nr. 35
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 februari 2006
In het Algemeen Overleg met de vaste kamercommissie van Financiën
d.d. 26 januari 2006 heb ik toegezegd een overzicht te geven van afspraken
die ik eerder met u gemaakt heb over het informeren van de Tweede Kamer bij
de verkoop van deelnemingen. De commissie heeft mij bij brief van 17 februari
aan deze toezegging herinnerd (Kenmerk 06-Fin-B-10). Tevens hebt u mij verzocht
een overzicht te geven van deelnemingen die ik voornemens ben te verkopen.
Allereerst wil ik opmerken dat het in het belang van de Staat is bij zakelijke
transacties te kunnen handelen in vertrouwelijkheid, met handelingsvrijheid
en waar noodzakelijk met snelheid. Dit is niet alleen in het belang van de
Staat maar kan tevens belangrijk zijn voor de betreffende onderneming en haar
werknemers. Bovenstaande elementen vergen beleids- en beslissingsruimte voor
het kabinet die passen bij verantwoording achteraf. Om die reden ben ik dan
ook van mening dat de bepalingen in de Comptabiliteitswet goed zijn vormgegeven
en dat de verplichting tot het afleggen van verantwoording achteraf, die voor
mij daaruit voortvloeit, in lijn is met de belangen van de Staat.
Om de informatie aan uw kamer zo goed mogelijk vorm te geven, voer ik
op eigen initiatief evaluaties uit als periodieke toets op eventuele belemmeringen
voor afstoting. Tot op heden heb ik AVR Chemie, DLV, Nederlandse Spoorwegen,
TenneT, UCN, Westerscheldetunnel, Archeologisch Diensten Centrum, Connexxion,
KPN, Twinning en Thales (Kamerstuk 28 165, nr. 17, nr. 19, nr. 30 en
31) geëvalueerd en deze evaluaties zijn besproken in uw Kamer. Uitgangspunt
is dat ik, voor deelnemingen waarvoor wordt geconstateerd dat er geen belemmeringen
zijn, over kan gaan tot verkoop, tenzij daarover andere afspraken zijn.
Naast deze evaluaties is uw Kamer eerder geïnformeerd over voornemens
tot verkoop van: Regionale luchthavens (25 230, nr 2), KLM (Kamerstuk
29 232, nrs. 1 en 5), NOB (25 312, nr. 1 e.v.), Nozema Services
(Kamerstuk 24 095, nr. 190), Schiphol (Kamerstuk 25 435,
nr. 7), SDU (kamerstuk 21 976, nr. 2 en 27 044 nr. 1) en TNT (Kamerstuk
27 638, nr. 4).
Voor een aantal dossiers heb ik met u afgesproken om u voor de aanvang
van de verkoop te informeren. Dit geldt voor: Connexxion, Schiphol, TenneT,
TNT, UCN en Westerscheldetunnel.
Het bovenstaande betekent dus dat ik in zeer veel gevallen voorafgaand
aan een verkoop uw Kamer informeer maar dat er ook gevallen zijn waarin ik
u achteraf informeer. Dat was in het verleden zo en dat zal in de toekomst
ook zo zijn. Dit geldt dus ook ten aanzien van deelnemingen die niet in deze
brief genoemd zijn.
De Minister van Financiën,
G. Zalm