27 863 Betalingsverkeer

Nr. 40 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2011

Hierbij bied ik u de rapportage aan van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) over 2010.1 In deze rapportage worden de bereikte resultaten en voortgang in het afgelopen jaar beschreven. Ook worden de prioriteiten voor 2011 belicht. Hierna stip ik de meest in het oog springende ontwikkelingen kort aan. Tevens ga ik in op de motie van de leden Koolmees en Braakhuis inzake nummerportabiliteit2.

SEPA

Centraal in 2010 en ook in 2011 staat de overgang naar het Europees betalingsverkeer. Na uitvoerige consultaties heeft de Europese Commissie op 16 december 2010 een voorstel voor een verordening gepresenteerd die aanbieders en gebruikers – bedrijven en consumenten – verplicht over te stappen op Europese betaalproducten en standaarden. Dit voorstel wordt in 2011 behandeld in de Europese Raad en het Europees Parlement, waardoor nog niet duidelijk is wanneer die verplichting in gaat. Wel lijkt er in Nederland een versnelling van de migratie gewenst, daarom wordt in MOB-verband dan ook gewerkt aan voorstellen om te komen tot een steviger nationale invoeringsorganisatie.

Overgang naar «het nieuwe pinnen»

De overgang naar «het nieuwe pinnen» is in volle gang. In 2010 zijn grote vorderingen gemaakt met de overgang van pinnen met de magneetstrip naar het pinnen met de EMV-chip. Veel winkels zijn al overgegaan op het «nieuwe pinnen» waarbij de chipkaart in de automaat wordt gestoken in plaats van dat deze door de automaat wordt gehaald. In 2011 kunnen consumenten nog zowel pinnen met de magneetstrip als met de chip. Doel is dat per 1 januari 2012 in Nederland enkel met een EMV-chip op de betaalpas kan worden gepind. Het nationale merk PIN maakt dan plaats voor pinnen met een internationaal merk, Maestro of V PAY, dat in binnen- én buitenland geaccepteerd wordt. De EMV-chip is minder fraudegevoelig dan de magneetstrip en verhoogt daarmee de veiligheid van het betalingsverkeer.

Veiligheid

In 2010 is het totale schadebedrag door skimming vergeleken met 2009 met 46% gedaald van 36 naar 19,7 miljoen euro. De in 2009 genomen maatregelen en de intensivering van de aanpak hebben duidelijk resultaat. Verwachting is dat deze fraude met de grootschalige overgang naar het nieuw pinnen verder zal afnemen.

Het aantal fraude-incidenten met internetbankieren is in 2010 gestegen van 154 in 2009 naar 1383 in 2010 met een totale schadelast van 9,8 miljoen euro. Om de bewustwording van de risico’s van internet te vergroten zijn er in 2010 diverse campagnes gestart. Door het bieden van een platform voor informatie-uitwisseling, het uitvoeren van onderzoek en het vervaardigen van voorlichtingsmateriaal ondersteunt het MOB de deelnemende partijen om de veiligheid van betalingsverkeer op niveau te houden.

Toegankelijkheid en bereikbaarheid

Het MOB heeft in 2010 met tevredenheid geconstateerd dat er geen generieke bereikbaarheidsknelpunten voor betaaldiensten zijn. Uit de Bereikbaarheidsmonitor 2010, die ik reeds naar de Kamer heb gezonden3, blijkt dat consumenten en ondernemers nog steeds tevreden zijn over de toegankelijkheid en bereikbaarheid van betaaldiensten.

In de motie van de leden Koolmees en Braakhuis wordt de regering verzocht nummerportabiliteit te stimuleren en de Kamer voor het zomerreces te informeren over de stappen die hiertoe worden genomen. Laat ik vooropstellen dat ik de wenselijkheid van nummerportabiliteit deel. Het makkelijk kunnen wisselen van bank is een effectief middel om de werking van de betaalmarkt optimaal te houden en het is evident dat men bij het wisselen van de bank idealiter het betaalrekeningnummer meeneemt. Echter, met de invoering van IBAN/BIC-rekeningnummers (ingevoerd sinds de jaren »90) is het zeer complex om nummerportabiliteit door te voeren zonder een aanpassing van deze rekeningnummersystematiek. Nummerportabiliteit is daarnaast iets dat, met de totstandkoming van een Europese betaalmarkt in de vorm van SEPA, Europees moet worden bezien. Op korte termijn nummerportabiliteit doorvoeren is dan ook niet mogelijk.

Inmiddels heeft Nederland voor dit onderwerp aandacht gevraagd op Europees niveau. Naar aanleiding van deze motie heeft Nederland in de Payments Committee (werkgroep van de Europese Commissie op het terrein van betalingsverkeer) nummerportabiliteit onder de aandacht gebracht.

Hiernaast zijn er, op verzoek van de Europese Commissie, door banken in Europa algemene richtlijnen opgesteld voor het probleemloos kunnen wisselen van bank. Het aanbieden van overstapservices in alle lidstaten is dan ook een goede eerste stap voor het makkelijker kunnen overstappen van bank. De verschillen tussen de lidstaten nu in overstapfaciliteiten zijn nu overigens erg groot. Een Overstapservice zoals wij die momenteel in Nederland kennen komt in andere lidstaten niet voor of is heel anders ingericht.

In Nederland is er vanwege de technische complexiteit en de hoge kosten van nummerportabiliteit in 2004 al gekozen voor de introductie van de Overstapservice als alternatieve oplossing. Deze oplossing voldoet aan de hierboven genoemde Europese algemene richtlijnen. Deze gestandaardiseerde verhuisservice is in 2007 geëvalueerd in opdracht van het Ministerie van Financiën (in januari 2008 is het rapport «Drempelvrees?» van onderzoeksbureau SEO aan de Tweede Kamer gezonden). Gebruikers zijn hier over het algemeen tevreden over.

De Overstapservice zal ook binnen SEPA blijven bestaan met behoud van alle huidige functionaliteiten. Hiernaast zullen de NVB en de Consumentenbond dit jaar de Overstapservice opnieuw evalueren, waarbij het MOB als klankbord zal fungeren voor het eindrapport. Uiteraard zal ik de Kamer informeren over dit eindrapport en zal ik in Europa blijven pleiten voor Europese nummerportabiliteit.

De minister van Financiën,

J. C. de Jager


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Vergaderjaar 2010–2011, Kamerstuk 31 980, nr. 28.

X Noot
3

Vergaderjaar 2010–2011, Kamerstuk 27 863, nr. 38.

Naar boven