Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juni 2022
Mede namens de Minister van Financiën reageer ik met deze brief op de twee verzoeken
die uw commissie heeft ingediend. In het eerste verzoek van 27 mei jl. vraagt u, op
voorstel van het lid Omtzigt, om per ommegaande de documenten op te sturen die vallen
onder het tweede deelbesluit met betrekking tot een verzoek op grond van de Wet open
overheid (Woo) inzake:
«Documenten die zien op de vraag of het rapport van de Nationale ombudsman, de uitspraak
van de Raad van State of het memo Palmen, in 2017/2018/2019 tot juniweek aanleiding
hebben gevormd om na te denken over compensatie en of daar verschillende meningen
over zijn geweest.»
Ik ben uiteraard bereid om documenten waarom door uw Kamer wordt verzocht aan uw Kamer
te verstrekken, tenzij het belang van de Staat zich daartegen verzet. Dit is in lijn
met de toezegging van het kabinet om gerichte verzoeken om specifieke documenten te
honoreren.1
Zoals aangegeven in mijn brief van vorige week is het bovengenoemde verzoek breed.
Het omvat vele honderden documenten en de beoordeling daarvan kost tijd. Er werd reeds
aan die beoordeling op grond van de Woo gewerkt. Ik streef ernaar deze te versnellen,
maar het is niet mogelijk om alle documenten per ommegaande aan uw Kamer te verstrekken.
De mogelijk onder dit verzoek vallende documenten moeten in eerste instantie worden
beoordeeld op openbaarmaking. Daarnaast wordt er beoordeeld of het wenselijk is om
betrokken derde partijen, die in de documenten genoemd worden, op de hoogte te brengen
van de openbaarmaking van deze documenten. Ik zal uw Kamer de documenten zo spoedig
mogelijk doen toekomen. Zoals in mijn vorige brief aangegeven, is mijn streven om
de documenten voor de zomer aan uw Kamer te verstrekken.
In het tweede verzoek gericht aan de Minister van Financiën van 30 mei jl. vraagt
u om toezending per ommegaande van de werkinstructies met betrekking tot vorderingen
van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK), waarom u op
25 april jl. heeft verzocht.
Het verzoek omvat daarnaast ook de werkinstructies voor het lakken van stukken in
reactie op Wob-verzoeken die verband houden met de kinderopvangtoeslagaffaire in de
periode tot en met de openbare verhoren van de POK. Wij verwachten u uiterlijk volgende
week de stukken te kunnen toesturen.
De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries