31 311 Zelfstandig ondernemerschap

Nr. 238 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juni 2021

Met deze brief meld ik uw Kamer dat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) mij heeft laten weten dat de uitvoering van het Uniform Herstelkader (UHK) voor mkb-ondernemingen met rentederivaten vrijwel is afgerond. Bijgaand treft u de eindrapportage aan waarin de AFM rapporteert over de uitkomsten van het compensatietraject, per peildatum 31 maart 20211. Hieronder ga ik in op de belangrijkste bevindingen uit deze rapportage en de aanstaande evaluatie van het afwikkelingsproces.

Compensatie

In totaal hebben per 31 maart 2021 18.917 mkb-klanten een aanbod tot compensatie ontvangen van hun bank.2 Al in de zesde en laatste voortgangsrapportage, met peildatum 31 december 2019, meldde de AFM dat alle banken aan al hun klanten die binnen het toepassingsbereik van het UHK vallen een aanbod tot compensatie hebben gestuurd.3 Daarnaast zijn er 2.725 klanten die een brief van hun bank hebben ontvangen dat zij buiten het toepassingsbereik van het UHK vallen, bijvoorbeeld omdat zij als professioneel of deskundig kwalificeren. In totaal is door de banken ruim € 1,5 miljard aan compensatie aangeboden en, indien geaccepteerd, is het bedrag uitgekeerd. Klanten hebben reeds eerder een voorschot op de compensatie ontvangen.

De eindrapportage geeft inzicht in de verdeling van dit compensatiebedrag per herstelstap uit het UHK.4 Onderstaande tabel geeft deze verdeling weer en ook de gemiddelde compensatie per klant per stap. In de eerste stap worden complexe gestructureerde rentederivaten omgezet naar een zogeheten noodzakelijk substituut (bijvoorbeeld een renteswap of rentecap). In stap 2 herstelt de bank technische onvolkomenheden om het rentederivaat in overeenstemming te brengen met de onderliggende lening. Stap 3 voorziet in een coulancevergoeding en bij stap 4 worden eventuele verhogingen van renteopslagen vergoed.

Dat het UHK heeft beoogd recht te doen aan de grote verscheidenheid aan klantsituaties, volgt uit de door de AFM gerapporteerde spreiding van de vergoedingen per stap. Bij stap 2, het technische herstel, is de spreiding van de compensatie bijvoorbeeld vrij groot, variërend van een paar honderd euro tot enkele miljoenen. Dit komt omdat de toepasbaarheid van deze stap, als een derivaat niet goed aansluit bij de lening door een mismatch in bijvoorbeeld de looptijd of omvang van het derivaat en de lening, niet voor alle klanten – in dezelfde mate – geldt. De coulancevergoeding (stap 3) wordt berekend aan de hand van de omvang, marktwaarde en netto kasstromen van de derivaten van de klant en is gemaximeerd op € 100.000. Deze stap is van toepassing op bijna alle in aanmerking komende klanten, die gemiddeld € 51.000 hebben ontvangen.

Stap

Totaal

Aantal klanten

Gemiddeld

1. Complexe rentederivaten

€ 141 miljoen

878

€ 161.000

2. Technisch herstel

€ 310 miljoen

11.290

€ 27.000

3. Coulancevergoeding

€ 883 miljoen

17.296

€ 51.000

4. Renteopslagen

€ 233 miljoen

6.237

€ 37.000

Acceptatiegraad

In totaal hebben 17.714 klanten het aanbod van hun bank geaccepteerd. Daarmee is de acceptatiegraad 94%. Na acceptatie wordt de compensatie door de banken uitbetaald en worden, indien van toepassing, lopende derivaten en/of leningen conform het UHK aangepast. 1.186 klanten hebben het aanbod niet geaccepteerd; dit is 6% van de klanten die in aanmerking komen voor compensatie. Twee derde (4%) van deze klanten heeft niet gereageerd en een derde (2%) heeft het aanbod afgewezen. In veel gevallen gaat het hier om een compensatieaanbod van € 0, of is er sprake van een faillissement van de klant. 0,4% van de klanten is een juridische procedure gestart.

Klanten hebben de mogelijkheid inhoudelijk op het aanbod te reageren. In totaal hebben 92 klanten een aanvullend compensatieaanbod ontvangen op basis van nieuw aangeleverde informatie. Ook kunnen klanten de bank om een heroverweging vragen indien zij van mening zijn dat de bank het UHK niet juist heeft toegepast; 115 klanten die hiervan gebruik hebben gemaakt hebben aanvullende compensatie ontvangen.

Bindend advies

Klanten kunnen op specifieke onderdelen van het herstel bindend advies vragen. De uitkomst van het advies is bindend voor zowel de bank als de klant. Klanten dienen eerst het compensatieaanbod, behoudens het specifieke onderdeel waarvoor bindend advies wordt gevraagd, te accepteren. In totaal hebben circa 100 klanten het aanbod voorgelegd aan de Bindend Adviescommissie, een verdubbeling ten opzichte van het vorige peilmoment eind december 2019. Daarvan zijn reeds 60 verzoeken behandeld, waarvan 12 verzoeken (gedeeltelijk) zijn toegewezen. De resterende bindendadviesverzoeken, waarvan er circa 10 zich in de voorfase bevinden, zullen naar verwachting van de Bindend Adviescommissie dit jaar worden behandeld.

Afronding laatste stappen uitvoering Uniform Herstelkader

Eind maart 2021 zijn de reguliere controles van de externe dossierbeoordelaars (EDB) afgerond en daarmee is getoetst of het compensatiebedrag conform het UHK is berekend. Per peildatum 31 maart 2021 is er een tiental dossiers waarbij de klant en de bank nog in overleg zijn over het aanbod, bijvoorbeeld omdat de klanten nog aanvullende informatie aan de bank hebben verstrekt. De EDB’ers van de banken waarbij dit speelt, zullen de rest van dit jaar nog zeer beperkte werkzaamheden voor deze nog openstaande dossiers verrichten. Dit geldt ook voor de dossiers waarbij bindend advies is gevraagd en de eindafrekening wordt opgemaakt na de bindend adviesuitspraak. Voor het overige is de uitvoering van het UHK met de voltooiing van controles door de EDB’ers afgerond.

Evaluatie afwikkelingsproces rentederivaten

In mijn brief van 28 januari 2020 heb ik aangekondigd dat de evaluatie van het afwikkelingsproces zal starten zodra de werkzaamheden van de externe dossierbeoordelaars zijn afgerond. Dat is thans, behoudens de enkele dossiers zoals hierboven genoemd, het geval. Ik heb ABDTOPConsult gevraagd om deze evaluatie uit te voeren, die tevens invulling geeft aan de motie van de leden Leijten en Van der Linde5 die verzoekt het afwikkelingsproces grondig te evalueren en hier lessen uit te trekken voor eventuele toekomstige compensatie van zorgplichtschendingen. Ik verwacht dat de evaluatie na de zomer zal starten en in dit jaar kan worden afgerond.

De evaluatie zal zien op het proces rond het opstellen van het UHK en de uitvoering ervan. Verschillende aspecten worden daarbij belicht, zoals het tijdspad, de rolverdeling tussen de verschillende betrokken partijen en de kosten. De ervaringen van verschillende stakeholders met dit proces en de lessen die zij hierbij hebben geleerd vormen een belangrijk onderdeel van de evaluatie.

Tot slot

Tot slot wil ik graag benadrukken dat ik het positief vind dat met de afronding van de reguliere externe controlewerkzaamheden het afwikkelingsproces nu zo goed als voltooid is. Het hoge percentage klanten dat het aanbod accepteert is een indicatie dat het UHK voor hen een positieve uitkomst heeft geboden voor de geleden schade en is een indicatie dat het herbeoordelingsproces zorgvuldig is uitgevoerd. De overgrote meerderheid van de klanten, banken, externe dossierbeoordelaars en de AFM kunnen daarmee een punt zetten achter dit traject. Ik verwacht dat ook de klanten die nog een bindend adviesverzoek hebben open staan of een juridische procedure over hun rentederivaat hebben lopen, binnen afzienbare tijd daarover uitsluitsel krijgen en dat ook zij deze periode kunnen afsluiten.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Bij drie klanten die in aanmerking komen voor compensatie is het versturen van de aanbodbrief bemoeilijkt, bijvoorbeeld omdat de entiteit is ontbonden.

X Noot
3

Kamerstuk 31 311, nr. 221.

X Noot
4

Zie voor een overzicht van de verschillende stappen het UHK, paragraaf 3.2 en verder.

X Noot
5

Kamerstuk 32 013, nr. 162.

Naar boven