31 934 Douane

Nr. 50 STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2021

Met deze brief bied ik u het rapport aan over het onderzoek dat de Douane heeft laten uitvoeren naar de beheersing van corruptierisico’s door de Douane in de Rotterdamse Haven1. Hiermee doe ik mijn toezegging om de uitkomsten van het onderzoek met uw Kamer te delen gestand.2 Tevens schets ik in deze brief het proces waarin de Douane aan de slag gaat met de aanbevelingen uit het rapport. Daarnaast informeer ik u over de stand van zaken met betrekking tot de screeningsmaatregelen, zoals ik uw Kamer heb toegezegd in mijn brief van 12 februari 2021.3

Het onderzoek

Het onderzoek is in opdracht van de Douane door KPMG uitgevoerd. De Douane wilde graag, mede in het licht van het conceptrapport «Als de prooi de jager pakt» (Bijlage bij Kamerstuk 31 934, nr. 29) en de wens van uw Kamer, inzicht krijgen in de actuele modus operandi van criminele organisaties in de Rotterdamse haven met betrekking tot het corrumperen van Douanemedewerkers. Daarnaast wilde de Douane toetsen of de huidige beheersmaatregelen tegen corruptierisico’s voldoende effectief en efficiënt zijn in het licht van modus operandi en/of dat versterkende maatregelen nodig zijn. Dit, in de wetenschap, dat de Douane werkzaam is in een snel veranderende omgeving, waarin criminelen op allerlei manieren blijven proberen om verdovende middelen naar Nederland en Europa te vervoeren. De criminaliteit is verhard en er is sprake van een toenemende verwevenheid tussen de onder- en bovenwereld. Deze veranderde context en de zorg of de organisatie voldoende in staat is om haar medewerkers te beschermen tegen ongewenste invloeden van buiten waren redenen voor de Douane om onderzoek te laten doen.

Voor de totstandkoming van het rapport heeft KPMG gekozen voor een brede aanpak waarbij gebruik is gemaakt van verschillende inzichten, zoals de wetenschap, kennis van externe experts en best practices van andere organisaties. Ook is er gebruik gemaakt van kennis en ervaringen binnen de Douane zelf. Deze is opgehaald door enquêtes binnen de Douane naar integriteitsbeleving, interviews met medewerkers en focusgroepen, bestaande uit een brede vertegenwoordiging van medewerkers binnen de Douane. Het onderzoek is begeleid door een begeleidingscommissie waarin de wetenschap, functionarissen met kennis en ervaring vanuit verschillende organisaties en de Douane vertegenwoordigd waren. Tot slot zijn de aanbevelingen getoetst in de genoemde focusgroepen.

Met deze grondige aanpak is van buiten naar binnen gekeken en zijn veel medewerkers van de Douane betrokken geweest. KPMG geeft in het rapport aan dat vanuit de Douane de medewerking aan het onderzoek coöperatief is geweest.

De conclusies uit het rapport zijn stevig. De aanpak van corruptie en het borgen van integriteit is te versnipperd, te beperkt en te veel gericht op incidenten. De Douane zal haar aanpak moeten versterken en verbreden en van een reactief systeem naar een proactief systeem moeten gaan. KPMG doet de aanbevelingen om de landelijke integriteits- en corruptieaanpak naar een hoger volwassenheidsniveau te brengen. Dit in aansluiting op reeds bestaande en in gang gezette initiatieven. De zes hoofdaanbevelingen zijn:

  • 1. Ontwerp een specifiek op de Douane betrekking hebbende handreiking met daarin gedragsprincipes en -normen gericht op corruptierisico’s.

  • 2. Vergroot binnen de organisatie het bewustzijn ten aanzien van corruptierisico’s en signalen.

  • 3. Creëer een proactieve corruptie-aanpak.

  • 4. Richt een sterke en centrale compliance functie op.

  • 5. Versterk het leiderschap in omgang met corruptierisico’s.

  • 6. Maak gebruik van data-analyse technieken om relevante corruptiesignalen op te halen.

Deze hoofdaanbevelingen zullen in samenhang met elkaar leiden tot de inrichting van een breed gedragen en systemische aanpak. De kern hiervan is dat geen losstaande maatregelen worden genomen naar aanleiding van bijvoorbeeld een incident, maar te werken met een aanpak die zorgt voor structurele aandacht voor integriteit en het voortdurend leren door de hele organisatie. Binnen zo’n aanpak wordt doorlopend gekeken naar de veranderingen in de omgeving en welke maatregelen wanneer nodig zijn.

De Douane omarmt de richting van de hoofdaanbevelingen. De scope van het onderzoek was gericht op de Rotterdamse Haven maar de onderzoekers zien de aanbevelingen breder dan alleen de haven. Voor de Douane is het ook van belang om niet alleen de Rotterdamse Haven maar de hele Douane toekomstbestendig te maken op het terrein van integriteit en corruptie. Het uiteindelijke streven is om de medewerkers van de Douane en de organisatie zoveel mogelijk te beschermen tegen ongewenste invloeden van buitenaf. Dit is noodzakelijk aangezien de modus operandi van de criminelen voortdurend aan verandering onderhevig is.

De Douane voelt de urgentie en ambitie om te komen tot een gedegen compliance functie waarbinnen de andere aanbevelingen geoperationaliseerd worden. Hierbinnen worden ook de maatregelen en lopende initiatieven ondergebracht die reeds zijn ingezet. Het gaat bijvoorbeeld om het monitoren van de logging binnen de systemen. Om te komen tot de veranderaanpak die hiertoe leidt, is het voor de Douane van groot belang om zich te laten voeden door Douanemedewerkers en de buitenwereld. De Douane doet dit door in ieder geval gesprekken te voeren met haar medewerkers en een externe klankbordgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van andere organisaties die ervaring hebben met een integriteits- en corruptieaanpak, in te richten. Hierbij zal ook KPMG een rol blijven spelen. Tevens is de betrokkenheid van de medezeggenschap en vakbonden van essentieel belang omdat het doel is om de medewerkers te beschermen.

Met dit proces komt de Douane tot een concrete verbeteraanpak op het terrein van integriteit en corruptie waarin de aanbevelingen en lopende initiatieven een plek krijgen. Deze verbeteraanpak zal ik dit najaar met uw Kamer delen. Tevens wil ik met u delen dat ik KPMG bereid heb gevonden om het onderzoek toe te lichten indien uw Kamer daar behoefte aan heeft.

Stand van zaken screeningsmaatregelen VOG politiegegevens en continue screening

Het versterken van de screening wordt een essentieel onderdeel van de verbeteragenda. De voorbereidingen daartoe hebben onverminderd mijn volle aandacht. De invoering van continue screening en de VOG Politiegegevens vergen helaas meer tijd dan eerder verwacht. De afhankelijkheden waarover ik uw Kamer in mijn eerdergenoemde brief van 12 februari jl. over de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkelingen rondom de VOG politiegegevens en de continue screening voor medewerkers van de Douane4 heb geïnformeerd, hebben effect op het tijdspad. De noodzakelijke juridische grondslagen ontbreken vooralsnog. Zo ligt het Wetsvoorstel VOG politiegegevens5, waar de Minister voor Rechtsbescherming verantwoordelijk voor is, nog ter behandeling voor in de Eerste Kamer. En ontbreekt voor de inwerkingtreding van continue screening een grondslag in de cao; door de opschorting van de onderhandelingen in het Sectoroverleg Rijk is nog niet over dit onderwerp gesproken. Daarbij hecht ik waarde aan een zorgvuldige afstemming met de medezeggenschap en vakbonden. De Douane is de eerste Rijksoverheidsorganisatie die de combinatie continue screening en de VOG Politiegegevens wil invoeren. Dat maakt het voor de medezeggenschap en vakbonden ook van belang te willen kijken vanuit het perspectief van de proportionaliteit van de maatregelen en de waarborgen t.a.v. de privacy voor medewerkers. De gesprekken met hen worden gevoerd en zijn constructief, maar hebben nog niet geleid tot een voldoende concreet resultaat waarover ik uw Kamer op dit moment kan informeren. Ik informeer uw Kamer in ieder geval in het najaar over de stand van zaken.

Gegeven het grote belang om Douanemedewerkers te beschermen, blijf ik manieren zoeken om daar waar mogelijk het tijdspad te versnellen en worden de gesprekken met de medezeggenschap en vakbonden voortgezet. Parallel daaraan treft de Douane alle voorbereidingen die mogelijkerwijs kunnen worden getroffen. Dit geldt ook voor de invoering van het kwetsbaarhedengesprek, waarover ik eveneens nog in gesprek ben met de vakbonden.

De Staatssecretaris van Financiën, A.C. Van Huffelen


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

2021D05392

X Noot
3

Kamerstuk 31 934, nr. 47.

X Noot
4

Kamerstuk 31 934, nr. 47.

X Noot
5

Wijziging van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met het mogelijk maken van het in bepaalde gevallen weigeren van afgifte van een verklaring omtrent het gedrag op basis van politiegegevens (hierna: wetsvoorstel VOG politiegegevens); Kamerstuk 35 355, nr. 2 (wetsvoorstel).

Naar boven