31 066 Belastingdienst

Nr. 963 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 februari 2022

Woensdag 2 februari jl. heb ik met uw Kamer gedebatteerd over o.a. de 9e Voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag (9e VGR) (Kamerstuk 31 066, nr. 932). Hierin heeft uw Kamer onder andere zorgen uitgesproken over ouders die opnieuw in problemen kunnen komen door het aflopen van het moratorium. Ik deel die zorgen en daarom gaat deze brief nader op dit punt in. Tevens komt een aantal openstaande punten uit de eerste termijn aan de orde.

Verlopen moratorium

Private schuldenregeling en de rol van het moratorium

Ouders die gedupeerd zijn door problemen met de kinderopvangtoeslag hebben recht op een oplossing voor hun private schulden1, hetzelfde geldt voor hun toeslagpartner. Om hiervoor in aanmerking te komen kunnen ouders een schuldenlijst indienen bij een speciaal daarvoor ingericht loket bij de nieuw opgerichte stichting Sociale Banken Nederland (SBN). Het loket private schulden is op 5 januari geopend. Inmiddels hebben ongeveer 3.000 ouders hun schulden ingediend.

In het debat van 2 februari hebben meerdere Kamerleden hun zorgen geuit over het aflopen van het moratorium voor de eerste ouders. In dit debat is toegezegd u middels een brief nader te informeren over de manier waarop we deze risico’s hebben geadresseerd en welke maatregelen we hebben getroffen.

Welke bescherming biedt het huidige moratorium?

Om de gedupeerde ouder en toeslagpartner in afwachting van de schuldenregeling te beschermen tegen het opeisen (executie) van vorderingen is naar aanleiding van het amendement Lodders en Van Weyenberg het wettelijk moratorium gerealiseerd in de AWIR2. Dit moratorium gaat in op het moment dat een gedupeerde ouder zijn compensatiebetaling van minimaal € 30.000 heeft ontvangen en loopt voor 12 maanden. Het moratorium ging voor het eerst in op 12 februari 2021, waardoor vanaf 12 februari 2022 voor een aantal ouders het moratorium zal gaan vervallen. Omdat ouders zelf het initiatief hebben om hun schuldenlijst in te dienen, bestaat het risico dat de bescherming tegen de executie van private schulden3 vervalt voordat deze zijn opgelost.

Omvang van het probleem

Het aflopen van het moratorium heeft alleen directe gevolgen voor vorderingen die bij een gerechtsdeurwaarder liggen én waarvoor een rechtelijke titel is gehaald. Het is namelijk de wettelijke plicht van gerechtsdeurwaarders om voor deze vorderingen tot executie over te gaan als de opdrachtgever (de schuldeiser) hierom vraagt. Voor overige schulden is het niet afdwingbaar dat de ouder moet betalen. Het moratorium beschermt nu ook niet tegen betaalverzoeken en herinneringen.

Voor ~2.700 ouders loopt het moratorium af in de week na 12 februari. Van deze ouders heeft ~750 een gerechtelijke vordering openstaan, en loopt deze groep dus het risico dat er beslag wordt geëxecuteerd na 12 februari.

Samen met onder andere de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), Koninklijke Beroepsorganisatie voor Gerechtsdeurwaarders (KBvG) en SBN is de inzet in om dit zo veel als mogelijk te voorkomen. De ouders spelen hierin een belangrijke rol. Zij moeten de schuldenlijst zelf indienen.

Mitigerende maatregelen

Er zijn verschillende maatregelen getroffen zodat alle ouders die hun schuldenlijst willen indienen, dit tijdig kunnen doen. Daarnaast zijn er maatregelen ingesteld die een noodprocedure vormen wanneer een ouder onverhoopt de schuldenlijst nog niet heeft ingediend op het moment dat het moratorium verloopt.

Om binnen de wettelijke mogelijkheden het risico dat er onverhoopt beslag wordt gelegd bij ouders zo klein mogelijk te houden, zijn de volgende acties uitgezet:

  • 1. Het eenvoudig maken van het indienen van de schulden;

  • 2. Afspraken met gerechtsdeurwaarders om ouders te helpen hun schulden via SBN aan te melden, in plaats dat zij dit onmiddellijk executeren;

  • 3. Een noodprocedure voor ouders waar desondanks executie van invordering wordt opgestart;

  • 4. Ouders meermaals en via verschillende kanalen informeren over het loket private schulden en het moratorium.

1. Gemakkelijk maken om schuldenlijsten in te dienen

Daarnaast is het zo makkelijk mogelijk gemaakt voor ouders om al hun rechterijke vorderingen in één keer in te dienen, door:

  • De online omgeving schuldenwijzer.nl is aangepast zodat daar alle vorderingen met rechtelijke titel voor een ouder inzichtelijk zijn gemaakt. De ouders kunnen hier een schuldenoverzicht downloaden en dit indienen bij SBN voor versnelde afwikkeling. Deze schulden worden op deze manier gegarandeerd binnen twee weken afbetaald. Deze afspraken zijn contractueel vastgelegd met de Koninklijke Beroepsorganisatie voor Gerechtsdeurwaarders (KBvG) en Stichting Netwerk Gerechtsdeurwaarders (SNG). In de afgelopen weken is intensief met hen samengewerkt om rechtelijke vorderingen eenvoudig inzichtelijk te maken voor de ouder en de ouder hierop te wijzen.

  • Tevens is met SBN afgesproken dat de aanvragen van ouders waarvoor het moratorium bijna afloopt als eerste worden behandeld en schuldeisers snel worden geïnformeerd.

2. Afspraken met gerechtsdeurwaarders

Omdat de kans bestaat dat ouders een schuldenlijst niet op tijd indienen heb ik afspraken gemaakt met gerechtsdeurwaarders om te voorkomen dat ze beslag executeren. Hierbij geldt uiteraard dat gerechtsdeurwaarders de wettelijke taak hebben de vordering te innen. De meest makkelijke manier om dit te realiseren is de ouder naar SBN te bewegen, dit geeft namelijk ook de schuldeiser een concreet perspectief dat de volledige vordering voldaan zal worden.

Met de KBvG is een werkwijze ontwikkeld. Deze werkwijze is in vier webinars ook met de gerechtsdeurwaarderskantoren besproken: indien een gerechtsdeurwaarder een voornemen heeft tot inning van een gerechtelijke vordering en de ouder aangeeft gedupeerde te zijn van toeslagen, zal deze worden ondersteund om een nog niet bij SBN ingediende vordering alsnog in te dienen.

3. Noodprocedure

Mocht het onverhoopt voorkomen dat ondanks bovenstaande maatregelen een gerechtsdeurwaarder vorderingen zal executeren hebben we voor deze gevallen, mede op verzoek van uw Kamer, een noodprocedure ingericht. Deze is tot stand gekomen in een afspraak tussen de KBVG, SBN en UHT.

  • Wanneer ouders in acute problemen komen door aanstaande invordering van hun schulden kunnen zij zich bij het serviceteam van UHT melden. Vervolgens wordt contact opgenomen met de KBvG en gaan zij samen met de deurwaarder de ouder helpen met het invullen van de schuldenlijst. Daarna wordt meteen contact gezocht met SBN om de lijst met voorrang te behandelen. De deurwaarder neemt contact op met zijn opdrachtgever (de schuldeiser) om de acties te bevestigen.

  • Als een deurwaarder bij een ouder de invordering opstart en de ouder kan aantonen dat die schuld reeds is ingediend bij SBN, zal de deurwaarder contact opnemen met de betreffende schuldeiser en deze informeren dat ondanks het aflopen van het moratorium de vordering op het punt staat om voldaan te worden via SBN. Hiermee is er een snelle oplossing voor de schulden in zicht en daarmee kan verdere executie worden voorkomen.

  • Heeft een gedupeerde ouder zich nog niet gemeld bij SBN, dan zal de gerechtsdeurwaarder de ouder aansporen en ondersteunen zich alsnog aan te melden (conform maatregel 2) en met de schuldeiser te bespreken hoe er in afwachting daarop gehandeld moet worden.

  • Het Serviceteam van UHT is ma-do bereikbaar van 8:00 tot 20:00 en op vrijdag van 8:00 tot 17:00, op 0800 – 2 358 358. Dit telefoonnummer is zo vaak mogelijk gedeeld met gedupeerden, onder andere in elke brief vanuit UHT en op de website. Ook het Serviceteam van SBN is op deze tijdstippen geopend. Het Brede Hulp Team is net zoals gerechtsdeurwaarderskantoren actief tijdens kantooruren, en kan zodoende bij een acute situatie met een gerechtsdeurwaarder altijd contact leggen met deze deurwaarder.

4. Informeren

Uitgangspunt van de regeling is dat ouders zelf een schuldenlijst moeten indienen. Daarom worden ouders zo goed mogelijk geïnformeerd om ze te bewegen schuldenlijsten in te dienen. Dat doe ik door:

  • Ouders ontvangen een persoonlijk brief waarin ze worden gewezen op het aflopen van het moratorium en ze worden verzocht een schuldenlijst in te dienen bij SBN. Voor ouders van wie het moratorium afloopt, is deze brief medio december verstuurd. Deze brieven worden eens per maand verstuurd naar de groep ouders voor wie het moratorium over enkele maanden gaat aflopen. Voor de ouders voor wie het moratorium afloopt in maart is medio januari een brief verstuurd.

  • We hebben op verschillende manieren actief gecommuniceerd over de opening van het loket private schulden – onder andere door middel van een webinar, social media en tekst op de website – en hebben we onze stakeholders zoals de VNG eveneens gevraagd om ouders hierover op de hoogte te brengen. Hierbij is specifieke aandacht geweest voor de noodzaak tot het indienen van schuldenlijsten voordat het moratorium afloopt.

Ten slotte hebben we met SBN afgesproken dat zij mensen die uit het moratorium lopen telefonisch gaan benaderen. Zij zullen bellen in volgorde van het aflopen van het moratorium. Deze belactie start maandag 7 februari a.s. In het debat van woensdag 2 februari heb ik de Kamer abusievelijk gemeld dat deze belactie reeds gestart was.

Bovenstaande maatregelen zullen naar onze mening resulteren in een beperking van het risico van onverhoopte executie van een vordering door een gerechtsdeurwaarder bij een ouder. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat, daar er geen juridische garantie is, niet uitgesloten kan worden dat er onverhoopt voor enkele ouders de vorderingen zullen worden geëxecuteerd.

Indien uw Kamer de voorkeur heeft voor een juridische garantie, kunnen de volgende maatregelen worden verkend. Deze zijn beiden binnen het huidige wettelijke kader niet mogelijk, en vergen daarom een noodwet (voor maatregel 1) of een aanpassing van het huidig beleidsbesluit en de aankomende Wet Herstel Toeslagen (voor maatregel 2).

Naast bovenstaande maatregelen zijn er nog maatregelen buiten het huidige juridische kader.

  • Verlengen van de termijn van het moratorium.

    Dit geeft ouders langer de kans hun schuldenlijst in te dienen.

    Dat is positief voor ouders die nog niet bereikt zijn, of die nog tijd nodig hebben om zich aan te melden. Voor andere ouders is het verlengen van het moratorium mogelijk alleen vooruitschuiven van het moment. Tevens is het moratorium als inbreuk op het eigendomsrecht een zware maatregel. Bij het verlengen van de maatregel moeten de voordelen goed tegen de nadelen worden afgewogen.

    Het verlengen van het moratorium kan alleen worden geregeld middels een noodwet.

  • Afstappen van de werkwijze dat het initiatief voor het oplossen van vorderingen met een rechterlijke titel bij de ouder ligt, door het mogelijk te maken dat gerechtsdeurwaarders de schulden van gedupeerde ouders kunnen indienen bij SBN. Zonder tussenkomst of initiatief van de ouder.

    Deze maatregel is eerder om verschillende redenen niet gekozen, onder andere na advies van het ouderpanel. Het biedt wel juridische garantie dat alle vorderingen bij de gerechtsdeurwaarders tijdig worden betaald.

Tot de start van de Wet Herstel Toeslagen is de uitvoering van de private schuldenregeling gebaseerd op een beleidsbesluit. Gedeeltelijk aanpassen van de werkwijze moet worden geregeld door met terugwerkende kracht aanpassen van het beleidsbesluit, en een wijziging in de aankomende wet.

Reactie op vraag van Dhr. Grinwis over moratorium bij WGS

In het debat is door de heer Grinwis aandacht gevraagd voor de mogelijkheid om via de gemeentelijke schuldhulpverlening een moratorium voor een specifieke ouder in te stellen. Zo’n wettelijk moratorium bestaat in de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening, maar is hier niet voor bedoeld.

  • In aanloop naar een schuldhulpverleningstraject kan de gemeentelijke schuldhulpverlening met schuldeisers een minnelijke periode van pauzering instellen: de stabilisatiefase. Dit doen schuldeisers op vrijwillige basis, en is de opmaat naar een schuldhulpverleningstraject, waarin de schuldenaar al begint met het sparen op maximale afloscapaciteit. Indien we hier een oplossing zoeken voor schuldeisers die na vraag van de gerechtsdeurwaarders niet op vrijwillige basis willen wachten op afhandeling in het loket private schulden, zal deze vrijwillige weg ook geen uitkomst bieden.

  • Indien schuldeisers niet akkoord gaan met de stabilisatiefase kan de schuldhulpverlening dit proberen af te dwingen via de rechter. In dat geval is er sprake van een moratorium. De rechter zal in principe niet akkoord gaan met een schuldsaneringstraject, aangezien er een oplossing voor de schulden mogelijk is via het loket private schulden.

Moratorium ex-partners

De heer Van Raan wees erop dat er ook ex-partners zijn die zich hebben aangemeld als gedupeerde en met grote schulden kampen. Hij vroeg in dit kader of het mogelijk was om voor deze groep een tijdelijk moratorium voor private en publieke schulden in te voeren. Het moratorium voor gedupeerde ouders is wettelijk geregeld (artikel 49i Awir) en een dergelijk moratorium voor ex-partners vereist een wetswijziging. Een private «schuldenknop» of moratorium voor deze groep is een grote inbreuk op het eigendomsrecht van een schuldeiser, juist daarom kan dat alleen bij wet. Opgemerkt moet worden dat private schulden die partners gezamenlijk (bijvoorbeeld in een huwelijk) hadden, door de toeslagaanvrager bij SBN kunnen worden ingediend om – voor het deel dat de schulden binnen het Besluit betalen private schulden valt – te worden overgenomen. Een ex-partner kan verwijzen naar als de schuldeiser voor deze schulden bij de ex-partnerverhaal komt halen. Zoals aangegeven in de Kamerbrief van 29 oktober 2021 (Kamerstuk 31 066, nr. 912) en de 9e VGR wordt in het kader van de ex-partnerregeling gedacht aan een schuldenaanpak die betrekking heeft op aan KOT-problematiek gerelateerde schulden. Dit betekent dat de kans bestaat dat na toepassing van de ex-partnerregeling een deel van de schulden niet wordt gecompenseerd omdat dat deel niet KOT gerelateerd is. Dit zijn redenen waarom een generieke maatregel om voor alle ex-partners alle schulden te pauzeren niet proportioneel is. Ex-partners met problematische schulden kunnen wel terecht bij de gemeente. Gemeentelijke schuldhulpverlening kan hulp bieden bij alle schulden, ook bij de private schulden waar momenteel hoe dan ook geen pauzeringsoptie voor bestaat.

Integrale beoordeling

De heer Azarkan vroeg of er, in de aantallen die zijn gemeld, mensen zitten die geen integrale beoordeling hebben gehad alsmede een verduidelijking over welke definities we nu hanteren. De heer Alkaya vroeg hoeveel mensen een integrale beoordeling hebben gehad en niet een versnelde afhandeling.

In de 8e en 9e VGR is, in het licht van de motie van het lid Azarkan c.s. (Kamerstuk 31 066, nr. 861) en naar aanleiding van het advies van de ombudsman, aangegeven dat UHT zowel inzet op het uitvoeren van integrale beoordelingen, het afronden van ouders die zelf geen verdere beoordeling willen als het versneld duidelijkheid bieden aan specifieke groepen ouders en aanvragers. In de voortgangsrapportages zijn het totaal aantal beoordelingen aangegeven, inclusief ouders die na een eerste toets afzien van een integrale beoordeling of een versnelde beoordeling hebben gekregen. In de brief van 28 januari jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 959) is gespecificeerd op welke wijze het totaal aantal beoordelingen in 2021 is opgebouwd. In de komende rapportages wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen de integrale beoordelingen, versnelde beoordelingen, en personen die afzien van een verdere beoordeling na de eerste toets. Onderstaand de uitsplitsing voor de huidige cijfers:

 

8e VGR

30 sept 2021

9e VGR

3 dec 2021

Brief

28 jan 2022

Peildatum cijfers

29 sept 2021

29 nov 2021

29 dec 2021

Totaal afgeronde beoordelingen

4.196

5.333

8.471

Waarvan:

Integrale beoordeling

3.620

4.359

5.137

Waarvan versneld afgehandeld:

     

Ouder ziet na € 30.000 af van verdere beoordeling

546

936

1.073

Overige aanvragers die afzien van beoordeling

30

38

139

Geen KOT/geen kinderen

2.122

Er zijn inderdaad relatief veel versnelde afrondingen gerealiseerd in december. Deze cijfers laten zien dat er in december 778 integrale beoordelingen zijn afgerond (ten opzichte van gemiddeld 370 in de twee maanden ervoor) en 2360 versnelde afhandelingen. Vanaf de eerstkomende voortgangsrapportage zal conform bovenstaande tabel gerapporteerd worden over de voortgang.

Acute hulp

Mevrouw Simons vroeg in welke mate gebruik wordt gemaakt van de acute hulp. Mensen die zich met een acute situatie bij UHT melden kunnen onmiddellijk bij de hulpteams terecht. Op dit moment melden zich nog circa 80 mensen per week aan bij het acute hulpteam. De problematiek is divers en de situatie verschilt per persoon. Voor zaken waarbij direct hulp nodig is, bijvoorbeeld omdat er geen geld is voor boodschappen, kan een burger dezelfde dag nog worden geholpen met een uitbetaling van de noodvoorziening. Ook kan er worden beoordeeld dat er sprake is van urgentie waardoor de burger voorrang kan krijgen voor de toets voor € 30.000 of voor de integrale beoordeling. Dit sluit ook aan bij een toezegging aan mevrouw Van Dijk. In geval van dreiging van afsluiting van gas of elektra, of uithuisplaatsing wordt het Brede hulpteam ingeschakeld voor hulp en ondersteuning. Alle (mogelijk) gedupeerde ouders komen in aanmerking voor deze hulp. Het Brede hulpteam helpt ouders ook bij bijvoorbeeld het oplossen van conflicten met andere instanties, concrete zaken te regelen of te begeleiden richting dan wel contact opnemen met (andere) hulpverleners, zoals gemeente, zorgverleners of bijvoorbeeld de bewindvoerder

Commissie Werkelijke Schade

De heer Azarkan vroeg naar de capaciteit van de Commissie Werkelijke Schade (CWS). De huidige gemiddelde doorlooptijd van de behandeling van een verzoek is tussen de 9 en 12 maanden (stand 28 januari 2022). CWS streeft ernaar om op zo kort mogelijke termijn te komen tot een verkorting van de gemiddelde doorlooptijd naar 3 tot 6 maanden. Er liggen bij de CWS nog 314 dossiers om te behandelen. Er zijn inmiddels 103 dossiers afgerond. 107 verzoeken zijn nog niet in behandeling genomen bij de CWS, omdat de integrale beoordeling (nog) niet is afgerond. Per maand komen er gemiddeld 25 nieuwe verzoeken binnen.

De CWS blijft gefaseerd opschalen om de toenemende instroom te kunnen verwerken en om de doorlooptijd te verkorten (dus de werkvoorraad te verminderen). Bovendien is de CWS volop bezig met het optimaliseren van het proces, teneinde de doorlooptijd te verbeteren.

De heer Grinwis vroeg naar de expertise van de CWS op het terrein van letselschade. CWS beschikt onder haar leden over expertise op diverse relevante terreinen waaronder ook letselschade. Ouders kunnen er vervolgens ook voor kiezen om een eigen schade-expert in te schakelen. De subsidieregeling voor rechtsbijstand voorziet ook in een vergoeding indien door een advocaat de hulp van een deskundige op het gebied van het schadevergoedingsrecht wordt ingeroepen. De CWS geeft zelf wel aan dat het niet noodzakelijk is voor ouders om zich te laten bijstaan door schade-experts. De procedure bij de CWS is laagdrempelig van aard en niet op tegenspraak gericht. Ouders hoeven de gestelde schadeposten en het causaal verband alleen aannemelijk te maken. Tegelijkertijd is er de wens van de advocaten om op dit terrein meer expertise beschikbaar te stellen. Dit wordt betrokken bij de voortdurende gesprekken over de subsidieregeling én bij de analyse van de herijking om mogelijk een deel van de werkelijke schadeposten op te nemen in de integrale beoordeling.

Uithuisplaatsingen

Uw Kamer heeft aandacht gevraagd voor de aanpak voor gedupeerde ouders van de kinderopvangtoeslag die te maken hebben (gehad) met uithuisplaatsing van hun kind(eren). Specifiek zijn vragen gesteld over de onafhankelijkheid van aangekondigde onderzoek door de Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie gezondheidszorg en Jeugd. Ook is gevraagd hoeveel van deze uithuisgeplaatste kinderen inmiddels weer met hun ouders zijn herenigd. De Minister voor Rechtsbescherming zal uw Kamer medio februari een update sturen over de voortgang van het plan van aanpak. In die brief gaat hij ook in op deze zorgen en vragen.

Persoonskenmerken FSV

In het rapport van 25 januari 2022 over de effecten bij de directie Particulieren van de Belastingdienst wordt gesproken dat breed door de Belastingdienst (en ook Toeslagen) in mailwisselingen en gespreksverslagen wordt gezien dat het risico op fraude in enkele tientallen gevallen wordt gebaseerd op persoonskenmerken zoals nationaliteit of uiterlijk. Ik wil hier volstrekt helder in zijn etnisch profileren en discriminatie kan en mag niet. De overheid moet het goede voorbeeld geven en altijd zorgen voor een eerlijke behandeling zonder vooroordelen. De heer Azarkan heeft ook naar voorbeelden van deze signalen gevraagd. Aangezien deze waarneming is gedaan in het rapport over de directie Particulieren van de belastingdienst zal de Staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst reageren op deze vraag. De vraag van de heer Omtzigt is om dezelfde reden doorgeleiden naar de Staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst.

Onrechtmatige daad

De heer Omtzigt stelde de vraag of door Toeslagen in het verleden onrechtmatige daden zijn gepleegd waarvoor de Staat aansprakelijk zou zijn. Mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer met een brief van 12 maart 2021 (Kamerstuk 31 066, nr. 800) geïnformeerd over wetten waar de Belastingdienst, waaronder ook Toeslagen, zich niet aan heeft gehouden. Het feit dat Toeslagen zich in het verleden niet altijd aan de wet heeft gehouden betekent dat Toeslagen in individuele gevallen een onrechtmatige daad kan hebben gepleegd. De vraag of in een individuele situatie een onrechtmatige daad is gepleegd, vergt een individuele beoordeling van de omstandigheden van het geval. Datzelfde geldt voor de vervolgvraag of, indien sprake was van zo’n onrechtmatige daad, er ook schade is ontstaan waarvoor aansprakelijkheid bestaat en in welke mate.

De Hersteloperatie zoals die nu wordt uitgevoerd, is op een andere leest geschoeid. Bij een verzoek om herstel van een ouder wordt gekeken of een ouder «gedupeerd» is in de zin van de herstelregelingen. Dat is niet dezelfde toets als bij de onrechtmatige daad.

Daar komt bij dat een beoordeling met als uitgangspunt aansprakelijkheid voor schade uit onrechtmatige daad voor ouders niet automatisch leidt tot meer compensatie; eerder zal het zo zijn dat in veel gevallen ouders (veel) minder zullen ontvangen. Voor schade geldt bij aansprakelijkheid bijvoorbeeld het vereiste dat de schade het gevolg moet zijn van de onrechtmatige handeling. Dat is een toets die we nu met de, forfaitaire compensatie en in de schuldenaanpak niet hanteren. Ouders kunnen om in aanmerking te komen voor een hoger bedrag aan compensatie dan het forfaitaire bedrag aankloppen bij de CWS.

Ik hoop hiermee uw Kamer voldoende te hebben geïnformeerd voor de voorzetting van het debat over de 9e VGR op donderdag 10 februari 2022.

De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries


X Noot
3

Voor publieke schulden geldt ook het moratorium, maar deze worden breder gepauzeerd. Het verlopen van het moratorium geeft hierdoor geen risico.

Naar boven