29 628 Politie

Nr. 1015 BRIEF VAN DE JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2021

Inleiding

Met deze brief informeer ik u over de staat van de politie. De politie beschermt onze democratische rechtstaat, handhaaft de wet en biedt waar nodig de helpende hand. De politie doet dit in een maatschappij die steeds verandert. Zo worden politiemensen op dit moment in hun werk geconfronteerd met de grote impact van de coronacrisis en de gevolgen van toenemende digitalisering, internationalisering en polarisering. De huidige omstandigheden vragen veel van alle politiemedewerkers. Ik ben trots op de wijze waarop zij zich in de afgelopen periode met veel flexibiliteit hebben ingespannen. Mijn waardering voor de bijdrage die politiemedewerkers – dag in, dag uit – leveren aan de veiligheid in Nederland is en blijft groot. Ik ben dan ook extra verheugd dat de politievakbonden, de korpsleiding en ik tot een onderhandelaarsakkoord zijn gekomen voor een nieuwe cao voor het jaar 2021. De vakbonden leggen dit onderhandelaarsakkoord in de komende weken voor aan hun leden.

Als Minister van Justitie en Veiligheid stel ik het budget en de formatie beschikbaar om de toerusting van de politieorganisatie bij de tijd te houden. De korpschef gebruikt dit voor een toekomstbestendige en duurzaam inzetbare politieorganisatie. In dit halfjaarbericht maak ik inzichtelijk hoe de korpschef en ik uitvoering geven aan onze verantwoordelijkheden om ervoor te zorgen dat de politie nu en in de toekomst berekend is op haar taken.

Ik informeer uw Kamer langs drie lijnen over de staat van de politie, te weten: de positie van de politie in de samenleving, de toerusting van de politieorganisatie en de ontwikkeling van de taakuitvoering en het werkaanbod. In bijlage 11 heb ik ten aanzien van deze lijnen kerncijfers visueel weergegeven. Deze kerncijfers helpen bij het beeld van de ontwikkeling en trends van de politieorganisatie en de context waarin zij acteren. Ik zal uw Kamer voortaan periodiek langs deze lijnen, en middels dit visuele overzicht, informeren over de actuele staat van de politie.

Positie van de politie in de samenleving

Burgers mogen verwachten dat de politie handelt in het belang van de rechtstaat en de veiligheid van burgers. In dit licht is het positief dat het onveiligheidsgevoel onder Nederlanders al jaren afneemt en de tevredenheid over het contact met de politie blijft toenemen. In 2013 voelde 20,6% van ondervraagden in het kader van de Veiligheidsmonitor zich vaak of weleens onveilig, ten opzichte van 15,9% in 2019. In dezelfde periode nam de tevredenheid over het contact met de politie toe van 57,9% naar 65,6% van ondervraagden.

Voor de legitimiteit van het politieoptreden en het vertrouwen in de politie is het essentieel dat burgers klachten over het functioneren van de politie(ambtenaren) kunnen indienen en dat deze klachten adequaat worden behandeld. In mijn reactie op het rapport «Verkleurde beelden» van de Nationale ombudsman, zoals opgenomen in bijlage 32, informeer ik uw Kamer over de professionalisering van de klachtbehandeling bij de politie, in het bijzonder over de behandeling van klachten over etnisch profileren.

De politie moet goede voeling houden met de veranderende samenleving. We zien dat de samenleving toenemend polariseert en dat discriminatie en racisme een steeds prominentere rol innemen in het publieke debat. De politie moet dus oog hebben voor de verschillende culturen en leefstijlen in ons land. Tevens moeten alle politiemedewerkers, ongeacht hun achtergrond, zich binnen de organisatie gewaardeerd en veilig voelen. Racisme en discriminatie hebben geen plaats binnen de politie. Mede in reactie op de motie van het lid Azarkan wil ik andermaal beklemtonen dat discriminerende uitlatingen door politiemedewerkers onaanvaardbaar zijn.3 Het is duidelijk dat er meer bewustwording en gedragsverandering nodig is in de politieorganisatie. De korpschef zet hier de komende tijd stevig op in met de realisatie van een «Politie voor iedereen»4, zoals toegelicht in bijlage 25. Dit onderwerp ligt mij na aan het hart en ikzelf spreek hier dan ook veel over met politie, burgemeesters en maatschappelijke organisaties. Dit blijf ik de komende periode doen.

Toerusting van de politieorganisatie

Personele capaciteit

De afgelopen jaren heeft het kabinet fors geïnvesteerd in de politie. Het kabinet heeft primair geïnvesteerd in meer operationeel politiepersoneel. De operationele formatie is ten opzichte van 2017 uitgebreid met circa 2.400 fte naar een totaal van ruim 52.200 fte. De korpschef verwacht dat de operationele bezetting en formatie vanaf 2024–2025 weer in balans zullen zijn.

Op dit moment zijn nog niet al deze formatieplekken bezet. De politie werkt hard aan het werven en opleiden van grote aantallen nieuwe medewerkers. Dit proces kost tijd. De uitbreiding van het aantal operationele politiemedewerkers vindt namelijk gelijktijdig plaats met de noodzakelijke vervanging van een groot aantal medewerkers dat met pensioen gaat. Een belangrijke maatregel om de instroom van de benodigde nieuwe medewerkers mogelijk te maken, was de vernieuwing en verkorting van de basispolitieopleiding. De gemoderniseerde basispolitieopleiding, die nu twee jaar in beslag neemt, is begin dit jaar van start gegaan.

De komende jaren zal de politie nog onderbezet zijn. Dat zorgt vooral in de basisteams (de politiemedewerkers «in de wijk») voor verhoogde rooster- en werkdruk, zeker ook omdat in de incidentafhandeling de roosters 24/7 moeten worden gevuld. Over deze situatie informeerde ik uw Kamer op 4 november 2020.6 Zoals ik toen al aankondigde, zullen we de komende tijd rekening moeten blijven houden met deze hoge rooster- en werkdruk die vooral wordt veroorzaakt door een capaciteitsprobleem in de groep van medewerkers die belast zijn met incidentafhandeling. De cijfers in de bijlage 1 laten in die groep een forse onderbezetting van 1.394 fte zien. Het zal nog enige jaren duren om de capaciteit voor de incidentafhandeling weer op volle sterkte te krijgen. In de tussentijd nemen de eenheden waar passend en mogelijk capaciteitsbevorderende maatregelen, zoals het inzetten van vrijwilligers en van collega’s uit andere onderdelen van de organisatie. Van het lokaal gezag vraagt deze situatie dat met extra scherpte keuzes worden gemaakt worden in het werkbaanbod van de politie.

Zorg voor het personeel

De politie kampte in voorgaande jaren met een relatief hoog verzuim, maar inmiddels is het 12-maandsgemiddelde voor het jaar 2020 gedaald naar 5,5%. Dat is onder de 5,9% die was afgesproken in het «plan van aanpak verzuim politie», dat loopt tot en met 2023.7

Ik sta in nauw contact met de korpschef over de vormgeving van het nieuwe stelsel voor beroepsziekten en dienstongevallen, evenals over de vormgeving van overgangsbeleid en overgangsrecht, waar ook de politievakorganisaties en de Centrale Ondernemingsraad bij betrokken zijn. Het is van groot belang dat ook lopende (restschade)zaken op zo kort mogelijke termijn en op een zorgvuldige wijze worden afgedaan in het licht van het nieuwe stelsel. In dit kader wordt een onafhankelijke paritaire commissie opgericht, die om een gezamenlijk advies kan worden gevraagd indien de belanghebbende en de werkgever geen overeenstemming bereiken over het voorstel van de werkgever. Zodra de commissie is ingericht, worden de betreffende (oud)medewerkers hierover geïnformeerd.

Ontwikkelingen ten aanzien van de taakuitvoering

Resultaten in 2020

In 2020 is het aantal geregistreerde misdrijven en het aantal aangiften na enkele jaren van daling ten opzichte van voorgaande jaren gestabiliseerd. Het patroon van slachtofferschap verandert. Opvallend is dat steeds meer burgers slachtoffer worden van cyberdelicten. Het ophelderingspercentage voor 2020 is nog in beweging, omdat de politie nog zaken uit dit jaar in behandeling heeft. De verwachting is evenwel dat het percentage van 23,9% op stabiel niveau blijft. De werkvoorraden in de strafrechtketen liepen aan het begin van de coronacrisis nog op, maar dalen als gevolg van extra inspanningen inmiddels.8

Vanwege de coronacrisis en de werkdruk in de basisteams heb ik eerder besloten de beleidsdoelstellingen uit de Veiligheidsagenda 2019–2022 voor het jaar 2020 op hetzelfde niveau te handhaven als voor het jaar 2019. De realisatie van enkele doelstellingen heeft in 2020 enige vertraging opgelopen. Niettemin is er in het algemeen sprake van positieve resultaten, waaronder op het terrein van mensenhandel en cybercriminaliteit. Zo steeg het aantal verdachten van mensenhandel dat de politie aanleverde bij het OM, na jaren van daling. De doelstelling van 190 bij het OM geregistreerde verdachten werd in 2020 nagenoeg behaald. De uitgebreide verantwoording van de Veiligheidsagenda voor 2020 is opgenomen in de jaarverantwoording van de politie.9 Eind 2020 heb ik besloten om ook in 2021 de kwantitatieve doelstellingen te handhaven op het ambitieniveau van 2019. De doelstelling voor het aantal bij het OM aangeleverde verdachten van mensenhandel heb ik vastgesteld op 205. Hiermee tracht ik een evenwicht te vinden tussen enerzijds het zetten van een stap voorwaarts in ambitie (cf. de gewijzigde motie van de leden Van der Graaf en Kuiken) en anderzijds het oog houden voor de omstandigheden waarin de politie thans haar werk moet doen (zoals de beperkingen als gevolg van corona en de forse onderbezetting in de GGP).10 De beslagdoelstelling is vastgesteld op een bedrag (jaarlijks) van € 180 miljoen conservatoir beslag door de politie. Dat is in lijn met het gemiddelde resultaat in voorgaande jaren. De doelstellingen van de Veiligheidsagenda 2019–2022 zullen eind dit jaar opnieuw worden herijkt. Dit proces zal plaatsvinden tegen de achtergrond van de onderbezetting in de basisteams en het effect van de capaciteitsbevorderende maatregelen die in de basisteams worden genomen.

Ontwikkelingen taakuitvoering en bevoegdheden

De samenleving wordt steeds digitaler, criminaliteit wordt complexer en verschuift zich steeds verder naar het digitale domein. De politie moet hierop inspelen. In steeds meer basisteams zijn «digitale wijkagenten» actief, zodat de politie niet alleen dichtbij is in de wijken, maar ook op het web. Ook de opsporing blijft zich ontwikkelen om flexibel te kunnen inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen die invloed hebben op de aard van de criminaliteit en de mogelijkheid om die op te sporen. De doorontwikkeling van de opsporing richt zich de komende jaren op het vergroten van actievermogen, lerend vermogen, samenwerkend vermogen en intelligence-gestuurd werken. Ook zet de politie in op de versterking van de specialistische opsporing, waaronder digitale en forensische opsporing, door toepassing van innovaties en het vergroten van kennis.

De verschuiving van criminaliteit naar het digitale domein vraagt ook om de doorontwikkeling van de bevoegdheden van de politie. De politie maakt steeds meer gebruik van data. Het is van belang dat de verwerking van data zorgvuldig en met de juiste waarborgen gebeurt. Derhalve is een start gemaakt met de beleidsvorming voor een nieuwe gegevensbeschermingswet voor het politie- en justitiedomein. Deze wet moet bijdragen aan een effectieve taakuitvoering, goede samenwerking in de strafrechtketen en samenwerking met de partners daarbuiten. Ook wordt hierin aandacht besteed aan principes die gelden bij verwerking van persoonsgegevens, zoals een goede bescherming van de persoonlijke levenssfeer van burgers.11 Tenslotte is de politie op een zorgvuldige wijze bezig met het verkennen hoe Artificial Intelligence op een passende wijze kan bijdragen aan de taakuitvoering.12

Tot slot

De politie blijft staan voor grote en belangrijke opgaven, niet het minst omdat de digitale wereld ook criminaliteit fundamenteel heeft veranderd. De impact van de coronacrisis is onverminderd groot en de druk op het politiepersoneel, mede vanwege onderbezetting, is hoog.

Ik wil dan ook opnieuw mijn grote waardering uitspreken voor de manier waarop de politiemedewerkers invulling geven aan hun werk en op die manier bijdragen aan een rechtvaardige en veilige samenleving. Die inzet is bewonderingswaardig.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Kamerstuk 30 950, nr. 227.

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
5

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
6

Kamerstuk 29 628, nr. 985.

X Noot
7

Kamerstuk 29 628, nr. 777

X Noot
8

Kamerbrief Aanpak achterstanden strafrechtketen; Kamerstuk 29 279, nr. 651

X Noot
9

Jaarverantwoording politie 2020, bijlage bij Kamerstuk 35 830 VI, nr. 1

X Noot
10

De gewijzigde motie van de leden Van der Graaf en Kuiken die de regering oproept om de originele kwantitatieve doelstellingen voor mensenhandel niet naar beneden bij te stellen en deze te behalen; Kamerstuk 29 628, nr. 960

X Noot
11

Kamerstuk 32 761, nr. 173.

X Noot
12

Kamerstukken 26 643 en 32 761, nr. 652; Kamerstukken 26 643 en 32 761, nr. 669.

Naar boven