31 066 Belastingdienst

Nr. 981 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 maart 2022

Er is overleg gevoerd met uw Kamer over de afwikkeling van de private schulden van gedupeerde ouders. Hierbij is gesproken over de daarvoor speciaal ingerichte uitvoeringsorganisatie SBN (Sociale Banken Nederland) en het aflopen van het moratorium voor private schulden in de komende maanden. Indien ouders na het aflopen van het moratorium te maken krijgen met beslaglegging of uithuiszetting voor schulden die kunnen worden opgelost in de hersteloperatie kan dit veel impact op hen hebben. Wij willen zo veel mogelijk voorkomen dat ouders na afloop van het moratorium te maken krijgen met beslaglegging of uithuiszetting. Uw Kamer en de betrokken ouders hebben hier zorgen over. Dat begrijpen wij. Dat is ook de reden dat we hierop eerder maatregelen hebben genomen.

De motie van het lid Nijboer c.s. verzoekt de regering om ook dit jaar te voorkomen dat ook maar één gedupeerde uit huis wordt gezet vanwege openstaande schulden, of te maken krijgt met beslaglegging.1 De motie van het lid Paul c.s. roept daarbij op om de verkenning naar een eventuele verlenging van het moratorium zo snel mogelijk af te ronden.2 Ook rapporteer ik u over de motie van het lid Omtzigt c.s. die verzoekt om te informeren bij hoeveel mensen die op de moratoriumlijst staan gerechtelijke vorderingen zijn geeffectueerd, welke gevolgen dat had en wat de regering heeft gedaan om dit te voorkomen.3 Deze brief geeft aan hoe uitvoering wordt gegeven aan deze moties, zoals aangekondigd in de Kamerbrief van 11 februari jl.4

Eerst wordt toegelicht hoe het staat met de huidige werkwijze en de reeds getroffen maatregelen omtrent het Loket Private Schulden en het aflopen van het moratorium. Vervolgens worden de verkenningen naar rechtstreekse aanlevering van schuldenlijsten door deurwaarders en verlenging van het moratorium toegelicht. Hierbij geven we aan in hoeverre het doorvoeren van deze aanvullende maatregelen momenteel wenselijk is. 5

Private schuldenaanpak en huidig maatregelenpakket bij aflopen moratorium

Gedupeerde ouders hebben binnen de hersteloperatie recht op het oplossen van een groot deel van hun private schulden, voor zover deze binnen het beleidsbesluit vallen. Zij kunnen hun schulden hiervoor indienen in het Loket Private Schulden bij SBN. Daarnaast is voor ouders vanaf de datum dat zij hun compensatiebedrag ontvangen een moratorium van één jaar van toepassing, dat hen beschermt tegen gerechtelijke invordering van hun schulden.6

Het moratorium en de aanpak van private schulden staan los van de aanpak voor publieke schulden. Hiervoor geldt dat de invordering door overheidsorganisaties wordt gepauzeerd en dat publieke schulden van gedupeerde ouders vervolgens worden kwijtgescholden.7 Dit is voor het grootste deel van de publieke schulden al gebeurd en voor zover de afwikkeling nog loopt wordt de ouder door de pauzering niet geconfronteerd met tussentijdse invordering. Dit betekent dat ouders zodra ook SBN hun schulden – voor zover deze in aanmerking komen voor afbetaling – heeft betaald niet meer geconfronteerd worden met invordering van schulden die onder de hersteloperatie vallen.

Private schulden kunnen zich bij diverse schuldeisers en in diverse stadia van invordering bevinden. Alleen de ouder weet welke private schulden hij of zij heeft. Voor de afhandeling van deze schulden heeft de ouder daarom zelf de regie. Inherent hieraan is het risico dat een ouder schulden nog niet heeft ingediend voordat diens moratorium afloopt. Om de ouder hierbij zo goed mogelijk te ondersteunen is een reeks maatregelen getroffen.

Het indienen van hun schulden bij SBN is voor gedupeerde ouders de beste manier om executie van beslagleggingen of uithuiszettingen te voorkomen. SBN, UHT, gemeenten en de gerechtsdeurwaarders zetten alles op alles om gedupeerde ouders te bewegen om hun schulden in te dienen en zo te voorkomen dat zij met beslaglegging of huisuitzetting geconfronteerd worden. Hiervoor zijn vanuit de hersteloperatie diverse maatregelen genomen: 1) het openen van het loket private schulden bij Sociale Banken Nederland, 2) het sturen van een brief aan gedupeerde ouders twee maanden voordat het moratorium voor hen afloopt, 3) het faciliteren van het indienen van schuldenlijsten met gerechtelijke vorderingen via schuldenwijzer.nl, 4) gemaakte afspraken met gemeenten om ouders te helpen hun schulden in te dienen, 5) de belactie waarmee SBN alle ouders belt die binnen een maand uit het moratorium lopen en nog geen schuldenlijst hebben ingediend en 6) het inrichten van een noodprocedure, die onderdeel is van de afspraken met de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG). De noodprocedure gaat van start als een ouder zich meldt bij het serviceteam van UHT of service center van SBN en houdt in dat een ouder wordt geholpen met het indienen van schulden en dat deze schulden met voorrang worden behandeld door SBN. Waar nodig wordt er telefonisch contact opgenomen met gerechtsdeurwaarders en schuldeisers.

De gemiddelde doorlooptijd van de afhandeling van een schuldenlijst bij SBN varieert vanwege het aantal schulden op een lijst en de responstijd van schuldeisers. Naar verwachting zal dit gemiddeld 3 maanden zijn. SBN neemt schuldenlijsten zo veel mogelijk in behandeling in de volgorde waarop het moratorium afloopt. Schulden waarvoor een gerechtelijke titel gehaald is en die bij een gerechtsdeurwaarder liggen kunnen versneld worden afgewikkeld via de zogenaamde fast lane. Ook hier wordt de volgorde van afloop moratorium aangehouden.

Ten slotte heeft het lid Grinwis (CU) in het debat van 10 februari jl. gevraagd naar het actief aanbieden van het schuldhulpverleningstraject bij gemeenten (Handelingen II 2021/22, nr. 49, Tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag). Zoals aangegeven in dit debat denken wij dat ouders beter en sneller geholpen zijn als zij hun schulden aanmelden bij SBN, maar vinden wij het belangrijk dat iedere mogelijkheid wordt bekeken. Wij brengen deze route dus ook onder de aandacht.

Stand van zaken aanmeldingen SBN, beslagleggingen en uithuiszettingen

Tot en met 9 maart liep het moratorium voor ruim 5.500 gedupeerde ouders af. Het is onduidelijk welk deel van hen private schulden heeft. Uit de belactie van SBN – waarmee ruim 3.100 ouders die nog geen schuldenlijst hadden ingediend bereikt zijn – blijkt dat ongeveer 2/3 van de ouders die bereikt is geen private schulden (meer) heeft. Van de overige ouders die met de belactie zijn bereikt geeft het merendeel aan op korte termijn de schuldenlijsten in te dienen bij SBN. Op dit moment heeft SBN van ongeveer 5.000 gedupeerde ouders het dossier in behandeling. Dit betreft ruim 7.700 schuldenlijsten, waarvan er momenteel 300 beschikkingen zijn afgegeven die leiden tot uitbetalingen aan schuldeisers. In maart zal SBN zijn opgeschaald tot 150 fte.

Zoals ook door de Kamer gevraagd in de motie van het lid Omtzigt c.s. wordt vanuit de hersteloperatie gemonitord of gedupeerde ouders te maken krijgen met beslaglegging of uithuiszetting. Hiervoor wordt informatie opgehaald bij het 1) het serviceteam van UHT, 2) het service center van SBN en 3) in intensief overleg met de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG).

De huidige maatregelen en de inspanning van alle betrokken partijen waaronder de gerechtsdeurwaarders hebben ertoe geleid dat er in de afgelopen weken voor zover bij ons bekend geen uithuiszettingen hebben plaatsgevonden en dat ouders niet geconfronteerd zijn met de executie van beslagleggingen voor schulden die door SBN opgelost kunnen worden. In twee situaties hebben ouders waarvoor het moratorium was afgelopen gebruik gemaakt van de noodprocedure. In beide situaties is beslaglegging of uithuiszetting voorkomen. Daarnaast hebben de afgelopen weken nog drie ouders gebruik gemaakt van de noodprocedure voor problemen met schuldeisers die niet direct te maken hadden met het aflopen van het moratorium. Ook in deze gevallen heeft de noodprocedure voorkomen dat verdere gerechtelijke stappen zijn genomen in de invordering van de schulden van deze ouders.

Zoals toegezegd in de Kamerbrief van 11 februari 2022 zijn de afgelopen weken twee aanvullende maatregelen nader verkend om de ouder verder te beschermen bij afloop van het moratorium.

Aanvullende maatregel 1: Rechtstreeks indienen van schuldenlijsten door gerechtsdeurwaarders

Om gedupeerde ouders met het afwikkelen van private schulden te kunnen ondersteunen, is samen met de Koninklijke Beroepsorganisaties van Gerechtsdeurwaarders (KBvG), de Stichting Netwerk Gerechtsdeurwaarders (SNG) en SBN onderzocht of het rechtstreeks indienen van schuldenlijsten door gerechtsdeurwaarders mogelijk is. Daarbij zijn twee varianten naar voren gekomen. Voor beide varianten biedt de Algemene Wet Inkomstafhankelijke Regelingen (AWIR) de mogelijkheid om gegevens met dit doel te delen.

De eerste variant houdt in dat deurwaarders via SNG de schuldenlijsten van ouders waarvoor het moratorium binnen 4 tot 6 weken eindigt zullen indienen bij SBN. SBN zal de ouder daarop nogmaals actief benaderen om hen de situatie uit te leggen en toestemming te vragen om de rechtelijke schulden versneld op te lossen. Ouders houden zo regie over hun situatie, maar er wordt wel een extra waarborg ingebouwd om te voorkomen dat beslag wordt geeffectueerd en ouders problemen ondervinden door geen schulden in te dienen.

De tweede variant behelst de mogelijkheid dat SBN deze door de gerechtsdeurwaarder ingediende schuldenlijsten zonder afstemming met de ouder (of indien de ouder niet reageert op het contact vanuit SBN) volgens het beleidsbesluit private schulden oplost. In deze variant worden deze schuldenlijsten rechtstreeks opgevoerd door SBN en direct volgens het beleidsbesluit private schulden oplost, waardoor niet meer overgegaan kan worden tot executie van beslagleggingen. Deze variant wordt als onwenselijk beschouwd, omdat dit indruist tegen het belang van de ouder om zelf regie op zijn situatie te houden.

Wij vinden het mede gelet op de wens van de Kamer gepast om preventief de eerste variant verder voor te bereiden, in samenwerking met de gerechtsdeurwaarders en SBN. In deze variant houdt de ouder zelf maximale regie, maar heeft SBN de mogelijkheid nog gerichter contact met ouders op te nemen. Bovendien loopt het proces bij SBN sneller indien de schuldenlijst met rechtelijke vorderingen reeds is ingediend. Voor deze variant zal eerst een uitvoeringstoets worden gedaan gericht op de impact op het primaire proces van SBN en de dienstverlening aan de ouders. Als de uitvoeringstoets positief is, zal overgegaan worden tot implementatie. De hiervoor benodigde doorlooptijd is circa 3 maanden. Het uitgangspunt is dat de lopende uitvoering van het afhandelen van schuldenlijsten van gedupeerde ouders door SBN zo min mogelijk wordt verstoord.

Aanvullende maatregel 2: Verkenning verlenging moratorium

Daarnaast is er conform de motie van het lid Paul c.s. zo snel mogelijk de verkenning over een eventuele verlenging van het moratorium afgerond.

Het moratorium maakt een inbreuk op het eigendomsrecht van een schuldeiser, dat is opgenomen in het eerste protocol van het Europees Verdrag voor Rechten van de Mens (EVRM), met een vordering waarvoor een gerechtelijk vonnis gewezen is. Daarom kan een dergelijke maatregel alleen in uitzonderlijke gevallen toegepast worden. Het huidige moratorium van één jaar vanaf het moment dat de gedupeerde zijn compensatie ontvangt, is een ingrijpende maatregel die gezien de uitzonderlijke situatie waarin gedupeerde ouders zich bevinden, acceptabel gevonden is. Een verdergaande inbreuk op het eigendomsrecht van een eventuele verlenging van het moratorium zou ervoor kunnen zorgen dat rechters in concrete situaties een dergelijke inbreuk onevenredig achten en het moratorium buiten toepassing laten of in het uiterste geval zelfs onverbindend verklaren. Schuldeisers worden door de huidige maatregel al geraakt en hebben, net als gedupeerde ouders, bepaalde rechten.

In het licht van bovenstaande is in de beleidsverkenning ter voorbereiding op een eventuele wetswijziging gekeken naar de meest proportionele optie. Dit zou een verlenging van het moratorium met een duidelijke afbakening kunnen zijn: 1) van toepassing op gedupeerde ouders waarvoor het moratorium afloopt en die nog geen schuldenlijst hebben ingediend bij SBN, 2) voor hun private schulden, 3) voor een extra periode van 2 á 3 maanden.

Ook deze afgebakende wijze van uitbreiding van het moratorium is juridisch riskant. De proportionaliteit van deze maatregel valt mede vanwege de effectiviteit van de bestaande maatregelen te betwisten. Indien schuldeisers, die immers recht hebben op een geldbedrag, besluiten om het moratorium aan te vechten, dan bestaat de kans dat de adempauze voor alle gedupeerden verloren gaat. Daarnaast is het effect van de maatregel beperkt. Het geeft vooral meer tijd aan de gedupeerde om hun lijsten in te dienen, maar is geen garantie dat ook alle ouders dit ook doen en dat daarmee voorkomen wordt dat alsnog tot executie van het beslag wordt overgegaan als de verlengde periode geëindigd is. Het verlengen van het moratorium achten wij daarom onwenselijk.

Tot slot

Het blijft belangrijk dat ouders zelf actie ondernemen, omdat dit de enige oplossing is voor hun private schuldenproblematiek: het indienen van de schulden bij SBN is de manier om de schulden die onder de regeling vallen op te lossen en executie van beslagen te voorkomen. Vanwege het grote belang voor ouders zal daarnaast in samenwerking met de gerechtsdeurwaarders en SBN worden gestart met de uitvoeringstoets om variant 1 van het rechtstreeks indienen van schuldenlijsten door gerechtsdeurwaarders, met de instemming van ouders, mogelijk te maken.

Ik hoop hiermee uw Kamer voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries


X Noot
1

Kamerstuk 31 066, nr. 964.

X Noot
2

Kamerstuk 31 066, nr. 966.

X Noot
3

Kamerstuk 31 066, nr. 967.

X Noot
4

Kamerstuk 31 066, nr. 980

X Noot
5

Zoals aangekondigd in de brief aan de Tweede Kamer van 11 februari jl.

X Noot
6

Voor zover de schulden opeisbaar waren op de datum dat de ouder het compensatiebedrag betaald krijgt.

X Noot
7

In de 10e Voortgangsrapportage wordt de stand van zaken van de publieke kwijtschelding per organisatie zoals gebruikelijk met uw Kamer gedeeld

Naar boven