Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 32545 nr. 153 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 32545 nr. 153 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 november 2021
Eerder vandaag heeft u van mij het Wijzigingsbesluit Financiële Markten 2021 (hierna: Wijzigingsbesluit) ontvangen ter voorhang (Kamerstuk 32 545, nr. 152). Eén van de onderwerpen die opgenomen is in het Wijzigingsbesluit is actieve provisietransparantie bij schadeverzekeringen. Deze wijziging bevat de verplichting voor bemiddelaars en adviseurs om bij schadeverzekeringen het concrete nominale provisiebedrag per product actief transparant te maken voor de consument. Dit is een onderwerp waar wij reeds uitvoering over hebben gesproken. Ik heb u toegezegd dat ik de Autoriteit Financiële Markten (AFM) zou vragen om met de bemiddelaars en adviseurs in gesprek te gaan over een wijze van invoering die zo praktisch mogelijk uitvoerbaar is1. Met deze brief koppel ik graag terug hoe de AFM hier invulling aan heeft gegeven.
De AFM heeft vier verschillende (branche)organisaties uitgenodigd voor een individueel gesprek; Adfiz, OvFD, Verbond van Verzekeraars en Keurmerk Objectief Vergelijken hebben alle deze uitnodiging aangenomen. Met deze partijen heeft de AFM gesproken over mogelijke knelpunten bij de uitvoering van actieve provisietransparantie conform de uitgangspunten die ik daarover reeds eerder met uw Kamer heb gedeeld2. Het gaat dan om het noemen van een concreet (exact nominaal) provisiebedrag door de bemiddelaar of adviseur aan een individuele consument voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst. Aan de hand van deze gesprekken concludeert de AFM dat het Wijzigingsbesluit zoals dat nu bij u voorligt uitvoerbaar is. De AFM heeft een terugkoppeling gegeven van de gesprekken en heeft aanvullend nog drie adviezen aan mij meegegeven, namelijk:
1) Maak actieve provisietransparantie alleen van toepassing op nieuwe polissen en niet op mutaties van lopende polissen.
2) Hanteer een implementatietermijn die de bemiddelaars en adviseurs voldoende tijd geeft om zich voor te bereiden op aanpassingen van systemen. Hierbij dient te worden aangetekend dat de bemiddelaars en adviseurs onder de thans van toepassing zijnde passieve provisietransparantie ook al in staat moeten zijn om het exacte provisiebedrag te verstrekken.
3) Maak expliciet dat het bemiddelaars en adviseurs vrij staat om – in aanvulling op het precontractueel verstrekken van het exacte provisiebedrag – in een eerder stadium een indicatie te geven van het te verwachten provisiebedrag.
Deze adviezen zijn in lijn met het Wijzigingsbesluit zoals deze nu bij uw Kamer ter voorhang voorligt, zoals ik u hierna nader zal toelichten.
In het Wijzigingsbesluit is allereerst opgenomen dat bemiddelaars en adviseurs consumenten voorafgaande aan de totstandkoming van een overeenkomst dienen te informeren over het bedrag van de afsluitprovisie en doorlopende provisie die de bemiddelaar of adviseur ontvangt. Het is, vanuit het beoogde doel om het gesprek over dienstverlening te bevorderen, van belang dat (1) consumenten begrijpen dat zij indirect de bemiddelaar of adviseur betalen voor de dienstverlenging, (2) zij daarom ook een beroep kunnen doen op de dienstverlening en (3) dat beroep op de dienstverlening in verhouding gezien moet worden tot het betaalde bedrag aan provisie. Het ontvangen van het bedrag per product kan dan behulpzaam zijn voor de consument; het geeft de consument een preciezer inzicht waardoor de dialoog over dienstverlening versus vergoeding meer gedetailleerd kan worden gevoerd. Door aan te sluiten bij een wijziging van de overeenkomst gaat het alleen om die wijzigingen waar ook een nieuwe overeenkomst voor nodig is.
Ik ben het met de AFM eens dat de bemiddelaars en adviseurs een redelijke termijn nodig hebben om zich voor te breiden op de daadwerkelijk invoering van actieve provisietransparantie. In het Wijzigingsbesluit is hiermee rekening gehouden doordat voor de verschillende artikelen of onderdelen een verschillende datum van inwerkingtreding kan worden vastgesteld (artikel XII). Daarbij vind ik een termijn van twee jaar nadat definitief bekend is hoe de wettelijke verplichting zal luiden redelijk, omdat bemiddelaars en adviseurs nu reeds in staat moeten zijn om een ieder die naar het provisiebedrag vraagt, ook de hoogte van het provisiebedrag mede te delen.
Tot slot doet de AFM de aanbeveling om expliciet te maken dat het bemiddelaars en adviseurs vrijstaat om – in aanvulling op het precontractueel verstrekken van het exacte provisiebedrag – in een eerder stadium een indicatie te geven van het te verwachten provisiebedrag. Dit is reeds in de nota van toelichting bij het Wijzigingsbesluit verwerkt. Daarin is opgenomen «Het is aan de bemiddelaar of adviseur op welke wijze hij het provisiebedrag per product overbrengt aan de consument en in welk stadium hij de consument reeds informeert over het algemene principe van provisie. Een mondelinge mededeling behoort hierbij tot de opties.»
Ik ben blij met de conclusie van de AFM dat de verplichting voor bemiddelaars en adviseurs uitvoerbaar is om bij schadeverzekeringen het concrete nominale provisiebedrag per product actief transparant te maken. Ik heb vandaag het Wijzigingsvoorstel, waarin ook recht wordt gedaan aan bovenstaande aanbevelingen van de AFM, voor voorhang naar beide Kamers gestuurd. Na afloop van de voorhangprocedure zal het voorstel ter advisering aan de Raad van State worden aangeboden.
Ik vertrouw erop u hiermee afdoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32545-153.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.