32 545 Wet- en regelgeving financiële markten

Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 april 2021

Hierbij ontvangt u een overzicht waarmee ik de Tweede Kamer informeer over de wijze waarop ik twee moties en vier toezeggingen op het terrein van de financiële markten heb uitgevoerd. Volledigheidshalve geef ik hierbij aan dat dit geen uitputtend overzicht is van alle moties en toezeggingen op het terrein van de financiële markten.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Uitvoering moties en toezeggingen voorjaar 2021

1. Moties

Nr.

Betreft

Vindplaats

Reactie

1.

Leden Slootweg (CDA) en Paternotte (D66) met een verzoek aan de regering om met DNB in gesprek te gaan over het doen van onderzoek naar de invulling van het begrip maatschappelijke betamelijkheid (één jaar na inwerkingtreding van de Wet toezicht trustkantoren 2018) en daarin mee te geven de wens van de Kamer tot een strenge interpretatie.

Kamerstuk 34 910, nr. 20. Aangenomen 5 juli 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 103, item 17.

Op 15 januari 2020 heeft DNB een beleidsregel maatschappelijke betamelijkheid trustkantoren gepubliceerd (Stcrt. 2020, nr. 2228). In deze beleidsregel beschrijft DNB het toezicht op de invulling van het beleid en op processen en procedures die trustkantoren inregelen om maatschappelijk onbetamelijk handelen te voorkomen. De beleidsregel schrijft niet voor welke activiteiten wel of niet als maatschappelijk betamelijk kunnen of moeten worden gezien. Wel geeft DNB guidance aan de sector over hoe zij zelf de norm kan invullen. Hiertoe geeft DNB in de beleidsregel voorbeelden hoe trustkantoren het risico op betrokkenheid bij onbetamelijk handelen kunnen beheersen.

2.

Leden Snels (GL) en Sneller (D66) met een verzoek aan de regering om het CPB en DNB, al dan niet in samenwerking met andere organisaties en instituten, te vragen om consistent aandacht te besteden aan de (financiële) stabiliteitsrisico's van klimaatverandering.

Kamerstuk 32 545, nr. 91. Aangenomen 18 december 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 37, item 11).

In de beantwoording van Kamervragen van de leden Sneller (D66), Alkaya (SP), Snels (GroenLinks) en Bruins (ChristenUnie) over banken en de financiering van fossiele energie (ingezonden op 3 december 2018), heb ik aangegeven dat ik invulling aan deze motie geef door DNB te vragen de blootstelling van de Nederlandse financiële sector op CO2-intensieve sectoren te blijven monitoren1.

Klimaat- en duurzaamheidsrisico's zijn inmiddels onderdeel van het reguliere toezicht van DNB en DNB neemt deze risico’s ook mee in haar publicaties. DNB communiceert enerzijds gericht over duurzaamheidsrisico’s in publicaties zoals de klimaatstresstest en de good practices voor banken en verzekeraars. Anderzijds neemt DNB dit type risico ook mee in algemene risicopublicaties, zoals het Overzicht Financiële Stabiliteit.

DNB zal ook in de toekomst aandacht aan deze risico’s blijven besteden. In haar prioriteiten voor 2021 schetst DNB dat zij een methode wil ontwikkelingen om de compositie van de CO2-voetafdruk op sector- en instellingsniveau te kunnen meten. Daarnaast zal zij in 2021 voor het eerst CO2-indicatoren voor een aantal Nederlandse financiële sectoren presenteren. DNB blijft hiermee de situatie rond de blootstelling van de financiële sector op CO2-intensieve sectoren monitoren. Daarom beschouw ik deze motie als afgerond. Desalniettemin zal ik uiteraard blijvend aandacht besteden aan het belangrijke onderwerp van de relatie tussen klimaatverandering en financiële stabiliteit.

X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 1415.

2. Toezeggingen

Nr.

Betreft

Vindplaats

Reactie

1.

De Minister gaat in gesprek met de financiële sector over het ambitieniveau van het klimaatcommitment van de sector.

Kamerstuk 35 446, nr. 9.

Op 30 oktober 2020 heb ik de eerste Voortgangsrapportage van de Commissie Financiële Sector Klimaatcommitment (CFSK) naar uw Kamer gestuurd1. In deze voortgangsrapportage wordt verslag gedaan van de inspanningen en resultaten van de afspraken in het klimaatcommitment van de financiële sector. De CFSK zal jaarlijks een voortgangsrapportage presenteren en deze zal ik ook naar uw Kamer blijven sturen. Deze voortgangsrapportages geven een goed beeld van de ontwikkelingen binnen het klimaatcommitment.

Zoals ik ook in de hierboven genoemde brief beschrijf, sprak ik op 28 oktober met een aantal vertegenwoordigers van de financiële sector in een ronde tafel. Ik heb de sector tijdens de ronde tafel opgeroepen om ambitieus invulling te geven aan het klimaatcommitment. Tijdens de ronde tafel gaf de sector aan te streven naar een ambitieuze invulling van het commitment en hier blijf ik de sector ook in aanmoedigen.

2.

De Minister zegt toe terug te komen op de vraag of er versnelling in het klimaatcommitment zit.

Kamerstuk 35 446, nr. 9.

3.

De Minister zegt toe in het derde kwartaal van 2020 de voortgangsrapportage van de Commissie Financiële Sector Klimaatcommitment met de Kamer te delen.

Kamerstuk 35 446, nr. 9.

4.

De Minister zegt toe in gesprek te gaan met de pensioensector over de afbouw van fossiele investeringen.

Kamerstuk 35 446, nr. 9.

De afgelopen periode ben ik het gesprek met de pensioensector aangegaan over de mogelijke afbouw van fossiele investeringen in hun portefeuilles. Dit heb ik onder andere gedaan tijdens de hierboven genoemde ronde tafel op 28 oktober 2020. Individuele pensioenfondsen en -uitvoerders hebben zichzelf al eerder doelen gesteld rond de afbouw van fossiele investeringen, bijvoorbeeld in de vorm van het desinvesteringen in kolenmijnen en teerzanden. Vaak hebben zij dit gedaan in de context van reductiedoelstelling voor 2025 en 2030. Ik blijf hierover met de sector in gesprek.

X Noot
1

Kamerstuk 32 013, nr. 240.

Naar boven