaan in Kamerbrief "Prinsjesdag fiscale moties en toezeggingen aan de Eerste Kamer", Kamerstukken I 2021/22, 35927, nr. A.

2020/2021

Toezegging Aandeelhouderskosten

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 17, p. 108

Afgedaan in kamerbrief «Internationaal fiscaal (verdrags)beleid» van 28 juni 2022. (Kamerstukken II 2021-2022, 25 087, nr. 294).

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe aan mevrouw Karimi en de heer Van Rooijen samen met de minister van SZW te kijken naar leenbijstand en de Eerste Kamer te informeren over de uitkomsten ervan.

Handelingen I 2020-2021, nr. 26, item 13.

Afgedaan in Kamerbrief over de leenbijstand. Verzonden op 23 november 2021.

2020/2021

Toezegging OVB schrijnende situaties

Kamerstukken I 2020-2021, 35 572, item 7, nr. 14. p. 37

Afgedaan in Kamerbrief «Prinsjesdag fiscale moties en toezeggingen aan de Eerste Kamer» op 21 september 2021.

2020/2021

Toezegging Interpretatie motie 70

Handelingen II 2020-2021, nr. 23, item 11, p. 37

Afgedaan in Kamerstukken II 2020/21, 35572, nr. 92.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer middels de voortgangsrapportage en de reguliere budgettaire besluitvormingscyclus te informeren over de juistheid van de aanname dat 100% van de gedupeerden om een integrale beoordeling zal verzoeken, waarover de komende periode meer duidelijk zal worden.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 704, nr. 1.

Afgedaan met de 8e voortgangsrapportage kinderopvangtoesalg van 30 september 2021, Kamerstukken 2021/22, 31066, nr. 899.

2020/2021

Toezegging mogelijkheden aanpassen vermogensrendementsheffing

Kamerstukken II 2021/22, 31 066, nr. 877 , p. 48.

Afgedaan met de brief «Contourennota box 3-heffing op basis van werkelijk rendement» van 15 april 2022, Kamerstukken II 2021/22, 32140 nr. 105.

2020/2021

Toezegging vermogensrendemenstheffing werkelijk rendement

Kamerstukken II 2021/22, 31 066, nr. 877 , p. 48.

Afgedaan met de brief «Contourennota box 3-heffing op basis van werkelijk rendement» van 15 april 2022, Kamerstukken II 2021/22, 32140 nr. 105.

2020/2021

Toezegging ICT meenemen in onderzoek door inspectie Belastingdienst

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 35 527, nr. 13

Afgedaan met de oprichting van de inspectie belastingen, toeslagen en douane en de verzending van het werkprogramma voor 2022 naar beide Kamers (Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 931).

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat in een brief zal worden teruggekomen op de reactietermijnen voor burgers. Hierbij is toegezegd het opvragen van jaargegevens niet meer te doen in de zomervakantie en daar drie weken voor te nemen

Handelingen II 2020-2021, nr. 22, item 33.

Afgedaan. Afgedaan met brief bijgevoegd bij de vierde voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe bereid te zijn, samen met de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, te onderzoeken wat de consequenties van het wijzigen van een BSN zijn. De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties zal het onderzoek leiden. Een oplossing zoe

Aanhangsel van de handelingen II 2020-2021, nr. 1623.

Afgedaan. BZK heeft de aanbesteding van het onderzoek in gang gezet. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat, als later deze maand duidelijk is of de Wet Verbetering Uitvoerbaarheid Toeslagen wordt aangenomen, een uitvoeringstoets zal worden gedaan op de voorgestelde verlenging van de standaard reactie- en rappeltermijnen voor alle brieven naar drie weken en voor brieven na

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 752.

Afgedaan. De Kamer is hierover geïnformeerd in de brief van 19 november 2021 invulling van de motie van het lid Omtzigt over een termijn van vier weken voor informatieverzoeken na afloop van het toeslagjaar. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 918.

2020/2021

De Inspectie Overheidsinformatie & Erfgoed is bezig met haar onderzoek naar de staat van het beheer van informatie binnen de dienst Toeslagen. Naar verwachting wordt dit in het eerste kwartaal van 2021 opgeleverd.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

Afgedaan. De Kamer is hierover geïnformeerd in de brief van 22 april 2021 rapport Inspectie Overheidsinformatie. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 815.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe iemand speciaal aan te stellen om ervoor te zorgen dat mensen bekend raken met de regelingen, op allerlei niveaus bij de overheid, dus bijvoorbeeld ook bij gemeenten.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 769.

Afgedaan. De Kamer is hierover geïnformeerd op 25 mei 2021 in de beantwoording van vragen over de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag (Kamerstuk nummer n.t.b. Kenmerk Tweede Kamer 2021D19491).

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de compensatieregeling wordt verbreed, zodat het onderscheid tussen de hardheidsregeling en de compensatieregeling verdwijnt.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 772.

Afgedaan. De Kamer is hierover geïnformeerd via de brieven van 15 en 18 januari 2021 en in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat het kabinet alle getroffen ouders een aanbod wil doen om alvast een bedrag van € 30.000 uit te keren.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 772.

Afgedaan. De Kamer is hierover geïnformeerd via de brieven van 15 en 18 januari 2021 en in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de herstelorganisatie werkt aan een oplossing voor mensen die niet alleen bij de Belastingdienst, maar ook op andere plekken andere schulden hebben, zodat mensen een nieuwe start kunnen maken.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 772.

Afgedaan. De Kamer is hierover geïnformeerd via de brieven van 15 en 18 januari 2021 en in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat wordt gekozen voor een spoedige uitbetaling van een bedrag ineens, waarbij voorop staat dat het geld snel bij de ouders terecht moet komen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 772.

Afgedaan. De Kamer is hierover geïnformeerd via de brieven van 15 en 18 januari 2021 en in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de mandatering van gemeenten wordt uitgewerkt, zodat gemeenten rechtstreeks contact op kunnen nemen met gedupeerden. De staatssecretaris zegt toe ernaar te streven om het mandateringsbesluit in overleg met de VNG z.s.m. gereed te hebben en dit aan de AP voor te legge

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 762.

Afgedaan. De mandatering is geregeld. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe te zorgen dat informatie over de afkortingen, om onderscheid te kunnen maken tussen verschillende groepen ouders, duidelijk op de website van de herstelorganisatie beschikbaar komt.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 795.

Afgedaan. De meest gebruikte afkortingen zijn opgenomen in het woordenboek, onder het lemma 'briefkenmerk'. In een nieuwsbericht op 18 maart 2021 is op de website en Facebook extra uitleg gegeven over de functie van de codes. Zie hiervoor: https://services.belastingdienst.nl/toeslagen-herstel/woordenboek-toeslagen-herstel/. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de instellingsregelingen, samen met de benoemings- en vergoedingsbesluiten voor alle drie de commissies, in de loop van dit kwartaal worden gepubliceerd.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

Afgedaan. De ministeriële regelingen van de Commissie Werkelijke Schade en van de Commissie van Wijzen zijn op 15 juni jl. naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 847) en op 16 juni jl. in de Staatscourant gepubliceerd (Staatscourant 2021-29438 en 2021-29442). De ministeriële instellingsregeling van de bezwaarschriftenadviescommissie is op 26 november 2021 naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II 2020-2021, 2021Z21764) en op 23 november jl. in de Staatscourant gepubliceerd (Staatscourant 2021-46209).

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de bij de Appelbloesem aangesloten ouders die in een acute/zeer schrijnende situatie zitten nog dit jaar worden beoordeeld door UHT. Net als bij CAFonderzoeken waar eerder op groepsniveau institutionele vooringenomenheid is vastgesteld, krijgen zij in principe allema

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 766.

Afgedaan. Deze brieven zijn verstuurd. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de Kamer zo spoedig mogelijk een kabinetsreactie ontvangt op het onderzoek van de Nationale Ombudsman naar de Rijksbrede behandeling van klachten over etnisch profileren dat op 30 maart 2021 is verschenen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Deze reactie is door de minister van Justitie & Veiligheid op 4 juni 2021 verstuurd als bijlage bij het Eerste halfjaarbericht politie 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 29 628, nr. 1015.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat op verzoek van de heer Omtzigt zal worden gekeken of de VGR al op 29 januari gedeeld kan worden.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 769.

Afgedaan. Dit bleek niet mogelijk, de Kamer heeft de VGR een aantal dagen later ontvangen. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de ontbrekende antwoorden op vragen 20, 21, 23, 36, 52 en 54 uit de lijst van feitelijke vragen over drie brieven CAF 11 in verband met nader onderzoek en afstemming uiterlijk bij de volgende Voortgangsrapportage worden gedeeld.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 766.

Afgedaan. Dit is als bijlage opgenomen bij de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de Belastingdienst op het voorstel van de heer Bruins in het telefoongesprek met ouders duidelijk moet maken dat de ouders bedenktijd hebben en niet direct ja/nee hoeven te zeggen over het ontvangen van de 30.000 euro.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 797.

Afgedaan. Dit is de huidige werkwijze. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de aanvullende tegemoetkoming werkelijke schade bij OGS en de eenmalige extra uitkering binnenkort in de vrijlating zullen worden opgenomen en vervolgens worden gepubliceerd in de Staatscourant.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

Afgedaan. Dit is geregeld in het Besluit aanvullende tegemoetkoming werkelijke schade bij O/GS van 30 november 2020 (Staatscourant 2020-63420).

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe het idee om schade-experts mee te laten lopen mee te nemen in de gesprekken met de Commissie Werkelijke Schade.

Aanhangsel van de Handelingen II 2020-2021, nr. 2888.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer na de zomer te informeren over de uitkomsten van de volledige herijking van de planning, alsmede van de programma- en apparaatskosten van (de opschaling van) UHT.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de begeleidende brief bij de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe te streven de Kamer met de volgende VGR nader te informeren over de beoogde startmomenten van de uitvoering van de regelingen voor kinderen, ex-partners en andere toeslagen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de begeleidende brief bij de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de TWO (Twee Wekelijks Overleg) verslagen op een later moment aan de Kamer worden verstrekt, omdat dit op korte termijn niet mogelijk bleek.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 510, nr. 46.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de begeleidende brief bij de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat resultaten van het onderzoek vanuit het archief van de FIOD naar het antwoord op de vraag over de 600 verstuurde brieven over VOG's in gang gezet met de Kamer zal worden gedeeld.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 765.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de begeleidende brief bij de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe aan de heer Snels om te kijken hoe we de compensatie van de schuldenproblematiek kunnen monitoren zodat er geen schrijnende verschillen tussen schrijnende gevallen ontstaan en te bezien hoe we de Kamer hierover kunnen informeren.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 704, nr. 16.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de begeleidende brief bij de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de herziene planning voor de integrale beoordelingen, waar UHT op dit moment aan werkt, te delen met de Kamer.

Kamerstuk nummer n.t.b. Kenmerk Tweede Kamer 2021Z08884.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de begeleidende brief en in paragraaf 1.1 van de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

Aan het lid Azarkan wordt toegezegd om het versnellen van het inzien van dossiers ook mee te nemen in de herijking.

Kamerstuk nummer n.t.b. Kenmerk Tweede Kamer 2021A03456.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de begeleidende brief en in paragraaf 1.6 van de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer in de volgende voortgangsrapportage te informeren over een gezamenlijke agenda met BZK, die aansluit op de gewenste verbeteringen binnen het huidige stelsel en de lopende gesprekken over alternatieven voor het toeslagenstelsel.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 29 juni 2021 reactie op de motie van Lodders en Van Weyenberg (2021Z12123) over verdere quick fixes om het toeslagenstelsel te verbeteren. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 898.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe op korte termijn de analyse van de advocaat over de mogelijke nietigheid van door de Belastingdienst/Toeslagen in het verleden genomen besluiten met de Kamer te delen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 824.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 9 februari 2021 Advies onafhankelijke deskundigheid inzake mogelijke nietigheid besluitvorming. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 788.

2020/2021

Er wordt aan de Kamer toegezegd om te bekijken hoe kinderen verder kunnen worden geholpen als dat steuntje in de rug hen niet voldoende helpt.

Kamerstuk nummer n.t.b. Kenmerk Tweede Kamer 2021A03456.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de Kamerbrief van 29 oktober 2021 Nieuwe regelingen gedupeerden. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 912. De voortgang is daarnaast opgenomen in paragraaf 2.1.1 van de negende  Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe naar aanleiding van nieuwe feiten in ADR-rapport over grensbedrag bij O/GS na te denken over of voor mensen die onterecht OGS hebben gekregen de compensatie hoog genoeg is (100/130%) in de herstelregeling.

Kamerstuk nummer n.t.b.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslage. Kamerstukkken II 2020-2021, 31 066, nr. 932.

2020/2021

Aan het lid van Raan wordt toegezegd om het voorstel om mensen op basis van hun informatie zelf een voorstel te laten doen hoe ze denken dat ze gedupeerd en hoe ze geholpen kunnen worden, in kaart te brengen.

Kamerstuk nummer n.t.b. Kenmerk Tweede Kamer 2021A03456.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de resultaten van het onderzoek door KPMG naar de meldingen van de heer Niessen worden meegenomen in het verbetertraject dat in gang is gezet om te borgen dat Toeslagen conform de wet- en regelgeving werkt en dat de Kamer hierover zal worden geïnformeerd in de Voortg

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de Stand van de Uitvoering Toeslagen van  30 november 2021 (2021Z21992).

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de Kamer op de hoogte zal worden gehouden van de stand van zaken van de uitbetaling van de eenmalige uitkering.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat er wordt gewerkt aan de samenstelling van 115 volledige dossiers. Parallel aan het samenstellen van gehele dossiers worden ouders geholpen met verzoeken voor een samenvatting. De staatssecretaris zegt toe de Kamer hierover in de volgende VGR nader te informeren.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe alle dossierverzoeken die nu zijn gedaan volgend jaar af te handelen en dat deze geen belemmering vormen voor de beoordeling van zaken in het kader van de hersteloperatie.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe het overzicht van de actuele werkvoorraad van zaken van ouders bij de verschillende commissies te delen. Dit is nadrukkelijk een momentopname.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de mogelijkheid te bekijken om samen met de VNG een ‘speciaal gezant' aan te stellen en hier op korte termijn een besluit over te nemen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat er een subsidieregeling wordt uitgewerkt waarmee ouders die dit wensen gesubsidieerde rechtsbijstand kunnen ontvangen. Zodra de regeling is uitgewerkt wordt hierover gecommuniceerd met de ouders en de Kamer.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de Commissie voor het commissiedebat van 15 december een advies uitbrengt op basis van onderzoek op groepsniveau naar een aantal ‘pré CAF’ zaken, waarbij is gestart met het gastouderbureau Appelbloesem en de kinderopvangorganisatie De Parel.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer in de 5e VGR te informeren over de inrichting en uitvoering van de hotspot Toeslagenaffaire.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de Kamer in de vijfde VGR zal worden geïnformeerd over het onderzoek naar verloren documenten door Capgemini.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat begin 2021 wordt gestart ouders te benaderen met de vraag of zij hulp van de gemeente wensen. Als dat zo is, wordt hen gevraagd toestemming te verlenen om hun BSN te delen met de gemeente, zodat de gemeente contact op kan nemen om de hulpvraag te concretiseren en de

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat wordt ingezet op een mandatering aan de gemeente voor het opnemen van contact met de gedupeerde ouders. Bij de uitvoering van deze werkwijze wordt de AP betrokken en nauw samengewerkt met de VNG en gemeenten, om alle creatieve mogelijkheden te onderzoeken om gegevens

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat in de periode januari-maart 2021 de inzet van onder andere branche- en kinderopvangorganisaties, de Nationale Ombudsman en maatschappelijk dienstverleners om ouders gericht te benaderen wordt geintensiveerd. Daarbij wordt gekeken of de inzet van bredere communicatiek

Aanhangsel van de handelingen II 2020-2021, nr. 1006.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe een onafhankelijke partij te vragen toe te zien op de inrichting van de hotspot. Daarnaast zal deze onafhankelijke partij ook gevraagd worden toe te zien op het veiligstellen en bewaren van de persoonlijke dossiers, zodat informatie niet vroegtijdig vernietigd wordt. De

Aanhangsel van de handelingen II 2020-2021, nr. 1006.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe, nadat het oordeel van de Commissie is ontvangen over De Parel, de Kamer hierover zal worden geïnformeerd. De documenten die ten grondslag liggen aan het advies van de Commissie over Appelbloesem en De Parel zullen dan ook met de Kamer worden gedeeld.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 766.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer via de voortgangsrapportages op de hoogte te houden ten aanzien van andere pre-CAF zaken.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 766.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de Kamer middels een uitbreid overzicht cijfermatig wordt geïnformeerd over de voortgang van de hersteloperatie op verschillende vlakken, in aanvulling op de cijfers die reeds in de vorige voortgangsrapportages zijn opgenomen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 762.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat in de volgende VGR zal worden ingegaan op de exacte versnelling per dossier.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 762.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de komende tijd wordt bezien hoe de belanghebbenden van andere toeslagen kunnen worden betrokken en ingepast in de hersteloperatie. De staatssecretaris zegt toe de Kamer hierover te informeren in de volgende voortgangsrapportage.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 762.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat op verzoek mevrouw Lodders in de Voortgangsrapportage een handzaam overzicht zal worden geven van wie er zijn geholpen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 769.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat 430 ouders voor het einde van het jaar hun compensatie ontvangen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 769.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat wordt gekeken hoe moet worden omgegaan met situaties waarbij de (ex)partner ook gedupeerd is.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 769.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat op verzoek mevrouw Lodders in de volgende VGR wordt teruggekomen op het onderzoek dat wordt gedaan naar niet-KOT met daarbij het tijdpad.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 769.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat op verzoek de heer Van Weyenberg in de voortgangsrapportages zal worden opgenomen wat de aantallen zijn ten aanzien van de commissies.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 769.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat op verzoek de heer Omtzigt wordt uitgezocht of alle ouders in aanmerking komen voor compensatieregeling, omdat hardheid en OGS juridisch niet had gemogen en dus nietig verklaard moet worden.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 769.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat er een subsidieregeling komt, zodat ouders gratis juridische hulp kunnen krijgen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 769.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat het kabinet snel contact legt met alle gedupeerden. Gemeenten gaan alle ouders actief bellen en hen hulp aanbieden.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 772.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat het kabinet een gebaar zal maken richting getroffen kinderen en onderzoekt op welke wijze recht kan worden gedaan aan het leed dat hen is aangedaan. Het kabinet zal dit zo snel mogelijk en in overleg met het Kindpanel uitwerken.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 772.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de Kamer in de 5de VGR verder zal worden geïnformeerd over de problemen bij toeslagen die op de hotspotlijst van het ministerie van Financiën zijn geplaatst. Plaatsing op de hotspotlijst draagt eraan bij dat relevante stukken en informatie over de kinderopvangtoeslag

Kamerstukken II 2020-2021, 35 510, nr. 4.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de Kamer in de volgende VGR in meer detail zal worden geïnformeerd over dat ouders die zich voor 15 februari aanmelden uiterlijk 1 mei de € 30.000 uitbetaald zullen krijgen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 773.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe ervoor te zorgen dat ouders na de herstelbetaling écht een nieuwe start kunnen maken en hierbij snelheid kan worden gemaakt, in overleg met publieke en private schuldeisers.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 773.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat er conform de motie Omtzigt wordt gewerkt aan een oplossing om gedupeerde ouders schuldenvrij te maken en hen daarnaast financiële ruimte te geven voor een nieuwe start. De beoogde oplossing is daarmee ruimhartiger dan de in de vraag gestelde mogelijkheden. De staats

Kamerstukken II 2020-2021, 35 510, nr. 46.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat in de aankomende voortgangsrapportage wordt teruggekomen op hoeveel minderjarige kinderen er staan op de verschillende door de Belastingdienst gehanteerde lijsten.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 510, nr. 46.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de Kamer in de vijfde Voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag wordt geïnformeerd over de stand van zaken op de invorderingen.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 510, nr. 46.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de Kamer meer informatie ontvangt over de subsidieregling voor juridische bijstand in de volgende voortgangsrapportage.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 510, nr. 46.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de planning van het verstrekken van opgevraagde dossiers in de komende voortgangsrapportage zal worden opgenomen.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 510, nr. 46.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat in de vijfde Voortgangsrapportage wordt ingegaan op de oplossing die wordt uitgewerkt, waarmee wordt beoogd dat ouders in schulden niet hun (volledige) uitbetaling naar schuldeisers moeten overdragen.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 510, nr. 46.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

Toezegging om de Kamer te informeren rondom het kwijtschelden van private schuldeisers

Handelingen II 2020-2021, nr. 45.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe, zodra de forfaitaire betalingen gedaan zijn en er meer duidelijk is over de werkelijke behoefte aan een integrale beoordeling, een betere inschatting te maken van het resterende tijdspad en dit te verwerken in een update van de integrale planning, waarover de Kamer zal

Kamerstukken II 2020-2021, 35 704, nr. 1.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Hierbij is aangegeven dat in juni een nieuwe planning kan worden gegeven. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer in de voortgangsrapportages te informeren over het aantal keren dat een oordeel van een onafhankelijke commissie niet wordt overgenomen en de redenen daarvoor.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 742.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in de volgende VGR een nauwkeurigere inschatting van het aantal te helpen ouders te maken per kwartaal. Daarin wordt ook een verdere verbetering van de werkwijze meegenomen, op basis van de ervaringen met de beoordelingen tot nu toe. Daarnaast worden de inzichten meegeno

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de kinderopvangorganisaties te informeren dat de bepaling betreffende de maandelijkse gegevenslevering door kinderopvangorganisaties pas in de loop van 2021 in werking kan treden.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat in volgende VGR een uitgebreide update wordt gegeven over de planning op basis van de lessen uit de eerste periode.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 762.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat op verzoek mevrouw Lodders in de voortgangsrapportage zal worden opgenomen of er nog steeds niet chronologisch wordt gewerkt bij controles door Toeslagen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 769.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat op verzoek mevrouw Lodders zal worden onderzocht hoe het zit dat een ouder die nu een herstelbetaling heeft gekregen, toch nog een soort van vinkjes aan heeft staan op basis waarvan wordt aangegeven dat afgelopen twee jaar ten onrechte KOT is ontvangen, terwijl dat n

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 769.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in samenspraak met gemeenten fysieke loketten op te zetten op verschillende plekken in het land, waar ouders die dit willen, in korte tijd geholpen kunnen worden.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 772.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

Toezegging aan de heer Omtzigt dat we de informatie over onjuiste dossiers aan de rechtbank zo veel mogelijk naar boven kunnen halen. Dit komt begin februari.

Handelingen II 2020-2021, nr. 45.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe te overleggen met BKR en aangesloten koepelorganisaties van schuldeisers, om op korte termijn te zorgen dat ouders geen hinder meer ondervinden van zowel kwijt te schelden achterstanden als achterstanden die ouders zelf al hebben ingelost.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 824.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat voor de uitvoering van de Catshuisregeling met spoed in het eerste kwartaal 100 extra medewerkers worden geworven. De staatssecretaris zegt toe de Kamer in de volgende VGR te informeren over de voortgang hiermee.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 824.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de resultaten van het onderzoek naar reacties uit de groep van 443 ouders die in november en december beoordeeld en uitbetaald zijn door Motivaction in een volgende voortgangsrapportage met de Kamer te delen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 824.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat in 2021 door een onafhankelijk onderzoeksbureau onderzocht zal worden hoe ouders de brieven ervaren. Ook wordt een test gedaan met visuele elementen in de brieven, in de hoop dat dit de communicatie ten goede komt. De staatssecretaris zegt toe in een volgende VGR de

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 824.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in de voortgangsrapportages over de voortgang van de acties van het Programma Vernieuwing Dienstverlening te rapporteren.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 824.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in de volgende voortgangsrapportage de Kamer te informeren over de missie, visie en strategie voor Toeslagen, om verder richting te geven aan de ontwikkeling van Toeslagen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 824.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer gedurende het traject van de lichte toets, met data-analyse en waar nodig handmatige toetsen, op de hoogte houden van de uitbetalingen en de aantallen ouders in de drie groepen (waarschijnlijk wel, waarschijnlijk niet, twijfel) vallen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 796.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe voor de ouders waar gezamenlijk tot een verdeling van de compensatie komen geen soelaas biedt, de opties te verkennen om de positie van de ex-partner na het uitbetalen van de €30.000 te versterken, rekening houdend met het complexe samenspel van juridische, beleidsmatige

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 796.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe het proces van het vinden van een oplossing voor private schulden zorgvuldig te doorlopen en zal de Kamer te informeren zodra hier een uitkomst van is.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 795.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe, zodra in februari en maart grote groepen ouders zijn uitbetaald, meer inzicht te geven ten aanzien van de verdere planning in 2021.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 795.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe begin maart de eerste resultaten van het onderzoek om de kosten die gemeenten maken voor de ondersteuning van gedupeerde ouders in kaart te laten brengen te delen met de Kamer.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 795.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe te onderzoeken hoe ouders, die na de kwijtscheldingen van de vorderingen van publieke schuldeisers nog openstaande schulden hebben, alsnog zo veel mogelijk compensatie kunnen behouden.

Aanhangsel van de Handelingen II 2020-2021, nr. 1622.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat, om de effecten van een eerdere kwalificatie (O/GS) weg te nemen, ouders aan wie dit in het verleden onterecht is gegeven, binnenkort een getuigschrift zullen ontvangen, waarin wordt verklaard dat er geen sprake is geweest van schuld of fraude. Ook zullen de instanti

Aanhangsel van de Handelingen II 2020-2021, nr. 1622.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de uitvoering van de gegevensdeling (waarvoor een grondslag is opgenomen in het amendement) verder uit te werken. Streven is dit zo spoedig mogelijk te doen met betrokken partijen, zoals de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), de Konklijke Beroepsorganisatie van Gerec

Kamerstukken II 2020-2021, 35 704, nr. 14.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe aan mevrouw Kuijken in februari 3000 ouders te compenseren met de Catshuisregeling

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 797.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe aan de heer Omtzigt er alles aan te doen om te voorkomen dat ouders onterecht uitbetaling krijgen, van € 30.000 maar kan dit niet garanderen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 797.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe aan mevrouw Leijten langs te lopen waar het vastlopen van de invorderingen ervoor zorgt dat ouders te weinig gecompenseerd worden (niet gecompenseerd worden voor alle invorderingen die gedaan zijn).

Kamerstukken II 2020-2021, 35 704, nr. 16.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in de volgende VGR aan te geven hoe we de gemeenten een rol kunnen laten spelen voor de gedupeerde ouders.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 704, nr. 16.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat mensen die zich bij het College van de rechten van het mens gemeld hebben begin maart worden geholpen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 797.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe schriftelijk terug te komen op de vraag of Belastingdienst de gedupeerden voor kwijting laat tekenen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 797.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de BKR registratie zal worden verwijderd voor lopende en niet actieve registraties.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 704, nr. 16.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer via de VGR te informeren over de extra apparaatskosten.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 704, nr. 18.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe aan de heer Van Rooijen dat er vooraf informatie zal worden gegeven. Door gemeenten, via webinars e.d. Op zo veel mogelijk momenten informeren, omdat helder moet zijn dat als is uitbetaald dat niet zomaar een schuldeiser langs kan komen.

Handelingen I 2020-2021, nr. 26, item 13.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe aan de heer Van Rooijen om te kijken naar communicatie over de vijf herstelregelingen en de compensatie van € 30.000, dit moet zo duidelijk mogelijk zijn.

Handelingen I 2020-2021, nr. 26, item 13.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe aan de heer Van der Linden goed met de VNG kijken of het wenselijk is om informatie te bieden aan gemeenteraden.

Handelingen I 2020-2021, nr. 26, item 13.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe op zeer korte termijn te publiceren over de subsidieregeling waarmee ouders die dit wensen gesubsidieerde rechtsbijstand kunnen ontvangen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 824.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805. De regeling is gepubliceerd op 1 maart 2021.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe om samen met het Kindpanel en de Kinder Ombudsman een eenvoudige regeling te treffen om te zorgen voor een zonnigere toekomst voor de kinderen die gedupeerd zijn.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 704, nr. 16.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag en de begeleidende brief. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer in de volgende VGR te informeren over de oproep die het lid Omtzigt deed om bij de uitwerking van de kindregeling goed te kijken naar de omvang van de schade bij de betreffende ouder en het meenemen van de kinderen in deze nadere uitwerking.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 704, nr. 18.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag en de begeleidende brief. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer in de volgende VGR te informeren over onderzoek naar of het technisch mogelijk is systematisch de dossiers te doorzoeken op mogelijke indicaties van discriminerend gebruik van nationaliteit en op welke manier een dergelijk onderzoek zouden kunnen worden uitgevoe

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De Staatssecretaris zegt, naar aanleiding van een vraag van het lid Schalk (SGP), toe om in de volgende voortgangsrapportage uit te leggen hoe snel gedupeerde ouders in aanmerking komen voor de €30.000-regeling als zij zich na 15 februari 2021 melden.

Handelingen I 2020-2021, nr. 26, item 13.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in de volgende VGR op geaggregeerd niveau de rode draad te halen uit de adviezen van de CWS.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer in de volgende VGR nader te informeren over de benodigde infrastructuur om sneller tot het behandelen van de openstaande verzoeken over te kunnen gaan en daarbij ook een indicatieve planning te geven voor de rest van het jaar.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer in de volgende VGR nader te informeren over het onderzoek naar uitbreiding binnen de BAC (om in de toekomst capaciteitsgebrek te voorkomen) en over de inkoop van een passend ICT-systeem.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de komende weken de planning voor het afronden van de aanvragen (verzoek tot inzage persoonlijke dossiers) te herijken. Hierin wordt meegenomen hoeveel dossiers en samenvattingen we kunnen opleveren na opschaling van het aantal medewerkers. Ook worden de laatste inzichte

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe een register op te zetten waarin schuldeisers kunnen controleren of een ouder (en diens toeslagpartner) die aangeeft gedupeerd te zijn van de toeslagenaffaire dat ook daadwerkelijk is. De staatssecretaris streeft ernaar om dit register begin mei 2021 te kunnen lanceren.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in de volgende VGR een concreet voorstel aan de Kamer voor te leggen m.b.t. het onderzoek naar of de positie van (ex-)toeslagpartners met de forfaitaire regeling voldoende gewaarborgd is of dat nog een andere vorm van hulp en/of herstel nodig is.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer in de volgende VGR te informeren over het streven om voor de zomer zoveel mogelijk stappen gezet te hebben op het gebied van de kindregeling.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer over de voortgang van de hotspotlijst Toeslagenaffaire in een volgende voortgangsrapportage te informeren.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in de volgende VGR de Kamer te informeren over de effecten van de opschaling (binnen UHT) die naar verwachting in de komende maanden zichtbaar zullen zijn.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in de volgende VGR terug te komen op de online bijeenkomst van 15 april 2021 (voor advocaten die gedupeerde ouders bijstaan of willen gaan bijstaan bij verzoeken in het kader van de herstelregeling kinderopvangtoeslag) om de advocaten bij te praten over alle regelingen,

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe ervoor te zorgen dat de onduidelijkheid in de berekeningen bij beschikkingen vanuit UHT verbetert en dat er ook op de website toeslagen.nl/herstel een duidelijke uitleg komt te staan.

Aanhangsel van de Handelingen II 2020-2021, nr. 2276.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer nader te informeren over de gesprekken met private schuldeisers over het oplossen van schulden, waarbij gezamenlijk wordt gezocht naar een oplossing voor de totale schuldenproblematiek.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 806.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe om een onafhankelijke partij onderzoek te laten doen naar de inrichting en afbakening van de hotspot Toeslagaffaire, dit ook naar aanleiding van de motie Omtzigt. In de volgende VGR zal de staatssecretaris de Kamer hier nader over informeren.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854. De verdere inrichting en uitwerking van de hotspot Toeslagenaffaire is nu opgenomen in het departementale actieplan Informatie op Orde, hierover informeert de minister van BZK de Kamer via een Voortgangsrapportage regulier.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat we blijven monitoren of we grote verschillen zien tussen de beoordeling van ouders van voor 2012 en na 2012

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 846.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer in elke rapportage over de voortgang van de pilots die zien op betekenisvol herstel en behandelen in één dag te informeren.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.1 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer in de aankomende VGR nader te informeren over de invulling van de werkwijze van de commissies.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 847.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.2 van de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021,31066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in de eerstvolgende voortgangsrapportage verslag uit te brengen aan de Kamer, zodra er 50 representatieve adviezen zijn uitgebracht door de CWS.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.2 van bijgaande negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer spoedig te informeren over de mogelijkheid voor gedupeerde ouders om weer aanvullend verzekerd te worden.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.4 van de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer in de volgende VGR te informeren over het voorstel dat op basis van inzichten uit het rondetafelgesprek over het feit dat nog niet iedere gedupeerde zich heeft gemeld en in afstemming met onder meer VNG, de Nationale ombudsman en het ouderpanel wordt opgesteld.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.7 van de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe voornemens te zijn om beide procentuele tegemoetkomingen (voor gedupeerde burgers bij andere toeslagen) te toetsen als onderdeel van de uitvoeringstoets. Deze uitkomsten en eventuele andere inzichten zal de staatssecretaris wegen en bespreken met het kabinet en de VNG. D

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 2.3 van de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe na het reces middels een beleidsbesluit terug te komen op de regeling voor private schulden. Op dit moment wordt nog gewerkt aan een oplossing die recht doet aan het doel van de regeling om zakelijke belastingschulden kwijt te schelden, zonder dat bedrijven onnodig en on

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 2.4 van de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de individuele situatie van de specifieke groep gedupeerde ouders die in een faillissement verkeren verder in kaart te brengen, om het benodigde maatwerkt te kunnen bieden en indien die nodig blijkt, deze maatwerkregeling gelijktijdig met de regeling voor private schulde

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 2.4 van de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe ernaar te streven de regeling die aan de uitvoering van de schuldenaanpak ten grondslag ligt na de zomer zo spoedig mogelijk aan de Kamer te doen toekomen. De uitvoering wordt in parallel voorbereid, waarover de Kamer in de volgende VGR zal worden geïnformeerd.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 2.4 van de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer na de zomer een voorstel voor te leggen voor de ondersteuning voor gedupeerden op de vijf leefgebieden, voor zowel ouders die woonachtig zijn in Nederland en ouders die in het buitenland wonen, en voor gedupeerden die weer terug willen keren naar Nederland.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 2.5 van de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in de volgende voortgangsrapportages nader en uitgebreider in te gaan op het proces van heling, dat veel verder rijkt dan de financiële vergoeding.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 2.6 van de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer via de VGR op de hoogte te houden van de voortgang van de versterking van de vaktechniek.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 800.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 2.7 van de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

Aan het lid Mulder wordt toegezegd dat de aantallen ouders voor wie de wettelijke termijn is verstreken in de volgende VGR zullen worden meegenomen.

Kamerstuk nummer n.t.b. Kenmerk Tweede Kamer 2021A03456.

Afgedaan. Dit is opgenomen in tabel 1 in paragraaf 1.1 van de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

Aan het lid Mulder wordt toegezegd om een onderbouwd antwoord op papier zetten omtrent schenkbelasting. En in het antwoord ook hoe de kwijtschelder hiermee in zijn eigen belastingaangifte mee kan omgaan. Ook om de ouders te beschermen graag dit uitwerken.

Kamerstuk nummer n.t.b. Kenmerk Tweede Kamer 2021A03456.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 17 september 2021 Beantwoording vragen van de leden Edgar Mulder en Grinwis over Regeling Kinderopvang Toeslag (RKT) en Schenkbelasting. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 884.

2020/2021

Aan lid Van Dijk wordt toegezegd om de kindregeling verder uit te werken met de kinderen.

Kamerstuk nummer n.t.b. Kenmerk Tweede Kamer 2021A03456.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de Kamerbrief van 29 oktober 2021 Nieuwe regelingen gedupeerden. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 912. De voortgang is daarnaast opgenomen in paragraaf 2.1.1 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat ouders de mogelijkheid moeten hebben om bij hun persoonlijke zaakbehandelaars aan te kunnen geven dat zij even niet gestoord willen worden en dat daardoor in die tijd geen termijnen zullen verlopen, dit is wel afhankelijk van individuele situaties.

Kamerstuk nummer n.t.b.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

Aan de leden Inge van Dijk en Kat wordt toegezegd om gemeenten te vragen wat zij nodig hebben om hun deel van het herstel goed te kunnen uitvoeren (betreffende opschalen, samenwerking, informatie-uitwisseling, etc.).

Kamerstuk nummer n.t.b. Kenmerk Tweede Kamer 2021A03456.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.3 van de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

Aan het lid Kat wordt toegzegd dat de gemeenten gevraagd wordt over waarom er slechts contact was met 47% van de gemelde ouders. En ook zal aan gemeenten gevraagd worden om er meer helderheid over te geven wat er zou moeten gebeuren en hoe zij kunnen helpen om dit voor elkaar te krijgen.

Kamerstuk nummer n.t.b. Kenmerk Tweede Kamer 2021A03456.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.3 van de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe naar een oplossing te zoeken om ouders die in 2019 of 2020 al compensatie hebben ontvangen en dit bedrag (deels) hebben gebruikt om schulden bij de Belastingdienst/Toeslagen af te lossen, tegemoet te komen en de Kamer hierover te informeren zodra hierover meer bekend is.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Dit is vastgelegd in het beleidsbesluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag waarover de Kamer op 25 mei 2021 is geïnformeerd en dat op 1 juni 2021 is gepubliceerd (Staatscourant 2021-28304).

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat binnenkort weerwordt bekeken wat wordt gedaan met de dwanginvorderingen die op dit moment zijn gestopt.

Handelingen II 2020-2021, nr. 22, item 33.

Afgedaan. Dit loopt mee in de uitvoering van de hersteloperatie voor de beoordeling van de O/GS-tegemoetkoming en de oplossing van de schuldenproblematiek van de gedupeerde ouders. In brede zin speelt hier ook de samenloop met de corona-maatregelen een rol. Opgenomen in brief van 27 november 2020 aan de Kamer. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 739.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de uitkomsten van het onderzoek van PwC en de kabinetsreactie uiterlijk in september met de Kamer te delen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

Afgedaan. Dit onderzoek is in een aparte brief opgenomen en gelijktijdig met de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag aan de Tweede Kamer toegezonden. Kamerstukken 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

Toezegging Vermogensongelijkheid

Handelingen II 2020-2021, nr. 23, item 11, p. 32

Afgedaan. Dit verzoek is meegenomen in het IBO Vermogensverdeling en het pakket Belastingplan 2023. Het IBO Vermogensverdeling is op 8 juli 2022 naar de Tweede Kamer verstuurd.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat in de volgende voortgangsrapportage, in aanvulling op de vorige, meer zal worden gezegd over de aanpak van fraude.

Handelingen II 2020-2021, nr. 22, item 33.

Afgedaan. Dit vormt een standaard onderdeel van het Jaarplan en Voortgangsrapportages Belastingdienst. Opgenomen in de vierde voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in de tweemaandelijkse Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag te rapporteren over het programma "Informatiehuishouding op orde".

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 796.

Afgedaan. Door BZK opgenomen in de Voortgangsrapportage Informatie op orde. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe vanaf de volgende voortgangsrapportage ook over de voortgang van het project Verbeteren Informatiehuishouding rapporteren. De verwachting is dat in het tweede kwartaal van 2021 de eerste knelpunten worden opgelost.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 796.

Afgedaan. Door BZK opgenomen in de Voortgangsrapportage Informatie op orde. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe een werkgroep te formeren die samen met de betreffende commissies zal kijken naar de wijze waarop UHT om kan gaan met grotere toeloop.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 796.

Afgedaan. Er is een kwartiermaker benoemd die beziet hoe die opschaling er uit komt te zien per commissie en hoe de governance moet worden ingericht. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe uit te zoeken hoe de Stadsbank omgaat met de €30.000 compensatie voor schuldenaren.

Aanhangsel van de Handelingen II 2020-2021, nr. 2890.

Afgedaan. Er is hierover contact opgenomen met de branche vereniging van kredietbanken (NVVK). Dit is opgenomen in de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in de komende periode het besluit om herstel te verbreden naar niet-KOT gedupeerden verder uit te werken. De staatssecretaris zegt toe dit beleidsbesluit uiterlijk half december te publiceren waarmee de noodvoorziening wordt opengesteld voor niet-KOT gedupeerden die nu a

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

Afgedaan. Het beleidsbesluit noodvoorziening is op 15 december 2020 gepubliceerd in de Staatscourant (Staatscourant 2020-62981).

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe het beleidsbesluit over kwijtschelding vanaf begin februari te kunnen publiceren in de Staatscourant.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

Afgedaan. Het Besluit compensatie gedupeerden in schuldentraject is op 2 juni 2021 in de Staatscourant gepubliceerd (Staatscourant 2021-28303).

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe het beleidsbesluit over het kwijtschelden van schulden bij de Belastingdienst en Toeslagen binnen enkele weken naar de Kamer te versturen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Het Besluit compensatie gedupeerden in schuldentraject is op 2 juni 2021 in de Staatscourant gepubliceerd (Staatscourant 2021-28303).

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe het beleidsbesluit over de wijze de kwijtschelding van andere publieke schulden kort na het commissiedebat van 10 februari 2021 te publiceren.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 796.

Afgedaan. Het Besluit compensatie gedupeerden in schuldentraject is op 2 juni 2021 in de Staatscourant gepubliceerd. Kamerstukken II 2020-2021, 28 303. Dit is opgenomen in de begeleidende brief bij de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in het Jaarverslag 2020 van Financiën de realisatiecijfers definitief vast te stellen en nader toe te lichten (incl. waar het vastgestelde budget van 70 miljoen euro aan is besteed, en de kosten aan externe inhuur).

Kamerstukken II 2020-2021, 35 704, nr. 15.

Afgedaan. Het jaarverslag 2020 is op 19 mei 2021 aan de Kamer aangeboden. Kamerstukken II 2020-2021, 35 830 IX, nr. 1.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de bevindingen van het externe onderzoek naar de totale kosten die gemeenten (zullen) maken bij het ondersteunen van gedupeerden van de toeslagenaffaire uiterlijk begin maart 2021 met de Kamer te delen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

Afgedaan. Het onderzoek is als bijlage bij de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag opgenomen. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat zodra het feitenonderzoek naar het memorandum van de vaktechnisch coördinator (documentonderzoek en interviews met betrokkenen) gegund is, de Kamer hierover zal worden geïnformeerd. Streven is het onderzoek op 1 juli 2021 af te ronden.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 824.

Afgedaan. Het onderzoek is uitbesteed aan PWC. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe op korte termijn een geüpdatet bestand met gegevens met de deurwaarders delen, met een volledig overzicht van alle ouders waarvoor het moratorium doorloopt of ingaat.

Aanhangsel van de Handelingen II 2020-2021, nr. 2889.

Afgedaan. Het bestand is op 23 juni jl. met de gerechtsdeurwaarders gedeeld. Dit is opgenomen in de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

Toezegging aan de heer Omtzigt om binnen twee weken aan te geven op welke terreinen de overheid onrechtmatig gehandeld heeft.

Handelingen II 2020-2021, nr. 45.

Afgedaan. Hierover is de Kamer geïnformeerd via de brief van 12 maart 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 800.

2020/2021

Toezegging aan mevrouw Ouwehand om schriftelijk terug te komen over de vraag of de overheid formele aansprakelijkheid erkent voor de geleden schade en de verantwoordelijkheid om die te herstellen

Handelingen II 2020-2021, nr. 45.

Afgedaan. Hierover is de Kamer geïnformeerd via de brief van 12 maart 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 800.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de verzoeken van het lid Omtzigt rondom het onrechtmatig handelen van de overheid en over een overzicht van welke wetten zijn overtreden gezamenlijk oppakken en de Kamer hierover informeren in de volgende VGR.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 795.

Afgedaan. Hierover is de Kamer geïnformeerd via de brief van 12 maart 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 800.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe aan de heer Omtzigt om zo snel mogelijk terug te komen op zijn verzoek rondom het in kaart brengen van onrechtmatige daden door de Belastingdienst en Toeslagen.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 704, nr. 18.

Afgedaan. Hierover is de Kamer geïnformeerd via de brief van 12 maart 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 800.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe te kijken hoe de schrijnende verschillen tussen ouders die bijna geen schulden hadden en 30.000 euro krijgen en ouders met grote schulden en die lang wachten op 30.000 euro, in kaart brengen en beperkt houden

Kamerstukken II 2020-2021, 35 704, nr. 16.

Afgedaan. Iedereen die op basis van de lichte toets recht heeft op €30.000 wordt voor 1 mei uitbetaald en daarvoor is het moratorium van kracht, zodat rust wordt geboden. Samen met o.a. J&V, SZW en VNG wordt nog uitgewerkt hoe ouders in een schuldentraject ook zo snel mogelijk kunnen worden geholpen. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe aan de heer Snels de Kamer te informeren over de juridische regelingen in het kader van de hersteloperatie, maar dat lukt niet voor donderdag (1 juli).

Kamerstukken II 2020-2021, 35 799, nr. A. Kamerstukken II 2020-2021, 35 799, nr. B.

Afgedaan. In de bijlage bij de achtste Voortgangsrapportage kinderpvangtoeslag zit een overzicht herstelregelingen UHT en regelingen kwijtschelden publieke schulden. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat op verzoek de heer Van Weyenberg de MP en de minister van Financiën zullen worden gevraagd om een brief te schrijven over de steun voor het achterhouden van de brief van de LA en over de KLM casus.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 769.

Afgedaan. In de kabinetsreactie op het rapport «ongekend onrecht» van de POK heeft het Kabinet de adviezen van de Landsadvocaat die ter inzage zijn verstrekt aan de POK openbaar gemaakt. Kamerstukken II 2020-2021, 35 510, nr. 4. Daarnaast is aangegeven dat het kabinet voornemens is per 1 juli 2021 nieuwe adviezen van de landsadvocaat openbaar maken voor zover die niet zien op procedures, maar het karakter hebben van algemene juridische beleidsadviezen. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer te informeren, zodra meer bekend is over de kindregeling en de budgettaire gevolgen daarvan.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 795.

Afgedaan. In de Kamerbrief van 29 oktober 2021 is de TK geïnformeerd over de vormgeving van de regeling voor kinderen. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 912. Dit is opgenomen in de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de ouders van wie dossiers zijn vernietigd in de eerste helft van 2021 te benaderen, waarbij ze nadrukkelijk zullen worden gewezen op de mogelijkheden voor een herbeoordeling.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

Afgedaan. In de laatste week van mei zijn alle betrokken ouders geïnformeerd over het feit dat in 2020 hun beroepsdossier vroegtijdig is vernietigd. De ouders in de UHT doelgroep zijn voorafgaand aan de brief ook telefonisch benaderd. Dit is opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe te kijken welke regelingen aan de orde zijn voor OGS gedupeerden van andere toeslagen.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 704, nr. 16.

Afgedaan. In de oplegbrief bij de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag zijn de contouren geschetst voor een regeling voor de gedupeerden met een onterechte O/GS-kwalificatie bij de andere toeslagen. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat begin volgend jaar alle ouders met een O/GS-kwalificatie voor de kinderopvangtoeslag die op persoonsniveau zijn geidentificeerd in een persoonlijke brief worden opgeroepen om zich aan te melden.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

Afgedaan. Inmiddels hebben deze ouders een brief ontvangen. Dit is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat op verzoek de heer Omtzigt een vaktechnische coördinator zal kijken naar 1) of de algemene beginselen van behoorlijk bestuurd worden geschonden door de overheid in deze operatie, 2) welke nieuwe feiten en omstandigheden die ten tijde van het wetsvoorstel nog niet bek

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 769.

Afgedaan. Onderdeel 1 is opgenomen in de zesde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805. Onderdeel 2 is opgenomen in de brief van 12 maart 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 800. Onderdeel 3 is opgenomen in de brief van 25 maart 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 802.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe te zorgen dat voor de meest voorkomende attentiebrieven duidelijk wordt of rappelleren wel of niet wenselijk is. Met deze wijziging is de verwachting dat de kans wordt verhoogd dat burgers bij deze brieven tijdig aanpassingen doen in het burgerportaal, waarmee terugvorde

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 752.

Afgedaan. Onderdeel lopend proces. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat voor minder vaak voorkomende (ad hoc) attentiebrieven op basis van richtlijnen zal worden bepaald of een rappel wenselijk is.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 752.

Afgedaan. Onderdeel lopend proces. Dit is opgenomen in de vijfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer in aanloop naar het commissiedebat te informeren over een overleg met de VNG en de Nationale Ombudsman op 13 april 2021, waarin besproken zal worden dat er een «speciaal gezant» of «ombudspersoon» zal worden aangesteld om te helpen om in contact te komen met oud

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Opgenomen in beantwoording Kamervragen zesde VGR KOT op 25 mei 2021 (Kamerstuk nummer n.t.b. Kenmerk Tweede Kamer 2021D19491). Tevens opgenomen in de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

Toezegging aan de heer Omtigt om deze week een voorstel te doen voor een externe partij die onderzoek kan doen naar de gebeurtenissen rondom het memo Palmen in juni 2019 mede door middel van het interviewen van betrokkenen.

Handelingen II 2020-2021, nr. 45.

Afgedaan. Opgenomen in brief op 29 januari 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 35 510, nr. 48.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de budgettaire gevolgen van het kwijtschelden van deze nog openstaande publieke schulden bij het eerstvolgende begrotingsmoment inzichtelijk te maken.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 704, nr. 14.

Afgedaan. Opgenomen in de brief Kwijtschelden publieke schulden van 8 april 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 806.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe, zodra de opdracht voor het onderzoek naar de gang van zaken in juni 2019 rondom het memorandum van de vaktechnisch coördinator Toeslagen van 2017 gegund is, de Kamer hierover informeren. De staatssecretaris streeft ernaar dat het onderzoek op 1 juli 2021 is afgerond.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Opgenomen in de brief van 18 mei 2021 Feitenonderzoek naar memorandum vaktechnisch coördinator. Kamerstukken II 2020-2021, 35 510, nr. 56. Tevens opgenomen de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe het definitieve rapport van de IO&E en de reactie daarop (die naar verwachting april 2021 worden gepubliceerd op de website van de Inspectie) te delen met de Kamer.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Opgenomen in de brief van 22 april 2021 rapport Inspectie Overheidsinformatie. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 815.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in de volgende VGR terug te komen op de eerste bevindingen van het onderzoek door de Nationale ombudsman naar de manier waarop UHT omgaat met klachten van ouders, die mei/juni 2021 worden verwacht.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Opgenomen in de brief van 27 mei 2021 over de reactie aan de Nationale Ombudsman betreffende de eerste monitor klachtbehandeling Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT). Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 845. Tevens opgenomen de zevende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe, zodra het onderzoek van de ADR naar de gevolgde werkwijzen bij het beoordelen van O/GS voor de terugvordering van toeslagen en daarnaast naar de behandeling van verzoeken voor deelname aan minnelijke schuldsanering is afgerond, de onderzoeksresultaten te delen met de Ka

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Opgenomen in de brief van 6 juli 2021 Aanbiedingsbrief bij onderzoek ADR (Kamerstuknummer n.t.b. Kenmerk Tweede Kamer 2021Z12852).

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat in overleg met de Commissie op korte termijn duidelijkheid zal worden gegeven over de wijze waarop de Commissie de aanmeldingen van ex-toeslagpartners voor aanvullende schade zal behandelen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 824.

Afgedaan. Opgenomen in de brief van 8 februari 2021 over de hersteloperatie t.b.v. AO 10 februari 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 796.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in een afzonderlijke brief zo spoedig mogelijk het eindrapport en de opvolging van de door CapGemini opgestelde aanbevelingen waarmee reeds is gestart met de Kamer te delen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 824.

Afgedaan. Opgenomen in de brief van 8 februari 2021 over de hersteloperatie t.b.v. AO 10 februari 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 796.

2020/2021

IDe staatssecretaris zegt toe het eindrapport van Andersson Elffers Felix op korte termijn, voorzien van een reactie, met de Kamer te delen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 006, nr. 824.

Afgedaan. Opgenomen in de brief van 8 februari 2021 over de hersteloperatie t.b.v. AO 10 februari 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 796.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat het Ministerie van SZW - mede namens de staatssecretaris - de Kamer in het voorjaar van 2021 nader zal informeren over het verbetertraject kinderopvangtoeslag.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 824.

Afgedaan. Opgenomen in de brief van 8 juli 2021 Voortgang verbetertraject kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 871.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe voornemens te zijn de Kamer, samen met de minister van SZW, in het tweede kwartaal van 2021 te informeren over de uitkomsten van de wetenschappelijke toets conform artikel 3.1 Comptabiliteitswet 2016 op het Verbetertraject Kinderopvangtoeslag, die op dit moment worden g

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. Opgenomen in de brief van 8 juli 2021 Voortgang verbetertraject kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 871.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de uitkomsten van de gesprekken met belangenorganisaties, over het rapport van de AP over de verwerking van de nationaliteit van aanvragers van kinderopvangtoeslag, worden meegenomen in de hersteloperatie en in het verdere onderzoek naar de effecten op burgers, dat o

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 792.

Afgedaan. Opgenomen in de vierde voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer te informeren over het onderzoek dat ADR is gestart naar OGS, wanneer zij het onderzoeksrapport afronden. Naar verwachting is dat in de loop van februari.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 510, nr. 46.

Afgedaan. Opgenomen in lijst van feitelijke vragen en antwoorden POK. Kamerstukken II 2020-2021, 35 510, nr. 46.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in het kader van de voorhangprocedure het ontwerpbesluit, het advies van de Raad van State en het nader rapport vier weken aan de Staten-Generaal voor te hangen. De staatssecretaris zegt toe dit in week 51, voor het kerstreces, met de Kamer te delen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

Afgedaan. UB Awir, met advies RvS en Uitvoeringstoets, is op 14 december 2020 met de Kamersgedeeld. Kamerstukken II 2020-2021, 35 574, nr. 20.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de AMvB die toeziet op de gegevensdeling vanuit kinderopvangorganisaties (KOO's) naar de Belastingdienst/Toeslagen deze week, voor het kerstreces, met de Kamer zullen worden gedeeld teneinde de voorhang, conform het amendement Omtzigt, te laten starten. De staatssecr

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 762.

Afgedaan. UB Awir, met advies RvS en Uitvoeringstoets, is op 14 december 2020 met de Kamersgedeeld. Kamerstukken II 2020-2021, 35 574, nr. 20.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe op korte termijn een reactie te sturen n.a.v. de gesprekken met ouders en het bekijken van individuele dossiers, om na te gaan uit welke concrete handelingen alsnog vooringenomenheid in individuele gevallen is vast te stellen of aannemelijk te maken en deze ook te delen

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Afgedaan. De brief aan BoinK is opgenomen als bijlage bij de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat het kabinet de (incidentele) suppletoire begroting voor de voorgestelde richtingen voor niet-KOT, ex-partners en kinderen naar verwachting na de zomer aan het parlement aan zal bieden.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

Afgedaan. De budgettaire gevolgen van de voorgestelde regelingen zoals opgenomen in de brief van 29 oktober jl. (Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 912) zijn aan het parlement ter goedkeuring voorgelegd middels de tweede suppletoire begroting 2021 van het ministerie van Financiën en een Nota van Wijziging op de Ontwerpbegroting 2022 op 18 november jl.  (35925 IX-10).

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in de volgende VGR terug te komen op een verdere uitwerking, een juridische toets en een uitvoeringstoets van de financiële tegemoetkoming (voor kinderen) zijn en de uitwerking van het bredere programma, wat gebeurt in nauwe samenwerking met de betrokken departementen en

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 2.1 van bijgaande negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer te informeren over de voortgang m.b.t. de 21-punten lijst van kwesties in de uitvoering die volgens Toeslagen zelf strijdig zouden zijn met wet- en regelgeving en zien op kinderopvang-, huur- en zorgtoeslag en het kindgebonden budget, die met de eerste Voortgang

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 800.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 2.7 van de achtste Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 899.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe te streven om alle regelingen die nodig zijn om ouders te helpen, ook de regeling voor ouders die in een faillissement zijn beland, voor de zomer met de Kamer te delen.

Kamerstuk nummer n.t.b. Kenmerk Tweede Kamer 2021D19491.

Afgedaan. Het Besluit betalen private schulden is op 28 oktober 2021 gepubliceerd in de Staatscourant (Staatscourant 2021-44723).

2020/2021

Toezegging NVB gesloten rekeningen TIN/SSN of CLN

Kamerstukken II 2020-2021, 25 087, nr. 265

Afgerond met Kamerbrief van 2 februari 2021 over de stand van zaken toezeggingen die zijn gedaan tijdens het AO FATCA van 24 november 2020. Kamerstukken II 2020-2021, 35087, nr. 266

2020/2021

Toezegging ingaan op Duitse oplossing

Kamerstukken II 2020-2021, 25 087, nr. 265.

Afgerond met Kamerbrief van 2 februari 2021 over de stand van zaken toezeggingen die zijn gedaan tijdens het AO FATCA van 24 november 2020. Kamerstukken II 2020-2021, 35087, nr. 266

2020/2021

Toezegging gesprek met toeval-Amerikanen over informatievoorziening

Kamerstukken II 2020-2021, 25 087, nr. 265

Afgerond met Kamerbrief van 2 februari 2021 over de stand van zaken toezeggingen die zijn gedaan tijdens het AO FATCA van 24 november 2020. Kamerstukken II 2020-2021, 35087, nr. 266

2020/2021

Toezegging NVB te vragen naar Duitse oplossing

Kamerstukken II 2020-2021, 25 087, nr. 265

Afgerond met Kamerbrief van 2 februari 2021 over de stand van zaken toezeggingen die zijn gedaan tijdens het AO FATCA van 24 november 2020. Kamerstukken II 2020-2021, 35087, nr. 266.

2020/2021

Toezegging NVB casuïstiek opgeheven betaalrekeningen

Kamerstukken II 2020-2021, 25 087, nr. 265

Afgerond met Kamerbrief van 2 februari 2021 over de stand van zaken toezeggingen die zijn gedaan tijdens het AO FATCA van 24 november 2020. Kamerstukken II 2020-2021, 35087, nr. 266.

2020/2021

Toezegging openen informatieloket FATCA en toeval-Amerikanen

Kamerstukken II 2020-2021, 25 087, nr. 265.

Afgerond met Kamerbrief van 2 februari 2021 over de stand van zaken toezeggingen die zijn gedaan tijdens het AO FATCA van 24 november 2020. Kamerstukken II 2020-2021, 35087, nr. 266.

2020/2021

Toezegging reactie op zwartboek Americans Overseas

Kamerstukken II 2020-2021, 25 087, nr. 265.

Afgerond met Kamerbrief van 2 februari 2021 over de stand van zaken toezeggingen die zijn gedaan tijdens het AO FATCA van 24 november 2020. Kamerstukken II 2020-2021, 35087, nr. 266.

2020/2021

Toezegging afwijzen MSNP als gevolg van registratie FSV of O/GS

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 31 066, nr. 784

Afgerond. De Kamer wordt hier in iedere FSV-brief over geïnformeerd.

2020/2021

Toezegging Brief Wijziging van de Wet op belastingen van rechtsverkeer naar de Eerste Kamer sturen (35.576) (T03174)

Kamerstukken I 2020-2021, T03174, nr.

Brief is op 14 december 2020 ook aan de Eerste Kamer verzonden, Kamerstukken I 2020–2021, 35 576, H.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat op termijn ook de voorbereidingsdossiers voor nieuwe bewindspersonen op het informatiepunt zullen worden gepubliceerd.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 510, nr. 46.

De introductiedossiers zijn op 10 januari 2022 op rijksoverheid.nl gepubliceerd.

2020/2021

Toezegging reactie leenbijstand, vervolgingskosten en compensatie

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 31 066, nr. 767

De Kamer heeft in antwoord op Kamervragen een update ontvangen over dit dossier (Kamerstukken II 2020-2021, kenmerk 2021D26991). De toegezegde informatie over het gebruik van de compensatieregeling Bbz 2014-2016 zal naar verwachting voor de afloop van het zomerreces alsnog aan de Kamer worden toegezonden. Zie ook de brief van 23 november 2021 over de leenbijstand, Kamerstukken II 2021/22, 35927, nr. 89) en de brief van 19 februari 2021 over vervolgingskosten, Kamerstukken II 2021/21, 31066, nr. 798.

2020/2021

Toezegging voortgang van oorlogsgerelateerde uitkeringen

Kamerstukken II 2020/21, 31 066, nr. 877, p. 48.

De Kamer is geïnformeerd over de stand van zaken in Kamerbrief "Fiscale moties en toezeggingenbrief Prinsjesdag Tweede Kamer", Kamerstukken II 2021/22, 35925-IX, nr. 4, p. 10-11. Bij relevante nieuwe ontwikkelingen wordt de Kamer geïnformeerd.

2020/2021

Toezegging unilaterale oplossing Rijnvarenden

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 31 066, nr. 767

Afgerond. De Kamer is voor het zomerreces geïnformeerd over de voortgang (Kamerstukken II 2020-2021, 26834, nr. 52).

2020/2021

Toezegging Commissie investeringsklimaat

Handelingen II 2020-2021, nr. 23, item 11, p. 35

De toezegging is afgedaan in de brief «Beantwoording motie Lodders c.s. over investeringen, ondernemerschap en innovatie» van 25 juni 2021, Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 99.

2020/2021

Toezegging Ernaar kijken of het mogelijk is om in de monitoring de bronbelasting op royalty’s en rente te betrekken en ernaar kijken of er rekening mee gehouden zou kunnen worden in de vormgeving van toekomstige conditionele bronbelastingen (35.572) (T03169)

Kamerstukken I 2020-2021, T03169, nr.

Afgerond. De toezegging wordt gestand gedaan door in de jaarlijkse brief over de monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking de financiële stromen naar offshore financial centers ook in kaart te brengen.

2020/2021

Het kabinet zegt in de kabinetsreactie «ongekend onrecht» toe om te kijken naar toekomstbestendige handhavinsinstrumentarium.

Kamerstuk II 2020-2021, 35510, nr. 2

Afgerond. De Uitvoerings- en Handhavingsstrategie is geactualiseerd en aan de Kamer aangeboden als bijlage bij het Jaarplan Belastingdienst 2022 (Kamerstukken II, 2021-2022, 31066, nr. 958). Het werken aan een toekomstbestendig handhavingsinstrumentarium heeft structurele aandacht van de Belastingdienst. Door middel van het Jaarplan Belastingdienst wordt jaarlijks inzicht gegeven in welke voor burgers, ondernemers en intermediairs merkbare veranderingen worden uitgevoerd.

2020/2021

Toezegging gesprek met Amerikaanse ambassade over aanvraag CLN of TIS/SSN

Kamerstukken II 2020-2021, 25 087, nr. 265.

Deze toezeggging is afgedaan in de brief «Voortgangsbrief toezeggingen Algemeen Overleg FATCA» van 8 juni 2021 met kenmerk 2021-0000077648.

2020/2021

Toezegging informeren over eventuele spanning tussen handhaving en privacy/AVG

Tweede Kamer, Commissiedebat Belastingen, 30 juni 2021

Deze toezeggign is afgedaan in de brief «Fiscale moties en toezeggingenbrief Prinsjesdag Tweede Kamer» van 21 september 2021, Kamerstukken II, 2021-2022, 35 925 IX-4.

2020/2021

Toezegging Verdragen

Handelingen I 2020-2021, 35 572 nr. 14, item 9, p. 12 en p. 17

Deze toezegging is afgedaan bij brief van 1 februari 2022 over de onderhandeling van belastingverdragen, Kamerstukken II 2021/22, 25087, nr. 289.

2020/2021

Toezegging technische briefing over compensatiemogelijkheden na registratie FSV

Tweede Kamer, Commissiedebat Belastingdienst, 22 juni 2021

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Contouren tegemoetkoming FSV» van 6 december 2021, Kamerstukken 2021-2022, 31 066, nr. 937.

2020/2021

Toezegging CO2-heffing

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 78, blz. 123

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Herziening Belastingstelsel» van 3 juni 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 32 140, nr. 119.

2020/2021

Het kabinet zegt in de kabinetsreactie «ongekend onrecht» toe om de uitkomsten voor het onderzoek verankering fraudebegrip te verbreden.

Kamerstuk II 2020-2021, 35510, nr. 2

Deze toezegging is afgedaan in de brief "Hoofdlijnen handhavingsbeleid in de sociale zekerheid", Kamerstukken II 2020-2021, 17050, nr 601.

2020/2021

Toezegging Terugkoppeling subsidie fossiele brandstoffen en fossiele industrie

Kamerstukken I 2020-2021, T03231, nr.

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Overzicht uitgaven en gederfde inkomsten fossiele brandstoffen» van 13 april, Kamerstukken II 2021-2022, 35 925 IXNr. 29.

2020/2021

Toezegging gedraaide query's FSV

Tweede Kamer, Commissiedebat Belastingdienst, 22 juni 2021

Deze toezegging is afgedaan in de brief "PwC-rapporten FSV - MKB en query's aan de Poort" van 31 maart 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, nr. 992.

2020/2021

Toezegging terugkomen pijlers Voortgangsrapportage

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 31 066, nr. 767

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Diverse onderwerpen op het gebied van Belastingdienst» van 16 maart 2022 in aanloop commissiedebat 26 maart 2022 waar uitgebreid wordt ingegaan op de informatievoorziening aan de Kamer: Kamerstukken II 2021-2022, 31066, nr. 986.

2020/2021

Toezegging FSV-registratie door andere partijen

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 31 066, nr. 784

Deze toezegging is afgedaan in de brief ''Toezeggingen gedaan tijdens het notaoverleg van 1 februari 2021 over fraudeopsporing en gebruik van tweede nationaliteit door de Belastingdienst'' van 5 februari 2021, Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 804.

2020/2021

Toezegging versneld onderzoek minderjarigen in FSV

Tweede Kamer, Commissiedebat Belastingdienst, 22 juni 2021

Deze toezegging is afgedaan in de kwartaalrapportage HVB van 25 november 2021, Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, nr. 920.

2020/2021

Toezegging benutten kennis binnen Belastingdienst (feedbackloop)

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 31 066, nr. 767

Deze toezegging is afgedaan met het Jaarplan 2022 Belastingdient van 31 januari 2022, Kamerstukken II, 2021-2022, 31 066, nr. 958.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe dat de Kamer over de voortgang van de verbetermaatregelen van de IO&E nader wordt geïnformeerd door middel van de voortgangsrapportage van de regeringscommissaris Open op Orde, alsmede door middel van de voortgangsrapportage Informatie op Orde van het Ministerie van Fina

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

Deze toezegging is afgedaan middels de brief van 21 september 2021 Voortgang generiek actieplan informatiehuishouding Open op Orde (29362-298).

2020/2021

Toezegging Autonome vergroeningen

Handelingen II 2020-2021, nr. 23, item 11, p. 33

Deze toezegging is afgedaan. Betreft de inscahtting van de verwachte autonome vergoening voor de jaren 2022 tot en met 2025 zijn er in 2021 meerdere overleggen geweest met de autobranche. In de memorie van toelichting van het Belastingplan 2022, pagina 27, is dit ook aangegeven.

2020/2021

Toezegging werkbezoek Belastingdienst en ambtelijke briefing

Tweede Kamer, Commissiedebat Belastingdienst, 22 juni 2021

Deze toezegging is afgedaan. Het werkbezoek heeft op 13 september 2021 plaatsgevonden in de vorm van een ontmoeting tussen de Bestuursraad (de dagelijkse leiding van het ministerie van Financiën) en (nieuwe) leden van de Tweede Kamercommissie voor Financiën. Achttien Kamerleden, hun fractiemedewerkers en ook griffiemedewerkers namen de uitnodiging aan. Via speeddates met de bestuursraadsleden maakten ze kennis met Financiën. Belangrijk onderdeel van de ontmoeting was de presentatie van een menukaart: een lijst met voorstellen voor briefings en werkbezoeken aan alle onderdelen van het ministerie.

2020/2021

Toezegging Proportioneel gegevens delen

Kamerstukken II 2020-2021, 35 574, nr. 10, p. 48

Deze toezegging is overgenomen door het ministerie van SZW.

2020/2021

Toezegging informeren personen op zwarte lijst

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 31 066, nr. 784

Dit is een doorlopende toezegging een proces hiervoor is opgezet en de toezegging is hiermee afgedaan in de brief «Nadere verzoeken Fraude Signalering Voorziening» van 30 mei 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, nr. 1030.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de kinderen en de Kamer zo snel mogelijk te informeren over de nog uit te werken plannen en planning voor het ontwikkelen van een grote community, waar álle kinderen en jongeren onder elkaar kunnen zijn.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 854.

Dit is opgenomen in paragraaf 1.1 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen. Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2020/2021

Aan het lid Mulder wordt toegezegd uitgebreider terug te komen op hoe precies de RKT-lijsten werkten, hoe dat op dat moment speelde en waarom er tot nu toe voor gekozen is om die niet in de lichte toets mee te nemen.

Kamerstuk nummer n.t.b. Kenmerk Tweede Kamer 2021D28116.

Hierover bent u geïnformeerd in de brief van 17 september 2021; Beantwoording vragen RKT en schenkbelasting (Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 884).

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe richting het lid Omtzigt om uitgebreider in te gaan op de reactietermijnen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 718.

Afgedaan. Hierover is gelijktijdig de vierde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag een brief gestuurd. Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 754.

2020/2021

Toezegging voortgang uitvoering motie Slootweg (ombudsman belastingzaken)

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 31 066, nr. 767

Afgerond, de Kamer is geïnformeerd over de voortgang in Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 787.

2020/2021

Toezegging WLTP

Kamerstukken 2019-2020, 31 066, nr. 622, blz. 56

Afgedaan in Kamerbrief onderzoek gedragseffecten rond de overstap van NEDC naar WLTP

2020/2021

Toezegging Klimaat en Energie Verkenning

Kamerstukken II 2020-2021, 35 575, nr. 6, p. 4

Afgedaan. In de jaarlijkse sectorrapportages zal worden ingegaan op de voortgang bij het thema innovatie in het kader van de uitvoering van de integrale kennis en innovatieagenda. Dit is reeds gerealiseerd in de klimaatmonitor 2021.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer in de volgende voortgangsrapportages te blijven informeren over de ontwikkelingen en voortgang op de verbreding naar andere toeslagen.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 795.

In de Kamerbrief van 29 oktober 2021 is de TK geïnformeerd over de vormgeving van de herstelregelingen voor andere toeslagen (31066-912). De voortgang is daarnaast opgenomen in paragraaf 2.1.3 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Toezegging Tabaksaccijns

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 17, p. 98-99

Kamer geïnformeerd middels brief (Kamerstukken II 2021-2022, 35927, nr. 128).

2020/2021

Internationaal fiscaal (verdrags)beleid

Kamerstukken II 2020-2021, 25 0 87 , nr.

Staatssecretaris Van Rij heeft op 15 juli 2022 een brief naar de Tweede Kamer gestuurd met als titel «Versterking van de aanpak van dividendstripping» (Kamerstukken II 2021/22, 25087, nr. 295). In deze Kamerbrief wordt ingegaan op de internetconsultatie, de reacties daarop, alsmede hoe het kabinet een en ander weegt. Daarnaast wordt het vervolgtraject met betrekking tot de aanpak van dividendstripping beschreven.

2020/2021

Toezegging brief ideeën m.b.t. informatievoorziening Kamer

Tweede Kamer, Commissiedebat Belastingdienst, 22 juni 2021

Toezegging afgedaan met het aanbod tot verzending van stand van zaken brieven in de kamerbrief van 16 maart 2022, Kamerstukken 2021/2022, 31 066, nr. 986.

2020/2021

Toezegging Voorwaarden dubbele belastingheffing onder ATAD2

Kamerstukken I 2020-2021, T03260, nr.

Toezegging is afgedaan in de Kamerbrief 'Voorjaarsbrief fiscale moties en toezeggingen 2021 Eerste Kamer', Kamerstukken I 2020/21, 35 572, nr. U.

2020/2021

Toezegging overdrachtsdossier opvolger delen met Kamer

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 31 066, nr. 767

Toezegging is afgedaan, de introductiedossiers zijn op 10 januari 2022 gepubliceerd.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de uitkomsten van het onderzoek te delen in een volgende voortgangsrapportage, wanneer op basis van het beschikbaar stellen van agenda’s van bewindslieden en topambtenaren is achterhaald wanneer contact is geweest met de commissie AUT.

Kamerstukken II 2020-2021, 35 510, nr. 46.

Verslagen van deze overleggen op bewindsliedenniveau zijn, voor zover beschikbaar, openbaar gemaakt bij de Wob besluiten van 11 dec 2020 en 18 jan 2021 en staan op het informatiepunt kinderopvangtoeslag. Een overzicht van alle overleggen met de ambtelijke top wordt op korte termijn toegevoegd aan het informatiepunt kinderopvangtoeslag.

2020/2021

Toezegging Neerslaan fiscale maatregelen verschillende huishoudens

Handelingen II 2020-2021, nr. 9, item 7, blz. 25

Afgerond. We blijven aandacht houden voor maatregelen die een bijzonder grote impact hebben op eenverdieners en draagkracht van gezinnen.

2020/2021

Toezegging Beleidsbesluiten omzetten in wetgeving

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 797, p. 60

Afgerond. Het betreffende wetsvoorstel is ingediend (Kamerstukken II 2021/22, 36 151, nr. 2).

2021/2022

Toezegging gedragscode

Kamerstukken I 2021-2022, , nr.

Afgedaan in bijlage 1 bij Kamerbrief 'Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda, Kamerstukken II 2021/22, 32140, nr. 119.

2021/2022

Aanvulling: toezegging om ook verzamelwet belastingplan ook in het voorjaar als optie mee te nemen

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan in «Kamerbrief begrotingsproces» van 13 april 2022, Kamerstukken II 2021/22, 31865, nr. 207.

2021/2022

aan dhr. Idsinga om te bezien of er een mogelijkheid voor burgers kan worden geboden om geen aanspraak te maken op de teruggave

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Afgedaan in Kamerstukken II 2021-2022, 32 140, nr. 106.

2021/2022

Toezegging Postcoderegeling

Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 2321

Afgedaan in Pakket Belastingplan 2022.

2021/2022

Toezegging jaarlijks in het eerste kwartaal rapporteren over de startersvrijstelling

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Afgedaan met de brief "Toezegging monitoring startersvrijstelling in de Wet differentiatie overdrachtsbelasting", Kamerstukken II 2021/22, 35927, nr. 123.

2021/2022

Toezegging cap in aandelenoptieregeling

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Kamerstukken II 2021-2022, 35 929, nr. 9.

2021/2022

Uiterlijk voor Pasen het gewijzigde wetsvoorstel over aandelenoptierechten aan de Kamer sturen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

Afgedaan. Kamerstukken II 2021-2022, 35 929, nr. 9.

2021/2022

Toezegging meenemen forfaitaire systeem in contourennota box 3

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Contourennota box 3-heffing op basis van werkelijk rendement» van 15 april 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 32140, nr. 105.

2021/2022

Aan mw. Van Dijk spoedig informeren over de contourennota.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Contourennota box 3-heffing op basis van werkelijk rendement» van 15 april 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 32140, nr. 105.

2021/2022

De Staatssecretaris zal de contourennota over het belastingstelstel met richtingennotitie meesturen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Contourennota box 3-heffing op basis van werkelijk rendement» van 15 april 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 32140, nr. 105.

2021/2022

Ten aanzien van de problemen rondom coronaschulden samen met de minister van EZK en SZW een brief sturen met een geïntegreerde oplossing.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000021

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Langetermijnvisie coronasteun» van 1 april 2022 (Kamerstukken II 2021-2022, 35 420, nr. 485).

2021/2022

aan dhr. Romke de Jong om een stroomschema te sturen met de verschillende tranches / data / planning. Ook met planning van wetgevingsproces

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000033

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Planning box 3-stelsel op basis van werkelijk rendement» van 24 juni 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 32 140, nr. 121.

2021/2022

Toezegging Pilots

 

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Voortgangsbrief Verbetertraject Kinderopvangtoeslag» van 20 april 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, nr. 1016, paragraaf 1.1.1.5.

2021/2022

Toezegging bestrijden belastingontwijking

Kamerstukken I 2021-2022, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de Kamerbrief «Monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking» aan de Tweede en Eerste Kamer van 28 juni 2022.

2021/2022

De staatssecretaris zal kijken of de informatie op overheid.nl over FATCA actueel en goed vindbaar is. Hij verwerkt dat in een voortgangsbrief.

Conceptverslag FATCA, 28 september 2021

Deze toezegging is afgedaan in de Kamerbrief 'Toezeggingen gedaan tijdens het Commissiedebat Fatca van 28 september 2021' van 10 december 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 25087, nr. 287) en de Kamerbrief 'Laatste stand van zaken met betrekking tot de toezeggingen die zijn gedaan tijdens het commissiedebat FATCA van 28 september 2021' van 8 maart 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 25087, nr. 290). Daarnaast wordt de in 2021 gepubliceerde Q&A «veelgestelde vragen toeval-Amerikanen» periodiek herzien zodat deze up to date blijft.

2021/2022

Toezegging informeren wijze van herstel (box 3)

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Deze toezegging is afgedaan met de stuurt voorbereidingsbrief voor de technische briefing over box 3 op 19 april (verzonden 15 april 2022).

2021/2022

Toezegging aandacht transparantie Gedragscodegroep

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan. Nederland heeft met de Ecofinraad van december vorig jaar een non-paper gestuurd met deze inzet. Zie hiervoor het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 6 en 7 december 2021, Kamerstukken II 2021/22, 21501-07, nr. 1804.

2021/2022

Toezegging familietoets meenemen in evaluatie BOR

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Dit verzoek is doorgegeven aan de uitvoerder van de evaluatie. Bij de evaluatie is uitdrukkelijk gekeken naar familiebedrijven. De evaluatie is op 25 mei aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2021-2022, 35 925-IX, nr. 30).

2021/2022

Toezegging brede blik vermogensheffing

Kamerstukken I 2021-2022, , nr.

Afgerond. In het kader van de hersteloperatie box 3 naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021 wordt gekeken naar het brede vermogensdomein en niet alleen naar het box 3 vermogen, bijvoorbeeld bij het samenstellen van verschillende dekkingsopties. De toezegging is hiermee afgedaan.

2021/2022

Toezegging grenseffecten van accijnzen op tabak en grondstoffen

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Kamer geïnformeerd middels brief (Kamerstukken II 2021-2022, 35927, nr. 128)

2021/2022

aan dhr. Stoffer om de percentages 5,28 -> 5,69 nog een keer op een rijtje te zetten

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000021

Afgerond, Kamerstukken II 2021-2022, 32 140, nr. 106

2021/2022

Kamerbreed: Uiterlijk 1 april wordt een richtingennotitie gestuurd naar de Kamer

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Afgerond, Kamerstukken II 2021-2022, 35 927 nr. 125

2021/2022

Toezegging informeren Kamer over het verdere tijdpad dividendstripping

Handelingen II 2021-2022, nr. 20, item 7.

Afgerond. Staatssecretaris Van Rij heeft op 15 juli 2022 een brief naar de Tweede Kamer gestuurd met als titel «Versterking van de aanpak van dividendstripping» (Kamerstukken II 2021/22, 25087, nr. 295). In deze Kamerbrief wordt ingegaan op de internetconsultatie, de reacties daarop, alsmede hoe het kabinet een en ander weegt. Daarnaast wordt het vervolgtraject met betrekking tot de aanpak van dividendstripping beschreven.

2021/2022

Staatssecretaris heeft toegezegd de TK te informeren over de mogelijke oplossingsrichtingen voor het voorkomen van koolstoflekkage op exportmarkten en het onderzoek van Trinomics (dat in de zomer van 2021 al naar de TK is gestuurd).

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Toezegging is afgedaan in zeswekelijkse Kamerbrief over update stand van zaken Ff55-pakket van 7 maart 2022, Kamerstukken II 2021/22, 22112 nr. 3311.

2021/2022

Staatssecretaris heeft toegezegd de TK te informeren over politieke speelveld

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Toezegging is afgedaan in zeswekelijkse Kamerbrief over update stand van zaken Ff55-pakket van 7 maart 2022, Kamerstukken II 2021/22, 22112 nr. 3311.

Door de bewindslieden gedane toezeggingen die nog niet zijn afgerond (fiscaal)
Tabel 100 Door de bewindslieden gedane toezeggingen die nog niet zijn afgerond

Vergaderjaar

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken / planning

2013/2014

Toezegging vereenvoudiging fiscale regeling chronisch zieken en gehandicapten

Kamerstukken II 2013-2014, 33 752, nr. 78, blz. 8

In behandeling. De minister van Langdurige zorg en Sport heeft begin september, mede namens de staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst, het rapport van de evaluatie van de fiscale aftrek specifieke zorgkosten en de regeling tegemoetkoming specifieke zorgkosten aan de Tweede Kamer verzonden. Het kabinet komt op een later moment met een inhoudelijke reactie op dit rapport. Daarin zal tevens worden ingegaan op de mogelijkheden om de fiscale regeling voor chronisch zieken en gehandicapten te vereenvoudigen.

2017/2018

Toezegging bij volgende evaluatie eigenwoningregeling ook werking afschaffen wet Hillen meenemen

Handelingen II 2017-2018, nr. 25, item 9, p. 8

Wordt nog niet in behandeling genomen, pas wanneer de eerstvolgende evaluatie van de eigenwoningregeling plaatsvindt.

2018/2019

Toezegging voortgang pseudonimiseren

Kamerstukken II 2018-2019, 32 761, nr. 131, p. 11

Deze toezegging is afgedaan in de stand van zakenbrief voor het commissiedebat Belastingdienst van 7 september 2022. Verwijzing Kamerstukken nog niet bekend.

2018/2019

Toezegging Wetsvoorstel inzake de informatiebeschkking

Kamerstukken II 2018-2019, 32 140, nr. 51, p.7

Er volgt in 2022 een Kamerbrief over de stand van zake met betrekking tot het eerder aangekondigde wetsvoorstel ter aanpassing van de informatiebeschikkingsprocedure.

2018/2019

Toezegging betrekken Smart Charging in evaluatie energiebelasting

Kamerstukken II 2018-2019, 32 140, nr. 58, blz. 57

Op 2 november 2021 heeft de staatssecretaris van I&W een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over dubbele heffing van energiebelasting bij bi-directioneel laden. In die brief is vervolgonderzoek aangekondigd:«Het ministerie van Financien start een vervolgonderzoek in het najaar van 2021 waarin oplossingsrichtingen voor het vermijden van dubbele energieheffing worden onderzocht en op uitvoerbaarheid worden getoetst»

2018/2019

Toezegging onderzoeken aanpassing fbi-regime voor vastgoed-fbi’s

Kamerstukken II 2018-2019, 35 028, nr. 21, blz. 45

Op 7 juli 2022 is het rapport van SEO met de uitkomsten van de evaluatie van de regelingen voor de fiscale beleggingsinstelling (fbi) en de vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi) in de vennootschapsbelasting naar de Tweede Kamer verzonden. In de aanbiedingsbrief bij dit rapport is aangegeven dat de komende periode zal worden gebruikt om de verschillende oplossingsrichtingen die in rapport worden aangedragen nader te bestuderen en dat het kabinet na de zomer een inhoudelijke reactie en beleidsvoornemens kenbaar zal maken.

2019/2020

Toezegging Overzicht implementatie van het UBO-register in verschillende Europese lidstaten (35.179) (T02979)

Kamerstukken I 2019-2020, T02979, nr.

Aan een overzicht van hoe het UBO-register binnen EU-lidstaten is geïmplementeerd in relatie tot kerkgenootschappen wordt nog gewerkt. Dit zal naar verwachting na de zomer gereed zijn en aan uw Kamer worden toegezonden.

2019/2020

Toezegging brief over strikte wetgeving rondom verzuimboetes

Kamerstukken II 2019-2020, 31 066, nr. 532, blz. 59

Brief volgt op of rond Prinsjesdag 2022.

2019/2020

Toezegging evaluatie btw elektronische publicaties

Aanhangsel Handelingen II 2019-2020, nr. 4074

De btw-verlaging voor e-publicaties wordt meegenomen in de evaluatie van het verlaagde btw-tarief, deze wordt naar verwachting in Q1 2023 naar de kamer verzonden.

2019/2020

Toezegging monitoren documentatieplicht

Handelingen II 2019-2020, nr. 23, item 8 p. 18

De gevolgen van de implementatie van de documentatieverplichting uit ATAD2 op de administratieve lasten van het mkb worden meegenomen in een bredere rapportage over de gemonitorde gegevens die verband houden met de maatregelen die voortvloeien uit ATAD1. Dit wordt in 2024 aan Uw Kamer verzonden. Zie Kamerbrief 'Prinsjesdagbrief fiscale moties en toezeggingen aan de Tweede Kamer',Kamerstukken II 2021/22, 35 925-IX, nr. 4.

2019/2020

Toezegging informeren EK over effecten documentatieverplichting op administratieve lasten

Handelingen I 2019-2020, nr. 12, item 12, p. 22

De gevolgen van de implementatie van de documentatieverplichting uit ATAD2 op de administratieve lasten van het mkb worden meegenomen in een bredere rapportage over de gemonitorde gegevens die verband houden met de maatregelen die voortvloeien uit ATAD1. Dit wordt in 2024 aan Uw Kamer verzonden. Zie Kamerbrief 'Prinsjesdagbrief fiscale moties en toezeggingen aan de Tweede Kamer',Kamerstukken II 2021/22, 35 925-IX, nr. 4.

2019/2020

Toezegging Administratieve lasten ATAD2 meenemen in monitoring maatregelen belastingontwijking

Handelingen I 2019-2020, nr. 12, item 12, blz. 22.

De gevolgen van de implementatie van de documentatieverplichting uit ATAD2 op de administratieve lasten van het mkb worden meegenomen in een bredere rapportage over de gemonitorde gegevens die verband houden met de maatregelen die voortvloeien uit ATAD1. Dit wordt in 2024 aan Uw Kamer verzonden. Zie Kamerbrief 'Prinsjesdagbrief fiscale moties en toezeggingen aan de Tweede Kamer', Kamerstukken II 2021/22, 35 925-IX, nr. 4.

2019/2020

De staatssecretaris zegt toe de ministeriële regeling, waarin de nadere regels voor de hardheidsregeling staan, eind juni naar de Kamer te kunnen sturen. De in een ministeriële regeling opgenomen compensatieregeling volgt later.

Kamerstukken II 2019-2020, 35 468, nr. 11.

Dit is opgenomen in de elfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021-2022, 31066, nr. 1093. Een concept van de ministeriële regeling met de nadere regels voor de hardheidsregeling is op 8 juni 2020 naar de Tweede Kamer gestuurd (35468 nr. 10). De definitieve ministeriële regeling met die nadere regels is op 1 juli 2020 naar de Tweede Kamer gestuurd (35468 nr. 44). Op 27 juni 2022 is het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen (36151) aangeboden aan de Tweede Kamer. De noodzaak voor en eventuele inhoud van de ministeriële regeling compensatieregeling is afhankelijk van de uiteindelijke tekst van de Wet hersteloperatie toeslagen.

2019/2020

De staatssecretaris zegt toe in de tweede helft van dit jaar het beleidsbesluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-) zaken d.d. 25 mei om te zetten in een ministeriële regeling. De staatssecretaris beoogt daarbij geen enkel verschil tussen het Besluit en de ministeriële regeling. Het i

Kamerstukken II 2020-2021, 35 468, nr. 39.

Hierover is gerapporteerd in de 11e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093. Op 27 juni 2022 is het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen (36151) aangeboden aan de Tweede Kamer. De noodzaak voor en eventuele inhoud van de ministeriële regeling compensatieregeling is afhankelijk van de uiteindelijke tekst van de Wet hersteloperatie toeslagen.

2019/2020

Toezegging Evalueren effectiviteit UBO-register (35.179) (T02976)

Kamerstukken I 2019-2020, T02976, nr.

In behandeling. Er is een periodieke gebruikersraad UBO-register waaraan onder andere Transparency International deelneemt. Daarnaast zal één jaar na de vulling van het UBO-register de privacy-impact worden geëvalueerd. Daar wordt deze toezegging ook in meegenomen.

2019/2020

Toezegging effecten artikel 16:7 in voortgangsrapportage (grensoverschrijdende constructies)

Kamerstukken I 2019-2020, 35 255, nr. C, blz. 6

In behandeling.

2019/2020

Toezegging informeren over actualisatie forfaits

Kamerstukken II 2019-2020, 32 140, nr. 68

Vier forfaits die betrekking hebben op de leegwaarderatio worden met het Belastingplan 2023 geactualiseerd. Voor de overige vierentwintig te actualiseren forfaits lopen momenteel onderzoeken.

2020/2021

Toezegging Klimaat EV stimulering/laadpalen

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 17, p. 85

De evaluaties van het stimuleringsbeleid van emissievrije personenauto's zijn voorzien in 2022 en 2024. In deze evaluaties zal ook aandacht worden besteed aan de investeringszekerheid voor eigenaren van laadinfrastructuur en emissievrije personenauto's.

2020/2021

Toezegging nader onderzoek naar fiscale regelingen in algemene zin

Kamerstukken II 2021/22, 31 066, nr. 877 , p. 48.

Afronding van het nader onderzoek naar fiscale regelingen staat gepland voor Q3 2022.

2020/2021

Toezegging Verkenning deformalisering aangifteproces

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 820, pp. 3-4.

De verkenning wordt momenteel uitgevoerd. Bij afronding daarvan wordt de Kamer geïnformeerd.

2020/2021

Toezegging beleid Belastingdienst t.a.v. schulden en beslagvrije voet

Tweede Kamer, Commissiedebat Belastingdienst, 22 juni 2021

Deze toezegging is in behandeling en wordt afgedaan in de stand van zakenbrief voor het commissiedebat Belastingdienst

2020/2021

Toezegging monitoren terugbetaling belastingen

Tweede Kamer, Debat over het economisch steunpakket, 2 juni 2021

Deze toezegging is in behandeling.

2020/2021

Toezegging ontwikkelingen terugbetalingen van belastingen gedurende vijfjaarstermijn

Tweede Kamer, Debat over het economisch steunpakket, 2 juni 2021

Deze toezegging is in behandeling.

2020/2021

Het kabinet zegt in de kabinetsreactie «ongekend onrecht» toe om de invorderingsstrategie te herijken.

Kamerstuk II 2020-2021, 35510, nr. 2

Deze toezegging is in behandeling.

2020/2021

Toezegging uitkomsten haalbaarheidstoetsen ontvlechting

Tweede Kamer, Commissiedebat Belastingdienst, 22 juni 2021

Deze toezegging is in behandeling.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in de loop van volgend jaar te onderzoeken in hoeverre een overzicht kan worden gemaakt van enerzijds ouders die in het verleden bij een beroepsprocedure betrokken zijn geweest en anderzijds ouders die zich voor herstel hebben gemeld.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

In behandeling. Hier is over gerapporteerd in de 11e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2020/2021

Toezegging ICT-capaciteit voor uitvoeren nieuw beleid Belastingdienst

Tweede Kamer, Commissiedebat Belastingdienst, 22 juni 2021

In behandeling

2020/2021

Toezegging Vrijstelling voor scholing

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 23 p. 7

In behandeling

2020/2021

Toezegging Evaluatieverslagen KOT

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 742

In behandeling

2020/2021

Toezegging communicatie over uitvoeringstoetsen

Tweede Kamer, WGO Jaarverslag/Slotwet Financiën en Nationale Schuld IX 2020, 24 juni 2021

In behandeling.

2020/2021

Toezegging mogelijkheden uitvoeringstoetsen naar voren te halen in de tijd

Tweede Kamer, WGO Jaarverslag/Slotwet Financiën en Nationale Schuld IX 2020, 24 juni 2021

In behandeling.

2020/2021

Toezegging onderwerpen online aanbieders aan kansspelbelasting

Kamerstukken II 2021/22, 31 066, nr. 877 , p. 48.

In behandeling.

2020/2021

Toezegging Belastingheffing EU

Kamerstukken II 2020-2021, 35 575, nr. 6, p. 4

In behandeling.

2020/2021

Toezegging Parlementaire goedkeuring Lelylijn (35.570) (T03236)

Kamerstukken I 2020-2021, T03236, nr.

In behandeling.

2020/2021

Toezegging Evaluatie OVB

Kamerstukken II 2020-2021, 35 576, nr. 6, p. 36

In behandeling. Evaluatie is voorzien in 2024.

2020/2021

Toezegging earningsstrippingsmaatregel / hybride mismatches

Kamerstukken I 2020-2021, 35 572, nr. 8, blz. 16

In behandeling. Vooralsnog wordt de wenselijkheid van wetsaanpassing nader bezien.

2020/2021

Toezegging Monitor Klimaatbeleid

Kamerstukken II 2020-2021, 35 575, nr. 6,  p. 11

In behandeling.

2020/2021

Toezegging Code voor maatschappelijk verantwoord ondernemen bij grote bedrijven

Kamerstukken I 2020-2021, T03237, nr.

In behandeling.

2020/2021

Toezegging Structureel verlies

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 17, p. 115-116 en 117 en 127

In kamerbrief  'Monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking' (Kamerstukken II 2021-2022, 25 087, nr. 294) heeft het kabinet aangegeven dat dit onderzoek eind 2022 gereed zal zijn.

2020/2021

Toezegging rol van artikel 116 van het VWEU

Kamerstukken I 2020-2021, 35711-T03242, nr.

Kan pas in behandeling worden genomen, nadat de analyse of het voorstel van de Europese Commissie is ontvangen.

2020/2021

Toezegging informeren over Country-by-Country reporting

Kamerstukken II 2020/21, 25 087, nr. 269, p. 55 en p. 57.

Onderzoek is in behandeling.

2020/2021

Toezegging informeren voortgang actualisatie forfaits

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 31 066, nr. 767

Vier forfaits die betrekking hebben op de leegwaarderatio worden met het Belastingplan 2023 geactualiseerd.Voor de overige vierentwintig te actualiseren forfaits lopen momenteel onderzoeken.

2020/2021

Toezegging Doenvermogen

Kamerstukken I 2020-2021, 35 572, nr. 8, blz. 3

Doorlopende toezegging, in behandeling.

2021/2022

Of toeslagenangst een rol speelt bij niet gebruik van toeslagen (voor motie Grinwis, niet-gebruik toeslagen)

Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 93

Binnen de evaluatie van de AWIR die momenteel wordt uitgevoerd  zullen ook geactualiseerde schattingen worden gegeven van het niet-gebruik van de verschillende toeslagen.Hiernaast is er afgelopen jaar een pilot gedaan over het niet-gebruik van de zorgtoeslag. Hierbij is een steekproef van niet-gebruikers erop geattendeerd dat zij recht hebben op de zorgtoeslag. Voorlopige resultaten wijzen erop dat deze interventie een groot positief effect heeft op het aanvragen van de zorgtoeslag.

2021/2022

Een analyse maken over de fiscale steun voor verenigingen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000013

De analyse zal meegenomen worden in een bredere Kamerbrief over ANBI's en de giftenaftrek dit najaar.

2021/2022

Naar aanleiding van de evaluatie van de BOR terugkomen op de aspecten van vermogensverdeling en de vragen van de Kamer hierover.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Het kabinet zal naar aanleiding van het IBO Vermogensverdeling en de evaluatie van de bedrijfsopvolgingsregelingen uiterlijk op Prinsjesdag met een brede reactie op de vermogensverdeling in Nederland komen.

2021/2022

Wetsvoorstel waarborgen cameratoezicht in tweede kwartaal 2022 indienen. Mocht dit later worden, dan Kamer informeren.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Het wetsvoorstel Wet cameratoezicht douane is aanhangig gemaakt bij de Afdeling advisering van de Raad van State.

2021/2022

Toezegging administratieve lasten bij fiets van de zaak

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

In behandeling. De Kamer zal binnenkort geïnformeerd worden over de uitkomst.

2021/2022

Toezegging opknippen BV's

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

In behandeling. In de Kamerbrief van 28 juni 2022 over het monitoren van belastingontwijking (Kamerstukken II 2021/22, 25087, nr. 294) is aangegeven dat het fiscaal opsplitsen van activiteiten over zelfstandig belastingplichtige lichamen momenteel wordt geanalyseerd. Het resultaat van dit onderzoek zal naar verwachting vóór Prinsjesdag aan de Kamer worden aangeboden.

2021/2022

Toezegging no-cure-no-pay problematiek woningen

Kamerstukken I 2021-2022, , nr.

In behandeling. Opgenomen in Kamerbrief met aanvullende kabinetsreactie op het WODC-rapport "Van beroep in bezwaar, onderzoek naar werkwijze en verdienmodel no cure no pay-bureaus in WOZ en BPM". Brief wordt na het zomerreces aan de Kamer toegestuurd met een afschrift naar de Eerste Kamer.

2021/2022

Bereid om uit te laten uitrekenen/uitzoeken wat de (inverdien)effecten zijn van de verlaging van de accijnzen op benzine (met name betrekking tot grenseffecten).

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Onderzoek loopt en wordt rond Prinsjesdag opgeleverd en gedeeld met de Kamer. Kamer geïnformeerd middels brief (Kamerstukken II 2021-2022, 35927, nr. 128)

2021/2022

De effecten van de accijnsverlaging in de grensstreek monitoren, en de Kamer in najaar informeren, als ook het Belastingplan naar de Kamer komt.

Kamerstukken II 2021-2022, 31066, nr. 999

Onderzoek loopt en wordt rond Prinsjesdag opgeleverd en gedeeld met de Kamer. Kamer geïnformeerd middels brief (Kamerstukken II 2021-2022, 35927, nr. 128)

2021/2022

De Staatssecretaris zal het onderzoek over accijnzen op producten met het Belastingplan aan de Kamer sturen

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

Onderzoek loopt en wordt rond Prinsjesdag opgeleverd en gedeeld met de Kamer. Kamer geïnformeerd middels brief (Kamerstukken II 2021-2022, 35927, nr. 128)

Door de bewindslieden gedane toezeggingen die zijn afgerond (niet fiscaal)
Tabel 101 Door de bewindslieden gedane toezeggingen die zijn afgerond

Vergaderjaar

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken / planning

2010/2011

Toezegging Expliciete redengeving bij terugwerkende kracht (32.036)

Handelingen I 2010-2011, nr. 26, item 7, p. 28

Afgerond. Deze toezegging is door de EK afgevoerd op 12 september 2017 (zie hiervoor de korte aantekeningen van devergadering van de commissie voor Financiën (FIN) van 12 september 2017).

2015/2016

Toezegging evaluatie basic-regime

Handelingen II 2015-2016, nr. 35, item 5

Afgerond. Deze toezegging is afgedaan in de brief «Evaluatie van het Solvency II basic-regime» van 18 september 2020. Kamerstukken II 2020-2021, 32013, nr. 237.

2015/2016

Toezegging financiële zekerheidstelling ontmantelingskosten nucleaire installaties

Kamerstukken II 2015-2016, 32 645, nr. 84

Afgerond. Het is een toezegging dat de minister van I&W er zorg voor zal dragen dat de Kamer jaarlijks wordt geïnformeerd over de financiële zekerheidstelling voor de ontmantelingskosten van de nucleaire installaties in Nederland (dit is een gezamenlijk dossier met de minister van Financien). Deze toezegging is in een bestaand proces opgenomen: IenW stuurt jaarlijks een verzamelbrief Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming naar de Kamer, waarin een update over financiële zekerheidstelling wordt meegenomen.

2016/2017

Toezegging efficiëntieoperatie NS

Kamerstukken II 2016-2017, 28 165, nr. 264

Deze toezegging is afgedaan in het jaarverslag beheer staatsdeelnemingen 2020 op 23 juni 2021, Kamerstukken II, 2020–2021, 28 165, nr. 35.

2017/2018

Toezegging Toezicht DNB op eventueel weigeren door banken van politiek prominenten als klanten (34.808)

Handelingen I 2017-2018, nr. 38, item 3.

Afgedaan in bijlage 1032453 bij Kamerstukken I 2021/22, 34808, nr. M.

2017/2018

Toezegging Budgettaire norm voor ontwikkeling zorguitgaven onderzoeken

Kamerstukken I 2017-2018, T02507, nr.

Afgedaan in brief 'Over de beheersbaarheid van de zorguitgaven" aan de EK van 20 september 2018.

2017/2018

Toezegging monitoren diversiteit betaaldiensten, ontstaan monopolies en marktmacht BigTech

Kamerstukken II 2017-2018, 34 813, nr. 22

Afgerond. De Tweede Kamer is geinformeerd over het onderzoek van de ACM ten aanzien van de positie van Bigtech op de Nederlandse betaaalmarkt (brief moties en toezeggingen op het terrein van de financiële markten najaar 2019. Kamerstukken II 2019-2020, 32 545, nr. 111). De rapportage is aangeboden aan de TK per brief d.d. 1 december 2020, Kamerstukken II 2020-2021, 27863, nr. 91.

2017/2018

Toezegging aansprakelijkheidsbeperking DNB

Handelingen II 2017-2018, nr. 90

Deze toezegging is afgedaan in de brief van 14 december 2021 ter aanbieding van de Kaderwetevaluaties van de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank over de periode 2016-2020, Kamerstukken II 2021-2022, 25 268, nr. 202.

2017/2018

Toezegging Het breed evalueren van de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn (34.808)

Handelingen I 2017-2018, nr. 38, item 3.

Afgedaan met de Kamerbrief «Aanbiedingsbrief drie rapporten met betrekking tot witwassen» van 30 mei 2022.

2017/2018

Toezegging evaluatie implementatiewet herziene richtlijn betaaldiensten

Kamerstukken II 2017-2018, 34 813, nr. 22

Afgedaan met de Kamerbrief «Aanbieding nationale evaluatie PSD2»

2018/2019

Toezegging onderzoek naar mkb-financiering

Kamerstukken II 2018-2019, 32 545, nr. 107

Afgerond. Deze toezegging is afgedaan in Kamerbrief van 27 oktober oktober 2020. Kamerstukken II  2020-2021, 32 545, nr. 122.

2018/2019

Toezegging systeemrisico’s faillissement SecurCash

Kamerstukken II 2018-2019, 28 165, nr. 302

Afgerond. DNB heeft onderzoek laten doen naar hoe de chartale infrastructuur er in de toekomst uit moet zien. Het waardetransport is hier ook in meegenomen. Op 30 juni heeft de minister het onderzoeksrapport aangeboden aan de Tweede Kamer. Kamerstuk II 2020-2021, 27863, nr. 94.

2018/2019

Toezegging AFM-rapportages inzake rentederivaten

Kamerstukken II 2018-2019, 32 545, nr. 96

Agerond met de publicatie van de eindrapportage van de AFM, die per brief van 1 juni 2021 aan uw Kamer is toegezonden (Kamerstukken II 2020-21, 31 311 nr. 238).

2018/2019

Toezegging Het onderzoeken van de garantieregeling voor polishouders van verzekeraars en de besmettingsrisico’s specifiek voor de Nederlandse situatie

Kamerstukken I 2018-2019, T02690, nr.

Afgerond. Het rapport van KPMG inzake het onderzoek naar kosten en baten van een Insurance Guarantee Scheme» is aan de Eerste Kamer gezonden bij brief van 5 april 2022, Kamerstukken I, 2021-2022, 34842, nr. H. Bij brief van 17 juni 2022 (nog niet als Kamerstuk gepubliceerd) heeft de fractie van de PvdD vragen gesteld.

2018/2019

Toezegging Implementatie ATAD1

Kamerstukken I 2018-2019, 35 030, nr. E, blz. 2

Afgerond. Deze toezegging is afgedaan in Kamerstukken II 2020/21, 35 572, nr. 17. Zie ook bijlage «Afgedane moties en toezeggingen Eerste Kamer» bij Kamerbrief 'Voorjaarsbrief fiscale moties en toezeggingen 2021 Eerste Kamer', Kamerstukken I 2020/21, 35 572, nr. U.

2018/2019

Toezegging voortgangsrapportages Invest-NL

Handelingen II 2018-2019, nr. 82, item 16

Afgerond. Deze toezegging is geïmplementeerd in de processen van EZK. EZK stuurt jaarlijks een voortgangsrapportage van Invest-NL inclusief een appreciatie aan de Eerste en Tweede Kamer. Vorig jaar is dit voor het eerst gedaan: Kamerstukken II 2020-2021, 35 123, nr. 37

2018/2019

Toezegging delen rapportages Invest-NL met Eerste Kamer

Handelingen I 2019-2020, nr. 6, item 10

Afgerond. Deze toezegging is geïmplementeerd in de processen van EZK. EZK stuurt jaarlijks een voortgangsrapportage van Invest-NL inclusief een appreciatie aan de Eerste en Tweede Kamer. Vorig jaar is dit voor het eerst gedaan: Kamerstukken II 2020-2021, 35 123, nr. 37

2018/2019

Toezegging meenemen compliance in gesprekken Invest-NL

Handelingen II 2018-2019, nr. 82, item 16

Afgerond. Deze toezegging is geïmplementeerd in het aandeelhouderschap van Invest-NL. Compliance is een terugkerend onderwerp in gesprekken tussen Financiën als aandeelhouder en Invest-NL.

2018/2019

Toezegging maatschappelijk verantwoord ondernemen Invest-NL

Handelingen II 2018-2019, nr. 82, item 16

Afgerond. Deze toezegging is geïmplementeerd in het aandeelhouderschap van Invest-NL. MVO is een vaak terugkerend onderwerp op de agenda van gesprekken tussen Financiën als aandeelhouder en Invest-NL. Jaarlijks rapporteert Financiën in het jaarverslag staatsdeelnemingen over MVO bij de staatsdeelnemingen, waaronder bij Invest-NL: Kamerstukken II 2020-2021, 28 165, nr. 353

2018/2019

Toezegging Onderzoeksresultaten WRR en SER inzake zorgkosten aanbieden (35.000)

Handelingen I 2018-2019, nr. 8, item 8

Deze toezegging wordt door de minister van VWS opgepakt, voor zover de WRR en de SER dit niet doen. Zowel het SER-rapport als het WRR-rapport zijn gepubliceerd.

2018/2019

Toezegging Onderzoeken beleidsmogelijkheden voor rente-asymmetrie

Kamerstukken I 2018-2019, T02774, nr.

Afgerond. In het nieuwe Besluit onderlinge overlegprocedures (Besluit van 11 juni 2020, nr. 2020-0000101607, Staatscourant 2020, 32689) is nader uitgewerkt hoe de Nederlandse bevoegde autoriteit in het kader van onderlinge overlegprocedures omgaat met rente-asymmetrie. Hierbij is onderzocht in welke situaties rente-asymetrie zich materieel voordoet en gekozen voor een oplossing die rente-neutraliteit kan waarborgen en tevens rekening houdt met het nationale beleid met betrekking tot belasting- en invorderingsrente.

2019/2020

Toezegging De Kamer informeren over het overleg met de WRR en de SER inzake de zorguitgaven

Kamerstukken I 2019-2020, T02802, nr.

Deze toezegging is afgedaan en doorgeleid naar de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De SER heeft het rapport «Zorg voor de toekomst» in juni 2020 gepubliceerd. De WRR heeft het rapport «Kiezen voor houdbare zorg. Mensen, middelen en maatschappelijk draagvlak» op 15 september 2021 gepubliceerd.

2019/2020

Toezegging Aandacht voor de uitvoering bij presentatie fiscale bouwstenentraject

Kamerstukken I 2019-2020, T02962, nr.

Afgedaan. De staatssecretaris heeft de rapporten «Bouwstenen voor een beter belastingstelsel» in mei 2020 aangeboden. Deelrapport 11. Vereenvoudiging belastingstelsel gaat over dit onderwerp. Kamerstukken I 2019-2020, 32140, nr. D, bijlage 933315.

2019/2020

Toezegging Verzilverbaarheid van heffingskortingen in fiscale bouwstenentraject

Kamerstukken I 2019-2020, T02960, nr.

Afgedaan. De staatssecretaris heeft de rapporten «Bouwstenen voor een beter belastingstelsel» in mei 2020 aangeboden. In hoofdstuk 5 van het deelrapport «Belastbaar inkomen uit box 1» wordt aandacht besteed aan de verzilveringsproblematiek. Kamerstukken I 2019-2020, 32140, nr. D, bijlage 933304.

2019/2020

Toezegging De Kamer voor de zomer een zoek-de-verschillenanalyse toe te zenden waarbij de aanbevelingen van de FATF naast de huidige implementatie van de antiwitwasrichtlijn worden gelegd (35.245)

Kamerstukken I 2019-2020, 35 245, nr. 25

Afgerond met brief toezegging zoek-de-verschillenanalyse van de aanbevelingen van de FATF naast de huidige implementatie van de anti-witwasrichtlijn.

2019/2020

Toezegging onredelijke rentes bij consumentenkredieten

Kamerstukken II 2019-2020, 32 013, nr. 234

Afgerond met Kamerbrief van 11 februari 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 24515, nr. 579.

2019/2020

Toezegging overnemen opdrachtgeverschap van evaluatie Kifid

Handelingen II 2019-2010, nr. 46, item 4

Afgerond met Kamerbrief van 27 oktober 2020. Kamerstukken II 2020-2021, 29 507, nr. 151.

2019/2020

Toezegging meenemen onafhankelijkheid en geheimhouding bij schikkingen in Kifid-evaluatie

Kamerstukken II 2019-2020, 32 013, nr. 234.

Afgerond met Kamerbrief van 27 oktober 2020. Kamerstukken II 2020-2021, 29 507, nr. 151.

2019/2020

Toezegging creëren veilige omgeving voor banken i.h.k.v. delen casuïstiek

Kamerstukken II 2019-2020, 35 245

Afgerond met voortgangsbrief plan van aanpak witwassen van 14 januari 2020. Kamerstukken II 2020-2021, 31477, nr. 50.

2019/2020

Toezegging ex-kankerpatienten en overlijdensrisicoverzekeraar

Kamerstukken II 2019-2020, 29 507, nr. 150

Afgerond, AMvB in werking getreden op 01-01-2021. Staatsblad 2020, 453.

2019/2020

Toezegging motie Sneller/Snels over niet-bancaire kredietverlening

Kamerstukken II 2019-2020, 32 013, nr. 234.

Afgerond. Deze toezegging is afgedaan in Kamerbrief van 27 oktober 2020. Kamerstukken II 2020-2021, 32 545, nr. 122.

2019/2020

Toezegging prijsdiscriminatie bij hypotheken

Kamerstukken II 2019-2020, 32 013, nr. 234

Afgerond. Meegenomen in Kamerbrief moties en toezeggingen op het terrein van financiële markten najaar 2020. Kamerstukken II 2020-2021, 32 545, nr. 121.

2019/2020

Toezegging Europese oplossing voor hybridemismatch

Kamerstukken I 2019-2020, 35 241, nr. C, blz. 16

De toezegging is afgedaan in de Kamerbrief 'Voorjaarsbrief fiscale moties en toezeggingen 2021 Eerste Kamer', Kamerstukken I 2020/21, 35 572, nr. U.

2019/2020

Toezegging Aanschafsubsidie omgebouwde elektrische personenauto’s

Kamerstukken I 2019-2020, T02961, nr.

Deze toezegging is afgedaan door de minister van EZK in beantwoording van Kamervragen over Europese Green Deal en Just Transition Mechanism van 23 april 2020, Kamerstukken II 2019-2020, DEIZ / 20090264

2019/2020

Toezegging In de Voorjaarsnota 2021 ingaan op onderbesteding (35.300)

Kamerstukken I 2019-2020, nr. 7

Deze toezegging is afgedaan in de Najaarsnota 2021 van 30 november 2021, Kamerstukken II 2021 ‒ 2022,35 975, nr. 1.

2019/2020

Toezegging Terugkomen met de gedachten over het Wiebesfonds en daarbij de vraag meenemen in hoeverre er nog ruimte voor dat fonds is, versus de staatsschuld

Kamerstukken I 2019-2020, T03182, nr.

Deze toezegging is afgedaan in de Miljoenennota 2021 van 15 september 2020, Kamerstukken II 2020 ‒ 2021, 35 570, nr. 1.

2019/2020

Toezegging meenemen structurering in evaluatie bankenbelasting

Kamerstukken II 2019-2020, 32 013, nr. 234

Afgerond. Dit is meegenomen in de evaluatie van de Wet bankenbelasting 2021, Kamerstukken II 2020/2, 32545, nr. 151.

2019/2020

Toezegging overleg WRR en SER inzake zorguitgaven

Handelingen I 2019-2020, nr. 7, item 3

Afgerond. Het SER rapport en het WRR rapport zijn gepubliceerd.

2019/2020

Toezegging aankaarten ingewikkeldheden rente voor spaarders onder 0%

Kamerstukken II 2019-2020, 21 501-07, nr. 1657

De toezegging is afgedaan. Lage en negatieve spaarrente zijn onder meer besproken met andere lidstaten en is actief geagendeerd tijdens het Europese Financial Services Committee.

2019/2020

Toezegging monitoren negatieve rente in het buitenland

Kamerstukken II 2019-2020, 32 013, nr. 234

De toezegging is afgedaan in Kamerbrief 'Negatieve spaarrente 2019'. Kamerstukken II 2019-2020, 32 013, nr. 226.

2019/2020

Toezegging Aandacht voor doelmatigheid arbeidskorting in het fiscale bouwstenentraject

Kamerstukken I 2019-2020, T02951, nr.

Afgerond, Kamerstukken I 2019-2020, 32140, nr. D.

2020/2021

Toezegging extra bijlage in Miljoenennota Groningen-gasdossier

Tweede Kamer, Debat over de Voorjaarsnota 2021, 6 juli 2021

Deze toezegging is afgedaan in brief min. EZK, Gaswinning van 13 december 2021, Kamerstukken II 2021 ‒ 2022, 33 529 nr. 932.

2020/2021

Toezegging Beoordeling en financiering van herstelplannen

Kamerstukken I 2020-2021, P-T003795, nr.

Aan deze toezegging is invulling gegeven. Het kabinet heeft bij de beoordeling van de uitvoeringsbesluiten ter goedkeuring van herstelplannen bijzondere aandacht besteed aan de beoordeling van audit- en controle systemen die moeten zorgdragen voor een verantwoorde besteding van middelen. De Tweede Kamer is geïnformeerd over deze beoordelingen in diverse kamerbrieven (Kamerstuk 21501-07 nr. 1766, 1769, 1772, 1773, 1786 en 1788).

2020/2021

Toezegging herbleggingsreserve FBI-regime

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan in aanbiedingsbrief bij een Verslag van een schriftelijk overleg inzake fiscale moties en toezeggingenbrief Prinsjedag Tweede Kamer (Kamerstuk 35925-IX-4). Zie ook Kamerstukken II 2021/22, 35925-IX, nr. 16.

2020/2021

Toezegging in gesprek banken over groene obligaties/groene standaarden

Kamerstukken II 2020-2021, 35 446, nr. 9.

Afgedaan in de «verzamelbrief moties en toezeggingen op het terrein van financiële markten voorjaar 2022» van 21 juni 2022.

2020/2021

Een brief met een visie op de rol van de financiële sector bij verduurzaming volgt voor het zomerreces.

Kamerstukken II 2020-2021, P, nr. T2000000018

Afgedaan in de beleidsagenda voor duurzame financiering van 7 juni 2022, Kamerstukken II 2021/22, 33043, nr. 108.

2020/2021

Toezegging informeren Kamer over Europees corona-herstelfonds (NEXT GEN EU)

Tweede Kamer, Plenair debat Verantwoordingsdebat over het jaar 2020, 9 juni 2021, 2021A03669

Afgedaan met de Kamerbrief Afspraken vervolgproces met betrekking tot het Nederlandse Recovery and Resilience Plan (RRP) d.d. 1 november 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 21 501-07, nr. 1790).

2020/2021

Een brede brief over hoe de indicatoren voor de brede welvaart, ontwikkeld door de planbureaus, kunnen worden benut, volgt in maart van 2022.

Kamerstukken II 2020-2021, P, nr. T2000000013

Afgedaan met deze brief Kamerbrief brede welvaart in begrotingscyclus | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

2020/2021

Het kabinet zal de Kamer in maart een eerste concept van het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan sturen. De Minister heeft het verdere proces tot de indiening van het plan bij de Europese Commissie ook toegelicht

Kamerstukken II 2020-2021, P, nr. T2000000022

Afgedaan met het eerste concept herstel- en veerkrachtplan (HVP), Kamerstukken II 2021/22, 21 501-07 Nr. 1827.

2020/2021

Toezegging bancaire leningen t.a.v. economische ontwikkelingen

Plenair debat over het economisch steunpakket op 2 juni 2021, 2021A01636

Afgedaan met Kamerstukken II 2021/22, 32545, nr. 148.

2020/2021

Toezegging overleg tussen AFM en sector inzake provisietransparantie

Kamerstukken II 2020-2021, 32 545, nr. 145.

Afgedaan met Kamerstukken II 2021/22, 32545, nr. 153.

2020/2021

Over het btw-tarief voor groente en fruit volgt een brief, tezamen met de Staatssecretaris van VWS, op redelijk korte termijn.

Kamerstukken II 2020-2021, P, nr. T2000000038

Afgedaan met de «Kamerbrief plan van aanpak onderzoeken prijsmaatregelen voeding» die op 5 juli 2022 aan de Kamer is verzonden.

2020/2021

2e Termijn - Gezamenlijke toezegging met minister Kaag: De VVD-fractie vraagt om het versturen van nadere informatie over de in te brengen financiële middelen en regelingen.

Kamerstukken I 2020-2021, , nr.

Afgedaan, minister voor BHOS heeft brief aan de EK gestuurd op 9 juli 2021, Kamerstukken I 2020/21, 35 529, P.

2020/2021

Toezegging Toesturen van verschillende brieven inzake het Nationaal Groeifonds

Kamerstukken I 2020-2021, T03224, nr.

Afgedaan. De brieven van de minister van EZK en de minister van Financiën van 1 december 2020 en 14 januari 2021 over het Nationaal Groeifonds zijn in afschrift aan de Eerste Kamer gezonden.Aan de minister van EZK is tevens verzocht om een afschrift van de Groeibrief aan de EK te zenden.

2020/2021

Toezegging Schriftelijk terugkomen op onder andere het proces inzake de dispensatierechten Wet CO2-heffing industrie

Kamerstukken I 2020-2021, T03177, nr.

Afgedaan. De staatssecretaris heeft de Eerste Kamer op 14 december 2020 een Kamerbrief gestuurd over dispensatierechten CO2-heffing industrie. De brief is gepubliceerd onder kenmerk 35575, F.

2020/2021

Toezegging Antwoord op de uitvoering motie-Otten

Kamerstukken I 2020-2021, T03229, nr.

Afgedaan. De staatssecretaris heeft de rapporten «Bouwstenen voor een beter belastingstelsel» in mei 2020 aangeboden. Deelrapport 11. «Vereenvoudiging belastingstelsel» gaat over dit onderwerp. Kamerstukken I 2019-2020, 32140, nr. D, bijlage 933315.

2020/2021

Toezegging In overleg gaan met de Belastingdienst over de methoden ter voorkoming van verliesverdamping

Kamerstukken I 2020-2021, T03170, nr.

Afgedaan. De staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingen is met de Belastingdienst in gesprek gegaan over de methodes ter voorkoming van verliesverdamping. Met ingang van 1 januari 2022 zullen de verliesverrekeningsregels in de Vennootschapsbelasting veranderen. De huidige beperking van de verliesverrekeningstermijnen (één jaar achterwaarts en zes jaar voorwaarts) wordt ingeruild voor een regeling waarbij de verliezen één jaar achterwaarts en onbeperkt voorwaarts zijn te verrekenen (met een temporisering). Hiermee wordt het verdampen van verlies beperkt.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer te informeren over het onderscheid tussen het budget dat gereserveerd is voor de hersteloperatie en het budget dat los van de hersteloperatie gereserveerd is voor andere zaken gerelateerd aan de kabinetsreactie op de POK.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief hierover bent u geïnformeerd in de brief van 30 juni 2021 Reactie op de toezegging aan het lid Mulder (PVV) gedaan tijdens Wetgevingsoverleg van 28 juni 2021 over de incidentele suppletoire begrotingen inzake kwijtschelden schulden toeslagengedupeerden. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 856.

2020/2021

Aan de heer Omtzigt wordt toegezegd de Kamer een brief te sturen over de vraag of het memo Palmen bekend was bij staatssecretaris Snel tijdens de juni-week.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 15 oktober 2021 Antwoord op vraag van het lid Omtzigt, gesteld tijdens het notaoverleg over hersteloperatie kinderopvangtoeslag van 12 oktober 2021, inzake het PwC onderzoek naar het memo Palmen. Kamerstukken II 2020-2021, 315510, nr. 89.

2020/2021

Aan de heer Snels wordt toegezegd het hiaat in de alimentatie regeling te herstellen door in samenwerking met de Minister van Rechtsbescherming dit op te nemen in het beleidsbesluit voor private schulden. Hierover wordt op korte termijn een brief naar de Kamer gestuurd.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 20 oktober 2021 Alimentatieschulden in Beleidsbesluit private schulden. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 906.

2020/2021

Overzicht waar de overheid een onrechtmatige daad heeft gepleegd (Omtzigt vraagt overigens zelf om beantwoording voor stemmingen). Deels beantwoord n.a.v. 2 februari, overige beantwoording volgt in stand van uitvoering

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 23 november 2021 Nota naar aanleiding van een verslag (Kamerstukken II 2020-2021, 35957, nr. 7) en de Stand van de Uitvoering (Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 924).

2020/2021

Aan mevrouw Simons wordt toegezegd dat terugkomen wordt op hoe met jeugdzorg en gemeenten ervoor gezorgd gaat worden dat ouders die met jeugdzorg-problematiek te maken hebben (gehad) goed geholpen kunnen worden.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 26 november 2021 Aanpak uithuisplaasingen van kinderen van gedupeerde ouders kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 921.

2020/2021

Kamerbrief reactie op punt van orde lid Leijten over risicoclassificatiemodel Toeslagen

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 26 november 2021 Openbaarmaking Risicoclassificatiemodel Toeslagen. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 923.

2020/2021

Aan de heren Grinwis en Idsinga wordt toegezegd de verschillende varianten die in het debat genoemd zijn om het proces te verbeteren mee te nemen in de herijking en aan te geven waarom deze plannen wel of niet werken.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Aan de heer Azarkan wordt toegezegd de optie tot hogere bedragen voor de immateriële schade te onderzoeken in de herijking.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Aan de heer Alkaya wordt toegezegd in de herijking de mogelijkheid tot meer beslissingsmacht bij PZB’er te onderzoeken, maar wil daarbij het vier-ogen principe niet loslaten.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Aan de heer Idsinga wordt toegezegd om in de herijking zowel de fast-lane als volledige A tot Z integrale beoordeling route te onderzoeken.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Aan de heer Van Raan wordt toegezegd te onderzoeken of een schaalsprong kan worden gemaakt op gebied van emotioneel herstel door meer hulpinstanties te betrekken in het begin van het proces, als een ouder daar behoefte aan heeft.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Aan de heer Snels wordt toegezegd dat de weging met betrekking tot de plannen van de herijking worden gedeeld met de Kamer, zodat de Kamer kan controleren welke ideeën wel en niet uitvoerbaar waren.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Aan de heer Snels wordt toegezegd kort na de herijking ook duidelijkheid en inzicht te kunnen bieden aan ouders met betrekking tot het verloop van hun individuele proces.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de separaat gezonden herijkingsbrief.  Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Aan de heer Van Raan wordt toegezegd te onderzoeken in de herijking welke taken van PZB’ers eventueel door andere instanties uitgevoerd kunnen worden.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de separaat gezonden herijkingsbrief.  Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

In volgende voortgangsrapportage meenemen hoe de Commissie Werkelijke Schade aankijkt tegen de situaties die de ouders aan hen voorgelegd hebben en of het kabinet die zienswijze deelt

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.2 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Toegezegd wordt dat mensen die niet onder de KOT-regeling vallen, maar wel hulpbehoevend zijn door worden geleid naar instanties waar zij wel hulp kunnen krijgen.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.3 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag en de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Aan de heer Omtzigt wordt toegezegd met advocaten in gesprek te gaan hoe zij beter bediend kunnen worden en hoe we het delen van dossiers beter met elkaar kunnen organiseren.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.5 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag en de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Toegezegd wordt in de 9e VGR terug te komen op het vraagstukken rondom ouders in het buitenland.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 2.5 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag en de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Aan de heer Stoffer wordt toegezegd dat de achterstand bij de klachtbehandeling binnen twee weken wordt ingehaald.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 3.5 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Aan de heer Omtzigt wordt toegezegd in de volgende VGR te rapporteren wat er gedaan wordt aan de 21-puntenlijst en de tekortkomingen.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de Stand van de Uitvoering Toeslagen van 30 november 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 924.

2020/2021

Een kabinetsbrief over de mogelijke aanpassingen van het Stabiliteits- en Groeipact komt op korte termijn

Kamerstukken II 2020-2021, 35925, nr. R

Afgedaan. Kamerstuk II 2021-2022 35925, nr. R

2020/2021

Toezegging Instelling naar Kamer versturen na reces

Tweede Kamer, Wetgevingsoverleg Nationaal Groeifonds, 30 juni 2021, 2021A03333

Afgedaan. Voorstel van wet (35 976, nr. 2) is op 22 november ter behandeling aangeboden aan de Tweede Kamer.

2020/2021

Aan de heer Azarkan wordt toegezegd in de herijking emotioneel en financieel herstel uit elkaar te halen.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de separaat gezonden herijkingsbrief. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Aan de heer Omtzigt wordt toegezegd met de Nationale ombudsman in gesprek te gaan over de herijking en de uitkomsten terug te koppelen in de rapportage over de herijking later dit jaar.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de separaat gezonden herijkingsbrief.  Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Aan de heer Stoffer wordt toegezegd dat in de volgende VGR wordt teruggekomen of de wettelijke termijnen gehaald kunnen worden.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.1, 1.2 en 3.5 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Aan mevrouw Van der Plas wordt toegezegd met gemeenten in gesprek te gaan hoe de bureaucratische processen verminderd kunnen worden.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.3 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Aan mevrouw Inge van Dijk wordt toegezegd te onderzoeken samen met de Sociale Banken Nederland of het mogelijk is om één telefoonnummer in te stellen waar ouders naartoe kunnen bellen wanneer het fout loopt met het aflopen van het moratorium en/of deurwaarders.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.4 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Aan de heer Alkaya wordt toegezegd dat het beleggen van de facilitaire/ organisatorische zaken rondom pilot in één dag buiten de Belastingdienst/Toeslagen belegd kunnen worden.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in paragraaf 1.1 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag en de separate brief over de herijking. Kamerstukken II 2020-2021, 31066, nr. 932.

2020/2021

Toezegging invulling additionaliteit Nationaal Groeifonds

Kamerstukken II 2020-2021, 35 570, nr. 25

Afgedaan.Het begrip additionaliteit is nader ingevuld  in de MvT van de instellingswet en voor behandeling aangeboden bij het parlement op 22 november 2021, Kamerstukken II 2021-2022, 35 976, Nr. 3.

2020/2021

Binnen de komende 3 à 4 weken de TK nader informeren over de onderzoeksopzet en planning van het nader onderzoek naar de trustsector.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgegdaan met de brief «Planning onderzoek naar de toekomst van de trustsector» van 10 november 2021, Kamerstukken II 2021/22, 31477, nr. 64.

2020/2021

Toeezgging brief transparantie financiële dienstverlening

Kamerstukken II 2020-2021, 32545, nr. 127.

Afgerond met brief van 7 juni 2021 over toezeggingen n.a.v. AO Financiële Markten 19 november. Kamerstukken II 2020-2021, 32545, nr. 137.

2020/2021

Toezegging brief aanpak spoofing

Kamerstukken II 2020-2021, 32545, nr. 127.

Afgerond met Kamerbrief van 15 juni over de aanpak van spoofing en oplichting. Kamerstukken II 2020-2021, Kamerstukken II 2020-2021, 29911, nr. 314.

2020/2021

Toezegging brief reactie openbare consultatie IFRS

Kamerstukken II 2020-2021, 32545, nr. 127.

Afgerond met Kamerbrief van 4 februari 2021 met reactie op consultatie IFRS Foundation over rapportage niet-financiële informatie. Kamerstukken II 2020-2021, 32545, nr. 129

2020/2021

Toezegging mogelijkheden banken t.a.v. rekeningen toeval-Amerikanen

Kamerstukken II 2020-2021, 25087, nr. 268

Afgerond met Kamerbrief van 8 juni 2021 over voortgang van de toezeggingen gedaan tijdens het algemeen overleg FATCA van 10 februari 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 25087, nr. 279.

2020/2021

Toezegging nieuwe producten toeval-Amerikanen

Kamerstukken II 2020-2021, 25087, nr. 268

Afgerond met Kamerbrief van 8 juni 2021 over voortgang van de toezeggingen gedaan tijdens het algemeen overleg FATCA van 10 februari 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 25087, nr. 279.

2020/2021

Toezegging zakelijke rekeningen toeval-Amerikanen

Kamerstukken II 2020-2021, 25087, nr. 268

Afgerond met Kamerbrief van 8 juni 2021 over voortgang van de toezeggingen gedaan tijdens het algemeen overleg FATCA van 10 februari 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 25087, nr. 279.

2020/2021

Toezegging proactief informeren klanten over FATCA door banken

Kamerstukken II 2020-2021, 25 087, nr. 268.

Afgerond met Kamerbrief van 8 juni 2021 over voortgang van de toezeggingen gedaan tijdens het algemeen overleg FATCA van 10 februari 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 25087, nr. 279.

2020/2021

Toezegging gesprek Amerikaanse ambassade over Trumpcheques

Kamerstukken II 2020-2021, 25087, nr. 268

Afgerond met Kamerbrief van 9 juni jl. met een reactie op het verzoek commissie over het bericht dat Nederlandse banken sinds 1 januari 2021 weigeren om cheques te innen. Kamerstukken II 2020-2021, 27863, nr.93.

2020/2021

Toezegging effecten PSD2 voor big tech

Algemeen Overleg Eurogroep/Ecofinraad op 9 september 2020, 2020D34513

Afgerond. De Tweede Kamer is geinformeerd over het onderzoek van de ACM ten aanzien van de positie van Bigtech op de Nederlandse betaaalmarkt (brief moties en toezeggingen op het terrein van de financiële markten najaar 2019. Kamerstukken II 2019-2020, 32 545, nr. 111). De rapportage is aangeboden aan de TK per brief d.d. 1 december 2020, Kamerstukken II 2020-2021, 27863, nr. 91.

2020/2021

Toezegging Kwartiermakers Commissie toekomst accountancysector

Kamerstukken II 2020-2021, 33 977, nr. 33

Afgerond. Deze zaken zijn onder de aandacht gebracht van de Kwartiermakers.

2020/2021

Toezegging in gesprek DNB en LNV over opvolging biodiversiteitsrisico's

Kamerstukken II 2020-2021, 35 446, nr. 9.

Afgerond. Dit is meegenomen in de Kamerbrief moties en toezeggingen op het terrein van financiële markten najaar 2020. Kamerstukken 2020-2021, 32 545, nr. 121.

2020/2021

Toezegging rol accountant Besloten Vennootschap

Kamerstukken II 2020-2021, 33 977, nr. 33

Afgerond. Dit is onder de aandacht gebracht bij EZK.

2020/2021

Toezegging impact analyse van de CIE over NFRD

Kamerstukken II 2020-2021, 35 446, nr. 9.

Afgerond. Het fiche richtlijn herziening duurzaamheidsrapportage van 11 juni 2021 gaat ook in op de impact assessment. Kamerstukken II 2020-2021, 22112, nr. 3132.

2020/2021

Toezegging gesprek met pensioensector over afbouw fossiel

Kamerstukken II 2020-2021, 35 446, nr. 9.

Afgerond. In brief moties en toezeggingen voorjaar 2021 is de TK hierover geinformeerd. Kamerstukken II 2020-2021, 32 545, nr. 133.

2020/2021

Toezegging schriftelijk terugkomen op welke versnelling er is in het klimaatcommitment in licht van coronacrisis

Kamerstukken II 2020-2021, 35 446, nr. 9.

Afgerond. In brief moties en toezeggingen voorjaar 2021 is de TK hierover geinformeerd. Kamerstukken II 2020-2021, 32 545, nr. 133.

2020/2021

Toezegging gesprek met sector over ambitie klimaatcommitment

Kamerstukken II 2020-2021, 35 446, nr. 9.

Afgerond. In brief moties en toezeggingen voorjaar 2021 is de TK hierover geinformeerd. Kamerstukken II 2020-2021, 32 545, nr. 133.

2020/2021

Toezegging rapportage monitorcommissie banken

Kamerstukken II 2020-2021, 35 446, nr. 9.

Afgerond. In de brief moties en toezeggingen voorjaar 2021 is de TK hierover geinformeerd. Kamerstukken II 2020-2021, 32 545, nr. 133.

2020/2021

Toezegging regimes accountantscontroles publieke instellingen

Kamerstukken II 2020-2021, 33 977, nr. 33

Afgerond. Kamerstukken II 2020-2021, 33977, nr. 34.

2020/2021

De minister heeft toegezegd dat er in een brief over het IMF wordt ingegaan op de discussie die is gevoerd over de toekenning van IMF speciale trekkingsrechten aan Wit-Rusland, in overleg met de minister van Buitenlandse Zaken.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgerond. Opgenomen in de brief Toezegging tijdens het commissiedebat Ecofin/Eurogroep inzake IMF en Belarus.

2020/2021

Toezegging CO2-doelen en bedrijfsvoering KLM

Kamerstukken II 2020-2021, 29 232, nr. 47.

Bericht ontvangen van IenW dat toezegging is afgedaan door middel van Kamerbrief (Kamerstukken II, 2020-2021,31936 nr. 889)

2020/2021

Toezegging om additionaliteitseis toe te voegen aan statuen van Invest International.

Handelingen I 2020–2021, 35529, nr. 44

Conform toezegging is dit opgenomen (additionaliteitseis) in de statuten van Invest International.

2020/2021

Minister Hoekstra zegt toe om de brief over de maatregelen als reactie op de stijgende energieprijzen die naar de TK is gestuurd ook naar de EK te sturen (met daarin de bedragen die zijn vrijgemaakt per maatregel).

Kamerstukken I 2020-2021, , nr.

Afgerond. De brief is op 24 november 2021 aan de Eerste Kamer verzonden, Kamerstukken I 2021/22, 35 925, O.

2020/2021

Minister Hoekstra zegt toe om de RRF brief (die al naar de TK is gegaan) ook naar de EK te sturen (als dit niet al is gebeurd).

Kamerstukken I 2020-2021, , nr.

Afgerond. De brief is verzonden aan de Eerste Kamer.

2020/2021

2e Termijn - Gezamenlijke toezegging met minister Kaag: De fractie Nanninga vraagt om een toelichting op de verhouding van Invest-NL en Invest International tot de overzeese gebiedsdelen.

Kamerstukken I 2020-2021, , nr.

Afgerond. De minister van Buitenlandse Zaken heeft hier per brief aan de EK op gereageerd (brief 35529P van 9 juli 2021, titel: brief van de minister van BuZa over de opvolging van toezeggingen gedaan tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel) waarmee de toezegging is afgedaan.

2020/2021

Toezegging intergenerationale effecten van herstelfonds

Kamerstukken I 2020-2021, 35 711-T03241, nr.

Afgerond. De plannen van vrijwel alle lidstaten zijn beoordeeld. Er is geen opportuun moment geweest om dit punt onder de aandacht te brengen, en dat komt ook niet meer. Behandeling in een brief is niet van toepassing.

2020/2021

Toezegging nader bekijken van doorwerken ambtshalve aanslag naar andere uitkeringen en toeslagen.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

De toezegging is afgedaan in de brief "Jaarplan 2022 Belastingienst" van 31 januari 2022, Kamerstukken II 201-2022, 31 066, nr. 958.

2020/2021

Toezegging monitoren welke bedrijven aanspraak maken op Groeifonds

Kamerstukken I 2020-2021, P-T003796, nr.

De toezegging  is afgedaan met de "Brief van de ministers van Economische Zaken en Klimaat en Financiën"  van 9 april 2021 Kamerstukken II 2020–2021, 35 570 XIX, Nr. 28

2020/2021

Toezegging informeren Kamer stand van zaken over screeningsmaatregelen VOG politiegegevens encontinue screening

Kamerstukken II 2020-2021, 31934, nr. 50

De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd in de brief «Voortgangsrapportage (VGR) Douane 2021» van 30 november 2021; Kamerstukken II 2021-2022, 31934, nr. 53.

2020/2021

Toezegging informeren Kamer over voortgang programma DSD, en meer specifiek het onderwerp volumegroei, via VGR

Kamerstukken II 2020-2021, 31934, nr. 49

De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd in de brief «Voortgangsrapportage (VGR) Douane 2021» van 30 november 2021; Kamerstukken II 2021-2022, 31934, nr. 53.

2020/2021

Toezegging informeren Kamer over verbeteraanpak op het terreinvan integriteit en corruptie

Kamerstukken II 2020-2021, 31934, nr. 50

De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd per brief «Verbeteragenda Integriteit Douane» van 16 december 2021; Kamerstukken II 2021-2022, 31934, nr. 55.

2020/2021

Toezegging betrekken andere actoren bij totstandkoming Herstelfonds

Handelingen II 2020–2021, 35 711, nr. 12

De Tweede Kamer wordt door het ministerie van Economische Zaken over deze toezegging geïnformeerd.

2020/2021

Toezegging overzicht capaciteit directies FEZ afgelopen 10 jaar

Tweede Kamer, Wetgevingsoverleg Jaarverslag/Slotwet Financiën en Nationale Schuld IX 2020, 24 juni 2021, 2021A02162

Deze toezegging is afgedaan in brief "Verbetering verantwoording en begroting' van 2 november 2021,  Kamerstukken II nr. 2021-2022, 31 865, nr. 199.

2020/2021

Toezegging aanbevelingen CPB meenemen in instellingswet

Tweede Kamer, Wetgevingsoverleg Nationaal Groeifonds, 30 juni 2021, 2021A03333

Deze toezegging is afgedaan in brief «Stand van zaken Nationaal Groeifonds» van 23 november 2021, Kamerstukken 2021-2022, 35 925 XIX, nr. 7.

2020/2021

Toezegging reactie op wetenschappelijke toets in stukken van instellingswet

Tweede Kamer, Wetgevingsoverleg Nationaal Groeifonds, 30 juni 2021, 2021A03333

Deze toezegging is afgedaan in brief «Stand van zaken Nationaal Groeifonds» van 23 november 2021, Kamerstukken II 2021-2022,35 925 XIX, nr. 7

2020/2021

Toezegging informeren in september over kosten duurzaamheidstransitie Miljoenennota

Tweede Kamer, Debat over de Voorjaarsnota 2021, 6 juli 2021

Deze toezegging is afgedaan in de «Miljoenennota 2022»  als bijlage opgenomen het "uitgavenoverzicht voor alle stikstof- en klimaatmiddelen", 21 september 2021, Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, Nr. 1.Zie ook Kamerbrief «Toezegging aan BBB voor publicatie 2022 overzicht klimaat en stikstof» van 15 september 2021.

2020/2021

Toezegging overzicht uitgaven aan stikstof en klimaat in Miljoenennota

Tweede Kamer, Plenair debat over de Voorjaarsnota 2021, 6 juli 2021, 2021A03450

Deze toezegging is afgedaan in de «Miljoenennota 2022» als bijlage opgenomen het "uitgavenoverzicht voor alle stikstof- en klimaatmiddelen", 21 september 2021, Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 1.Zie ook Kamerbrief «Toezegging aan BBB voor publicatie 2022 overizcht klimaat en stikstof» van 15 september 2021.

2020/2021

2e Termijn - Mevrouw Faber vroeg aan de minister van Financiën dat we er toch niet akkoord mee kunnen gaan dat er winsten weggesluisd worden naar belastingparadijzen?Toegezegd dat: we ook dit punt nog onder de aandacht brengen van de raad van bestuur van Invest International.

Kamerstukken I 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de «Reactietabel Toezeggingen Eerste Kamer door Financiën (rappel februari 2022)»  van 23 juni 2022, Begrotingsstaten Financiën en Nationale Schuld 2022 (35.925 IX); verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Financiën over (deels) openstaande toezeggingen (EK, I)

2020/2021

Staatsecretaris heeft aangekondigd dat er een brief in voorbereiding is met betrekking tot ontwikkelingen in OESO en IF verband

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de brief « Nederlandse inzet tijdens de volgende plenaire vergadering van het Inclusive Framework en de verwachte budgettaire gevolgen van het akkoord voor Nederland» van 30 september 2021 (2021Z16898, Kamernummer nog niet beschikbaar)

2020/2021

Uitbreiding locaties Belastingdienst, Toeslagen, Stella teams

Kamerstuk II 2020-2021, 35510, nr. 2

Deze toezegging is afgedaan in de brief ""Jaarplan 2022 Belastingdienst" van 31 januari 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 31066, nr. 958.

2020/2021

Toezegging: onderzoeken hoe het contact bij aangifteverzuim kan worden verbeterd.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Ambtshalve proces inkomensheffing» van 31 januari 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 31066, nr. 96.

2020/2021

Toezegging Afschrift van brief inzake proces belastingplan en uitvoerbaarheid (35.570) (T03232)

Kamerstukken I 2020-2021, T03232, nr.

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Betere werkwijze Belastingplan» van 16 april 2021, Kamerstukken I 2020-2021, 35572, T.

2020/2021

Dat de minister van IenW de kamer voor de begrotingsbehandeling van IenW informeert over de motie van de SGP over infrastructuur, de toezegging is om maximaal tegemoet te komen aan de motie (leveren wat tijdig geleverd kan worden)

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Financiële instandhouding en ontwikkeling Rijksinfrastructuur» van 29 oktober 2021, Kamerstukken II 2020-2021, 35 570A, nr. 46 en nr. 61.

2020/2021

Toezegging Kamer per brief te informeren over hoe om te gaan met een aantal thema's in de moties en gedane toezeggingen in het debat.

Handelingen II 2020/21, nr. 86

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Fiscale moties en toezeggingenbrief Prinsjesdag Tweede Kamer» van 21 september 2021, Kamerstukken II 2021/22, 35925-IX, nr. 4.

2020/2021

Toezegging nadere reactie verbeterplannen ministeries n.a.v. constateringen Rekenkamer

Tweede Kamer, Wetgevingsoverleg Jaarverslag/Slotwet Financiën en Nationale Schuld IX 2020, 24 juni 2021, 2021A02162

Deze toezegging is afgedaan in de brief "Verbetering verantwoording en begroting" van 2 november 2021, Kamerstukken II 2021-2022, 31 865, nr. 199.

2020/2021

Toezegging brief herziene RPE voorafgaand aan inwerkingtreding

Tweede Kamer, commissiedebat begroten en verantwoorden, 24 juni 2021, 2021D26812

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Verbetering verantwoording en begroting» van 2 november 2021, Kamerstukken II 2021-2022, 31 865, nr. 199.

2020/2021

Toezegging gesprekken met planbureaus en Rekenkamer over brede welvaart

Kamerstukken I 2020-2021, 35 711-T03240, nr.

Deze toezegging is afgedaan in de Kamerbrief ter beantwoording van een aantal TK moties t.a.v. brede welvaart. Deze brief is maandag 23 mei gepubliceerd (Kamerstukken II 2021-2022, 20650).

2020/2021

Toezegging rechtdoen budgetrecht en ordentelijk begrotingsproces

Tweede Kamer, Plenair debat Verantwoordingsdebat over het jaar 2020, 9 juni 2021, 2021A03669

Deze toezegging is afgedaan in de Kamerbrief «Verbetering verantwoording en begroting» van2 november 2021, Kamerstukken II 2021-2022, 31 865 nr. 199.

2020/2021

Toezegging informeren Kamer om de informatievoorziening aan de TK te verbeteren over de financiële functie op de departementen.

Handelingen II 2020/21, nr. 86

Deze toezegging is afgedaan in de Kamerbrief «Verbetering verantwoording en begroting» van 2 november 2021,  TK nr. 2021-2022, 31 865, nr. 199.

2020/2021

Toezegging Kamer om n.a.v. motie nr. 25 van Azarkan in gesprek te gaan met de Algemene Rekenkamer.

Tweede Kamer, Wetgevingsoverleg Jaarverslag/Slotwet Financiën en Nationale Schuld IX 2020, 24 juni 2021

Deze toezegging is afgedaan in de Kamerbrief 'Verbetering verantwoording en begroting" van2 november 2021, Kamerstukken II 2021-2022, 31 865, nr. 199.

2020/2021

Toezegging inzichtelijk maken klimaatschuld

Tweede Kamer, Plenair debat over de Voorjaarsnota 2021, 6 juli 2021, 2021A03450

Deze toezegging is afgedaan in de Miljoenennota van 21 september 2021, Kamerstukken II 2020-2021, 35 925, Nr. 1.

2020/2021

Toezegging meer inzicht in afwegingen bij voorjaarsnotaproces

Tweede Kamer, Plenair debat over de Voorjaarsnota 2021, 6 juli 2021, 2021A03450

Deze toezegging is afgedaan in de Najaarsnota 2021 van 30 november 2021, Kamerstukken II 2021 ‒ 2022,35 975, nr. 1.

2020/2021

Toezegging overzicht onderuitputting bij najaarsnota

Tweede Kamer, Plenair debat over de Voorjaarsnota 2021, 6 juli 2021, 2021A03450

Deze toezegging is afgedaan in de Najaarsnota 2021 van 30 november 2021, Kamerstukken II 2021-2022, 35 975, Nr. 1.

2020/2021

Toezegging betrekken Kamer verkoop aandelen ABN AMRO

Kamerstukken II 2020-2021, 29 232, nr. 47.

Deze toezegging is afgedaan in de vertrouwelijke brief «Programma voor aandeleninkoop ABN AMRO» van 4 november 2021. Deze vertrouwelijke brief is op 9 februari 2022 openbaar gemaakt als bijlage bij Kamerstukken II, 2021-2022, 31789, nr. 104.

2020/2021

Toezegging structurele effecten coronacrisis in Voorjaarsnota

Tweede Kamer, debat over de Najaarsnota 2020 (35650, nr. 1), 16 december 2020

Deze toezegging is afgedaan in de Voorjaarsnota 2021 van 28 mei 2021, Kamerstukken II 2020 ‒ 2021, 35 850 nr. 1. Er is een volledige paragraaf aan de corona-maatregelen gewijd in de Voorjaarsnota 2021.

2020/2021

Toezegging Brede welvaart opnemen in het Blauwe Boekje

Kamerstukken I 2020-2021, T03222, nr.

Deze toezegging is afgedaan in het Blauwe Boekje 2021-2022, waarin veel aandacht is besteed aan brede welvaart, door toevoeging van o.a. hoofdstukken over welzijn, ongelijkheid en kansen (Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 77).

2020/2021

Toezegging Uitzoeken of ginicoëfficiënt van de vermogensongelijkheid (en welke andere thema's) in het Blauwe Boekje moeten worden opgenomen bij de volgende Miljoenennota

Kamerstukken I 2020-2021, T03235, nr.

Deze toezegging is afgedaan in het Blauwe Boekje 2021-2022. Hierin is meer data over vermogensongelijkheid opgenomen. Figuur 2.4.3 gaat bijvoorbeeld over vermogensongelijkheid tussen huiseigenaren en huurders, en figuur 2.5.2 bevat de Lorenzcurve van vermogen: de basis van de vermogensongelijkheid Gini-coëfficiënt (Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 77).

2020/2021

De Kamer ontvang het BNC-fiche Solvency II begin november

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in het BNC fiche Herziening Richtlijn Solvency II van 29 oktober 2021, Kamerstukken II 2021/22, 22112, nr. 3236.

2020/2021

De Staatssecretaris luistert graag naar de adviezen van kinderen rondom de kind regeling, maar zegt desalniettemin aan de kamer toe om haar wens over de staffel van kind regeling te volgen.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan middels de brief van 29 oktober 2021Nieuwe regeling gedupeerden (31066-912).

2020/2021

De kindregeling wordt nog verder uitgevoerd voor kinderen en ouders in buitenland, maar er wordt aan de Kamer toegezegd dat de regeling hiervoor open zal staan.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan middels de brief van 29 oktober 2021 Nieuwe regeling gedupeerden (31066-912).

2020/2021

Aan het lid Alkaya wordt toegezegd dat er zo scherp mogelijk weergegeven wordt hoe de uitvoering en het proces omtrent herijking wordt ingericht. Wie en welke partij/organisatie de verschillende onderdelen zal uitvoeren en de uitkomsten van de pilots zullen hierin worden meegenomen.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan middels de brief van 3 december 2021 Opbrengsten herijking aanpak hersteloperatie kinderopvangtoeslag (31066-933) en de brief van 3 juni 2022 Verbeteringen herstelproces na herijking aanpak hersteloperatie kinderopvangtoeslag (31066-1026).

2020/2021

Aan het lid Alkaya wordt toegezegd om te zorgen dat de Tweede Kamer invloed kan uitoefenen op het vervolgplan van de hersteloperatie na herijking. Deze zal eind najaar worden voorgelegd.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan middels de brief van 3 december 2021 Opbrengsten herijking aanpak hersteloperatie kinderopvangtoeslag (31066-933) en de brief van 3 juni 2022 Verbeteringen herstelproces na herijking aanpak hersteloperatie kinderopvangtoeslag (31066-1026).

2020/2021

2e Termijn - Gezamenlijke toezegging met minister Kaag: De VVD-fractie vraagt om nader inzicht in de door Invest International af te sluiten samenwerkingsovereenkomsten met onder andere FMO en RVO. In de brief wordt toegezegd dat de minister voor BHOS erop zal aandringen middels die overeenkomsten zoveel mogelijk synergie na te streven. Mogelijk wordt dit uitgangspunt ook opgenomen in de aanvullende overeenkomst tussen de staat, FMO en Invest International.

Kamerstukken I 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan middels de brief van de minister van Buitenlandse Zaken aan de EK (brief 35529P van 9 juli 2021, "brief van de minister van BuZa over de opvolging van toezeggingen gedaan tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel").

2020/2021

2e Termijn - Gezamenlijke toezegging met minister Kaag: De fractie Nanninga vraagt om een toelichting op de verhouding van Invest-NL en Invest International tot de overzeese gebiedsdelen.

Kamerstukken I 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan middels de brief van de minister van Buitenlandse Zaken aan de EK (brief 35529P van 9 juli 2021, "brief van de minister van BuZa over de opvolging van toezeggingen gedaan tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel").

2020/2021

Toezegging Verbeteren voorlichting en communicatie over herstelregelingen

Kamerstukken I 2020-2021, T03162, nr.

Deze toezegging is afgedaan via de 6e VGR KOT van 8 april 2021 (Kamerstukken I, 2020/21, 31704-E), paragraaf 1.5; Activiteiten om gedupeerden te vinden

2020/2021

Toezegging Verspreiden van specifieke informatie voor gemeenteraden

Kamerstukken I 2020-2021, T03164, nr.

Deze toezegging is afgedaan via de 6e VGR KOT van 8 april 2021 (Kamerstukken I, 2020/21, 31704-E), paragraaf 3.2; Samenwerking met gemeenten.

2020/2021

Toezegging Gegevens delen met gerechtsdeurwaardes om beslaglegging te voorkomen

Kamerstukken I 2020-2021, T03163, nr.

Deze toezegging is afgedaan via de 6e VGR KOT van 8 april 2021 (Kamerstukken I, 2020/21,31704-E), paragraaf 2.2; Samenloop herstel en schulden.

2020/2021

Toezegging Voortgangsrapportage over €30.000-regeling voor gedupeerde ouders die zich na 15 februari 2021 melden

Kamerstukken I 2020-2021, T03139, nr.

Deze toezegging is afgedaan via de 7e VGR KOT van 22 juni 2021 (Kamerstukken I, 2020/21, 31704-I), paragraaf 1.2: "Mede op verzoek van de leden van de SGP fractie van de Eerste Kamer wil ik benadrukken dat we ernaar streven zo spoedig mogelijk de aanvragen te behandelen. Hierbij strijden snelheid en zorgvuldigheid maar ik wil een termijn van maximaal zes maanden hiervoor hanteren. ".

2020/2021

Toezegging Toesturen stand van zaken uitvoering motie-Omtzigt

Kamerstukken I 2020-2021, T03161, nr.

Deze toezegging is afgedaan via de 7e VGR KOT van 22 juni 2021 (Kamerstukken I, 2020/21, 31704-I); paragraaf 2.7 «In het verantwoordingsonderzoek bij het Jaarverslag 2020 van het Ministerie van Financiën is de Rekenkamer ingegaan op de rechtmatigheid van de forfaitaire compensatieregeling (35830-IX-2).»

2020/2021

2e Termijn - Mevrouw Faber (PVV) vroeg aan de minister van Financiën waarom de additionaliteit niet is opgenomen in de statuten. Toegezegd dat: ook de additionaliteitseis in de statuten worden opgenomen.

Kamerstukken I 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan. Conform toezegging is de additionaliteitseis opgenomen in de statuten van Invest International.Dit is bevestigd in de «Reactietabel Toezeggingen Eerste Kamer door Financiën (rappel februari 2022)»  van 23 juni 2022, Begrotingsstaten Financiën en Nationale Schuld 2022 (35.925 IX); verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Financiën over (deels) openstaande toezeggingen (EK, I).

2020/2021

2e Termijn - Mevrouw Huizinga (CU) vroeg aan de minister van Financiën naar de KPI's en welke gevolgen het niet-halen van die KPI's zou kunnen hebben in de dialoog met de aandeelhouder. Toegezegd dat: Daar ziet het ministerie van Financiën altijd op toe. Je probeert natuurlijk een breder mandje van afspraken te maken. Die KPI's worden ook altijd opgenomen in de strategieën en die worden vervolgens voorgelegd aan de aandeelhouders. Dat gaat natuurlijk in nauwe dialoog tussen de beleidsverantwoordelijke bewindspersoon en het ministerie van Financiën.

Kamerstukken I 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan. De KPIs van Invest International zijn uitgewerkt in het business plan. Tijdens het beleidsoverleg op 24 januari 2022 tussen Invest International, het ministerie van Buitenlandse Zaken, het ministerie van Financiën en FMO is het business plan van 2022 besproken. Voorts zal het ministerie van Financien bij de reguliere aandeelhoudersoverleggen met Invest International de voortgang t.o.v. de KPI's bespreken.

2020/2021

Toezegging Kamers informeren over nationale herstelplan

Handelingen II 2020–2021, 21 501-07, nr. 1767

Deze toezegging is niet meer aan de orde.

2020/2021

Toezegging beheer staatsdeelnemingen en handboek investeringen

Kamerstukken II 2020-2021, 29 232, nr. 47.

Deze toezegging is voldaan. De Kamer wordt periodiek geïnformeerd over hoe de minister van Financiën invulling heeft gegeven aan de rol van aandeelhouder van staatsdeelnemingen. Dat gebeurt middels:- Publicatie van de Kamerbrief vooruitblik beheer staatsdeelnemingen (feb/mrt van elk jaar)- Publicatie van het Jaarverslag beheer staatsdeelnemingen (juni/juli van elk jaar).In het paragraaf 5.2 van het Jaarverslag beheer staatsdeelnemingen 2021 is vermeld ten aanzien van de naleving van het Handboek investeringen bij de goedkeuring van investeringsvoorstellen dat «Alle investeringen zijn beoordeeld langs de lijnen van de Handboek investeringen.»Daarbij wordt de Kamer ook meermaals geïnformeerd, middels bijlagen bij de voornoemde Kamerbrief en het Jaarverslag, over de investeringsvoorstellen die recentelijk door het ministerie van Financiën zijn goedgekeurd.

2020/2021

Toezegging technische briefing over Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf)

Tweede Kamer, Debat over de Voorjaarsnota 2021, 6 juli 2021

Deze toezegging vervalt.

2020/2021

Toezegging technische briefing over Comptabiliteitswet

Tweede Kamer, Wetgevingsoverleg Jaarverslag/Slotwet Financiën en Nationale Schuld IX 2020, 24 juni 2021, 2021A02162

Deze toezegging  is afgedaan in brief «Modernisering van de Comptabiliteitswet» van 21 januari 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 336 70 nr. 12.Briefing is geweest, op 16 februari 2022.

2020/2021

Toezegging Kloof een- en tweeverdieners en eerlijke belastingheffing

Kamerstukken I 2020-2021, T03234, nr.

Dit is afgedaan in Kamerbrief «Aanbiedingsbrief rapport Commissie Draagkracht» van 22 maart 2021.

2020/2021

Toezegging informeren informateur over effectiviteit van fiscale regelingen en beleid aan uitgavenkant

Tweede Kamer, Plenair debat Verantwoordingsdebat over het jaar 2020, 9 juni 2021, 2021A03669

Het deel van de toezegging over effectiviteit fiscale regelingen staat in bijlage 9 of 10 van de Miljoenennota. Zie ook Kamerbrief "Fiscale moties en toezeggingen Prinsjesdag Tweede Kamer", Kamerstukken II 2021/22, 35925-IX, nr. 4, p. 6-7.

2020/2021

Het wetsvoorstel inzake hersteloperatie kinderopvangtoeslag wordt in de zomer ingediend, zo is het plan.

Kamerstukken II 2020-2021, P, nr. T2000000042

Het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen (36151) is op 27 juni 2022 aangeboden aan de Tweede Kamer.

2020/2021

Toezegging renterapportage DNB

Kamerstukken II 2020-2021, 32 545, nr. 145.

Afgedaan in de «Kamerbrief negatieve spaarrente 2021» van 1 november 2021.

2020/2021

Toezegging risico herverzekeringen in jurisdicties met lagere solvabiliteitseisen

Kamerstukken II 2020-2021, 32 545, nr. 145.

Deze toezegging is afgedaan in de brief «reactie op het rapport van de Evaluatiecommissie Conservatrix» van 5 april 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 29507 nr. 158

2020/2021

Toezegging gegevensdeling gemeenten meenemen in gesprekken

Kamerstukken II 2020-2021, 31 477, nr. 54

Afgedaan in de verzamelbrief toezeggingen op het terrein van financiële markten najaar 2021 van 5 november 2021.

2020/2021

Toezegging Informeren over compensatieregeling voor situaties die zich hebben voorgedaan voor 2014

Kamerstukken I 2020-2021, T03160, nr.

Afgedaan in de Kamerbrief Leenbijstand van 23 november 2021.

2020/2021

Het kabinet zegt in de kabinetsreactie «ongekend onrecht» toe om een Stand van de Uitvoering op te stellen.

Kamerstuk II 2020-2021, 35510, nr. 2

Afgedaan met Kamerbrief Stand van Uitvoering Belastingdienst 2021 op 31 januari 2022.

2020/2021

Het meenemen van de verschillende suggesties van de leden tijdens dit CD: onder meer de maatschappelijke en de financieel-economische waarde van de trustdienstsector, of de poortwachtersfunctie wel bij private instellingen belegd zou moeten worden en wat de waterbedeffecten zouden zijn.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan met de Kamerbrief «Planning onderzoek naar de toekomst van de trustsector» van 10 november 2021.

2020/2021

De staatssecretaris heeft een update van de brief van 14/12/2020 over het SGP toegezegd.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan met de Kamerbrief «Nederlandse inbreng consultatiesessies inzake het Stabiliteits- en Groeipact (SGP)» van 10 december 2021.

2020/2021

De minister gaat in overleg met de banken in oktober over een oplossing voor duidelijkheid voor banken en zal daarover terug rapporteren.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan in de «Voortgangsbrief toezeggingen commissiedebat FATCA 28 september 2021» van 10 december 2021.

2020/2021

Minister Hoekstra zegt toe om de brief over de consultaties over een mogelijke hervorming van het SGP ook op te sturen aan de EK.

Kamerstukken I 2020-2021, , nr.

Afgedaan in de Kamerbrief "Nederlandse inbreng consultatiesessies inzake het Stabiliteits- en Groeipact (SGP)" van 10 december 2021.

2020/2021

2e termijn komt terug op vraag Hammelburg (v8 D66 AFB): hoe staat het met de uitwerking van klimaatdekking en de uitwerking van klimaatkaders? Kunnen we volgend jaar met Prinsjesdag een CO2 begroting verwachten

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

In de tweede termijn AFB is de Minister hierop terug gekomen. Daarmee is de toezegging afgedaan.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe de Kamer via de voortgangsrapportages te informeren over de budgettaire aspecten van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

In elke Voortgangsrapportage Hersteloperatie toeslagen worden de budgettaire aspecten in een aparte paragraaf weergegevens.

2020/2021

Toezegging EU-delegatie naar VS uitwerking FATCA

Kamerstukken II 2020/21, 25 087, nr. 268, p. 20.

In maart 2021 heeft in EU verband digitaal een eerste gesprek plaatsgevonden met de IRS. Inhoudelijk heeft een terugkoppeling plaatsgevonden in de brief «Voortgangsbrief toezeggingen Algemeen Overleg FATCA» van 8 juni 2021 met kenmerk 2021-0000077648 die door de Minister en Staatssecretaris was toegezegd in het AO van 10 februari j.l. Ook over andere zaken die spelen met betrekking tot FATCA is in deze brief een terugkoppeling gegeven. Zoals in het AO van 10 februari j.l. is toegezegd zal de Kamer via periodieke brieven geïnformeerd worden over de stand van zaken met betrekking tot FATCA en toeval-Amerikanen.

2020/2021

Toezegging informeren over herstelfonds en Nederlandse bijdrage RRF in najaar 2021

Plenair debat over de voorjaarsnota op 6 juli 2021, 2021A03450

Is afgedaan in Kamerstukken II 2021/22, 21 501-07, nr. 1790.

2020/2021

Toezegging berichten informateur over voortzetting OIIK en SEA hierin betrekken

Tweede Kamer, commissiedebat begroten en verantwoorden, 24 juni 2021, 2021D26812

Met de brief aan de informateurs «Doelmatig en doeltreffend beleid» is de toezegging afgedaan. Het afschrift aan de Kamer is op 22 november gepubliceerd op officiële bekendmakingen, Kamerstukken II 2020-2021, 31 865, nr. 200.

2020/2021

2e Termijn - Gezamenlijke toezegging met minister Kaag: De VVD-fractie vraagt om het delen van een overzicht van de projectenpijplijn.

Kamerstukken I 2020-2021, , nr.

Mininster van Buitenlandse Zaken heeft hier per brief aan de EK op gereageerd (brief 35529P van 9 juli 2021, titel: brief van de minister van BuZa over de opvolging van toezeggingen gedaan tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel) waarmee de toezegging is afgedaan.

2020/2021

Toezegging aanpak evaluatie CW

Tweede Kamer, Plenair debat Verantwoordingsdebat over het jaar 2020, 9 juni 2021, 2021A03669

Toezegging afgedaan in Kamerbrief «Opzet evaluatie Comptabiliteitswet 2016» van 21 januari 2022 (2022D02118), Kamerstukken II 2021-2022, 33 670 Nr. 12

2020/2021

Toezegging Belang van duurzaamheid in het Groeifonds

Kamerstukken I 2020-2021, T03226, nr.

Toezegging afgedaan met de brief van de ministers van Financiën en van Economische Zaken en Klimaat van 1 december 2020, Kamerstukken 2020–2021, 35 570 XIX, C. De EK heeft deze toezegging in de vergadering op 17 januari 2022 als voldaan aangemerkt (Korte aantekeningen vergadering commissie Financiën (FIN) van 18 januari 2022 - Eerste Kamer der Staten-Generaal)

2020/2021

Toezegging om aandachtspunt «belastingparadijzen» mee te geven aan RvB van Invest International.

Handelingen I 2020–2021, 35529, nr. 44

Toezegging Internationaal maatschappelijk ondernemen onder aandacht brengen bij Invest International (Faber, PVV): de minister heeft in het debat toegezegd om, in het kader van IMVO, onder de aandacht te brengen bij Inv Int dat er geen winsten worden weggesluisd via belastingparadijzen. We hebben dit in het beleidsoverleg in januari besproken. We stellen de volgende tekst voor:Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) staat centraal in de doelstelling en de strategie van Invest International. De staat als aandeelhouder vindt het belangrijk dat deelnemingen een voorbeeldrol vervullen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dit vormt dan ook een belangrijk onderdeel van de periodieke gesprekken die zowel het ministerie van Financiën als het ministerie van Buitenlandse Zaken voeren met de onderneming.In het eerste kwartaaloverleg dat is gevoerd met Invest International, op 24 januari 2022, is de vraag over het wegsluizen van winsten via belastingparadijzen conform toezegging besproken. Invest International heeft dit risico geadresseerd in het interne risicobeleid. Hiermee wordt gewaarborgd dat er geen onwenselijke en agressieve belastingstructuren van klanten worden gefaciliteerd door de activiteiten van Invest International.

2020/2021

Toezegging overzicht flankerend beleid per toegekend project

Tweede Kamer, Wetgevingsoverleg Nationaal Groeifonds, 30 juni 2021, 2021A03333

Toezegging is afgedaan in de brief «Kabinetsreactie advies Rli over het Nationaal Groeifonds en beantwoording motie van het lid Romke de Jong c.s. over wet- en regelgeving waarmee gekozen projecten kunnen worden ondersteund» van 14 april 2022, Kamerstukken II 2021 ‒ 2022, 35 925 XIX nr. 13.

2020/2021

De Staatssecretaris informeert de Kamer per brief over de opties voor vervroegde indiening van het wetsvoorstel inzake kwalificatie buitenlandse rechtsvormen, dat volgens de beleidsprioriteitenbrief pas is voorzien in het derde kwartaal van 2023

Kamerstukken II 2020-2021, P, nr. T2000000026

Toezegging is afgedaan in de bijlage "Fiscale wetgeving met matrix" bij de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda, Kamerstukken II 2021/22, 32140, nr. 119.

2020/2021

De Staatssecretaris informeert op de korte termijn over eHerkenning via een brief, samen met de Minister van Binnenlandse Zaken, en vervolgens over de voortgangsrapportage domein Toegang.

Kamerstukken II 2020-2021, P, nr. T2000000030

Toezegging ziet op de vragen die Kamerleden Grinwis, Omtzigt en Ceder op 21 februari 2022 hebben gesteld n.a.v. de gerechtelijke uitspraak over eHerkenning van februari 2022. De beantwoording is op 16 maart 2022 naar de Kamer verstuurd in de brief 'Antwoorden op Kamervragen eHerkenning' (2022Z03224, geen Kamerstuknummer bekend). Daarmee is de toezegging afgehandeld. BZK stuurt halfjaarlijks een brief over het domein Toegang naar de Kamer.

2021/2022

Op basis van besprekingen in EFC verzoek aan minister teksten rondom fraude terug te koppelen in verslag van de Ecofinraad.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Aan deze toezegging is invulling gegeven in het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 16 en 17 juni 2022, dat op 27 juni 2022 aan de Tweede Kamer is verzonden, Kamerstukken II 2021-2022, 21501-07, nr. 1864.

2021/2022

In de loop van juli zal uw Kamer de 11e VGR aangeboden krijgen over het tweede kwartaal van 2022.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000241

Aan deze toezegging is voldaan middels de 11e Voortgangsrapportage, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

De staatssecretaris zegt aan mevrouw Van der Plas toe om de Kamer een afschrift te zenden van de brief aan de Nationale Ombudsman

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000107

Aan deze toezegging is voldaan via de brief «Reactie op de brieven van het ouderpanel in mei 2022» van 1 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1032).

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe uitgebreid te reageren op de adviezen van het ouderpanel.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Aan deze toezegging is voldaan via de brief Reactie op de brieven van het ouderpanel in mei 2022 van 1 juni 2022 (Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1032).

2021/2022

Om terug te komen op verdere stappen richting een co2-begroting/klimaatbegroting bij Miljoenennota, brief 1e kwartaal 2022

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan in brief «Brede welvaart in de begrotingssystematiek» van 23 mei 2022, Kamerstukken II 2021-2022,34 298 nr. 37.

2021/2022

De minister zegt Groep van Haga-Kamerlid Ephraim een brief toe na de taskforcerekrutering. In de brief zal worden ingegaan op de opzet van taskforce financieel beheer en de voorziene periodiciteit van rapporteren

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000032

Afgedaan in brief «Taskforce Verbetering Financieel Beheer» van 27 juni 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 31 865 nr. 210.

2021/2022

Toezegging aan de heer Nijboer (PvdA) om te overleggen met de advocaten waar zij problemen zien in het vinden van contact (naast het bestaan van telefoonnummer)

Kamerstukken II 2021-2022, , nr. 48

Afgedaan in de 10e voortangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1003.

2021/2022

Toezegging aan de heer Omtzigt (Omtzigt) om in de volgende VGR een totaal overzicht te geven van de gelden die er zijn.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr. 49

Afgedaan in de 10e voortangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1003.

2021/2022

Toezegging aan de heer Van Raan (PvdD) om signalen die terugkomen van het ouderpanel etc. ook te delen met gemeenten (niet genoemd door vz)

Kamerstukken II 2021-2022, , nr. 51

Afgedaan in de 10e voortangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1003.

2021/2022

Toezegging aan het lid Van Dijk (CDA) dat het signaal over knellende regels bij de VNG wordt geagendeerd voor een volgend overleg met de VNG

Kamerstukken II 2021-2022, , nr. 52

Afgedaan in de 10e voortangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1003.

2021/2022

Toezegging aan de heer Nijboer (PvdA) om gesprek met de advocaten aan te gaan.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr. 55

Afgedaan in de 10e voortangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1003.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe maandag 14 februari een update te sturen van de cijfers van SBN en het overleg met de deurwaarders over onder meer hun zorgplicht.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Afgedaan in de 10e voortangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1003.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe een verkenning te doen naar het verlengen van het moratorium via een spoedwet.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Afgedaan in de 10e voortangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1003.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe begin maart de Kamer te informeren over het plan van aanpak ouders in het buitenland.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Afgedaan in de 10e voortangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1003.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe een verkenning te doen naar het delen van informatie over de grondslag.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Afgedaan in de 10e voortangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1003.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe het verzoek van de heer Omtzigt over 25 berichten door te geven aan haar collega staatssecretaris.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Afgedaan in de 10e voortangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1003.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe te bekijken welke equivalenten voor de notariële akte gevonden kunnen worden die ook aannemelijk maken dat er informele leningen zijn.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Afgedaan in de 10e voortangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1003.

2021/2022

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gaat de voortgang van de brede ondersteuning door gemeenten inclusief een stand van zaken bij het kwijtschelden van publieke schulden in het eerste en derde kwartaal van 2022 en van 2023 cijfermatig in beeld brengen. In de volgende rapportage zal ik u hierover nader berichten

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000027

Afgedaan in de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093. Dit is een lopende toezegging die o.m. in de 10e Voortgangsrapportage is opgenomen en in volgende Voortgangsrapportages wordt meegenomen.

2021/2022

Het voornemen is om de jaren waarover tussen UHT en de ouder geen verschil van inzicht bestaat niet meer aan de CvW voor te leggen en dat in de instellingsregeling aan te passen. Het Besluit Compensatieregeling CAF-11 zal dienovereenkomstig worden aangepast.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000266

Afgedaan in de 11e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093. De gewijzigde instellingsregeling wordt in juli gepubliceerd.

2021/2022

Bij de kindregeling zal worden gekeken of het wenselijk is een versnelde procedure in te richten. De haalbaarheid hiervan zal in de uitvoeringstoets worden onderzocht.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000007

Afgedaan in de 11e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093. Het is mogelijk om in specifieke situaties een versnelde procedure te doorlopen. Hiervoor zal in de uitvoering maatwerk geleverd worden. De tegemoetkoming voor de kindregeling wordt voor het overgrote deel ambtshalve toegekend omdat de meeste kinderen al in beeld zijn bij het UHT. Na inwerkingtreding van de Wet hersteloperatie worden de kinderen groepsgewijs uitbetaald. Zoals verzocht in de motie Kat c.s. (31066-1034) bestaan de eerste groepen kinderen uit meerderjarige kinderen van wie het rekeningnummer bekend is. In de opdrachtbrief aan het UHT zal dit onderdeel concreet worden meegenomen.

2021/2022

De staatssecretaris voor Financiën - Fiscaliteit & Belastingdienst informeert uw Kamer voor het commissiedebat van 19 mei aanstaande over het wetsvoorstel Wet delegatiebepalingen tegemoetkoming schrijnende gevallen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000221

Afgedaan in de 11e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

De gewijzigde instellingsregeling van de CvW wordt zo snel mogelijk gepubliceerd.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Afgedaan in de 11e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093. De gewijzigde instellingsregeling wordt in juli gepubliceerd.

2021/2022

Om te voorkomen dat kinderen ten onrechte buiten de regeling vallen wordt de mogelijkheid onderzocht van bijvoorbeeld een hardheidsclausule of vangnetbepaling.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000004

Afgedaan in de 11e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093. De mogelijkheid voor een hardheidsclausule en vangnetbepaling is er en dit is  meegenomen in de uitwerking van het op 27 juni 2022 aangeboden wetsvoorstel. Wet hersteloperatie toeslagen (36151).

2021/2022

Toezegging aan de heer Alkaya (SP) om het de Kamer in de Voortgangsrapportages te melden als geschetste cijfers niet worden behaald.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr. 53

Afgedaan in de 11e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093. Deze toezegging zal worden nagekomen via de Voortgangsrapportages of eventuele stand van zaken brieven.

2021/2022

De geschetste nieuwe regelingen zullen de komende maanden uitgewerkt worden, waarbij wordt bezien of deze kunnen worden opgenomen in de wet hersteloperatie toeslagen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000010

Afgedaan in de 11e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093. Het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen (36151) is op 27 juni 2022 aangeboden aan de Tweede Kamer.  Hierin zijn de regelingen voor kinderen en gedupeerde aanvragers van huurtoeslag, zorgtoeslag of kindgebonden budget  opgenomen. De regeling voor ex-partners wordt later in een apart wetsvoorstel geregeld.

2021/2022

De uitvoeringstoets kunnen worden uitgevoerd nadat de concept-regelingen voor kinderen, ex-partners en niet KOT zo ver mogelijk zijn uitgewerkt. Zodra zij gereed zijn zal ik ze met uw Kamer delen, naar verwachting in het tweede kwartaal van 2022.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000013

Afgedaan in de 11e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093. Het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen (36151) is op 27 juni 2022 aangeboden aan de Tweede Kamer. Hierin zijn de regelingen voor kinderen en gedupeerde aanvragers van huurtoeslag, zorgtoeslag of kindgebonden budget  opgenomen inclusief de uitvoeringstoetsen hierop. De regeling voor ex-partners wordt later in een apart wetsvoorstel geregeld.

2021/2022

Naar verwachting zal het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen in het voorjaar van 2022 bij uw Kamer worden ingediend.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000021

Afgedaan in de 11e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093. Het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen (36151) is op 27 juni 2022 aangeboden aan de Tweede Kamer.

2021/2022

In de Beleids- en Uitvoeringsbrief toelichten hoe inzicht gegeven zal worden in de resultaten van boekenonderzoeken en fraudebestrijdingsinitiatieven.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Afgedaan in de bijlage Uitvoeringsprotiteiten bij de Kamerbrief Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda van 3 juni 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 32140-119.

2021/2022

Toezegging MP: Studentenkwestie (800 euro niet voor studenten, en rente op studielening wellicht omhoog) vandaag of bij volgende debat

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000033

Afgedaan in de op 1 juli 2022 verzonden «Kamerbrief over mogelijke maatregelen voor behoud koopkracht 2022» (2022Z13856, nog geen Kamerstuknummer).

2021/2022

Minfin mogelijke toezegging: opsommen welke maatregelen er nog optioneel kunnen zijn of mogelijk kunnen zijn voor 2022 (opties, niet alles kan: uitvoerbaarheid, de toets, maar ook dekking van belang) 1) verder opplussen van de Gemeentelijke regeling voor het verstrekken van een energietoeslag (kanttekening, kritiek op de harde inkoemnsengrens van 120%).2) Het eenmalige uitkering aan al ontvangers van huur of zorgtoeslag ( zorgtoeslag bereikt meer mensen; gebrichter om te kiezen voor het kanaal huurtoeslag of de uitkering van bijvoorbeeld 500)3) Uitkeren van een vast bedrag via een andere uitvoerder (bijv. SVB). 4) verhoogd budget voor bijzondere bijstand toegekend aan huishoudens met inkomens uit werk beoordeling door gemeente (complex uitvoering en toekenning)Kleinere potten om het zo maar te noemen 4) Verhoging budget voor gericht armoedebeleid, Minister voor Armoedebeleid en Arbeidsparticipatie komt nog voor de zomer met een actieplan met betrekking tot preventie van geldzorgen, armoede en schulden.5) (belangrijke) Gerichte maatregelen energieleveranciers, (minister klimaat en energie en minster armoede beleid praten hierover met energie leveranciers; niet vooruitlopen op de gespreken) bijvoorbeeld over uitstel betaling, andere regelingen. Doen beroep op maatschappelijke verantwoordelijkheid van energieleveranciers.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000037

Afgedaan in de op 1 juli 2022 verzonden «Kamerbrief over mogelijke maatregelen voor behoud koopkracht 2022» (2022Z13856, nog geen Kamerstuknummer).

2021/2022

Minfin 2023 mogelijke toezegging (ook hier worden alle suggesties meegenomen voor lage en middeninkomens, maar we kunnen niet alles compenseren het moet houdbaar, dekking en in balans zijn; meer door). In augustus kijken naar de stand van zaken en eventueel met voorstellen komen voor:1) ophoging van zorgtoeslag/ huurtoeslag (komen in detail op terug ook); ook bij het voorstel voor eenmalige uitkering van 500 euro.2) Fiscale maatregelen; Verhoging WML3) Nieuwe blik op vermogen4) Structureele maatregelen5) Augustus afronden van vele regelingen6) Invulling 2.4mld CA; 7) lastenverlichting en -verplaatsing en de bijbehorende dekking (als ook het belastingplan komt). Ook met betrekking tot (het verkleinen van) vermogensongelijkheid.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000041

Afgedaan in de op 1 juli 2022 verzonden «Kamerbrief over mogelijke maatregelen voor behoud koopkracht 2022» (2022Z13856, nog geen Kamerstuknummer).

2021/2022

Toezegging MP: wij gaan die voorstellen (koopkracht) wegen in dit debat en hierna, om te bezien of er daarbij een andere balans kan worden gevonden. Tenminste, als dat kan. Dat is niet makkelijk, want dat vraagt ook weer dekking. Dat is allemaal niet zomaar gebeurd, maar we gaan er wel serieus naar kijken en daar met de Kamer verder over spreken

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Afgedaan in de op 1 juli 2022 verzonden «Kamerbrief over mogelijke maatregelen voor behoud koopkracht 2022» (2022Z13856, nog geen Kamerstuknummer).

2021/2022

In de komende Voortgangsrapportages blijft uw Kamer geïnformeerd worden over de personele ontwikkeling van UHT.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000003

Afgedaan in de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093. Dit is een lopende toezegging die terugkomt in de Voortgangsrapportages.

2021/2022

Toezegging aan Heinen/VVD om in verslag van de Ecofinraad gedetailleerde terugkoppeling te geven over bespreking eigen middelen en in te gaan op verschil tussen financiering via externe bestemmingsontvangsten/eigen middelen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000013

Afgedaan in het «Verslag Eurogroep en Ecofinraad 16 en 17 juni 2022» van 27 juni 2022.

2021/2022

De brief over rechtsbescherming van belastingplichtigen op korte termijn aan de Kamer sturen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000025

Afgedaan in Kamerbrief 'Kamerbrief met stand van zaken aanbevelingen uit rapport «Burgers beter beschermd» van 21 maart 2022.

2021/2022

De minister zegt SP-Kamerlid Alkaya toe zich met het kabinet - en middels de taskforce – in te spannen om het aantal ISB’s te verminderen

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000052

Afgedaan in Kamerbrief «Taskforce Verbetering Financieel Beheer» van 27 juni 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 31 865 nr. 210.

2021/2022

In de volgende voortgangsrapportage zullen de meest actuele resultaten van het onderzoek naar de tevredenheid van de ouders met uw Kamer worden gedeeld.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000015

Afgedaan in paragraaf 1.1 van de 11e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

Na de eerste proef van 50 gezinnen met complexe multi-problematiek, zal eeen rapportage aangeleverd worden met een voorstel voor een eventueel vervolg. In de elfde VGR zal een tussenstand worden gegeven.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000027

Afgedaan in paragraaf 1.3 van de 11e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

Toezegging potentieel van de ICT van de Belastingdienst en de implicaties van OESO pijler 1 en 2

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan in Kamerstukken II 2021–2022, 25 087, nr. 291.

2021/2022

De minister zegt het lid Van Raan toe om samen met de minister van EZK of een van de ministers van EZK een brief over de brandstofterminals op Bonaire naar de Kamer te sturen en daarin specifiek in te gaan op de verduurzamingsdoelstelling. Streefdatum voor 1 april.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Afgedaan met brief Verduurzaming energie in Caribisch Nederland 22 maart 2022, Kamerstukken II 2021–2022, 32 813, nr. 1005

2021/2022

Toezegging aan mw. Maatoug voor 1 maart schriftelijk terug te komen over de belasting op kapitaalinkomen in het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Duitsland

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Afgedaan met de «Kamerbrief over gedane toezeggingen in debat over arrest box 3» die op 28 februari 2022 aan de Kamer is verzonden.

2021/2022

De minister zegt toe voor de zomer met een nieuwe Nota Deelnemingenbeleid te komen en dan in ieder geval in te gaan op een afwegingskader, inclusief de indicatoren voor brede welvaart, studie naar de waardecreatie op lange termijn en de bescherming van vitale infrastructuur; dat is niet exclusief, maar die punten werden expliciet benoemd.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Afgedaan met de «Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022» van 1 juli 2022, Kamerstukken II 2021/22, 28165, nr. 370.

2021/2022

Brief sturen met schriftelijke appreciatie van de amendementen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000014

Afgedaan met de brief «Kamerbrief met appreciaties amendementen Wet aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen» van 20 juni 2022 en de brief «Kamerbrief met aanvulling appreciatiebrief amendementen Wet aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen» van 20 juni 2022.

2021/2022

Minister Hoekstra zegt toe de stijgende inflatie (en mogelijke gevolgen voor verschillende huishoudens en sectoren) op te nemen in zijn gesprek met de president DNB. Mocht daaruit de indruk voortkomen dat een nadere analyse, nodig is, dan deelt hij dat met de kamer.

Kamerstukken I 2020-2021, , nr.

Afgedaan met de brief van 9 februari 2022, Kamerstukken II 2021/22, 35925-IX, nr. 20.

2021/2022

Checken of de toegang tot afstorten en de prijs van afstorten (voorbeeld van Azarkan waarbij een 200 biljet 5 euro kost bij de bank) onderdeel is van het MOB (Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer van de Nederlandse Bank). Dit najaar worden die gesprekken afgerond en zal de Kamer geïnformeerd wor

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan met de brief van 8 april 2022 "Convenant Contant geld", Kamerstukken II 2021/22, 27863, nr. 100.

2021/2022

De Staatssecretaris zal de Richtingennotitie over Box 3 uiterlijk 15 april aan de Tweede Kamer sturen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000005

Afgedaan met de Contourennota box 3-heffing op basis van werkelijk rendement, Kamerstukken II 2021–2022, 32 140, nr. 105.

2021/2022

De minister zegt toe de Kamer nader te informeren over de financiële gevolgen van de verliezen van NS-dochter Abellio in Duitsland. Zo snel als de informatie van NS beschikbaar is.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Afgedaan met de Kamerbrief «Ontwikkelingen Abellio» van 28 februari 2022, Kamerstukken II 2021/22, 28165, nr. 368.

2021/2022

Zegt toe de technische vereisten voor het inzetten van de noodremprocedure nader uit te zoeken

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000053

Afgedaan met de Kamerbrief van 20 mei 2022, Kamerstukken II 2021/22, 21501-07, nr. 1854.

2021/2022

Aan lid Van Dijck, overzicht van aan OEK toegezegde financiële steun via multilaterale, bilaterale of nationale afspraken.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000005

Afgedaan met de Kamerbrief van 7 juni 2022 "Overzicht van de aan Oekraïne toegezegde financiële steun via multilaterale, bilaterale en nationale kanalen".

2021/2022

In het verslag van de voorjaarsvergadering het onderwerp toegevoegde waarde van crypto-valuta meenemen

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Afgedaan met de op 10 juni 2022 verzonden "Aanbiedingsbrief Verslag van de vergaderingen van de Coalitie van Ministers van Financiën voor klimaatactie, het IMF en de G20 Finance Ministers en Central Bank".

2021/2022

Duiding van operationalisering van klimaat in de RST

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000006

Afgedaan met de op 10 juni 2022 verzonden "Aanbiedingsbrief Verslag van de vergaderingen van de Coalitie van Ministers van Financiën voor klimaatactie, het IMF en de G20 Finance Ministers en Central Bank".

2021/2022

Mate van voortgang op de USD 100 mld. ambitie op SDR onlending door de G20

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000018

Afgedaan met de op 10 juni 2022 verzonden "Aanbiedingsbrief Verslag van de vergaderingen van de Coalitie van Ministers van Financiën voor klimaatactie, het IMF en de G20 Finance Ministers en Central Bank".

2021/2022

Stevig uitspreken tijdens VJV over verdere isolatie RF/Bel (o.a. bevriezen tegoeden bij IMF)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000022

Afgedaan met de op 10 juni 2022 verzonden "Aanbiedingsbrief Verslag van de vergaderingen van de Coalitie van Ministers van Financiën voor klimaatactie, het IMF en de G20 Finance Ministers en Central Bank".

2021/2022

Zegt toe te zijner tijd een terugkoppeling te geven over de gesprekken met onder andere de medeoverheden met de minister

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000043

Afgedaan met Kamerbrief «Tweede concept van het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan» (p.2) van 24 juni 2022, Kamerstukken II 2021/22, 21501-07, nr. 1879.

2021/2022

Volgens Van der Lee (GL): toezegging om de vereisten voor DNSH overeind te houden en de TK hierover op de hoogte tehouden.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000066

Afgedaan met Kamerbrief «Tweede concept van het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan» van 24 juni 2022, Kamerstukken II 2021/22, 21501-07, nr. 1879, p 3.

2021/2022

Zegt toe dat de Kamer proactief op de hoogte zal worden gehouden over de voorgenomen hervormingen en investeringen waaraan Nederland zich via het HVP verbindt

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000019

Afgedaan met Kamerbrief van 8 juli 2022 «Indiening Nederlands Herstel- en Veerkrachtplan bij de Europese Commissie», Kamerstukken II 2021/22, 21501-07, nr. 1880.

2021/2022

Zegt toe mee te nemen in de brief aan TK welke mitigerende maatregelen de Europese Commissie heeft gedacht op hetmoment dat LS vertraging oplopen in de uitvoering van de maatregelen in hun HVP

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000058

Afgedaan met Kamerstukken II 2021/22, 21 501-07, nr. 1854.

2021/2022

Minister Hoekstra zegt toe om de aankomende brief over de lopende rekening (als reactie op analyse RvS) ook naar de Eerste Kamer te sturen, en de opmerkingen van de heer Crone tijdens de AFB daarin mee te nemen.

Kamerstukken I 2020-2021, , nr.

Afgedaan met verzending brief van 8 december 2021 over de lopende rekening, Kamerstukken II 20212/22, 35 925 IX, nr. 13.

2021/2022

Zegt toe een geconsolideerd overzicht te geven van alle gesprekken die zijn gevoerd en bijeenkomsten die zijn gehouden gedurende het raadplegingsproces (inclusief voortraject ten aanzien van bouwsteen 1) om transparant te maken hoe het HVP tot stand is gekomen

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000023

Afgedaan met Brief regering: Wob-besluit Recovery and Resilience Facility (RRF) - deelbesluit 3 (Kamerstukken II, 2021/22, 21501-07, nr. 1878)Raad voor Economische en Financiële Zaken | Tweede Kamer der Staten-Generaal

2021/2022

Toezegging aan lid Heinen (VVD) van een brief uiterlijk de vrijdag voor het volgende CD (8 juni) met overzicht/appreciatie voorliggende voorstellen en mogelijk nog steeds relevante maar niet meer actuele voorstellen voor het verstrekken van leningen, creëren van fondsen en het inzetten van financiële instrumenten.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Afgedaan met de «Kamerbrief over Europese voorstellen voor verstrekken van leningen, het creëren van fondsen en het inzetten van financiële instrumenten» van 3 juni 2022.

2021/2022

Herhaling btw groente en fruit en introductie suikerbelasting: «Daarover heb ik al toegezegd tijdens het debat, en overigens ook al eerder, dat wij daar al in het kabinet over in gesprek zijn."

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Afgedaan met de «Kamerbrief plan van aanpak onderzoeken prijsmaatregelen voeding» die op 5 juli 2022 aan de Kamer is verzonden.

2021/2022

Toezegging om voor de zomer met een plan van aanpak te komen voor de onderzoeken voor suikerbelasting en BTW op groente en fruit naar 0% i.s.m. staatssecretaris VWS.

Kamerstukken II 2021-2022, 35925-IX, nr. 25

Afgedaan met de «Kamerbrief plan van aanpak onderzoeken prijsmaatregelen voeding» die op 5 juli 2022 aan de Kamer is verzonden.

2021/2022

Het streven is om uw Kamer in juni te informeren over de conclusies van de uitvoeringstoetsen, de te formuleren randvoorwaarden en het voorziene implementatietraject van de herijking.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000205

Afgedaan middels de 11e Voortgangsrapportage, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe in de eerder toegezegde brief of briefing over IV-capaciteit bij de Belastingdienst, eventuele implementatie van de btw-tarieven-richtlijn mee te nemen.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Afgedaan middels de technische briefing door de Belastingdienst over ICT en portfolioproces op 22 januari 2022 en door middel van bijlage 5 bij de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda (Kamerstukken II 2021/2022, 32140 nr. 119).

2021/2022

De minister zegt toe om voorafgaand aan het vaststellen van de Nota Deelnemingenbeleid met de Kamer in overleg te gaan over de contouren van de nieuwe nota.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Afgedaan op 19 april 2022, via brief Vooruitblik beheer Staatsdeelnemingen 2022, Kamerstukken II 2021–2022, 28 165, nr. 369.

2021/2022

Een brief met koopkrachtplaatjes agv energieprijzen en een procesvoorstel voor derde termijn AFB hierover, en dan later een brief met opties/voorstel. In de brief meenemen welke bedrijfstakken geraakt worden en welke geopolitieke context wordt geraakt.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan via publicatie CEP van het CPB, en daaropvolgende koopkrachtbesluitvorming (pakket 2,8 mld).

2021/2022

Van Dijk (CDA): Schriftelijk terugkomen op vraag of 84 miljoen genoeg is als coronacompensatie bij gemeenten

 

Afgedaan in  "Toezegging gedaan tijdens het debat over de Najaarsnota van  14 december 2021 over de compensatie voor gemeenten voor hun inkomstenderving door corona" van 17 december 2021, Kamerstukken II 2021-2022, 35 975 nr. 11.

2021/2022

Toezegging aan lid Dassen (VOLT) om bij het verslag van de volgende Eurogroep/Ecofinraad een overzicht te geven van EU fondsen waarvoor trajecten lopen om voorwaardelijkheid/hervormingen in te voeren.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000023

Afgedaan, is meegegenomen in het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad op 30-8-2022.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe maandag tijdens de Eurogroep/Ecofinraad met collega’s te spreken over rechtsstatelijkheid Polen (in het kader van de RRF).

Kamerstukken II 2021-2022, nr. 21501-07, nr. 1804

Afgedaan, opgenomen in het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 6 en 7 december 2021. Kamerstuk II 2021-2022, 21501-07, nr. 1804

2021/2022

Met MRb bespreken of minstens 50% van de rechterlijke uitspraken gepubliceerd kan worden (en TK over informeren) (stas TD en JenV)

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 24 maart 2022 Publicatie van rechterlijke uitspraken en ontwikkelingen in digitalisering van de Rechtspraak. Kamerstukken 2021-2022, 29279, nr. 706.

2021/2022

Toezegging aan de heer Grinwis (CU) om terug te komen op de letselschade expert in de CWS

Kamerstukken II 2021-2022, , nr. 50

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 4 februari 2022 Reactie op verzoeken gedaan tijdens het commissiedebat van 2 februari 2022 over de hersteloperatie Kinderopvangtoeslag. Kamerstukken 2021-2022, 31066, nr. 963.

2021/2022

Toezegging aan mevrouw Van Dijk (CDA) om steviger in te richten dat mensen in acute hulp worden geholpen (niet wie er eerst komt wie er eerst maalt, maar kijken naar wie nu hulp nodig heeft)

Kamerstukken II 2021-2022, , nr. 54

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 4 februari 2022 Reactie op verzoeken gedaan tijdens het commissiedebat van 2 februari 2022 over de hersteloperatie Kinderopvangtoeslag. Kamerstukken 2021-2022, 31066, nr. 963.

2021/2022

Toezegging aan mevrouw Simons (Bij1) om schriftelijk in te gaan op de vraag wat de staatsscretaris nodig heeft van de Kamer wat betreft het aflopende moratorium

Kamerstukken II 2021-2022, , nr. 57

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 4 februari 2022 Reactie op verzoeken gedaan tijdens het commissiedebat van 2 februari 2022 over de hersteloperatie Kinderopvangtoeslag. Kamerstukken 2021-2022, 31066, nr. 963.

2021/2022

Toezegging aan de heer Omtzigt (Omtzigt) om schriftelijk terug te komen op de onrechtmatige daad bij Toeslagen.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr. 59

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 4 februari 2022 Reactie op verzoeken gedaan tijdens het commissiedebat van 2 februari 2022 over de hersteloperatie Kinderopvangtoeslag. Kamerstukken 2021-2022, 31066, nr. 963.

2021/2022

Toezegging aan de heer Van Raan (PvdD) om schriftelijk terug te komen op de discussie rondom het moratorium van ex-partners.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr. 60

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 4 februari 2022 Reactie op verzoeken gedaan tijdens het commissiedebat van 2 februari 2022 over de hersteloperatie Kinderopvangtoeslag. Kamerstukken 2021-2022, 31066, nr. 963.

2021/2022

Toezegging om de vragen aan de staatssecretaris uit de eerste termijn deze week schriftelijk te beantwoorden (definitie IB, uithuisplaatsingen, ouders buitenland).

Kamerstukken II 2021-2022, , nr. 61

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 4 februari 2022 Reactie op verzoeken gedaan tijdens het commissiedebat van 2 februari 2022 over de hersteloperatie Kinderopvangtoeslag. Kamerstukken 2021-2022, 31066, nr. 963.

2021/2022

Ik zal uw Kamer te zijner tijd een afschrift van het Woo-besluit en de bijbehorende documenten sturen

Kamerstukken II 2021-2022, 35510, nr. 99

Afgedaan. Dit is opgenomen in de brief van 7 juli 2022 Verzending van documenten die vallen onder het tweede Woo-besluit inzake onder meer memo palmen. Kamerstukken 2021-2022, 35510, nr. 101.

2021/2022

De bijgestelde verwachting is dat het resultaat van de analyse van het risicoclassificatiemodel Toeslagen voor het meireces met uw Kamer gedeeld kan worden.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Afgedaan. Dit is opgenomen in de Kamerbrief van 21 april 2022 Analyse van het risicoclassificatiemodel Toeslagen. Kamerstukken 2021-2022, 31066, nr. 1008.

2021/2022

Uw Kamer zal geïnformeerd worden indien uit een inventarisatie blijkt of er nog andere modellen zijn die werken met risicoscores en/of indicatoren.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

Afgedaan. Dit is opgenomen in de Kamerbrief van 21 april 2022 Analyse van het risicoclassificatiemodel Toeslagen. Kamerstukken 2021-2022, 31066, nr. 1008.

2021/2022

Aan de heer Alkaya wordt toegezegd op een later moment met de Kamer van gedachten te wisselen over de uiteindelijke werking van de Catshuisregeling.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. Dit is opgenomen in de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag. Kamerstukken II, 2020-2021, 31066, nr. 932.

2021/2022

Stoffer (SGP) Vanuit stelselverantwoordelijkheid in diverse gremia aandacht vragen voor de versterking van eigen financiering door subsidieontvangers. Hier in eerste kwartaal 2022 op terugkomen.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Afgedaan. In brief, «Reactie motie Stoffer, Heinen, Inge van Dijk en Grinwis» van 5 juli 2022, Kamerstukken II 2021 ‒ 2022, 35 925 IX, nr. 37.

2021/2022

Toegezegd wordt dat de regeling voor ex-partners in oktober wordt afgerond en daarna samen met de uitvoeringstoets naar de Kamer wordt gestuurd.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan. In de Kamerbrief van 29 oktober 2021 is uw Kamer geïnformeerd over de vormgeving van de regeling voor ex-partners (Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 912). De voortgang is daarnaast opgenomen in paragraaf 2.1.1 van de negende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag.

2021/2022

De Staatssecretaris zal een vorm zoeken voor het overleg met de ngo’s over de uitvoering, vooral als het gaat om de uitzonderingen en de Staatssecretaris zal het gesprek organiseren tussen bedrijven, overheid en de betreffende ngo’s.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000191

Afgedaan. Kamerbrief stand van zaken uitwerking COP26-verklaring (Kamerstukken II 2021/22, 31793, nr. 209).

2021/2022

Verdere verbeteringen in het huidige stelsel. ( Brief beleidsprioriteiten Staatssecretaris van Financiën - Toeslagen en Douane)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000029

Afgedaan. Op 17 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Toeslagen en Douane in de brief ‘stand van zaken toeslagen’ de kamer hierover geïnformeerd (Kamerstuk 31066, nr. 1053).

2021/2022

Verbetering van de uitvoering. ( Brief Beleidsprioriteiten Staatssecretaris van Financiën - Toeslagen en Douane)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000051

Afgedaan. Op 17 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Toeslagen en Douane in de brief ‘stand van zaken toeslagen’ de kamer hierover geïnformeerd (Kamerstuk 31066, nr. 1053).

2021/2022

In de brief of rapportage voorgaand aan het eerstvolgende commissiedebat Toeslagen toelichten hoe met de geïnventariseerde quick fixes in het toeslagenstelsel aan de slag gegaan wordt.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000013

Afgedaan. Op 17 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Toeslagen en Douane in de brief ‘stand van zaken toeslagen’ de kamer hierover geïnformeerd (Kamerstuk 31066, nr. 1053).

2021/2022

Het op een verantwoorde manier werken met modellen vereist een hoge mate van (vaktechnische) bewustheid van een organisatie. Dit zal onder meer aan bod komen in de nieuwe handhavingsstrategie waarover uw Kamer voor de zomer nader geïnformeerd wordt.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000022

Afgedaan. Op 17 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Toeslagen en Douane in de brief ‘stand van zaken toeslagen’ de kamer hierover geïnformeerd (Kamerstuk 31066, nr. 1053).

2021/2022

Toezegging aan Heinen (VVD) om de target II saldi balans mee te nemen in de jaarlijkse Kamerbrief over de risico’s van ECB-beleid voor DNB en de Nederlandse staat.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Afgedaan. Opgenomen in de Kamerbrief "Risico's ECB-beleid voor Nederland" van 4 juli 2022, Kamerstukken II 2021/22, 21501-07, nr. 1869.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe om na te gaan of er wel genoeg Europese monitoringscapaciteit is m.b.t. de RRF en indien deze check aanleiding geeft tot zorgen, dit de Kamer te melden

Kamerstukken II 2021-2022, , nr. 21501-07, nr. 1804

Afgedaan. Opgenomen in het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 6 en 7 december 2021. Kamerstuk II 2021-2022 21501-07, nr. 1804

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe om de voortgangsrapportage over de bankenunie naar de Kamer te sturen.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr. 21501-07, nr. 1804

Afgedaan. Opgenomen in het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 6 en 7 december 2021. Kamerstuk II 2021-2022 21501-07, nr. 1804

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe om in het verslag van de Eurogroep/Ecofinraad wat uitgebreider in te gaan op de impasse m.b.t. de bankenunie.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr. 21501-07, nr. 1804

Afgedaan. Opgenomen in het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 6 en 7 december 2021. Kamerstuk II 2021-2022 21501-07, nr. 1804

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe aanstaande dinsdag bij de Ecofinraad aandacht te vragen voor transparantie bij de Gedragscodegroep.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr. 21501-07, nr. 1804

Afgedaan. Opgenomen in het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 6 en 7 december 2021. Kamerstuk II 2021-2022 21501-07, nr. 1804

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe in het verslag van de Eurogroep/Ecofinraad in te gaan op de juridische positie van de FIU in de AML-voorstellen.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr. 21501-07, nr. 1804

Afgedaan. Opgenomen in het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 6 en 7 december 2021. Kamerstuk II 2021-2022 21501-07, nr. 1804

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe om aandacht te vragen voor het belang van transparantie in de monitoring van de RRF

Kamerstukken II 2021-2022, , nr. 21501-07, nr. 1804

Afgedaan. Opgenomen in het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 6 en 7 december 2021. Kamerstuk II 2021-2022, 21501-07, nr. 1804

2021/2022

Het onderwerp «aantal voorlichters» morgen terugkoppelen in het Kabinet. Omtzigt wil het aantal voorlichters naar beneden.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan.

2021/2022

Over de SGP-brief die in december naar de Kamer gestuurd wordt, zegt de staatssecretaris toe dat in deze brief geprobeerd wordt geordend alle standpunten weer te geven en een «overzicht van wat economen in andere landen vinden» op te nemen.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Afgedaan. Brede bespiegeling Stabiliteits- en Groeipact (SGP), Kamerstukken II 2020/21, 21501-07, nr. 1734.

2021/2022

Over de J&V en FIN-portefeuilles heen te kijken naar welke lessen er te trekken zijn uit het anti-witwasbeleid in andere landen, waar nodig aanvullend op het FATF-rapport dat in 2022 zal verschijnen.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgerond, betrof controle verslag van een debat

2021/2022

Toezegging aan dhr. Omtzigt om samen met minister Wonen binnen twee weken (lees 16/2) een brief te sturen m.b.t. onderwerp commissie belastingheffing onroerend goed (motie Omtzigt 35927, nr. 97) Omtzigt houdt motie 97 twee weken aan.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Afgerond, brief is binnen twee weken verzonden conform toezegging

2021/2022

Aanleveren beslisnota’s die hebben geleid tot besluitvorming koopkrachtpakket.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000005

Afgerond. De beslisnota's zijn verzonden als bijlage bij de brief "Aanvullende informatieverzoeken voor tweede termijn debat koopkracht en energieprijzen", Kamerstukken II 2021/22, 35 925 XV, nr. 112.

2021/2022

Zoals in 2020 aan uw Kamer toegezegd, wordt binnen het verbetertraject kinderopvangtoeslag op dit moment een evaluatie van de convenantenstructuur uitgevoerd

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000016

De evaluatie is afgerond en het onderzoeksbureau heeft het eindrapport half juli opgeleverd. Dit heeft overigens in het Verbetertraject kinderopvangtoeslag plaatsgevonden, waar de begeleidingscommissie bestond uit collega’s van SZW en Toeslagen.Het rapport is opgeleverd; er is niet toegezegd dat het ook aan de TK wordt gestuurd dus de toezegging is in feite al afgedaan.

2021/2022

De Staatssecretaris zal de rapporten over FSV over een week aan de Tweede Kamer sturen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

De rapporten zijn op 29 maart 2022 aan de Tweede Kamer gestuurd, Kamerstukken II 2021–2022, 31 066, nr. 992.

2021/2022

Begin 2022 – op een logisch moment - rapporteren over stand van zaken kwijtschelding/uitstaande belastingschulden i.v.m. Corona.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

De toezegging is afgedaan in de Kamerbrief «Monitoring fiscale maatregelen in verband met COVID-19» van 11 maart 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 35 420, nr. 473.

2021/2022

Toezegging met banken regelen dat kleine spaarders niet worden geraakt door negatieve rente

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

De toezegging is afgedaan in Kamerbrief 'Negatieve spaarrente 2021'. Kamerstukken 2021-22, 32013, nr. 251.

2021/2022

De staatssecretaris van Financiën zegt toe om uiterlijk 30 juni het scenariorapport met betrekking tot de fiscale schulden naar de Kamer te sturen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000005

De toezegging is afgedaan met verzending van de kamerbrief scenario's (corona)belastingschuld op 1 juli jl. aan de TK.

2021/2022

Toekenning van het label fossiel aan nieuwe polissen in 2022

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000167

De toezegging is afgedaan middels publicatie van polissen met de classificatie fossiel op de website van de uitvoerder van de ekv (Atradius Dutch State Business).

2021/2022

Gedetailleerd antwoord van IenW hoeveel de kosten bedragen van (tijdelijk) gratis OV.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

De toezegging is afgedaan in de brief «Aanvullende informatieverzoeken voor tweede termijn debat koopkracht en energieprijzen» van 29 maart 2022, Kamerstukken II 2021 ‒ 2022, 35 925-XV, nr. 112.

2021/2022

Toezegging: We kunnen eventueel wel met minister De Jonge onderzoeken hoe je een onderscheid kunt maken op grond van het energielabel. Op die manier bevorder je ook de verduurzaming. Het aanmerken van een slecht energielabel als gebrek, waardoor de huurprijs niet omhoog kan, zorgt er ook voor dat de verhuurders minder investeringsruimte overhouden, maar die moeten ze natuurlijk wel gebruiken. Dat is het tweede punt. Minister De Jonge onderzoekt of het woningwaarderingsstelsel zo kan worden aangepast dat er een minder hoge huur kan worden gevraagd voor woningen die niet verduurzaamd zijn.

Kamerstukken II 2021-2022, 29 453, nr. 551

De toezegging is afgedaan in de brief «Nationale prestatieafspraken woningcorporaties» van 30 juni 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 29 453, nr. 551.

2021/2022

In het belang van de zorgvuldigheid, waar de heer Omtzigt ook voor staat, blijkt het moment waarop we de Kamer daarin meenemen toch de Voorjaarsnota te zijn. Dat is uiterlijk 1 juni. Ik wil wel met het team kijken of we dat iets naar voren kunnen halen, maar ik kan daarover geen harde belofte doen en zeker geen datum noemen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000040

De toezegging is afgedaan in de Voorjaarsnota 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 36 120 nr. 1.

2021/2022

Toezegging ICT-capaciteit

Kamerstukken I 2021-2022, , nr.

Deze toezegging is afgedaan door een technische briefing te verzorgen aan de Eerste Kamer op 1 februari 2022.

2021/2022

Brief begin 2022 met varianten, plussen en minnen van alle opties. Naar voren halen van Miljoenennota naar het voorjaar.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in "Kamerbrief Begrotingsproces' van 13 april 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 31 865 nr. 207.

2021/2022

Om te kijken of het kabinet meer kan doen met het dashboard uit de monitor brede welvaart (terugluisteren voor precieze toezegging)

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in brief «Brede welvaart in de begrotingssystematiek» van 23 mei 2022, Kamerstukken II 2021- 2022, 34 298 nr. 37.

2021/2022

Minister Hoekstra zeg toe om de aankomende brief over de voor- en nadelen van het verplaatsen van het begrotingsdebat en prinsjesdag ook naar de Eerste Kamer verzenden. In de brief zal ook worden gekeken naar opties om integraal te kijken naar koopkracht (vanuit uitgeven en lasten), en de optie om fiscale wetsvoorstellen naar voren te verhuizen.

Kamerstukken I 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in brief "Kamerbrief begrotingsproces" van 13 april 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 318 65 nr. 207.

2021/2022

Er komt een brief over de samenhang tussen Invest-NL, het Nationaal Groeifonds en de andere fondsen; dat is toegezegd aan de heer Grinwis, mevrouw Kröger en andere leden

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Deze toezegging is afgedaan in brief '"Samenhang en voortgang fondsen" van 10 juni 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 35 925 nr. 33 (verzonden naar de EK en TK)

2021/2022

TK informeren – voor zover mogelijk – tegen welke burgers en op welke manier een onrechtmatige daad is gepleegd en over de tussenstand rapporteren in de stand van de uitvoering

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de aanbiedingsbrief bij de «Stand van de Uitvoering Belastingdienst» van 31 januari 2021, Kamerstukken II, 2021-2022, 31 066, nr. 962.

2021/2022

Toezegging onderzoeken hoeveel belasting wordt ontdoken/ontweken

Handelingen II 2021-2022, nr. 20, item 7.

Deze toezegging is afgedaan in de beantwoording van de Kamervragen van het lid Idsinga over dividendstripping op 6 december 2021, Aanhangsel Handelingen II 2021-2022, nr. 976.

2021/2022

In overleg met de minister van EZK bezien hoe we het beste terug kunnen rapporteren over de bestuurlijke afspraken.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000005

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Bekostiging investeringsvoorstellen tweede ronde Nationaal Groeifonds» van 14 april 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 35 925 XIX, nr. 12.

2021/2022

Toezegging: Solidariteitsheffing/ windfall gain tax: alles op een rijtje zetten en actualiseren brief 29 september van vorig jaar (dit gebeurt voor het vervolg van dit debat)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000037

Deze toezegging is afgedaan in de brief «belasting op excessieve winsten van energiebedrijven» van 1 juli 2022, Kamerstukken II 2021/22, 32140, nr. 134.

2021/2022

Toezegging: De windfall tax: wij zijn ook al bezig met het onderzoeken van de volgende vragen:is het verstandig? Wat zijn de (onbedoelde) effecten? levert het meer schade dan baten. Dit wordt meegenomen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000063

Deze toezegging is afgedaan in de brief «belasting op excessieve winsten van energiebedrijven» van 1 juli 2022, Kamerstukken II 2021/22, 32140, nr. 134.

2021/2022

Toezegging energieprijzen maatregelen

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Brief van de minister van Financiën ter aanbieding van brieven over de stijgende energieprijzen die naar de Tweede Kamer zijn gestuurd» van 25 november 2021, Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. O.

2021/2022

Overzicht verdeling ICT-uren qua reparatie, nieuwe projecten, enz. in Q1 2022 delen met TK. Daarbij meenemen op welke manier keuzes worden gemaakt om te prioriteren (afwegingskader).

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de brief "Diverse onderwerpen op het gebied van Belastingdienst", Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, nr. 986.

2021/2022

In de brief over de stijging van gasprijzen wordt expliciet aandacht besteed aan de situatie voor mensen met weinig financiële speelruimte, huurders (sociale huurwoning) en modale inkomens.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Hoge gasprijzen» van 15 oktober 2021, Kamerstukken II 2021-2022, 29 023, nr. 272.

2021/2022

Op schrift het antwoord geven op het voorstel van 9% naar 0% op energie. Dat geldt ook voor diegenen die hebben voorgesteld om van 9% naar 5% te gaan.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000008

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Kamerbrief met aanvulling appreciatiebrief amendementen Wet aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen» van 20 juni 2022.

2021/2022

Staatssecretaris heeft n.a.v. motie 118 (coalitie) de toezegging gedaan dat vooruitlopend op debat over de Contourennota (29/6) er een aparte brief komt met een aangescherpte planning hoe te komen tot een stelsel van daadwerkelijk rendement in 2025.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Planning box 3-stelsel op basis van werkelijk rendement» van 24 juni 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 32140, nr. 121.

2021/2022

De minister zegt toe de Kamer nader te informeren over de mogelijkheid tot verzelfstandiging van ABN AMRO.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Reactie op berichtgeving over een mogelijke overname van ABN AMRO door BNP Paribas» van 29 juni 2022, Kamerstukken II, 2021-2022, 31789, nr. 108.

2021/2022

In reactie op het rapport Conservatrix ingaan op wat voor de polishouders kan worden gedaan.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de brief «reactie op het rapport van de Evaluatiecommissie Conservatrix» van 5 april 2022, Kamerstukken 2021-2022, 29507 nr. 158.

2021/2022

Maken impactanalyse voor de afspraken m.b.t. het inclusive framework uit de G7/G20 voor Nederland. Daarbij betrekken wat er gebeurt als landen zich terugtrekken

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de brief «toezegging over de analyse van de impact van Pijler 1 en 2 OESO/G20 Inclusive Framework» van 14 maart 2022, Kamerstukken II 2021/22, 35927, nr. 52.

2021/2022

Toezegging aan Heinen/VVD: terugkoppeling in verslag Ecofinraad over bevindingen over toezegging om belang van transparantie over de beoordeling van de herstelplannen aan de orde te stellen in de Ecofinraad.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Deze toezegging is afgedaan in de brief «verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 23 en 24 mei 2022» , Kamerstukken II 2021/22, 21501-07 nr. 1855.

2021/2022

Het kabinet gaat onderzoeken of het mogelijk is als je het per 1 augustus of per 1 september huren bevriezen in laat gaan. Kan het dan met terugwerkende kracht? Dit gaat namelijk over een vrij beperkte sector, de sociale woningbouw. Wat is daar eventueel mogelijk, ook in overleg met de sector?

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000059

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Vervolg debat voorjaarsnota» over mogelijke maatregelen voor behoud koopkracht 2022 van 1 juli 2022, Kamerstukken II 2021-2022, (2022D28597). Nog geen Kamerstuknummer.

2021/2022

De staatssecretaris zal de autoriteit persoonsgegevens een toets laten doen op de privacy aspecten van de gegevensuitwisseling volgens de AVG regels.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000097

Deze toezegging is afgedaan in de brief «vierde voortgangsbrief FATCA» van 29 augustus 2022,  2022-0000208941

2021/2022

(mede namens MOCW) om goed te monitoren of extra geld naar onderwijs ook goed terecht komt. Toezegging tot rapportage waardoor we zien dat dit geld wel op de juiste plek terecht komen, zodat het onderwijs echt verbeterd kan worden, de Minister wil het alleen aan de Minister van Onderwijs overlaten h

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze Toezegging is afgedaan in de brief "Voortgang Nationaal Programma Onderwijs najaar 2021", Kamerstukken II 2021-2021, 35 925 VIII, nr. 15.

2021/2022

De heer Stoffer vroeg of er een reactie kan komen op zijn voorstel. De beleidsverantwoordelijkheid voor kindregelingen ligt, zoals u weet, bij de minister van SZW. Ik zou aan de heer Stoffer willen suggereren dat er een schriftelijke reactie op zijn voorstel komt van deze minister.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000028

Deze toezegging is afgedaan in de brief van de minister SZW  «Verzamelbrief Kinderopvang» d.d. 15 april 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 31 322 nr. 443In deze brief heeft de minister SZW de schriftelijke reactie opgenomen.

2021/2022

De Staatssecretaris zal in de derde voortgangsrapportage de Kamer nader informeren over de vormgeving van de duale taken Belastingdienst. (derde woensdag in mei)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000013

Deze toezegging is afgedaan in de brief  «Kamerbrief bij aanbieding jaarrapportage op Jaarplan Belastingdienst 2021» van 19 mei 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 31066, nr.1019.

2021/2022

Kamerbrief TEM

Kamerstukken II 2021-2022, 21 501, nr. 03, nr. 165

Deze toezegging is afgedaan in de brieven «Afronding onderhandelingen wijziging verordening terbeschikkingstelling eigen middelen» van 4 april 2022 (Kamerstukken II 2021-2022, 22112, nr. 3371), respectievelijk «Stand van zakenbrief Douane» van 4 juli 2022 (Kamerstukken II 2021-2022, 31934, nr. 59).

2021/2022

Toezegging aan Kamerlid de Jong (D66) tijdens commissiedebat Belastingdienst, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1002 met specifieke doelgroepen in gesprek te gaan als uit een evaluatie van een fiscale regeling blijkt dat het beter aan de uitgavenzijde kan worden vormgegeven.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000134

Deze toezegging is afgedaan in de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda, Kamerstukken II 2021/22, 32140, nr. 119.

2021/2022

Hammelburg (D66): Iemand in het kabinet gaat een brief sturen over de mondkapjes.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de Kabinetsreactie op het WRR-rapport: ‘Kiezen voor houdbare zorg. Mensen, middelen en maatschappelijk draagvlak’ van 3 juni 2022, Kamerstukken 2021-2022, 35 925-XVI, nr. 192.

2021/2022

Toezegging in Kamerbrief ‘Proces van de begrotingsbehandeling’ in Kamerstukken II 2021/22, 31865, nr. 207 om voor de zomer jaarlijks de Kamer te informeren over de inhoud van aankomende fiscale wetgeving.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000120

Deze toezegging is afgedaan in de Kamerbrief ‘Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda’, Kamerstukken II 2021/22, 32140, nr. 119.

2021/2022

OCW moet in december met een reactie moet komen op de problematiek van zzp’ers in de culturele sector (en dat de culturele subsidies niet naar hen lijken door te sijpelen).

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de Kamerbrief over het steunpakket in het eerste kwartaal van 2022, Kamerstukken II, 2021/22, 35420, nr. 462.

2021/2022

Van Dijk (CDA): Aanbevelingen uit rapport van de Rekenkamer Zicht op Rijksbezit worden meegenomen bij de evaluatie van het verslaggevingsstelsel, die komt begin 2022.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Deze toezegging is afgedaan met brief 'Evaluatie verslaggevingsstelsel rijksoverheid 2022" van 8 juni 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 31 865 nr. 209.

2021/2022

Toezegging aan dhr. Omtzigt een overzicht te geven van de doorwerking naar 16 inkomensafhankelijke regelingen; (Omtzigt noemde zelf nog de erfbelasting als 17e)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000045

Deze toezegging is afgedaan met de Kamerbrief «Toezegging gedaan tijdens het commissiedebat ‘Opties voor rechtsherstel box-3’ van 20 april 2022, over regelingen waarop het rechtsherstel box 3 effect heeft» van 10 mei 2022, Kamerstukken II, 2021-2022, 32140, nr. 107.

2021/2022

Kamerbrief Verbeteragenda Integriteit Douane

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Deze toezegging is afgedaan met het versturen van de brief 'Voortgangsrapportage (VGR) Douane 2021' aan de Tweede Kamer op 22 juni 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 31934, nr. 58.

2021/2022

Kamerbrief Voortgangsrapportage Douane 2021

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Deze toezegging is afgedaan met het versturen van de brief 'Voortgangsrapportage (VGR) Douane 2021' aan de Tweede Kamer op 22 juni 2022; Kamerstukken II 2021-2022, 31934, nr. 58.

2021/2022

Vraag: OS Segers. We komen terug op vraag: is de bijdrage vanuit het OS-budget voor humanitaire hulp aan Oekraïne eenmalig?

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000033

Deze toezegging is afgedaan met het Voorjaarsnotadebat op 5 juli 2022 middels Q&A's..

2021/2022

TK begin 2022 informeren over de 8 andere type CAF-zaken (zoals intermediairs) en over de tussenstand rapporteren in de stand van de uitvoering

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan met Kamerbrief «Rapporten PwC over Fraudesignaleringsvoorziening (FSV) – Particulieren en externe gegevensdeling» van 25 januari 2022, Kamerstukken II, 2021-2022, 31066, nr. 957.Nader onderzoek wordt aanbesteed. Over het vervolg wordt gerapporteerd in de kwartaalrapportage HVB.

2021/2022

Aanvulling: Minister zegt toe ook een voorkeur uit te spreken en niet alleen varianten te presenteren maar benadrukt ook het belang van de mening van de Kamer

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan met «Kamerbrief Begrotingsproces» van 13 april 2022, Kamerstukken II 2021 ‒ 2022, 31 865 nr. 207.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe aan de heer Omtzigt om de staatssecretaris van F&B te vragen de Kamer bij de brief over de herstelregeling FSV ook te informeren over de juridische bijstand bij FSV.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000101

Deze toezegging is afgedaan via de brief «Vormgeving tegemoetkoming FSV» van 24 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1065).

2021/2022

De staatssecretaris herhaalt de toezegging van de minister van Rechtsbescherming dat hij twee weken na het debat van 12 mei 2022 de Kamer nader zal informeren over herbeoordelingen van uithuisgeplaatste kinderen en over de aangenomen moties.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000047

Deze toezegging is afgedaan via de brief Actie op toezegging en moties uithuisplaatsingen kinderopvangtoeslag van de minister voor Rechtsbescherming van 3 juni 2022 (Kamerstuken II, 2021/22, 31066, nr. 1027)

2021/2022

De staatssecretaris zegt aan de heer Omtzigt toe binnen een week een brief aan de Kamer te sturen over een ontmoeting met de minister-president en de staatssecretaris van ouders van uithuisgeplaatste kinderen

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000095

Deze toezegging is afgedaan via de brief Actie op toezegging en moties uithuisplaatsingen kinderopvangtoeslag van de minister voor Rechtsbescherming van 3 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1027).

2021/2022

Over twee weken zal de Minister voor Rechtsbescherming uw Kamer informeren op welke manier en tegen welke termijn het kabinet de gedupeerde ouders met uithuisgeplaatste kinderen wil identificeren.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000021

Deze toezegging is afgedaan via de brief Actie op toezegging en moties uithuisplaatsingen kinderopvangtoeslag van de minister voor Rechtsbescherming van 3 juni 2022 (Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1027)

2021/2022

Om ouders in het buitenland zo snel mogelijk te kunnen helpen, is het voornemen om een tijdelijke juridische grondslag te creëren, naar verwachting in de vorm van een beleidsbesluit, vooruitlopend op de wetgeving. Een beleidsbesluit zal voorafgaand aan publicatie met uw Kamer worden gedeeld.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Deze toezegging is afgedaan via de brief Juridische grondslag herstelbeleid voor ouders in het buitenland van 15 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1050).

2021/2022

In het kader van de actieve openbaarmaking zal ik u de onderliggende stukken bij deze brief zo spoedig mogelijk doen toekomen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000012

Deze toezegging is afgedaan via de brief Nazending onderliggende stukken Kamerbrief herijking van 6 juli 2022 (2022Z14207).

2021/2022

Toezegging aan mevrouw Van Dijk (CDA) om als de uitvoeringstoets er is te kijken met de VNG welke toetsen zijn meegenomen als randvoorwaarden.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr. 56

Deze toezegging is afgedaan via de brief Verbeteringen herstelproces na herijking aanpak hersteloperatie kinderopvangtoeslag van 3 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1026)

2021/2022

Vanaf januari 2022 werken UHT en de gemeenten de kansrijke oplossingsrichtingen verder uit en verrichten zij de uitvoeringstoetsen. In de verdere uitwerking benutten we ook de concrete ideeën en suggesties van ouders die uit het ouderonderzoek naar voren komen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000042

Deze toezegging is afgedaan via de brief Verbeteringen herstelproces na herijking aanpak hersteloperatie kinderopvangtoeslag van 3 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1026)

2021/2022

In de eerste helft van 2022 wordt samen met de betrokken partners de mogelijkheden die uit de herijking komen verder uitgewerkt.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000057

Deze toezegging is afgedaan via de brief Verbeteringen herstelproces na herijking aanpak hersteloperatie kinderopvangtoeslag van 3 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1026)

2021/2022

De staatssecretaris zal op 3 juni de Kamer informeren over de herijking, de uitvoeringstoetsen en de opvolging van de adviezen van de BAK en de driegesprekken.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000065

Deze toezegging is afgedaan via de brief Verbeteringen herstelproces na herijking aanpak hersteloperatie kinderopvangtoeslag van 3 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1032)

2021/2022

Om te kijken of de cyclus van de KEV beter kan worden afgestemd op de begrotingscyclus (terugluisteren voor precieze toezegging)

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan. De TK is op 02.06.2022 door Min EZK geïnformeerd via het document 'Ontwerp beleidsprogramma Klimaat', Kamerstukken II 2021-2022, 32 813, nr. 1049.

2021/2022

Voor de financiële dekking van de overige plannen voor ouders in het buitenland, aanvullende brede ondersteuning en ondersteuning bij terugkeer naar Nederland, wordt tevens dekking voorzien binnen de huidige Toeslagenherstelbudgetten. Deze wijziging zal worden verwerkt bij Voorjaarsnota en met de 1e suppletoire begroting van het ministerie van Financiën aan het parlement worden voorgelegd.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000014

Deze toezegging is opgenomen in de eerste suppletoire begroting van het ministerie van Financiën (36120-IX, nr. 1)

2021/2022

De budgettaire gevolgen van de maatregelen voor ouders in het buitenland zullen dan ook ter autorisatie aan uw Kamer worden voorgelegd.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000030

Deze toezegging is opgenomen in de eerste suppletoire begroting van het ministerie van Financiën (36120-IX, nr. 1).

2021/2022

In een begrotingswet zullen de voorstellen ter autorisatie aan de Kamer voorleggen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000035

Deze toezegging is opgenomen in de eerste suppletoire begroting van het ministerie van Financiën (36120-IX, nr. 1).

2021/2022

De financiële impact van de verbetervoorstellen wordt na bespreking in het kabinet middels de 1e suppletoire begroting 2022 van het ministerie van Financiën ter goedkeuring aan het parlement voorgelegd.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000236

Deze toezegging is opgenomen in de eerste suppletoire begroting van het ministerie van Financiën (36120-IX, nr. 1).

2021/2022

Om intensieve begeleiding ook aan een grotere groep gedupeerden te kunnen bieden is additioneel budget nodig. Deze middelen zijn onderdeel van de voorjaarbesluitvorming en worden onder voorbehoud van besluitvorming binnen het kabinet, met de 1e suppletoire begroting ter autorisatie aan het parlement voorgelegd

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000246

Deze toezegging is opgenomen in de eerste suppletoire begroting van het ministerie van Financiën (36120-IX, nr. 1).

2021/2022

Op basis van de uitkomsten van de uitvoeringstoetsen nemen het kabinet en de VNG een definitief besluit over de implementatie van de herijkingsoplossingen. Hierover wordt uw Kamer geïnformeerd, als mede over de implementatietijdslijnen en de financiële impact van deze verbetervoorstellen. Voor een deel van de voorstellen is additioneel budget nodig. Deze middelen zijn onderdeel van de voorjaarbesluitvorming en worden onder voorbehoud van besluitvorming binnen het kabinet, met de 1e suppletoire begroting ter autorisatie aan het parlement voorgelegd

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000251

Deze toezegging is opgenomen in de eerste suppletoire begroting van het ministerie van Financiën (36120-IX, nr. 1).

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe met de VNG op te nemen of ouders en kinderen niet tussen wal en schip vallen bij verhuizing tussen gemeentes.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000041

Deze toezegging is opgenomen in paragraaf 1.3 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

In de derde termijn van de AFB komt de minister nader terug op de vraag over de maatvoering (hoeveel prijsstijging wordt vergoed en welke groepen krijgen wat). Het probleem voor een kleine fractie oplossen heeft geen zin. Vraag wordt nadrukkelijk betrokken bij de oplossing. Hiervoor moet echter meer

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is voldaan in de uitwerking van de compensatiemaatregel in de energiebelasting.

2021/2022

Dat Minfin en LNV bij de berekening voor stikstof meenemen wat het belang is van zelfvoorzienendheid op vlak van voedselvoorziening, de toegevoegde waarde van de agrarische sector en alle economische effecten die erbij komen kijken, en de waarde van zaken als plattelandstoerisme (en verder wat gen

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is overdragen aan ministerie LNV.Er is na de Algemene Financiële Beschouwingen d.d. 07.10.2021 afgesproken dat het aan LNV is om deze toezegging te verwerken. Op 13.7.2022  bevestiging van LNV ontvangen.

2021/2022

Toezegging van MP: de minster van Landbouw en de minister voor Natuur en Stikstof zullen tijdens het debat van volgende keer voorbereid zijn op het thema van opkopers en speculanten van kolencentrales (en daarmee op de vraag Hoe voorkom je dat opkopers en speculanten ermee vandoor gaan?)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000084

Deze toezegging is afgedaan. De Kamer is hierover geïnformeerd door de minister in het Voorjaarsnotadebat TK van 15 juni 2022.

2021/2022

Toezegging scheefgroei tussen eenverdieners en tweeverdieners

Kamerstukken I 2021-2022, , nr.

Dit is doorgegeven aan de nieuwe bewindspersonen.

2021/2022

De staatssecretaris zegt aan mevrouw Maatoug toe dat de minister van Armoedebeleid in overleg met de VNG schriftelijk zal terugkomen op de groep die niet gedupeerd is maar wel in de problemen zit en daarbij de energiearmoede zal meenemen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000071

Dit is opgenomen in de brief aan de Tweede Kamer inzake actieaanpak geldzorgen, armoede en schulden van de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen.

2021/2022

Juridische grondslag voor de kindregelingen zoals in wetsvoorstel dat naar Raad van State is gestuurd wordt voor het zomerreces aan de Kamer gezonden. De regeling voor ex-partners volgt daarna.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000023

Dit is opgenomen in het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen (36151) dat op 27 juni 2022 aangeboden is aan de Tweede Kamer, zie hiervoor paragraaf 3.2 van de Memorie van Toelichting. Zie hiervoor ook de 11e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

Indien er sprake is van evident misbruik, bijvoorbeeld wanneer iemand opzettelijk onjuiste informatie verstrekt, dan zal er wel teruggevorderd worden. Dit zal in de wet hersteloperatie toeslagen geregeld worden.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000231

Dit is opgenomen in het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen (36151) dat op 27 juni 2022 aangeboden is aan de Tweede Kamer, zie hiervoor paragraaf 6.5 van de Memorie van Toelichting.

2021/2022

Samen met kinderen en ouders zal een aanpak uitgewerkt worden voor niet-financieel herstel van kinderen. Hierover wordt de Kamer voor de zomer geïnformeerd.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000072

Dit is opgenomen in paragraaf 1.1 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

De uitkomst van de pilot waarin pro-actief contact wordt opgenomen met ouders die € 30.000 financiële compensatie hebben ontvangen en waarbij de uiteindelijke compensatie met grote zekerheid niet hoger uitkomt wordt in de 11e VGR opgenomen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000256

Dit is opgenomen in paragraaf 2.1 van de 11e Voortgangsrapportage, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

De staatssecretaris zegt aan de heer Alkaya toe de Kamer nader te informeren over belangrijkere rol voor de persoonlijke zaakbehandelaars. Naar aanleiding van een verzoek van de heer Grinwis is het streven om dat in de volgende VGR te doen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000029

Een reactie op deze toezegging is opgenomen de aanbiedingsbrief en in paragraaf 2.1 van de 11e Voortgangsrapportage, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

In de elfde en twaalfde Voortgangsrapportage zal het kabinet de Kamer over de resultaten van de praktijktest met vaststellingsovereenkomsten informeren.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Een reactie op deze toezegging is opgenomen in de aanbiedingsbrief en paragraaf 1.6 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

Over de voortgang van de proef met vaststellingsovereenkomsten wordt uw Kamer geïnformeerd in de volgende VGR.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000211

Een reactie op deze toezegging is opgenomen in de aanbiedingsbrief en paragraaf 1.6 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

Ik streef ernaar uw Kamer op kort termijn nader te informeren over de inhoud van de ex-partnerregeling.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000014

Een reactie op deze toezegging is opgenomen in de aanbiedingsbrief van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

In samenwerking met externe partijen wordt onderzoek gedaan naar een online ouderportaal voor ouders waarin persoonlijke informatie over het herstelproces voor ouders inzichtelijk is. Na het zomerreces wordt u geïnformeerd over de stand van zaken.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000007

Een reactie op deze toezegging is opgenomen in paragraaf 1.1 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe de reactie op het advies Gelijkwaardig herstel mee te nemen in de 10e Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Een reactie op deze toezegging is opgenomen in paragraaf 1.1 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093. Tevens is als bijlage bijgevoegd een afschrift van de reactie aan de opstellers van het advies.

2021/2022

De staatssecretaris zegt aan de heer Mulder toe dat de Kamer in de volgende VGR wordt geïnformeerd over de aanpassingen van de cijfertabel in de 10e VGR.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000077

Een reactie op deze toezegging is opgenomen in paragraaf 2.1 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

In de 11e Voortgangsrapportage wordt nader ingegaan op verbetermaatregelen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000006

Een reactie op deze toezegging is opgenomen in paragraaf 2.1 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

Gelet op het moment waarop besluitvorming over de herijkingsvoorstellen en de budgettaire Voorjaarsbesluitvorming plaatsvindt verwacht UHT in de 11e of 12e VGR meer informatie te kunnen geven over de verdere planning.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000261

Een reactie op deze toezegging is opgenomen in paragraaf 2.2 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

De verbeteringen van de herijking zullen ook worden meegenomen in de hernieuwde planning van de integrale beoordelingen die in het eerste kwartaal 2022 met ouders en uw Kamer zal worden gedeeld.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000024

Een reactie op deze toezegging is opgenomen in paragraaf 2.2 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

In de 11e Voortgangsrapportage zal aandacht aan de beroepen niet tijdig beschikken dwangsommen besteed worden.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000011

Een reactie op deze toezegging is opgenomen in paragraaf 2.4.3 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

De staatssecretaris zegt aan de heer Mulder toe in de volgende VGR terug te komen op onothodoxe maatregelen rondom dossiers waarover ook eventueel nog met de AP gesproken moet worden.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000089

Een reactie op deze toezegging is opgenomen in paragraaf 2.5 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

In de 11e Voortgangsrapportage volgt een nieuwe update op het gebied van het samenstellen van dossiers en eventuele alternatieven.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Een reactie op deze toezegging is opgenomen in paragraaf 2.5 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

De staatssecretaris zal in juni terugkomen of het loket voor afbetaalde schulden per september van start kan gaan.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000053

Een reactie op deze toezegging is opgenomen in paragraaf 3.5 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

De staatssecretaris zegt aan de heer Mulder toe de Kamer terug te koppelen over het contact met de ACM.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000083

Een reactie op deze toezegging is opgenomen in paragraaf 4.2 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

Wij blijven uiteraard nauw kijken naar interne en externe signalen dat compensatie mogelijk verkeerd terechtkomt. In een volgende Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag zal de staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane uw Kamer hierover nader informeren

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Een reactie op deze toezegging is opgenomen in paragraaf 4.2 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

In de elfde voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen wordt uw Kamer uitgebreider geïnformeerd over de problematiek van de zogenaamde dubbele aanvragers.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Een reactie op deze toezegging is opgenomen in paragraaf 4.3 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

Het cijfermatig verloop van de uitstroom van niet-gedupeerden wordt opgenomen in de 11e Voortgangsrapportage.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Een reactie op deze toezegging is opgenomen in tabel 4 in paragraaf 2.1 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

Minister Koolmees heeft tijdens het debat toegezegd of te onderzoeken of een kwartaalbrief van EZK/FIN/SZW over de ‘afwikkeling van steun’ een haalbare kaart is en dat StasFIN (of MIN) hierop terugkomt bij de AFB. Ook is aangekondigd dat er vóór de Algemene Financiële Beschouwingen een brief naar de Kamer wordt gestuurd over hoe er (door o.a. de Belastingdienst) omgegaan kan worden met problematische schulden bij levensvatbare bedrijven.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Het eerste deel van de toezegging wordt afgedaan door de gelijktijdige verzending van Kamerbrieven door de departementen SZW, EZK en FIN over de monitoring van coronasteunmaatregelen. Ten aanzien van de fiscale maatregelen is de eerste brief verstuurd op 11 maart 2022: Kamerstukken II 2021-2022, 35 420, nr. 473. Het tweede deel van de toezegging is afgedaan door de Kamerbrief over de aanpak van coronaschulden van 11 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021-2022, 35 420, nr. 420).

2021/2022

Er zal zo spoedig mogelijk een wetsvoorstel ingediend worden waarin geregeld wordt dat de invorderingsrente achterwege wordt gelaten ten aanzien van gepauzeerde vorderingen die worden voldaan door middel van een betalingsregeling

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000008

Het wetsvoorstel is inmiddels ingediend en in werking getreden. Gepubliceerd in Staatsblad 2022, nr. 308.

2021/2022

Zodra de uitvoeringstoets door de staatssecretaris is ontvangen, wordt deze met uw Kamer gedeeld.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000052

Het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen (36151) is op 27 juni 2022 aangeboden aan de Tweede Kamer.  Hierin zijn de regelingen voor kinderen en gedupeerde aanvragers van huurtoeslag, zorgtoeslag of kindgebonden budget  opgenomen inclusief de uitvoeringstoetsen hierop. De regeling voor ex-partners wordt later in een apart wetsvoorstel geregeld.

2021/2022

De regelingen voor kinderen van gedupeerden, expartners van gedupeerden, gedupeerden bij andere toeslagen en ouders in het buitenland worden in de eerste helft van 2022 uitgewerkt en waar mogelijk voor een uitvoeringstoets voorgelegd.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000062

Het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen (36151) is op 27 juni 2022 aangeboden aan de Tweede Kamer.  Hierin zijn de regelingen voor kinderen en gedupeerde aanvragers van huurtoeslag, zorgtoeslag of kindgebonden budget  opgenomen inclusief de uitvoeringstoetsen hierop. De regeling voor ex-partners wordt later in een apart wetsvoorstel geregeld.

2021/2022

Streven is om het wetsvoorstel Wet Hersteloperatie Toeslagen voor de zomer in te dienen bij de Tweede Kamer

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000047

Het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen (36151) is op 27 juni 2022 aangeboden aan de Tweede Kamer.

2021/2022

Het wetsvoorstel hersteloperatie wordt naar verwachting in de zomer van 2022 aan uw Kamer voorgelegd.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000067

Het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen (36151) is op 27 juni 2022 aangeboden aan de Tweede Kamer.

2021/2022

De minister van Rechtsbescherming zegt richting de heer Van Nispen toe dat de staatssecretaris Financiën Toeslagen & Douane met een schrijven zal komen richting de Tweede Kamer waarin ze ingaat op de rechtsbescherming bij de hersteloperatie.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

Hierover is uw Kamer op 8 juli 2022 geïnformeerd door de minister voor Rechtsbescherming.

2021/2022

Een brief aan de Kamer over hoe de leningen voor de fondsen worden aangetrokken.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T003740

Afgedaan in de Kamerbrief over de samenhang en voortgang van de fondsen van 10 juni 2022.

2021/2022

Schriftelijk terugkomen op het wel/niet delen van de brief van de LA van 30 mei jl. en wie opdracht heeft gegeven tot verzending van die brief (Omtzigt)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Afgedaan in de Kamerbrief «Reactie verzoek Kamerlid Omtzigt over Brief inzake de artikel 12 procedure» van 6 juli 2022.

2021/2022

Aan dhr. Idsinga een brief binnen een paar weken (lees 1 maart) over de argumenten m.b.t. de tegenbewijsregeling.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Afgedaan in Kamerstukken II 2021-2022, 35 927, nr. 112.

2021/2022

aan dhr. Omtzigt nog een keer te kijken naar gevraagd advies over juridische houdbaarheid box 3 per 2017.

Kamerstukken II 2021-2022, 32 140, nr. 106

Afgedaan in Kamerstukken II 2021-2022, 32 140, nr. 106.

2021/2022

Aan dhr. Alkaya een brief voor 1 maart over (on)mogelijkheden afschaffen jubelton eerder dan per 2024.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Op 1 maart 2022 heeft het kabinet de Tweede Kamer geïnformeerd over de (on)mogelijkheden tot afschaffing of verlaging van de vrijstelling EW per 1 januari 2023 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 1928). In de daaropvolgende brief van 8 maart 2022 heeft het kabinet voorgesteld om per 1 januari 2023 de vrijstelling EW te verlagen tot het bedrag van de voor één kalenderjaar verhoogde vrijstelling voor schenkingen van ouders aan hun kinderen tussen 18 en 40 jaar die niet aan bestedingsvoorwaarden is gebonden (in 2022: € 27.231) (Kamerstukken II 2021/22, 35927, nr. 113).

2021/2022

De minister heeft toegezegd dat in de uitvoering door IBTD wordt gekeken welke mogelijkheden er zijn tot interveniëren, en hoe dit in de wet op de rijksinspecties zo goed mogelijk kan worden ingeregeld.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Op deze toezegging is ingegaan de Kamerbrief van 9 juni «Toelichting op de aangenomen moties ingediend tijdens het tweeminutendebat over de ministeriële regeling Inspectie Belastingen Toeslagen en Douane (IBTD)» (2022Z11719, nog geen Kamerstuknummer).

2021/2022

Zegt toe de Minister van LNV en de Minister voor Stikstof te vragen een antwoord te geven op de vragen van mevr Van de Plas (BBB) over onder andere het Programma Natuur als onderdeel van het HVP

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000062

Overgedragen aan LNV.

2021/2022

Aanvullend verzoek: aanleveren deel beslisnota’s zonder weggelakte stukken.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Stukken zijn aan de Kamer verzonden met de brief van 31 maart 2022, Kamerstukken II 2021/22, 35 925 IX, nr. 27.

2021/2022

Toezegging aan Alkaya om in voorjaarsnota/ belastingplan terug te komen op structurele solidariteitsheffing

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000013

Tijdens het vervolg van het debat over de Voorjaarsnota 2022 op dinsdag 5 juli 2022 en de Kamerbrief Belasting op excessieve winsten van energiebedrijven van 1 juli 2022 is teruggekomen op de solidariteitsheffing en daarmee is deze toezegging afgedaan.

2021/2022

Toezegging aan Kamerleden van Weyenberg, Alkaya, Grinwis en Nijboer een uitgebreide brief naar de Kamer te sturen met nadere invulling van de beleids- en uitvoeringsprioriteiten

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000090

Toezegging is afgedaan in de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda, Kamerstukken II 2021/22, 32140, nr. 119.

2021/2022

Aanbod aan de Tweede Kamer om een technische briefing te houden door Belastingdienst en ketenpartners m.b.t. toekomstig stelsel voorafgaand aan debat contourennota.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000019

Toezegging is middels de technische briefing op 20 juni 2022 afgerond.

2021/2022

Aan diegene die die koopkrachtplaatjes maken, om daar aan te vragen wat er wel en niet mogelijk is tav de huizenprijzen. Dat zijn geen plaatjes die het Ministerie van Financiën maakt.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgerond. Verzocht aan SZW om de bezien in welke mate huizenprijzen in koopkrachtplaatjes kunnen worden opgenomen.

2021/2022

De ex-partnerregeling wordt eerst beleidsmatig uitgewerkt en vervolgens zo spoedig mogelijk in de wet opgenomen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000216

Afgerond. Zie hiervoor de aanbiedingsbrief bij het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen (36151-5). Streven is uw Kamer op kort termijn nader te informeren over de inhoud van de ex-partnerregeling. Dit is op het moment dat de besluitvorming binnen het kabinet over de expartnerregeling is afgerond.

2021/2022

Toezegging: Ouderendiscriminatie op de arbeidsmarkt, wij zijn (uiteraard) fel tegenstander hiervan. U krijg een briefvóór de zomer van de minister van SZW over arbeidskrapte, daarin wordt ingegaan hoe iedereen aan de slag kan gaan of blijven en op mensen die aan de kant staan

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000083

Zoals toegezegd is er een Kamerbrief uitgegaan over arbeidsmarktkrapte op 24 juni 2022, 2022-0000140831

2021/2022

Na het zomerreces ontvangt de Kamer een inhoudelijke reactie op IBTD-rapport 'startpunt voor dialoog'.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000019

Afgerond met de beleidsreactie bij de publicatie «Startpunt voor dialoog» die op 2 september 2022 aan de Kamer is verzonden (2022Z16099, nog geen Kamerstuknummer).

2021/2022

de motie-Azarkan over nieuwe lijsten voor versterkte controle toetsen aan de geldende waarborgen

Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, nr. 940

Deze motie is afgedaan in de stand van zakenbrief voor het commissiedebat Belastingdienst van 7 september 2022. Verwijzing Kamerstukken nog niet bekend.

2021/2022

We komen terug op vraag: is de bijdrage vanuit het OS-budget voor humanitaire hulp aan Oekraïne eenmalig

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Toezegging is afgedaan met Kamerbrief «Kabinetsreactie IBO Publieke Investeringen» van 18 juli 2022.

Door de bewindslieden gedane toezeggingen die nog niet zijn afgerond (niet fiscaal)
Tabel 102 Door de bewindslieden gedane toezeggingen die nog niet zijn afgerond

Vergaderjaar

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken / planning

2012/2013

Toezegging ontwerp en invulling van borgingsinstrumenten

Kamerstukken II 2012-2013, 28 165, nr. 162

In behandeling. Het invoeren van een Britse wet voor borging publieke belangen heeft op dit moment geen prioriteit in het VK.

2013/2014

Toezegging financiële transactiebelasting

Kamerstukken II 2013-2014, 21 501-07, nr. 1115

In behandeling. Aangezien er nog geen concreet voorstel ligt is dit nog niet aan de orde

2014/2015

Toezegging analyse Financial Transaction Tax

Kamerstukken II 2014-2015, 34 208, Kamerstukken II 2014-2015, 34 198 en Kamerstukken II 2014-2015 34 204, nr. 11

In behandeling. Het is tot op heden niet duidelijk hoe de Financial Transaction Tax er uit komt te zien.

2015/2016

Toezegging voortgang Volksbank

Kamerstukken II 2015-2016, 33 532, nr. 61

In behandeling. De Kamer is op 7 juli 2022 geïnformeerd over de meest recente voortgangsrapportage van NLFI over de Volksbank (Kamerstuknummer nog onbekend).

2015/2016

Toezegging informeren Kamer rondom regelgeving op grond van artikel 1:3a

Kamerstukken II 2015-2016, 34 455, nr. 11

In behandeling. Eerste en enige melding bij brief van 9 februari 2017. Kamerstukken II 2016-2017, 32 545, nr. 60. Daarna is er geen regelgeving op grond van artikel 1:3a vastgesteld

2015/2016

Toezegging kapitaalstortingen TenneT Duitse investeringen

Kamerstukken II 2015-2016, 28 165, nr. 248

In behandeling. In 2016 is een kapitaalstorting toegezegd. Er is vastgelegd dat TenneT de gestorte middelen alleen aanwendt voor wettelijk verplichte investeringen in Nederland. Sinds deze storting is de investeringsagenda van TenneT verder gegroeid. TenneT heeft daarom opnieuw additioneel eigen vermogen nodig. Anders dan bij de eerder aan TenneT toegezegde kapitaalstortingen, is deze eigen vermogen behoefte voor een substantieel deel een gevolg van de Duitse investeringsagenda. Onderzocht wordt of deze kapitaalbehoefte door een investering door de Duitse staat ingevuld kan worden.

2015/2016

Toezegging gedupeerden misleidende reclame Staatsloterij

Kamerstukken II 2015-2016, 28 165, nr. 248

In behandeling. Nederlandse Loterij heeft afspraken gemaakt met Stichting Staatsloterijschadeclaim over een oplossing voor alle spelers uit de tijd van de misleidende reclame. Belangrijkste element was een eenmalige, bijzondere loterij in mei 2017. Veel oud-deelnemers hebben aan deze loterij deelgenomen, waardoor het risico op betaling van hoge schadebedragen substantieel is gedaald. Tegen Staatsloterij lopen nog enkele collectieve en individuele zaken.

2015/2016

Toezegging SNS

Kamerstukken I 2015-2016, T02187, nr.

In behandeling.

2016/2017

Toezegging Evaluatie algemene zorgplicht Wet op het financieel toezicht

Kamerstukken I 2021-2022, P-T003834, nr.

Aangehouden. De oorspronkelijke toezegging luidt: uiterlijk 1 januari 2022 zal de Staten-Generaal een verslag met de bevindingen van de evaluatie van de doeltreffendheid en de effecten van de algemene zorgplicht in artikel 4:24a Wft in de praktijk ontvangen. De minister van Financiën heeft de Staten-Generaal op 12 december 2021 geïnformeerd over het aanhouden van de evaluatie tot er meer zicht is op de formele handhavingspraktijk en ontwikkeling in de bestuursrechtelijke rechtspraak.

2016/2017

Toezegging valuatie verkoopproces a.s.r.

Kamerstukken II 2016-2017, 33 532, nr. 79

In behandeling.

2016/2017

Toezegging wijzigingen in bijlage bij Wet toezicht accountantsorganisaties

Handelingen II 2016-2017, nr. 99

Doorlopend, in behandeling.

2016/2017

Toezegging Evaluatie algemene zorgplicht Wet op het financieel toezicht (33.632)

Kamerstukken I 2016-2017, 32 545, nr. 59, p. 7/8

Aangehouden. De oorspronkelijke toezegging luidt: uiterlijk 1 januari 2022 zal de Staten-Generaal een verslag met de bevindingen van de evaluatie van de doeltreffendheid en de effecten van de algemene zorgplicht in artikel 4:24a Wft in de praktijk ontvangen.De minister van Financiën heeft de Staten-Generaal op 15 december 2021 geïnformeerd over het aanhouden van de evaluatie tot er meer zicht is op de formele handhavingspraktijk en ontwikkeling in de bestuursrechtelijke rechtspraak.

2017/2018

Toezegging evaluatie afwikkelingsproces van rentederivatendossier breder te trekken

Handelingen II 2017-2018, nr. 55, item 22

In behandeling wat betreft rentederivaten. De evaluatie naar het afwikkelingsproces zal worden uitgevoerd door ABDTOPConsult en zal naar verwachting in de tweede helft van 2021 plaatsvinden. Kamerstukken II 2020-21, 31 311 nr. 238. Afgerond m.b.t. beleggingsverzekeringen. Bij brief van 28 juni 2019 is de TK geïnformeerd over de lessen die kunnen worden getrokken uit het beleggingsverzekeringendossier. Kamerstukken II 2018-2019, 32 013, nr. 218.

2017/2018

Toezegging aandacht EC voor risico’s op terrein van privacy

Kamerstukken II 2017-2018, 34 813, nr. 22

In behandeling.  De Tweede Kamer is hierover geinformeerd in brief moties en toezeggingen op het terrein van de financiële markten najaar 2019. Kamerstukken II 2019-2020, 32 545, nr. 111. Ook is in de reactie op de consultatie van de Europese Commissie ten behoeve van de te vormen strategie voor het retail betalingsverkeer aandacht gevraagd voor de privacy-risico's ten aanzien van PSD2.

2017/2018

Toezegging evalueren wet transparant toezicht financiële markten twee of drie jaar na inwerkingtreding

Handelingen II 2017-2018, nr. 46, item 4

In behandeling. Ten behoeve van de evaluatie is met DNB en AFM afgesproken dat zij de komende jaren bijhouden hoe zij de nieuwe publicatiebevoegdheden uit de Wet transparant toezicht financiële markten inzetten.

2017/2018

Toezegging evaluatie Wet toezicht trustkantoren 2018

Handelingen II 2017-2018, nr. 102, item 3 (herdruk)

In behandeling. Wordt meegenomen bij de evaluatie van de Wet toezicht trustkantoren die voorzien is vijf jaar na inwerkingtreding (2024)

2017/2018

Toezegging De Kamer nader informeren over de implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn in andere EU-lidstaten

Kamerstukken I 2017-2018, (34 808) (T02630), nr.

In behandeling.

2017/2018

Toezegging blijvend monitoren lasten Wwft

Handelingen II 2017-2018, nr. 55, item 23

Doorlopend, in behandeling.

2018/2019

Toezegging meenemen Algemene Rekenkamer bij evaluatie Invest-NL

Handelingen II 2018-2019, nr. 82, item 16

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft de Rekenkamer een formeel verzoek gedaan tot betrokkenheid bij de wetsevaluatie Invest-NL. De Rekenkamer heeft aangegeven dat een formele betrokkenheid niet bij haar rol past. Wel heeft de Rekenkamer aangeboden op ambtelijk niveau advies te geven over het doen van onderzoek naar de effectiviteit en doelmatigheid van publieke middelen.Deze conclusie kan worden opgenomen in de aanbiedingsbrief bij de wetsevaluatie.

2018/2019

Toezegging In EU bespreken bruikbaarheid structurele saldo (35.000)

Handelingen I 2018-2019, nr. 8, item 8, p. 23-24

In behandeling. De consultatiesessies van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) zijn op 19 oktober jl. van start gegaan. Hierbij zullen veel onderwerpen aan bod komen, waaronder de numerieke vereisten binnen de preventieve arm, waar het structureel saldo onderdeel van is. Nederland zet zich in deze gesprekken in langs de bestaande Nederlandse lijn gezien de demissionaire status van het kabinet, waaronder de verbetering van de voorspelbaarheid en transparantie van de SGP-doelstellingen. In de toegezegde SGP-brief, welke uiterlijk in december naar het parlement wordt gestuurd, zal het kabinet verder ingaan op de bruikbaarheid van het structureel saldo.

2018/2019

Toezegging hoogte normrendement Invest-NL

Handelingen II 2018-2019, nr. 82, item 16

In behandeling. Kamer informeren na vaststelling. Uiteindelijke termijn voor vaststelling normrendement is per Kamerbrief vastgezet op 3 jaar (streefdatum vaststelling 01-01-2023)

2018/2019

Toezegging De Kamer de evaluatie van de Wet herstel en afwikkeling van verzekeraars aanbieden (34.842)

Handelingen I 2018-2019, nr. 9, item 8

In behandeling. Mede in het licht van de lopende onderhandelingen voor het richtlijnvoorstel herstel en afwikkeling verzekeraars (IRRD) zal worden bezien wat een geëigend moment is voor een evaluatie.

2019/2020

Toezegging Terugkoppeling gesprekken over het UBO-register met kerkgenootschappen (35.179)

Handelingen I 2019-2020, nr. 32, item 10, p. 14, 15 en 16

De minister van Justitie en Veiligheid heeft toegelicht wat het gevoerde beleid, zoals gecommuniceerd in de kamerbrief van 14 april jl., betekent voor leden van kerkgenootschappen. Dit tot wederzijdse tevredenheid. Ook in de toekomst zal het ministerie van Justitie en Veiligheid op regelmatige basis contact met kerkgenootschappen houden om met elkaar in verbinding te blijven en signalen tijdig op te vangen.

2019/2020

Toezegging Faciliteren van gerechtvaardigde beroepen op afscherming van UBO's van kerkgenootschappen (35.179)

Handelingen I 2019-2020, nr. 32, item 10, p. 17

De minister van Justitie en Veiligheid onderhoudt primair contacten met kerkgenootschappen. In zijn algemeenheid zijn deze contacten goed. Onderwerp van gesprek is het UBO-register in brede zin, waaronder ook over de afscherming bij gerechtvaardigde verzoeken daartoe.

2019/2020

Toezegging onderzoek naar juridische kwaliteit van opgelegde aanslagen schenk- en erfbelasting

Kamerstukken II 2019-2020, 31 066, nr. 527, blz. 1

Deze toezegging is afgedaan in de stand van zakenbrief voor het commissiedebat Belastingdienst van 7 september 2022. Verwijzing Kamerstukken nog niet bekend.

2019/2020

Toezegging 25%-grens evaluatie UBO-register

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling

2019/2020

Toezegging dialoog UBO- en centraal aandeelhoudersregister

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling

2019/2020

Toezegging verslaglegging aantal opvragen in verwijzingsportaal

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling

2019/2020

Toezegging monitoren effect toezicht op kleine cryptopartijen

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling

2019/2020

Toezegging monitoren toename gebruik non-custodian wallets

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling

2019/2020

Toezegging monitoren hoge toezichtskosten en registratieplicht kleine cryptobedrijven

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling

2019/2020

Toezegging bespreken integriteitsrisico’s geldautomaten met DNB en in MOB

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling

2019/2020

Toezegging risico's verduurzamingspakketten beleggingshypotheken

Kamerstukken II 2019-2020, 32 013, nr. 234

In behandeling

2019/2020

Toezegging betrekken fintech en start-ups bij strijd tegen witwassen via cryptovaluta

Kamerstukken I 2019-2020, nr. 25, item 10

In behandeling

2019/2020

Toezegging verankeren rekeninghouders in gedragscode bankensector

Kamerstukken II 2019-2020, 35 107, nr. 16

In behandeling

2019/2020

Toezegging brief islamitisch bankieren

Kamerstukken II 2019-2020, 35 107, nr. 16

In behandeling

2019/2020

Toezegging informeren Kamer naleving voorwaarden rol state agent

Kamerstukken II 2019-2020, 35 505, nr. 20

In behandeling, informatie over de bevindingen van de State Agent meegenomen in de rapportages van de staatsagent.

2019/2020

Toezegging gesprek met kerkgenootschappen

Handelingen I 2019-2020, nr. 32, item 10, p. 14, 15 en 16

In behandeling, JenV heeft hier het voortouw.

2019/2020

Toezegging eurobetaalrekening ingezetenen Caribisch Nederland

Aanhangsel van de Handelingen II 2018-2019, nr. 3773

In behandeling.

2019/2020

Toezegging Jaarlijks de wenselijkheid te inventariseren van aanvullende wetgeving teneinde FATF-standaarden te implementeren (35.245)

Handelingen I 2019-2020, nr. 25, item 10

In behandeling.

2019/2020

Toezegging evaluatie effectiviteit Wet verwijzingsportaal bankgegevens

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling. De wet verwijzingsportaal bankgegevens wordt twee jaar na de in werking treding geëvalueerd.

2019/2020

Toezegging evaluatie verwijzingsportaal in periodieke audit

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling. De wet verwijzingsportaal bankgegevens wordt twee jaar na de in werking treding geëvalueerd.

2019/2020

Toezegging verlengen garanties inzake SURE

Kamerstukken II 2019-2020, 35 466, nr. 10

In behandeling. Een eventuele verlenging is nog niet aan de orde.

2019/2020

Toezegging hefboomleningen in FSB en in kaart brengen risico's

Kamerstukken II 2019-2020, 32 013, nr. 234.

In behandeling. In FSB-verband wordt hier aandacht voor gevraagd en staat het op de agenda. De FSB brengt momenteel risico's verder in kaart. Vervolgens wordt de Kamer hierover geinformeerd.

2019/2020

Toezegging evalueren implementatie vierde anti-witwasrichtlijn

Handelingen I 2019-2020, nr. 25, item 10

In behandeling. In het najaar van 2021 zal de EK een verslag van de evaluatie ontvangen.

2019/2020

Toezegging evalueren financiële dienstverlening aan ambassades en internationale organisaties

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling. Zal worden meegenomen in de evaluatie.

2019/2020

Toezegging Kamer informeren over monitoring inkomenspositie werknemers KLM bij de herstructureringsplannen

Kamerstukken I 2019-2020, T02989, nr.

In behandeling.

2019/2020

Toezegging Informeren over invulling steunmaatregelen KLM en in het bijzonder de duurzaamheidsvoorwaarden

Kamerstukken I 2019-2020, T02990, nr.

Per brief heeft de minister de EK op 31 oktober 2020 en 3 november 2020 (EK 35 505, D en E) geïnformeerd over het herstructureringsplan. De commissie heeft toen besloten de brieven voor kennisgeving aan te nemen en T02989 en T02990 als «deels voldaan» aan te merken.Conform afspraak ontvangt de EK zolang de steun aan KLM loopt (gelijktijdig met TK) de rapportages van de staatsagent waarin dit onderwerp wordt behandeld.Op 11 juni 2021 er een brief van de ministers van Financiën en I&W ter aanbieding van de eerste periodieke rapportage van de staatsagent bij KLM aangeboden. Deze rapportage geeft invulling aan de toezegging om de Kamer met een zekere regelmaat te rapporteren over hoe het staat met de steunmaatregelen KLM, incl. de duurzaamheidsvoorwaarden.In 2022 wordt als onderdeel van de tweede rapportage en derde rapportage van de staatsagent nadere invulling gegeven aan deze toezegging. In deze rapportages word invulling gegeven aan deze toezegging, inclusief de voortgang op de duurzaamheidseisen.

2019/2020

Toezegging inzet op crypto's bij Financiën en DNB

Kamerstukken I 2019-2020, nr. 25, item 10

Doorlopend, in behandeling.

2019/2020

Toezegging informeren Kamer EC-stukken SURE (rapportages/verantwoording)

Kamerstukken II 2019-2020, 21 501-07, nr. 1713

Doorlopend, in behandeling.

2019/2020

Toezegging De Kamer te informeren over tussenstanden en voorlopige bevindingen onderzoek overlap geldstromen witwassen en belastingontwijking (35.245)

Handelingen I 2019-2020, nr. 25, item 10

Doorlopend, in behandeling.

2020/2021

Toezegging nevenactiviteiten accountants als hoogleraar

Kamerstukken II 2020-2021, 33 977, nr. 33

Afgerond met de brief over rapport «Versterking verantwoordingsketen» en tweede voortgangsrapportage Kwartiermakers toekomst accountancysector van 9 juli 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 33977, nr. 37.

2020/2021

Toezegging reactie onderzoek gecontroleerde entitieiten

Kamerstukken II 2020-2021, 33 977, nr. 33

Afgerond met de brief over rapport «Versterking verantwoordingsketen» en tweede voortgangsrapportage Kwartiermakers toekomst accountancysector van 9 juli 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 33977, nr. 37.

2020/2021

Het kabinet zegt in de kabinetsreactie «ongekend onrecht» toe burgerpanels op te richten.

Kamerstuk II 2020-2021, 35510, nr. 2

Deze toezegging is afgedaan in de stand van zakenbrief voor het commissiedebat Belastingdienst van 7 september 2022. Verwijzing Kamerstukken nog niet bekend.

2020/2021

Het kabinet zegt in de kabinetsreactie «ongekend onrecht» toe de voortgang van de cultuurverandering bij de Belastingdienst te monitoren.

Kamerstuk II 2020-2021, 35510, nr. 2

Deze toezegging is afgedaan in de stand van zakenbrief voor het commissiedebat Belastingdienst van 7 september 2022. Verwijzing Kamerstukken nog niet bekend.

2020/2021

Het kabinet zegt in de kabinetsreactie «ongekend onrecht» toe de samenwerking tussen de Belastingdienst en Toeslagen met de opdrachtgevers te verbeteren .

Kamerstuk II 2020-2021, 35510, nr. 2

Deze toezegging is in behandeling en zal worden afgedaan in de stand van de uitvoering.

2020/2021

Het kabinet zegt in de kabinetsreactie «ongekend onrecht» toe om burgers beter te informeren over het incassoproces.

Kamerstuk II 2020-2021, 35510, nr. 2

Deze toezegging is in behandeling en zal worden afgedaan in de stand van zakenbrief voor het commissiedebat Belastingdienst.

2020/2021

Plan van aanpak communicatiestrategie

Kamerstuk II 2020-2021, 35510, nr. 2

Deze toezegging is in behandeling.

2020/2021

Naar aanleiding van vragen van de heer Grinwis zal de Staatssecretaris in de al toegezegde hoofdlijnenbrief over verbeteringen binnen het huidige toeslagenstelsel ook ingaan op zorgtoeslag en zorgpremie

Kamerstukken II 2020-2021, P, nr. T2000000045

Het gesprek met Zorgverzekeraars Nederland staat gepland op 8 september 2022.

2020/2021

De publicatie van de resterende aanvullende voorbereidingsdossiers en de aan de ADR aangereikte documenten op het informatiepunt KOT is uiterlijk dit najaar voorzien.

Kamerstukken II 2020-2021, P, nr. T2000000001

Hier is over gerapporteerd in de 11e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093. Inmiddels zijn de documenten die vielen onder oude Wob-besluiten met betrekking tot het toeslagenschandaal gepubliceerd op het informatiepunt KOT. De persoonlijke beleidsopvatting die in eerste instantie geweigerd waren, zijn daarbij ontlakt. Voor de volledigheid zijn ook de oude besluiten gepubliceerd. De resterende documenten worden binnenkort op het informatiepunt KOT geplaatst.

2020/2021

Toezegging gevolgen aanpassing normen voor kredietverstrekkers

Kamerstukken II 2020-2021, 32 545, nr. 145.

In behandeling

2020/2021

Toezegging om aandachtspunt «beoordeling plannen» mee te geven aan RvB van Invest International.

Handelingen I 2020–2021, 35529, nr. 44

In behandeling, t.z.t. mee te geven aan de RvB van Invest International.

2020/2021

Toezegging brief nummerportabiliteit

Kamerstukken II 2020-2021, 32545, nr. 127.

In behandeling, uw Kamer ontvangt een brief zodra de evaluatie van de Europese Commissie is afgerond.

2020/2021

Toezegging opsomming inspanningen voorkomen witwassen en terrorismefinanciering

Kamerstukken II 2020-2021, 32 545, nr. 145.

In behandeling, wordt meegenomen in de brief over de opvolging van verschillende evaluaties. Deze brief wordt na de zomer gedeeld met de TK.

2020/2021

Toezegging onderzoek omvang en risico's crypto's

Kamerstukken II 2020-2021, 31 477, nr. 54

In behandeling.

2020/2021

Toezegging verzoeken DNB en AFM beleidsregel toetsing bestuurders schikkingen

Kamerstukken II 2020-2021, 31 477, nr. 54

In behandeling.

2020/2021

Toezegging regels omtrent vergoeding bij vervroegd aflossen hypotheek.

Kamerstukken II 2020-2021, 32 545, nr. 145.

In behandeling.

2020/2021

Op dit moment zijn voor zover bekend geen andere vergelijkbare modellen in beeld die werken met risicoscores en/of indicatoren bij Toeslagen. Desondanks kunnen we niet met volledigheid aangegeven of dit beeld compleet is. Om uw Kamer op dit punt volledig te kunnen informeren, werkt Toeslagen aan een inventarisatie waaruit moet blijken of er nog andere modellen zijn die werken met risicoscores en/of indicatoren. Ik zal uw Kamer informeren indien uit deze inventarisatie relevante informatie naar voren komt

Kamerstukken II 2020-2021, P, nr. T2000000001

In behandeling.

2020/2021

Toezegging ontwikkeling scenario's begrotingslogica

Tweede Kamer, debat over de Najaarsnota 2020 (35650, nr. 1), 16 december 2020

In behandeling. Deze toezegging wordt meegenomen in de Miljoenennota 2023.

2020/2021

Toezegging actieplan Fintech

Kamerstukken II 2020-2021, 32545, nr. 127.

In behandeling. Een update van het Fintech actieplan is op 13 oktober 2021 verstuurd. Kamerstukken II 2021 ‒ 2022, 32013, nr. 250. De minister heeft toegezegd een nieuw FinTech-onderzoek uit te voeren en de Kamer te informeren over de uitkomsten.

2020/2021

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking informeert de Kamer zo snel mogelijk over de gevolgen van het uitfaseren van de exportkredietverzekering voor fossiele brandstoffen voor ontwikkelingslanden en de mogelijke instrumenten om de gevolgen voor de ontwikkeling te ondervangen.

Kamerstukken II 2020-2021, P, nr. T2000000001

In behandeling. Wordt afgedaan in een Kamerbrief in het najaar 2022.

2020/2021

Toezegging verzenden overzicht eisen Europese Commissie m.b.t. lening vs. vermogenssteun

Handelingen II 2020-2021, nr. 67, item 9

In behandeling. Wordt meegenomen bij in een eventuele toekomstige technische briefing en/of bij potentiële kapitaalstorting.

2020/2021

Toezegging toetsingskader voor fiscale regelingen bij budgettaire besluitvorming

Tweede Kamer, Plenair debat Verantwoordingsdebat over het jaar 2020, 9 juni 2021, 2021A03669

In behandeling.

2020/2021

Toezegging Notitie over de uitvoeringsproblematiek bij Ministerie van Financiën

Kamerstukken I 2020-2021, T03230, nr.

In behandeling.

2020/2021

2e Termijn – De heer Raven (OSF-fractie) vroeg of de minister van Financiën wil toezeggen om die schulden in elk geval niet te betrekken in de beoordeling van mogelijke exportplannen die men heeft met ondersteuning van het fonds. Toegezegd dat: dit als aandachtspunt mee te geven.

Kamerstukken I 2020-2021, , nr.

In behandeling.

2020/2021

Een brief over de digitale euro komt voor het zomerreces

Kamerstukken II 2020-2021, P, nr. T2000000005

In behandeling.

2020/2021

Een brede brief over de financiële sector, waarin ook zal worden ingegaan op systeemrisico’s bij banken komt ook voor het zomerreces

Kamerstukken II 2020-2021, P, nr. T2000000009

In behandeling.

2020/2021

Toezegging meerjarig gelaagder inzicht in mate waarin uitgaven juridisch verplicht zijn

Tweede Kamer, Commissiedebat Begroten en verantwoorden, 24 juni 2021, 2020A06101

In behandeling. Naar aanleiding van de toezegging om de opzet van de evaluatie van de CW 2016 met de Tweede Kamer te delen is de kamerbrief "Opzet evaluatie Comptabiliteitswet 2016' verzonden.In deze Kamerbrief staat dat de motie in de evaluatie aan bod komt. Oplevering van de evaluatie staat gepland voor begin 2023.

2020/2021

Toezegging inventariseren begrotingsregels groene investeringen

Tweede Kamer, debat over de Najaarsnota 2020 (35650, nr. 1), 16 december 2020

Nog steeds in behandeling.Een update volgt na zomerreces 2022.

2020/2021

Toezegging informeren dossier consultants

Kamerstukken II 2020-2021, 31 477, nr. 54

Relevante nieuwe ontwikkelingen zullen gedeeld worden met de TK.

2020/2021

Toezegging transparantie en oppakken voorbeelden MVO

Handelingen II 2020-2021, nr. 67, item 9

Wordt meegenomen in nieuwe Nota Deelnemingenbeleid.

2020/2021

Toezegging uit de kamerbrief Beantwoording Kamervragen over de uitzending «Verenigingen bezwijken onder strenge regels»

 

In behandeling.

2020/2021

Toezegging voortgangsrapportages Kwartiermakers Cta

Kamerstukken II 2020-2021, 33 977, nr. 33

Doorlopend (zolang aanstelling Kwartiermakers duurt). In behandeling. Eerste voortgangsrapportage is op 2 februari 2021 aan de TK gezonden. Kamerstukken II 2020-2021, 33977, nr. 36.

2020/2021

Toezegging NVB en voorkomen sluiting rekeningen in 2021

Kamerstukken II 2020-2021, 25087, nr. 268

Doorlopend, in behandeling.

2020/2021

Toezegging proactief informeren Kamer voortgang FATCA

Kamerstukken II 2020-2021, 25 087, nr. 268.

Doorlopend, in behandeling.

2020/2021

Toezegging Stand van zaken werkgaranties delen met de Eerste Kamer

Kamerstukken I 2020-2021, T03225, nr.

In behandeling.

2021/2022

Vraag over stadsverwarming (waarom duurt het ontkoppelen van stadsverwarming van de gasprijs zo lang) van Van Haga. Overleg EZK en brief sturen naar kamer.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

De Kamer wordt hierover voor het reces van het Kabinet geïnformeerd middels een brief van de Minister voor Klimaat en Energie.

2021/2022

Brief met antwoorden op de nog openstaande vragen van het debat (VKC FIN): partnerschappen incl. onbedoelde partnerschappen en partnerschappen-KOT, samenloop WIA

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

De Tweede Kamer wordt geïnformeerd na het zomerreces.

2021/2022

In de 12e Voortgangsrapportage die na de zomer aan de Kamer wordt verzonden wordt u nader geïnformeerd over de herziene planning voor de tweede helft van 2022 en verder.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

De voortgang van deze toezegging is opgenomen in paragraaf 2.2 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093. In de 12e Voortgangsrapportage zal hier nader op teruggekomen worden.

2021/2022

De instellingsregeling voor de Bezwaarschriftenadviescommissie zal aangepast worden zodat bij toekenning van € 30.000 de zaak niet langer aan de BAC voorgelegd hoeft te worden.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000054

Deze aanpassing is in voorbereiding.

2021/2022

Aan diegenen die een box 3-aangifte moeten doen, communiceren dat de aanslag pas wordt opgelegd bij overeenstemming over de hersteloperatie.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000005

Deze motie is in behandeling en wordt afgedaan via de brief over het afronden van het herstel bezwaarmakers of via stand van zakenbrief voor het commissiedebat Belastingdienst

2021/2022

De Staatssecretaris zegt toe in de beleids- en uitvoeringsbrief terug te komen op het verkorten en intensiveren van de controles in het MKB.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000021

Deze toezegging is afgedaan in de stand van zakenbrief voor het commissiedebat Belastingdienst van 7 september 2022. Verwijzing Kamerstukken nog niet bekend.

2021/2022

Ik zal in ieder geval de cijfers geven, want de heer Omtzigt doet wat gemakkelijk alsof het een hele kleine groep zou zijn die de aangifte nog niet heeft ingediend. Dat is één. Een aangifte indienen is één, maar waar het echt om gaat, als je het inkomen zeker wil weten, is dat de aanslag definitief opgelegd moet zijn. Die groep is echt groter. Die cijfers wil ik ook echt geven.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000020

Deze toezegging is afgedaan in de stand van zakenbrief voor het commissiedebat Belastingdienst van 7 september 2022. Verwijzing Kamerstukken nog niet bekend.

2021/2022

Toegezegd is dat de stas F&B en de stas SZW een brief sturen over de samenwerking tussen Belastingdienst en Inspectie SZW.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is in behandeling en wordt afgedaan samen met SZW in een brief in het najaar.

2021/2022

Toezegging aan Lid Omtzigt dat in 2022 wordt bekeken hoe experimenten opgeschaald kunnen worden om daarmee tot implementatie over te gaan. Dit zal naar verwachting bijvoorbeeld voor belangrijke onderdelen uit het huidige pakket Belastingplan 2022 gelden die de interactie met burgers en bedrijven raken; die invoeringstoetsen zullen dus 1 jaar na invoering worden opgesteld en begin 2023 aan uw Kamer worden aangeboden.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Deze toezegging is in behandeling.

2021/2022

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst) komen in het najaar met een plan van aanpak om handhaving verder te intensiveren.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Deze toezegging is in behandeling.

2021/2022

De Kamer zal in de 12e VGR worden geïnformeerd over het uitwerken van maatregelen voor verbeteren of verruimen van de rol van persoonlijk zaakbehandelaar en de eerste stappen die daarbij worden gezet om ze in de praktijk te beproeven.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Deze toezegging wordt opgenomen in de 12e Voortgangsrapportage die half oktober naar de Eerste- en Tweede kamer wordt gestuurd.

2021/2022

In de 12e VGR zal het Kabinet meer kunnen delen over de manier waarop ondersteuning van initiatieven van ouders voor emotioneel herstel concreet plaatsvindt.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000024

Deze toezegging wordt opgenomen in de 12e Voortgangsrapportage die half oktober naar de Eerste- en Tweede kamer wordt gestuurd.

2021/2022

De kamer ontvangt bij de 12e VGR een uitgewerkte aanpak voor het emotionele herstel van de kinderen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000029

Deze toezegging wordt opgenomen in de 12e Voortgangsrapportage die half oktober naar de Eerste- en Tweede kamer wordt gestuurd.

2021/2022

In september stuurt het Instituut voor publieke waarden (IPW) een eerste inhoudelijke rapportage over intensieve hulp aan ouders met meerdere ernstige problemen. Het Kabinet zal die bij de volgende voortgangsrapportage met de Kamer delen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000039

Deze toezegging wordt opgenomen in de 12e Voortgangsrapportage die half oktober naar de Eerste- en Tweede kamer wordt gestuurd.

2021/2022

De Kamer wordt uiterlijk in de volgende VGR verder geïnformeerd over de voortgang rondom het verstrekken van dossiers.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000044

Deze toezegging wordt opgenomen in de 12e Voortgangsrapportage die half oktober naar de Eerste- en Tweede kamer wordt gestuurd.

2021/2022

Actuele cijfers over over kwijtschelding van schulden door lokale overheden ontvangt de Kamer in de 12e VGR.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000049

Deze toezegging wordt opgenomen in de 12e Voortgangsrapportage die half oktober naar de Eerste- en Tweede kamer wordt gestuurd.

2021/2022

De Kamer zal na de zomer of uiterlijk in de 12e VGR worden geïnformeerd over de uitkomsten van de adviesopdracht aan ABD Topconsult met betrekking tot de Commissie werkelijke schade.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000014

Deze toezegging wordt opgenomen in een brief in september of in de 12e Voortgangsrapportage die half oktober naar de Eerste- en Tweede kamer wordt gestuurd.

2021/2022

Na het zomerreces wordt de kamer geinformeerd over het online ouderportaal voor ouders met informatie over het herstelproces.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000034

Deze toezegging wordt opgenomen in een brief in september of in de 12e Voortgangsrapportage die half oktober naar de Eerste- en Tweede kamer wordt gestuurd.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe om in gesprek te gaan met Zorgverzekeraars Nederland.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Het gesprek met Zorgverzekeraars Nederland staat gepland op 8 september 2022.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe te overleggen met haar collega van VWS over de zorgverrekening (eigen risico) en de Kamer hierover nader informeren.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000035

Hierover wordt u in een later stadium geïnformeerd.

    

2021/2022

Toezegging aan Idsinga (VVD): Uiterlijk begin september 2022 een brief ontvangen met daarin de vergelijking tussen een stelsel van vermogensaanwasbelasting en een stelsel van vermogenswinstbelasting.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

In behandeling volgens planning.

2021/2022

Toezegging aan lid Dassen (VOLT) om de brief over de toekomst/houdbaarheid voor 1 september naar Kamer te sturen (ten behoeve van het debat hierover). Dit kwam ook voort uit de procedurevergadering van afgelopen week.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000015

In behandeling, de brief over de toekomst van de eurozone wordt voor 1 september aan de TK verzonden.

2021/2022

De analyse op basis van het AP-advies inzake uitbreiding van gegevensuitwisseling met de TK delen, tegelijk met het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

In behandeling, wordt - conform toezegging - gelijktijdig met de verzending van het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen geadresseerd.

2021/2022

Toezegging aan lid Ephraim (Groep Van Haga) om in de Kamerbrief over toekomst eurozone afdoende in te gaan op verschillende scenario’s (met de verschillende instrument die er zijn)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000019

In behandeling, wordt meegenomen in de brief over toekomst Eurozone

2021/2022

Websites toeslagen toegankelijker maken

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

In behandeling.

2021/2022

Hervorming van de kinderopvangtoeslag en de huurtoeslag. (Brief Beleidsprioriteiten Staatssecretaris van Financiën -Toeslagen en Douane)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000025

In behandeling.

2021/2022

De Kamer wordt geïnformeerd voordat het behandelkeuzemodel definitief in gebruik genomen wordt en welke afwegingen hieraan ten grondslag liggen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000011

In behandeling.

2021/2022

De staatssecretaris van Financiën - Toeslagen en Douane zal uw Kamer nader informeren over de signalering in het PwC onderzoek Effecten FSV MKB dat bij circa 4.300 ondernemers dan wel familieleden van ondernemers die ook in Informatiesysteem Klantbehandeling (IKB) en Klant Relatiebeheer Belastingen (KRB) stonden, de toeslag is stopgezet.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

In behandeling.

2021/2022

Dat de risicoscore van het model breder is gebruikt is zorgelijk en daarom is de AP ook hierover geïnformeerd. Omdat het belangrijk is om met zekerheid te kunnen vaststellen dat alle hierover relevante informatie bekend wordt, heb ik Toeslagen opdracht gegeven om extern onderzoek te laten uitvoeren. Onder andere om te proberen te achterhalen hoe breed het gebruik van de risicoscores heeft plaatsgevonden, met wie het is gedeeld en welke gevolgen dit voor burgers heeft gehad. Uw Kamer wordt over dit onderzoek geïnformeerd.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000019

In behandeling.

2021/2022

De vraag of een eventuele tegemoetkoming zou moeten worden geboden als gevolg van het gebruik van het model wordt nader onderzocht. In dat kader zal de geselecteerde groep uit het model ook vergeleken worden met de populatie aanmeldingen bij UHT en de burgers die door Toeslagen in FSV zijn geregistreerd. Uw Kamer wordt zo spoedig mogelijk geïnformeerd als deze vergelijking is afgerond.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000025

In behandeling.

2021/2022

Zegt toe de vraag over de vliegtaks en de wens om meer onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor de inkledingvan de vliegtaks neer te leggen bij de Stas FB

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000047

In behandeling.

2021/2022

De minister zegt aan CDA-Kamerlid van Dijk toe om samen met collegaministers een overzicht te bieden van tussentijdse aanpassingen in de begrotingen (volgens art. 2.27, tweede lid, van de CW) en een reflectie op de noodzaak van het gebruik van 2.27 en de vraag of een stevigere behandeling misschien meer recht had gedaan

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

In behandeling.

2021/2022

De minister zegt toe staatssecretaris FB te informeren over de informatiebehoefte van het CDA-Kamerlid Van Dijk inzake de motie (35387, nr 10) uitvoeringstoetsen voor met name inkomensgerelateerde regelingen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

In behandeling.

2021/2022

De minister zegt PvdA-Kamerlid Nijboer toe dat de Kamer een vervolgbrief krijgt van de ministers van VWS en SZW over de lange termijn strategie van het coronabeleid.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000036

In behandeling.

2021/2022

De minister zegt SGP-kamerlid Stoffer toe een overzicht moties en toezeggingen op te nemen bij de departementale jaarverslagen

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000044

In behandeling.

2021/2022

Toezegging MP: in het stiktstofdebat wordt niet verwezen naar voorjaarsnota (maar is een open debat). Ministers van stikstof en landbouw hebben volledige autoriteit om met de kamer te debatteren over stikstof.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000025

In behandeling.

2021/2022

MP toezegging: Daarover kan ik toezeggen dat de minister voor Klimaat en Energie voor de zomer met een brief komt over de productiebeperking van kolencentrales en de nadeelcompensatie

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000029

In behandeling.

2021/2022

Isolatieplan: de heer De Jonge vragen of er nog opties zijn om dit te versnellen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

In behandeling.

2021/2022

Toezegging: Klimaatfonds middelen worden getoetst of ze een positief klimaateffect hebben en middelen worden getoetst op onder andere doelmatigheid. De instellingswet van het fonds zal laten zien hoe dat in detail wordt uitgewerkt. Die wordt dit najaar naar uw Kamer gestuurd.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000021

In behandeling.

2021/2022

Investeringen in kernenergie: minister van EZK heeft u een brief toegezegd (over stappen die gezet worden om de plannen voor de verwezenlijking van kernenergie uit te werken)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000061

In behandeling.

2021/2022

Toezegging: we gaan kijken om inkomensbelemmeringen om meer uren te werken weg te nemen en werken te laten lonen. Dat komt in augustus.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000073

In behandeling.

2021/2022

Heffingskorting: In de Startnota is inderdaad opgenomen dat de afbouw van de dubbele algemene heffingskorting voor bijstandsgerechtigden in 2024 en 2025 wordt versneld als onderdeel van het pakket lastenverlichting middeninkomens. Het is gekoppeld aan het stijgen van de uitkeringen door het minimumloon. Over de invulling wordt in augustus besloten.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000087

In behandeling.

2021/2022

Transitie kringlooplandbouw: In de Kamerbrief van de minister van Landbouw en Visserij zijn contouren geschetst, maar de minister komt daar nog uitgebreider op terug, ook als onderdeel van het perspectief dat we juist boeren willen schetsen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

In behandeling.

2021/2022

Toezegging over versterken veiligheidsketen (samenwerking ketenpartners). Het gaat om professionalisering van de samenwerking tussen politie en buitengewoon opsporingsambtenaren, versterking van de expertise van de aanpak van cybercriminaliteit, investeren in de rechtspraak: en-en-en De uitwerking van die maatregelen komt nog terug in de vorm van concrete bestedingsvoorstellen. U krijgt voor het zomerreces een brief van de minister.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

In behandeling.

2021/2022

Toezegging Sociaal minimum; de heer Omtzigt vroeg naar het onderzoek naar een sociaal minimum. Er wordt een commissie ingesteld die onderzoek doet naar het sociaal minimum. U wordt daar binnenkort over geïnformeerd.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000021

In behandeling.

2021/2022

Toezeggingen: reiskostenvergoeding. In de Voorjaarsnota staat dat we dit vervroegd gaan invoeren, op 1 januari aanstaande. Het is aan de werkgevers om gebruik te maken van de verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding. We komen bij het Belastingplan hierop terug met een nadere uitwerking, maar dat is ook echt iets waar de sociale partners zelf goed bovenop moeten zitten.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000051

In behandeling.

2021/2022

Toezegging aan Grinwis (CU) aandacht voor diverse boxarbitrage mogelijkheden (inzet en mogelijkheden om het op te lossen / beleggingsdeel box 2, vermogensaanwasbenadering box 2 gelet op voorstel NVB).

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000024

In behandeling.

2021/2022

Staatssecretaris heeft aan dhr. Grinwis toegezegd bij septemberbrief terug te komen op zijn vragen over de waardering van vastgoed.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000033

In behandeling.

2021/2022

Staatssecretaris heeft aan dhr. Idsinga toegezegd bij septemberbrief terug te komen op zijn vragen over betalingsproblemen en over mogelijke economische verstoringen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000037

In behandeling.

2021/2022

Meenemen van (onbedoelde) effecten en mogelijke schade bij onderzoek naar windfall tax

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000034

In behandeling.

2021/2022

We gaan een realistische analyse maken over de vraag: kan je belasting heffen of een regulerende heffing invoeren om excessieve winsten te belasten? Hierbij wordt ook gekeken naar andere landen. We zijn bereid om dat schriftelijk uit te werken, maar we doen geen toezegging om daarmee in het Belastingplan te komen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

In behandeling.

2021/2022

Met de VNG wordt gekeken naar opties om mensen met- financiële problemen tegemoet te komen met 500 euro (nog in 2022, zonder de garantie dat dat in de uitvoering lukt)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000005

In behandeling.

2021/2022

Verdere uitwerkingen van vrijstellingen en grondslag (bijvoorbeeld kunst);

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

In behandeling.

2021/2022

Aan Romke de Jong (D66) Effect op armoede en schuldenbeleid wordt betrokken bij de verdere uitwerking van kwijtscheldingwinst bij schulden

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000007

In behandeling.

2021/2022

Aan Maâtoug (GL) Hoe om te gaan met aftrek hypotheekrente verplaatsen van box 1 naar box 3 via bijv. aflossingsvrije leningen (betrekken bij verdere verfijning)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000013

In behandeling.

2021/2022

Aan Omtzigt aspecten m.b.t. ontwijkingsmogelijkheden via verplaatsen vermogen naar beleggingen buiten Nederland.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000019

In behandeling.

2021/2022

De minister zegt GL-Kamerlid Van der Lee toe in de evaluatie CW mee te nemen of het een oplossing is om op vier momenten in het jaar meer integraal te kijken naar informatie over de begrotingsaanpassingen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000005

In behandeling. De evaluatie wordt halverwege 2023 opgeleverd.

2021/2022

De minister zegt GL-Kamerlid Van der Lee toe een versnelling te verkennen van de evaluatie CW. Afronding is voorzien eerste helft 2023

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

In behandeling. De evaluatie wordt halverwege 2023 opgeleverd.

2021/2022

De minister zegt VVD-Kamerlid Heinen toe in de evaluatie CW het beroep op art. 2.27, tweede lid, een prominente plek geven.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000013

In behandeling. De evaluatie wordt halverwege 2023 opgeleverd.

2021/2022

Toezegging: Voorbereiden op mogelijk volgende eurocrisis: de gestegen rentes zijn niet direct een groot probleem. Maar ECB heeft vanochtend niet voor niets een spoedberaad gehouden, mogelijk willen zij een nieuw instrument inzetten. Wij weten nog niet of dit past bij de rol van de ECB. Er is al een brief toegezegd door uw collegade heer van de Lee om de kamer hierover te informeren.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

In behandeling. Het kabinet is voornemens de Tweede Kamer na het zomerreces een brief te sturen met de kabinetsvisie op de toekomst van de eurozone. Het kabinet streeft er daarbij naar om tegemoet te komen aan het verzoek van de Tweede Kamer om deze brief uiterlijk op 1 september te ontvangen.

2021/2022

De Staatssecretaris zal de Kamer informeren en op de hoogte houden van de taxonomie en in hoeverre de randen van de verklaring daarin worden opgezocht

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000161

In behandeling. Wordt afgedaan in een Kamerbrief in het najaar 2022.

2021/2022

De Staatssecretaris zal rapporteren over de uitbreiding van de scope. (COP26-verklaring red.)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000167

In behandeling. Wordt afgedaan in een Kamerbrief in het najaar 2022.

2021/2022

De Staatssecretaris zal in het tweede kwartaal van het komende kalenderjaar ingaan op de einddata voor de uitzonderingen van de exportkredietverzekeringen

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000173

In behandeling. Wordt afgedaan in een Kamerbrief in het najaar 2022.

2021/2022

De Staatssecretaris heeft ook een rapportage toegezegd over de ontwikkeling van het aantal banen daaromheen

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000179

In behandeling. Wordt afgedaan in een Kamerbrief in het najaar 2022.

2021/2022

Toezegging evaluatie kosten-baten HuLK (Herverzekering Leverancierskredieten)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000161

In behandeling. Wordt afgedaan in Kamerbrief begin 2023

2021/2022

De minister geeft een schriftelijke reactie op het artikel in het FD over het CPB rapport over bankenbuffers

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

In behandeling.

2021/2022

De publiek toegankelijke onderzoeken van de ECB met de Kamer delen die inzicht geven in de vraag waar het geld van de monetaire verruiming precies naar toe is gegaan en in hoeverre dit geld effect heeft gehad op de huizenmarkt

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

In behandeling.

2021/2022

De staatsecretaris zal het aan de Kamer melden zodra er duidelijkheid is over de Amerikaanse situatie.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

In behandeling.

2021/2022

De minister zal in gesprek gaan met de banken over de oorzaken van de dalende cijfers en kijken of alle groepen in beeld zijn. Dat is naar aanleiding van de vragen van de heer Idsinga. Er zal gekeken worden of de banken informatie kunnen geven om te kijken of we alle groepen voldoende in beeld hebben.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

In behandeling.

2021/2022

Minister stuurt in januari resultaten onderzoek DNB en MOB naar Kamer en zijn reflectie daarop;

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

In behandeling.

2021/2022

Keuzes t.a.v. contouren digitale euro n.a.v. analyse Europa delen met Kamer (binnen ca. 3-6 maanden).

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

In behandeling.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe met betrekking tot de kapitaalmarktunie, de positie van het mkb en de administratieve lasten goed in de gaten te houden.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

In behandeling.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe om met betrekking tot de CSRD te kijken of de grenzen voor klimaatrapportage voor kleine bedrijven met een grote footprint anders gelegd kunnen worden.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

In behandeling.

2021/2022

Op basis van de gesprekken en vervolggesprekken met de initiatiefnemers, te kijken welke elementen van artikel 73 van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen aangepast moet worden om optimaal recht te doen aan de transparantieplicht richting de consument.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

In behandeling.

2021/2022

Een vervolggesprek aan te gaan met de aanbieders van al deze producten om te kijken hoe zij deze verantwoordelijkheid zelf al op een snelle manier kunnen nemen.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

In behandeling.

2021/2022

In gesprek te gaan met aanbieders om te kijken naar het begrijpelijk maken van polissen.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

In behandeling.

2021/2022

In de gesprekken met de verzekeraars te kijken wat ze vrijwillig nog verder kunnen doen om meer klanten te bereiken in het kader van de wettelijke verplichte activering

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

In behandeling.

2021/2022

Om uit te zoeken wat er in andere landen, zoals Scandinavië gedaan is aan het transparant maken van kosten.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

In behandeling.

2021/2022

Bij de toegezegde brief in te gaan op de naleving van art73 BGfo en het toezicht.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

In behandeling.

2021/2022

De minister zegt toe om de Kamer in het voorjaar dan wel rondom de Nota Deelnemingenbeleid nader te informeren over de voortgang rond de gesprekken over de investeringsagenda van TenneT.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

In behandeling.

2021/2022

Brief over onderzoeken en evaluaties op het terrein van het voorkomen van witwassen.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

In behandeling.

2021/2022

Compensatieregeling ABN AMRO m.b.t. variabele rente aan de orde stellen bij ABN AMRO en NLFI.

Handelingen II 2021-2022, nr. 46, item 4

In behandeling.

2021/2022

De minister stuurt op korte termijn een brief over de effecten van de reeds getroffen financiële sancties tav bijvoorbeeld de omvang van de bevroren tegoeden, waarin minister ook ingaat op de keuzes die trustsectoren maken.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

In behandeling.

2021/2022

Op dit moment wordt onderzocht hoe kan worden omgegaan met de invordering bij mensen met vorderingen uit 2016 of eerder. Uw Kamer wordt geïnformeerd zodra hier meer zicht op is.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

In behandeling.

2021/2022

Brief over verloop intermediair experiment

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

In behandeling.

2021/2022

Voor- en nadelen partnermodel onderzoeken

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000005

In behandeling.

2021/2022

Gevolgen audit quality indicators monitoren

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

In behandeling.

2021/2022

Gesprek met sector over voortgang niet financiële informatie

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000021

In behandeling.

2021/2022

In wetsvoorstel stil staan bij reputatierisico’s aanwijzingsbevoegdheid

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000025

In behandeling.

2021/2022

De Staatssecretaris komt na de zomer, in Q3, met de lessons learned en de onafhankelijke review over Mozambique en de veiligheidssituatie daaromheen en De Staatssecretaris zal de Kamer informeren over de opdracht die aan de externe partij voor de onafhankelijke review wordt gegeven, in overleg met BuHa-OS.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000185

In behandeling.

2021/2022

Zoals toegezegd zullen wij uw Kamer uiterlijk het eerste kwartaal van 2023 per brief informeren over de voortgang van de aansluiting van kinderopvangorganisaties op gegevenslevering

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

In behandeling.

2021/2022

Tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel OFM 2022 heeft de staatssecretaris van Toeslagen & Douane toegezegd samen met de staatssecretaris van Sociale en Werkgelegenheid – vanuit het verbetertraject kinderopvangtoeslag – te kijken naar de mogelijkheid om alle ouders (standaard) inzicht te geven in de gegevens die Toeslagen ontvangt van kinderopvangorganisaties

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000007

In behandeling.

2021/2022

Binnen het verbetertraject kinderopvangtoeslag wordt verkend hoe de resultaten en aanbevelingen toegepast kunnen gaan worden. Daarover wordt u in de volgende voortgangsbrief geïnformeerd

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000013

In behandeling.

2021/2022

Toezegging aan dhr. Grinwis om de TK te informeren zodra er meer gegevens zijn over het exacte budgettaire effect van doorwerking naar inkomensafhankelijke regelingen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

In behandeling.

2021/2022

Toezegging aan dhr. Edgar Mulder om zijn vraag voor te leggen aan de Studiegroep Begrotingsruimte.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000058

In behandeling.

2021/2022

Aan lid Ephraim, Grinwis en van Dijk, minister zal schriftelijk terugkomen op vragen over de implementatie van Bazel 4, dat zijn de kapitaalvereisten en de uitkomsten van de interne modellen van banken

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

In behandeling.

2021/2022

Aan lid Ephraim, brief over de kwalitatieve en kwantitatieve waardering van de Bankenunie (voor zover wat er beschikbaar is)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000013

In behandeling.

2021/2022

Na de zomer wordt uw Kamer geïnformeerd over het moment en de wijze waarop de invorderingsactiviteiten voor burgers die zich hebben gemeld bij UHT worden hervat, inclusief de wijze waarop we dan om willen gaan met de invorderingsrente bij deze vorderingen

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000025

In behandeling.

2021/2022

De minister zegt GL-Kamerlid Van der Lee toe de voortgangsrapportages van de ontwikkeling van de kernset brede welvaartindicatoren systematisch mee te nemen in de begrotingscyclus, waarbij dus de komende voortgangsrapportage wordt betrokken in de Miljoenennota

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000020

In behandeling.

2021/2022

De minister zegt SGP-kamerlid Stoffer toe om te onderzoeken of er een koppeling gemaakt kan worden met het toezeggingen register van uw kamer en de informatiesystemen van de departementen zodat er geen verschil van inzicht kan ontstaan en, sterker nog, dat u werk bespaard wordt

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000040

In behandeling.

2021/2022

Toezegging in de Kamerbrief ‘Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda’, om voor de zomer 2023 met een concreet plan van aanpak voor verdere stappen voor vereenvoudiging van het belastingstelsel te komen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000145

In behandeling.

2021/2022

Eind van het jaar evalueren van de steunpunten en begin volgend jaar op terugkomen (Stoffer)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000013

In behandeling.

2021/2022

De staatssecretaris zal in overleg gaan met de NVB over voorlichting en het weigeren van bankrekeningen en andere bankproducten.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T004233

In behandeling.

2021/2022

Toezegging MP: Komende weken en maanden gaan wij kijken naar de maatregelen die we nemen, voor de zwakkere groep mensen (eerste prioriteit),en de middengroepen. Er zit een groep in een overgangsgebied (tussen lagere en midden inkomens) die buiten bepaalde regelingen vallen, het is reeel om te kijken naar verdere ontwikkeling van de inflatie. Als kaninet gezeg dat we daar in augustus naar gaan kijken.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000013

In behandeling.

2021/2022

De nota van wijziging waarin de uitbreiding van de groep kinderen wordt geregeld wordt naar verwachting begin september bij uw Kamer ingediend.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000027

In behandeling.

2021/2022

Indien de Tweede Kamer voor het zomerreces de inbreng voor het verslag kan vaststellen, dan zal de nota naar aanleiding van het verslag inclusief een nota van wijziging voor het einde van het zomerreces toegestuurd worden.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000032

In behandeling.

2021/2022

In augustus natuurlijk op basis van de nieuwe CPB-ramingen kijken naar het koopkrachtbeeld voor alle groepen, waaronder gezinnen, en lage- en middeninkomens. Dan kijken we nog welke maatregelen passend zijn.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000077

In behandeling.

2021/2022

Toezegging: Belastingplan komen wij terug op verschillende fiscale maatregelen, zoals de vrijstelling van de accijns op kerosine (wat niet in de energietransitie past).

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000079

In behandeling.

2021/2022

Toezegging aan Omtzigt rekening te houden met inflatie in de wetsvoorstellen in de overbruggingsvariant en nieuwe variant stelsel (in het kader van de toezegging rond verdere verfijning).

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000053

In behandeling.

2021/2022

De minister zal het wetsvoorstel over witwassen na het reces aan de Kamer sturen, na bestudering van het advies van de Raad van State.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000033

In behandeling.

2021/2022

De minister van Justitie en Veiligheid zal de Kamer nader informeren over mogelijke aanpassing van de notariële geheimhoudingsplicht

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000037

In behandeling.

2021/2022

De minister zal na de zomer de Kamer informeren over de juridische onderbouwing van de positie van groepen zonder bankrekening via een integrale reactie, samen met de minister van JenV.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000041

In behandeling.

2021/2022

De minister zal het tijdpad ten aanzien van een mogelijke hypotheekuitzondering in het kader van Bazel IV aan de Kamer sturen wanneer daar zicht op is

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000045

In behandeling.

2021/2022

De minister zal na het zomerreces de visie over de toekomst van de bankensector naar de Kamer sturen

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000049

In behandeling.

2021/2022

De minister zal ten aanzien van cryptoactiviteiten de Kamer per brief nader informeren, dat ging ook over het juridische kader, inclusief de Europese discussie daarover.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000053

In behandeling.

2021/2022

De minister zal eind 2022 een onderzoek dat samen met DNB wordt gedaan over contant geld naar de Kamer sturen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000057

In behandeling.

2021/2022

De minister voor Volkshuisvesting en Ruimte Ordening zal de evaluatie van taxaties naar de Kamer sturen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000061

In behandeling.

2021/2022

Toezegging aan lid Heinen (VVD) en Alkaya (SP) om voor het debat over de digitale euro een update van het krachtenveld te geven.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000027

In behandeling.

2021/2022

Voor koopkracht 2023 in augustus kijken wat kan en wat nodig is op basis van nieuwe CPB-raming

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000022

In behandeling.

2021/2022

Het kabinet gaat onderzoeken of het mogelijk is als je het per 1 augustus of per 1 september huren bevriezen in laat gaan. Kan het dan met terugwerkende kracht? Dit gaat namelijk over een vrij beperkte sector, de sociale woningbouw. Wat is daar eventueel mogelijk, ook in overleg met de sector?

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000030

In behandeling.

2021/2022

De lage- en middeninkomens krijgen ook een plek in de plannen waar dan komende zomer over nagedacht gaat worden

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000055

In behandeling.

2021/2022

Toezegging aan lid Van Rooijen (50PLUS): Briefje: aangeven wat het gevolg is van de verandering van de verhouding euro/dollar. «Het is van 1,20 dollar naar 1 dollar gegaan. Wat betekent dat in het prijsopdrijvend effect voor de inflatie? Grondstoffen worden namelijk allemaal in dollars genoteerd.» Eventueel te betrekken bij de eerder toegezegde brief over de eurozone, gevolgen van de rente, besluiten van de ECB (en die brief ook met afschrift aan EK).

Kamerstukken I 2021-2022, P-T2000000001, nr.

In behandeling.

2021/2022

De minister zegt GL-Kamerlid Van der Lee toe dat het kabinet gaat kijken op welke manier de factsheets brede welvaart van het CBS kunnen aansluiten bij de departementale begroting.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000026

In behandeling.  Het CBS is inmiddels gestart. De resultaten zullen landen in de begrotingen voor 2023.

2021/2022

Opsommen welke maatregelen er nog optioneel kunnen zijn of mogelijk kunnen zijn voor 2022, alle voorstellen vanuit de Kamer onderzoeken en appreciëren op haalbaarheid en kosten.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

In behandeling. Alle voorstellen worden onderzocht.

2021/2022

Toezegging aan Ephraim (VanHaga) Nader overleg aangegaan met de NVB met betrekking tot het verstrekken van gegevens bij een vermogenswinstbelasting.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000029

In behandeling. De Tweede Kamer wordt hier begin september over geïnformeerd.

2021/2022

Het kabinet gaat nogmaals op een rijten wat de argumentatie is van ieder van die onderdelen. Dan heb je het over Adviescommissie Verslagleggingsstelsel, hoe we omgaan met Brede Welvaart en evaluatie Comptabiliteitswet. Kunnen we dat allemaal nog eens op een hoop vegen en kijken wat dat doet en wat d

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

In behandeling.De toezegging wordt na afronding van diverse trajecten waaronder de evaluatie van de CW 2016 in 2023 afgerond in een synthetiserende hoofdlijnenbrief.

2021/2022

Varianten voor nieuw stelsel met bijbehorende uitvoeringseffecten en update van de varianten die er nu liggen: tweede helft kabinetsperiode (VKC FIN - o.a. Matoug, Grinwis, Van Dijk)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000006

In de eerste helft van 2024 zal de Tweede Kamer worden geïnformeerd.

2021/2022

Kamer op de hoogte houden van ontwikkelingen m.b.t. Oekraïne in relatie tot de Douane; in VGR of een andere (kabinetsbrede) brief over dit onderwerp.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000006

In diverse brieven van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over sanctienaleving en handhaving is onder meer ingegaan op de rol van de Douane hierin:- brief van 6 april: Kamerstukken II 2021-2022, 36045, nr. 61.- brief van 13 mei: Kamerstukken II 2021-2022, 36045, nr. 72.- brief van 6 juli: Kamerstukken II 2021-2022, 2022Z14361.Op 4 juli 2022 is de eerste stand van zakenbrief Douane 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2021-2022, 31934, nr. 59). In deze brief is ingegaan op het onderwerp sanctiemaatregelen Rusland en Belarus.

2021/2022

Met Prinsjesdag sturen naar de kamer van het beslissingskader voor het vooruitlopen op wetgeving met beleidsbesluiten.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Momenteel werkt het kabinet een afwegingskader uit voor de voorwaarden waaronder het gebruik van een beleidsbesluit aanvaardbaar kan zijn om vooruitlopend op wetgeving in te zetten. Het kabinet streeft ernaar om dit zo spoedig en daarmee op Prinsjesdag en ook voor de behandeling van het Belastingplan 2023 aan zowel de Tweede als de Eerste Kamer aan te bieden.

2021/2022

Toezegging kamer geinformeerd worden stand van zaken benzine; wij hebben binnenkort ook overleg met de vereniging van tank- en pomphouders. Verder kijken we op verzoek naar wat de effecten zijn, met name in de grensstreek.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000042

Onderzoek loopt en wordt rond Prinsjesdag opgeleverd en gedeeld met de Kamer. Kamer geïnformeerd middels brief (Kamerstukken II 2021-2022, 35927, nr. 128)

2021/2022

In het derde kwartaal volgt een integrale voortgangsrapportage van de ministeries Economische Zaken en Klimaat, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Financiën. En in het tweede kwartaal reeds volgt een tussentijdse voortgangsbrief van Economische Zaken en Klimaat en van Financiën.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Op 1 juli jl. is de monitoringsbrief fiscale coronamaatregelen verzonden aan de TK. in het najaar zal een gezamenlijk monitoringsbrief worden verzonden door SZW, EZK en Fin.

2021/2022

In VGR Kamer informeren over stand van zaken aanpak integriteit, en de (on)mogelijkheden van AIVD-screening

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Op 4 juli 2022 is de eerste stand van zakenbrief Douane 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2021-2022, 31934, nr. 59). In deze brief is ingegaan op de stand van zaken aanpak integriteit. De Tweede Kamer wordt zo spoedig mogelijk verder geïnformeerd over het punt van het voorbehouden van toegang tot een gebied tot mensen met een bepaalde screening.

2021/2022

In VGR Kamer informeren over stand van zaken aanpak namaakgoederen (mede n.a.v. rapport Europol/patentkantoor)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000006

Op 4 juli 2022 is de eerste stand van zakenbrief Douane 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2021-2022, 31934, nr. 59). In deze brief is ingegaan op de stand van zaken aanpak namaakgoederen; in de stand van zakenbrief van november 2022 wordt de Tweede Kamer nader hierover geïnformeerd.

2021/2022

Kamer op de hoogte houden van ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. implementatie DWU; in VGR of separate brief

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Op 4 juli 2022 is de eerste stand van zakenbrief Douane 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2021-2022, 31934, nr. 59). In deze brief is ingegaan op de stand van zaken implementatie DWU; uiterlijk in de stand van zakenbrief van november 2022 wordt de Tweede Kamer nader hierover geïnformeerd.

2021/2022

Kamerbrief Verbeteragenda Integriteit Douane

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Op 4 juli 2022 is de eerste stand van zakenbrief Douane 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2021-2022, 31934, nr. 59). In deze brief is ingegaan op de stand van zaken periodieke screening; in de stand van zakenbrief van november 2022 wordt de Tweede Kamer nader hierover geïnformeerd.

2021/2022

Kamer informeren m.b.t. ondernemerszorgen over verlengde navorderingstermijnen; zo mogelijk in VGR, maar in elk geval voor de zomer

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Op 4 juli 2022 is de eerste stand van zakenbrief Douane 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2021-2022, 31934, nr. 59). In deze brief is ingegaan op het punt van de zorgen over de verlengde navorderingstermijnen; in de stand van zakenbrief van november 2022 wordt de Tweede Kamer nader hierover geïnformeerd.

2021/2022

Eerstvolgende Ecofin aan de orde stellen dat de race tot the bottom nu ook lijkt voor te komen bij btw en accijns.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000005

Tijdens de EcoFin van 12 jul 2022 zal de minister aan de orde stellen dat er een «race to the bottom» lijkt te komen met betrekking tot brandstofaccijnzen en btw.

2021/2022

De minister zegt PvdA-Kamerlid Nijboer toe kritisch te kijken naar (de doelmatigheid en doeltreffendheid van) fiscale regelingen. Voor de zomer 2023 wordt de Tweede Kamer geïnformeerd in een plan van aanpak.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000048

Voor de zomer 2023 wordt de Tweede Kamer geïnformeerd in een plan van aanpak.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe om in gesprek te gaan met de directies van de online kansspelaanbieders over het toepassen van wettelijke tijdslimieten en de Kamer hierover nader te informeren. Daarin wordt ook de coronacontext meegenomen (d.w.z. dat door verveling zijn jongeren meer zijn gaan gokken)

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Wordt afgedaan in de Kamerbrief Vooruitblik beheer staatsdeelnemingen 2022. Deze brief wordt op korte termijn aan de Kamer gestuurd.

2021/2022

Bespreken met EZK doorgeven van btw-voordeel aan consumenten, ACM en kartelvorming en terugkoppelen naar de Kamer terug wat mijn gesprekken opleveren.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000011

Wordt eind september afgedaan door middel van brief.

2021/2022

Toezegging: We komen terug op verkenning van 0% btw op boodschappen zoals Polen, maar mogelijk is dit in strijd met EU regelingen. De Polen handelen met een verlaging van het btw-tarief naar 0% regelrecht in strijd met de richtlijn. We komen daarop terug. We zullen die vergelijking maken en we zullen dat in de antwoorden transparant met u delen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000046

Wordt eind september afgedaan door middel van brief.

2021/2022

Toezegging aan het lid Van Rooijen (50PLUS): Schriftelijk terugkomen op de mogelijkheid van een wettelijk instrumentarium waarvan je in een incidenteel geval gebruik kan maken als dat in de toekomst nog nodig blijkt. Beide kamers nader informeren over de (on)mogelijkheid daarvan, zoals geschetst in de tabellen, en dat het geen onwil is (verzoek is in het najaar, niet hard toegezegd). Iets verder in het debat geeft stasFB aan dat «dit» allemaal vragen zijn die in de augustusbesluitvorming terugkomen, waarbij niet helemaal duidelijk is of dat alleen op fiscaliteit ziet.

Kamerstukken I 2021-2022, P-T2000000007, nr.

In behandeling.

2021/2022

Het kabinet is voornemens om de Wet delegatiebepalingen hersteloperatie toeslagen in te trekken op het moment dat de Wet hersteloperatie Toeslagen door beide Kamers is aanvaard

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000226

Dit is een lopende toezegging en afhankelijk van de behandeling van het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen (36151).

2021/2022

In de 12e Voortgangsrapportage zullen de resultaten worden gedeeld en zal tevens worden ingegaan op de vraag of verdere opschaling van het instrument mediation aan de orde is.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000014

Dit is een lopende toezegging, toegezegd is in september de stand van zaken of bevindingen van dat moment te delen.

2021/2022

De staatssecretaris zal in september de uitkomsten van de experimenten met mediation met de Kamer delen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000059

Dit is een lopende toezegging.

2021/2022

De staatssecretaris zegt naar aanleiding van de aangehouden motie 31066-1072 aan mevrouw Inge van Dijk toe in september een update, tussenrapportage of misschien de resultaten van een pilot met mediation in het bezwaarproces en een pilot met vaststellingsovereenkomsten aan de Kamer te sturen

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000033

Dit is een lopende toezegging. Zie ook paragraaf 2.4.1 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

Doorlopende moties en toezeggingen die zijn afgerond
Tabel 103 Doorlopende moties en toezeggingen

Vergaderjaar

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken / planning

2008/2009

Toezegging beleidsmatige aanpassingen in de AMvB (Besluit bestuurlijke boetes Wft)

Kamerstukken II 2008-2009, 31 458, nr. 17

Doorlopend. Over de eerste beleidsmatige wijziging van het besluit is de Tweede Kamer bij brief van 9 febuari 2017 geinformeerd. Kamerstukken II 2016-2017, 32 545, nr. 60

2013/2014

Toezegging stroomlijnen interpretatie inzake bevoegdheden accountantskantoor

Handelingen II 2013-2014, nr. 84, item 27

Doorlopend. Op relevante momenten zal op Europees niveau aandacht worden gevraagd voor stroomlijning van de regelgeving naar Nederlands model voor variabele beloningen.

2014/2015

Motie van het lid Van Hijum over aanscherping van de Europese regels voor variabel belonen

Kamerstukken II 2014-2015, 33 964, nr. 35

Doorlopend. Op relevante momenten zal op Europees niveau aandacht worden gevraagd voor aanscherping van de regelgeving naar Nederlands model voor variabele beloningen.

2014/2015

Toezegging eventuele wijzigingen gedelegeerde handeling

Kamerstukken II 2019-2020, 32 013, nr. 234

Doorlopend. Als er wijzigingen komen in de gedelegeerde handelingen dan zal de minister de Tweede Kamer hier tijdig over informeren.

2014/2015

Toezegging rapportage AFM implementatie Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants-maatregelen

Kamerstukken II 2014-2015, 33 977, nr. 5

Doorlopend. De AFM rapporteerde in 2015, 2017 en 2019 over haar onderzoeksresultaten betreffende de kwaliteit van wettelijke controles, het stelsel van kwaliteitsbeheersing en de implementatie en borging van het verandertraject. Daarnaast voerde de AFM in 2018 onderzoek uit naar ‘de bijdrage van houding, gedrag en cultuur aan de kwaliteitsgerichtheid van het controleteam’ om accountantsorganisaties zo praktische tools te geven voor een kwaliteitsgerichte cultuur.

2015/2016

Toezegging resultaten van de FinTech-initiatieven

Kamerstukken II 2015-2016, 32 013, nr. 135

Doorlopend. Ontwikkelingen op het gebied van innovatie in het betalingsverkeer worden jaarlijks meegenomen in de jaarrapportage van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB), die jaarlijks wordt aangeboden aan de Kamer door het ministerie van Financiën. Daarnaast zijn er aparte brieven verstuurd over FinTech: Brief van de Minister van Financiën genaamd «Innovatie in de financiële sector» van 9 april 2019, en brief van de Minister van Financiën van 21 december 2016 genaamd «Follow up Toetredingbrief». Kamerstukken II 2016-2017, 32 013, nr. 142. Brief van de minister van 3 juli 2020 genaamd "Fintech actieplan".

2016/2017

Toezegging informeren over «country-by-country reporting» (TK)

Kamerstukken II 2016-2017, 34 651, nr. 14 & Kamerstukken I 2016-2017, 34 651, nr. C, p. 2

Doorlopende toezegging. TK wordt periodiek geïnformeerd. Laatste keer geïnformeerd bij voorjaarsbrief fiscale moties en toezeggingen 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 35570-IX-45.

2016/2017

Toezegging informeren over «country-by-country reporting» (EK)

Kamerstukken II 2016-2017, 34 651, nr. 14 en Kamerstukken I 2016-2017, 34 651, nr. C, p. 2

Doorlopende toezegging. TK wordt periodiek geïnformeerd. Laatste keer geïnformeerd bij voorjaarsbrief fiscale moties en toezeggingen 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 35570-IX-45.

2016/2017

Toezegging NS aanspreken op normrendement

Kamerstukken II 2016-2017, 28 165, nr. 264

Doorlopend. In reguliere overleggen spreekt de aandeelhouder regelmatig met de NS over het rendement

2017/2018

Toezegging risico’s ten aanzien van het ECB-beleid

Handelingen II 2017-2018, nr. 20, item 16, p. 13

Doorlopend. Kamerstukken II 2017–2018, 21 501-07, nr. 1479. Kamerstukken II 2018–2019, 21 501-07, nr. 1601 en 2020-2021 21507-07, nr. 1759.

2017/2018

Toezegging DNB jaarlijks om rapportage trustsector te vragen

Handelingen II 2017-2018, nr. 105, item 8

Doorlopend. DNB neemt de rapportage op in haar zbo-verantwoording

2018/2019

Motie van het lid Leijten over eerbiedigen van de gedragslijn voor strafbare feiten begaan door ambtenaren

Kamerstukken II 2018-2019, 31 066, nr. 449

Doorlopend. De Belastingdienst respecteert de gedragslijn. In de periodieke motie- en toezeggingenbrief wordt gerapporteerd over het aantal gevallen dat besproken is in het overleg tussen OM, FIOD en Belastingdienst en in hoeveel gevallen dit heeft geleid tot aangifte.

2018/2019

Motie van de leden Amhaouch en Agnes Mulder over periodiek en integraal rapporteren over de doeltreffendheid van het instrumentarium

Kamerstukken II 2018-2019, 35 123, nr. 23

Doorlopend. De uitvoering van de motie wordt verzorgd door de minister van Economische Zaken en Klimaat.

2018/2019

Toezegging gebruik eigen cijfers EC voor herbeoordeling begroting Italië

Kamerstukken II 2018-2019, 21 501-07, nr. 1598

Doorlopend. Bij besprekingen inzake de implementatie van de Europese begrotingsregels, zet de minister van Financiën in op een consequente handhaving van de regels waaronder het consistent gebruik maken van eigen cijfers en niet die van desbetreffende lidstaten.

2018/2019

Toezegging gebonden versie Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen

Kamerstukken II 2018-2019, 28 165, nr. 302

Doorlopend. Dit is inmiddels geïntegreerd in interne processen.

2018/2019

Toezegging informeren over voorzieningen contant geld

Kamerstukken II 2018-2019, 27 863, nr. 40

Doorlopend. Jaarlijks biedt de minister de jaarrapportage van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer aan, waar een stand van zaken van de voorzieningen voor contant geld onderdeel van zijn. Zie: Kamerstukken II 2020-2021, 27 863, nr. 92, Kamerstukken II 2019-2020, 27 863, nr. 87 en Kamerstukken II 2018-2019, 27 863, nr. 83.

2018/2019

Toezegging informeren Kamer over wetswijzigingen, kapitaalinjecties of privatiseringen Invest-NL

Handelingen II 2018-2019, nr. 82, item 16

Doorlopend. Wetswijzigingen, kapitaalinjecties of privatiseringen worden voorgelegd of gemeld aan de Kamer. Evaluatie zal worden gedeeld met de Tweede Kamer

2019/2020

Toezegging jaarlijks informeren over rendementspercentages box 3

Kamerstukken II 2016-2017, 34 550-IX, nr. 22, blz. 26

Doorlopend. De rendementspercentages en berekeningswijze voor 2023 worden voor het einde van het jaar naar de Kamer gestuurd.

2019/2020

Toezegging jaarlijks kijken naar evenwichtige inkomsensverdeling en koopkrachtontwikkeling

Handelingen I 2019-2020, nr. 12, item 3, p. 6

Doorlopend. Deze toezegging wordt elk jaar meegenomen in de augustusbesluitvorming.

2019/2020

Toezegging informeren Kamer wanneer berichten of groepen personen onder keuzeregeling worden gebracht

Kamerstukken II 2019-2020, 35 303, nr. 6, blz. 23-24 en 26

Doorlopend. Kamer is hierover op 25 november 2020 geïnformeerd in de Tweede VGR Belastingdienst 2020 (Kamerstukken 2020/21, 31066, nr. 747).

2019/2020

Toezegging toekennen standaardwaarde aan burgers die geen keuze maken voor contact via post of elektronisch

Kamerstukken II 2019-2020, 35 303, nr. 6, blz. 25-26

Doorlopend. Kamer is over voortgang van de keuzeregeling op 25 november 2020 geïnformeerd in de Tweede VGR Belastingdienst 2020 (Kamerstukken 2020/21, 31066, nr. 747).

2019/2020

Toezegging verduidelijken criteria Europese fiscale zwarte lijst

Kamerstukken II 2019-2020, 21 501-07, nr. 1682, blz. 23

Doorlopend. Zal worden besproken in de Gedragscodegroep in het kader van de evaluatie van de fiscale zwarte lijst.

2019/2020

Motie van het lid Sneller over de Kamer informeren over naleving van de voorwaarden voor de staatssteun

Kamerstukken II 2019-2020, 35 505, nr. 6

Doorlopend, zal worden meegenomen  in de rapportages van de staatsagent.

2019/2020

Toezegging implementatie ESM-hervormingen

Kamerstukken II 2019-2020, 21 501-07, nr. 1710

Doorlopend. De Kamer is over de opvolging geïnformeerd: Kamerstukken II 2020-2021, 21501-07, nr. 1722

2019/2020

Toezegging informeren fases Green Deal

Kamerstukken II 2019-2020, 21 501-07, nr. 1682

Doorlopend. Kamer is over de opvolging geïnformeerd middels het BNC-fiche over de Mededeling European Green Deal Investment Plan (Kamerstukken II 2019-2020, 22 112, nr. 2844) en de periodieke brieven omtrent de stand van zaken van het krachtenveld en het verloop van de onderhandelingen over het Fit for 55-pakket die de Kamer conform het verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat van 17 september 2021 ontvangt (zie voor eerste brief Kamerstukken II 2021-2022, 22 112, nr. 3239).

2020/2021

Motie van het lid Alkaya over geen uitzonderingen bij toekomstige herziening van de mondiale belastingregels

Kamerstukken II 2020-2021, 32 140, nr. 97

Doorlopend. Nederland zet in de onderhandelingen in op het beperkt houden van uitzonderingen, zie ook Kamerstukken II 2021-2022, 25087, nr. 285.

2020/2021

Toezegging ontwikkelingen EC-voorstellen harmonisatie en EU-toezicht

Kamerstukken II 2020-2021, 31 477, nr. 55

Doorlopend. Zie hiervoor de «Aanbiedingsbrief technisch non-paper direct toezicht Europese autoriteit tegen witwassen en terrorismefinanciering» van 28 maart 2022.

2021/2022

Motie van het lid Van Raan c.s. over jaarlijks het effect van fiscale wetgeving op CO2-reductie bekendmaken

Kamerstukken II 2021-2022, 359 27 , nr. 74

Doorlopend - in de memorie van toelichting van het Belastingplan zal het kabinet per fiscale klimaatmaatregel een beschrijving geven van de verwachte CO2-reductie. Hierbij past wel de kanttekening dat de fiscale klimaatmaatregelen vaak onderdeel zijn van een breder beleidspakket. Door deze interactie-effecten is het soms ingewikkeld om het precieze CO2-effect van 1 fiscale klimaatmaatregel afzonderlijk vast te stellen. In dat geval zal een kwalitatieve beschrijving worden opgenomen. Tot slot wordt in de jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een integraal beeld geschetst van de broeikasgasemissies in Nederland.

2021/2022

de motie-Idsinga c.s. over jaarlijkse inzage in gegevens over boekenonderzoeken en fraudebestrijdingsinitiatieven

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

Doorlopend. Hiervoor is een een proces opgesteld in de bijlage aan de brief «Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda» van 3 juni 2021, Kamerstukken II 2021-2022,  32140, nr. M. Hiermee is de motie afgedaan.

2021/2022

Toezegging informeren over invulling steunmaatregelen KLM en in het bijzonder de duurzaamheidsvoorwaarden (PRISMA T02990)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000019

Doorlopend, zal worden meegenomen  in de rapportages van de staatsagent.

2021/2022

De staatssecretaris zal in de onderhandelingen met de Verenigde Staten aandacht vragen voor de kosten van de CLN-procedures als tussentijdse oplossing.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Doorlopend. Kamer geïnformeerd in Kamerstukken 2021-2022, 25087, nr. 293.

2021/2022

Toezegging aan Romke de Jong (D66) Eens per half jaar krijgt TK rapportage m.b.t. een update tijdpad.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000047

Doorlopend. Naar verwachting zal de Tweede Kamer nader geïnformeerd worden over het tijdpad via de kabinetsreactie op het CapGemini-rapport waarin het gevalideerde tijdpad wordt herijkt met het oog op de gevolgen van het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021 over box 3. Het CapGemini-rapport zal voor Prinsjesdag worden opgeleverd.

Bijlage 5: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda

In deze bijlage worden de thema's uit de SEA, zoals in hoofdstuk 2.5 opgenomen, verder uitgewerkt en toegelicht. In onderstaande tabel zijn de thema's (vetgedrukt) opgenomen. Voor de thema's zullen waar zinvol en haalbaar de periodieke rapportages plaatsvinden. In de tabel staan onder elk thema de evaluatieonderzoeken die binnen dat thema horen. Deze onderzoeken dienen bij te dragen aan een beeld ten behoeve van de strategische inzichtbehoefte van de thema’s. Een verdere toelichting bij de thema's vindt u onder de tabel.

De inzichtbehoefte verschilt per thema en onderwerp. Het vervullen van de inzichtbehoefte kan zowel door middel van ex-ante, ex-durante (of monitoring) als ex-post evaluaties of onderzoeken. De verschillende typen evaluaties zijn er op gericht om het inzicht te vergroten in de doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid en leveren zo input voor het verbeteren van beleid.

Zie voor een overzicht van de gepubliceerde delen van de SEA www.rijksfinancien.nl

Tabel 104 Planning Strategische Evaluatie Agenda 1: Een gezonde en duurzame economie in een internationale omgeving

Thema / onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Begrotingsartikel

Hoofddoel 1: Gezonde overheidsfinanciën en verantwoord begrotingsbeleid

Effectief en efficiënt begrotingsbeleid en begrotingsbeheer

Periodieke rapportage

2023

Hoofdlijnenbrief Comptabiliteitswet

Effectief en efficiënt begrotingsbeleid en begrotingsbeheer

Periodieke rapportage

2024

Studiegroep begrotingsruimte1

Project-evaluatie Verslaggevingsstelsel (AVRo)

Ex-durante evaluatie

2022

N.v.t.

Evaluatie eerste ervaringen SEA

Ex-durante evaluatie

2022

N.v.t.

Evaluatie regeling vaststelling aanwijzingen voor subsidieverstrekking (uniform subsidie kader)

Ex-post evaluatie

2023

N.v.t.

Evaluatie Comptabiliteitswet 2016

Ex-post evaluatie

2023

N.v.t.

Evaluatie beleidskeuzes uitgelegd (nieuwe werkwijze CW 3.1)

Ex-durante evaluatie

2023

N.v.t.

Vervolgonderzoeken naar aanleiding van de beleidsdoorlichting BTW-compensatiefonds

Ex-post evaluatie

2023

6

Studiegroep Begrotingsruimte (inclusief doorlichting begrotingsbeleid en evaluatie Wet Houdbare Overheidsfinanciën)

Ex-post evaluatie

2024

N.v.t

Evaluatie regeling auditcommissies

Ex-post evaluatie

2024

N.v.t.

Evaluatie regeling agentschappen

Ex-post evaluatie

2027

N.v.t.

Evaluatie regeling periodiek evaluatieonderzoek

Ex-post evaluatie

2027

N.v.t.

Optimaal financieel resultaat bij het beheren van de deelnemingen en investeringen van de Staat

Periodieke rapportage

2027

3

Schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke kosten onder acceptabel risico

Periodieke rapportage

2025

11

Optimaal kasbeheer van het Rijk en van gelieerde instellingen

Periodieke rapportage

2024

12

    

Hoofddoel 2: Een integere en stabiele economie

Ondernemen en tegengaan belastingontwijking

   

Monitoring royalty, dividend en rentestromen FDI

Monitoring

Jaarlijks

1

Evaluatie fiscale regelingen bedrijfsopvolging

Ex-post evaluatie

2022

1

Nader onderzoek belastingdruk multinationals: structureel verlieslatende bedrijven en betaalde belasting

Ex-post evaluatie

2022

1

Nader onderzoek belastingdruk multinationals: verschillen tussen fiscale en commerciële winstbepaling

Ex-post evaluatie

2022

1

Evaluatie verlaagd gebruikelijk loon dga’s startups

Ex-post evaluatie

2022

1

Onderzoek fragmentatie Vpb door verlaagde tarief

Ex-post evaluatie

2022

1

Evaluatie fiscale regelingen zeeschepen

Ex-post evaluatie

2022

1

Evaluatie fiscale regelingen ondernemerschap

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie innovatiebox

Ex-post evaluatie

2023

1

Effectmeting bronbelasting

Monitoring

2023

1

Monitoring van het overtredersbegrip (art. 67 AWR)

Monitoring

2023

1

Evaluatie vrijstelling vergoeding extraterritoriale kosten

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie 30%-regeling

Ex-post evaluatie

2025

1

Onderzoek naar effecten maatregelen tegen belastingontwijking: generieke renteaftrekbeperking, aanvullende CFC-maatregel en maatregelen tegen hybride mismatches

Ex-post evaluatie

2024

1

Evaluatie afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk WBSO

Ex-post evaluatie

2024

1

Evaluatie verlaagde vpb tarief

Ex-post evaluatie

2024

1

Evaluatie Wet fiscale arbitrage

Ex-post evaluatie

2024

1

Monitor opbrengst minimumkapitaalregel banken en verzekeraars

Monitoring

2026

1

Evaluatie Wet excessief lenen

Ex-post evaluatie

2026

1

Evaluatie temporele beperking verrekening voorheffingen met de vennootschapsbelasting (Sofina)

Ex-post evaluatie

2027

1

Stabiele, integere en betrouwbare financiële markten

Periodieke rapportage

2024

2

Evaluatie garantieregeling WAKO (kernongevallen)

Ex-post evaluatie

2022

2

Beleidscyclus beleid tegen witwassen en terrorismefinanciering (doorlopend)

Ex-post evaluatie

doorlopend

2

Evaluatie afwikkelingsproces rentederivaten

Ex-post evaluatie

2022

2

Evaluatie van de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen

Ex-post evaluatie

2023

2

Evaluatie implementatiewet vijfde anti-witwasrichtlijn (AMLD5)

Ex-post evaluatie

2022

2

Evaluatie Wet transparantie toezicht financiële markten

Ex-post evaluatie

2023

2

Onderzoek naar de wijze van examenafname inzake de Wft Vakbekwaamheid

Ex-post evaluatie

2022

2

Evaluatie Wet toezicht trustkantoren

Ex-post evaluatie

2024

2

Evaluatie FEC

Ex-post evaluatie

2023

2

Evaluatie UBO register

Ex-post evaluatie

2023

2

Onderzoek ontwikkelingen in de markt voor uitvoering premieregelingen

Ex-post evaluatie

2022

2

Een financieel gezond en welvarend Europa en evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling

Periodieke rapportage

2025

4

Evaluatie crisismaatregelen COVID-19 pandemie IFI’s en Europese instellingen

Ex-post evaluatie

2025

4

Een stimulans voor de Nederlandse export

Periodieke rapportage

2022

5

Beleidsevaluatie EKV

Ex-post evaluatie

2023

5

Evaluatie crisismaatregelen herverzekering leverancierskredieten

Ex-post evaluatie

2023

5

    

Hoofddoel 3: Vergroening en verduurzaming van de economie

Klimaat

Monitoring stimulering elektrische auto’s ‘hand aan de kraan’

Monitoring

Jaarlijks

1

Onderzoeken betalen naar gebruik

Ex-ante evaluatie

Doorlopend deze kabinetsperiode

1

Onderzoek gedragseffecten WLTP-implementatie

Ex-post evaluatie

2022

1

Onderzoeken normenkader in de BPM en actualisatie forfaits

Ex-post evaluatie

2022

1

Tussenevaluatie klimaatakkoord mobiliteit

Ex-post evaluatie

2022

1

Evaluatie bijzondere regelingen MRB en BPM

Ex-post evaluatie

2022

1

Impactanalyse vliegbelasting

Ex-ante evaluatie

2022

1

Onderzoek naar CBAM voor chemiesector

Ex-ante evaluatie

2022

1

Onderzoek tarieven CO2-minimumprijs sectoren elektriciteit en industrie

Ex-ante evaluatie

2022

1

Onderzoek gebruik reiskostenvergoeding en thuiswerkvergoeding

Ex-post evaluatie

2022

1

Impactanalyse klimaatregelen Belastingplan 2023

Ex-ante evaluatie

2022

1

Onderzoek elasticiteiten energiebelasting

Ex-ante evaluatie

2023

1

Uitwerking alternatieve vormgeving BPM op bestelauto's

Ex-ante evaluatie

2022

1

Evaluatie afvalstoffenbelasting

Ex-post evaluatie

2023

1

Quickscan Fiscale facilieiten Natuurschoonwet

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie onbelaste reiskostenvergoeding

Ex-post evaluatie

2023

1

Nader onderzoek afschaffen vrijstelling energiebelastingen

Ex-ante evaluatie

2023

1

Evaluatie energie-investeringsaftrek (EIA)

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie milieu-investeringsaftrek (MIA) en willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL)

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie reisaftrek OV

Ex-post evaluatie

2023

1

Eindevaluatie klimaatakkoord mobiliteit

Ex-post evaluatie

2024

1

Evaluatie CO2-heffing industrie

Ex-post evaluatie

2024

1

Evaluatie vliegbelasting

Ex-post evaluatie

2025

1

Evaluatie CO2-minimumprijs elektriciteitsopwekking

Ex-post evaluatie

2025

1

X Noot
1

De Studiegroep Begrotingsruimte (SBR) is breder dan het Ministerie van Financiën en opereert onafhankelijk. Evengoed synthetiseert de SBR grote delen van het beleid van het ministerie van Financiën vanuit een strategische blik. Daardoor past de SBR in deze lijst.

Tabel 105 Planning Strategische Evaluatie Agenda 2: (Fiscaal) beleid en de uitvoering

Thema / onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Begrotingsartikel

Hoofddoel 4: Fiscaal beleid en uitvoering Belastingdienst

Vermogen

Evaluatie Vpb vrijgestelde en fiscale beleggingsinstelling

Ex-post evaluatie

2022

1

Verkenning naar vrijstellingen overdrachtsbelasting

Ex-post evaluatie

2022

1

Toekomst schenk- en erfbelasting

Ex-post evaluatie

2022

1

Onderzoek actualisatie forfaits op basis van rekenrente en levensverwachting

Ex-post evaluatie

2022

1

Evaluatie gebruikelijk loonregeling

Ex-post evaluatie

2023

1

IBO vermogensverdeling

Ex-ante evaluatie

2022

1

Onderzoek actualisatie leegwaarderatio verhuurde woningen

Ex-post evaluatie

2022

1

Onderzoek kostenforfait box 3

Ex-ante evaluatie

2022

1

Effect CA-maatregelen voor vastgoed investeerders

Ex-ante evaluatie

2022

1

Onderzoek naar een huurregister

Ex-ante evaluatie

2023

1

Onderzoek naar de mogelijkheden om het vermogen in stichtingen in kaart te brengen

Ex-post evaluatie

2023

1

Nader onderzoek vermogensstatistieken en aanmerkelijk belang

Ex-ante evaluatie

2023

1

Evaluatie vrijstellingen box 3

Ex-post evaluatie

2025

1

Wonen, gezondheid, en consumptie

   

Evaluatie aftrek specifieke zorgkosten

Ex-post evaluatie

2022

1

Onderzoek (grens)effecten verhoging tabaksaccijns

Ex-post evaluatie

2022

1

Onderzoek grenseffecten tanken

Ex-post evaluatie

2022

1

Empty package survey tabaksaccijns

Ex-post evaluatie

2022

1

Onderzoek invoering kleine ondernemersregeling btw

Ex-durante evaluatie

2022

1

Onderzoek stapeling maatregelen beleggers woningmarkt

Ex-durante evaluatie

2022

1

Monitoring btw op energie

Monitoring

2022

1

Evaluatie Brede Weersverzekering

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie verlaagd btw-tarief alle goederen/diensten (incl. elektronische boeken)

Ex-post evaluatie

2023

1

Onderzoek de mogelijkheden voor een lager btw-tarief op groente en fruit

Ex-ante evaluatie

2023

1

Onderzoek naar de mogelijkheden voor een suikerbelasting

Ex-ante evaluatie

2023

1

Evaluatie Wet WOZ

Ex-post evaluatie

2023

1

Empty package survey tabaksaccijns

Ex-post evaluatie

2024

1

Evaluatie vrijstellingen btw

Ex-post evaluatie

2024

1

Evaluatie fiscale regelingen eigen woning

Ex-post evaluatie

2024

1

Evaluatie btw-nultarief zonnepanelen

Ex-durante evaluatie

2024

1

Evaluatie differentiatie OVB starters

Ex-post evaluatie

2025

1

Empty package survey tabaksaccijns

Ex-post evaluatie

2025

1

Evaluatie vrijstellingen OVB

Ex-post evaluatie

2025

1

Evaluatie kleine ondernemersregeling btw

Ex-post evaluatie

2026

1

Empty package survey tabaksaccijns

Ex-post evaluatie

2026

1

Evaluatie verbruiksbelastng van alcholvrije dranken

Ex-post evaluatie

2026

1

Arbeid en inkomen

   

Evaluatie AWIR, uitvoering en dienstverlening toeslagen

Ex-post evaluatie

2022

1

Evaluatie uitvoering toezichtplan arbeidsrelaties

Ex-post evaluatie

2022

1

Verkenning eenvoud in het belastingstelsel vanuit perspectief burger

Ex-post evaluatie

2022

1

Evaluatie werkkostenregeling

Ex-post evaluatie

2023

1

Onderzoek niet-gebruik toeslagen

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie heffingskortingen/tariefsstructuur box 1

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie giftenaftrek en faciliteiten ANBI's

Ex-post evaluatie

2023

1

Monitoring aandelenopties startups

Monitoring

2024

1

Evaluatie vrijstelling uitkering wegens 25- of 40-jarig dienstverband

Ex-post evaluatie

2025

1

Effectief toezicht en fraudebestrijding

Periodieke rapportage1

2029

1

Evaluatie toezicht Belastingdienst

Ex-post evaluatie

2024

1

Evaluatie internationale uitwisseling van fiscale informatie grote ondernemingen

Nnb

20252

1

Passende dienstverlening

Periodieke rapportage1

2029

1

Evaluatie verbeteringen dienstverlening

Ex-post evaluatie

20253

1

Adequate massale processen

Periodieke rapportage1

2029

1

Evaluatie inningsproces

Ex-durante evaluatie

2023

1

Algemeen belastingstelsel

Monitoring crisismaatregelen corona

Monitoring

2022

1

Nader onderzoek fiscale regelingen

Ex-post evaluatie

2022

1

Internationale vergelijking uitstel van betaling i.v.m. coronacrisis

Ex-post evaluatie

2022

1

Eindevaluatie programma Managementinformatie en Risicomanagement (MI/RM)

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie fiscale crisismaatregelen corona

Ex-post evaluatie

2023

1

Onderzoek fiscaal crisis- en stimuleringsbeleid

Ex-ante evaluatie

2023

1

Onderzoek naar belastingadviseurs

Ex-post evaluatie

2023

1

Vereenvoudiging belastingstelsel

Ex-ante evaluatie

2023

1

Onderzoek naar de percepties en transparantie van het belastingstelsel

Ex-post evaluatie

2023

1

Onderzoek belastingrente

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie landbouwvrijstelling

Ex-post evaluatie

2023

1

Evaluatie KOA (kansspelen op afstand)

Ex-post evaluatie

2024

1

Monitoring van de openbaarmaking fiscale vergrijpboetes

Monitoring

2024

1

Evaluatie artikelen 3:4 en 3:5 van de Algemene douanewet

Ex-post evaluatie

2026

1

 

Hoofddoel 5: Beleid en uitvoering Toeslagen

Recht doen aan het verleden

Periodieke rapportage

2027

13

Evaluatie hersteloperatie toeslagen

Ex-post evaluatie

2025

13

Presteren in het heden

Periodieke rapportage

2027

13

Onderzoek niet-gebruik toeslagen

Ex-durante evaluatie

2022-2023

13

Evaluatie AWIR, uitvoering en dienstverlening toeslagen

Ex-post evaluatie

2022

13

Anticiperen op de toekomst

Periodieke rapportage

2029

13

Stand van de uitvoering

Monitoring

2022

13

    

Hoofddoel 6: Beleid en uitvoering Douane

Effectgericht sturen

Periodieke rapportage

2025

9

X Noot
1

De periodieke rapportage betreft de verschillende beleidsinstrumenten (toezicht en opsporing, dienstverlening en massale processen) om ze ook in samenhang te kunnen evalueren, het gaat om één rapportage.

X Noot
2

De oplevering van deze evaluatie stond eerder gepland voor 2024 en is één jaar naar achteren geschoven (van 2024 naar 2025). Door deze verschuiving kunnen meer instrumenten van uitwisseling van informatie in de evaluatie worden meegenomen.

X Noot
3

De oplevering van deze evaluatie stond eerder gepland voor 2024 en is één jaar naar achteren geschoven. De reden daarvoor is dat bij deze evaluatie zo ruimte ontstaat om een meer compleet beeld te geven van de Fundamentele Transformatie van de Dienstverlening die in 2025 wordt afgerond.

Toelichting per thema

Effectief en efficiënt begrotingsbeleid en begrotingsbeheer

Bij DG Rijksbegroting draait het om een degelijk begrotings- en verantwoordingsproces, en om goed toezicht op de doelmatigheid en beheersbaarheid van de overheidsuitgaven. In een voortdurend veranderende wereld is het van belang om regelmatig de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid achter de rijksbegroting te onderzoeken.

Komende jaren staan er twee syntheseonderzoeken gepland. Rondom de evaluatie van de Comptabiliteitswet 2016 (CW) hebben diverse onderzoekstrajecten gelopen op onderdelen van het systeem waarop de CW ziet. Dat zijn bijvoorbeeld zaken rond het begrotingsproces, het verslaggevingsstelsel, het betrekken van de brede welvaart in de begrotingscyclus en artikel 3.1 van de CW. In 2023 volgt hierover een synthese, toegezegd als hoofdlijnenbrief60. In deze brief komen de diverse ontwikkelingen en de daaruit volgende acties samen.

Het begrotingsbeleid in brede zin komt in principe eens in de vier jaar aan de orde in de Studiegroep Begrotingsruimte (SBR), zie ook de website rijksfinancien.nl61 voor een overzicht van eerdere rapporten. De Studiegroep, met onafhankelijke experts vanuit verschillende departementen en kennisinstituten, komt samen in aanloop naar een nieuwe kabinetsperiode, met adviezen over de begrotingssystematiek en -doelstellingen. Komende SBR zal ook de evaluatie van de Wet Houdbare OverheidsFinanciën bevatten.

Optimaal financieel resultaat bij het beheren van de deelnemingen en investeringen van de Staat

In 2022 is de nieuwe Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022 (hierna: de Nota) met de Kamer gedeeld. De Nota beschrijft in welke gevallen staatsaandeelhouderschap wordt overwogen en hoe de Staat dit invult. De essentie van het deelnemingenbeleid is ongewijzigd: de Staat blijft terughoudend met het aangaan van deelnemingen en het aangaan blijft maatwerk. Het publieke belang staat meer dan voorheen centraal. Verder bevat de Nota een aantal aanscherpingen, bijvoorbeeld op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen, de strategie en brede diversiteit. Om de centrale rol van de publieke belangen in het deelnemingenbeleid nog meer te benadrukken is de algemene doelstelling van Financieringen veranderd in ‘het borgen van publieke belangen via het aandeelhouderschap op een zo efficiënt mogelijke wijze’. Periodiek worden de deelnemingen geëvalueerd en wordt bezien of een deelneming nog steeds het juiste instrument is om een bijdrage te leveren aan de borging van de betreffende publieke belangen. Daarnaast richten deze evaluaties zich op de beoordeling van de mate waarin het deelnemen in de betreffende onderneming effectief bijdraagt aan de borging van de publieke belangen en of het beheer de gewenste toegevoegde waarde had. Voor het deelnemingenbeleid als geheel geldt dat het uitgangspunt ook is om eens in de zeven jaar te evalueren. De evaluaties van de separate deelnemingen zullen hiervoor als basis dienen. Actuele ontwikkelingen kunnen aanleiding zijn om het beleid eerder of later te evalueren.

Schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke kosten onder acceptabel risico en optimaal kasbeheer van het Rijk en van gelieerde instellingen

Sommige onderwerpen worden periodiek geëvalueerd. De beleidsartikelen uit de Rijksbegroting worden conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek ten minste eens in de zeven jaar geëvalueerd. Voor het Agentschap betekent dit dat in 2024 artikel 12 Schatkistbankieren en in 202562 artikel 11 Financiering staatsschuld worden geëvalueerd. In 2019 was de laatste keer dat de beleidsdoorlichting van zowel artikel 11 als artikel 12 heeft plaatsgevonden. Daarnaast heeft er in 2021 een tussentijdse evaluatie van het renterisicokader plaatsgevonden. Deze tussentijdse evaluatie van het renterisicokader vindt eens per twee jaren plaats en kan input zijn voor de periodieke rapportage op artikel 11 die in 2025 plaatsvindt.

Ondernemen en tegengaan belastingontwijking

Er bestaat een spanningsveld tussen de bevordering van internationaal ondernemen en de open Nederlandse economie enerzijds en het internationale karakter van belastingontwijking anderzijds. Nederland heeft een open en exportgerichte economie wat een belangrijk uitgangspunt vormt voor ons belastingstelsel. De ruimte voor nationaal beleid neemt daarbij steeds verder af. De Europese Unie is één markt en belastingstelsels in Europa zijn zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Dit is nog niet voldoende om belastingontwijking, belastingconcurrentie en het verschuiven van activiteiten tussen landen aan te kunnen pakken. Nader onderzoek kan het inzicht in welke bedrijven wel of juist geen vennootschapsbelasting betalen vergroten en meer licht werpen op de effectiviteit van de huidige aanpak van belastingontwijking. Dat laatste staat centraal in deze subcategorie: meer inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van de aanpak van belastingontwijking. Tegelijkertijd zal ook bezien worden of nader onderzoek nodig is als het gaat om de aantrekkelijke elementen van ons belastingstelsel om internationaal te ondernemen.

Stabiele, integere en betrouwbare financiële markten

De minister van Financiën bevordert het goede functioneren van het financiële stelsel en heeft een regisserende rol. Zij is (mede) verantwoordelijk voor de goede werking van het betalingsverkeer, voor goed functionerende en integere financiële markten en voor de Nederlandse wetten en regels ten aanzien van de financiële markten en de institutionele structuur van het toezicht. Verder draagt de minister samen met de minister van Justitie en Veiligheid verantwoordelijkheid voor wet- en regelgeving om het gebruik van het financieel stelsel voor het witwassen van geld en het financieren van terrorisme te voorkomen. Ook is de minister verantwoordelijk voor de regelgeving van bepaalde bijzondere financiële beroepsgroepen, zoals accountants.

De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) voeren het daadwerkelijke toezicht op de financiële markten uit. Dat wil zeggen dat de minister verantwoordelijk is voor het functioneren van het toezichtsysteem als geheel en verantwoordelijk is voor de uitvoering van het toezicht door DNB en de AFM. Daarnaast worden steeds meer toezichttaken op Europees niveau belegd. Zo voert de Europese Centrale Bank (ECB) ook in belangrijke mate het toezicht op grote en grensoverschrijdende Europese banken uit. De randvoorwaarden die de minister stelt voor een integer en stabiel systeem hebben hun basis in de Wet op het financieel toezicht (Wft) en de Wet ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme (Wwft), maar hebben veelal een Europese herkomst. Deze regelgeving en dit toezicht dragen eraan bij dat consumenten en bedrijven met voldoende informatie en vertrouwen financiële producten kunnen afnemen. Tot slot bevordert de minister het verantwoord financieel gedrag door de burger en zet de staatssecretaris zich in voor de ongestoorde voorziening van voldoende munten in circulatie.

Ingevolge de Regeling periodiek evaluatieonderzoek 2022 wordt door de directie Financiële Markten een periodieke rapportage (voorheen beleidsdoorlichting genoemd) verricht met betrekking tot artikel 2 van Begrotingshoofdstuk IX Financiën en Nationale Schuld. Dit onderzoek wordt in 2024 uitgevoerd.

De beleidscyclus met betrekking tot het beleid tegen witwassen en terrorismefinanciering is een doorlopende evaluatie van het anti-witwas en –terrorismefinancieringsbeleid. Daaronder vallen onder meer de National Risk Assessments (elke twee jaar door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC)) en andere onderzoeken naar specifieke risico’s, evenals beleidsmonitoren en internationale evaluaties. Een voorbeeld hiervan is FATF evaluatie in 2022, waarin de activiteiten en het beleid in kaart worden gebracht en de resultaten worden beschreven. De FATF voert door middel van peer reviews landenevaluaties uit. De vierde evaluatieronde beoordeelt of nationale regimes tegen witwassen en financieren van terrorisme niet alleen technisch voldoen aan de FATF-aanbevelingen, maar ook effectief zijn.

Daarnaast staan er verschillende ex-post evaluaties gepland. De evaluaties helpen bij het beoordelen van de doeltreffendheid en de doelmatigheid van beleid. Een voorbeeld hiervan is het onderzoek naar de Wet transparantie toezicht financiële markten.

Een financieel gezond en welvarend Europa en evenwichtige internationale financieel- economische ontwikkeling

De doelstelling van begrotingsartikel 4 beschrijft dat Nederland door middel van de participatie in Europese en Internationale Financiële instellingen (IFI) een financieel gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling probeert te bewerkstelligen. Als reactie op de coronapandemie hebben de IFI’s en Europese instellingen verschillende crisismaatregelen getroffen. Omdat deze maatregelen die in EU of multilateraal verband zijn overeengekomen rechtstreekse gevolgen hebben voor de Nederlandse begroting is het van belang dat de overeengekomen maatregelen doeltreffend zijn geweest. De SEA richt zich daarom op de crisismaatregelen die genomen zijn door de IFI’s en op Europees niveau in reactie op de coronapandemie en heeft als doel om inzicht te krijgen in de doeltreffendheid van deze maatregelen. Het idee hierachter is dat een dergelijke strategische aanpak toegevoegde waarde heeft ten opzichte van een traditionele beleidsdoorlichting van het gehele begrotingsartikel. Het gaat op niveau van de IFI’s om de crisismaatregelen genomen door de AIIB, EBRD, EIB, IMF en Wereld Bank en op Europees niveau om SURE en om de specifieke Covid-19 kredietlijn die onder het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) is gecreëerd via het ESM Precautionary Conditioned Credit Line (ESM PCCL).

Het onderzoek heeft het karakter van een syntheseonderzoek en zal aan de hand van beschikbare evaluaties en onderzoeken naar de genomen crisismaatregelen van de IFI’s en Europese instellingen worden uitgevoerd. Zie voor een toelichting op de evaluatie ook de Kamerbrief63 'Plan van aanpak strategische evaluatie van het beleid op begrotingsartikel 4.’ Er is gekozen voor een looptijd van 5 jaar. De doeltreffendheid van de maatregelen zal in de periode na het aflopen van de maatregelen moeten blijken. De eerste evaluaties van de maatregelen worden verwacht in 2023/2024. De toetsing aan het kader zal daarom zoals nu gepland plaatsvinden in 2025. Sommige maatregelen zullen dan nog lopen en kunnen hooguit ten dele worden geëvalueerd.

Een stimulans voor de Nederlandse export

In 2022 wordt het beleid van BFB/EKI over 2016-2021 geëvalueerd. Specifiek wordt onderzocht in hoeverre de exportkredietverzekering op een doelmatige en doeltreffende wijze mogelijkheden biedt voor het bevorderen van Nederlandse export door middel van verzekering van export gerelateerde betalingsrisico’s. Binnen deze hoofddoelstelling heeft het kabinet verschillende beleidsmatige aandachtspunten vastgesteld. Dit zijn subdoelstellingen die de bevordering van export expliciet ondersteunen, maar het zijn ook aanvullende nevendoelstellingen / randvoorwaarden die mogelijk kunnen conflicteren met deze hoofddoelstelling. Deze beleidsmatige aandachtspunten zijn daarom in de beleidsdoorlichting (ook wel de periodieke rapportage) opgesplitst in 16 deelvragen. De antwoorden op deze deelvragen samen zullen tezamen het antwoord vormen op de hoofdvraag. De gekozen onderzoeksperiode 2016-2021 is in lijn met de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE). De onderzoeksperiode volgt logisch op de periode van de vorige beleidsdoorlichting welke het beleid van BFB/EKI evalueerde over 2008-2015. De beleidsdoorlichting gaat in op alle verplichte onderdelen van de RPE. De beleidsdoorlichting BFB/EKI vormt dan ook een belangrijke stap om de meerjarige strategische evaluatieagenda (SEA) te verbeteren. De beleidsdoorlichting kan aangeven waar meer onderzoek nodig is over de werking van instrumenten, zodat dit meegenomen kan worden.

Klimaat

De schade aan klimaat en milieu door vervuiling en opwarmen van de aarde worden op dit moment onvoldoende beprijsd. Consumenten en bedrijven houden daardoor te weinig rekening met de maatschappelijke kosten van uitstoot van CO2, stikstof en fijnstof. Dit geldt tevens voor de maatschappelijke kosten rond mobiliteit zoals filevorming. Belastingen kunnen zorgen voor andere keuzes en bijdragen aan het ‘de vervuiler betaalt’-principe. Ook groeit de aandacht voor een internationale aanpak van klimaatproblemen en het belasten van milieuvervuilende activiteiten van bedrijven. De komende jaren zullen verschillende onderdelen van het klimaatakkoord worden geëvalueerd. Bezien wordt of gestelde doelen op een doeltreffende en doelmatige wijze zijn bereikt. Daarnaast wordt op deelterreinen verdiepend onderzoek gedaan naar effectieve vergroening van het belastingstelsel, mede in relatie tot maatregelen uit het coalitieakkoord zoals de vliegbelasting, MRB+ en de aanpassingen binnen de energiebelasting.

Vermogen

De wijze waarop Nederland vermogen en vermogensinkomsten belast is zeer divers en pakt daarmee niet neutraal uit. Verschillend belasten van verschillende (inkomen uit) vermogens en vermogensoverdrachten draagt bij aan belastingontwijking en een ongelijkere vermogensverdeling. Het gaat hier om alle vormen van vermogen zoals spaar- en beleggingstegoeden, de eigen woning, overig vastgoed, het aanmerkelijk belang en ander (ondernemings)vermogen en pensioenen. Tevens gaat het over het belasten van vermogensoverdrachten en dus om de schenk- en erfbelasting. De data over vermogen wordt steeds beter. Nader onderzoek, zoals het IBO vermogensverdeling, zorgt voor gedetailleerder inzicht in vermogens en vermogensvorming, hoe de fiscaliteit daarin een rol speelt en welke verbeteringen mogelijk zijn. Op het terrein van de erf- en schenkbelasting en vermogensstatistieken zal verdiepend onderzoek plaatsvinden.

Wonen, gezondheid en consumptie 

De woningmarkt wordt op allerlei manieren beïnvloed door het belastingstelsel. Hypotheekrente is aftrekbaar voor de eigen woning, de overdrachtsbelasting is van belang als je een woning koopt, en dan maakt het uit of je starter bent of niet. Op dit terrein vinden verschillende evaluaties en onderzoeken plaats. Ongezond gedrag (roken, drinken, snoepen, eten van vlees) komt op dit moment onvoldoende in prijzen terug. Daardoor houden consumenten en bedrijven te weinig rekening met de maatschappelijke kosten hiervan (bijvoorbeeld hoge zorgkosten en vroegtijdige sterfte). Er zal op dit terrein bijvoorbeeld onderzoek gedaan worden naar een verlaagd btw-tarief voor groente en fruit en een suikerbelasting. Daarnaast zal onder andere gekeken worden naar de effecten van grenstanken, mede naar aanleiding van de verlaging van de brandstofaccijnzen in Nederland en andere landen. De btw wordt tegen het licht gehouden met evaluaties van het verlaagde tarief en de vrijstellingen.

Arbeid en inkomen

De belasting op arbeid is met 52%64 met afstand de belangrijkste inkomstenbron van de overheid. Tegelijkertijd zorgt de belasting op arbeid ervoor dat minder mensen werken of mensen korter werken. Daarnaast is juist de complexiteit van het belastingstelsel een belangrijk aandachtspunt in dit domein. Burgers en ondernemers zijn niet altijd volledig rationeel of wilskrachtig. Dat kan er bijvoorbeeld toe leiden dat ze niet of verkeerd gebruikmaken van bepaalde aftrekposten. Er zal onder andere onderzoek gedaan worden naar de eenvoud en doenlijkheid van het stelsel. Ook de evaluaties van de AWIR en de uitvoering van het toezichtplan arbeidsrelaties vallen in deze categorie.

Effectief toezicht en fraudebestrijding

Evaluatie toezicht Belastingdienst (2024)

Toezicht is één van de beleidsinstrumenten die de Belastingdienst inzet om de naleving van fiscale wet- en regelgeving door burgers en bedrijven (compliance) te borgen en te stimuleren. Toezicht omvat een breed palet aan activiteiten, variërend van geautomatiseerde checks tot boekenonderzoek ter plaatse en van een pro-actieve tot reactieve insteek. De laatste beleidsdoorlichting waarin het toezicht van de Belastingdienst is geëvalueerd betrof de periode 2010-2016. De nieuwe beleidsevaluatie sluit op deze periode aan en richt zich op de doeltreffendheid en doelmatigheid van (de ontwikkelingen in) het (massale) toezicht in het fiscale domein (de traditionele ‘blauwe’ Belastingdienst) in de periode 2017-2023. De oorspronkelijke oplevering die was voorzien in 2022 is opgeschoven naar 2024, zoals eerder ook is aangekondigd in de eerste voortgangsrapportage Jaarplan Belastingdienst 2021. De verlengde periode maakt het mogelijk om de lange termijnbeweging van de Belastingdienst, van toezicht achteraf naar betere borging van de kwaliteit van de aangifte vooraf, te kunnen volgen. Ook kunnen de nieuwe indicatoren in de Rijksbegroting die vanaf 2021 in gebruik zijn worden gevolgd en de resultaten van lopende activiteiten en pilots kunnen in de evaluatie worden meegenomen.

Evaluatie Internationale uitwisseling van fiscale informatie Grote Ondernemingen (2025)

De Belastingdienst laat een evaluatie uitvoeren naar de internationale uitwisseling van fiscale informatie met betrekking tot grote ondernemingen. De evaluatie zal worden opgezet en uitgevoerd in de periode 2023-2025, de oplevering van de rapportage is voorzien in 2025. Dat is één jaar later dan voorzien, maar zo kunnen meer instrumenten van uitwisseling van informatie worden meegenomen. Grote ondernemingen kennen vaak een internationaal speelveld. Dit internationale speelveld leidt voor zowel ondernemingen als belastingdiensten tot onzekerheid. Vaak is niet alle relevante informatie voorhanden en/of is de aan een bepaald land toegerekende winst die in de aangifte is opgenomen, inzet van een internationale discussie tussen de onderneming en belastingautoriteiten en tussen belastingautoriteiten onderling. Er is steeds meer samenwerking tussen belastingdiensten op het gebied van toezicht. Deze samenwerking leidt onder meer tot meer uitwisseling van informatie. De evaluatie richt zich op de effecten van de uitwisseling van deze informatie op de compliance en de transparantie van ondernemingen. Dit geldt zowel voor inkomende als uitgaande informatie als voor de manier waarop het werk is georganiseerd.

Passende dienstverlening

Evaluatie verbeteringen dienstverlening (2025)

De Belastingdienst werkt aan het verbeteren van de dienstverlening. Het in 2020 opgeleverde onderzoek naar een fundamentele transformatie van de dienstverlening, heeft bouwstenen opgeleverd voor het verbeteren van de dienstverlening in 2021 en volgende jaren. Momenteel worden de plannen uitgewerkt om de dienstverlening van de Belastingdienst te verbeteren, waarbij de visie en ambitie op dienstverlening uitgangspunt is. De evaluatie richt zich op dit plan, de uitvoering ervan en op de vraag in hoeverre de doorgevoerde veranderingen bijdragen aan doeltreffende en doelmatige dienstverlening. De oorspronkelijke oplevering die was voorzien in 2024 is opgeschoven naar 2025. De belangrijkste reden hiervoor is dat de Fundamentele Transformatie van de Dienstverlening in 2025 afgerond wordt. Het extra jaar biedt de mogelijkheid om een completer beeld te schetsen over hoe deze transformatie is verlopen, wat zijn effecten waren, en wat na afronding van de transformatie nodig is om de dienstverlening blijvend en verder te verbeteren.

Adequate massale processen

Evaluatie Inningsproces (2023)

Het inningsproces is een cruciaal proces binnen de Belastingdienst waarvan de stabiliteit geborgd moet blijven. Om de continuïteit, stabiliteit en uitvoerbaarheid van Inning en Betalingsverkeer te borgen, wordt voortdurend gewerkt aan de verbetering van dit proces. In toenemende mate is hierbij aandacht voor de individuele omstandigheden van burgers en bedrijven. De evaluatie betreft de doeltreffendheid, doelmatigheid en passendheid van het inningsproces. Ex ante wordt in beeld gebracht wat de ideeën voor verbetering zijn en in hoeverre die aansluiten bij knelpunten en oorzaken hiervan. Ex durante wordt gemonitord of de verbeteringen en de daarmee beoogde resultaten worden gerealiseerd. Deze evaluatie was aanvankelijk gepland voor 2022. Aangezien het invorderingsproces in 2020 en 2021 grotendeels stil heeft gelegen en de herstart gecombineerd met de terugbetaling van coronaschulden in 2021 en 2022 veel capaciteit zal vragen, is ervoor gekozen de evaluatie een jaar op te schuiven.

Algemeen belastingstelsel

Deze categorie is, in tegenstelling tot de andere vetgedrukte onderwerpen, geen thema. Hier vallen de onderzoeken op fiscaal terrein onder die verschillende delen van het belastingstelsel raken. Er vindt bijvoorbeeld een breed onderzoek plaats naar fiscale regelingen en de fiscale Coronamaatregelen worden geëvalueerd. Ook wordt onderzoek gedaan naar de meest effectieve maatregelen in tijden van crisis. Tot slot bevat deze categorie onderzoeken en evaluaties die voorzien in een kennisbehoefte of evaluatie van een onderdeel van de uitgebreide belastingwetgeving- en uitvoering die zich niet laten scharen onder de andere thema’s.

Eindevaluatie programma Managementinformatie en Risicomanagement (MI/RM) (2023)

Doel van het programma MI/RM is de Belastingdienst effectiever te laten sturen en verantwoorden. Dat doet het programma door ontwikkeling van heldere managementinformatie en integraal risicomanagement en te ondersteunen bij de implementatie van beide. De producten die het programma ontwikkelt, faciliteren de Belastingdienst op strategisch (concern) en tactisch niveau. Zoals opgenomen in het bestedingsplan MI/RM en in de CW3.1 bijlage bij de tweede voortgangsrapportage 2020 zal bij afronding van het programma eind 2022 een evaluatie worden uitgevoerd. Net als over de reguliere voortgang van het programma in de afgelopen jaren wordt over de eindevaluatie gerapporteerd in de voorgangsrapportage bij het jaarplan. Naar verwachting zal deze eindevaluatie worden opgenomen in de derde voortgangsrapportage over 2022. In de eindevaluatie zal worden geëvalueerd in hoeverre de doelen van het programma MI/RM zijn behaald.

Recht doen aan het verleden

Binnen dit thema staat herstel van vertrouwen centraal. Belangrijke vraag hierbij is welke processen vanuit de hersteloperatie als best practice kunnen worden meegenomen naar de reguliere uitvoering van Toeslagen. Hierbij kan gekeken worden naar hoe Toeslagen als organisatie burgers onderdeel maakt van het proces van beleidsvorming tot uitvoering, hoe Toeslagen knelpunten van burgers eerder kan signaleren en daar ook adequaat op handelen, en hoe Toeslagen nieuwe manieren van dienstverlening richting de burger kan toepassen.

De laatste herstelregelingen worden in 2023 opgestart. We kunnen de effecten van bepaalde keuzes pas zien als er enige tijd overheen is gegaan. De evaluatie hersteloperatie toeslagen wordt daarom afgerond in 2025. De evaluatie is een belangrijk onderdeel van de inzichtbehoefte: het is belangrijk om te onderzoeken dat de hersteloperatie zijn beleidsmatige doelen heeft behaald.

Presteren in het heden

Binnen dit thema gaat het om het verhogen van de doenlijkheid van het stelsel (en daarmee de uitvoerbaarheid voor de burger). Centraal staat hoe we ervoor kunnen zorgen dat Toeslagen oog blijft houden op de uitvoerbaarheid van wetten door burgers.

We kijken gericht naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van maatregelen en interventies en of de burger goed met de veranderingen om kan gaan. Het beoogde doel wordt gedurende het hele proces meegenomen bij de inrichting van een wetsartikel in de uitvoeringspraktijk. Om de doelmatigheid / doeltreffendheid van bepaalde maatregelingen/interventies duurzaam te kunnen toetsen, is het nodig enige tijd te laten passeren; de periodieke rapportage op dit thema vindt plaats in 2027.

Het beoogde doel van een wetsartikel moet goed vertaald kunnen worden naar de praktijk om de doelmatigheid te kunnen inschatten. Door aan de voorkant al rekening te houden met onderbouwde hypotheses over het gedrag van burgers in bepaalde situaties, is het mogelijk om uitvoering in een keer goed in te richten. De inzichten uit de evaluaties binnen dit thema dragen daar aan bij.

Anticiperen op de toekomst

Binnen dit thema staat het toekomstige kinderopvangtoeslagstelsel (en specifiek het maken van onderbouwde keuzes over de invoering van het nieuwe stelsel) centraal. Belangrijke vraag is welke uitvoeringskeuzes we moeten maken om de uitvoerbaarheid van het nieuwe kinderopvangtoeslagstelsel voor burgers zo goed mogelijk te borgen. Daarnaast moet worden afgevraagd welke inrichting het beste aansluit op het bestaande gedrag van burgers, waardoor naleving makkelijker plaatsvindt.

De inzichtbehoefte binnen het thema ligt in de vraag hoe we de kennis en inzichten uit het huidige stelsel kunnen gebruiken en inzetten om het toekomstige kinderopvangtoeslagstelsel uitvoeringstechnisch gezien zo vorm te geven dat burgers dit automatisch naleven. Er worden nu verschillende variabelen getoetst in het kader van uitvoerbaarheid, daarnaast loopt een onderzoek naar de beoogde uitvoerder voor de periodieke rapportage op dit thema. De periodieke rapportage zal alleen door Toeslagen worden uitgevoerd als bepaald wordt dat zij de uitvoerder zal zijn.

Effectgericht sturen 

Vanaf 2019 hebben de opdrachtgevende beleidsdepartementen en de Douane de beweging ingezet om de bestaande kwantitatieve sturing (op aantallen controles per douanetaak) aan te vullen met sturing op de door de opdrachtgever(s) beoogde outcome (doeltreffendheid) van de douane-inzet. Deze ontwikkeling is in lijn met de conclusies en adviezen van de Beleidsdoorlichting Douane 2012-2018, die in 2020 door het Kabinet aan de Tweede Kamer is aangeboden. 

De Douane gaat, in afstemming met haar opdrachtgevers, in 2022 een extern onderzoek uitzetten met als opdracht het concretiseren en operationaliseren van de doeltreffendheid van beleid in relatie tot de sturingsdriehoek van Eigenaar, Opdrachtgevers en Douane. Doel is om meer kennis te verzamelen op het gebied van effectgerichte sturing om daarmee de doorontwikkeling ervan te bespoedigen. De voortgang van de sturing op outcome zal in 2024-2025 worden gemonitord (ex-durante) door een extern bureau, vervolgens worden geanalyseerd en aan de Kamer worden gerapporteerd.

Bijlage 6: Rijksuitgaven Caribisch Nederland

Op verzoek van de motie Hachchi c.s.65 wordt jaarlijks een overzicht van alle rijksuitgaven aan Caribisch Nederland (met uitzondering van de vrije uitkering ofwel het BES-fonds) toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties (IV).

Naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling Advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) volgt het kabinet de aanbeveling op om het overzicht Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland aanzienlijk uit te breiden66. Doel hiervan is om de rol van het Ministerie van BZK te verstevigen en een meer integrale afweging van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland te bevorderen.

In de begroting Koninkrijksrelaties (IV) is het totale overzicht van de Rijksuitgaven Caribisch Nederland te vinden. Hieronder is de uitsplitsing van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland voor de departementale begroting Financiën en Nationale Schuld (IX) weergegeven. In het overzicht en de bijbehorende toelichtingen wordt aangegeven of het uitgaven zijn ten behoeve van eilandelijke taken (E) of rijkstaken (R), of er sprake is van incidentele (I) of structurele (S) bekostiging en wordt een toelichting gegeven op de wijze van financiering welke gekoppeld is aan de beoogde beleidsdoelen.

Tabel 106 Departementaal overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak

Bijdrage

Realisatie

Ontwerpbegroting 2023

   

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Totaal uitgaven

  

18.068

17.708

16.725

16.725

16.725

16.725

16.725

          

Artikel 1 Belastingen

14.347

14.000

14.000

14.000

14.000

14.000

14.000

Apparaatsuitgaven

R

S

14.347

14.000

14.000

14.000

14.000

14.000

14.000

Artikel 2 Financiële markten

3.721

3.708

2.725

2.725

2.725

2.725

2.725

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

R

S

2.721

2.708

2.725

2.725

2.725

2.725

2.725

Storting/onttrekking begrotingsreserve

R

S

1.000

1.000

0

0

0

0

0

Toelichting

Artikel 1 Belastingen

Betreft de kosten van uitvoering van fiscale wet- en regelgeving en douanetaken in Caribisch Nederland.

Artikel 2 Financiële markten

Bijdrage aan ZBO's/ RWT's

De verantwoordelijkheid van de minister van Financiën ten aanzien van de toezichttaken is dezelfde voor de BES-eilanden als voor Europees Nederland, omdat de verhouding tussen de minister en de toezichthouders dezelfde is. Het toezicht op de BES-eilanden is net als in Europees Nederland op afstand geplaatst bij De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM); de minister van Financiën is systeemverantwoordelijk. Voor het toezicht op de BES-eilanden ontvangt DNB jaarlijks een overheidsbijdrage en voor het gedragstoezicht op de financiële markten op de BES-eilanden ontvangt de AFM jaarlijks een overheidsbijdrage.

Bijlage 7: Lijst van afkortingen

Tabel 107 Lijst van afkortingen

A

 

ABC

Afdracht, Beschermen en Concurrentiepositie

ABD

Algemene Bestuursdienst

AC

Audit Committee

ACM

Autoriteit Consument & Markt

ACP

Afrikaanse, Caribische en Pacifische landen

ADR

Auditdienst Rijk

ADSB

Atradius Dutch State Business

AFM

Autoriteit Financiële Markten

AIIB

Asian Infrastructure Investment Bank

ANFA

Agreement on Net Financial Assets

ANVS

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

AP

Autoriteit Persoonsgegevens

AR

Algemene Rekenkamer

ATAD

Anti Tax Avoidance Directive

AVG

Algemene verordening gegevensbescherming

Awb

Algemene wet bestuursrecht

Awir

Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen

Awr

Algemene wet inzake rijksbelastingen

  

B

 

Bbp

Bruto binnenlands product

BCF

Btw-compensatiefonds

BERB

Bedrijfseconomische Resultaatsbepaling

BES

Bonaire, Sint Eustatius en Saba

BF

Bijzondere Financiering

BIK

Baangerelateerde Investeringskorting

BIR

Belasting- en invorderingsrente

BNG

Bank Nederlandse Gemeenten

BNI

Bruto nationaal inkomen

BoP

Balance of Payments facility

BPM

Belasting voor Personenauto’s en Motorfietsen

Btw

Belasting over de toegevoegde waarde

BZK

Ministerie van Binnenlandse Zaken met Koninkrijksrelaties

  

C

 

CAF

Combiteam Aanpak Facilitators

CBAM

Carbon Border Adjustment Mechanism

CBS

Centraal Bureau voor de Statistiek

CDFD

College Deskundigheid Financiële Dienstverlening

CEA

Commissie Eindtermen Accountantsopleiding

CET

Common Equity Tier

CP

Commercial Paper

CPB

Centraal Planbureau

CW

Comptabiliteitswet

  

D

 

DBFM(O)

Design-Build-Finance-Maintain(-Operate)

DG

Directoraat-Generaal

DGS

Depositogarantiestelsel

DMS

Document Management Systeem

DNB

De Nederlandsche Bank

DRZ

Domeinen Roerende Zaken

DSD

Digitale Snelweg Douane

DSL

Dutch State Loan

DTC

Dutch Treasury Certificate

DUO

Dienst Uitvoering Onderwijs

DWU

Douanewetboek van de Unie

  

E

 

EBA

Europese Banken Autoriteit

EBRD

European Bank for Reconstruction and Development

EC

Europese Commissie

ECB

Europese Centrale Bank

ECCL

Enhanced Conditions Credit Line

Ecofinraad

Economic and Financial Affairs Council

EDF

European Development Fund

EDIS

Europees depositoverzekeringsstelsel

EFSF

European Financial Stability Facility

EFSM

European Financial Stabilisation Mechanism

EGF

Europees garantiefonds

EIB

European Investment Bank

EIF

European Investement Fund

Ekv

Exportkredietverzekering

EMB

Eigenmiddelenbesluit

EMU

Europese Monetaire Unie

ERM

Exchange Rate Mechanism

ESG

Environment, Social en Governance

ESI

Emergency Support Instrument

ESM

European Stability Mechanism

ESR

Europees Stelsel van Rekeningen

ETS

Emission Trading System

EU

Europese Unie

EZK

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

  

F

 

FATF

Financial Action Task Force

FDC

Financieel Diensten Centrum

FEC

Financieel Expertise Centrum

FIOD

Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst

FJR

Financieel jaarverslag van het Rijk

FMO

Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden

FSV

Fraude Signalering Voorziening

Fte

Fulltime-equivalent

  

G

 

GDI

Generieke Digitale Infrastructuur

  

H

 

HULK

Herverzekering Leverancierskredieten

  

I

 

IB/PVV

Inkomstenbelasting/Premies Voksverzekeringen

IBO

Interdepartementaal Beleidsonderzoek

IBRD

International Bank for Reconstruction and Development

IBTD

Inspectie belastingen, toeslagen en douane

ICS

Import control system

IDA

International Development Association

IenW

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

IFC

International Finance Corporation

IFI

Internationale Financiële Instelling

IH

Inkomensheffing

IMF

Internationaal Monetair Fonds

IMVO

Internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen

IOO

Departementale Programma Informatie op Orde

ISB

Incidentele Suppletoire Begroting

IV

Informatievoorziening

  

K

 

KNM

Koninklijke Nederlandse Munt

KPI

Kritieke prestatie-indicator

  

L

 

LB

Loonbelasting

LH

Loonheffing

  

M

 

MFK

Meerjarig Financieel Kader

MIF

Multilateral Interchange Fee

MIGA

Multilateral Investment Guarantee Agency

MI

Managementinformatie

MKB

Midden- en kleinbedrijf

MOB

Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer

MRB

Motorrijtuigenbelasting

MSNP

Minnelijke schuldregeling natuurlijke personen

MVO

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

  

N

 

NAB

New Arrangements to Borrow

NBM

Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars

NGEU

Next Generation EU

NHT

Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden

NIS

National Import System

NLFI

NL Financial Investments

NSOC

Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit

NvW

Nota van Wijziging

  

O

 

OB

Omzetbelasting

OCT

Overseas Countries and Territories

OESO

Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling

O/GS

Opzet/grove schuld

OM

Openbaar Ministerie

OOD

Opdrachtgevers-opdrachtnemerberaad Douane

  

P

 

PCS

Pandemic Crisis Support

pDG

programma directoraat-generaal

POK

Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag

PPS

Publiek-Private Samenwerking

PRGT

Poverty Reduction and Growth Trust

PSD

Payment Services Directive

  

R

 

RBV

Rijksbegrotingsvoorschriften

RCF

Revolving credit facility

RRB

Renterisicobedrag

RRF

Recovery and Resilience Facility

RvB

Raad van Bestuur

RWT

Rechtspersoon met een wettelijke taak

  

S

 

SBN

Sociale Banken Nederland

SDE

Stimulering Duurzame Energieproductie

SDR

Special Drawing Rights

SEA

Strategische evaluatie agenda

SG

Secretaris-Generaal

SGP

Stabiliteits- en Groeipact

SMP

Securities Markets Programme

SPP

Strategisch personeelsplan

SRB

Single Resolution Board

SRF

Single Resolution Fund

SRM

Single Resolution Mechanism

SSO

Shared Service Organisatie

SURE

Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency

SVB

Sociale Verzekeringsbank

SZW

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

  

U

 

UBO

Ultimate Beneficial Owners

UBR

Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk

UHT

Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen

USD

Amerikaanse dollar

UT

Uitvoeringstoets

  

V

 

VGEM

Veiligheid, Gezondheid, Economie en Milieu

VIA

Vooringevulde aangifte

VK

Verenigd Koninkrijk

VNG

Vereniging Nederlandse Gemeenten

Vpb

Vennootschapsbelasting

VWEU

Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie

VWS

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

  

W

 

WAKO

Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen

WAU

Werk aan Uitvoering

Wft

Wet op het financieel toezicht

Wob

Wet openbaarheid van bestuur

WOK

Wet op de Kansspelen

WOO

Wet Open Overheid

WOZ

Waardering Onroerende Zaken

Wwft

Wet ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme

  

Z

 

Zbo

Zelfstandig Bestuursorgaan


X Noot
1

Kamerstukken II 2021-2022, 21501-07, nr. 1815

X Noot
2

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:32021R0241&from=NL

X Noot
3

Kamerstukken II 2021-2022, 22 112, nr. 3279

X Noot
4

Structuren of georganiseerde groeperingen van onafhankelijke partijen die tot doel hebben innovatieve activiteiten te stimuleren door het delen van faciliteiten en de uitwisseling van kennis en deskundigheid te bevorderen, en door daadwerkelijk bij te dragen aan technologieoverdracht, netwerking, informatieverspreiding en samenwerking tussen de ondernemingen en andere organisaties binnen het cluster.

X Noot
5

Dialogic (2021) Het Nederlandse Investeringsklimaat.

X Noot
6

Kamerstukken II 2021-2022, 32 637, nr. 493

X Noot
7

Kamerstukken II 2021-2022, 32 140, nr. 119, blg-1034802

X Noot
8

Kamerstukken II 2020-2021, 22 112, nr. 2953

X Noot
9

https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2022Z06841&did=2022D13855

X Noot
10

Kamerstukken II 2021-2022, 32 140, nr. 119

X Noot
11

Hoge Raad 24 december 2021, ECLI:NL:PHR:2021:1019, nr. 21/01243

X Noot
12

Bijlage bij Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, nr. 958

X Noot
13

Kamerstukken II 2021-2022, 31 066 nr. 966

X Noot
15

Kamerstukken II 2021, D50023

X Noot
20

De verwachte verliezen zijn berekend door het gemiddelde van de verwachte verliezen van de projecten binnen een portfolio te berekenen. De verwachte verliezen op transactie niveau meten het risico profiel van de lidstaat gedurende de duur van het project. De projecten worden gewogen op basis van de relatieve blootstelling gebaseerd op de situatie op 31/12/2020, dus exclusief eventuele annuleringen en eerdere terugbetalingen. De berekeningen zijn gedaan op basis van interne modellen van de EIB die niet ontworpen zijn om aan IFRS9/IPSAS41 standaarden te voldoen.

X Noot
22

VERORDENING (EU) Nr. 407/2010 VAN DE RAAD van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme

X Noot
23

VERORDENING (EG) Nr. 332/2002 VAN DE RAAD van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten

X Noot
24

VERORDENING (EU) Nr. 2020/2094 VAN DE RAAD van 14 december 2020 tot vaststelling van een herstelinstrument van de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel na de coronacrisis

X Noot
25

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende een nieuwe financieringsstrategie voor de financiering van NextGenerationEU

X Noot
26

VERORDENING (EU, EURATOM) Nr. 966/2012 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002

X Noot
27

Zie ook de Kamerbrief 'Verbeterd inzicht in de begroting van Financiën (IXB)', Kamerstukken II 2019-2020, 35 300 IX, nr. 21

X Noot
28

In het vervolg van dit document worden de subjectieve indicatoren aangeduid als: belevingsindicatoren.

X Noot
29

De leverage ratio (hefboomratio) geeft een eenvoudige kijk op de solvabiliteit van een bank, en is gebaseerd op de verhouding tussen het aangehouden eigen vermogen (tier 1-kapitaal) en de totale activa van de bank. Omdat het bij de leverage ratio niet uitmaakt welk risicogewicht wordt toegekend aan activa is de leverage ratio een ongewogen risico-eis. Door de aanpassingen in de verordening kapitaalvereisten wordt op 28 juni 2021 een leverage ratio van 3% een bindende eis voor banken.

X Noot
30

CET1-ratio is de verhouding tussen het tier 1-kernkapitaal van een bank en de risicogewogen activa van die bank. Voor banken volgt er uit de internationale Bazel-normen en de Europese verordening kapitaalvereisten (waarin de Bazel-normen zijn opgenomen) een minimum CET-1 niveau van 4,5%. Hoe hoger de ratio, hoe meer tier 1-kernkapitaal de bank aanhoudt en hoe solvabeler deze is. 

X Noot
31

Naast de CET1 ratio waar een bank aan moet voldoen zijn er meerdere buffers waarvoor een bank kapitaal dient aan te houden. Indien een bank niet meer voldoet aan deze buffers kan de toezichthouder sancties opleggen. Veelal dienen deze buffers in het kwalitatief sterke CET1-kapitaal aangehouden te worden.

X Noot
32

Zie voor meer informatie over bankenbuffers de aanbiedingsbrief risicoreductie bankensector van 20 november 2020, Kamerstukken II 2020-2021, 21501-07, nr. 1728.

X Noot
34

Anders dan het kengetal betalingsverkeer dat in het Jaarverslag 2019 is gecommuniceerd, zijn hier twee nieuwe kengetallen betalingsverkeer opgenomen (zie tabel). Deze kengetallen geven een beeld over zowel de beschikbaarheid van het girale betalingsverkeer als de toegang tot contant geld.

X Noot
37

Zie overzicht risicoregelingen (hoofdstuk 2.6)

X Noot
38

De ECB kapitaalsleutel is gebaseerd op de bevolkingsomvang en het bbp van de EU-landen en wordt periodiek aangepast (eens in de 5 jaar, of wanneer lidstaten toe- of uittreden in de EU).

X Noot
40

De Arrangement of the Offically Suported Export Credits. Voor EU-lidstaten is de Arrangement bindend

X Noot
41

Kamerstukken II 2017-2018, 26 485, nr. 255.

X Noot
42

Kamerstukken II 2020-2021, 26 485, nr. 367 en 'Monitor exportkredietverzekeringen 2020'.

X Noot
43

Conform afspraken in het financieel akkoord uit 2013 tussen het Rijk en decentrale overheden, zie ook Kamerstukken II 2012-2013, 33 400 B, nr. 7.

X Noot
46

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925 nr. 17

X Noot
47

CP is een geldmarktinstrument dat wordt uitgegeven en verhandeld op discontobasis. CP kent flexibele uitgiftemomenten en looptijden. Bovendien bestaat de mogelijkheid CP uit te geven in vreemde valuta. CP is een aanvulling op het DTC-programma voor wat betreft schuldbewijzen met kortere looptijden.

X Noot
54

Een rekening waarop de bij- en afschrijvingen van de bankrekening(en) en de betalingen/ ontvangsten van deposito’s en eventuele leningen plaatsvinden en het geeft daarmee de onderlinge financiële verhouding weer tussen de deelnemer van het schatkistbankieren en het ministerie van Financiën.

X Noot
55

Een deposito is geld dat door een deelnemer van schatkistbankieren tegen een vaste rentevergoeding en voor een bepaalde looptijd wordt vastgezet. De looptijd van een deposito kan variëren van een dag tot meerdere jaren.

X Noot
56

Kamerstukken II 2021, D50023

X Noot
57

Kamerstukken II 2021-2022, 36 140

X Noot
60

Kamerstukken II 2021-22, 33670, nr. 14.

X Noot
64

Europese Commissie, 2022, 'Taxation trends in the European Union 2021’

X Noot
65

Kamerstuk 33 000 IV, nr. 28

X Noot
66

Kamerstuk 35 300 IV, nr. 11

Naar boven