Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 oktober 2021
Bij besluit van 29 maart 2020 hebben wij twee onafhankelijke personeelsraadspersonen
aangesteld om gedurende één jaar signalen van de werkvloer op te halen over mogelijke
onrechtmatigheden en vermoedens van misstanden bij de Belastingdienst, Douane en Toeslagen.
Bij besluit van 11 april 2021 hebben we die periode met zes maanden verlengd. Op 24 september
hebben de raadspersonen hun eindrapportage opgeleverd. Bijgaand treft u de eindrapportage
aan. Wij willen hierbij opmerken dat het ministerie, gelet op de aard en inhoud van
de rapportage deze eerst met de medezeggenschap en vakbonden had willen bespreken.
Gelet op de recente berichtgeving in de media bieden wij de Kamer de rapportage nu
aan1.
Wij zijn de raadspersonen, evenals de medewerkers die signalen met hen hebben gedeeld,
zeer erkentelijk. Het is van groot belang dat elk signaal van medewerkers over mogelijke
onrechtmatigheden en werkwijzen die leiden tot onwenselijke situaties voor burgers
en ondernemers, tijdig en adequaat wordt geadresseerd. In de tussentijdse rapportage2 vroegen de raadspersonen met klem aandacht voor de ontvankelijkheid van de organisatie
voor signalen van medewerkers. In het eindrapport constateren zij dat daartoe sinds
het begin van hun aanstelling al verschillende stappen zijn gezet. Tegelijkertijd
benoemen zij verschillende thema’s waarop verdere verbetering mogelijk is.
De personeelsraadspersonen zijn tussen 1 april 2020 en 1 juli 20213 benaderd door 55 personen uit de Belastingdienst, de dienst Toeslagen of de Douane.
Daarvan hebben 8 personen hun melding niet doorgezet, waarvan 4 omdat ze repercussies
vreesden. Dit betreuren wij ten zeerste en het sterkt ons in de ambitie om verder
in te zetten op een open cultuur. Daarnaast hebben de raadspersonen een groot aantal
gesprekken in de organisatie gevoerd.
De raadspersonen vragen aandacht voor een goede verbinding en open dialoog tussen
leidinggevenden en medewerkers. Onze ambitie is een open en inclusieve cultuur, waarin
burgers en bedrijven centraal staan, dilemma’s bespreekbaar zijn en er ruimte is voor
tegenspraak. Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat medewerkers zich veilig voelen
om tijdig signalen af te geven en dat zij binnen redelijke termijnen horen wat daarmee
gebeurt. Het rapport van de raadspersonen maakt duidelijk dat dit nog niet altijd
het geval is. We blijven ons dan ook onverminderd inzetten om de genoemde open en
inclusieve cultuur te realiseren. We betrekken daarin de aanbevelingen van de raadspersonen.
Zo investeren we de komende periode door middel van opleidings- en reflectietrajecten
in de ontwikkeling van leidinggevenden bij de Belastingdienst, de dienst Toeslagen
en de Douane. Daarnaast zijn gesprekken tussen de top van de organisatie en de werkvloer
van grote waarde gebleken in het verkleinen van de afstand tussen de ambtelijke top
en de werkvloer. Hier gaan we dan ook mee door.
Tot slot: we danken de raadspersonen van harte dat zij in turbulente tijden voor onze
medewerkers een onafhankelijk en luisterend oor zijn geweest. Uit de eindrapportage
van de raadspersonen blijkt dat er stappen zijn gezet om ervoor te zorgen dat signalen
van medewerkers in de organisatie beter gehoord worden. Evenwel is er nog een weg
te gaan. Daarbij zal ook de Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane (IBTD), die
momenteel door een kwartiermaker wordt opgebouwd, een rol spelen bij het ophalen en
opvolgen van signalen. Wij blijven graag met uw Kamer in gesprek over dit belangrijke
thema, en nemen de aanbevelingen van de raadspersonen daarbij ter harte.
De Staatssecretaris van Financiën,
J.A. Vijlbrief
De Staatssecretaris van Financiën,
A.C. van Huffelen